Europeesche Impressies. Biographieën in een notedop. Lof van het onpractische. Er zijn verschillende manieren van rei zen. Een mensch met 'n beperkte nauwkeurig vastgestelde vacantie zal zich natuurlijk tot een reisbureau wenden, of met een gezel schap, club of fam.il iehorde de vaak-betreden paden afwandelen. Voorzeker zijn cr voor dooien aan zoo n reis verbonden. Nooit volle hotels, steeds kamers besproken, treinplaat- sen besiproken, reisroute vastgesteld, alle treinverbindingen, op 'n briefje, gidsen, thea terbezoek, alles keurig in orde. Je verknoeit op zoo'n manier werkelijk geen uur van je toch reeds zoo korte vacantie, je hoeft niet te tobben met bagage, hotels en vervoermid delen. Efficiency. Ja maartóch waag ik, hiertegen, zwakjes, te protestoeren. Heeft zoo'n manier van reizen u nu heusch nooit verveeld, lezer? Wdar blijft het Avontuur, het Toeval, het Ongedachte, dat in dezen tijd haast niet meer schijnt te bestaan (schijnt, want het komt toch lekker Altijd weer voor den dag!) waar is hot opwindende, dat juist zoo'n va- cantiereis van den allcdagsleur onderscheidt? Want gelooft u me met zoo'n keurig-gerc- gelde reis yisschen uw werk in, valt u van den eenen sleur in weer een anderen sleur. De reis zelf is niet verrassend meer. Vrééselijk verstandige vrienden zeggen dan „ja, maar jij, je kunt op reis wanneer Je wilt en een verknoeide dag doet er voor Jou niet toe." Ik zeg weer: ,.ja maar", zelfs op dit ver standige betoog. Want wat is een „ver knoeide dag"? Een verknoeit uur. soit. Op een verlaten perron, op je koffer. En tien te gen één beleef je dan weer wat merkwaar digs daar op dien koffer, op het verlaten perron. Maar een dAg in een vreemde stad, die r.Set in de route opgenomen is? Maar dan ontdek je juist zooveel heerlijks. Loop nu eens opeens tn een totaal vreemde stad. waar je heelemaal niet rekende te komen. En zou je dan geen mooie gebouwen, geen natuurschoon, geen merkwaardige menschen ontdekken? Niet misschien opeens een onge dacht en onbekend stukje vreemd leven zien? Of..-- zijn alle menschen tegenwoordig ziende blind, nu alles zoo gemakkelijk ge maakt is? Een verloren dagdat zal veeleer zijn een op het program staand museumbezoek, dat bitter tegenvalt. Je bent moe en zou lie ver ergens op een bank zitten in dat park. dat je in oen glimp hebt gezien. Maar het museum staat op het program, je wéét dat je wat mist als je thuisblijft, dus ga je. Sjokt rond met een moe hoofd en hebt tenslotte niets gezien. Maar: het programma is afge werkt! Is dat nu niet een verknoeide dag? Zou zoo'n rustig uurtje op een' bank niet heel wat prettiger geweest zijn. en dan omdat het museum nu toch dicht is een zwerftocht door de stad, die Je heel wat meer leert dan de voorgeschreven paden des touristen? Er zijn uitzonderingen. Steden, die zóó be roemd zijn, zóó rijk aan historie, dat je wel degelijk moet weten wat er te zien is, en je weken van te voren inwerkt. Maar, o voor treffelijke reisroute-Heden, wie uwer stelt zich werkelijk van te voren op de hoogte van geschiedenis en ontwikkeling van een stad, met liefst een portie kunstgeschiedenis erbij? En heusch, dat hoort bij een „ioonende" reis méér dan bonboekjes voor hotels, méér dan besproken plaatsen en reis-chèques. O. die besproken plaatsen. Dc menschen van tegenwoordig zijn nergens meer bang voor, wagen zich in griezelig rondtollende vliegmachines, in bliksemsnelle treinen, ln „tubes" en „métros". Maar o hemelstél Je voor dat. we onzen trein missen, of dat we geen plaats meer krijgen, of dal. de boot al weg is.1 Want dan is Immers Alles ver loren? Ik geloof, dat het een gave is, om nooit een verknoeiden dag te hebben. Om zélfs als de trein voor je neus wegrijdt en dat is erg, dadelijk een andere bestemming aan je tijd te geven. „Men mist nooit een trein doch is altijd vroeg genoeg voor den volgende" dat Is een stelregel, die me indertijd, toen ik forens was bijna mijn baantje heeft gekost! Overigens als die gemiste trein nu toeval lig de laatste is ja, dan is het inderdaad een raar geval! - Dus vagabondeeren.maar vooral al- "tijd den laatsten trein halen! En dan zijn er heerlijke dingen te beleven. Beter zes dagen in een interessante stad, waarvan dan drie als „tourist",, en drie voor weerzien van belangwekkendheden en explo- reeren, dan een weck hollen en vliegen van het eene plaatsje naar het andere. Vacantie is tenslotte bestemd voor rust (zou je ook niet zeggen als je al die onverstandige, on getrainde alpinlsten-in-spe dagen lang ver moeiende bestijgingen ziet maken!) Ik geloof, dat we te verwend zijn; dat we bezig gehouden moeten worden, ons met blase gezichten van lïet een naar het an dere voeren laten, en dan verwachten, dat de dingen tot ons zullen komen. Nee, we moe ten zélf zoeken. Dan wordt reizen een avontuur! Eigenlijk is niets erg, Zelfs als je je geld verliest; heusch, het Leger des Hells heeft prima onderdak. Verlies Je Je pas, dan is er altijd nog wel een consul. Verlies je Je koffer dan is het geval ernstiger, maar niet onover komelijk. Trouwens, koffers-verliezen vind ik veel stommer dan treinen-missen. Hebt u wel eens het zegenen van de zee en de visschersvloot bijgewoond in Bretagne? Ik wel; was bij ongeluk in Treboul-Douarne- nez achtergebleven, 'k Heb er geen spijt van gehac. Kent u Linz, Passau, Michelstadt, Mainz? Dat zijn van die plaatsen waar je dóórgaat; op weg naar belangrijker steden. Maar vergeet dan toch vooral niet, dat die tusschen liggende plaatsen soms zoo erg mooi zijn! Enfin, je ontdekt het wel als je een trein mist, of een boot. Kent u Eltvllle? Nooit van gehoord? Was vroeger de zomerresidentie van de keurvor sten van Mainz. Een juweeltje van een stad, vol wijn en rozen. Hier heeft Gutihenberg ge woond in het laatst van zijn leven. En prachtige oude gebouwen! Maar er behoort natuurlijk een geweldige durf toe om „zoo maar" je reisroute te wijzigen, als je hoort van een mooi plaatsje in de buurt. Ja, want buiten die reisroute bestaat feitelijk geen heil. Maar dank zij die onpractische zwerfnei- ging heb ik wonderlijke dingen beleefd, soms vervelend, maar meestal zeer de moeite waard. Of is het soms voor een bezadigd tourist weggelegd, door Antwerpens haven buurten te zwerven, op een zuiger terecht te komen die boven een stelletje ontplofte gra naten de modder weg moet zuigen en er op één dag acht ontploft ophaalt? En was het toen soms geen renzenvoldoening, om daarna, toen het werk afgeloopen en de sluis op tijd klaar kwam. op 'n gepavoi- seerde sleepboot de plechtige inwijding van de Kruisschanssluls door Z.M. koning Albert bij te wonen? tin stilte don hemel dankend. dat ik niet inn stukjes de lucht was ingevlo gen! Klimt u óók op alle torens? Hebt u wel eens op een politiebureau gezeten in Budapest? Weet u hoe het toegaat op een Italiaansch telegraafkantoor? Hebt u wel eens meege daan aan een Vkamsche betooging? Was u in Dixmuiden? Wist u dat kok op een inter nationalen trein een hondenbaantje is? Hebt u wel eens Grieksche les gegeven aan een Italiaan? Kent u het Praagsche ghetto? Weet u dan ten slotte, hoe alles geregeld is in zoo'n groot hotel, dat daar met z'n bespro ken kamers op u wacht? Was u wel eens kamermeisje? Maar dat moet ik zeggen hiermee dwaal ik leelljk af van het begrip reizen. Want het is nu niet bepaald noodig dat alle zomertourlsten dit jaar als schoenpoetser of kok dienst gaan doen „om wat van de wereld te zien". O neen. Maar wat meer avontuur, wat meer fantasie en vooral wat meer in schikkelijkheid en humor-In-tegenslag op reis ja, dat konden we allemaal wel heb ben! Als u nu dezen zc-mer uw koffers verliest, uw geld verspeelt in Monte Carlo, van een berg valt, met de P.L.M. gaat reizen en ont spoort, of in de „bouges" van Marseille word't uitgeschudkomt u dan niet bij mij reclameeren, want ik neem geen risico op me! L. S. WAT EN HOE ONZE VOOROUDERS ATEN. Over de Middeleeuwen speciaal ga ik u hieronder een en ander vertellen, en dan al lereerst over „wat" er gegeten werd. Zoo als nu nog in Engeland, besloeg het vieesch een belangrijk -deel van het menu. De landbouw was in de Middeleeuwen niet zóó ontwikkeld, dat er ieder seizoen voldoen de kans op een welgeslaagde oogst was; heel vaak mislukte deze en was hongersnood (wat groenten betreft) er het gevolg van. Daar er echter altijd wilde dieren in overvloed waren en bovendien iedere stad voor haar poorten groote kudden vee liet grazen, werd vieesch vanzelf het hoofd voedsel. Wel werd er groente uit vreemde landen in gevoerd, maar de primitieve verkeersmidde len en veelvuldige oorlogen en oorlogjes, maakten, dat deze aanvoer zeer onregel matig geschiedde en voor den gemeenen man veel te kostbaar was. Dus vieesch; veelal aan het spit gebraden. Hoenders (iedere buroht hield er een uitge breide honderhof op na), patrijzen, fazanten, en ook vogels die men nu niet meer op tafel zal aantreffen: pauwen, ooievaars, kraan vogels, reigers! De ridders zetten hun gasten steeds als hoofdschotel een geweldig stuk wildbraad voor, terwijl dan het, gevogelte als bij schotel" dienst deed. Ook visch werd veel gegeten: zalm. karper, snoek, steur en vooral veel haring. Ging een leger op marsch, dan werd er ais proviand een flinke hoeveel heid haring nagezonden! Kwam een hoog personage in een stad aan, dan werd haar visch aangeboden; de haring gold bovendien als de eigenlijke vastenvisch, en op vasten dagen werden er ongelooflijke hoeveelheden van aangevoerd en verkocht. Hijst was in de vroege Middeleeuwen to taal onbekend, en aardappelen werden even min gegeten. Het zou nog eeuwen duren eer dit voor ons zoo onontbeerlijke voedingsmiddel ln West-Europa zijn intree zou doen. Toch doorkruisten de koopvaardijschepen reeds de wereldzeeën en brachten allerlei onbekende zaken mee, die weldra bij de ge goeden ingeburgerd waren. Ik bedoel spe cerijen als peper, saffraan, kaneel, muskaat en komijn. Vieesch en visch werden sterk ge kruid. Dc thee echter was al evenmin bekend als de koffie en de cacao. Het is vreemd dat noch dc koopvaarders, noch de over land huiswaarts koerende kruisridders deze gewas sen hebben leeren kennen. Al werden eT specerijen gebruikt (en wel in veel grootere hoeveelheden dan tegenwoor dig). toch heersch'te er een totale onwetend heid omtrent de afkomst van die gekruide zaken. Van de peper werd bijv. beweerd dat hij a's een rietbosch groeide en dat dit bosch verbrand moest worden, om dan uit de asch de pereperkorrels te kunnen zoeken. Gember en kaneel werden (luidt de sage) door de Egyptenaren met netten uit den Nijl ge- vischt, en zoo bestonden er nog meer won derlijke veronderstellingen. Bij wildbraad of visch. maakte men steeds een scherpe saus, waar dan het vieesch in werd gedompeld. Ook at men veel brood aan tafel. Naast leder bord werd een stuk klaar gelegd bij het dekken" van óe tafel. Denkt u nu niet dat het onbeholpen grove stukken waren, die bij een feestmaal gegeten werden; sinds do twaalfde eeuw kende men „fijn" brood uit tarwemeel en weldra wist men daar den vorm van kleine broodjes aan te geven. Krakelingen van brood zijn sinds de 15de eeuw bekend. Natuurlijk geldt dit alleen voor de hoogere standen: de boeren bleven nog eeuwen lang bij hun zwart brood uit gerste- en (haver meel, hun gortepap en kool. Pannekoeken bestonden ock al: en er zijn nog allerlei recepten voor taarten overge leverd, die ongetwijfeld erg goed gesmaakt zullen hebben, al was over het algemeen het Midde'.eeuwsche voedsel voor onze magen wel wat erg zwaar. Boter kwam weinig op tafel; wel kaas. even als nu als dessert gebruikt. En dan lijkt het wel wonderlijk, maar bij al dit zware eten vieesch. scherpe sausen, groote hoeveelheden visch, rijkelijk besproeid met wijn of bier werd er toch veel fruit gegeten. Alle nu bekende vruchten werden toen ook ai genuttigd en granaatappels wa ren een gezochte delicatesse. Ik sprak zooevcn over bier en wijn. Sinds dc 9de eeuw werd er bier uit hop bereid, ter wijl vóór dien tijd gerstebier werd gedronken Denkt u maar eens aan de schoolverhalen over onze Germaansche voorvaderen. U zult zich dan ook wel herinneren, dat men da' bier warm dronk en er honig door mengde. Mede. een honigdrank, was de dxar.k voor de „betere standen". Wijn kwam pas later Ln aanzien en was niet altijd even zoet, daar -.-jen tot ln Noord-Dultschland wijn verbouw de. Door het betrekkelijke gure klimaat viel cle wijn vaak zóó zuur uit, dat men er honig door deed om er een brulkbaren drank van te maken De rijken kenden echter reeds de zachte Moezelwijnen. Tot slot geef ik <u een menu, zooals ik het epgeteekend vond ln Sach's „Deutsches Leben in der Vergangenheit". Het werd ter gelegenheid van de inwijding eener kerk aan den bisschop voorgezet. Elersoep met saffraan, gepeperde haring, gerstebrij, schapenvleeach met uien, een ge braden hoen met pruimen. Dit is schrikt u niet het eerste gerecht. We gaan verder. Stokvisch met olie en rozijnen-biel in olie gebakken-gekookte aal met peper, gebraden bokking met mosterd. Dit is het tweede ge recht! Gekookte visch, gebakken barbeel, klein gevolgelte, in reuzel gebakken en met radijs opgediend, zwijnsbout met augurken! Dit is het derde en laatste gerecht. Ik heb een geweldige respeot voor 's bis scoops eetlust en nog meer voor zijn maag! Een volgende keer oens iets over Jioe" er gegeten wend. L. S. JOHANN GOTTLIEB FICHTE. 17621814. In de periode na Kant., den tijd der roman tiek, valt de wijsbegeerte van Flchte. Hon derd zeventig jaar is het geleden, dat Johann Gottlieb Fichte geboren werd. Met Schelling en Heg el is hij de grootste denker van deze periode na Kant, maar terwijl Schelling veel discipelen maakte, Hegel een school stichtte, die nu nog haar invloed gelden laat. leidde de invloed van Fichte niet tot een eigenlijke „school". Voor de opvoedkunde is hij van zeer veel 'belang geweest, zijn leven zelf was aan de opvoedkunde gewijd. Het begon met de funötie van huisonderwijzer te Zürich. Fichte was een zoon van onbemiddel de ouders uit Rammenau in Oberlausitz (Silezië), waar hij 19 Med 1762 geboren was. Hij had het groote geluk opgemerkt te wor den door een rijk man, een grondbezitter, die hem een opvoeding kon waarborgen, zooais zijn ouders niet. vermochten hom te gevean Het toeval leidde tot deze belangrijke om standigheid. Joha.nn Gottlieb bezat, een waar talent om preeken te onthouden, en daardoor werd hij opgemerkt. Hij werd mu in staat, gesteld om t,e studeeren in Jena. en Lcipizg, doch breed heeft hij het natuurlijk ook in zijn studietijd niet gehad. Zoo ging hij naar Zürich om onderwijs gevend in zijn brood winning te voorzien en niet onbelangrijk is, dat hij te Zürich den grootsten pae'dagoog van alle tijden, den grondvester dor weten schap der opvoedkunde Pesbaüozzi ontmoet te. Die ontmoeting 'kan niet zonder grooben invloed gebleven zijn op Fichte. Hij was een streng paedagoog, dat wil zeggen streng voor de ouders. Hij bracht de ouders aan het einde van. iedere week de door hen 'begane fouten in de opvoedkunde onder het oog en dat is voor ouders niet prettig. Het maakte ex zijn positie niet beter op en bij zoo weinig waardeering van goede bedoelingen vertrok de- huisonderwijzer, wien men een groote mate van moed en eerlijkheid niet on.bzeizgen kan, naar Jena. Gelukkig was er in financieel op zicht een ander uitzicht geopend: de nicht van den dichter Klopstock werd zijn vrouw en zij bezat een flink vermogen. In Jena maakte Fichte kennis met Kant. Nog niet met den Koningsberger wijsgeen- persoon lijk, doch met zijn werken, met zijn geest. Kant werd druk gelezen, Kant bracht- nieuwe dingen, was voor velen de openbaring der wijsbegeerte. Fichte koesterde den wensch om Kant zelf te leeren kennen Op reis naar Warschau, waar hij een nieuwe betrekking als huisonderwijzer hoopte te vinden, diende hij zich by Kant aan. Hij bracht een introductie mee: „Proeve eener critiek van alle openbaring", een werk, dat hij in vijf weken geschreven had. De introductie viel niet slecht uit. Kant was levendig geïnteresseerd voor den schrijver en bezorgde hem een uitgever. Aanvankelijk werd het boekje voor een werk van Kant aan gezien, want de uitgever liet den naam van den schrijver weg. maar toen bekend werd. wie de schrijver was, was deze ook in eens beroemd. Huisonderwijzer te Warschau behoefde hij niet te blijven, hy verkreeg een benoeming als hoogleeraax te Jena als opvolger van Reinhold. Doch ook hier stuitte een vrije geest als Fichte op moeilijkheden. Hij bie'T d°s Zon dags voordrachten, hetgeen niet naar den wensch der geestelijkheid was en hij tracht-.e op te treden tegen de uitspattingen der stu denten in he.t corpsleven. Dat bezorgde hem vijanden. Daarbij kwam, dat de Saksische re geering een aanklacht tegen hem indiende wegens atheïsme. Er ontstond een heftige strijd uit, die eindigde met het ontslag van den hoogleeraar. Goethe, die hier een stem in het kapittel had, keurde dit ontslag goed. Fichte vertrok nu nAar Berlijn, waai" men hem meer op prijs stelde. De kringen der litterair zoo zeer in aanzien staande roman tici ontvingen hem gaarne, bij de gebroeders Schlegel, bij Tieck en Schleiermacher vond hij een goed onthaal. Fich'e'? be/oerr: d?t? i-,;x de Toe spraken tot de Duitsche Natie", zijn hier gesproken ln het jaar 1803 zijn doei was 6t wederopleving van het Duitsche land door opvoed'ng en de .-•« r-den" groot geweest. Te Berlijn werd hem opnieuw een hoogleeraarsamb:. aangeboden ir. 1810 werd hij professor aan de Universiteit. Hij vatte het plan op om ais veldprediker mee te gaan in het leger bij den veld tocht van 1813 tegen Napoleon, doch dit heeft hij opgegeven. Zijn vrouw wijdde zich aan de verpleging van gewonden in, den krijg. Fichte zelf werd tenslotte hiervan het slacht offer, hij liep een besmetting op en stierf aan koortsen in 1814. Men onderscheidt in zijn leven en zijn wer ken min of meer twee perioden. Die van vóór Berlijn en die van na zijn vestiging aldaar, zou men ze kunnen noemen. De tweede periode kan men ais een meer religie use aan merken, ook is zijn belangstelling in politiek dan verlevendigd. Het wljsgeerig stelsel van Fichte is niet „in een notedop" samen te vatten. Aan den Staat kende hij een groote macht toe, het huwelijk stelde hij zeer hoog, hij was een vurig patriot en philo-germaan. Hij was iemand, die de waarheid durfde zeggen een oorspronkelijke geest, dat is alleen al en dan uit het ongerijmde te bewijzen door het feit, dat toen de reactie tien jaar na zijn dood het hoofd opstak, zij zijn werken verbood. EEN GIF-ETER OEVERLEDEN. De Yogi Narasingha Sifani is in het hospi taal te Rangoon gestorven. Sifani, die bij de medische faculteit als een wonder gold, kon de meest doodelijke vergiften innemen, zon der dat men daarvan ergens in of op zijn lichaam nadeel kon bespeuren. Arsenicum, zuren van allerlei aard, blauwzuur, strych nine. glasscherven en zelfs de zoo gevreesde bamboevezels richtten in zijn lichaam geen schade aan. De Yogi liet zich echter over halen een openbare séance te geven, en dat zou zijn dood zijn. Onder zware vergiftigings verschijnselen kwam hij in het ziekenhuis, waar hij kort nu zijn opname stierf. FIETSEN IS GEZOND. Middel tegen vele kwalen. Een organisatie van rijwielf abrikan ten in Engeland heeft aan niet minder dan 1400 medici de vraag voorgelegd„Welken invloed heeft naar uw meening het beoefenen der rijwieisport op de gezondheid?" Slechts twee bleken besliste tegenstanders van het fietsen te zijn. Elf weigerden hun meening kenbaar te maken en dne kozen geen partij. Alle anderen zeiden niets dan goed van de rijwieisport en beschouwden de fiets als een uitstekend middel om den mensch „fit" te houden. Een dokter schreef: „In mijn jonge jaren fietste ik eiken dag naar en van school, tel kens een afstand van ongeveer vijf mijl en ik betreur het, dat nu zooveel jongens en meisjes liever in een bus kruipen. Zoo be ginnen zij den dag met het inademen van benzinedampen in plaats van frissche lucht". Hier is de meening van een anderen ge neesheer: ,Jk heb van mijn jeugd af gefietst en ik geloof, dat ik nu veel gezonder zou zijn als ik mij in latere jaren niet tot auto-rijden had laten verlokken". Verschillende medici, tot wie bovenstaande vraag was gericht, schrijven fietsen nadruk kelijk aan hun patiënten voor, in 't bijzonder aan die, welke hinder hebben van een trage spijsvertering, zenuwstoring of slapeloosheid, of die neiging toonen tot zwaarlijvigheid. Als een groot voordeel wordt het be schouwd dat fietsen een sport is, die men ook op gevorderden leeftijd kan blijven beoefe nen. UIT DE WERELD VAN DE FILM. INGEWIKKELDE ADMINISTRATIE VOOR EEN GELUIDSFILM. Droeg Wallace Beery een das Er zijn reeds verschillende films uitge bracht die ons een blik achter de schermen van de studio's gaven en men is verwonderd hoeveel menschen er bij het opnemen van een kleine scène tegenwoordig zijn. Toch heb ben deze allemaal hun werk in verband met de opnemingen tc doen. Alleen reeds voor het maken van de benoodigde aanteekenin gen zijn vier personen noodig. Wij zullen dit met enkele voorbeelden ver duidelijken: Als de regisseur George Hill wil weten, wat de juiste tekst was, die Wallace Beery zeide in zijn zooveelrte scène van de film Min en Bill, hoe hij daarbij gekleed was, of hij een das droeg of een hemd zonder boord, wendt hij zich tot de „script-girl". di« van iedere scène notities maakt, en hem uit haar aan teekeningen. onmiddellijk elke gewenschte inlichting kan geven. Zij kan hem daarbij ook zeggen hoever de camera en de microfoon van den acteur verwijderd waren. De -script girl" is dus de eerste, die gedurende de op nemingen aanteekeningen maakt. Wil de regisseur Clarence Brown een scène van Greta Garbo in Romance nog eens zien, dan zoekt zijn assistent in zijn aan teekeningen en vindt daar het nummer en opgave van de medespe'.enden in de scène. Met deze gegevens kan de bedoelde scène direct gevonden worden en binnen tien mi nuten in een showroom zijn om gedraaid te worden. De assistent-regisseur is dus nummer twee die aanteekeningen maakt. Ook de mixer in de geluids-cabine maakt aanteekeningen over de scènes, die worden opgenomen. Iedere scène geeft hij een num mer, dat voor de microfoon afgeroepen wordt en op een bord geschreven, door de camera's gefotografeerd wordt. Dit is noodig. omdat aan den hand van deze nummers later de film samengesteld moet worden. Het Is n.l. niet mogelijk een film op te nemen, zooals deze later vertoond moet worden. In verband met het bouwen van decors of het maken van buitenopnemingen, is het mogelijk dat bijv. de eerste en de laatste acte va neen film gereed zijn en voor de rest van de film nog geen enkele scène is opgenomen. De aan teekeningen van de geluids-technici vormer, de derde serie, die van de opnamen gemaak" wordt. En ten vierde wordt lederen dag voor :dere f!"m een rappor: samengesteld van de medespe'.enden waarbij vermeld wordt in welke rol, voor welke scène en in welk cos- tuum zy dien dag gewerkt hebben. Vier menschen maken dus aanteekeningen over de film en zenden iederen avond hun raoporten op fortnu lieren in. Men heeft dus een o veezicht, van verschillende kanten be schouwd waardoor veel tijd en geld bespaard wordt. Men zal zich misschien afvragen, waarvoor al deze rapporten noodzakelijk zijn, doch men moet hierbij steeds in aanmerking nemen dat de scènes in een andere volgorde opge nomen worden, dan waarin zij vertoond wor den. Ook dit zullen wij door een voorbeeld duidelijk maken: In een kamer worden ach tereenvolgens verschillende scènes voor Min en Bill opgenomen. In een van deze scènes verlaat Wallace Beery opgewonden de kamer. Het is mogelijk, dat de scène, waarin men Wallace Beery uit deze kamér in den gang ziet komen, eerst eenige dagen later opgeno men wordt. Het zou natuurlijk iedereen op vallen, indien hij bijv. zonder das de kamer verliet en met een das in den gang ver scheen of een ander pak aanhad. Daarom moeten, voor met het opnemen van een scène begonnen wordt, de notities betreffende andere scènes, die hiermede in verband staan, bestudeerd worden. Voor de montage van de film wordt uit sluitend afgegaan op deze aanteekeningen want degenen, die met deze montage belast zijn, beschouwen een film als een serie ge nummerde scènes, die op een lijst vermeld zijn. AUTOVERHUUR IN HOLLYWOOD. Zes jaar geleden, toen Mrs. Wallace Reld in Hollywood de productie van haar film .Human Wreckage" ter hand nam, stelde zij een zekere Joe Wilharbcr voor om zijn ele gante race-auto aan haaT te verhuren, daar zij in de film zulk een wagen noodig had. Zij betaalde hem 25 dollars per dag, en bracht hem bovendien op' een idee dat hem niemen dal kostte. Het resultaat van dat idee ia dat Wllhar- ber tegenwoordig een uitgebreide zaak heeft die zich uitsluitend bezighoudt met het ver huren van auto's voor filmopnamen. In de Paramount Studio's, waar Maurice Chevalier en Jeannette MacDonald voor een scène in „Een uur met jou" in een van zijn ouderwetsche Renault taxi's rondtuften, vertelde Wilharber een en ander over zijn eigenaardige „business". Mrs. Reid gebruikte zijn eerste auto vijf tien dagen, wat hem 375 dollars opbracht. Dat was voor haar veel goedkooper dan wan neer zij een wagen had moeten koopen, en Joe begreep dat ook anderen van dezelfde ge legenheid gebruik zouden wenschen te maken. Op dien zelfden dag begon hij modellen, die om allerlei redenen van het normale af weken te verzamelen. Op het oogenblik heeft hij er een en dex-tig. Zijn grootste schatten zijn een buitengewoon luxueuze limousine, die hem 24.000 dollars gekost heeft, en de wagen die aan Rudolph Valentino toebe hoord heeft: een Isotta Fraschini die bui tengewoon rijk met gegraveerd zilver versierd is. Sommige wagens brengen hem 45 tot 75 dollars per dag op, en er zijn weken geweest dat hij twintig wagens tegelijk verhuren kon. Wilharber zelf heeft handen vol werk om de sterren het besturen van zijn wagens te leeren, en hij heeft een lijst van leerlingen waar een bakvisch groen van jaloezie over worden zou. EEN FILMSTUDIO EN ZIJN SCENARIO DEPARTEMENT. Voorwaar een van de belangrijkste mis schien de belangrijkste afdeeling van het studio. Hier wordt al het voorbereidend werk gedaan, hier staat vaak het wel en wee, het slagen of vallen van een productie op het spel! Hoevelen wanen zich dichters of schrijvers die er mijlen ver van verwijderd zijn, om ook m^ir iets filmisch interessants te schep pen. En toch wordt elk geschreven stukje door gelezen. Een groote staf lezers zit dagelijks voor dat doel in de leeszaal, daarvoor ingericht. Ieder krijgt zijn deel van de collectie, die gelijk een rljstenbrijberg doorgegeten moet worden. Het spreekt vanzelf, dat de beoor deeling niet alleen volgens de competentie van het lezersgilde gaat. Hun werk bestaat behalve uit lezen, uit classeeren: tooneelstuk- ken, orgineele verhalen en internationale vertalingen hebben elk hun eigen lezers. Soms wordt er alleen een inhoud van een eventueele film gezonden in. enkele woorden, waaruit, als die goed is, de geheele film door een der secenaristen wordt opgebouwd. Heeft men een goed filmverhaal gevonden, dan gaat het door het geheele departement en kan iedere lezer en scenarioschrijver zijn commentaar er bij voegen. Gelijk een rollende steen zijn mos vergaart, zoo wordt het verhaal gaandeweg gepolijst en filmpasklaar gemaakt. Soms is dan een verhaal zóó veranderd, dat de schrijver het niet eens meer herkent. De dialoog wordt dan gereed gemaakt, verschillende fotografische bijzonderheden komen er bij van pas, terwijl vaak een ge heele intrige langs een andere lijn loopt, van wege de veranderingen. FILMKINDEREN BLIJVEN KINDEREN. Niettegenstaande het feit. dat zij geld ver dienen, en een heeleboel geld ook, zijn de jeugdige filmacteurs van Hollywood in het geheel geen over het paard getilde en ver wende jonge rijkaards, zooals men hen vaak voorstelt. De kinderen van vele zakenmenschen ont vangen een weekgeld waar Jackie Coogan, Mlfczi Green en Jackie Searl van zouden staan te kijken. Verreweg het grootste deel van de salaris sen dat de kinderen verdienen, wordt op een bankrekening geplaatst, waarover zij eerst kunnen beschikken als zij meerderjarig zijn. Vier vijfde van Jackie Cooper's salaris is op deze wijze vastgelegd. Jackie Coogan ging dezen zomer verschei dene weken kampeeren en kreeg ais zakgeld acht dollar mee. Robert, zijn broertje, was dolgelukkig toen zijn vader hem bij den aanvang van zijn nieuwe film, ,vSooky" ver telde, dat zijn weekgeld verhoogd was tot twee dollar. Iedere cent die Jackie Searl ver dient, wordt gespaard voor als hij groot is, behalve vijf dollars die hij krijgt bij het be gin van iedere film. Zijn vader Ls, r.a het succes dat zijn zoon geoogst heeft in de Para mountf'lms „Skippy", „Tom Sawyer" en .Konir.kje Spelen", volstrekt niet in een groote villa gaan wonen. Hij is een eenvoudig petroleumarbeider, die al Jackie's onkosten uit zijn eigen loon betaalt. De familie woont nog in hetzelfde onaanzienlijke huisje in een der voorsteden: vader rijdt in een Ford. de eenige wagen van de Searls. naar zijn werk en moeder gaat met Jackie in de tram naar het Paramount studio.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 14