Europeesche Impressies.
Biographieën in een
notedop.
Lof van het onpractische.
Er zijn verschillende manieren van rei
zen. Een mensch met 'n beperkte nauwkeurig
vastgestelde vacantie zal zich natuurlijk tot
een reisbureau wenden, of met een gezel
schap, club of fam.il iehorde de vaak-betreden
paden afwandelen. Voorzeker zijn cr voor
dooien aan zoo n reis verbonden. Nooit volle
hotels, steeds kamers besproken, treinplaat-
sen besiproken, reisroute vastgesteld, alle
treinverbindingen, op 'n briefje, gidsen, thea
terbezoek, alles keurig in orde. Je verknoeit
op zoo'n manier werkelijk geen uur van je
toch reeds zoo korte vacantie, je hoeft niet
te tobben met bagage, hotels en vervoermid
delen. Efficiency.
Ja maartóch waag ik, hiertegen,
zwakjes, te protestoeren. Heeft zoo'n manier
van reizen u nu heusch nooit verveeld, lezer?
Wdar blijft het Avontuur, het Toeval, het
Ongedachte, dat in dezen tijd haast niet
meer schijnt te bestaan (schijnt, want het
komt toch lekker Altijd weer voor den dag!)
waar is hot opwindende, dat juist zoo'n va-
cantiereis van den allcdagsleur onderscheidt?
Want gelooft u me met zoo'n keurig-gerc-
gelde reis yisschen uw werk in, valt u van
den eenen sleur in weer een anderen sleur.
De reis zelf is niet verrassend meer.
Vrééselijk verstandige vrienden zeggen dan
„ja, maar jij, je kunt op reis wanneer Je wilt
en een verknoeide dag doet er voor Jou niet
toe." Ik zeg weer: ,.ja maar", zelfs op dit ver
standige betoog. Want wat is een „ver
knoeide dag"? Een verknoeit uur. soit. Op
een verlaten perron, op je koffer. En tien te
gen één beleef je dan weer wat merkwaar
digs daar op dien koffer, op het verlaten
perron. Maar een dAg in een vreemde stad,
die r.Set in de route opgenomen is? Maar dan
ontdek je juist zooveel heerlijks. Loop nu
eens opeens tn een totaal vreemde stad.
waar je heelemaal niet rekende te komen.
En zou je dan geen mooie gebouwen, geen
natuurschoon, geen merkwaardige menschen
ontdekken? Niet misschien opeens een onge
dacht en onbekend stukje vreemd leven zien?
Of..-- zijn alle menschen tegenwoordig
ziende blind, nu alles zoo gemakkelijk ge
maakt is?
Een verloren dagdat zal veeleer zijn
een op het program staand museumbezoek,
dat bitter tegenvalt. Je bent moe en zou lie
ver ergens op een bank zitten in dat park.
dat je in oen glimp hebt gezien. Maar het
museum staat op het program, je wéét dat
je wat mist als je thuisblijft, dus ga je. Sjokt
rond met een moe hoofd en hebt tenslotte
niets gezien. Maar: het programma is afge
werkt!
Is dat nu niet een verknoeide dag? Zou
zoo'n rustig uurtje op een' bank niet heel wat
prettiger geweest zijn. en dan omdat het
museum nu toch dicht is een zwerftocht
door de stad, die Je heel wat meer leert dan
de voorgeschreven paden des touristen?
Er zijn uitzonderingen. Steden, die zóó be
roemd zijn, zóó rijk aan historie, dat je wel
degelijk moet weten wat er te zien is, en je
weken van te voren inwerkt. Maar, o voor
treffelijke reisroute-Heden, wie uwer stelt
zich werkelijk van te voren op de hoogte van
geschiedenis en ontwikkeling van een stad,
met liefst een portie kunstgeschiedenis erbij?
En heusch, dat hoort bij een „ioonende" reis
méér dan bonboekjes voor hotels, méér
dan besproken plaatsen en reis-chèques.
O. die besproken plaatsen. Dc menschen
van tegenwoordig zijn nergens meer bang
voor, wagen zich in griezelig rondtollende
vliegmachines, in bliksemsnelle treinen, ln
„tubes" en „métros". Maar o hemelstél
Je voor dat. we onzen trein missen, of dat
we geen plaats meer krijgen, of dal. de boot
al weg is.1 Want dan is Immers Alles ver
loren?
Ik geloof, dat het een gave is, om nooit
een verknoeiden dag te hebben. Om zélfs als
de trein voor je neus wegrijdt en dat is erg,
dadelijk een andere bestemming aan je tijd
te geven. „Men mist nooit een trein doch is
altijd vroeg genoeg voor den volgende"
dat Is een stelregel, die me indertijd, toen ik
forens was bijna mijn baantje heeft gekost!
Overigens als die gemiste trein nu toeval
lig de laatste is ja, dan is het inderdaad
een raar geval!
- Dus vagabondeeren.maar vooral al-
"tijd den laatsten trein halen!
En dan zijn er heerlijke dingen te beleven.
Beter zes dagen in een interessante stad,
waarvan dan drie als „tourist",, en drie voor
weerzien van belangwekkendheden en explo-
reeren, dan een weck hollen en vliegen van
het eene plaatsje naar het andere. Vacantie
is tenslotte bestemd voor rust (zou je ook
niet zeggen als je al die onverstandige, on
getrainde alpinlsten-in-spe dagen lang ver
moeiende bestijgingen ziet maken!)
Ik geloof, dat we te verwend zijn; dat we
bezig gehouden moeten worden, ons met
blase gezichten van lïet een naar het an
dere voeren laten, en dan verwachten, dat de
dingen tot ons zullen komen. Nee, we moe
ten zélf zoeken. Dan wordt reizen een
avontuur!
Eigenlijk is niets erg, Zelfs als je je geld
verliest; heusch, het Leger des Hells heeft
prima onderdak. Verlies Je Je pas, dan is er
altijd nog wel een consul. Verlies je Je koffer
dan is het geval ernstiger, maar niet onover
komelijk. Trouwens, koffers-verliezen vind
ik veel stommer dan treinen-missen.
Hebt u wel eens het zegenen van de zee en
de visschersvloot bijgewoond in Bretagne?
Ik wel; was bij ongeluk in Treboul-Douarne-
nez achtergebleven, 'k Heb er geen spijt van
gehac. Kent u Linz, Passau, Michelstadt,
Mainz? Dat zijn van die plaatsen waar je
dóórgaat; op weg naar belangrijker steden.
Maar vergeet dan toch vooral niet, dat die
tusschen liggende plaatsen soms zoo erg
mooi zijn! Enfin, je ontdekt het wel als je
een trein mist, of een boot.
Kent u Eltvllle? Nooit van gehoord? Was
vroeger de zomerresidentie van de keurvor
sten van Mainz. Een juweeltje van een stad,
vol wijn en rozen. Hier heeft Gutihenberg ge
woond in het laatst van zijn leven. En
prachtige oude gebouwen! Maar er behoort
natuurlijk een geweldige durf toe om „zoo
maar" je reisroute te wijzigen, als je hoort
van een mooi plaatsje in de buurt. Ja, want
buiten die reisroute bestaat feitelijk geen
heil.
Maar dank zij die onpractische zwerfnei-
ging heb ik wonderlijke dingen beleefd, soms
vervelend, maar meestal zeer de moeite
waard. Of is het soms voor een bezadigd
tourist weggelegd, door Antwerpens haven
buurten te zwerven, op een zuiger terecht te
komen die boven een stelletje ontplofte gra
naten de modder weg moet zuigen en er op
één dag acht ontploft ophaalt? En
was het toen soms geen renzenvoldoening,
om daarna, toen het werk afgeloopen en de
sluis op tijd klaar kwam. op 'n gepavoi-
seerde sleepboot de plechtige inwijding van
de Kruisschanssluls door Z.M. koning Albert
bij te wonen? tin stilte don hemel dankend.
dat ik niet inn stukjes de lucht was ingevlo
gen!
Klimt u óók op alle torens? Hebt u wel eens
op een politiebureau gezeten in Budapest?
Weet u hoe het toegaat op een Italiaansch
telegraafkantoor? Hebt u wel eens meege
daan aan een Vkamsche betooging? Was u
in Dixmuiden? Wist u dat kok op een inter
nationalen trein een hondenbaantje is? Hebt
u wel eens Grieksche les gegeven aan een
Italiaan? Kent u het Praagsche ghetto? Weet
u dan ten slotte, hoe alles geregeld is in
zoo'n groot hotel, dat daar met z'n bespro
ken kamers op u wacht? Was u wel eens
kamermeisje?
Maar dat moet ik zeggen hiermee
dwaal ik leelljk af van het begrip reizen.
Want het is nu niet bepaald noodig dat alle
zomertourlsten dit jaar als schoenpoetser of
kok dienst gaan doen „om wat van de wereld
te zien". O neen. Maar wat meer avontuur,
wat meer fantasie en vooral wat meer in
schikkelijkheid en humor-In-tegenslag op
reis ja, dat konden we allemaal wel heb
ben!
Als u nu dezen zc-mer uw koffers verliest,
uw geld verspeelt in Monte Carlo, van een
berg valt, met de P.L.M. gaat reizen en ont
spoort, of in de „bouges" van Marseille
word't uitgeschudkomt u dan niet bij
mij reclameeren, want ik neem geen risico
op me!
L. S.
WAT EN HOE ONZE
VOOROUDERS ATEN.
Over de Middeleeuwen speciaal ga ik u
hieronder een en ander vertellen, en dan al
lereerst over „wat" er gegeten werd.
Zoo als nu nog in Engeland, besloeg het
vieesch een belangrijk -deel van het menu.
De landbouw was in de Middeleeuwen niet
zóó ontwikkeld, dat er ieder seizoen voldoen
de kans op een welgeslaagde oogst was; heel
vaak mislukte deze en was hongersnood (wat
groenten betreft) er het gevolg van. Daar er
echter altijd wilde dieren in overvloed waren
en bovendien iedere stad voor haar poorten
groote kudden vee liet grazen, werd vieesch
vanzelf het hoofd voedsel.
Wel werd er groente uit vreemde landen in
gevoerd, maar de primitieve verkeersmidde
len en veelvuldige oorlogen en oorlogjes,
maakten, dat deze aanvoer zeer onregel
matig geschiedde en voor den gemeenen man
veel te kostbaar was.
Dus vieesch; veelal aan het spit gebraden.
Hoenders (iedere buroht hield er een uitge
breide honderhof op na), patrijzen, fazanten,
en ook vogels die men nu niet meer op tafel
zal aantreffen: pauwen, ooievaars, kraan
vogels, reigers!
De ridders zetten hun gasten steeds als
hoofdschotel een geweldig stuk wildbraad
voor, terwijl dan het, gevogelte als bij
schotel" dienst deed. Ook visch werd veel
gegeten: zalm. karper, snoek, steur en vooral
veel haring. Ging een leger op marsch, dan
werd er ais proviand een flinke hoeveel
heid haring nagezonden! Kwam een hoog
personage in een stad aan, dan werd haar
visch aangeboden; de haring gold bovendien
als de eigenlijke vastenvisch, en op vasten
dagen werden er ongelooflijke hoeveelheden
van aangevoerd en verkocht.
Hijst was in de vroege Middeleeuwen to
taal onbekend, en aardappelen werden even
min gegeten. Het zou nog eeuwen duren eer
dit voor ons zoo onontbeerlijke voedingsmiddel
ln West-Europa zijn intree zou doen.
Toch doorkruisten de koopvaardijschepen
reeds de wereldzeeën en brachten allerlei
onbekende zaken mee, die weldra bij de ge
goeden ingeburgerd waren. Ik bedoel spe
cerijen als peper, saffraan, kaneel, muskaat
en komijn. Vieesch en visch werden sterk ge
kruid.
Dc thee echter was al evenmin bekend als
de koffie en de cacao. Het is vreemd dat
noch dc koopvaarders, noch de over land
huiswaarts koerende kruisridders deze gewas
sen hebben leeren kennen.
Al werden eT specerijen gebruikt (en wel in
veel grootere hoeveelheden dan tegenwoor
dig). toch heersch'te er een totale onwetend
heid omtrent de afkomst van die gekruide
zaken. Van de peper werd bijv. beweerd dat
hij a's een rietbosch groeide en dat dit bosch
verbrand moest worden, om dan uit de asch
de pereperkorrels te kunnen zoeken. Gember
en kaneel werden (luidt de sage) door de
Egyptenaren met netten uit den Nijl ge-
vischt, en zoo bestonden er nog meer won
derlijke veronderstellingen.
Bij wildbraad of visch. maakte men steeds
een scherpe saus, waar dan het vieesch in
werd gedompeld. Ook at men veel brood aan
tafel. Naast leder bord werd een stuk klaar
gelegd bij het dekken" van óe tafel. Denkt u
nu niet dat het onbeholpen grove stukken
waren, die bij een feestmaal gegeten werden;
sinds do twaalfde eeuw kende men „fijn"
brood uit tarwemeel en weldra wist men daar
den vorm van kleine broodjes aan te geven.
Krakelingen van brood zijn sinds de 15de
eeuw bekend.
Natuurlijk geldt dit alleen voor de hoogere
standen: de boeren bleven nog eeuwen lang
bij hun zwart brood uit gerste- en (haver
meel, hun gortepap en kool.
Pannekoeken bestonden ock al: en er zijn
nog allerlei recepten voor taarten overge
leverd, die ongetwijfeld erg goed gesmaakt
zullen hebben, al was over het algemeen het
Midde'.eeuwsche voedsel voor onze magen wel
wat erg zwaar.
Boter kwam weinig op tafel; wel kaas. even
als nu als dessert gebruikt.
En dan lijkt het wel wonderlijk, maar bij
al dit zware eten vieesch. scherpe sausen,
groote hoeveelheden visch, rijkelijk besproeid
met wijn of bier werd er toch veel fruit
gegeten. Alle nu bekende vruchten werden
toen ook ai genuttigd en granaatappels wa
ren een gezochte delicatesse.
Ik sprak zooevcn over bier en wijn. Sinds
dc 9de eeuw werd er bier uit hop bereid, ter
wijl vóór dien tijd gerstebier werd gedronken
Denkt u maar eens aan de schoolverhalen
over onze Germaansche voorvaderen. U zult
zich dan ook wel herinneren, dat men da'
bier warm dronk en er honig door mengde.
Mede. een honigdrank, was de dxar.k voor
de „betere standen". Wijn kwam pas later Ln
aanzien en was niet altijd even zoet, daar
-.-jen tot ln Noord-Dultschland wijn verbouw
de. Door het betrekkelijke gure klimaat viel
cle wijn vaak zóó zuur uit, dat men er honig
door deed om er een brulkbaren drank van te
maken
De rijken kenden echter reeds de zachte
Moezelwijnen.
Tot slot geef ik <u een menu, zooals ik
het epgeteekend vond ln Sach's „Deutsches
Leben in der Vergangenheit". Het werd ter
gelegenheid van de inwijding eener kerk aan
den bisschop voorgezet.
Elersoep met saffraan, gepeperde haring,
gerstebrij, schapenvleeach met uien, een ge
braden hoen met pruimen. Dit is schrikt u
niet het eerste gerecht. We gaan verder.
Stokvisch met olie en rozijnen-biel in olie
gebakken-gekookte aal met peper, gebraden
bokking met mosterd. Dit is het tweede ge
recht!
Gekookte visch, gebakken barbeel, klein
gevolgelte, in reuzel gebakken en met radijs
opgediend, zwijnsbout met augurken! Dit is
het derde en laatste gerecht.
Ik heb een geweldige respeot voor 's bis
scoops eetlust en nog meer voor zijn maag!
Een volgende keer oens iets over Jioe" er
gegeten wend.
L. S.
JOHANN GOTTLIEB FICHTE.
17621814.
In de periode na Kant., den tijd der roman
tiek, valt de wijsbegeerte van Flchte. Hon
derd zeventig jaar is het geleden, dat Johann
Gottlieb Fichte geboren werd. Met Schelling
en Heg el is hij de grootste denker van deze
periode na Kant, maar terwijl Schelling
veel discipelen maakte, Hegel een school
stichtte, die nu nog haar invloed gelden laat.
leidde de invloed van Fichte niet tot een
eigenlijke „school". Voor de opvoedkunde is
hij van zeer veel 'belang geweest, zijn leven
zelf was aan de opvoedkunde gewijd. Het
begon met de funötie van huisonderwijzer te
Zürich. Fichte was een zoon van onbemiddel
de ouders uit Rammenau in Oberlausitz
(Silezië), waar hij 19 Med 1762 geboren was.
Hij had het groote geluk opgemerkt te wor
den door een rijk man, een grondbezitter, die
hem een opvoeding kon waarborgen, zooais
zijn ouders niet. vermochten hom te gevean
Het toeval leidde tot deze belangrijke om
standigheid. Joha.nn Gottlieb bezat, een waar
talent om preeken te onthouden, en daardoor
werd hij opgemerkt. Hij werd mu in staat,
gesteld om t,e studeeren in Jena. en Lcipizg,
doch breed heeft hij het natuurlijk ook in zijn
studietijd niet gehad. Zoo ging hij naar
Zürich om onderwijs gevend in zijn brood
winning te voorzien en niet onbelangrijk is,
dat hij te Zürich den grootsten pae'dagoog
van alle tijden, den grondvester dor weten
schap der opvoedkunde Pesbaüozzi ontmoet
te.
Die ontmoeting 'kan niet zonder grooben
invloed gebleven zijn op Fichte. Hij was een
streng paedagoog, dat wil zeggen streng
voor de ouders. Hij bracht de ouders aan het
einde van. iedere week de door hen 'begane
fouten in de opvoedkunde onder het oog en
dat is voor ouders niet prettig. Het maakte
ex zijn positie niet beter op en bij zoo weinig
waardeering van goede bedoelingen vertrok de-
huisonderwijzer, wien men een groote mate
van moed en eerlijkheid niet on.bzeizgen kan,
naar Jena. Gelukkig was er in financieel op
zicht een ander uitzicht geopend: de nicht
van den dichter Klopstock werd zijn vrouw
en zij bezat een flink vermogen.
In Jena maakte Fichte kennis met Kant.
Nog niet met den Koningsberger wijsgeen-
persoon lijk, doch met zijn werken, met zijn
geest. Kant werd druk gelezen, Kant bracht-
nieuwe dingen, was voor velen de openbaring
der wijsbegeerte. Fichte koesterde den wensch
om Kant zelf te leeren kennen Op reis naar
Warschau, waar hij een nieuwe betrekking
als huisonderwijzer hoopte te vinden, diende
hij zich by Kant aan.
Hij bracht een introductie mee: „Proeve
eener critiek van alle openbaring", een werk,
dat hij in vijf weken geschreven had. De
introductie viel niet slecht uit. Kant was
levendig geïnteresseerd voor den schrijver en
bezorgde hem een uitgever. Aanvankelijk
werd het boekje voor een werk van Kant aan
gezien, want de uitgever liet den naam van
den schrijver weg. maar toen bekend werd.
wie de schrijver was, was deze ook in eens
beroemd.
Huisonderwijzer te Warschau behoefde hij
niet te blijven, hy verkreeg een benoeming
als hoogleeraax te Jena als opvolger van
Reinhold.
Doch ook hier stuitte een vrije geest als
Fichte op moeilijkheden. Hij bie'T d°s Zon
dags voordrachten, hetgeen niet naar den
wensch der geestelijkheid was en hij tracht-.e
op te treden tegen de uitspattingen der stu
denten in he.t corpsleven. Dat bezorgde hem
vijanden. Daarbij kwam, dat de Saksische re
geering een aanklacht tegen hem indiende
wegens atheïsme. Er ontstond een heftige
strijd uit, die eindigde met het ontslag van
den hoogleeraar. Goethe, die hier een stem
in het kapittel had, keurde dit ontslag goed.
Fichte vertrok nu nAar Berlijn, waai" men
hem meer op prijs stelde. De kringen der
litterair zoo zeer in aanzien staande roman
tici ontvingen hem gaarne, bij de gebroeders
Schlegel, bij Tieck en Schleiermacher vond
hij een goed onthaal.
Fich'e'? be/oerr: d?t? i-,;x de Toe
spraken tot de Duitsche Natie", zijn hier
gesproken ln het jaar 1803 zijn doei was 6t
wederopleving van het Duitsche land door
opvoed'ng en de .-•« r-den"
groot geweest. Te Berlijn werd hem opnieuw
een hoogleeraarsamb:. aangeboden ir. 1810
werd hij professor aan de Universiteit.
Hij vatte het plan op om ais veldprediker
mee te gaan in het leger bij den veld
tocht van 1813 tegen Napoleon, doch dit heeft
hij opgegeven. Zijn vrouw wijdde zich aan
de verpleging van gewonden in, den krijg.
Fichte zelf werd tenslotte hiervan het slacht
offer, hij liep een besmetting op en stierf
aan koortsen in 1814.
Men onderscheidt in zijn leven en zijn wer
ken min of meer twee perioden. Die van
vóór Berlijn en die van na zijn vestiging
aldaar, zou men ze kunnen noemen. De tweede
periode kan men ais een meer religie use aan
merken, ook is zijn belangstelling in politiek
dan verlevendigd.
Het wljsgeerig stelsel van Fichte is niet „in
een notedop" samen te vatten. Aan den
Staat kende hij een groote macht toe, het
huwelijk stelde hij zeer hoog, hij was een
vurig patriot en philo-germaan.
Hij was iemand, die de waarheid durfde
zeggen een oorspronkelijke geest, dat is
alleen al en dan uit het ongerijmde te
bewijzen door het feit, dat toen de reactie
tien jaar na zijn dood het hoofd opstak, zij
zijn werken verbood.
EEN GIF-ETER OEVERLEDEN.
De Yogi Narasingha Sifani is in het hospi
taal te Rangoon gestorven. Sifani, die bij de
medische faculteit als een wonder gold, kon
de meest doodelijke vergiften innemen, zon
der dat men daarvan ergens in of op zijn
lichaam nadeel kon bespeuren. Arsenicum,
zuren van allerlei aard, blauwzuur, strych
nine. glasscherven en zelfs de zoo gevreesde
bamboevezels richtten in zijn lichaam geen
schade aan. De Yogi liet zich echter over
halen een openbare séance te geven, en dat
zou zijn dood zijn. Onder zware vergiftigings
verschijnselen kwam hij in het ziekenhuis,
waar hij kort nu zijn opname stierf.
FIETSEN IS GEZOND.
Middel tegen vele kwalen.
Een organisatie van rijwielf abrikan ten in
Engeland heeft aan niet minder dan 1400
medici de vraag voorgelegd„Welken invloed
heeft naar uw meening het beoefenen der
rijwieisport op de gezondheid?"
Slechts twee bleken besliste tegenstanders
van het fietsen te zijn. Elf weigerden hun
meening kenbaar te maken en dne kozen
geen partij. Alle anderen zeiden niets dan
goed van de rijwieisport en beschouwden de
fiets als een uitstekend middel om den
mensch „fit" te houden.
Een dokter schreef: „In mijn jonge jaren
fietste ik eiken dag naar en van school, tel
kens een afstand van ongeveer vijf mijl en
ik betreur het, dat nu zooveel jongens en
meisjes liever in een bus kruipen. Zoo be
ginnen zij den dag met het inademen van
benzinedampen in plaats van frissche lucht".
Hier is de meening van een anderen ge
neesheer: ,Jk heb van mijn jeugd af gefietst
en ik geloof, dat ik nu veel gezonder zou zijn
als ik mij in latere jaren niet tot auto-rijden
had laten verlokken".
Verschillende medici, tot wie bovenstaande
vraag was gericht, schrijven fietsen nadruk
kelijk aan hun patiënten voor, in 't bijzonder
aan die, welke hinder hebben van een trage
spijsvertering, zenuwstoring of slapeloosheid,
of die neiging toonen tot zwaarlijvigheid.
Als een groot voordeel wordt het be
schouwd dat fietsen een sport is, die men ook
op gevorderden leeftijd kan blijven beoefe
nen.
UIT DE WERELD VAN DE FILM.
INGEWIKKELDE ADMINISTRATIE
VOOR EEN GELUIDSFILM.
Droeg Wallace Beery een das
Er zijn reeds verschillende films uitge
bracht die ons een blik achter de schermen
van de studio's gaven en men is verwonderd
hoeveel menschen er bij het opnemen van
een kleine scène tegenwoordig zijn. Toch heb
ben deze allemaal hun werk in verband met
de opnemingen tc doen. Alleen reeds voor
het maken van de benoodigde aanteekenin
gen zijn vier personen noodig.
Wij zullen dit met enkele voorbeelden ver
duidelijken:
Als de regisseur George Hill wil weten, wat
de juiste tekst was, die Wallace Beery zeide
in zijn zooveelrte scène van de film Min en
Bill, hoe hij daarbij gekleed was, of hij een
das droeg of een hemd zonder boord, wendt
hij zich tot de „script-girl". di« van iedere
scène notities maakt, en hem uit haar aan
teekeningen. onmiddellijk elke gewenschte
inlichting kan geven. Zij kan hem daarbij
ook zeggen hoever de camera en de microfoon
van den acteur verwijderd waren. De -script
girl" is dus de eerste, die gedurende de op
nemingen aanteekeningen maakt.
Wil de regisseur Clarence Brown een
scène van Greta Garbo in Romance nog eens
zien, dan zoekt zijn assistent in zijn aan
teekeningen en vindt daar het nummer en
opgave van de medespe'.enden in de scène.
Met deze gegevens kan de bedoelde scène
direct gevonden worden en binnen tien mi
nuten in een showroom zijn om gedraaid te
worden. De assistent-regisseur is dus nummer
twee die aanteekeningen maakt.
Ook de mixer in de geluids-cabine maakt
aanteekeningen over de scènes, die worden
opgenomen. Iedere scène geeft hij een num
mer, dat voor de microfoon afgeroepen wordt
en op een bord geschreven, door de camera's
gefotografeerd wordt. Dit is noodig. omdat
aan den hand van deze nummers later de
film samengesteld moet worden. Het Is n.l.
niet mogelijk een film op te nemen, zooals
deze later vertoond moet worden. In verband
met het bouwen van decors of het maken
van buitenopnemingen, is het mogelijk dat
bijv. de eerste en de laatste acte va neen film
gereed zijn en voor de rest van de film nog
geen enkele scène is opgenomen. De aan
teekeningen van de geluids-technici vormer,
de derde serie, die van de opnamen gemaak"
wordt.
En ten vierde wordt lederen dag voor
:dere f!"m een rappor: samengesteld van de
medespe'.enden waarbij vermeld wordt in
welke rol, voor welke scène en in welk cos-
tuum zy dien dag gewerkt hebben.
Vier menschen maken dus aanteekeningen
over de film en zenden iederen avond hun
raoporten op fortnu lieren in. Men heeft dus
een o veezicht, van verschillende kanten be
schouwd waardoor veel tijd en geld bespaard
wordt.
Men zal zich misschien afvragen, waarvoor
al deze rapporten noodzakelijk zijn, doch
men moet hierbij steeds in aanmerking nemen
dat de scènes in een andere volgorde opge
nomen worden, dan waarin zij vertoond wor
den. Ook dit zullen wij door een voorbeeld
duidelijk maken: In een kamer worden ach
tereenvolgens verschillende scènes voor Min
en Bill opgenomen. In een van deze scènes
verlaat Wallace Beery opgewonden de kamer.
Het is mogelijk, dat de scène, waarin men
Wallace Beery uit deze kamér in den gang
ziet komen, eerst eenige dagen later opgeno
men wordt. Het zou natuurlijk iedereen op
vallen, indien hij bijv. zonder das de kamer
verliet en met een das in den gang ver
scheen of een ander pak aanhad. Daarom
moeten, voor met het opnemen van een
scène begonnen wordt, de notities betreffende
andere scènes, die hiermede in verband
staan, bestudeerd worden.
Voor de montage van de film wordt uit
sluitend afgegaan op deze aanteekeningen
want degenen, die met deze montage belast
zijn, beschouwen een film als een serie ge
nummerde scènes, die op een lijst vermeld
zijn.
AUTOVERHUUR IN HOLLYWOOD.
Zes jaar geleden, toen Mrs. Wallace Reld
in Hollywood de productie van haar film
.Human Wreckage" ter hand nam, stelde zij
een zekere Joe Wilharbcr voor om zijn ele
gante race-auto aan haaT te verhuren, daar
zij in de film zulk een wagen noodig had. Zij
betaalde hem 25 dollars per dag, en bracht
hem bovendien op' een idee dat hem niemen
dal kostte.
Het resultaat van dat idee ia dat Wllhar-
ber tegenwoordig een uitgebreide zaak heeft
die zich uitsluitend bezighoudt met het ver
huren van auto's voor filmopnamen.
In de Paramount Studio's, waar Maurice
Chevalier en Jeannette MacDonald voor een
scène in „Een uur met jou" in een van
zijn ouderwetsche Renault taxi's rondtuften,
vertelde Wilharber een en ander over zijn
eigenaardige „business".
Mrs. Reid gebruikte zijn eerste auto vijf
tien dagen, wat hem 375 dollars opbracht.
Dat was voor haar veel goedkooper dan wan
neer zij een wagen had moeten koopen, en
Joe begreep dat ook anderen van dezelfde ge
legenheid gebruik zouden wenschen te
maken.
Op dien zelfden dag begon hij modellen,
die om allerlei redenen van het normale af
weken te verzamelen. Op het oogenblik heeft
hij er een en dex-tig. Zijn grootste schatten
zijn een buitengewoon luxueuze limousine,
die hem 24.000 dollars gekost heeft, en de
wagen die aan Rudolph Valentino toebe
hoord heeft: een Isotta Fraschini die bui
tengewoon rijk met gegraveerd zilver versierd
is.
Sommige wagens brengen hem 45 tot 75
dollars per dag op, en er zijn weken geweest
dat hij twintig wagens tegelijk verhuren kon.
Wilharber zelf heeft handen vol werk om
de sterren het besturen van zijn wagens te
leeren, en hij heeft een lijst van leerlingen
waar een bakvisch groen van jaloezie over
worden zou.
EEN FILMSTUDIO EN ZIJN SCENARIO
DEPARTEMENT.
Voorwaar een van de belangrijkste mis
schien de belangrijkste afdeeling van het
studio. Hier wordt al het voorbereidend werk
gedaan, hier staat vaak het wel en wee, het
slagen of vallen van een productie op het
spel!
Hoevelen wanen zich dichters of schrijvers
die er mijlen ver van verwijderd zijn, om
ook m^ir iets filmisch interessants te schep
pen.
En toch wordt elk geschreven stukje door
gelezen.
Een groote staf lezers zit dagelijks voor
dat doel in de leeszaal, daarvoor ingericht.
Ieder krijgt zijn deel van de collectie, die
gelijk een rljstenbrijberg doorgegeten moet
worden. Het spreekt vanzelf, dat de beoor
deeling niet alleen volgens de competentie
van het lezersgilde gaat. Hun werk bestaat
behalve uit lezen, uit classeeren: tooneelstuk-
ken, orgineele verhalen en internationale
vertalingen hebben elk hun eigen lezers.
Soms wordt er alleen een inhoud van een
eventueele film gezonden in. enkele woorden,
waaruit, als die goed is, de geheele film door
een der secenaristen wordt opgebouwd. Heeft
men een goed filmverhaal gevonden, dan
gaat het door het geheele departement en
kan iedere lezer en scenarioschrijver zijn
commentaar er bij voegen.
Gelijk een rollende steen zijn mos vergaart,
zoo wordt het verhaal gaandeweg gepolijst en
filmpasklaar gemaakt.
Soms is dan een verhaal zóó veranderd,
dat de schrijver het niet eens meer herkent.
De dialoog wordt dan gereed gemaakt,
verschillende fotografische bijzonderheden
komen er bij van pas, terwijl vaak een ge
heele intrige langs een andere lijn loopt, van
wege de veranderingen.
FILMKINDEREN BLIJVEN KINDEREN.
Niettegenstaande het feit. dat zij geld ver
dienen, en een heeleboel geld ook, zijn de
jeugdige filmacteurs van Hollywood in het
geheel geen over het paard getilde en ver
wende jonge rijkaards, zooals men hen vaak
voorstelt.
De kinderen van vele zakenmenschen ont
vangen een weekgeld waar Jackie Coogan,
Mlfczi Green en Jackie Searl van zouden
staan te kijken.
Verreweg het grootste deel van de salaris
sen dat de kinderen verdienen, wordt op een
bankrekening geplaatst, waarover zij eerst
kunnen beschikken als zij meerderjarig zijn.
Vier vijfde van Jackie Cooper's salaris is op
deze wijze vastgelegd.
Jackie Coogan ging dezen zomer verschei
dene weken kampeeren en kreeg ais zakgeld
acht dollar mee. Robert, zijn broertje, was
dolgelukkig toen zijn vader hem bij den
aanvang van zijn nieuwe film, ,vSooky" ver
telde, dat zijn weekgeld verhoogd was tot
twee dollar. Iedere cent die Jackie Searl ver
dient, wordt gespaard voor als hij groot is,
behalve vijf dollars die hij krijgt bij het be
gin van iedere film. Zijn vader Ls, r.a het
succes dat zijn zoon geoogst heeft in de Para
mountf'lms „Skippy", „Tom Sawyer" en
.Konir.kje Spelen", volstrekt niet in een
groote villa gaan wonen. Hij is een eenvoudig
petroleumarbeider, die al Jackie's onkosten
uit zijn eigen loon betaalt. De familie woont
nog in hetzelfde onaanzienlijke huisje in een
der voorsteden: vader rijdt in een Ford. de
eenige wagen van de Searls. naar zijn werk
en moeder gaat met Jackie in de tram naar
het Paramount studio.