RIVIERA.
Hoe het eens was. HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. Hoe het geworden is.
Jansstraat—Korte Jansstraat.
De teekenlng van de Janspoort dateert van
1650. De vesting was toen nog klein. De stad
breidde zich uit, zoodat het noodig werd de
versterking aan den Noordkant te ver
plaatsen tot de Schoter- en Kloppersingel.
De Janspoort kon toen worden afgebroken.
Zij stond op de plaats waar nu de Korte
Jansstraat in de Jansstraat komt.
voortdurend laaiende licht liggen achter
ons. Het gaat er zomer worden, de hitte
vaat er schroeien en alleen zij die er hoorer
kijken den zwerm vluchtende, verwend
vreemdelingen na, en lachen stil. Hun lane
wordt weer hun eigendom. Want zij zeggen
het allen: ook de zomer, vooral de zomer, is
aan de Riviera schoon, als de zonnestralen
zich te pletter slaan tegen het harde gra
niet van de rotsen en de vonken van de bot
sing den ganschen dag lang door de lucht
spatten.
De vreemdelingen vluchten, de dwazen!
Aan ons nu het land!
WILLY VAN DER TAK
SJALJAPIN EN DE RADIO.
LANGS DE STRAAT.
Vertrek.
Half zeven 's avonds. De Batavier n ligt
onder stoom. De avondzon schittert op het
water en fonkelt in het blinkend-gepoetste
koper en het smetteloos gewreven spiegel
glas van brug en promenadedek. Wat late
sleepbootjes schieten bedrijvig af en aan;
wijd en rustig ligt de rivier en de wonder
lijke kranen en laadbruggen, de stoompijpen
en de laadmasten steken fijntjes af tegen de
lucht.
Aan de kade wordt koortsachtig gewerkt.
Vóór en achter zwaaien de vrachten lading
aan boord. Wagens en vrachtauto's rijden
voortdurend af en aan. En daar gaat al dat
zomersche goedje aan boord: tomaten en
uien, jonge sla en worteltjes, en de heele
boot, de heele kade ruikt er naar. Langs
gladde planken schuift het eene kistje na
het andere het ruim in: de groote kraan
werkt bovendien nog mee en zoo groeit lang
zaam de ruimte dicht.
De roerganger is al op zijn post en kijkt,
flegmatiek kauwend, uit over de wijde Maas.
De commandobrug is nog verlaten, want de
kapitein rent bedrijvig van en aan boord en
spreekt met tien menschen tegelijk, passa
giers, scheepsvolk, walpersoneel. De „stuwa
door" is overal en fiergens, duikt op vijf
plaatsen tegelijk op in zijn fladderende gele
stofjas en spoort steeds meer tot voortmaken
aan. Want er rijden nog altijd auto's voor en
het loopt tegen kwart vóór!
Nu komen dc passagiers aan boord; laco
nieke Engelsche zakenlieden, die zich onmid
dellijk met de Daily Mail in een hoekje zet
ten en geen seconde tijd hebben voor het
prachtige riviergezicht; een paar meisjes,
door eenige dikke en onhandige familieleden
weggebracht: touristen die. ijverig de boot
kieken en vele, kleurig-beplakte koffers mee
brengen. De bedienden zijn nu druk in de
weer, de hutten worden in beslag genomen
en overal wordt geroepen in Hollandsch en
Engelsch. In de pantry begint de kok al
zingend aan de koffie en de waaier-ventila
tor en suizen rustig in de zoldering van di
ning-room en lounge. De klok wijst tien vóór
zeven. Een kantoorheertje brengt de trom
mel met papleren aan boord.
Er gaat een gong: ieder niet-passagier
van boord. Dikke tantes versperren de door
gang en nemen op nauwe hoeken langdurig
afscheid van de nichtjes, als gingen deze
een tocht van twintig jaar ondernemen. De
kranen zwaaien nog steeds groenten aan.
Matrozen staan klaar om het ruim te dek
ken. De kapitein begeeft zich nu ook aan
boord, de eerste stuurman deelt vóór nog
gauw oen reprimande uit en drukt een paar
kennissen de hand: „goeie overtocht, stuur".
Nu rijdt de laatste leege wagen heen; de
stuwadoor stormt alweer rond met een zak
boekje en begint te vergelijken met een an
deren meneer, ook met een zakboekje. En
twee matrozen gooien het ruim dicht.
De loopplank wordt ingehaald. Aan den
wal trekken de tantes alvast haar zakdoeken.
De witte pet van den kapitein duikt nu op
de brug op. Er worden kabels losgemaakt,
tot tenslotte nog één de boot aan den wal
houdt. En dan juist zeven uur is het
dan blaast de kapitein op z'n fluitje, achter
wordt het sein herhaald door een buiten
boord-bungelend manspersooon en de Bata
vier komt los.
Nu verschijnt de korte, gedrongen figuur
van den loods óók op de commandobrug.
Een bediende brengt koppen thee en koffie
rond. en men maakt het zich gemakkelijk
aan boord.
Langzaam glijdt de boot heen in den zon-
nigen avond. Tot hij om den hoek verdwijnt
en er weer niets te zien is dan het verre
oever-silhouet met kranen en masten.
Zij. die de boot op tijd weghielpen, blijven
nog na-controleeren cn vergelijken met al
lerhande paperassen. Knechts vegen de kade
aan.
„Als ze nou maar direct schrijven!" zegt de
eene tante tegen de andere
L. S.
PAARDEN MET PENSIOEN.
Hoe oud kan een paard worden? De vraag
is opgeworpen naar aanleiding van de open
bare begrafenis van oen paard, dat op drie-
en-veertig jarigen leeftijd in Amerika ge
storven is. Dit werd als een record be
schouwd.
Maar ofschoon het geval merkwaardig was,
Is het geen record. In Lingfield (Engeland)
wordt een merrie van 44 jaar onderhouden
„in ruste". Zij schijnt een volmaakte gezond
heid te genieten.
Old Billy, die booten sleepte, werd 61 jaar
Pas korten tijd voor zijn dood is hij op pen
sioen gesteld
Sommige dieren kunnen verwonderlijk oud
worden. Men zou zich bijv. een bot van 21
Jaar moeilijk kunnen voorstellen. En toch is
zoo'n visch onlangs gevangen met het tee-
ken nog gemerkt, da: een wetenschappelijke
expeditie in Juni 1913 aangebracht had. toen
de bot misschien twee jaar oud was.
in de Jansstraat komt.
UIT DE WERELD VAN DE FILM.
EEN „PREMIèRE" IS GEEN PREMIèRE.
Bij de wereldpremière wordt een film niet
voor de eerste maal vertoond. Afgezien van
het aantal malen dat iedere opneming afge-
draaic" wordt onmiddellijk na het afdrukken
en ontwikkelen, wordt de complete film ge
middeld veertig keer In de studio's vertoond
voor het publiek er iets van te zien krijgt.
Na de eerste montage van de losse opne
mingen wordt de film nog een groot aantal
malen vertoond voor regisseur, productielei
der en de voornaamste medewerkenden,
waarbij tevens kleine veranderingen worden
aangebracht. Zijn dc makers eindelijk te.re
den, dan gaat de film naar een afgelegen
plaats om in een klein theater voor het ge
wone publiek te loopen. Uit de reactie van
de toeschouwers op bepaalde scènes krijgt
men dikwijls aanwijzingen om nog een laat
ste verandering aan te brengen voor de eigen
lijke prémière plaats vindt.
DETAILS VOOR „MENSCHEN IN HET
HOTEL".
Gedurende de verfilming van Vicki Baum's
bekenden roman en tooneelstuk „Menschen
in het hotel" heeft de inlichtingendienst van
Metro-Goldwyn-Mayer honderden vragen
moeten beantwoorden.
Een van de eerste moeilijkheden was de
juiste manier om een Louisiana-flip te be
reiden. Dit mengsel bleek een belangrijke rol
in een bar-scène te spelen en moest voor de
camera vakkundig bereid worden. In een
Berlijnsch.„mix-boek" vond men, dat deze
flip bestaat uit het wit van een ei. Kirsch--
wasser, oranjebloesem, citroen-sap en suiker.
Voor de décors werden o.a. inlichtingen
gevraagd over de verschillende diensten in
een Berlijnsch hotel: Reisbureau, bloemen
kiosk, portiersloge, liften, telefoon-cellen,
reclame-borden en -biljetten, leestafels enz.
Een groot aantal flesschen, wijnkaarten,
menues, telefoongidsen, dag- en weekbladen
heeft men uit Berlijn laten komen.
„Wat voor muziek speelt een dans-orkest
in een modern Duitsch hotel?" werd ge
vraagd.
„Hoe wordt het brood 's morgens bezorgd?"
„Hoe gaan de Berlijnsche meisjes gekleed?"
„Dragen de Duitschers slappe of bol
hoeden?"
Naar schatting heeft de inlichtingendienst
ongeveer achthonderd vragen beantwoord.
De nieuwste uitgaven van alle dag-, week
en maandbladen die in Berlijn verkocht wor
den, zijn naar Hollywood verzonden om ge
bruikt te worden voor de scènes van de film
„Menschen in het Hotel".
Voor het eerst sinds jaren zullen bij de
décors ook plafonds gebouwd worden. Als
regel worden, in verband met de belichting,
de filmdecors boven open gehouden en is
de opnemingsgrens de hoogte, waar de pla
fonds verondersteld worden.
Voor „Menschen in het hotel" za 1 cLe regis
seur Edmund Goulding verschillende opne
mingen maken met camera's, die omhoog
gericht zijn en daarom zal het groote décor,
waar de handeling zich- in hoofdzaak af
speelt, de hall van een modem hotel, met
een plafond bedekt worden. Voor deze op
neming zijn verschillende technische moei
lijkheden op te lossen o.a. wordt een camera
geplaatst op een kraan met een platform,
om verschillende personen, die zich in de
hall bewegen, voortdurend te kunnen volgen.
Waar nu de Korte Jansstraat
ANNA STEN NAAR
HOLLYWOOD.
Mededingster van
Garbo en Dietrich
De Janspoort.
Tusschen Nice en Marseille.
Wie er langs de Rivierakust naar het Oos
ten reist, van Marseille met zijn lawaaiige
havensfeer af tot aan San Remo, dat voorbij
Bordighera onder zijn palmen ligt te droo-
men, en dat al volmaakt Italiaansch en kleu
rig en vuil is, ziet de geweldige rotsen van
de diverse bergruggen op zich af komen, tot
zij vanaf Nice bijna geen ruimte meer over
laten voor zijn klein speelgoedtreintje en zijn
eigen nietig persoontje, dat bevreesd in el
kaar duikt onder de grijze dreiging van die
geweldige, barre steenmassa's. Eerst is het
de keten van den Esterel, romantisch en
wild. waarin nog de woeste geest, een beetje
verzacht door de vert-eederde legenden, die
de bevolking langzamerhand om zijn esca
pades heen Is gaan spinnen, rondzwerft van
den boozen struikroover Gaspard de Besse,
en van achter lederen boom loert op den
een beetje al te ontvankelijken twintigsten
eeuwschen reiziger, die pas van een praat
grage waardin een gul exposé heeft gekregen
van de ondernemingen van dat ruige heer
schap. Vervolgens zijn het de Maures, en
daarna, al dichter zich naar zee dringend,
de eerste voorloopers van de Alpen bij Gras-
se en bij Digne, die de vruchtbare vlakte aan
hun voet maakten tot een uitgelezen beschut
oord voor de bloemencultuur, die daar se
dert 1870 steeds In omvang cn populariteit
toeneemt, en eigenlijk gegrondvest werd
door den dichter Alphonse Karr. Ten slotte
zijn het de geweldige brokken van dc Alpes
Maritimes zelf, die dc steden Beaulléu en
Menton, en vooral Monte Carlo dwongen een
toevlucht te zoeken op hun eigen onderste
hellingen, en den menschen, nietige kleine
duivels, noodzaakte den strijd met de on
vermurwbaarheid van den keiharden steen
aan te binden, en zich er hun huizen half
in uit te graven, en er hun wegen brutaal
weg dwars door en over te leggen.
Maar wie er van den anderen kant komt,
dien treft plotseling na dat weken lang eer
biedig en geïntimideerd opkijken naar die
dreigende steenmassa's, do voorbij Nice
steeds sterker wordende aftocht van die
bergen, die zich ten slotte heel in dc verte
nog maar een beetje bleu in hun blauwe
nevelen hullen, en steeds meer ruimte over
laten voor de lieflijke, zonnige vredigheid
van de steeds breeder wordende kustvlakte.
Het is het eerste van alles Cagnes, dat daar
gebruik van maakt: Cagnes sur mer en het
hooger gelegen Cagnes met zijn chateau
meer het binnenland in. Het ligt er, te mid
den van zijn sappige, warmgroene heuvels,
waarop de ronde kronen van een oneindig
aantal alleen staande boomen hun lokkende
schaduwen werpen in den gelen gloed van
den zonnigen dag. als een sprookje van blij
heid en licht, en een schildersoord bij uit
nemendheld met zijn duizenden hoeken cn
gaten, waar de volmaakte schoonheid hoog
tij viert en de eerste gast op het. feest het-
verrukkelijke zonlicht van de Middellandsehc
zee is. Renoir sloeg er het liefst van alle
oorden in de wereld zijn tenten op, Rodin
en Claude Monet, nu dc schilder van het da
verende licht en de Juichende kleuren, kwa
men er jaar in. Jaar uit weer terug, omdat
ze er hun hart nu eenmaal achtergelaten
hadden.
Maar men laat ten slotte ook Cagnes cn
het dieper in het land gelegen Vence, waar
in het eenzame en in kille trots zich van de
wereld afzonderende kasteel een Amerikaan-
sche millionnaire zich heeft gevestigd, achter
zich: men passeert het strand-in-aanlcg van
het minuscule plaatsje Biot, dat de faam
van Juan les Pins naar het hoofd gestegen
is. cn zich in het hoofd gehaald heeft, dat
ook de naam Biot over luttele jaren een
klank zal hebben, die menschen in zoete
herinnering en zuchtend verlangen hun
oogen zal doen sluiten alleen op het hooren
van de klank ervan; men komt- eindelijk
terecht in Antibes, het oude Antipolls, even
knie van Nice en met een minstens zoo roem
ruchte geschiedenis. Als kolonie van Mar
seille in de zesde eeuw voor Christus ge
sticht, maakte het door de komende eeuwen
alle ups en downs mee van de stadjes aan
de Riviera, werd belaagd door de Saxaccnen.
riep zichzelf tot koninkrijk uit, viel in han
den van de Genuaansche familie Grimaldi.
die de halve Riviera beheerscht heeft, en is
nuAntibes, dat droomt van verleden
grootheid en de vreemdelingen niet zetten
kan. die zün schilderachtige straten hun
sfeer en hun waardigln d ontnemen niet
hun oneerbiedige onverschilligheid cn hun
idee, d t zij de voornaamsten zijn.
En na AntibesDoor het donkere war
ms groen van dc pijnboomen. wier naalden
één voor één UJnscherp afgeteekend staan
tegen den bijna altijd blauwen hemel, langs
de" schubbige, donkerbruir s, sierlijk gebogen
stammen, schemert het sprookjes-blauw var.
de lokkende zee. Een handjevol hulzen en
hotels, de pijnboomen, het strand en de zee
en men heeft Juan les Plns, het roemruchte
oord, waar het eenige kleedingstuk dat ge
respecteerd wordt, de strandpyjama, en de
eenige eigenschap, die getolereerd wordt, lui
heid, en dc eenige huidkleur, die geaccepteerd
.wordt-, die des negers is. Of men dik of dun
of mooi of leelijk is, in Juan les Pins hult
men Zich in zwempak of strandpyjama, die
zoo min mogelijk bedekt. Of men energiek,
of ijverig, of wars van niets doen of over
loopend van levenslust is, in Juan les Pins
huurt men op het strand een dekstoel, legt
er zich in, sluit de oogen, en doet den gan
schen lieven dag niets. Of men blank of rose
of beige van teint is, in Juan les Pins stelt
men zich zooveel mogelijk bloot aan de zon,
smeert zich om het kwartier in met een vet
tige, glimmende, onsmakelijke laag olijfolie,
en mocht men eventueel des avonds een
beetje bladderen als een plafond, waar men
laag na laag van af peuteren kan, men zet
met niet versagenden moed het proces den
volgenden dag voort. Men ziet in Juan les
Pins armen en beenen en gezichten, die
men veronderstelt toe te schrijven aan ne
gers, niettemin behooren er bij die bruine
massa maar al t dikwijls hel-blauwe oogen
en verschoten, vlassige blonde haren. Men
ziet in Juan les Pins dikke, vleezige, grieze
lig, kreeftlg rood verbrande Duitsche ruggen,
waarvan men zich met een huivering om
zooveel lijden en in schrijnend medelijden
afwendt. Niettemin het wordt met opge
wektheid gedragen, alles om de wille van de
lieve mode, die wil, dat men naar Juan les
Pins, droomstad achter de beschuttende
Gap Antibes gaat, en daar de kostelijke na-
tuu bederft door er zooveel als maar eenlgs-
zin.s mogeli,jk is terug te keeren tot, den na
tuurstaat, die helaas gewoonlijk, als hij voor
dc heeren komt, maar al te duidelijk toont,
dat het menschelijk geslacht een zwaar ver
worden geslacht is. De natuurstaat ligt ons
niet meer. We hebben kleeren noodig, die
veel verbergen en alles verbloemen. En we
detoneeren bij de natuur.
Van Juan les Pins gaat het naar Cannes,
blank, stAig en duur achter de Lerin eilan
den, cn verder nog naar Saint Raphael met
zijn roode rotsen, waar bizar de blauwgroene
zee tegen aan spoelt, Saint Trope, kunste
naarskolonie, waar één of twee boerenzak-
doeken, schilderachtig om het lichaam ge
speld en kleurige kettingen met kralen, zoo
groot als okkernoten, belangrijke kleeding-
bestanddeelen uitmaken, naar Hyères, stad
van de welriekende viooltjes en de oude
vrouwtjes, die ze te koop aanbieden met flee-
mende stemmetjes en pientere commercieele
oogjes, geposteerd onder een oud poortje of
op een straathoek, waar de verzakte huizen
haar juist het décor geven, dat ze weten
noodig te hebben in de oogen van op schil
derachtigheid jagende vreemdelingen.
En na Hyères is het uit. Men vindt er aan
de kust nog Toulon, stad waar lederen dag
een rel is, dank zij de leut van de Fransche
Jantjes met hun flatteuze baretten met roo-
den pompoen, cn Marseille, maar de Riviera,
dc zon. de zomer in het voorjaar, de zorge
loosheid, de vreugde van dat leven in het
SJaljapin gaf na afloop van een concert te
Praag aan eenige Tsjechische interviewers
een paar merkwaardige mededeelingen om
trent zijn radio-omroep.
Hij zei o.a.: „Men wil, dat ik voor niets voor
de microfoon zing; dat zou een groote re
clame voor mij zijn. Ik heb echter geen re
clame noodig, maar honorarium. Men zegt,
dat ik een dure kunstenaar ben. Dit moet
zoo zijn; een kunstenaar van mijn naam
heeft te groote uitgaven, tegen zijn wil. Pi
casso liet zich door een Amerikaansche voor
het onderteekenen van een fotografie 100.000
francs betalen; ik onderteeken mijn foto's
voor niets."
VAN EEN OPLICHTER
EN EEN PAARLEN DASSPELD.
Hoe een berucht oplichter in Hollywood
eens meer dan tienduizend dollar in de
wacht sleepte op een buitengewoon sluwe
wijze, daarvan vertelt de bekende filmac
teur Percy Marmont in Tit Bits.
Op zekeren dag loopt de man een juwe
lierszaak binnen en koopt een paarlen das
speld van tweeduizend dollar, voor welk be
drag hij een cheque uitschrijft. Onmiddellijk
begeeft hij zich naar zijn hotel, en geeft
zijn knecht last de koffers te pakken om
onmiddellijk naar New York te kunnen ver
trekken.
Dan vraagt hij de rekening, die zestig
dollar beloopt en die hijniet beta
len kan.
„Ik heb het geld niet bij me en inder
haast moet ik vertrekken," zegt hij tot den
chef. ..Wilt U mij vijftig dollar leenen m on
derpand voor déze speld?" En overhandigt
het pas gekochte sieraad,
„Het is een echte parel, zoo juist gekocht
bij - O'Halloran. Daar kunt U informeeren.
Meld1" me dan even den uitslag daarvan, ik
ben op mijn kamer."
De chef overpeinst de zaak. Hier is een
man, die 50 dollar leenen wil, terwijl hij nog
geen kwartier geleden een cheque van 2000
dollar heeft uitgeschreven? Daar zit Iets an
ders achter. En hij telefoneert.
Tien minuten later halen eenige politie
mannen den kooper met de woorden: „O,
ben jij het, Smoky! Dacht je werkelijk hier
zoo van af te komen?"
Een poosje later was Smoky opgeborgen in
een cel. Den volgenden was hij echter weer
vrij en streek meer dan tienduizend dollar
op van den juwelier wegens valschelijk be
schuldigen en in arrest stellen.
Want wat was het geval? Smoky had het
geld, had de 2000 dollar wel degelijk op de
bank. Maar hij wist drommels goed. dat
zoodra de juwelier hoorde, dat Smoky 50
dollar wilde leenen op de speld, hij onmid
dellijk zou denken, dat het geen zuivere
koffie was en zonder nadere informaties, de
politie ervan in kennis stellen- Deze laatste
kende Smoky maar al te goed en zou hom
dus wel arresteeren. Wat Smoky's bedoeling
was!
Voor een flinke schadevergoeding wilde
hij wel een dag zitten!
vestingstad Kiistrin, icier bouwwerken een machtig stuk gcsciedenis van het oude
Brandenburg uitmaken, bestaat 700 jaar.
BovenDc Oder met de wallen der stad. Beneden: het Küstrin.
Anna Sten, de Duitsche filmactrice, die in
Rusland geboren en van Zweeische afkomst
is. heeft de Ufa verlaten en is naar Hodly-
wood vertrokken
waar zij onder 'n ge
meenschappelijk con
tract voor Joseph M.
Schenck en Samuel
Goldvvyn zal werken,
meldt het Nieuws v.
d. Dag. Zij trad o.a.
op in Heerscher der
Duisternis, met Emil
Jannings en in
Bommen oo M:nte-
Carlo met Hans Al-
bers. In de Ameri
kaansche bladen
wordt zij beschre
ven als de meest-
talentvolle actrice
bet Europeesc'ne witte doek en als een
ernstige mededingster beschouwd van Greta
Garbo en Mariene Dietrich.
ANNA STEN.