STA TEN- GENERAAL. Het wetsontwerp-Wijnkoop verworpen. ONTBOEZEMINGEN van een Optimist. HAARLEM'S DACBLAD TWEEDE BLAD ZATERDAG 4 JUNI 1932 TWEEDE KAMER. De interpellatie-Cramer later aan de orde. Vijf moties over werkgevers en sociale lasten. Zal er verliditing komen voor kleine werkgevers? 3 Juni. De heer Cramer heeft zijn gisteren aan gevraagde interpellatie over den derden kruiserbouw niet toegestaan gekregen. De reden waarom, is tevens bewijs, dat hij tóch spoedig over het onderwerp spreken kan. Spoedig komt er een suppletoire Indische begrooting in behandeling en de voorzitter meende, dat hij daarbij zeer wel zijn vragen kan uitspreken, te meer daar de minister van Defensie hem medegedeeld had tot gun ning niet te zullen overgaan vóór die sup pletoire begrooting behandeld was. Het viel den heer Cramer toen heel ge makkelijk zijn verzoek terug te nemen. De heer Wijnkoop heeft, evenals gisteren de heer Visser, zonder dat daarover veel was gezegd, zijn initiatief-ontwerpdat de werkloozen wilde te hulp komen zóó, dat ze het veel en veel beter zouden hebben dan vóór de crisis als niet-werkloozen, heel in den breede verdedigd. Nieuws zei hij niet en aardige momentjes waren er al evenmin. Toen art. 1 met 66—2 stemmen verworpen was. werd het heele initiatief-ontwerp maar ingetrokken. Het verdere gedeelte van den middag was al evenmin rijk aan emoties, zij het wel aan moties. De motie-Duijs werd behandeld, de motie, welke de werkgevers met minder dan f 1500 inkomen, wilde vrijstellen van de lasten der sociale verzekering. Met den heer Duijs hebben zes sprekers het woord gevoerd. Vijf dezer heeren hadden een motie bewijs te over, dat er groot meeningsverschil is over de wijze, waarop de kleine bedrijfsleiders, welke door den nood der tijden getroffen zijn, kunnen tegemoet gekomen worden in de lasten van de sociale verzekering. De heer Duijs achtte zijn motie zeer noo- dig en de uitvoering ook mogelijk. Uit den inhoud daarvan zou men tot de gedachte kunnen komen. dat. hij dus de werkgevers met minder dan f 1500 inkomen uit de staats kas wilde te hulp komen, door de premies niet te doen innen. Uit de verdediging echter bleek dat Mr. Duijs de lasten welke niet zou den worden opgelegd, mede verdeelen over de andere werkgevers, bij de sociale verze kering betrokken, De heer Braat was t daarmede heeleinaal niet eens. Hij zag de grens wel heel wille keurig getrokken Waarom f 1500 en geen f 1600 b.v.? Neen. de heer Braat wilde veel en veel verder gaan. Het bleek uit zijn motie, welke alle sociale lasten, alle, geen uitgezon derd. de lasten zoowel voor de werkgevers als die voor de werknemers, door den staat wilde doen dragen voorloopig. De heer Kersten ging nog weer verder. Zoowel op gemoedsbezwaren als op de fi- nancieele onmogelijkheid voor de landelijke bedrijven, deed hij zijn motie rusten welke aangenomen, heel de sociale verzekering zou opheffen. Gematigder weer bleek de heer Weitkamp. Na een schildering van het moeilijke boeren leven deed hij het voorstel den werkgevers, die de verzekeringslasten niet kunnen af wentelen, noch deze zelf kunnen opbrengen, te steunen uit een speciaal daarvoor te vor men toeslag- of suppletiefonds. De opbrengst der premiën meende hij was hoog ge noeg, om zonder moeite, daartoe te kunnen overgaan. Ten slotte heeft de heer Dr. Vos ook een uitspraak van de Kamer gevraagd. Maar deze motie besloeg zulk een ruim gebied, dat ze niet bij de motie-Duijs besproken kon worden en daarom dan ook tot later datum werd uitgesteld. De uitspraak vroeg de inva liditeitsverzekering en die voor weduwen en wezen collectief op te zetten en voorts voor ouden van dagen staatspensioen in te voeren. De discussies worden Dinsdag voortgezet. EERSTE KAMER. De Crisispachtwet Ebels aangenomen. De Senaat heeft in een zeer waardeerende stemming de Crisispachtwet-Ebels aangeno men. Hoofdelijke stemming was niet noodig: er was algemeene vriendelijkheid. De heeren Ebels en Oud op de gereserveerde tribune zaten nog drie leden van de V -D.-Kamer fractie behoefden zich niet al te veel in te spannen om de Kamer aan hunne zijde te brengen. Bovendien hebben zij het ont werp op zeer gelukkige wijze verdedigd. Daarvoor alle lof! Het ontwerp was noodig, om onwillige ver pachters te dwingen. De heer Pollema. die naar het woord van mr. Oud het meest critisch stond tegen over het ont-werp vreesde, dat de over heid met het aanvaarden van de wet één groepsbelang diende, (dat der pachters) te genover dat van een andere groep (de ver pachters). waaronder ook vele niet-gefortu- neerce. kleine grondbezitters zijn. De heer Pollema zei. dat de preferentie voor het be talen van de pacht al een recht was. dat nog uit den Romeinschen tijd. uit het Romein- sche recht, stamde en de bedoeling had het grondbezit als zoodanig te beschermen. Mr. Oud echter voerde tegen dit betoog eenige steekhoudende argumenten aan welke ook reeds door Mr. Slmgenberg waren geopperd. Allereerst dient de overheid. o:k wanneer ze een bepaalde volksgroep schade moet, toe brengen, geen groepsbelangen, maar het al gemeen belang. Dat algemeen belang moet in het oog gehouden worden, ook bij de Cri sispachtwet. Vandaar dat rechterlijke colleges wei-den ingeschakeld. Rechterlijke colleges bovendien zei Mr. Oud die met alle om standigheden hebben rekening te houden, die dus niet den plicht hebben tot verlaging over te gaan. maar die alle omstandigheden van pachter èn verpachter hebben in oogen- schouw te nemen. De heeren Van Sasse van IJsselt. Dobbel- man. Michiels van Kessenich. Slingenberg zij allen verdedigden het ontwerp met een beroep op den nood der tijden: de verpach ter mag.,deelen in de kwade gevolgen van de crisis." Die behoeven niet alleen op den pachter te rusten. Natuurlijk kwam in den Senaat ook het verworpen ontwerp-Pachl.wet ter sprake. De s.-d. Rugge geloofde, dat de tegen standers van die oude Pachtwet de crisis pachtwet-Ebels aanvaarden in de hoop, daarmede van die pachtwet af te zijn. Prof. Diepenhorst kwam daartegen op: de tegen standers voor de oude Pachtwet wilden die wet wél, wanneer er maar geen continuatie- recht in was voorgekomen. De heer Oud kwam overigens zelf nadrukkelijk verklaren, dat de crisispachtwet niets te maken heeft met de oorspronkelijke Pachtwet: niets. Over cenig verband wilde hij zelfs niet spreken. De heer Dobbelman heeft uiteengezet, dat de nood der boeren geen gevolg is van het verwerpen der Pachtwet, maar van dé ver keerde handelspolitiek der regeering Eenige pract.ijk-opmerkingen werden nog gemaakt, maar die zijn verwezen naar de rechtzaal. De Senaat heeft niet zonder instemming over de tusschenkomst gesproken van den minister van Justitie bij de behandeling der crisispachtwet-Ebels. De Senaat komt Woensdag weer bijeen voor het bespreken van den steun aan melk veehouders. INTIMUS. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct». per regel. HAARLEMSCHE ORKESTVEREENIGING. Programma van het Volksconcert in den Hout op Zondag 5 Juni 1932 onder leiding van Marinus Adam. 1. Ouverture „Orpheus in der Unterwelt" Offenbach. 2. Fantasie ((Lakmé" Delibes. 3. Künstlerleben (wals) - Joh. Strauss. 4. Fantasie „Carmen" Bizet. 5. Ouverture .Mignon" Thomas. 6. Twee Hongaarsche dansen Brahms. 7. Ballet ..Coppelia" Delibes. „HERMES" De afdeeling Haarlem van de Nederland- sche vereeniging van Vertegenwoordigers van Handelaren en Industrieelen „Hermes" hield Donderdagavond een ledenvergadering. De voorzitter, de heer A. N. Zonneveld, be tuigde zijn vreugde over de buitengewoon groote opkomst. Door een plotselingen dood is. zoo zei de voorzitter, ontrukt geworden aan de zijnen, de heer M. Poldermans. oprichter en bestuur der van „Eendracht", welke vereeniging acht jaar geleden in „Hermes" samenvloeide, van de afdeeling Haarlem was de heer Pol dermans eenige jaren secretaris. De organi satie heeft veel aan hem te danken. Hij zal in aller geest blijven voortleven als de pionier van de oude garde, die de basis legde voor de organisatie der jongeren. Deze rede van den voorzitter werd door dc ver gadering staande aangehoord. Eenige nieuwe leden werden geïnstalleerd met genoegen werd geconstateerd, dat de afdeeling sedert de verkiezing van de nieuwe propagandacommissie, aanmerkelijk in le dental is toegenomen. De afgevaardigden ter jaarlijksche alge meene vergadering brachten een rapport uit, waaruit o.a. bleek dat de contributie ver hoogd is geworden en thans f 1.70 per maand bedraagt, alsook dat de Pensioen Raad offi cieel benoemd is, waarmede het Pensioen fonds tot stand is gekomen. Een commissie werd benoemd tot bestudeering van het vraagstuk colporteurs. De afdeeling Haar lem zag leden gekozen in het Algemeen Be stuur, den Pensioen Raad, de Commisie van colporteurs, de Commissie voor abonnemen ten, de Redactie van het orgaan en de Com missie voor geschillen. De Propaganda Commissie kwam met een voorstel tot het houden van een wintercursus waarin door bekende docenten de vakken Algemeene Handelskennis, Verkoopkunde en Warenkennis onderwezen zullen worden. De cursus zal opengesteld worden voor georganiseerde vertegenwoordigers van han del en industrie, niet georganiseerden zullen tegen een verhoogde bijdrage den cursus kunnen volgen. De cursus zal zeven maanden duren de deelnemers zullen zich aan een examen on derwerpen, ter verkrijging van een diploma. Staande de vergadering gaven zich 26 le den op voor den cursus. Voor het doceeren van het vak Warenken nis, zal vooraf een enquête worden gehou den. Het ligt in de bedoeling van de Propagan da Commissie, deze belangrijke cursus in overleg met de zusterverenigingen, de Ka mer van Koophandel en verschillende Insti tuten in het leven te roepen. De Propaganda commissie bereidt een be langrijke instructieve excursie voor voor de leden. PERSONALIA. Vrijdag 10 Juni hoopt de heer H W. Jan sen, snelpersdrukker, den dag te herdenken waarop hij vóór 25 jaar in dienst-trad bij de firma Joh. Enschedé en Zonen. NAAR INDIë. Met het stoomschip Dempo van den Rott. Lloyd is gisteren uit Marseille naar Ned.- Indië vertrokken Ds. A. Trouw, voorganger der Vereeniging van Vrijz Hervormden alhier zulks ter behartiging der belangen van de Vrijzinnig-Protestanten in Ned.-Indië. De reis zal een half jaar duren. AGENDA. ZATERDAG 4 JUNI Palace: „Madchen in uniform". Op het Looneel: „Ness and Ness' moderne equi libristen. 2.30. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Twee gelukkige har ten Op het tooneel: Reverko's. een jong- leur-draadact zonder weerga. 2.30. 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: ..De weg naar Rio" Op het tooneel: eerste klas variété-attractie, 2.30 en 8.15 uur. Kunstzaal Rceker, Wagenweg 102. Tentoon stelling van werken van Haarlemsche beel dende kunstenaars. Alle dagen geopend Teyler's Museum, .Spaarnc 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur. behalve 's Maan dags, toegang vrij. Zand voort: Feestelijke opening Tanz- Palast, gebouw Monopolc, Statief splein 11. 8.30 uur ZONDAG 5 JUNI Groot Bondsconcours van R K. Harmonie- en Fanfarecorpsen. Haarlem-Noord. Bakenessergracht 13. Rosekrulsersgenoot- schap: Tempeldienst. Spreker de heer J. Leene. 10.30 uur v.m. Bioscoopvoorstellingen des middags en des avonds MAANDAG 6 JUNI Bioscoopvoorstellingen. APOTHEKEN (AVOND- EN NACHTDIENST) P. Th. A. van Rijn. Kleine Houtweg 15. Tel. 10539. Firma C. G. Loomeyer en Zn,. Zijlwee 34. Tel. 12495 Schoterbosch-Apotheek, Rijksstraatweg 19. Tc! 12711 De Automatische Winkelier. Mr. Optimist requireert tegen en pleit voor hem. Humor in de Tweede Kamer, tevens in de eerste klas van de lagere school. In mijn prille jeugd schijn ik een zekere mate van juridischen aanleg te hebben beze ten. Later is die grootendeels te loor gegaan. Het is misschien jammer. En het lag aan de school. Onvoorzichtige onderwijzers loopen gevaar dat zij een stukje zelfvertrouwen in de kin derziel vernietigen. Dat is goed uitgedrukt, hoop ik. Nu. dat deed mijn onderwijzer in de vijfde klas van de lagere school. Hij schokte mijn vertrouwen in mijn eigen juridischen aanleg en In zijn gevoel voor humor. Het geval zat zóó. Een andere jongen en ik waren beiden zeer ondeugend geweest. Of het proppen, stinkbommen, naamletters in de bank, voorzeggen of afkijken betrof, ben ik vergeten. In elk geval zei meneer tegen den anderen boosdoener: ..Jij teekent van avond maar eens een kaartje van Nederland, en brengt mij dat morgen". Daarop wendde hij zich tot- mij en sprak: En jij zorgt ook maar dat ik morgen een kaart van Neder land heb". U voelt het verschil in deze vonnissen. Het is even groot als wanneer b.v. de politie rechter tegen den eersten verdachte zou zeg gen: „Ik 'leg u een maand gevangenisstraf op en tegen den tweede: „U gaat morgen ook maar naar de gevangenis". Wat zou de tweede doen? Naar de gevange nis wandelen, daar haastig rechtsomkeert maken, en zich huiswaarts begeven. Niet waar? In ons geval toekende mijn mede-bestrafte *s avonds dat kaartje, en leverde het den volgenden dag in. Ik daarentegen scheurde een kaart van Nederland uit een oud atlasje thuis, en bood dat rustig den onderwijzer aan. Het resultaat was bedroevend. Hij werd woedend. Ik zei natuurlijk dat 'k aan zijn op dracht nauwkeurig voldaan had, cn herhaal de letterlijk de bewoordingen van het tegen mij gevelde vonnis. Hierop brulde de tact- looze klas, geheel uit leeken bestaande van het lachen. Dit deed meneers woede stijgen. Hij noemde mij ongeloofelijk brutaal, het geen ik nooit geweest ben tot op den hul digen dag heb ik een zekere verlegenheid nooit voor de volle 100^ kunnen overwinnen en legde een veel zwaardere, en thans on dubbelzinnig geformuleerde straf op. Het was maar een schrale troost dat mijn vader, toen ik 's middags het geval aan ta fel vertelde, er (tot ontsteltenis van mijn moeder) langdurig en hartelijk om lachte. Ik moest nu een kaart van Nederland plus één van Noordholland teekenen. de laatste met kanalen en spoorwegen en al. Op dien dag begon ik te vermoeden, dat ik noc meer aan leg voor optimisme dan voor de juridische practijk bezat. Deze oude ervaring schoot mij te binnen toen 'k las van die twee ondeugende winke liers, één in Gouda en één in Rotterdam, die beiden de winkelsluitings-verordening ont doken. Zij gingen, elk in zijn eigen winkel en op Zondag: „achter de gleuven in een schot voor het raam zitten, en legden de door het pu bliek verlangde artikelen in de daarvoor aan geduide loketjes". Dat wil dus zeggen: zij gaven zich voor automaat uit. Het Recht werkte in deze gevallen op verrassende wijze. Ik denk dat Vrouwe Jus- titia s blinddoek een beetje afgezakt was en dat zij. nieuwsgierig naar de beide misdadi gers speurend, den Gouwenaar een aardiger man vond dan den Rotterdammer. In elk ge val schoot, de Goudsche commissaris van po litie in den lach. gaf zijn stadgenoot een vermaning en liet het daar bij. De Rotter- damsche commissaris liet den anderen win kelier evenwel voor den kadi voeren. Toen schoof de blinddoek blijkbaar weer net naar boven, en nadat de gemachtigde van den winkelier verklaard had „dat het bijvullen van een automaat ook strafbaar zou zijn, als dit strafbaar was" besloot de kantonrechter, geen straf op te leggen. Het geval werd evenwel als juridisch geschil beschouwd Als ik het goed begrepen heb gaat het O.M. in hooger beroep en zal de Hooge Raad ten slotte moeten uitmaken of een winkelier al dan niet als een automaat beschouwd mag u-orden. Met beantwoording van de subsi diaire vragen: „of semi-automatische toe stellen in gevels van gesloten winkels toe laatbaar zijn. of men een schot met gleuven en loketjes als een semi-automaat mag be schouwen, en of de medewerking van ver dachte in het onderhavige geval mocht wor den toegestaan". Er zit natuurlijk heel veel in de deze zaak. Als ik er het O.M. in vertegenwoordigde zou ik zeggen: „Wat is een automaat? Een ding dat op zijn tijd weigert. Hebt gij ooit gehoord van een automaat die nooit wei gerde? Welnu, verdachte heeft zooeven op mijn vraag, of hij in zijn functie van z.g. automaat ooit geweigerd heeft te verkoopen. ontkennend geantwoord. Op mijn tweede vraag, of hij de waarborg kon geven dat hij nooit zou weigeren, heeft hij verklaard: Nooit als er geld in de gleuf is geduwd. Wel als het een knoop is". Edelachtbare Heeren President en Rechters, het is u allen onge twijfeld uit bittere ervaring bekend, dat de echte automaat, als hij tot weigering besluit, dit alleen doet indien er geld is betaald. Den knoop, waaromtrent u en mij natuurlijk alle ondervinding ontbreekt, kunnen wij verder buiten beschouwing laten. Verdachte geeft toe dat hij nooit weigert als er geld betaald is, en toont zich daarmee het tegenoverge stelde van een automaat. Tegelijk blijkt er een zekere mate van eerlijkheid uit. die ik als verzachtende omstandigheid wil doen gelden. Derhalve eisch ik de veroordeeling van verdachte tot vijftig cents boete subs, één dag hechtenis inplaats van subs, twee dagen, zooals aanvankelijk in mijn voor nemen lag' Als verdediger u ziet wel dat er toch nog iets van mijn juridischen aanleg is blij ven zitten zou ik dit betoog keurig weer leggen, Ik zou verdachte lof toezwaaien voor zijn uitvinding, die de door het Openbaar Ministerie geschetste onbetrouwbaarheden van den ouderwetschen automaat had te niet gedaan, en daarmee de openbare orde en de goede zeden bevorderd. Ik zou er voorts op wijzen dat. als de stelling van het Open baar Ministerie aanvaard werd. het voortaan onmogelijk zou zijn voor winkeliers, wier ouderwetsche automaten weigerden, om het geld terug te betalen. Immers, zoodra zij dit deden en in de werking van het toestel ingrepen, zou opnieuw het „semi-automa- tisch bedrijf" in werking treden, dat het O.M. ten onrechte hier aanwezig acht. Het is, integendeel, een geperfectionneerde auto maat. Tenslotte zou ik er den nadruk op leggen dat de wetgever zelf er zich op toelegt een automaat van den winkelier te maken, door hem te dwingen op vaste tijden zijn winkel te sluiten of zelfs den geheelen dag ge sloten te houden, waarbij hij een strafbe paling stelt op nalatigheden. De aanvaarde mogelijkheid van deze nalatigheden kan als volkomen analoog beschouwd worden met de weigeringen van den ouderwetschen auto maat. Op deze gronden zou ik vrijspraak vragen. Waarna ik zou besluiten met een uitwei ding over de omgeving waarin verdachte is opgegroeid, dewelke omgeving hem steeds heeft beïnvloed tot verkoopen en nog eens verkoopen. Dit argument dan subsidiair, van wege de clementie. Wie van ons beiden het zou winnen, mijn O.M.'sch of mijn pleitend Ik, schijnt zeer onzeker. Wellicht zou een nieuw onderzoek, bij „tusschen-vonnis" of hoe heet dat, ge last worden. Ik maak het mijzelf niet ge makkelijk als ik juridisch begin te denken. En zoo'n tusschenvonnis is voorloopig een aardig resultaat. Ik zou het als een soort van „deac-heat" tusschen mijn belde juridische ikken beschouwen. Later overroeien, met een overwinning voor den verdediger, want de tijden zijn slecht en wie zou er voor voelen humorist isch-aangelegde winkeliers te be boeten? Van humor gesproken daar blinkt de Tweede Kamer zelfs in deze tijden nog in uit. Een vervaarlijk staaltje werd er dezer dagen- van geleverd toen het nieuwe Kamer lid luitenant Peereboom In zijn eerste rede voering reeds zoo roekeloos was de uitdruk king .Aan de vruchten kent men den boom" te bezigen. Met de gevatheid. Kamerleden eigen, riep er dadelijk éen: ..De pereboom!" Hierop volgde daverend gelach. Een van mijn naaste bekenden, die den- zelfden naam draagt ais het nieuwe Kamer lid. zonder ln eenige bloedverwantschap tot hem te staan, verzekert mij dat dit opnieuw bewijst, dat er moppen zijn die nimmer ster ven. Toen hij in de eerste klas van de lagere school zat, vroeg de onderwijzer op een goe den dag: „Wie kent er spreekwoorden?" „Aan de vruchten kent men den boom", zei een jongetje op de voorste bank haastig, terwijl hij zijn vingertje opstak. .De pereboom!" riep een jongetje op de achterste bank. Daverend gelach. „Sindsdien." zegt mijn vriend, „heb ik deze grap ongeveer twintigduizend maal gehoord. Zij is onsterfelijk. Men schijnt haar met bij zonder genoegen aan mij te vertollen, in de overtuiging dat ik haar nog niet ken. Dat is wel zoo: ik heb haar reeds twintigduizend maal gehoord. Het ontroert mij des te meer. dat zij een zoo voornaam Instituut als de Tweede Kamer nog tot daverend gelach kan brengen. Ook bewijst dit een zekere over eenkomst tusschen de eerste klas van dc la gere school en de Tweede Kamer. In de Eeuw van het Kind kan ons dat nauwelijks verbazen. Bovendien zullen wij van de kin deren de wijsheid leeren. Na dit onderhoud sprak ik een anderen vriend van mij, die Dop heet. Hij bleek vol komen Identieke ervaringen te hebben met het spreekwoord: ..Beter een half el dan een leege dop." en sprak de hoop uit dat er bin nenkort een Kamerlid Dop zou komen, opdat ook deze nobele uiting van humor in dc Han delingen voor de eeuwigheid zou worden vastgelegd. ..Ken je Hoogcboom?" vroeg hij. „Van^'lkem wordt altijd verwacht dat hij da verend meelacht om: „Hooge boomen van gen veel wind" Hihi. En Kalff? „Als het kalf verdronken is dempt men de put." Haha. En Van der Kuil? „Wie een kuil voor een ander graaft, valt er zelf in." Hoho. En Vos? „De vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken." Die zit allang ln de Ka mer. en staat denkelijk met zijn mop al tien tallen malen in de Handelingen. Ook moeten ze Roest vooral kiezen. „Rust roest", kun nen ze hem toeroepen als hij dommelig wordt Kostelijk! De humor is slechts weinigen gegeven. Gelukkig voor de overigen, dat zij dit niet beseffen en zich kunnen blijven vermeien in deze onsterfelijke moppen OPTIMIST.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 5