BABOE
AAN ALLEN.
Als dit nummer van Onze Jeugd op Vrijdag
verschijnt, is het 24 Juni of Sint Jan, Sint
Jan is Johannes de Dooper, waarvan velen
van jullie op de catechisatie of op school
zullen gehoord hebben. De langste dag heb
ben we al weer achter ons- Hoewel t geluk
kig nog lang geen winter is worden de dagen
toch steeds korter. De oude Heldensche vol
ken vierden nu feest, 't Was immers volop
zomer. De boomen beloofden volop fruit, het
graan rijpte. Dit midzomerfeest, het feest
van den langsten dag, wordt thans onder den
naam van Sint Jansfeest nog in verschillen
de streken gevierd. Natuurlijk moeten de
vuren weer hoog oplaaien en de kinderen
zingen:
Wij zullen hout gaan dragen,
Wij zullen turref vragen.
Wij willen vroolijk vieren
Al op Sint Jans manieren.
Rondom de vuren werd gedanst en ge
joeld. Straks nam men wat van de uitge
doofde asch mee naar huis en liet dat voor
de huisdeur opwaaien. Alle ongeluk zou verre
blijven. Er wordt vermeld, dat Karei V. toen
hij in 1515 in den Haag kwam, een Sint Jans-
vuur aanstak. In Duitschland ziet men thans
nog versierde straten met guirlandes en
kronen van lint en bloemen.
In Vlaanderen hangt men tegen de hui
zen een Sint Janstak op. Deze tak is als een
krans gevormd en met korenbloemen, St.
Janskruid en noteblaren versierd-
De noot is het symbool der vruchtbaar
heid.
Zoo'n Sint Janstak zou de booze geesten
afweren. En men zingt erbij:
Al mijn onheil
Ga verdwijnen.
Ga verkwijnen.
Met deez' kruiden
In den gloed.
Aan den avond van den dag moet alles
verbrand worden. De plattelandbewoners
plukken in den St. Jansnacht het St. Jans
kruid. Dat werd in de huiskamer opgehan
gen als voorbehoedmiddel tegen onweer,
brand en ziekte. Soms werden de koeien er
ook mee ingewreven. Jullie kennen toch
Sint-Janskruid ook wel hersthool genoemd?
De bloemen zitten in een scherm bij elkaar
en gelijken net gouden sterretjes. Als je de
bladen tegen 't licht houdt, is 't precies
of er gaatjes in zitten. Het zijn geen gaatjes
maar vlekjes, Eigenlijk zijn het kliertjes,
waar een vluchtige olie in zit. Wrijf er maar
eens met de vingers langs en ruik dan eens,
welk een fijne kruidige geur dat is. Volgens
een oude legende zou de duivel de blaadjes
doorboord hebben om ze de kracht te ont
nemen iets tegen zijn booze streken uit te
richten. Volgens een andere legende zouden
er bloeddruppels uit de wond van den Noor-
schen god Baldur op gevallen zijn.
In sommige streken worden in Sint-Jans
nacht de klokken geluid. Ook daardoor kon
den de booze geesten verjaagd worden. Voor
dag en dauw ging men ook wel op St. Jans
dag naar buiten en rolde zich in het natte
gras. Sint Jansdauw gaf sterkte en kracht.
Ook werden wel den avond van te voren
witte doeken op 't gras gespreid en 's mor
gens werden ze goed uitgewrongen. Als ge
nezend oogwater werd deze dauw dan ge
bruikt.
In Eisden (Zuid-Limburg) dansen de kin
deren hand in hand door 't dorp.
In Scandinavië spreekt men van Midsom-
mar. Op den avond van 23 Juni wordt het
feest al ingeluid. Op de pleinen is een mei
boom opgericht, waar jong en oud omheen
dansen.
In ons land wordt op 24 Juni nergens zoo
schilferend feest gevierd als in het Gooische
dorp Laren. De eerepoorten, vlaggen en bloe
men sieren het dorp en roepen den vreem
deling welkom toe. Een groote processie gaat
door het dorp. gevolgd door honderden be
langstellenden.
In de Betuwe, in het dorpje Huissen heb
ben koddige spiegelgevechten plaats. De ge
zichten worden met; roode verf besmeerd de
schutterskoning wordt als overwinnaar met
zilverpapier omhangen. Na dit gevecht heeft
er een gilde-maaltijd plaats, waarna men
door het dorpje trekt.
Op 't eiland Terschelling heeft de oppe-
rid plaats. Hooggewielde opperïdwagens met
jonge veulens gaan het heele eiland langs
naar de groene grie. Alle vrouwen zijn dan
in 't zwart met donkere kappen. Tezamen
zingen zy mooie oude liedjes van de groote
zee.
W. B—Z.
'T WAS FIJN I
door W. B.Z-
Een kikvorsch wou eens zwemmen gaan.
Al in een groot bassin.
Het weer was mooi, het water warm
En zwemmen vond hij fijn.
Hij zag (hij schrok er eerst wel van)
Veel meisjes in het bad,
HU kwam hier zonder toegangskaart,
Wie maakte hem hier wat?
Hij zwom heel diep. met breeden slag.
Geen mensch had 't hem geleerd.
En duiken kon hij ook zoo goed.
Hij had zich nooit bezeerd.
Opeens, o hemel wat hU schrok!
Daar zag hU een lang been.
En met een angstig kloppend hart
Zwom hU er over heen.
Maar o, daar klonk een luide gil.
„Een kikvorsch, 'k wil eruit.
Een kikvorsch. hier vlak bij mijn been,
Help! Help!", zoo klinkt het luid-
Een meisjesschaar kwam voor den dag,
Het zwemmen was gedaan.
Het kind stond bevend aan den kant
Ze had wat uitgestaan.
De kleine kikvorsch zwom alleen
Nu in he: groot bassin
Hij zwom en duikelde en sprong.
Q, was er wonderlijk
DE ZOON VAN NACHTWIND
Een Indianen-vertelling.
Daar waar de wind door de pijnboomen
rulscht, waar de zon haar gouden gloed
werpt op de besneeuwde toppen der blauwe
bergen en de rivier als een zilveren lint door
het dal stroomt, stond de wigwam van het
Opperhoofd „Nachtwind".
Geruischloos als van den panter was zijn
schrede en sneller dan de wind was zijn
gang. Moedig en onversaagd ging hij op
jacht, zoodra de maan zichtbaar weid en de
mannen van zijn stam noemden hem daar
om „Nachtwind". Geen beter jager was in
het geheele land te vinden- Zijn scherp oog
ontdekte het spoor van vos of wolf en met
zyn oor aan den bodem luisterende, kon
hij met zekerheid zeggen, of de bison dar.
wel het wilde paard in aantocht was.
De zoon van „Nachtwind", Bow geheeten,
droeg nog niet zoo'n mooien naam als zyn
vader, want hy moest dien eerst verdienen.
Zijn vader dacht, dat dit wel nooit gebeuren
zou. omdat Bow niet zoo erg flink leek. Bow
hield het liefst zoo'n beetje zijn gemak en
als hy er al eens met zyn pijl en boog op
uitging, bracht hij gewoonlijk niet veel mee,
of het moest heel gemakkelijk en zonder ge
vaar te vangen zyn.
„Nachtwind" was hierover dikwyls be
droefd en betwijfelde of zijn zoo wel ooit
een echte Indiaan zou worden, moedig en
strijdvaardig.
Toen Bow weer eens met ledige handen
van de jacht terug kwam. begonnen de man
nen van den stam te mopperen en vondpn,
dat hij niet waardig was tot den stam der
Zwartveder-Indianen te behooren.
„Nachtwind" leed zeer onder het. gedrag
van zyn zoon en besloot, alle mannen bijeen
toe roepen en te beraadslagen, wat met Bow
moest, worden gedaan.
En zoo werd besloten, dat Bow het kamp
moest verlaten en eerst zou mogen terug-
keeren, als hij zou hebben bewezen, een goed
jager en moedig Zwartveder-Indiaan te zyn.
Voortaan zou Bow van eigen arbeid, van
wat de jacht of de vischvangst hem ople
verde, moeten leven. Hy kreeg alles mee, wat
tot de uitrusting van een goeden Indiaan be
hoorde. Gezeten op een snelloopend step-
penpaard. in het bezit van schild, speer, pyl
en boog, tomahawk en wigwam, werd hij
door de mannen van den stam buiten het
kamp gebracht.
De dagen die nu kwamen, waren wel moei
lijk voor Bow. Laf was hij niet en hy was,
zooals vader, behendig en vlug, maar niet
altijd lukte het hem, het. wild waarvan hy
het spoor had gevonden, te achterhalen. En
menigen avond kroop hij met knorrende
maag in zUn wigwam
Maar langzamerhand leerde hij de ge
woonten van het wild kennen en wist het
met zijn krijgslisten te verschalken.
In het kamp van „Nachtwind" ging het
leven zUn gewonen gang.
Toen werd op zekeren dag het kamp door
een ramp getroffen. De groote, grijze beer.
den reus van de wildernis, had des nachts
het kamp overvallen. Het ondier had een
gedeelte van het kamp vernield en zijn buit
weggesleept. „Nachtwind" hield met zyn
mannen krijgsraad, hoe zy den beer onscha
delijk zouden kunnen maken. Maar eenvou
dig was dat niet. Want hoewel de beer al
eenigc nachten zyn bezoeken had herhaald,
was het nog geen der mannen gelukt, hem
te naderen. Hij ging met. veel overleg te
werk en zoodra hy zijn buit. had, verdween
hij er ijlings mede in de donker ten van het
woud. En den roover 's nachts in het- woud
te volgen was iets, dat zelfs „Nachtwind"
moest ontraden.
Zoo werd de groote. grijze beer tot de
schrik van het kamp.
En hoe ging het intusschen met Bow?
Wekenlang had hij alléén in de wildernis
rondgezworven, veel gevaren had hij ge
trotseerd en hij was. door den nood gedwon
gen, een flink jager geworden. Wel was hij
niet meer de gemakzuchtige jongen van
vroeger, hij had de stem der natuur leeren
verstaan en ging op eigen kracht door het
leven, maar tech.... gelukkig was hij niet.
In zijn jonge hart groeide een onweerstaan
baar verlangen naar het oude kamp der
Zwartveder-Indianen, waar vader en moe
der en alle goede bekenden woonden. Als,
by het scheiden van den dag. de ondergaan
de zon de kruinen der woudreuzen in een
purperen gloed zette, sloop hij naar de om
geving van het kamp en beklom dan een
boom, om het kamp tenminste te kunnen
zien
Op een avond zat Bow weer op zijn plaats
je in den boom, waar hy alles kon zien wat
er in het kamp gebeurde. Maar wat was
wat?Plotseling trof een angstig ge
schreeuw zijn oor en hij zag de mannen in
het kamp wild dooreen loopen. Bow was
nauwelijks van den schrik bekomen, toen
hij den grUzen beer zag aankomen, die juist
langs den boom kwam, waarin hy zat en
vervolgens In het donkere woud verdween.
Vóór dat Bow goed begreep wat er ge
beurde. was ook alles weer voorbij. Maar
in het kamp hoorde hy jammeren en zoo
kwam hij ook te weten, dat het ondier
iederen avond terug kwam. Bow nam toen
een 'moedig besluit. Hij wilde den beer over
winnen, maar hy begreep óók, dat er tegen
de machtige klauwen van den roover weinig
was te beginnen. Aan een openlijk gevecht
mocht hU dus niet denken en hU nam daar
om zyn toevlucht tot een list.
In de eenzaamheid van de wildernis had
hij geleerd, met den lasso om te gaan en
zelden faalde de worp van zijn sterken
arm
Den volgenden avond zat Bow weer op
zyn oude plaats in den boom. In zyn hand
hield hy den stevigen lasso gereed, terwfjl
hU het einde van het touw om den boom
stam had gebonden. En zoo wachtte Bow met
kloppend hart de komt van het ondier af.
Reeds had de nacht zyn zwart kleed over
het oerwoud gespreid, toen Bow he: ge
kraak van docde takken op den bodem be
neden zich hoorde. Voorzichtig kwam het
dier aangeslopen, het naderde meer en meer
het kamp en' koos als altijd, weer zijn weg
langs den boom. waarin Bow zat. Maar deze
was op zyn hoede! Toen de beer onder den
boom was aangekomen, wierp Bow met ze
kere hand zijn lassoEen angstwekkend
gebrul klonk door het nachtelijk woud.
de beer zat in den lasso gevangen. Ook de
mannen in bet kamp hadden de woedende
stem van den roover gehoord en gewapend
kwamen zij toesnellen.
De beer was nu spoedig gebonden en on-
sohadelijk gemaakt. En Bow? De mannen
van het kamp wilden dat hij zou terugkee-
ren. want hij had nu getoond een moedig
Zwartveder-Indiaan te zijn, en hen van een
voortdurende plaag bevrijd.
Er werd ter eere van Bow een groot feest
gevierd en vader „Nachtwind" kon nu weer
trotsch op zijn jongen zijn.
Bow kreeg den naam van een dapper
krUger en werd voortaan de ..Zwartveder-
Adelaar" genoemd. Hij leefde nog lang en
gelukkig en verliet nooit meer hot vaderlijk
kamp.
JONY
EEN KUNSTJE.
Neem een flesch, die van binnen goed
droog is. Leg hem nu plat op tafel In den
hals van de flesch leg je nu een lucifer en
wel zoo. dat er ongeveer een derde van den
lucifer naar buiten steekt. Probeer nu eens.
of je door te blazen, den lucifer in de flesch
kunt krijgen. Als je 't kunt ben je knap.
door W. B.—Z.
.Dat is onze Sarina." vertelde de school
opziener. En hij vervolgde: „Nu de film is af
gedraaid, wil ik jullie graag eens wat- van
~arlna vcriellen. Sarina is een heldin. Maar
op 't oogenblik is 't een beetje treurig mot
haar gestold- Laat ik eerst jaren teruggaan.Ik
was nog maar een klein kereltje, toen Sarina
bij ons kwam. Hoe oud ze toen was. weet ik
niet. Zo was iets jonger dan hier op het
plaatje. Haar moeder was eigenlijk onze ba
boe. Zoodoende speelde Sarina dikwyls bij
ons op 't erf, hielp haar moeder wasehgocd
spoelen, stond eigenlijk altyd klaar als er
boodschappen te doen waren, vruchten ge
plukt moesten worden, binnen- of buitens
huis werk verricht moest worden, enz.. Myn
eigen moeder kreeg een besmettelyke ziekte.
Een ziekenhuis was er niet. Onze goede ba
boe week niet van moeders bed, maar on
danks haar trouwe zorgen, stierf moeder
En geen week lalter stierf ook Sarina's moe
der aan dezelfde ziekte. Jullie kunnen je ze
ker wel voorstellen, dat- de band tusschen Sa
rina en ons steeds hechter werd 't Was of
zij ons met nog grooter zorgen en inniger
toewijding omringde. Ik was de jongste en
zeer zeker niet de gemakkelykstc.
De ouderen gingen naar Holland. Ik bleef
op onze plantage Ik heb de heerlijkste her
inneringen van dat vrije Indische buitenle
ven bewaard. Buiten vaders werkuren gaf
hij mij les. Wanneer vader op de onderne
ming was. of op zyn kantoor, dan was ik zoo
vrij als een vogeltje in de lucht. Of eigenlUk
neen. zoo vrij was ik niet. Ik mocht nooit
verder spelen dan de grond van ons erf.
Dat erf was zoo groot als 10 flinke Holland-
sche tuinen by elkaar. Veel vriendjes had ik
niet. Ik was echt op mezelf aangewezen. Ver
velen deed ik me nooit. Er was afwisseling
genoeg. We hadden leuke aapjes, verschil
lende papegaaien, een vijver met de mooiste
visschen. Ik had ringen en een schommel en
toch, ja toch deed ik vaak dingen, die ik
niet doen mocht. Zoo wou ik altyd maar
weer de wildernis in. Verder dolen op onze
onderneming, waar ik wist. dat de prachtig,
ste vogels waren en apenfamilies en ook wel
olifanten. Al deze dieren deden me immers
niets, 't Was juist leuk om ze gade te slaan
Als ik dat tegen mijn vader zei, vertelde hy,
dat er nog zooveel dieren waren., die het wel
op ons leven gemunt hadden. Vader wist te
vertellen van tijgers, groote giftslangen en
wilde katten. Ik dacht, dat vader dat maar
zei om mij bang te maken. Nog nooit had
ik een van deze^ dieren gezien.
Al was het dan ook zoo. *t was toch zeker
leuk ze uit de verte gade te slaan en dan
naar de groote broers in Holland te schrij
ven: „Ik heb een tijger gezien." *t Lukte mU
echter nooit om op avonturen te gaan, want
't was net, of Sarina er den neus van had.
„Boy. boy, hier komen," commandeerde ze
dan. Of ik dan dadelijk gehoorzaamde? Altijd
onder protest. Ik wist echter, dat ze zeker
myn vader zou gewaarschuwd hebben, als
ik niet gekomen was. Wat heb ik haar vaak
uitgescholden, ook wel eens geduwd en een
klap gegeven.
Goede Sarina, die in zieke dagen op een
matje voor myn bed lag en bij 't minste, wat
ik noodig had, klaar stond.
Van dit alles heb ik natuurlijk nu spUt. Op
zekeren dag moest myn vader voor een paar
dagen op reis. Natuurlyk waren er wel ken
nissen, die zoo lang op me, konden passen,
We hadden echter zulke vertrouwde bedien
den, dat vader besloot my maar aan hun
zorg toe te vertrouwen. Vooral Sarina werd
op 't hart gedrukt my goed in de gaten te
houden. Sarina kweet zich goed van haar
taak, veel te goed naar mijn zin. Toen vader
vertrokken was, ging ik zooals gewoonlijk
onze kippen voeren. Ik liep hier en daar rond
en zag opeens twee prachtige vogels. Als ik
die eens kon vangen! Ze vlogen zoo laag,, dat
ik ze gemakkelyk kon volgen. Nu zaten ze
op de heg. nu op den weg. Ongemerkt was ik
op den weg gekomen. Telkens strekte ik mijn
hand uit, maar mis hoor. Nu vlogen ze in
't dichte palmenwoud. Weer greep ik toe,
maar weer mis. Ik liep steeds, steeds dieper
het bosch in. Even flitste het door mij heen,
dat ik op verboden paden ging. Maar va
der was er immers niet. En ik wou en zou
een van die vogeltjes hebben. Daar zaten ze
op een tak naast eikaar. Ik moest ze voort
durend in 't oog houden, anders zag ik zc
niet door 't' dichte bladerdak.
(Wordt vervolgd.)
ONS TUINHOEKJE.
EeNJ.VRIGE ZOMERBLOEMEN
Zonnebloem (Ilelianthus annuus) fam. Sa.
mengesteldbloemigen (Composite» Een
sierplant, afkomstig uit Amerika, die ver
bazend veel gekweekt wordt en heel snel
groeit. In weinige maanden ontwikkelt zo
zich tot een plant van 2 a 3 M. Willen Jullie
dm snellen groei nagaan, plaats dan naast
de plant oen stok en teeken daarop de hoog
te aan, telkens na verloop van eenigc dagen;
bij zacht groeizaam weer doe je 't 24 uur la
ter. De stok kan tevens voor steun dienen.
Niet dat de stengel de plant niet overeind
kan houden, doch door den wind gaat ze
vaak overzij. De bloomen ievenals bij alle
composlten eigenlijk bloemhoofdjes) kunnen
zeer groo: worden.
Een kleinere soort is Helianthus cucumeri-
folius. die ongeveer 1 M. hoog wordt Deze
plant vertakt zich sterk en geeft mooie hel
dergele bloemen met een zwart hartje en
spitse bloemblaadjes. Het is een uitstekende
snijbloem, die dagenlang in water goed blijft.
Zonnebloemen verlangen zeer voedzamen
grond. De zaden worden graag door pluim
vee gegeten, doch als je ze niet tijdig oogst,
beschouwen vele vogels ze als een lekkernij.
Aster. Een zeer algemeen verspreide plant
in allerlei kleuren, eveneens behoorende tot
de uitgebreide familie der compositen. De
bloemen hebben zeer uiteenloopende vor
men: er komen zoowel gevuld als enkel-
bloemige voor. De plantjes kunnen gemak
kelijk verspeend worden. Hooge soorten zyn:
Amerikaansche struikasters (65 a 75 cM.'
Reuzen Hohenzollern asters 60 a 70 c.M.1
Reuzen Komeetasters '60 c.M. enkelb!oemlg>
De struikasters bloeien laai. doch zijn door
hun lange stengels prachtige snijbloemen
Middelhoogc soorten zijn: Victoria asters
35 c.M.1 Gitara asters '35 c.M Dwerg-
soorten o.a. Lilliput aster en Victoria dwerg
as:er. De laatste zijn zeer geschikt voor perk
beplanting.
IN DE GROENTENAFDEEUNG
Kool. Al zijn de koolsoorten niet erg ge
schikt voor een klein tuintje, doordat ze
nog al wat ruimte in beslag nemen, zullen
we er nog iets van zeggen. Misschien dat Je
bij een kennis wel eens een paar koolplantjes
kunt krijgen, dan is 't toch altijd aardig den
groei van deze planten gade te slaan. Wil je
flinke volwassen planten krijgen, dan moet
vóór den langsten dag de plant op zijn
plaats staan. Tot de sluitkool behooren
witte-, roode-, savoye- en spruitkool. De
laatste Is zeer verschillend van de eerstge
noemde soorten. Deze plant groeit veel hoo
ge r op met tal van stengelbladeren: in de
bladoksels ontwikkelen zich zUspruiten, die
meer of minder vastgesloten kropjes vormen
bekend onder den naam van spruitjes
De gemakkelykSte soort om te kweeken is
de boerenkool met haar kroon van groote,
soms heel fijn gekrulde bladen. Deze is be
stand tegen den strengsten vorst. Evenals de
spruitkool behoeft deze niet voor den win
ter opgeborgen te worden. Je kunt ze gerust
laten staan en zoo uit den tuin nuttigen. Goed
doorvroren boerenkool is zelfs 't smakelijkst.
Ramenas. Eind Juni, begin Juli zaaien we
ramenas, een knolgewas dat In aard en vorm
nauw verwant is aan radys. We onderschei
den zomer- en winterramenas. waarvan het
laatste het meest gebruikt wordt We zaaien
op een rij en dunnen later de planten uit
op 15 a 20 c.M. He Is aan te raden om. wan
neer hot zaad opgekomen is. nu en dan
eens te gieten, vooia: in drogen grond Do
plantjes groeien dan beter door en weerstaan
beter een aanval van de anrdvloo. waarvan
rilt soort planten nog al eens te lijden heeft.
We kunnen ramenas uitstekend gebruiken
voor wisselbouw, dus zaaien op een plaats
waar reeds een ander gewas op geteeld Is
geweest. We mogen het echter niet doen op
het bed, waar radijs afgekomen is. De knol-
Ion zijn reeds in den nazomer te gebruiken.
Vorst, maakt ze smakeloos. In den winter be
waren we ze in een koelen kelder of vorst-
vrije bergplaats in zand. nadat wc de bla
deren hebben afgewrongen. Ramenassen wor
den aan dunne schijven gesneden en met
eenlg zout bU brood genuttigd, evenals radijs
Kleine Vacantie-handwerkjes.
Er is me gevraagd om eens wat kle'ne
handwerkjes to noemen. d:e gauw klaar zijn
en toch gebruikt kunnen worden. Hier zijn
er enkele.
lo. Een fleurige pannenlap. Deze kun je
breien van allerlei restjes gekleurd katoen,
en wel met de dubbele breisteek. Je zot b.v.
40 steken op le toer 1 recht. 1 afhalen enz 2e
toer. 1 afhalen. 1 recht. 3de toer weer ge
lijk aan lste toer enz. tot je een vierkanten
lap hebt
2o. Een flanellen lapje voor de theetafel
oni als aanvat'orijo te gebruiken, 't Kan
ook een lapje van laken zyn. Je bordiyiurt
hier allerlei figuurtjes op. of rondjes. die je
eerst door middel van kwartjes, dubbeltjes
en guldens me* krijt omtrekt. De randen
boor Je om met een fleurig lintje.
3o Van restjes peau de peche maak je
een mutsje voor jezelf. Als model gebruik Je
een of ander gekocht mutsje
4o. Aan een celluloid poppekopje brei of
haak je een cape. die als theewarmer dienst
kan doen. Van dezelfde kleur geef je het
poppekopje een baret je.
GRAPJES.
De onderwijzer vertelt, welke nieuwe uit
vindingen en ontdekkingen de laatste 50 Jaar
alzoo zijn tot stand gekomen. HU bemerkt
dat Plo:je Draaier niet. oplet. En hij zegt:
„Plet Draaier, noem jij eens iets op. dat er
50 jaar geleden nog niet was."
Piet denkt even na en antwoordt: „Ik zelf,
moester."
Kleine Jan zet 's morgens altijd een keel
op. als moeder hem wascht. Gisteren riep hij
toen moeder hem afdroogde: „Als ik groot
ben en mezelf kan wasschen, dan. dan....
„Wat dan?" vroeg moeder.
„Dan wasch ik me nooit."
„Moeder, "t spUt me zoo. dat ik vanmor
gen met Frits heb gevochten."
„Dat 's goed Jan. Vecht dan nooit meer."
„Daarom zeg ik het niet moeder."
„Waarom dan, Jan?"
..Piet vertelt me juist, dat Frits Zaterdag
jarig is en dan e«'>» verjaarspartljtje geeft."
WIE KNIPT EN PLAKT ER MEE?
Hier heb ik nu eens een bUzonder leuke
legplaat. Waarom deze dan nog aardiger is
dan anders? Wel. daar is eigenlUk een heele
geschiedenis aan verbonden, maar het zou
te lang worden, om die hier uitvoerig het zou
te lang worden, om die hier uitvoerig te gaan
vertellen. Daarom wil ik in 't kort even zeg
gen. wat de plaat moet voorstellen.
Jullie weet wel. als je een poosje in een
draaimolen hebt gezeten en je stapt er weer
uit. dat je dan erg duizelig kunt zUn- 't Is
dan net. alsof alles om je heen nog draalt,
en of je zeeziek bent. Bij een zweefmolen,
waar jc op een soort schommei zit. die met
den molen meedraait is dat al net zoo erg.
Een van mijn vriendjes had in zoo'n zweef
molen gezeten, maar toen hU er uitkwam,
was het Act. alsof alles om hem heen In stuk
ken en brokken was. HU kon er niet meer
wijs uit worden, alleen die stukken en brok
ken heeft hU voor me kunnen teekenen en
nu vraagt hij of we ze weer netjes voor
hem In elkaar willen zetten, zoodat het weer
een mooi geheel wordt. Willen jullie dat ook
eens probeeren?
Volgende week verschUnt de oplossing en
dan kun Je vergehjken en nagaan, of je
handig genoeg was, om het óók zoo keurig
te doen.