Aanleg van het Albert Kanaal.
Het Mysterie der
Eeuwige Jeugd
DOOR DE NEDERLANDSCHE DOK MIJ. werd Vrijdag de voetbrug voor het Oostelijk Viaduct te Amster
dam naar de plaats van bestemming vervoerd. De brug in de bok bij het Oostelijk Viaduct.
IN DE GEMEENTELIJKE CONCERTZAAL TE HAARLEM is heden de 155ste ver
gadering gehouden van de Maatschappij voor Handel en Nijverheid. Aan de
bestuurstafel v.Ln.r.: oud-minister Posthuma, mr. H. Guépin, voorzitter en mr. J. Bie-
rens de Haan, algemeen secretaris.
PROF. Dr. G. RcVcSZ, privaat-docent
aan de Universiteit te Amsterdam, is be
noemd tot buitengewoon hooglceraar aan
de Amsterdamschc Universiteit.
DE NIEUWE GEM. ZWEMINRICHTING aan den Zuidelijken Wan delweg te Amsterdam nadert zijn voltooiing. Een kijkje op de werk
zaam heden.
WAT INSPIREERDE DEN KUNSTENAAR tot het ontwerpen van de moderne net-kousen? Het was het
eenvoudige visschersnct, waarvan het weefsel is vastgelegd op den vorm der nieuwste bccnbcdckking.
(Foto Metro Goldwyn).
DE WERKZAAMHEDEN VOOR HET ALBERT-KANAAL IN BELGIË zijn In vollen gang. Een overzicht vaa
het werk nabij de Zuidelijke grens van ons land.
FEUILLETON
(„LUZIFERS' ENDE")
Een emotioneele roman
door WALTHER KLOEPFFER.
10)
Klaas vertelde wat hij ontdekt had en
besloot:
..Ik moet absoluut weten, wie dat was. En
dan wil ik die geschiedenis van het sieraad
uitvLvsahen. Wil je alleen naar huis gaan.
Gussy?"
..Natuurlijk, beste jongen. Maar je komt
voor het diner naar „Cecil' nietwaar?"
Ze namen afscheid van elkaar.
Klaus Sander wachtte in een portiek aan
den overkant der straat tot de ombekende
weer te voorschijn kwam. Toen ze de rich
ting naar liet meer insloeg, volgde hij haar.
Hij zorgde natuurlijk wel. niet gezien te wor
den. En bij zichzelf dacht hij: „Gussy had
gelijk: first class. Het .toiletje, het figuur,
de geheele verschijning: een vrouwtje van
xas. Waarschijnlijk een Spaansche!"
De dame stak de Piazza dell' Irwiipen-
denzia over en liep recht op het Kunhaus
toe, achter welks deuren ze verdween.
Met de handen in de zakken, de korte pijp
in den rechtermondhoek, slenterde Klaus
maar den ingang en vroeg den partier:
„Vertel eens, m'n jongen, wie was die
dame?"
„Wat?" U kent die dame met? Dat was
toch immens Signora Lantadilla, de beroem
de danseres!"
u Joon Klaas de nxtihrèe vso hafc „Ceell
Palace" betrad, werd hij aangesproken door
een heer, die zich als rechercheur legiti
meerde.
„Mijnheer Buezi, de chef. stuurt me
hierheen, Signer. Wij hebben twee uur ge
leden iets vernomen, dat misschien een nieuw
licht op de zaak werpt. Een tegenover het
hotel, in een familie-pension vertoevende
Engelsche dame, die eenige dagen bedlegerig
was en eerst heden de verdwijning van pro
fessor Sander vernam, heeft de volgende
verklaring afgelegd: In den nacht, welke
aan de vreemde gebeurtenis voorafging, was
zij opgestaan om aan het venster een luchtje
te scheppen, daar ze sterk asthmatisch is.
Ze zag toen, dat een als heer gekleed per
soon over de bal con balustrade van uw bree
der's kamer klom en een oogenblik later in
de kamer verdween. Aangezien de dame in
kwestie de laatste paar dagen juist veel last
had van haar benauwdheden, kon ze van
het geziene niet eerder meldirjr majjen. 't
Is weliswaar niet veel nieuws, Signor San-
der, doch misschien voldoende, om ons op
een bepaald spoor te brengen. Men zou dus
kunnen aannemen dat een onbekende des
nachts in die kamer van den professor is
gedrongen. Waarschijnlijk wel de overbren
ger van den 'brief, die hem naar Pomte
Tresa riep".
Klaus dankte den politiebeambte. Voor
zichzelf stelde hij vast: „Ik weet nu ten
minste, hoe de manchetknoop op het vooruit
springend gedeelte van den hotelmuur is ge
komen: de nachtelijke klimmer heeft hem
verloren. En ik weet nu ook, dat hij zich
langs den bliksemafleider omhoog heeft ge
werkt".
Wie was echter de man. die zijn broer op
zoo geheimzinnige wijze een bezoek had ge
bracht en daarbij een zoo zonderling sieraad
had verloren? In welke verhouding stond hij
tot de danseres Lantadalla? Wie was Signoro
Lantadiüa? Kende Signora Lantadilla dien
man?.
Op al deze vragen hoopte hij in de eerst
volgende uren een bevredigend antwoord te
krijgen.
Den volgenden morgen liet zich een heer
van middelbaren leeftijd aandienen bij den
directeur van het Kurhaus. Hij was naar de
laatste mode, misschien wel een weinig fat
terig gekleed, droeg een monocle voor het
rechteroog en had een donkerbruine haar
dos met dito 'bakkebaarden
BOBBY GRUSZ.
Directie Scalatheater,
Berlijn.
stond pp zijn visitekaartje.
Hij trippelde levendig op den directeur
van het Kurhaus toe en begon met een sterk
Berlijnsch accent:
„Bonjour, waarde collega. Prachtig, dat ik
u jmst tref. Ik wtl u even spreken over
LantadüLa. Heb gisteren haar optreden bij
gewoond en sta er gewoon paf van,. Alle
weerga, dat kevertje heeft wat in de beenen!
Een schlager, mh waarde. Zal u wel een
aardig duitje in de kassa gebracht hebben.
Nu, ja, kan ik me best voorstellen. Enfin,
om maar meteen met de deur in huis te val
len: ik wal het juffertje engageeren. Op
staande voet, als het mogelijk is. Wat de
gage betreftz
„Stop", viel de ander hem in de rede,
„Nog eens Stop! U zit er naast, waarde col
lega, Signora Lantadilla sluit geen enkel
nieuw contract meer. Er waren reeds een
paar andere collega's hier, die allen onver
richter zake zijn afgedropen".
Bobby Oreusz keek werkelijk beteuterd: Hij
stamelde:
„Maar collega; wat u daar vertelt is ge
woonweg ondenkbaar. Wat bezielt het lieve
kind? Is ze meschogge geworden of
steekt daar een liefdesgeschiedenis achter.
Uc bedoel.... enfin, tl begrijpt me wel".
Of hij wilde of niet, moest de directeur
van het Kurhaus hartelijk lachen om zijn
origineelen Beriijnschen collega. Hij ant
woordde -vroolijk:
„M'n waarde: mijn naam is Haas: ik
weet van niets. Maar ga t haar zelf vragen!
Cassarate. Pension Diana, eerste verdieping".
„Als de zaak werkelijk is zooals u zegit,
geeft het adres me ook niet veel! Ach.,
collega, die vrouwen zijn de ergste straf,
welke men ons gezonden heeft. Nog een
enkele vraag: hoe 'bent u eigenlijk aan het
juffie gekomen? Lantadilla? Lantadilla?
Heb dien naam nooit eerder gehoord!"
„Kan uitkomen. Een nieuwe ster. Een in
het Kurhaus logeerende Amerikaan heeft
haar hier geïntroduceerd".
.Aha, een maeoenas met bijbedoelingen,
nietwaar?"
De ander maakte een afwerend gebaar.
„U zit er alweer naast, m'n waande. Het
was een hoogst eerbiedwaardig heer, met
sneeuwwit/ten baard. De correctheid in per
soon. Een professor of iets dergelijks. De
naam is mij ontschoten, 't Is nauwelijks
veertien dagen geleden".
„Tja, als de zaken zoo staan,, neem ik
mijn woorden terug", kraalde Bobby
Grusz.
Na nog eten paar beleefdhedjdsphrasen met
zijn collega gewisseld te hébben nam hij
afscheid.
Kort na dit intermezzo trippelde een ge
bukt oud heertje, gedrapeerd in een ouder-
wetsehe „gekleede jas", waarop men zelfs
met een loupe geen enkel stofje had kunnen
ontdekken, achter het kamermeisje, dat op
dracht had ontvangen, hem naar de ver
trekken der dansees Lantadilla te brengen.
Men verzocht het heertje, een oogenblik te
wachten. Hij gaf zijn visitekaartje af en
deed, zooals hem verzocht werd, d.w.z. hij
wachtte.
Niet lang echter. Want wéldra verscheen
de danseres op dm drempel en rooee;
„Waarmede kan ik u dienen, mijnheer....
mijnheer Bunze, nietwaar?" Dit laatste, ter
wijl ze een blik op het kaartje wierp.
„Juist, mevrouw; Bunze, Johannes Jacob
Bunze, van de firma Bunze en Zoon, te Am
sterdam, verklaarde het oude heertje vrien
delijk.
Signora LanbadifLLa werd een weinig onge
duldig en vroeg ten tweede made: „Welnu,
mijnheer Bunze, waarmee kan ik u die
nen?"
Het oude heertje antwoordde over-be-
leefd:
„Mevrouw, het spijt me ontzettend, eea
paar minuten van uw kostbaren tijd te moe
ten rooven.. Maar ik heb gehoord, dat me
vrouw een bijzondere belangstelling voor
zeldzame juweelen heeft. En daar ik, op
weg naar Milaan, toevallig een dag hier ben.
wilde ik niet verzuimen, mevrouw eenige
zeldzame kostbaarheden te laten zien".
Toen de heer Bunze de afwerende houding
van Signora Lantadilla gewaar werd, hernam
hij bijna wanhopig:
„O, mevrouw, geloof niet, dat ük prullen
zal toonen! Wij hebben slechts goede en
werkelijk prachtige sieraden. J. C. Bunze
en Zoon uit Amsterdam is een oude firma
met gevestigde reputatie. U zult er zelf
plezier van hebben".
De wangen van het oude heertje gloeiden
van louter ijver. Signora Lantadilla had
een weinig medelijden met den vertegen
woordiger der Amsterdamsche juweliers
firma en antwoordde ten slotte: „Welnu,
vooruit dan maar. Kijken is nog geen
koopen!"
.Natuurlijk, mevrouw, natuurlijk. Dat is
het principe onzer firma". En reeds haalde
hij een aantal étui's uit zijn jas en begon
de heerlijkheden op tafel uit te spreiden.
(Wordt vervolgd).