Het Mysterie der
Eeuwige Jeugd
DE VACANTIE STAAT WEER VOOR DE DEUR. Voor een paar weken vrij om t«
genieten van een heerlijken zomer*
DE KERSENPLUK IN DE BETUWE IS IN VOLLEN GANG. Met man en macht is men
bezig de hoornen van hun kostelijke vracht te ontdoen. Het zijn dagen van grootc bedrijvigheid
In dit centrum van Nederland, de veelgeroemde Betuwe.
DE CARLTON MUZIEKPRIJSVRAAG.
De enorme stapel muziek, waarover de
jury moest oordcelen V.l.n.r. Cornelis
Dopper, Pierre Monteux, Willem Mengel
berg, Rudolf Mengelberg en Joh. Wagenaar,
DE PROFESSOREN EN HUN DAMES hebben, ter
gelegenheid van de Universitcitsfeesten te Amsterdam,
een autotocht gemaakt. Het vertrek op den Dam,
voorafgegaan door de motorbrigade.
DE ROEIWEDSTRIJDEN TE HENLEY, de meest bekende wedstrijd en van het Engclsche rociprogramma, zijn aangevangen onder begun
stiging van uitstekend -veer. De race tusschcn de Londcnsche roeiclub (winnend) en de club van het Univcrsitcits-collegc te Oxford.
FELIX BRESSART, de bekende filmkarakterspeler is Vrijdagavond te Amsterdam aangekomen. De ont
vangst aan het Centraal Station; v.l.n.r.: Magda Janscns, Felix Bressart en Lizzy Waldmuller.
FEUILLETON
(„LUZIFERS' E-NDE")
Een cmotioncele roman
dOOT WALTHiER KLQEFFFER.
16)
Vervolgens liet ik In Engeland een
onderzeeboot bauwen, uitgerust met de
nieuwste technische vindingen. In den Ja
panner Ishi, vond ik een geschi-khen kapitein
voor mijn Satan I, en nu was ik de heer en
meester van het Isla del diabolo, zooals ik
ihet eiland heb gedoopt. Maanden lang sleep
ten we levensmiddelen, instrumenten en
-bouwmaterialen naar het eiland, zonder dat
iemand ieks merkte. Wij -bouwden hutten,
schuren, magazijnen en een laboratorium,
waar ik mijn ihypnal cn antJihypnal ont
dekte. Met behulp van 'het ihypnal was het
me miiet moeilijk zooveel mensohenmateriaaü
naar liet eiland te krij-gen als ik zelf begeer
de, De kolonie nam met den dag In omvang
en uitgestrektheid toe.
,Jn weinige jaren had ik een nieuwe stad
uit de aarde gestampt, een stad met klinie
ken, laboratoria, fabrieken en alles wat daar
bij behoort. En dit alles, mister Sander, is
mijn werk, een werk, dat 'ik alleen en nie
mand anders heb -gewrocht".
Ais verdoofd zat Peter op zijn stoel. De
man tegenover hem was een geestelijk ont
wrichte, toegegeven, maareen genie.
Een man van geweldige beteebenis. Hij
twijfelde geen oogenbbk aan de waarheid
▼an hetgeen hij gehoord had: de bewijzen,
de tastbare bewijzen had hij voor zioh. Een
weinig bedeesd vroeg hij:
..Waarom vertelt u mij dit alles, Mr. De-
vil?"
„Waarom? Omdat ik 't nu eenmaal aardig
vind het een eminent vertegenwoordiger van
de „edele menschheid" in het gezicht te zeg
gen", antwoordde de Yankee spottend. „Tot
slot wil ik u nog iets zeggen: de ontdekkingen,
die ik aan mijn eigen -hersens dank, blijven
mijn eeuwigdurend en persoonlijk bezit.
Mijn geheimen,, en ik heb er vele, zijn mijn
schatten. Wetenschap is macht. Nog meer
dan geld. Best mogelijk, dat ik de sluizen
van mijn kennis eenmaal zal openen en. een
druppel aan uw menschheid afsta, (maar
dan zal het zijn uit goed overwogen, gezond
eigenbelang. Mogelijk dat ik het gehate
mensohengebroed schijnbare weid-aden bewijs,
maar dan zal ik het mij duur daten ibetallen.
Mr. Devil brak in een waanzinnig lachen
uit. Hij stond op en verliet de kajuit.
Peter was weer alleen. Zijn oogjen waren
wijd open gespalkt van schrik en ontzetting.
Het was hem onmogelijk, een lid te verroe
ren.
HOOFDSTUK VU.
-Den 29en Juni kwam Klaus Sander te
Hamburg aan. Hij begaf zioh onmiddellijk
naar het kantoor der Hamburg-Amerika Lijn
en vernam, dat de „Albert Bailin" den vol
gende morgen om 8 uur zou vertrekken.
„Dank u. Zou ik de passagierslijst mogen
inzien, waarde heer?"
Klaus vloog de rijen met namen door.
Plotseling bleef zijn blik rusten: „Inez de
Castro, New York", las hij. Inez de Castro
was de ware naam van signora Lantadilla.
Dit had hij in Lufno vernomen.
Een centenaars!ast viel hem van t hart.
Hij h-ad er met aan durven den-ken wat hij
had moeten doen, indien de jonge dame haar
reisplan veranderd had. Maar nu was alles
in orde.
Aan het loket lbestefl.de hij een plaats
tweede -klas, daar, zooa-ls hij uit de passa
gierslijst had gezien, ook Inez de Castro tweed
klas zou varen. Met zijn kaartje in de por
tefeuille stortte hij zich in het gewoel der
Hamburgsche haven. Den avond bracht hij
door in St. Pauli, in een etablissement met
negermuziek.
Inmiddels dacht hij na, welke (vermom
ming hij den volgenden dag zou moeten
dragen. Want zonder een vermomming ging
het nu eenmaal niet. En plotseling vroeg -hij
zich af, wat de danseres in Amerika moest
doen. Heimwee? Of dollars verdienen? Den
manohetkoopma nont-moeten? Zijn instinct
zei hem, dat -hij het meisje slechts behoefde
te volgen om vroeg of laat op het spoor
van Peter -te komen. En dus mocht hij haar
geen seconde uit het oog verliezen.
Peter moest gevonden worden. Dat had hij
Gussy heilig beloofd.
Een half uur voor het vertrek van de
...Albert Bailin" stapte een corpulent heer
met grijzen puntbaard aan boord- van het
schip, gevolgd door een kruier, die zijn beide
kaffers droeg; een zwarte en een gele. Op
de passagierslijst stond de heer ingeschreven
als Klas Hinrichsen, koopman, wonende te
Hamburg.
Nadat de koffers des heeren Klas Hin
richsen in zijn kajuit waren gebracht, ging
de koopnjan een wandeling over het dek
maken en kwam ten slotte terecht in de eet
zaal tweede klasse. Hier verlangde hij den
chef-steward te spreken. Genoemde functio
naris trad naderbij, deftig en voornaam als
een opperhofmaarschalk.
„Wat wenscht mijnheer?"
„Luister eens, beste vriend. Ik ben Klas
Hinrichsen, groothandelaar in koffie en thee
Ik heb een dringend verzoek. Kami a mfj m
de eetzaal een plaats geven naast miss Inez
de Castro? Voor zoover ik weet, heeft die
dame nummer 79".
De heer Hinrichsen ondersteunde zijn ver
zoek met een zeer ruime fooi en wacht
te.
.jiïm, hm, ik geloof, dat we dat kunnen
schipperen".
„Dank u wel, chef'.
Acht dagen later. De „Albert Bailin" had
Coney Island achter zich en stevende langs
het Liibertybeeld op New York af. Klas Hin
richsen stond aan het venster van den rook-
salon, beet verdrietig op een eindje sigaar
en maakte de balans op van hetgeen hij in
de afgeloopen week gewaar was geworden.
Hit ter weinig", bromde hij tusschen de
tanden. „Het juffertje is zoo gesloten afls een
koffiepot. Ze heeft een zuster, die Mary of
Maria heet en in de Kensingtonstreet woont.
En voor zoo'n bagatel heb ik acht dagen
lang moeten paradeeren".
Klaus Sander zorgde er voor, dat hij bij de
ontscheping dicht achter Inez de Castro
bleef, zonder zelf gezien te worden. Nauwe
lijks had de danseres de kade betreden, of
een zeldzaam mooi meisje stormde op haar
af en viel haar om den hals. Reeds te vaak
had Klaus over de „little Mary" hooren
spreken om nu nog in -twijfel te zijn, wie
deze jonge dame kon wezen. Mary was het
evenbeeld der danseres. Slechts heur haar
was iets lichter van kleur, haar oogen iets
donkerder en 'bovendien scheen ze een paar
jaar jonger. Iedereen keek de beide zusters
na. „Twee rozen; een lichte en een donkere!"
mompelde Klaus. .Jammer, dat de doornen
niet ontbreken".
Na de eerste omhelzing drongen de beide
zusters door de menigte en stapten aan het
eind der kade in een roodgelakte auto. Klaus
aarzelde geen oogenblik, sprong in een taxi en
gaf den chauffeur opdracht, den rooden wa
gen te volgen,
„Twintig doSar tooi, afls Je Je coüega niet
uit het oog verliest".
„All right, mister".
De beide auto's raasden de stad in. Zelfs
op de drukste verkeerspunten kreeg de roode
taxi geen voorsprong, aangezien Sander's
chauffeur, een gehaaide Manhattanbay. zóó
dicht achter zijn voorman bleef, dat zelfs de
hand van een verkeersagent er niet -tusschen
kon komen.
Eindelijk, men had ruim twintig minu
ten gereden, stopte de roode auto voor
een groot huis in een stille straat. Op het
zelfde oogenblik bracht Sander's chauffeur
zijn wagen tot staan en sprak zachtjes;
„Kensingtonstreet".
Klaus bleef zitten. De beide zusters sche
nen hier inderdaad te wonen, want Klaus
zag, hoe de chauffeur de geheele bagage
van Inez de Castro in huis droeg. Toen
stapte Klaus uit zijn taxi en een paar mi
nuten later lag de Kensingtonstreet even
vredig en rustig als te voren.
Klaus slenterde op zijn gemak langs óe
huizenrij, aan den overkant van de straat.
Plotseling bleef hij staan en had het bijna
uitgejubeld van vreugde. Las hij daar niet
op een groot, wit karton; „Gemeubileerde
Kamer te huur voor net en eenvoudig heer.
Weduwe Watson, Hie verdieping?"
Na tien minuten, en een in alle opzichten
klinkend onderhoud met de weduwe Wat
son, was Klaus Sander, alias Nicolas Ben
der, de gelukkige huurder van bovengenoem
de gemeubileerde kamer. Van achter de ven
stergordijnen kon hij de woning der dame-9
de Castro voortdurend in 't oog houden.
(Wordt vervolgd)',