LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING BIOSCOOP. Wild West Rodeo. JT7^ B HET TOONEEL L. Simons. Het Drama en -- het Tooneel in hun Ont wikkeling. (Uitg. Wereld. Bibliotheek). Even vóór zijn dood is L. Simons door de Amsterdamsche Universiteit tot doe tor- honoris causa benoemd. Het is mij niet be kend of deze onderscheiding hem werd ver leend wegens het cultureele werk dat 'rij voor het Nederlandsche Volk met zijn We reld-Bibliotheek heeft verricht dan wel voor den letterkundigen arbeid dien hij gedurende zijn rijk en wel besteed leven h?eft gepubli ceerd. Zeker is het, dat het eeredoctoraat dezen stoeren werker om beide redenen ten volle toekwam en de kritiek, die van vele zijden is opgegaan over de kwistige en won derlijke wijze waarmee met de eeredoctora ten bij het 300-jarig bestaan van öa Aimster- damsdhe Hoogeschool is omgesprongen in geen enkel opzicht de benoeming van den man gold, die zooveel voor de ontwikkeling der volkskracht in ons land heeft gedaan. Alleen reeds om zijn doorwrochte en uitge breide studie over „Het drama en het too neel in hun ontwikkeling" kwam Simons het recht van den doctorstitel boe. Want met dezen levensarbeid, dien hij even vóór zijn dood voltooide, heeft hij ons een standaard werk over het tooneel nagelaten als in ons land nog niet bestond en dat ongetwijfeld van blijvende waarde zal blijken te znjn De vijf deelen van dit werk, waarvan de eerste twee deelen ongeveer 10 jaar geleden verschenen en het laatst? vijfde deel spoedig zal worden gepubliceerd, leveren een rijke bron voor allen, die belangstellen in de ontwikkeling van het drama en het tooneel in den loop der eeuwen tot heden toe. Simons heeft altijd een groote liefde voor het tooneel gehad en van deze liefde ge tuigt heel dit webk. Het is geen doodsch en muf product van de studeerkamer gewor den, maar een met warmte en dikwijls met geestdrift geschreven boek, waarin de schrij ver herhaaldelijk zijn eigen stem laat hooren. Simons was een te strijdlustige persoonlijk heid en hij had een te critischen geest om louter objectief tegenover het door hem be handelde onderwerp te kunnen staan. Hij heeft een sterk gepronceerde eigen meening die hij niet onder stoelen en banken steekt Deze subjectiviteit maakt, dat niet ieder het altijd met hem eens zal zijn, maar zij geeft iets levendigs en persoonlijks aan het geheel. En hij levert aldoor de bewijzen van een zoo verbluffend groote belezenheid, dat men zijn diepgaande studie en kennis blijft bewonderen, oók al verschilt men dan wel eens van meening met hem. In het pas verschenen en ons ter recen seering gezonden vierde deel, dat voorname lijk de romantiek en de na-romantiek, het burgerlijk tooneel. het volksstuk en het „eerste aanvleugen" van het sociale drama in de 19e eeuw behandelt, is het vooral de ro mantiek, die Simons met zijn diepgaande kennis en groote belezenheid op interessante wijze voor ons belicht. De studie van. dit deel is wel geschikt om ons te doordringen van het besef, dat niets veranderlijker is dan de smaak van het publiek. Wanneer wij lezen, wat nog geen 100 jaar ja, zelfs geen 60 jaar geleden in den schouwburg nog geslikt werd. dan. komen wij onwillekeurig met eenige bescheidenheid-er toe ons af te vra gen, hoe de menschen na een eeuw over on zen smaak zullen oordeelen. Natuurlijk, het groote blijft groot, in welke periode het ook verscheen. Een Ge.org Büohner was op ruim 20-jarigen leeftijd met zijn Dan ton's Dood en zijn Woccek zijn tijdgenooten een eeuw vooruit en de grootheid van een Friedrioh Hebbel zal ook worden erkend door hen, die nog veel verder van zijn werk af staan dan wij. Maar wanneer wij lezen, wat een eeuw geleden in ons land gespeeld werd, dan ge- looven wij nauwelijks onze oogen. Verbeeldt U een minnaar, die tot zijn geliefde spreekt in de volgende bewoordingen, zooals Adel- heid het deed in Walwais en Adelheid van Wiselius: .haat ons vluchten, dierbare Walwais, vluchten naar de uiterste grenzen der aarde, waar de natuur als in een ijzeren doodslaap bedolven, haar levenmakende kracht nimmer uitoefent. De nooit smeltende sneeuw van Spitsbergen zal mij aan uwe zijde altijd een groene vallei, de drijvende rotsgevaarten zullen mij welige wijnbergen, het krijtend gehuil der hongerige beren zal mij een vreugdegalm, de eeuwige nacht mij een koes terende lentedag zijn, als hij door uw bijzijn wordt verwarmd en opgeluisterd." Of wat zegt men van dit stijlbloempje, dat Camilla in De Horoscoop van A. van der Hoop geeft in 'n beschrijving aan een vrien din van haar huwelijksleven, waarin „rozen- tioeien strengelen". „Voor 't noodgeloei der smart was geen dier rozen vrij" Zelfs H. J. Schimmel, die toch in zijn tijd als een der eersten in ons land gold. liet in zijn burgerlijk tooneelspel „Juffrouw Bos" dat in 1878 verscheen de hoofdpersoon niog spreken in de volgende zinnen: „Zie, ik heb u liefgehad met al de warmte van het 18-jarig hart, Toen ge mij tegen- tradt was 't voor mij een ontdekking: ik vond verwezenlijkt, wat ik had gedroomd; de werkelijkheid werd voor mij ten hemel. En toen ge mij verliet, toen zag ik om mij heen en vond geen loof meer aan de boomen, geen grioen meer op de weiden, geen bloem meet in den tuin." Vermakelijk is het ook den inhoud nog eens te lezen van „Menschenhaat en Be rouw" van den eens zoo geliefden Von Kotze- bue, een drama, waarom onze grootouders nog dikke tranen konden weenen. Ik kan niet nalaten er een gedeelte van over te schrijven. Eulalia, die lichtzinnig haar man heeft verlaten, ontmoet he«m na vier jaren van berouw en strijd terug. Hun vrienden willen Eu I alia met haar vroegeren man verzoenen en nemen daarvoor zekerheidshalve de twee kindertjes uit hun „echt" mede, maar zóó, dat de ouders deze spruiten niet kunnen zien. In de volgende hartroerende scène veeft von Kotzebue dan de verzoening. Eulalia: Zoo hebben wij elkaar in dit le ven niets meer te zeggen. Leef wel. edele man. Vergeet een ongelukkige, die u nooit zal vergeten (zij knielt neer). Laat me nog eenmaal deze hand aan mijn lippen mogen drukken, die hand, die eens de mijne was. De man rheft haar op1Geen vernedering. Eulalia. H?t ga je goed. Vaarwel! Eulalia: Voor eeuwig! De man: Voor eeuwig! Eulalia: Wij scheiden zonder haat. De man: Zonder haat. Eulalia: En heb ik eenmaal genoeg geboet, en we zien elkander weder in een betere wereld De man: Daar heerschen geen voor oord ce len, daar wordt je de mijne. (Beider handen liggen ln elkander, beider blikken ontmoeten elkaar weemoedig; zij stamelen nog een vaarwel en gaan van elkaar, doch de moeder stoot daarbij op haar zoontje, de vader op zijn dochtertje). Het dochtertje: Vader! Het zoontje: Moeder! Vader en moeder drukken sprakeloos hun kinderen in hun armen. Het dochtertje: Lieve Vader! Het zoontje: Lieve Moeder! Eulalia en de man storten in elkanders armen. De man: Ik vergeef je. De twee vrienden heffen de kinderen in de hoogte, die hun ouders omklemmen en „Lieve Vader, Lieve Moeder" roepen, en het doek valt. Met belangstelling zien wij het laatste deel van Simons' werk, dat de ontwikkeling van het drama en het tooneel in de laatste 50 jaar geeft, tegemoet. J. B. SCHUIL door KA REL DE JONG. Op het ontbreken van samenwerking tus- schen de verschillende radio-omroep-ver- eenigingen heb ik in deze rubriek meer dan eens gewezen. Internationaal overleg zal misschien wel om technische redenen be zwaarlijk, zoo niet onmogelijk zijn, natio naal daarentegen zou allicht menigeen niet onwenschelijk toeschijnen en ook niet on mogelijk zijn als er samenwerking in 't algemeen bestond! Het gaat mij, als neutraal buitenstaander, niet aan, de schuldvraag na te speuren. Maar ik moet toch zeggen dat een blik in de programma's van a.s. Zondag en Maandag juist bij den neutralen buiten staander bevreemding wekt. Men oordeele. Zondagav. uit Hilversum een uitzending, die te 9.15 eindigt met dc Marche militaire uit de „Suite Algérienne" van St. Saëns. Denzelfden avond uit Huizen een uitzending die precies op denzelfden tijd, te 9.15 ein digt metde Fransche militaire Marsch uit de Algerijnsche Suite van St. Saëns. De meergenoemde neutrale buitenstaander zal zich dus er in kunnen vermeien om zijn af- stelknop afwisselend op 1875 en op 298 M. te draaien, steeds zal hij 't zelfde stuk hoo ren, al is het nu eens onder een Fransche, dan weer onder een Hollandschen naam. De niet-neutrale luisteraar zal natuurlijk plichtbewust alleen naar de uitzending zij ner eigen vereeniging luisteren, alzoo de eene naar Hilversum, de andere .naar Huizen. Maar het aantal omroeprichtingen in ons land is grooter dan het aantal zendstations, en dus zijn er ook nog velen die van geen der beide genoemde martiale uitzendingen mogen profiteeren. Geen nood: den volgen den avond speelt hetzelfde orkest dezelfde Suite voo^ dezelfde Huizer microfoon, maar nu onder een andere vlag en weer een groot aantal luisteraars kan bij het hooren van St. Saëns muziek militaristische neigingen opdoen. Rest nog een aanzienlijk getal wier overtuiging het aanhooren ook van deze uit zending niet gedoogt. Ik heb niet gezien of op een der volgende dagen ook rekening gehouden is met him verlangens, die toch ook in de richting van Algerijnsche Suites en militaire marschen kunnen gaan. Afgezien van de Algerijnsche Suite komt Saint-Saëns Zondag toch nog voldoende aan het woord. Een bepaalde reden is daarvoor niet: de componist werd 9 Oct 1835 geboren en overleed 16 Dec. 1921 t Is dus zuiver toe val dat Hilversum 's middags het tweede pianoconcert en 's avonds een geheel St. Saëns-programma w.o.' het derde viool concert uitzendt. Van de 5 pianoconcerten die St. Saëns (evenals Beethoven) schreef, is het tweede wel het meest gespeelde. De neo-klassisistische natuur van den compo nist komt daarin al zeer duidelijk tot uiting. Bach en Mendelssohn hebben hem daar voor den geest gezweefd, wat bij een organist als St. Saëns niet verwonderlijk mag heeten. De eerste inzet van het klavier doet denken aan een orgelpreludium. Maar spoedig komt het virtuose element er bij en daarmee de geestelijke vervlakking. Ik voor mij kan niet zeggen, dat die resulteert uit de overschrijding van den Rijn. m.a.w. dat zij een specifiek Fransch cachet heeft. Eer der schijnt de stijl van het Andante, dat het eerste hoofdstuk vormt, uit de Weener kla- vierschool té* zijn voortgesproten; Hummel en Mendelssohn hebben aan de wieg ge staan.. Het geestige en tintelende Scherzo heeft dezelfde aantrekkelijkheden, die Mendelssohn's Scherzi terecht, zoo beroemd en geliefd hebben gemaakt. En de Finale, een soort van taren teil a-beweging toont de schaduwzijden van de slotstukken van Men delssohn's klavierconcerten: al te veelvul dige herhaling van dezelfde technische fi guren. Van St. Saëns drie vioolconcerten is het derde het meest gespeelde. Ook in dit werk heeft men geen diepte van geest te zoeken; het is echter vlot en brülant geschreven, zoowel voor het solo-instrument als voor het orkest. Op hetzelfde programma van Zondag avond komen 2 van de 4 Poèmes symphoni- ques voor. Het beroemdste der 4 is de Danse macabre op. 40. doch dit wordt dien avond niet gespeeld. De overige zijn: Le Rouet d'Omphale op. 31, Phaëton op. 39 en La Jeu- nesse d'Hercule op. 50. De componist schreef deze werken in de jaren 18711877. Het voorbeeld van Liszt, wiens Poèmes symphoni- ques hij zeer bewonderde had hem geprik keld. Le Rouet d'Omphale heeft tot onder werp het gedwongen verblijf van Herakles ten paleize van de koningin Omphale, waar de held in vrouwekleeren gestoken, spinnen moest zooals de oud-Grieksche sage ons ver haalt. Dat hij daarbij spinnijdig werd, hoo ren we uit de luide klachten in het midden der compositie. Maar merkwaardig is, dat de eerste impuls tot het ontstaan van deze den componist niet gewerd uit het lezen der sage of uit de aanschouwing van een die sage behandelend schilderij, maar wel door het zien van een mooi ebbenhouten spinne wiel in een damessalon. Den dag daarop be zocht St. Saëns het atelier van den schilder Gabanel en zag daar een schilderstuk, dat Venus voorstelde; hij bewonderde het ccüo- riet en de uitdrukking van het levende, bloeiende en zinnelijke. En ziet. in zijn geest construeerde dit beeld zich met de herinne ring aan het spinnewiel tot le Rouet d'Om phale. Het hoofdthema was hem daags te voren al ingevallen. In Daventrys-Grondslagen der muziek zijn ditmaal weer pianosonates van Beethoven aan de beurt. Het is een zonderlinge bloem lezing. die ons geboden wordt. Vooreerst de tweede der drie aan Haydn opgedragen so nates op. 2. een werk waarvan het Largo het meest individueele en waardevolle deel uit maakt; in het rondo-finale heerscht een ele gance van stijl, die men bij Beethoven niet zoo heel vaak aantreft. Dan de eerste der beide sonates op. 27, die elk den titel „quasi una fantasia" dragen, als aanduiding van het streven van den componist om de traditio- neele vormen te wijzigen. De sonate op. 27 no. 1 bestaat uit een in rondo-vorm geschre ven liedmelodie, een Scherzo met trio. een Ad agio-inleiding en rondo finale, waarin het Adagio nog eens terugkeert om met een korte snelle coda te besluiten. Daarna komt de so natine op, 49 no. 2, die in een vroegere pe riode geschreven werd dan het opusgetal zou doen vermoeden. Voorts de programma-son ate „Les Adieux. l'Absence et Le Retour", op. 81a. opgedragen aan Beethovens vriend, den aartshertog Ru- dolf en geïnspireeTd door een reis van dezen, gevolgd door de tweedeelige sonate op. 78. die qua inhoud bij vele andere wat achter staat. Vervolgens de tweedeelige sonate op. 90 en tot slot het geweldigste klaviergedicht van alle tijden: de sonate op. 106. Het is jammer dat de beschikbare tijd het noodzakelijk schijnt te maken dit reuzenwerk in twee gedeelten op verschillende dagen uit te zenden; wijl de hoofddeelen niet alleen ideëel, maar ook thematisch of althans mo- tivisch samenhangen is de verbrokkeling niet geheel en al te billijken. Een zelden gespeeld werk Is het in 1890 ge schreven sextet op. 70 van Tschaikowsky. Het draagt den neventitel „Souvenir de Floren ce", doch schijnt weinig van de romantische sfeer der Italiaansche stad te ademen. De biograaf Dr. Stein laat er zich niet geestdrif tig over uit en noemt het „een vriendelijk ge- doedel. Daventry zal dit stuk Donderdag uit zenden. REMBRANDT THEATER „Madchen zum Heiraten" met Rc- nate Möller, Hermann Thimig. Fritz Griinbaum en Szoeke Szakall Ieder kent het, ieder neuriet het, ieder zingt het: „Ich möchte heiraten, heiraten, heiraten Aber gleich. aber gleich, aber gleich, Ich möchte heiraten, heiraten, heiraten, Aber reich, aber reich, aber reich." en voor diegenen, die deze week naar Rem brandt gaan, zal het, we twijfelen er niet aan, voor een tijdje het lijfliedje worden. Renate Miiller is hard op weg de lieveling van het publiek te worden, met iedere film. waarmee ze komt, groeit haar populariteit. Van haar pittige, natuurlijke, ongedwongen spel, haar geheele persoontje gaat zoo'n on zegbare charme uit, dat een film van haar bij voorbaat al bestemd is een succes te worden. Dat Hermann Thimig in de droomen van menig bakvischje een voorname rol inneemt is zeker. Hij is precies de man, zooals een meisje zich graag haar toekomstigen echt genoot voorstelt; zijn prettige uiterlijk, zijn hoffelijkheid, gepaard aan een zekere terug houdendheid, zijn evenveel factoren voor zijn succes bij het jonge zwakke geslacht. De inhoud van ..Madchen zum Heiraten" is gauw verteld, het komt hier voornamelijk op het verwerken van het gegeven aan en in dat verwerken is de regisseur wel heel ge lukkig geweest. Renate Muller Gerda Arnhold (Renate Müller) is toon- mixer aan de gramofoonplatenfabriek, waar Robert Goll (Hermann Thimig) reclamechef is. Gerda heeft een warm plaatsje in haar hart voor Robert, maar daar Robert van zijn niet ruime salaris ook twee broers moe:, onderhouden, de eene een kunstschilder, de ander nog een schooljongen, kan hij niet aan een huwelijk denken, hoe lief hij Gerda ove rigens ook vindt. Als een rijk jong meisje Ro bert evenwel heel aardig gaat vinden en Ro bert met haar afspraakjes maakt om te gaan teaën, begrijpt Gerda. dat. wil ze hem niet verliezen, ze haar maatregelen moet. nemen. Het is tot aller genoegen, dat de film ein digt met het huwelijk van Gerda met Robert. Het is zoo'n aardige opgewekte vroolijke film, dat we niet genoeg kunnen aanbeve len er heen te gaan! Het verdere programma geeft o.a. nog een teekenfilmpje van Max Fleischer, „The Robot". Op het tooneel de Weensche komieken Meller en Wagner, die een alleraardigste voordracht geven, waarbij het publiek zich kostelijk amuseert. CINEMA PALACE. „Jij wordt mijn vrouw" In de hoofdrollen Willy Fritsch, Ralph Arthur, Roberts cn Camilla Horn. Als men deze week eens een avond zeer gezellig uit wil gaan en zich genoeglijk amu seeren. dan brengc men een bezoek aan bo vengenoemd theatsr waar Willy Fritsch, maar meer nog Raf.ph Arthur Roberts op de lach spieren werken zoodat er voortdurend ge schaterd wordt. De geschiedenis is niet nieuw en in het kort deze: Een architect (Roberts) is ge huwd met een mooi? jonge vrouw. Daar hij veel slippertjes maakt, veronachtzaamt hij haar en als een jonge man (Willy Fritsch) dit ziet is deze er als de kippen bij. Als de jonge man denkt dat het hem zoo maar ge lukken zal dc Jon?e vrouw te veroveren, ver gist hij zich, want vóór dat dc jonge lieden het eens zijn. maakt de getrouwde man nog heel wat mee en komt in veel ongewone situaties, daarin nog dieper gewerkt door zijn pseudo-secretaris (Willy Fritsch). Het einde is echter na heel veel tegenstand voor de jonge vrouw en de jonge man gelukkig voor den architect Mér.ard echter niet, want hij raakt, behalve zijn geliefde, ook zijn vrouw kwijt. Een aardige geschiedenis met Willy Fritsch R A. Roberts en Camilla Horn in de hoofd rollen. Naar de bekende en onbekende liedjes werd vol aandacht geluisterd. Even goed als het hoofdnummer is het voorprogramma. De journaals zijn zeer actueel en vol verscheidenheid. Vooral Poly goon waar tie van turnen, naar boksen en dan naar do nijvere bijen trekken. Alleraar digst is de Ufa-cabaretfilm. Zeer interessant is de film die hot leven van den componist Chopln behandelt. En danlest best. Op het tooneel de Farady familie, bestaande uit drie personen nJ. een meisje, een jongen en oen volwassen persoon Wat vooral de beide kinderen prestoeren op het gebied van acrobatiek, grenst aan het wonderbaarlijke. Een daverend applaus dat telkens opklonk, was voor de acrobaten een bewijs dat hetgeen geboden werd, in den viel. Marie Dressier. LUXOR THEATER. Marie Dressier in De Ver mageringskuur. Het is waarlijk niet te veel gezegd, als we Marie Dressier een actrice noemen van meer dan gewone betee- kenis. Dat ze in ko mische films succes heeft, bewees Als Kostjuffrouwen spe culeeren. waar in ze met Pol ly Moran optrad, hoewel deze rol prent over het ge heel niet overvloei de van grappig heid.. Dat ze ook in ander genre uit blinken kan, ge tuigden haar rol in Anna Christie en haar creatie in Min and Bill (De vreem de Moeder). Thans draait De Vermageringskuur in Luxor. Polly Moran, rijk geworden in een schoonheidsinstituut, ontfermt zich over haar arme zuster Marie. Polly's dochter Joyce is bijna verloofd met een mllllonair, die haar echter laat schieten voor Vivian, dochter van Marie, tot wanhoop van Vivian's vroegeren aanbidder en Marie zelf. Deze laatste brengt alles weer ln orde. en ook de in den loop van het verhaal ontstane ruzie tusschen beide zusters wordt bijgelegd. Dit is een uitmuntende komische film. Er fs gegierd om de dolzinnige scènes in den trein, als Marie op reis is naar haar zuster, om de aankomst, om het vermageringsinsti tuut. Ik heb Marie bewonderd om haar vol maakte spel, zonder een enkele overdrijving, die een film zoo gauw flauw maakt. En het volgende oogenbük ontroert ze weer. wan neer ze haar nichtje troost in haar verdriet, en wanneer ze den millionair zijn gedrag aan de kaak stelt. Zij maakt, van de geschie denis een prachtige film, die misschien In een enkel gedeelte door den Amerlkaanschen dialoog iets te gerekt is, maar die de toe schouwers boeit cn doet schateren. Polly MoTan. Anita Page en Sally Eilers staan haar uitstekend ter zijde Maar ondanks de presta ties van dezen steekt Marie Dressier toch ver boven haar uit. Dit is een der beste ver tolkingen, die ik van haar heb gezien. De tweede hoofdfilm brengt Paul Morgan in Hollywood. Egon von Jordan (beiden speelden ze hoofdrollen in Menschen achter Tralies) leidt hem daar rond. We zien de M. G. M. studio's, ontmoeten Buster Keaton, die niet aan het lachen is te krijgen, hoo ren Ramon Novarro in een Matrozenlied, maken kennis met Oskar Strauss, John Gilbert, Heinrich George cn Joan Crawford, wonen een éénacter van Adolphe Menjou bij, en bewonderen het bijzonder mooie Al- bertina Rasch ballet. Deze film heet We schakelen over op Hollywood cn is een uit stekende, interessante en komische revue film. Vooraf krijgt men een alleraardigst tee kenfilmpje Naar de Noordpool, terwijl het Luxor-Nieuws weer actueele onderwerpen toont: tennis op Leimonias. de Laga-acht in actie in Sloten, motorwedstrijden in Bra bant enz. Wij kunnen dit programma ten volle aan bevelen. Een zéér genoeglijke avond is ge waarborgd. DE KONINGIN-MOEDER OP DE REMBRAND TTENTOONSTELLING. De Koning in-ï^peder bracht Vrijdag een bezoek aan de Rembrandt-Tentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam, alwaar zij werd ontvangen door den Burgemeester van Amsterdam. OPENLUCHT-SAMENKOMST Het comité der Inw. Zending uitgaande van de Chr. Ger. Kerk Haarlem (N.) en Haarlem (C.) zal Zaterdagavond 23 Juli a.s. op het Soendaplein een openluchtsamen- komst houden. Spreker: Ds. K. G. v. Smeden. 17-JARIG AMBTENAAR VERDUISTERT POSTWISSELS. Een hulpbesteller bij de posterijen te Heer len. oud 17 jaar, heeft, naar het Handelsblad meldt, onrechtmatig postwissels geïnd. Bij onderzoek viel hij door den mand. Hij had een mededader, ook een 17-jarige jongen uit Heerlen, die den postwissel had geïnd. Toen deze een half uur later op het postkantoor kwam, werd hij eveneens gear resteerd. Het bleek, dat de hulpbesteller tot een be drag van f 300 aan postwissels gestolen had. De postwissels nam hij weg bij de tweede sorteering. dus vóór zij naar den geadres seerden gingen. KIND UIT HET RAAM GEVALLEN. Op den hoek van dc Lijnbaansgracht en de Westerstraat te Amsterdam is Vrijdag avond een kind van vier jara uit het raam gevallen. Ernstig gewond is de kleine naar het Tesselschadezieeknhuls vervoerd. EXAMENS HOOFDAKTE. Haarlem, 21 Juli. Geëxamineerd 7 vr.l. cand. Geslaagd de dames F. Stadman. Am sterdam; A. Castelein, Haarlem; A. Sjerps, Wognum. DEMPINGSSCHANDAAL TE ENKHUIZEN AFGEWEND. HAVENDIJK BLIJFT BEHOUDEN. Bij het gemeentebestuur van Enkhuizen is naar aan de NR.Ct. gemeld wordt een brief van den minister Ingekomen, waarin deze meldt. dat. van de regeering. gezien het adv.os van de rijkscommissie voor Monumentenzorg geen subsidie te verwachten is voor het dem pen van den Haversiük. Wijl het gemeente bestuur zeker niet zal besluiten deze gracht op eigen kosten te laten dempen, zal'de Ha- vendijk blijven bestaan. In het Amsterdamsche Stadion. 'm U ('-k' ,-r Jf/ 6. V Man en paard, groet aan het publek. .Begrijp jij dat nou?" vroeg een eerzaam Amsterdamsch huisvader, die Vrijdagavond in mijn buurt het leege Amsterdamsche Stadion zat af te kijken, aan z'n vrouw. „Snap jij daar nou iets van? Nou zeggen ze: Amsterdam ls een dooie stad. Ze moeten ti'r es wat te doen maken! En nou is-ter wat te doen en nou komt er geen kip!" „Ja", antwoordde zijn bijdehande echtgenoote, „asseze Tom Mix met z'n paard op de film kenne zien, dim loopt het storm. Maar nou ze de cowboys in werkelijkheid kenne zien paardrije, nou ls 't: ho maar!" Belde opmerkingen, al waren ze wat over dreven, waren er toch niet heelemaal „naast". Want als al de menschen, die Vrij dagavond hun weg naar het Stadion gevon den hadden, ln een gewone vergaderzaal bljeen waren geweest, had men van een flink bezette zaal mogen spreken. De uit drukking „geen kip" ging dus wat ver maar duidelijk bleek toch wel, dat dc hoofdstad niet naar de prestaties van „Wlld-West Rodeo" had zitten snakken. En dit is niet zoo'n wonder want de hoofd stad ls ln den laatstcn tijd verwend door uitmuntende circussen, met een wereldver maardheid en wat men daar te zien kreeg kan in vele opzichten de vergelijking met Wlld-West Rodeo doorstaan. Zoodat de op merking. die ik 'n paar maal van den Am- sterdamschen huisvader opving: „Doen ze in een circus beter!" weer niet geheel mis plaatst was. Zeker, deze cowboys, cowgirls cn Indianen laten koene staaltjes van rijkunst zien. Zij schijnen met hun paarden geheel één te zijn geworden en aardig ls dc entrée van het geheele gezelschap in de schilderachtige en fleurige costuums. Interessant ls ook hot pony express-rijden, waarbij de rijders in ongeloofelijk korten tijd van paarden ver wisselen en metéén weer dóórjacen. Maar enkele nummers gavert toch den In druk. dat de paarden óf niet voldoende aan het terrein gewend waren óf dat er niet of niet genoeg gerepeteerd was. Zoo viel het nummer „hoogspringen" ge deeltelijk ln het water en gelukte de sprong van Ted Elder, staande op twee paarden, over een auto, nog nèt op het kantje. Dc sprong over de auto. I Het lassowerpen blijft altijd een Interes sant schouwspel cn Colonel Cy Compton, dio 7 paarden met berijders in één worp ving, mag inderdaad op den titel „wereldkam pioen-lassowerper" aanspraak maken. Eenige nummers doen te veel aan de ker mis denken. Bij voorbeeld do origlncelc krijgdans doir Oklahoma Indianen «wij hebben waarlijk ln circussen ftndere krijgs dansen zien uitvoeren!) en dan het berij den der „ongetemde" paarden en „wilde stieren"die even later weer kalm staan te grazen. In de pauze vergastte een der cowboys ons op het zingen van een cowboy-lied, dat door de luidsprekers overal zeer goed te volgen was. Toen sprong hij maar weer gauw op zijn paard en draafde weg. Wonderlijke ke rels, deze cowboys. Op een paardenrug voe len zij zich veel beter thuis dan op den be- ganen grond! Over 't- algemeen gaf deze avond, waarvan het Jammer was dat het s'.ot eenigszins „verregende", veel moois en interessants te genieten, al was het gebodene dan ook niet volmaakt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 11