BIJVOEGSEL
HAARLEM'S
DAGBLAD
Vrijdag 12 Aug.
AAN ALLEN.
Van mijn kleine dorpje uit kom ik een
praatje met jullie maken. In de eerste plaats
dank voor al die mooie kaarten, die ik uit
alle deelen van Nederland, maar ook wel
van over de grens van jullie mocht ontvan
gen. De post zal zeer zeker wel eens het
hoofd geschud hebben over al die fantasti
sche onderteekeningen. Je snapt wel, dat in
zoo'n klein plaatsje de postambtenaar veel
meer tijd heeft op dit alles te letten, dan in
onze groote stad Haarlem.
Ja, Enter is een klein plaatsje, 't Heeft on
geveer 3500 zielen. Een gemeente is 't eigen
lijk niet. 't Is maar een onderdeel van de
gemeente Wierden. Enter is oud. hoewel ook
hier evenals overal nieuwe boerenwoningen
en moderne villatjes in de laatste jaren ver
rezen zijn. In 't jaar 1040 wordt er in de
kronieken al van het dorp Enter gesproken.
Enter was toen een marke, een vlek, waar
de bewoners eigen heer en meester waren.
Enter bestond en bestaat grootendeels nog
uit een Noord-eind en een Zuid-eind. Op
zijn Overijselsch spreekt men van Zoede-
kereinde. Over 't algemeen staan de huizen
er net als de huizen uit een speelgoeddorp, een
flink stuk van elkaar. Er is geen huis of er
is een lapje grond bij. Op sommige wegen
staan ze schuin, zoodat de bewoner des te
ruimer uitzicht heeft. In iederen tuin, gaor-
deken zegt men hier, staan zeker een of
meer lindeboomen.
Er is een oud volksgeloof, dat lindeboo
men beschouwt als verdrijvers van onweer.
Bij vele oude woningen is ook nog een vlier
bosch. Vlier en lindebloesem zijn beide ge
neeskrachtige kruiden. Men had dus de apo
theek zoo maar bij 't huis.
Eertijds waren de Enten aren schippers. Of
de naam Enter in verband staat met 't werk
woord enteren, is mij niet bekend. Voor de
hand ligt 't zeker. Volgens oude overleverin
gen zou omstreeks 1200 een Portugeezen ko
lonie zich in Enter gevestigd hebben. Deze
Portugeezen zouden aan de Entenaren het
schipperen hebben geleerd. Zoolang de bin-
nenschipperij in Overijsel van eenige betee-
kenis was, zijn de Entenaren schippers ge
bleven. Zij bleven baas op het water.
Al was en bleef Enter maar een klein
dorpje, de bewoners golden als welvarende
lui. Misschien zou het kleine Enter een groot
Enter geworden zijn, als men tot den bis
schop van Utrecht was gegaan met t ver
zoek Enter tot stad te verheffen. Dan had
het zich zeker beter kunnen handhaven. Nu
werd er door Ridderschap en Steden over
haar beslist, zonder dat ze eenige medezeg
genschap had. Zoo geschiedde het, dat de
Zwollenaren, omdat ze den bisschop van
Utrecht veel geld geleend hadden, vrij moch
ten varen op Vecht en Regge. Terwijl de En
tenaren hun tol moesten betalen.
In 't begin van 1800 werd Enter als vrije
markt geschrapt en ingelijfd bij Wierden.
Zoo werd het tot buurtschap gedegradeerd
en mag slechts een paar raadsleden aanwij
zen, die de Entersche belangen in den Wier-
denschen raad behartigen.
Er zijn wel stormen over dit dorpje heenge
gaan. In den 80-jarigen oorlog werd de kerk
tot den grond verwoest, opgebouwd en we
derom verwoest. Men hing toen de mooie
torenklokken in de thans nog bestaande lin
deboomen voor de kerk, vanwaar zij door
Bernard van Galen, bisschop van Munster
werden meegenomen naar Pruisenland.
Er is hier een stil en vereenzaamd buurtje,
dat eenmaal een gouden tijd heeft beleefd
Eenmaal was er een leven en bedrijvigheid
als nergens anders in Twente. Hier was de
stapelplaats voor linnen, vleesch, enz. het
welk uit Enschedé, Delden enz. werd aange
voerd, om door de Entersche schippers via
Zwolle naar Amsterdam of soms zelfs naai
Vlaanderen vervoerd te worden. De mach
tige koopstad Deventer sloeg toen een begee-
rig oog naar 't kleine Enter. De handel van
Deventer werd door Zwolle en Amsterdam
opgeslokt- In 1685 kwam de Deventer burge
meester, Herman Borgerink, in 't bezit van
het oude kasteel, vele boerderijen en de schip
pers-herberg Binnengait. Binnengait was
tevens aanbreng-kantoor. Dit alles had den
hoogen magistraat veel geld gekost, maar 't
was zeker een slimme zet. Hij lokte veel han
del naar dezen uithoek van Twente. Toch
■kreeg hij geen medewerking van de Enter
sche schippers. Ze vonden het best, dat hij
vooral de haven eens flink Met opknappen,
maar voor verdere toenadering wachtten ze
zich wel. De schippersherberg Binnengait
bloeide als nooit te voren en nimmer daarna.
Heel wat smokkelwaren ging ook hier van
hand tot hand.
In 1770 pakken zich weer donkere wolken
boven Enter samen. Reeds langer dan een
jaar gingen de geruchten, dat er een nieu
we vaart zou komen, die zou uitmonden bo
ven Enter. In 1771 werden de bekendmakin
gen aangeplakt. De Staten van Overijsel had
den n.l. goedgevonden, dat Heer Graaf Ca-
rel van Wassenaar heer v. Twickel een ka
naal mocht graven- Vreemde ingenieurs,
landmeters en opzichters kwamen rondspo
ken in Enter. Maar in de schippersherberg
Binnengait kwamen ze zelden. De heer van
Twickel had Enter niet noodig. De Enber-
schen begrepen, dat door het kanaal hun
broodwinning zou verminderen. De Entena
ren waren woedend en vernielden des nachts
menig mooi bouwwerk der ingenieurs. Toch
waren de Entenaars in doorsnee geen ruw
volk. Er bestaan mooie oude kunstvoorwer
pen en prachtige handschriften juist uit dien
tijd- En een volk, dat zich toelegt op weten
schap en kunst, kan geen ruw volk zijn. Tij
dens het graven der Twickelervaart hebben
de Enternaars zich niet van hun beste zijde
leeren kennen.
In de Meimaand van 1772 was pien zoover
met de werkzaamheden gevorderd, dat het
einde in 't zicht kwam. En de Bnternaren
traden steeds brutaler op. Op zekeren mor
gen waren alle dammen en schutten verwij
derd en lag het kanaal geheel droog. Op 14
Mei ging men openlijk tot een aanval op de
Twickelervaart over. Met trom en trompet
kwam daar een legertje van 400 Enterschen.
gewapend met schop en houweel. Vele pol
derwerkers namen vol angst de vlucht- Maar
het opzichterspersoneel en de leidende inge
nieur bedachten een hst. Ze stelden voor om
gezamenlijk naar Binnengait te gaan en
daar te onderhandelen over het al of niet
verder graven van 't kanaal. De Enterschen
stemden toe. Ondertusschen stuurden de
bazen renboden naar Goor om versterking te
halen. 150 man kwam en sloeg te Enter zijn
tenten op. Er kwam een verzoening tot stand
en het graafwerk werd tot een goed einde
gebracht. In datzelfde jaar werd de vaart
feesteMjk geopend en was tijdelijk een goede
waterweg van Delden naar de Regge. De
kwieke Entersche kooplieden verlegden den
handel naar Enter, waar hij bleef bloeien
tot nieuwe straatwegen werden aangelegd
en nieuwe tijden werden ingeluid.
In 1863 kwam de eerste spoorweg, welke een
groot deel van het vervoer in Twente over
nam. Toen in 1888 de spoorlijn Deventer
Almelo werd aangelegd, was het met de En
tersche schipperij zoo goed als afgeloopen.
En nu in 1932 heeft Enter nog slechts één
schipper met een schip, een zompe.
Thans houdt de bevolking zich bezig met
het fabriceeren van klompen. De meeste
klompenfabriekjes werken met een motor,
een enkele klompenmaker werkt nog met de
hand.
't Lijkt een wonder hoe uit zoo'n ruw stuk
boomstam een klomp gesneden wordt zoo
zuiver van vorm en zoo geheel een paar vor
mend.
Men voelt ook hier wel iets van de ma
laise. maar er wordt hier nog steeds gewerkt
en armoede wordt er niet geleden.
De Entersche jeugd speelt in 't vrije veld
of poedelt in een uitgegraven plas. Bioscoop
of schouwburg kent men er niet. Vrij en blij
leven de jongens en meisjes nu in hun
gaordekens of langs den weg. Wat verkeers
agenten zijn, weten ze alleen van hooren-
zeggen. Ze kennen hier alleen den veldwach
ter. Hij zal zeker een veldwachterscostuum
hebben. Ik zag hem in zijn gaordeken met
blauwe boezeroen en pilo broek. Een heel
vriendelijk buurten-manneke, die 't de
schooljeugd zeker niét al te lastig zal maken.
W. B.—Z.
ONS TUINHOEKJE.
EENJARICE ZOMERBLOEMEN.
Zomerviolier (Cheiranthus annuus), fam.
Kr.uisbloemigen Cruciferen
Van deze prachtige éénjarige plant, af
komstig uit Zuid-Europa, kweekt men een
groot aantal verscheidenheden met gevulde
bloemen. Hebben jullie wel eens gehoord
van gevulde bloemen? Dit zijn bloemen, die
door een bijzondere kweekwijz? een verande
ring hebben ondergaan. De meeldraden zijn
veranderd in kroonblaadjes, zoodat de
bloem voller is geworden. Een mooi voor
beeld hiervan vinden we bij de razen. Jullie
kent waarschijnlijk wel de wilde- of honds
roos (Rosa canina") of anders het duinroos
je (Rosa pimpirellifolia)We vinden hierbij
een massa meeldraden, die bij de gekwsek-
tesoorten soms geheel zijn verdwenen en
veranderd in bloemblaadjes. Bij deze violier
is dit ook het geval. De gevulde soorten
komen vrij standvastig uit zaad terug, mits
men 't zaad koopt bij een goeden zaadhan
delaar. Zelf gewonnen zaad levert een groot-
aantal enkelbloemigen. Ze kunnen nog met
een kluit verplant worden als ze in knop
staan. Planten met lange, dunne knoppen
geven slechts enkele bloemen; de 'knoppen
van de gevuldbloemigen zijn kort en opge
zwollen. Als je dus een perkje met uitslui
tend gevuld-bloemigen wilt hebben, wacht
je met verpoten tot de enkelbloemigen ken
baar zijn. De gevuldbloemigen bloeien lan
ger dan de enkelbloemigen. De lange, zeer
welriekende trossen zijn uitstekend ge
schikt voor snijbloemen. De beste soorten
zijn: doorbloeiende Dresdener, grootbloe-
mige Victoria, reuzenbloemige Excelsior. De
laatste vormt 50 a 60 cJM. lange bloemtros
sen, die prachtig materiaal vormen voor
groote bloemwerken in vazen. In -bloempot
ten doen de violieren het ook uitstekend;
3 plantjes in een pot van gewone grootte.
Zinnia elegans, fam. Samengesteldbloe -
mi-gen (Compositen).
Een sierplant uit Mexico. Krachtige
6070 c.M. hoog groeiende planten, die zich
den geheelen zomer tooien met goed ge
vulde bloemhoofdjes in talrijke kleuren. De
plant is wel wat stijf en de bloemen zijn
tamelijk plomp, maar de eigenaardige kleu
ren. die deze bloemen v-ertoonen, loonen
dubbel de moeite, welke we er aan besteden.
Ze zijn uitstekend geschikt voor perken en
voldoen ook goed als snijbloemen, daar ze
in een vaas lang duren. Er zijn verschillen
de soorten. De mooiste zijn: Z. e. robusta
grandiflora (reuzenbloemigl. Z. e. liliput
fkleinbloemig), Z. e. Tom Thumb (minia
tuur zinnia). Z. e. Striata (gestreept).
Tot de kruiden, di? we gemakkelijk kun
nen kweeken, behoort ook:
Borage of Bernage.
Een éénjarige plant met breede. ruwe,
grijsgroene bladeren en kleine mooie he
melsblauwe, soms roodachtig-witte bloemen.
Deze plant behoort tot de gezondste krui
den. Worden de jonge, sappige bladeren
fijngehakt, door de salade gemengd, dan
krijgt deze er een komkommerachtige geur
en smaak door. De levendig--blauwe -bloem
pjes worden wel gebruikt ter versiering van
kropsla en andere gerechten, ook in verec-
niging met oranjekleurige bloemen van
Oost-Indische kers. Borage bloempjes geven
aan drinkwater een bijzondere frischheid.
Werp je bij heet weer enkele in een glas
water, dan blijft dit merkwaardig koel; een
eigenschap die nog niet te verklaren is.
Het zaad wordt in den nazomer of in 't
voorjaar uitgestrooid. De planten worden
ongeveer 40 c.M, hoog en bloeien mild en
lang. Door het neervallende zaad kweekt
borage zich zelf voort.
EEN AARDIG WERKJE VOOR
DE MEISJES.
Na de vele knutselwerkjes, die wij den
laatsten tijd voor de jongens hebben bespro
ken, willen we nu toch ook weer eens met
een leuk werkje voor de meisjes komen.
Vooral als we straks in den vacantietijd
eens een dagje slecht weer hebben, zoodat
we niet buiten kunnen spelen, is dat een
prachtige gelegenheid om het ter hand te
nemen en we zullen ons dan zeker niet be
hoeven te vervelen. Want al hopen we na
tuurlijk allemaal op mooi weer en veel zon
in de vacantie, in ons landje kan je daar
helaas nooit iets met zekerheid van zeggen.
En als het werkje, dat we gaan doen. dan
tevens nog practisch is en een aardige ver
rassing voor moeder, dan is het oen dubbel
genot.
Een eiwarmertje, zooals julUe hier op de
teekening zien, komt moeder altijd van pas
en zij zal het nog meer waardeeren, als we
het zoo aardig, toepasselijk maken, name
lijk in den vorm van een kuikentje. Elk
meisje, dat ook maar een beetje de naald
kan hantoeren, zal het kunnen maken. Hoe
dat gedaan moet worden? Luister dan maar.
We vragen aan moeder, of we even in
haar lappenmand mogen snuffelen, daar
vinden we dan wel een paar lapjes in van
witte of gele stof. Zooals je op het teke
ningetje ziet behoeven die lapjes niet. zoo
groot te zijn, wel moeten ze rechthoekig zijn
en anders moeten we ze zoo knippen. We
gaan niet direct in dc stof knippen, maar
teekenen eerst op een dun stukje "papier het
kuikentje, leggen dat op de stof en knippen
deze nu naar het papieren patroontje. Wie
heelemaal niet kan te "kenen, kan het ook
hier afgebeelde kuikentje <fig. I) uit het
blad knippen en dat als patroontje gebrui
ken. daar dit al op de goede maat is getee-
kend. Er moeten natuurlijk twee precies de
zelfde patroontjes worden geknipt, die ver
volgens tegen elkaar worden genaaid en
dan het kuikentje vormen. Den onderkant
hebben we niet dicht grnaaid, zoodat het
diertje nu binnenste-buiten kan worden ge
draaid, waardoor de naden aan den bin
nenkant komen te zitten. Uit een stukje
roode stof worden de pootjes, het kamme
tje en de vleugeltjes geknipt, die dan heel
netjes op de juiste plaatsen worden ge
naaid. Tenslotte worden nog t-wee glas-
kraaltjes aan weerskanten van het kopje
van het diertje genaaid, die de oogjes moe
ten voorstellen.
De stof, die we gebruiken om -het kuiken
tje te maken, mag niet ai te dun zijn, want
we mogen niet vergeten dat een elerwarmer-
tje moet dienen om het ei warm te houden.
Het beste nemen we dus een stukje wollen
stof of iets dergelijks. En dan., we moeten
alles keurig afwerkenAls we het slordig
doen zal het er lang niet zoo aardig uitzien
en ik denk niet, dat moeder ons dan zal
vragen om er nog een paar voor haar te
maken, zoodat ze eindelijk een heel stelle
tje krijgt van die grappige warmertjes. Zoo'n
heel groepje te maken is natuurlijk nog leu
ker, t.' zal dan bij het ontbijt net zijn, alsof
de heele -kippenfamilie over de tafel
wandelt.
JANNEKE VAN BEEK
DE MERINOS.
De reiziger, die in den zomer de wijd uit
gestrekte en vaak zoo eenzame en eentonige
vlakten van midden-Spanje doorkruist, zal
op zijn weg dikwijls groote kudden schapen
ontmoeten, die door hun lange, witte wol de
aandacht trekken. Zoo'n kudde wordt griroed
door een aantal mannen te paard en te vort.
mannen, die meer op roovers dan op herders
gelijken» Voorts zijn er ter bewaking nog
groote honden bij de kudde, terwijl op muil
dieren zakken worden meegevoerd. Die kud
den zijn de bekende .Merinos", (schapen),
die eens de roem van Spanje waren, in een
tijd, toen het overige Europa nog niet aan
schapenfokkerij deed. D? merinos, aldus ge
noemd naar een Spaansoh woord, dat zwer
ven be teekent. zijn niet al te groot, ze heb
ben een heel kleine kop en fijne pootjes. Ze
slapen nooit in een stal, doch brengen hun
heele leven door onder den blooten hemel.
Ze veranderen alleen van weidegrond en
trekken van het Noorden naar het Zuiden,
al naar het jaargetijde. Zulk een kudde
merinos, met herders, honden en muildie
ren, is bijna een staatje op zichzelf en soms
bestaan ze wel uit tienduizend schapen. Bij
een kudde van die afmeting is een opper
herder, die weer vijftig herders onder zijn
bevelen heeft, zoodat elke herder ongeveer
tweehonderd schapen voor zijn rekening
neemt. De 'herders zijn een eïngenaardig ras
van mensehen. Ze zijn echte nomaden, kee-
ren maar zelden en dan nog slechts voor
enkele dagen naar hun eigenlijke woonplaat
sen terug. Ze slijten hun leven in tenten of
armelijke hutten, gemaakt van takken en
leem en met hun door de zon gebruind ge
laat maken ze wel een erg verwilderden in
druk.
Maar vooral de laatste jaren is de Spaan-
sche wol voor een goed deel van de wereld
markt verdrongen en zoo zal ook voort-
durendi de kans geringer worden dat de
reiziger op zijn weg door de Spaansche
vlakten de eens zoo beroemde Merinos ont
moet.
W. MJAZUR.
New-York. Hier wordt elke 2 1/2 se
conde een kind geboren. Men verorbert hier
dagelijks 7 millioen eieren. Een trein van
7 K.M- lengte is noodig om de dagelijksche
levensbehoeften in de stad te brengen.
Iedere seconde wordt er 170 maal getelefo
neerd. Dagelijks worden er in tram. trein
en bus 9 millioen reizigers vervoerd- Er be
vinden zich in dc stad ruim 2500 hotels, die
te zamen 94000 kamers hebben. De straten
hebben een gezamenlijke lengte van ruim
4700 mijlen. Men denkt er over om onder de
stad twee verdiepingstunnels te bouwen, die
jaarlijks aan 19 millioen voertuigen door
tocht kunnen geven.
DE SPROOKJESWERELD.
Hier heb je de
sprak. Ik denk
oude bekenden uit Sprook jesland. waarvan ik jullie verleden week
dat jullie er heel wat van zullen herkennen, hè?
ZOMERSLAPERS.
Honger is een scherp zwaard! zegt het
spreekwoord, maar dorst lijden moet, nog
veel erger zijn. Wij kennen enkel een honge
rig gevoel en hebben sams ergen trek in
drinken. Wat honger en dorst eigenlijk voor
vreeselijke kwellingen zijn, hopen we nooit
te weten te komen. Als je eens wist hoe er
In woestijngebied in warme landen soms
dorst geleden moet worden en hoe weinig
water daar vaak te vinden is! Vraag er
de soldaten uit de Zuld-Afrikaansche legers
maar eens naar. wat een spreng, een bron
in de wildernis beteekent voor een door
dorst uitgeputte legertroep, die er te drin
ken wenscht. Wij zijn zoo gewend om altijd
maar goed en frisch drinkwater te hebben
dat wc het eerst waardeeren als de put leeg
is of de waterleiding stop staat. Aan zoo'n
bronnetje in de woestijn, welke enkel wat
poelen en vijvertjes maakt, want het wa
ter verdroogt snel bij den geweldigen zon
nebrand moeten ook de wilde dieren en
de groote kameelen der reizigers drinken.
Wilde dieren, antilopen en hertebeesten moe
ten vaak aan enkele poelen of plassen allen
hun dorst komen lesschcn en komen daar
beurt om beurt, bij dag of nacht, waarbij
menige zwakkere z'n leven voor een dronk
water wagen moet. Maar ook ver van de
woestijnen zijn er groote gebieden op dc
wereld, waar bulten den regentijd maanden
en maandenlang geen drup water valt. Bij
die langdurige droogte verzengt en verwelkt
haast alle groengewas, dat niet kunstmatig
besproeid wordt, zooals de rijst op Java.
Droogte is altijd dc oorzaak van het vallen
en verkleuren der bladeren. Ook hier doet
bij groote droogte het loot van gevoelige
heesters reeds hetzelfde. Enkel de palmen
het suikerriet en andere zomerharde ge
wassen blijven dan ginds groen.
Bij ons gaan veel dieren, wanneer er geen
vioedsel voor hen meer te vindon is, tegen
den winter verhuizen of ze houden een
maandenlange winterslaap. Dieren, welke een
vochtige huid noodig hebben om te kunnen
blijven leven, ook de visschen om adem te
kunnen halen doen in zeer warme landen bij
langdurige droogte als onze tweeslachtige
dieren en visschen des winters. Ze verschui
len zich ln aardspleten onder den vochtigen
grond of kruipen in het bodemslijk der
rivieren. Zij houden een zomerslaap.
Zoo leeft er in de met schapengras be
dekte vlakten van Noord Australië een
klein, geelbruin paddensoort. In tijden van
geweldige hitte en droogte, als schier alles
verzengd onder den zonnebrand, weet deze
padde. voor wie vocht een levensvoorwaard
is toch dien tijd door tc komen. Ze gaat een
zomerslaapje doen; neemt bij het naderen
van den drogen tijd vooraf zooveel water tot
zich, dat het beestje precies een kleine,
bruine citroen lijkt, met een viertal pootjes
er aan. Zoo kruipt die padde met haar dikke
waterbuikje in een grondholletjc, een voet
diep onder den bodem, waar geen zonne
stralen doordringen kunnen en dc eigen
waterinhoud haar tegen uitdrogen behoedt.
Wij kunnen het ons haast niet voorstellen,
maar onderzoekers verzekeren dat dc in
boorlingen door die vlakten reizend bij hevl-
gen dorst zulke padden op weten te delven,
om zich te laven met twee eetlepels vol
water, welke zich in deze zomerslaapster
bevinden. Ajakkes! roep je maar je weet
niet welk een vreeselijk lijden dorst is hoor'
Gelukkig! onze wilde waterarmc hcidc-
streken liggen niet zoo heel ver uit dc be
woonde wereld en wie geleerd heeft om bij
dorstgevoel te zuigen op een flinken grlnt-
steen of te kauwen op een klein takje har
den heidestengel, kan het ook zonder vcld-
flesch best een uur of vijf zonder drinken
uithouden.
G. DE GR.
EEN DRINKBEKER UIT PAPIER.
Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat Je dorst
hebt en graag zou willen drinken, maar dat
Je aan geen glas of beker bij de hand hebt.
Zonder veel moeite kunnen we uit een ge
woon vel papier in één minuut een drinkbe
ker maken. Je neemt een vierkant stuk pa
pier, waarvan de kanten 20 c.M. lang zljn.Dit
papier vouw je zoo samen dat punt A op
punt B komt te liggen, zooals het eerste tec--
keningetje laat zien. Vervolgens wordt dc
punt D omgevouwen, zoodat deze op dc kant
BC ligt en wel zoodanig, dat BK precies zoo
lang is is BD. Op dezelfde manier wordt de
punt C op E gevouwen, waarna het papier
stevig wordt samengevouwen 'zie fig 2i. Tot
siot vouw je dc beide boeken B om. den een
naar voden en den ander naar achteren, en
dc waterdichte beker is klaar,