HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. AUTORIJDEN BIJ AVOND. Van alles en nog wat. Hoe het eens was. Hoe het geworden is. Nieuwe Raamstraat omstreeks 1820. De verlichting der wegen. r" (door onzen verkeers-m'edewerker)' In een vorig artikel heb ik getracht aan te toonen, dat rijden bij avond extra gevaarlijk is, omdat dc zox-g van de overheid zich be paald heeft tot het aanbrengen van een straat-of wegverlichtlng, die in vele gevallen de zaak nog verder in de war stuurt. Als er terzake dus „verlichting" (en voorlichting!) noodig is, dan moet men bij de diverse auto riteiten beginnen. Van veel grooter omvang is de vraag, die ln den laatsten tijd herhaal delijk gesteld ls en door sommigen bevesti gend beantwoord, namelijk: „Moeten de ver keerswegen van verlichting voorzien wor den?'* In verband daarmede wordt er gespro ken over de toenemende onveiligheid van het avond verkeer; van den vooruitgang der techniek, waardoor de autolampen gaande weg zoo geperfectioneerd zijn, dat de ver blinding evenredig gestegen is. En het is niet zoo onlogisch wanneer men dan concludeert: „Laat die autoverllchtingen vervallen; maak van den nacht een dag door den weg en de omgeving te verlichten". De oplossing is ra dicaal, inderdaad en het laat zich aanzien, dat wij in de toekomst dezen kant op zullen moeten. En daarom is het zeker toe te jui chen, dat men reeds thans dergelijke proble men grondig gaat bestudeeren, want reeds al te dikwijls hebben we achter de feiten aan gehold (beter ware misschien te zeggen dat we er achter aan gewandeld hebben, want veel spoed is er op verkeersgebied nimmer betracht!). Die verlichting van de verkeerswegen kan, zoo zegt men, aangelegd en onderhouden worden voor een som, die ongeveer 20 pCt. bedraagt van de kosten, die men aan een weg moet spendeeren. Voor die 20 pCt. verhooging heeft men dan een voortreffelij ke verlichting, en ln sommige gevallen zal het nog minder kosten. Het lijkt niet veel, maar het ls inderdaad een volkomen ontoe laatbare verzwaring van ons wegenbudget. Men vergeet namelijk dit hoogst belangrijke feit, dat wij thans in Holland inderdaad en kele goede, moderne wegen hebben. Maar voor het overgroote deel verkeert het Ne- derlandsche wegennet nog steeds in een on voldoenden staat. Pas wanneer het Rijks- wcgenplan uitgevoerd zal zijn, mogen we Een zcér nuVigc bepaling verbiedt het voeren van verblindend lichtals dc auto stil staat. In bovenstaand geval is dit hoogst roekeloos, want het verkeer, dat uit tegen overgestelde richting nadert, kan tegen het scherpe licht den afsluitboom niet onder scheiden. Onder deze omstandigheden zijn reeds heel wat' ongelukken gebeurd. van een bevredigenden toestand spreken, maar inmiddels zal de kalender dan wel om streeks 1960 a 1970 aanwijzen, althans wan neer de huidige werkwijze gevolgd wordt. (Zooals men weet komt de Commissie-Welter nu ook weer roet in het eten werpen). Het ware onverantwoordelijk, wanneer de- weg gebruikers propaganda gingen maken voor het verlichten van de wegen, terwijl er nog zooveel werk te doen is. Die 20 pCt. kan het Wegenfonds niet missen, en het Rijksver- keersfonds-Welter natuurlijk nog veel min der Er kan dan ook voorloopig nog geen sprake zijn van verlichting van de wegen in het algemeen. Dit neemt natuurlijk niet wef, dat er in een enkel bijzonder geval wel toe overgegaan kan worden. De toegangswegen tot de groote steden kunnen over een redelijken afstand (ook in verband met locaal verkeer vast te stellen) van afdoende verlichting voorzien worden. En bij wijze van uitzondering zou zelfs hier of daar wel eens een bijzonder drukke verbindingsweg tusschen twee plaat sen van een goede verlichting voorzien kun nen worden. Het avondverkeer is echter ten onzent nog zóó weinig intensief, dat de groote uitgaven nu nog geenszins gerecht vaardigd zouden zijn. En nu kan men wel zeggen: „ja, maar als die wegen goed ver licht zouden zijn, dan zou het nachtverkeer sterk toenemen", maar ten eerste blijft dit een open vraag en ten tweede moet betwij feld worden of het in het belang van het algemeen zou zijn, wanneer 'Wij het nacht- verkeer kunstmatig gingen bevorderen. In het huidige stadium beantwoord ik deze vraag beslist ontkennend, de wantoestanden in het expeditiebedrijf zouden er door ver ergeren. We kunnen dit nachtverkeer langs den weg niet vergelijken met de nachttrei nen in het buitenland. Daar zijn de afstan den veel grooter en bovendien behoeven dan slechts enkele menschen (machinist en ver der bedieningspersoneel) wakker te blijven, terwijl de vervoerde personen (wier aantal dab van het personeel verre overtreft) een min of meer ongestoorden slaap genieten. Voor lange trajecten in ons land (die toch bijna altijd nog onder de 300 K.M. blijven) zou nachtverkeer langs den weg wel eenige voordeelen hebben, maar de vraag is nog steeds niet beantwoord, of men dergelijk vervoer niet economischer aan den spoorweg kan opdragen. Op den duur zal er een zeker evenwicht moeten komen tusschen weg en railverkeer; in dit stadium hoede men zich voor een kunstmatige bevordering, waar van niet vast staat, dat zij zal strooken met de toekomstige toestanden. In woord en geschrift is er reeds meerma len op gewezen, dat het vraagstuk der ver blindende verlichting min of meer opge schroefd ls (om commercieele redenen??!). Dat de recente propaganda voor verlichting van de wegen sterk commercieel getint is weet iedereen. Dat is geen nadeel, zeker niet, want hij, die ergens geld aan hoopt te verdienen, zal in het stadium der experimen ten allicht meer en beter werk verrichten dan overheid of particulieren zouden doen. En wanneer wij onzen nuchteren kijk op het geheel maar niet verliezen, zullen wij m e t- t e r t lj d kunnen profiteeren van het werk, dat reeds thans verricht wordt. Maar in middels moet er toch wat gebeuren. De toe stand langs den weg ls ook bij avond inder daad ietwat chaotisch. Wij zullen dus moe ten aandringen op een rationeel verkeers toezicht langs de wegen, dat echter weer niet efficient werken kan, wanneer de wet telijke regelingen onvoldoende of onjuist zijn. We hebben reeds enkele goede bepa lingen (zie de illustratie), maar de grond slag van onze vcrlichtingsregeling deugt niet. Het ls volkomen ongerijmd, dat een auto mobilist zijn koplampen dimmen moet, wan neer hij des nachts door de geheel verlaten dorpen en gehuchten langs de wegen rijdt. Verder heeft de wetgever vergeten(?) om vast te stellen, wat verblindende verlich ting is, en daarom is de naleving van de DE NIEUWE RAAMSTRAAT. De teekenïng van den ouden toestand is gemaakt naar een schets van 1820, dus meer dan een eeuw geleden. In dien tijd is er in deze straat veel veranderd Het laatste jaar zijn er aan den Noordkant veel oude huis jes afgebroken en door nieuwe vervangen. De toren van de Nieuwe Kerk, die op den ach tergrond staat, is gelukkig onveranderd gebleven. bepalingen, die daarop betrekking hebben, vrijwel illusoir. Voorts worden in de wet door elkander gehaald de eigen verlichting van het voertuig en. die van de omgeving, terwijl deze twee toch scherp gescheiden be hoorden te worden. Een betreurenswaardig gevolg van een en ander is, dat dimmen in ons land verworden is tot het iets minder verblindend maken van de koplampen. Zoo gaat het namelijk in de meeste gevallen, en wanneer daarop dan niet oogenblikkelijk ge reageerd wordt, gaan de lampen direct weer „vol" aan. Dit alles moet veranderen en daarmede moeten wij beginnen. Want dan kunnen zonder kosten belangrijke verbete ringen bereikt worden. En vooral: nuchter blijven. Als wij den zin voor de werkelijk heid verliezen en ons huidige verkeer voor immens druk aanzien, zullen de te nemen maatregelen niet alleen geen verbetering brengen, maar door gebrek aan logica de zaak nog verder in de war sturen. En aan gezien die „nuchterheid" ook in dit geval leidt tot geldbesparing, zal het de overheid misschien niet moeilijk vallen om met beide voeten op den weg te blijven staan. wist u dat Als U drie uut in de bioscoop gezeten hebt, heeft U slechts twee uur naar de film ge keken. Maar U hoeft zich niet te beklagen, want als U werkelijk gedurende volle drie uur de film gezien had, zou zich op het doek niets dan een verwarde massa licht en schaduw vertoond hebben. Gedurende een derde gedeelte van den tijd, die U in een theater doorbrengt is het doek absoluut zwart, hoewel U dit natuurlijk niet ziet. Deze tijd heeft de projectiemachine noodig om het licht af te sluiten, zoodat in volledige duisternis het eene filmbeeldje voor het volgende plaats kan maken. Door de snel heid waarmee deze verandering geschiedt, namelijk vier en twintig maal per seconde, krijgt U den indruk dat de menschen op het doek zich bewegen. Voor Irrigatie. 32 millioen hectaren land zal men door den nieuwen stuwdam aan den middenloop van den Indus kunnen irrigeeren. Dit tot nog toe onvruchtbare dorre gebied, de woestijn Thar genaamd, en dat zoo groot is als Egyp te, zal dit jaar door het Engelsche bestuur van Britsch-Indië voor den landbouw ge schikt gemaakt worden. Een recordhoudster. Een kip in de buurt van Genua heeft een record geslagen door 33 eieren in 8 dagen te leggen! Ze legde er Maandag 2, Dinsdag 2, Woensdag 4, Donderdag 6, Vrijdag 8, Zater dag 5, Zondag 3 en Maandag weer 3! De eieren waren goed gevormd en van de nor male grootte. Geen radiobelasting in Frankrijk. Ofschoon in Frankrijk op het jongste budget verschillende belastingverhoogingen voorkomen, is er geen radio-belasting op te vinden. Wel zijn eenigen tijd geleden voor stellen gedaan betreffende de heffing van belasting op het bezit van een radiotoestel; volgens een der voorstellen zou voor een 1-lamps toestel 30 francs, voor een 2- of 3- lamps toestel 50 francs en voor een meer- lamps-toestel 70 francs belasting worden ge heven. Een ander voorstel wilde een kristal toestel met 15 francs en een lamptoestel met 50 francs belasten. De bliksem. Het is statistisch berekend geworden, dat er te allen tijde, dag en nacht, boven 18.000 verschillende plaatsen der wereld gelijktijdig een onweer plaats heeft en dat het gansche jaar door op iedere seconde in doorsnee 100 bliksemstralen voorkomen. Over polsslagen. De menschelijke pols doet, normaal, 72 sla gen per minuut. Bij de verschillende dier soorten is het aantal polsslagen zeer ver schillend. Een volwassen olifant heeft 30 sla gen een paard 40, een hond 89 en een muis 670 slagen per minuut. Verreschrijvers in den Duitschen omroep. In den loop van deze maand zullen do verschillende Duitsche radio-zenders voor zien worden van verre-schrijvers, met het doel de verschillende stations op een snelle, betrouwbare wijze te voorzien van berichten. Zoo zullen alle actueele nieuwsberichten, die tot nu toe per telefoon of per telegraaf aan dc verschillende omroepmaatschappijen ge dicteerd werden, in den vervolge worden overgebracht door verre-schrijvers, wat het voordeel heeft, dat fouten door verkeerd ver staan, worden vermeden. Groot-China. China is ingedeeld in 18 provincies, waar van de kleinste zoo groot is als Zuid-Duitsch- land, de grootste zoo groot als Scandinavië. Telefoons aan de wieg. Sedert het drama met de baby van Lind bergh, is in de Vereenigde Staten het aantal ontvoeringen van kleine kinderen en de po gingen hiertoe sterk toegenomen. Thans wordt het idee gepropageerd om aan de wieg van zulke babies, die door het noodlot zijn bezocht met vermogende ouders en daardoor bloot staan aan het gevaar van ontvoering, microfoons te monteeren, die verbonden zijn met een krachtigen versterker, waardoor elk geluid in de kinderkamer door luidsprekers in het gcheele huis hoorbaar wordt gemaakt. Hoeveel menschen zijn er op de wereld? Er zijn thans 2.012.000.800 menschen op de wereld, volgens gegevens uit het Volken bond-Jaarboek. Dit cijfer toont een aroei van 20 millioen in een jaar. waarin Frankrijk met 640.000 bijdraagt op een totale bevolking van 42 millioen. Europa passeert thans voor het eerst het half billioen, n.l. 506.000.000, dat is 8 millioen meer dan verleden jaar. Hoe wij nu de Nieuwe Raamstraat kennen. OPHEFFING VAN HET SLUIER EFFECT? SPECIALE ANTI FADINC ANTENNE. Ongetwijfeld zullen de meeste nieuwe luis- raars zich afvragen waarom overdag nage noeg geen kortegolfstaitions ontvangen wor den en 's avonds zooveel dat veelal 3 of 4 te gelijk uit de luidspreker .komen. Is dit verschijnsel inderdaad voor den leek geheel onverklaarbaar, ook voor de technici is het vraagstuk nog niet geheel opgelost en zijn er vele vraagpunten gebleven. Onlangs heeft men echter in Duitschland op dit ge bied belangrijke ontdekkingen gedaan, waar van we in dit artikel melding zullen maken. Tusschen zonsondergang en opgang is iédere radiotelefoniezender omgeven door een zone waaron verzwakkingen en vervormin gen van de telefonieweergave optreden. Af hangend van de bodemgesteldheid en de grootte der golflengte vangt deze zone aan op een afstand van 60100 K.M. van den zender. Deze vervormingen ontstaan door de stra ling van het antenne-systeem welke zoowel langs de aardoppervlakte als omhoog gaat. Deze laatste wordt op een hoogte van pl.rtx. 100 K.M. de Heavisidelaag (een geïsoleerde luchtlaag) teruggekaatst naar de aarde. Hierdoor ontstaan deze versterkingen en ver-" zwakkingen der weergave. De langs de aardoppervlakte voortgeplante golven zijn constant, daarentegen zijn de „ruimtegolven" tengevolge van de voortdu rende wijzigingen der heavisidelaag aan va riaties onderhevig. Kan men nu de „ruimte straling onderdrukken, dan worden de sterk te-variaties ook geheel of gedeeltelijk opge heven. De Duitsche Rijkspost heeft na lang durige onderzoekingen een antennevorm ge vonden waarmede in dit opzicht reeds veel bereikt wordt. Zij bestaat uit een aantal een voudige antennes, welke achter elkaar zijn opgesteld met een onderlinge afstand welke gelijk is aan de golflengte. De diagrammen van zulk een systeem too nen tegenover de normale halfkringvormige stralingsdiagrammen van een enkelvoudige antenne geheel ophefbare vervlakking en een sterke onderdrukking- van de „ruimte- golven" in de hoek van pl.m. 70 graden. De stralen die onder deze hoek de terugkaat sende Heavisidelaag treffen treffen juist op grooten afstand de aarde weer. Dat deze ,,ruimtegolven"ondanks den veel langeren weg welke zij af moeten leggen, van den zender naar de Heavisidelaag en vandaar weer te rug naar de aarde) dezelfde sterkte hebben als de directe golven komt dat deze laatste door de veel grootere geleidbaarheid van de aarde sterk geabsorbeerd worden, terwijl de „ruimte-golf" practisch aan geen absorbee ring onderhevig is. Met den beschreven antennevorm zijn nu aardgolven veel sterker ook op grooteren af stand. De fadinggrens wox*dt daardoor be langrijk verlegd, zoodat men er in het gebied waarvoor de zender bestemd is weinig of geen last meer van heeft. De omroepantenne moet naar alle richtingen gelijkmatig uitstra len. Daarvoor moet het antennesysteem in een kring om de midden-antenne geplaatst worden. Zij onderdrukt ook de „ruimtegol ven" met deze bouw. De gunstigste afstand tusschen de antenne's onderling bedraagt ongeveer 1/3 golflengte. Door een juiste keuze der stroomsterkte en phase's is het zelfs mogelijk de „aardgolven" geheel te onderdrukken, zoodat slechts de „ruimte-golven" worden uitgestraald. Het antennesysteem van de fa. Lorentz in Eberswalde heeft deze theorie volkomen be vestigd. Aan de hand vaxi de talrijke veld sterkte metingen bleken de sterktevariaties belangrijk minder te zijn als met de gewone antenne. Het Fading-verscliijnsel in de om geving van den zender kan dus door doelma tige antennebouw geheel worden weggeno men, hetgeen een zeer belangrijke vex-betc- ring betcckent. W, P, SALOTE TABOE de Koningin der Vriendschaps-Eilanden. Onlangs heeft de Koning van Engeland aan de Koningin der Tonga- of Vriend- schapseilandexi, Salote Taboe, den titel toe gekend van „Dame Grand Commander of the order of the British Empire". Deze on derscheiding heeft de aandacht gevestigd op dezen gelukkigen en dus vrijwel geschiede- nisloozen archipel, die een weck varens ten Noorden van Nieuw Zeeland gelegen onder Britsch protectoraat zijn rustig leven leeft. De eilanden, in 1643 ontdekt althans voor zoover het blanke ras betreft door onzen vermaarden zeevaarder Tasman, wer den in 1773 bezocht door Cook, die zoo ge troffen was door de eendracht, welke onder de inheemschen heei-schte en door hun vriendelijkheid jegens vreemdelingen, dat hij er den naam Vx'iendschaps-eilandcn aan gaf. Koningin over deze eilanden, bevolkt door bijna 30.000 menschen, is sedert 1918 Salote Taboe, de pas geridderde. In genoemd jaar volgde zij haar vader, George II Taboe, op; zij huwde Px-ins Viliami Toegi, die thans haar eex-ste minister en minister van buitenland- sche zaken is. Naast hem zijn er nog een of twee excellenties. Hiexunede is vrijwel alles opgesomd wat Tonga aan staatsmacht bezit. De grondwet heeft er als vooxmaamste arti kel, dat welvaart verplicht is. De wet, die dit voorschrift nader regelt, bepaalt, dat el ke Tongees, zoodra hij 16 jaar geworden is, van den Staat 3 hectaren vx-uchtbaren grond ten geschenke krijgt, benevens 1000 vierkante meter in het dichtstbijzijnde dorp, waar hij een woning kan bouwen. De begiftigde is zij nerzijds verplicht, kokospalmen op zijn grond te planten, waarmee hij vrijwel geheel in zijn onderhoud kan voox-zien. Wanneer een Tongees sterft, komt zijn bezit weer aan den Staat, die het toewijst bij voorkeur aan de kinderen of naaste verwanten van den over ledene. Er bestaat op Tonga leerplicht en het onderwijs wordt kosteloos verstrekt. Ieder een kan lezen en schrijven. De bevolking be hoort tot een zeer beschaafd Polynesisch ras en belijdt den Christclijken godsdienst. De fi nanciën van den Staat zijn in zeer goeden toestand. Economisch en cultureel komt Tonga voor al in aanraking met Australië en Nieuw Zeeland. De Koningin heeft te Sydney een Engel sche opvoeding gehad. Engelsch kent zij zeer goed, maar zij spreekt het weinig. Zij leeft eenvoudig, maar geriefelijk. Haar gezellig huis, dat zeer fraai is. is modern Europcesch ingericht. Voor tochtjes over het grootste eiland, Tonga Taboe, maakt zij gebruik van een keurigen zes-cylinder auto. en met een sierlijk jacht, te Glasgow gebouwd, bezoekt zij van tijd tot tijd de andere eilanden. Het grootste deel van den dag wijdt Koningin Salote aan de opvoeding van haar vier kin deren. Degenen die haar kennen zeggen, dat zij een vooi-beeldig leven leidt. Het bestaan der Tongeezen verstoken van alle euvelen, waaronder wij lijden, zou volmaakt zijn, als niet af en toe een aardbeving schrik en schade vex-oorzaakte. Maar tegen dit gevaar weegt het rustige ge luk van de onbewogen dagen wel ruim schoots op. ZEEPPRAATJE. Zeg mij hoeveel zeep gij gebruikt cn ik zal u zeggen, wie gij zijt. Niet alleen de persoonlijke liefde tot rein heid, maar ook die der nationaliteit, spreekt uit het zeepverbruik. In dit verband putten wij uit een PooLsche statistiek het volgende. In geheel Europa staat Nederland, met een verbruik van 12 kilogram per Inwoner en per jaar, bovenaan. Dan volgen; Duitschland met 10 K G. Engeland met 9 1/2 K.G. Frankrijk met 9 K.G. Tsjecho-Slowakije met 5 K.G. Roemenië met 3 K.G. Bolen met 3 K.G. Rusland met 1 K.G.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 12