LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
BIOSCOOP.
Nieuwe Uitgaven.
I
HET TOONEEL
STAAN TOONEELSPELERS IN
OF BOVEN HUN ROL.
Eenige Jaren geleden is er een boekje
een proefschrift verschenen van Dr. H.
J. H. van Lienden over de psychologie van
de tooneelspelers. dat niet alleen belang
rijk was voor medici maar evenzeer voor lee-
ken, die interesse hebben voor het tooneel.
omdat Dr. Van Lienden de resultaten van
een door hem gehouden enquête onder too-
neelartisten in het boekje heeft gepubli
ceerd.
De belangrijkste vraag, die hij aan de
acteurs en actrices had gesteld, was wel:
„Is u, als u speelt, geheel ;n uw rol, of kunt
gij opmerkingen fluisteren geheel buiten uw
rol om?" omdat wij daarmee in het brand
punt komen te staan van den strijd tus-
schen 2 grcepen van tooneelartisten. name
lijk van hen, die beweren, dat de tooneei-
speler als indertijd Eleonora Duse en bij
ons Wilhelmina van der Horst volkomen
in hun rol moeten opgaan, de emotie van Ihet
tooneel als het ware moeten „doorleven" en
van degenen, die de bekende stelling van
Coquelin aanhangen en meenen. dat tooneel
spelers steeds boven hun rol moeten staan,
„hun lichamen moeten bespelen" en hun
spel dus voortdurend hebben te controleeren.
Bij de enquête van Dr. Van Lienden ga
ven 41 procent als antwoord, dat zij steeds
geheel in hun rol waren: 33 procent ston
den echter blijkbaar aan den kant van
Coquelin en verzekerden, dat zij ook tijdens
het spel buiten hun rol opmerkingen kon
den fluisteren en er dus nooit geheel en al
„in" waren.
Opmerkelijk was het volgende antwoord
van volgens Dr. Van Lienden een onzer
eerste tooneelspelers: „Een goed acteur
staat altijd boven zijn rol en bestuurt zijn
doen en laten van uit zijn hersens, waar ook
voor komediespelen de centrale is. Een
acteur, die in zijn rol zit. beheerscht zien
zelf en zijn rol niet en kan zijn gedragingen
in zijn rol niet controleeren".
Een acteur, die wilde bewijzen, dat het
zich geheel inleven in een rol soms gevolgen
kan hebben, welke een artist zelf niet voor
ziet, gaf daarvan het volgende voorbeeld.
Een jonge actrice had een klein rolletje zóó
Ingeleefd, dat zij inderdaad van binnen
uit dus ging huilen, geheel in overeen
stemming met de situatie in het stuk. Wat
was het gevolg? Hilariteit bij het publiek.
De schmink was niet berekend op het wer
kelijk huilen en bovendienhuilde zij
heel leelijk! Haar spel werd onaesthetisch
en daardoor onartistiek.
De bekende tooneelcriticus J. T. Grein ver
telt in zijn zeer lezenswaardig boek „The
new World of the Theatre" een d'reelijk
geval van een actrice, die op een generale
repetitie zóó had gespeeld, da,t zij hesl haar
omgeving ontroerde, doch op de première
totaar fiasco leed, enkel en alleen, doordat
zij te veel iri haar lol opging en zich daar
door niet m?cr beheerschte. Haar spel werd
te realistisch cn daardoor onartistiek cn
leelijk.
Men kan op het tooneel nu eenmaal nooit
zuiver realiteit geven. Zelfs in den tijd van
het meest ver gedreven realisme deed men
dat niet. Het spel moet alleen maar bij het
publiek den schijn wekken, alsof het volko
men natuurlijk is. Een acteur zal den te spe
len persoon uit een stuk tenzij het tegen
deel door de conceptie van de rol bepaald
verlangd wordt steeds tot 'n aesthetisch
geheel moeten maken. Ik heb eens gelezen,
dat Talma de beroemde Fransche too-
neelspeler, die met Napoleon Indertijd in
Holland is geweest en toen o.a. in den
schouwburg te Amsterdam heeft gespeeld
ook aan een echt sterfbed „aesthetisch huil
de". Als het verhaal juist is, pleitte het niet
voor den persoon van Talma noch voor de
echtheid van zijn smart. Maar ik moet hier
aan toch onwillekeurig even denken toen ik
in de brochure van Dr. Van Lienden las van
een jong acteur, die hem had gezegd, dat hij
eens zijn vak had gehaat op het oogenblik,
toen hij onbewust een kritiek in zich voelde
opkomen op het onaesthetisch huilen van
zijn omgeving bij het sterfbed van iemand,
van wien hij toch zeer veel gehouden had.
Het volkomen in een rol zijn, béhoeft vol
strekt niet altijd tot gevolg te hebben, dat
het spel onaesthetisch wordt. Annie van Ees
is in de bekende celscène in Boef ie er zoo
geheel en al in. dat zij zooals mij van ver
schillende zijden is bevestigd na die scène
dikwijls met een behuild gezichtje van het
tooneel komt cn toch zal niemand durven
beweren, dat haar spel daarin de grenzen
van het aesthetische overschrijdt. Ook bij me
vrouw Van der Horst bestond er bijvoorbeeld
geen twijfel, of zij als Jo aan het slot van
het derde bedrijf van Op Hoop van Zegen
er niet volkomen in en haar snikken echt
was en toch voldeed haar spel ook aan de
hoogste artistieke eischen, welke men er aan
stellen kon.
Het publiek verkeert het liefst in de ver
beelding, dat de tooneelspelers volkomen in
hun rol zijn cn het moet voor velen min of
meer een desillusie zijn te hooren. dat dit
volstrekt niet altijd het geval Is en zij in
tegendeel dikwijls ook in de momenten, wel
ke als volkomen „echt" aandoen, er geheel
buiten staan. Coquelin was zoo eerlijk te
bekennen, dat hij tijdens zijn groote scène
aan het slot van Cyrano herhaaldelijk aan
iets geheel anders dacht!
J. T. Grein geeft er in een artikel
..Acting and feeling" ook eenige aardige voor
beelden van. Een beroemde Weensche actri
ce had in La Tosca van Sardou in de be
kende martelscène haar publiek zoo tot tra
nen ontroerd, dat haar impressario, opge
wonden van blijdschap in haar kleedkamer
kwam om haar met haar succes geluk te
wenschen. Groot was zijn ontgoocheling,
toen hij van de diva te hooren kreeg: „Gc-
meene kerel, je hebt mij gezegd, dat er maar
6 61oges bezet waren cn het zijn er negen!
Ik heb ze tijdens dc martelscène zitten
tellen".
Een tooneelspcelster heeft mij eens ver
teld, dat een onzer meest bekende actrices
midden in de sterfscène van Marguerite
Gauthier haar in de ooren fluisterde: ,.Hoor
ze1 cxcusez mol le mot es snotteren in de
zaal!" en een andere beroemdheid beet een
jonge medespeelster in het meest dramati
sche moment nijdig toe: „Kind. schuif nou
toch op! Zoo kan ik toch niet sterven!"
In ..Wir und das Theater" las ik. hoe
Alexander Moissi een jong actricetje. die in
Hamlet Ophelia speelde en haar zenuwen
niet. de baas kon blijven, toefluisteren: „Aber
Eischen, Kind, clenii^ doch, es ist nur Thea
ter!" Grein vertelt van een beroemd Duitsch
acteur, die als Hamlet op het meest drama
tisch moment in de tooneelspelersscène den
koning toefluisterde: „Kijk es in de loge
d'avant scène, wat 'n mooi blondje daar
Zit!"
Een tooneelspeler, die sterk op den souf
fleur speelt, zal nooit geheel en al in zijn rol
staan. Bij Louis Bouwmeester was voor den
scherp oplettenden toschouwer, het contact
tusschen den grooten acteur en den man in
het hok herhaaldelijk zichtbaar ik heb
hem meermalen het bekende teeken met den
voet zien geven maar Bouwmeester is
toch nooit zoo ver gegaan als Victor Dries-
sens een speler wiens grootheid overigens
ook door den beroemden Louis ten volle werd
erkend die eens, toen de souffleur hem
niet voldoende bijstond, naar het hok toe-
stoof en hem met een vloek, hoorbaar voor
heel het publiek, toesnauwde: Vooruit, wat
is nu 't woord?"
Dit alles moge voor tooneelliefhebbers
misschien een weinig ontgoochelend klinken,
men kan van acteurs toch ook onmcgelijk
eischen, dat zij iederen avond weer alle
emoties van hun rol doorleven. De actrice,
die La Tosca of de moeder in Spoken speelt,
zou het geen week volhouden De hoofdzaak-
Is. dat zij ons, toeschouwers de illusie geven
van volkomen in hun rol te staan: tooneel
is tenslotte niet anders dan illusie. Het is de
groote kunst van tooneelspelers ons dit te
doen vergeten en schijn voor ons tot werke
lijkheid t-e maken. Wanneer hun dit gelukt,
kan het ons onverschillig zijn, of zij in dan
wel boven hun rol staan.
J. B. SCHUIL.
NOG EEN NIEUW TOONEELGEZELSCHAP.
Met „Kammerspier'-repertoire.
Naar wij vernemen zullen de dames Vera
Bondam en Betsie RanucciBeekman en de
heeren Dirk Verbeek, Piet Bron en Adolph
Hamburger de voorloopige kern vormen van
een sociëtair tooneelgezelschap, dat van 1
October af in ons land voorstellingen zal ge
ven van stukken uit het heaendaagsche in-
interna tion ale .Kammerspiel'-reper toire
door KAREL DE JONG.
Het woord „Sonatine" heeft langen tijd bij
de jeugd in een kwaden reuk gestaan. Het
beduidde een soort van Instructieve muziek,
die in hun oordeel zoowat de derde plaats op
den ladder der vervelendheid innam, d.w.z.
na vingeroefeningen en etudes. Er was voor
die taxatie in vele gevallen wel eenige rechts
grond aanwezig, want er is in den verklein
den sonatevorm heel wat dorre en ongeniet
bare kost met instructieve doeleinden opge-
discht door menschen, die niet bedachten,
dat men de ziel van het kind daardoor moei
lijk zal winnen. Er zijn natuurlijk ook meer
dere gunstige uitzonderingen, die ik hier niet
Ln extenso wil bespreken omdat dit overzicht
anders op een klavier-paedagogische ver
handeling zou gaan gelijken; maar toch blijft
het aantal werkjes, die schoonheid van in
houd en vorm aan bevattelijkheid en instruc
tieve waarde paren, vrij gering. In de eerste
jaren dezer eeuw werd een streven algemee-
ner bemerkbaar, om de „Sonatine" uit de
leskamer naar het concertpodium te bren
gen. Het gelukkigst is daarmee wel geweest
Maurice Ravel, wiens in 1905 geschreven „So
natine" wel zoowat overal gespeeld is. Toen
gingen alle Fransche componisten van eeni-
gen naam sonatines schrijven en de beweging
sloeg al gauw ook naar ons land over. De im
mer parate en op alle invloeden en stroomin
gen terstond Teageerende Röntgen Sr. deed
de eerste van een geplande reeks van 6 so
natines verschijnen; op de andere 5 wachten
we nog steeds tevergeefs. Ravels stijl copieer-
de Röntgen volstrekt niet; eerder sloot hij
zich in die no. 1 nog geheel bij de richting
van Brahms aan. De ultramoderne richting
vindt men. wat ons land betreft, natuurlijk
in Pijpers Sonatines vertegenwoordigd. Maar
ook de grootmeester van het klavier, wijlen
Ferruccio Busoni. heeft aan de sonatine zijn
aandacht geschonken en de litteratuur daar
van met vijf werken verrijkt. Zijn eerste So
natine dateert van 1910 en toont reeds duide-
ke atonale excursies. In zijn ..Sonatina Se-
conda", van 1912, is de atonaliteit ten volle
doorgevoerd; bovendien is het maatindee-
llngsprincipe daarin vervallen. Voor mijn
persoonlijk gevoel is dit werkie volstrekt on
genietbaar. De derde in de rij is de „Sona
tina ad usum infantis". in 1916 tijdens zijn
verblijf in Amerika voor een Amerikaansch
meisje geschreven. Het zal wel dit werkje zijn
dat onder den titel ..Kindersonatine" Zondag
door Berlijn wordt uitgezonden en die mij
aanleiding gaf om over het genre even uit te
weiden. Wie meenen zou dat Busonis Kinder
sonatine een van Clementi of Kublau kon
vervangen, zou zich deerlijk vergissen. Wel
veronderstelt zij geen ceceine-spanning. zoo
als zijn eerste, maar wel vaardigheid in 3-
stemmig spel en in vrij lastige (en onnoodige)
hand kruisingen. Het werkje is eenigszins
cyclisch gebouwd en bestaat uit een intro
ductie. een koraal, een fugato. een Vivace alla
Marcia, een gewijzigde herhaling der intro
ductie en een polonaise, die alle zonder on
derbreking in elkaar overgaan. Of de jeugd
er erg van genieten zal is nog twijfelachtig,
maar ik wilde er toch de aandacht op vesti
gen. De 4tie S. is een aan zijn zoon opgedra
gen kerstgeschenk, de 5de draagt het op
schrift „In Signo Joamis Sebasiiani Magni"
f..:n 'net teeken van Johan Sebastiaan den
Groote") en is dus blijkbaar aan de nage
dachtenis van J. S. Bach gewijd; opgedragen
is zij aan den componist Ph. Jarnach. Ook
deze werkjes, uit 1918 en 1919 dateerend, be
vatten weinig, dat binnen het technische en
geestelijke bevattingsvermogen van jongere
spelers zal vallen.
Hoe anders is het gesteld met Bizets „Jeux
d'Enfants", waarvan Huizen Maandag een
vijftal in orkestarrangement zal uitzenden.
De geheele serie telt 12 nummers, oorspron
kelijk voor piano 4-handig geschreven, en,
zoo het meerendeel daarvan voor de door-
snee-jeugd wel even onuitvoerbaar is als De-
bussys „Childrens Corner", geloof ik toch dat
men door het voorspelen aan kinderen, die
cenig gevoel voor muziek hebben, een groot
genoegen kan bereiden. De geniale schepper
der Carmen-partituur doet. er zich telkens
in kennen. In het programma zijn, jammer
genoeg, de namen der stukjes niet vermeld:
INGEZONDEN MEDEDEEL IN GEN.
a 60 Cts- per regel.
pH*K0o»tv*JsKy
een omissie, die lk hier herstellen wil. De 5
nummers heeten respectievelijk: Trompet en
Trommel; de Pop. de Tol, Klein Mannetje en
klein Vrouwtje, Het Bal.
Op het gebied van piano-solo met orkest
hebben we voor de komende week te vermel
den het c. min. concert van Mozart 'Hilver
sum, Zondag), het meest belangrijke en
meest symphonisch bewerkte van Mozarts 27
pianoconcerten: voorts Chopins 1ste concert
dat door den Chopln-prijswinnaar Aninsky
Woensdag te Brussel zal worden gespeeld en
het „Concert voor de linkerhand" van Ravel,
dat Dinsdag door Londen uitgezonden wordt.
Ravel heeft dit geschreven voor den pianist
Paul Wittgenstein, die in den wereldoorlog
zijn rechterarm voor de „kultur" moest op
offeren. Er bestaat meer litteratuur voor één
hand. voor een goed deel afkomstig van den
éénarmigen Hongaarschen pianist graaf Géza
Zïchy.
Brahms arrangeerde Bachs vioolchaconne
voor de linkerhand alleenAlkan schreef voor
de linkerhand een „Fantasie", voor rechter
hand „Introduction. Variations et Finale"
fhet eenige mij bekende stuk voor d^r. h.)
St. Saëns componeerde 6 aardige etudes voor
de 1. h. enz.
Klaviermuziek van Mendelssohn staat op
het programma der Daventry-grondslagen.
Zeer verwarmend i.s deze muziek over 't al
gemeen niet: routine en vaardigheid win
nen het van werkelijke inspiratie. Een uit
zondering kan men maken voor de Variaties
in d min. op. 54. die dan ook door den ocm-
ponist uitdrukkeijk als ..Variations sérieu-
ses" betiteld werden en die wel het belang
rijkste zijner vele planowerken vormen.
Tot besluit van dit overzicht wil ik wijzen
op een uitzending wier aankondiging in hooge
mate mijn nieuwsgierigheid prikkelt Ieder
lezer weet natuurlijk wat een „oratorium" is,
dat men bijbelsche en wereldlijke O's on
derscheidt en dat bij de uitvoering steeds
koor en solostemmen te pas komen. Maar
heeft men ooit gehoord van een O., dat als
intermezzo van een orkestconcert. zonder
koor, gegeven wordt? Men zie de Donderdag
avonduitzending van Langenberg. Het on
derwerp is blijkbaar niet bijbelsch doch zeer
wereldsch, en aangezien de Nürburgring de
vermaarde autorenbaan in de Eifcl is. ver
moed ik dat het koor en de solostemmen
door claxons vervangen zullen worden. Maar
ik kan me daarin vergissen.
ten vaak moeite kost hun voedsel te krijgen
en zij hun buit niet gaarne prijsgeven.
A Radio Picture „Toby als violist" is de ge
luidsfilm, aardig en vroolijk.
Ook 't tooneelprogramma is goed verzorgd
Ditmaal lieten „3 Nchrings", het beroemde
xylofoon-ensemble, ons eenige staaltjes van
hun kunst zien, dat werkelijk zoo voortref
felijk en goed uitgevoerd werd. dat hun alle
lof toegezwaaid dient te worden, 't Publiek
toonde zich dan ook enthousiast en kreeg
daardoor een aardige toegift.
Na de pauze de hoofdfilm ..Watt en Half
Watt als Detectives, welke ons weer eens be
wees. hoe onvergelijkelijk de speelkwalitei-
ten van deze Deensche artisten zijn.
Dit keer beginnen ze met krantenjongens
te worden, openen een kiosk in het centrum
der stad cn hopen aldus rijk te worden. De
zaken floreeren intusschen niet erg, maar
een detective, die hen in dienst neemt, brengt
uitkomst. Nu maken ze natuurlijk de dolste
avonturen mee, hetzij bij de achtervolging
van een mlsdadigersbende, hetzij op een
reisje naar de Moezel, waarheen zij onder
hun bescherming 't gelukkigste paar der
wereld, dat door een plaatselijk blad be
kroond is, moeten vergezellen. De journaliste
die ook deel uitmaakt van 't gezelschap,
wordt intusschen verliefd op Half Watt. Dit
brengt hem vreeselijk in moeilijkheden, maar
't is weer de detective, die uitkomst brengt
en de metgezellen per vliegmachine naar
huis stuurt. Daar aangekomen verslaan ze
nog even de misdadigersbende en leveren
den reeds gevangen hoofdman aan de politie
over.
Alles schijnt op een „happy end" te wijzen
maar plotseling vertoont de journaliste zich
weer en als door een panischen schrik be
vangen vluchten Watt en Half Watt.
REMBRANDT-THEATER.
„Wien und der Wein" en zomcrsche
journaals.
Willy Fritsch en Lilian Harvey.
De zeer charmante film „Het Congres
Danst" zal niet nalaten ook bij reprise de
menschen te trekken. Zelfs in deze warmte.
Het Rembrandt Theater is koel en goed ge
ventileerd in den zomer, gelijk het warm en
goed geventileerd is in den winter. En te
warm om te lachen is het nog niet. Trouwens
men lacht niet uitbundig om „Het Con
gres danst." Men houdt zich de buik er niet
om vast Men lacht een fijnen glimlach, zoo
als er een fijnen glimlach ligt over dit joyeuse
verhaal van den Czaar cn het Weensche
handschoenen verkoopstertje en den secreta
ris van Metternich. En men' neuriet de
melodieën mee. die allang afgezaagd wa
ren, maar die nieuwen luister kregen in de
entourage, waar een op Schlagers verzot pu
bliek ze tot hun eigen nadeel uitlichtte. Het
Congres Danst is weerom gekomen, en in
derdaad: het is te mooi om waar te zijn.
Wat het voorprogramma betreft hebben de
journaals dankbare onderwerpen. Polygoon
filmde de Rhönrad-rijdsters op Schiphol en
natuurlijk ontstond er een product, dat van
een aristieke visie blijk gaf en waarin origi
naliteit niet ontbrak, zooals het meestal is
bij Polygoon. He: Bloemencorso in Bergen en
het Waterkamp voor Meisjes op ce Kaag pas
sen als zomerse he onderwerpen in het re
laas van vroolijk'neid en licht, dat het jour
naal deze week werd, maar waar bleef de
welper.demonstratie in het padvinders
kamp?
Het Fox Movietone dagboek is gewoonlijk
iets machtiger, het begint met de verdrijving
van de mannen, die ln den oorlog, voor
Amerika streden uit Washington met traan
gas en vlammen en het eindigt met het laat
ste nieuws van de Olympische Spelen, waarbij
de opening is. met president Hoover en de
bazuinblazers en verder het hoogspringen,
het speerwerpen en 100 M. hard'.oopen. Var.
Egmond kom: er nog niet op voor.
Er is verder een talkartoon van Max Flei
scher. ditmaal minder leuk dan anders, meen
den wij, en op het tooneel zingen Russische
kozakken in het Nederlandsch. van „Een
twee, drie. daar komt de Compagnie". Het
geen. luide toegeklapt werd. Wij vonden
„Wien und der Wein" mooier.
Watt en Half Watt als Detectives
Deze week biedt Palace ons een zeer goed
vacantieprogramma, zoowel dc voorfilms als
de hoofdfilm zijn voortreffelijk.
Ufatoonjournaal liet ons een aardig mo
ment der Zwitsersche turn feesten zien, ter
wijl bij Polygoons Holl. Nieuws de „Rhönr&-
der" wel zeer de aandacht trokken.
Ook dient vermeld te worden de in
teressante opnemingen van dc film .,Dc strijd
om 't bestaan der dierenwaarin zeer sterk
naar voren wordt gebracht, dat het den becs
LUXOR THEATER.
Paljas cn Tingeltangel.
In het Luxor Theater draait deze week de
opera Paljas, de eerste opera op de geluids
film. Het is een gewaagd experiment ge
weest, dat echter geslaagd mag heeten. De
Italiaansche opera uit New-York nam de
opvoering op zich, terwijl een der beste or
kesten ter wereld het instrumentale gedeelte
verzorgde, het Philharmonische orkest. Het
fraaie Luxor-apparaat verzekert een bijzon
der mooie weergave, zoodat wat uitvoering
en weergave betreft, het prachtige werk van
Leoncavallo uitstekend tot zijn recht komt.
Een andere vraag is, of een opera geschikt
is voor de bioscoop. Het is en blijft verfilmd
tooneel. Kennis van den inhoud men
zingt in het Itallaansch tekstboekjes cn
rol verdeeling zijn voorts toch eigenlijk ver-
eïscht. En de enkele gegevens aan het begin
van ae film komen hieraan slechts ten dee'.e
tegemoet.
En tenslotte: waardeert het bioscoopbe
zoekend publiek wel een opera? Laat het zelf
hierop antwoorden. Het experiment èn het
resultaat zijn een groote belangstelling ter
dege waard.
De tweede hoofdfilm heet Tingeltangel en
speelt in de variété-wereld. Een in kommer
volle omstandigheden levend componist (Bil-
lie) weet door een pakkende schlager eenige
bekendheid te verwerven, dank zij de hulp
van den terrier Schlumpsi en een cabaretière.
Dit meisje, waaraan Billie zijn hart verpand
heeft, stijgt hooger en wil, verblind door een
gewetenloozen rijken jongen mar., niets meer
van hem weten. Ter juister tijd ziet zij haar
dwaling ln, Billie en de hond komen bij haar
in het groote cabaret en de beide gelieven
krijgen elkaar.
Een alleraardigste film met Elisabeth Pi-
najeff, Ernst Verebes, Fritz Kampers, Bruno
Kastner en Julius Falkenstein. De schrande
re Schlumpsi werkt zeer bij tot het goede
verloop van zaken.
Vooraf wordt een grappige teeken film ver
toond, terwijl het Orion-Profilti-nleuws
het bloemencorso in Bergen vertoont, kijkjes
in het Wassenaarsche Padvinderskamp (met
fraaie fotografische opnemingen), de Middel-
burgsche kermis, e.a.
Een programma, dat zeer de moeite waard
is.
W. Sombart. Die Zukunft des Kapitalis-
mus. Berlijn: Bucholtz Weisswangc. G.
m. b. II.
De bekende geleerde der z.g. historische
richting in de economie hield in het begin
van dit jaar voor de Studiengesellschaft für
Geld- und Kreditwirtschaft een voordracht,
welke thans in druk verschenen is.
Daar het productiesysteem niet uit een
natuurwet is voortgekomen, doch zuiver
menschenwerk. betoogt de schrijver, moet
het ook mogelijk zijn door menschenhanden
het systeem te veranderen. Men moet zich
er echter aan gewennen hierbij in plaats
van met weken met eeuwen te rekenen.
De auteur beschrijft dan de kenmerkende
veranderingen, die er reeds in den loop der
Jaren in onze huishouding zijn opgetreden
en waardoor o.a. de vrije werking der wet
van vraag en aanbod thans aan veel meer
belemmeringen bloot staat dan vroeger.
Hij onderwerpt vervolgens de eigenlijke
toekomst van het kapitalisme aan een be
schouwing. waarbij hij drie wijzen erkent,
waarop het kapitalisme verder zal bestaan,
de reactionaire, de conservatieve en de re-
formistlsch-revolutionaire. De beide eerste
verwerpt hij, daar hij noch een terugkeeren
tot de oude liberale economie, noch een
voortsukkelen op de manier van thans mo
gelijk acht. Zoo moet als eenige oplossing
aanvaard worden de z.g. Planwirtschaft,
waarvan hij zich een warm voorstander
toont.
De schrijver zet dan in een helder betoog
uiteen, waarom volgens hem het vrijhandel
principe zoowel als de overheersching van
een groot deel van de wereld door de West-
Europecsche landen thans afgedaan hebben.
Voortaan moet ieder land in nationalisti-
schen zin bestuurd worden, met behulp van
contingenteeringcn, tolunies en handelsver
dragen. die dc plaats van vrijhandel en
meestbegunstiging innemen zullen.
De schrijver ontwikkelt dus theorieën, die
door nog al uiteenloopendc richtingen aan
gehangen worden, maar belangwekkend is
het boekje in elk geval.
Bclcmmcringenwctten.
Wij ontvingen de tweede druk van ce Be-
lemmeringenwet. verordeningen van 23 Mei
1899 en beiemmeringenwet. privaatrecht 13
Mei 1927 met aanteekeningen enz. voorzien
door dr. G. G. Pekelharing. Tjeenk Wiilin-k
te Zwolle gaf den nieuwen druk uit in de
editie Schuurman en Jordens Ned. Staatswet
ten.
Handboek voor de
Vredesbeweging in Nederland.
Verschenen is bij de N.V. Johan Mulder's
uitgerrersmU. te Gouda een Handboek voor
de Vredesbeweging in Nederland. onder
redactie van ds. J B. Th. Hugenhoiz Het
boek bevat allerlei gegevens op het gebied
van het vredeswerk, zoowei van de regeerin?
als van de vereenigingen in Nederland en
het buitenland,
HET WETENSCHAPPELIJK
MENU.
(Van onzen Londenschen correspondent).
LONDEN, 11 Augustus.
Hei moet een troost zijn voor den Engelse li
man in deze harde tijden die nog geen
uitzicht bieden op vermindering van den
belastingdruk dat hij in zijn vaderland
voor van 6 :ot 8 shilling per weck het vol
ledige en gezonde voedsel kan krijgen, dat
zijn lichaam beter ln stand zal houden dan
mogelijk is met een vosdingsbudget van het
dubbele of het viervoudige. De kostprijs van
6 tot 8 shilling is gegeven dezer dagen
door een dokteres, die sprak op de jaarver
gadering van vrouwelijke geneeskundigen.
De dame vertelde er niet bij waaruit de spijs-
lijst van het gezin zou bestaan. Dit nam veel
w.'g van de waarde van haar stelling. Maar
andere deskundigen in dc zaak van calorieën
voedingswaarde en dieet die de dokters bij
vielen hebben Inmiddels dit verzuim goed
gemaakt en uitgelegd dat he'. nog wel wat
minder kon dan voor 6 a 8 shilling. Een dieet
van haring, havermout en kool. aangeschaft
in dc ingrediënten voor dc bescheiden som
van zes stuivers per dag. verschaft het
lichaam de wetenschappelijk juiste hoeveel
heid brandstof en onderhoudt bindweefsel
en d» rest precies zooals dezelven onderhou
den moeten worden. Het dlëetlsóhe trio ha-
ring-havermouth-kool bevredigt niet slechts
dat honger jeuken, waaraan ce maag zich
bij veronachtzaming van buiten-af overgeef:,
zU bevredigt tevens de idealen van den voed-
sel-expert,
D? normale persoon, die zijn siookmate-
riaal dan nu voor sixpence per dag kan krij
gen. behoeft zich niet meer bezorgd te maken
over de kosten van zijn levensonderhoud in
een maatschappij, die van hem eischt dat
hij door hooge belastingen ook nog arme
fabrikanten arme boeren cn werkioozen on
derhoudt. En de abnormale persoon zal
naar men bU afleiding moet veronderstellen
met een extra haring of een extra portie
havermout er ook van kunnen komen cn
hoewel wat minder goedkoop toch nog goed
koop genoeg uit wezen.
Met wat vindingrijkheid moet het mogelijk-
zijn ampel variatie te brengen in de maal
tijden. Men kan kool en haring samen nemen
me: havermouth als toetje. Of haver-
mouth en kool door eikaar met haring tot
bezegeling van een alleszins bevredigenden
disch. Of haring als hors d' oeuvre kool als
entree en mout als dessert. Iedereen die wel
eens heeft beproefd hoeveel vrschillende ge
tallen hij kan maken van de cijfers 1, 2 en 3
of van elk ander drietal enkelvoudige cijfers,
zal terstond beseffen hoeveel vcrlatles er is
te maken van de drie genoemde gerechten.
Maar als dit alles is vastgesteld, moet men
blijven twijfelen aan den praktischcn zin
van de personen, die deze raadgevingen aan
een veel geplaagde samenleving ter over
denking voorlegden. Het verzetsinstinct, dat
levend is ln ons allen, zal aan dit menu
populaire gunst onthouden. Zoo lang het
nog mogelijk is zal men bevrediging blijven
zoeken in een minder wetenschappelijk maar
belangwekkender menu. Zoo lang het nog
mogelijk is. In groenten is er nu groenten
van vreemden bodem worden geweerd cf de
invoer er van ontmoedigd al haast geen
keuze meer. Het overgroote deel der be
volking is op kool aangewezen. Ofschoon
dit een tijd Is van overvloed van vruchten dos
velds blijven deze vruchten voor den gemid
delden Londenaar onbereikbaar. En dc nlet-
gemiddelde maar bemiddelde Londen aars, die
geld hebben om de hooge prijzen te beta
len. zullen zich nog wel eens tweemaal be
denken voordat zij dit eeld offeren voor de
armelijke tomatïn, de onooglijke pruimen,
de slecht ontwikkelde kersen, de onfrissche
slaatjes enz., die de groen ten v?rkoopers met
voor een buitenlander, die weet wat greenten
kunnen zijn, schaamteloos, optimism uitstal
len.
A. K. v. R.
OPENING nOEDENHUIS.
In perceel Groote Houtstraat 12 heeft de
firma B. Dechesne een nieuwe zaak geopend
Het Hoedenhuls, een speciaalzaak ln dames-
en klnderhoeden. De firma heeft ook zaken
in verschillende steden in Nederland als
Leeuwarden, Groningen, Zwolle, den Bosch,
Enschede en andere.
De zaak is een aanwinst voor de Groote
Houtstraat. De ruime .diepe etalages zijn ar
tistiek uitgevoerd en geven de kijkers uitste
kende indrukken van wat voorhanden ls. Ook
het interieur is zeer fraai. Een moderne bal-
lonverllchting, de betimmeringen ln donker
rood- en -bruin, de moderne wandbedekking,
alles werkt mee om het interieur tot een
rustig geheel te maken. De opstelling der
voorhanden hoeden langs alle wanden treeft
gelegenheid tot een zeer ruime en gemakke
lijke keus. Ook zijn op tal van plaatsen spie
gels aangebracht.
Boven bevinden zich het kantoor en het
atelier.
Ter gelegenheid der opening waren vele cn
fraaie bloemstukken geschonken. Wij wen
schen de firma ook in Haarlem veel succes
toe.
KEDERLANDSCHE DAMBOND.
Het bestuur van den Nederl. Dambond
heeft besloten op 18 September as. te
Utrecht een buitengewone algemccnc verga
dering te houden. Op deze algemeone ver
gadering zullen drie belangrijke punten wor
den behandeld, namelijk 1 een andere sa
menstelling van het hoofdbestuur: 2. behan
deling der réorganisatie-voorstellen en 3.
samenstelling der verschillende districten.
EXAMEN HOOFDAKTE.
Haarlem, 12 Aug. Geëxamineerd 8 vr.l.
cp.ndMaten Geslaagd de dames: C. Schra-
ma. Santpoort, G. Stolwijk, Haarlem. J. v.
Roermond. Amsterdam. Chr. Borsjes. Hau-
wert gem. Nibbixwoud. A. Kater, Anna Pau-
lowna. M. Vermey, Amsterdam.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Mulder. Amsterdamschcvaart 76 zw.. bril:
v. d. Velden. Binnenweg 128. badpakken,
handdoek en broek; Timmermans Leldschc-
plein 37 zw. emmer: Kennel Fauna, Parklaan
119. 2 honden, en kat; v. d. Horst, Leidsche-
straat 14 portemonnaie: v. d. Molen. Nijl-
straat3.. idem: Appelboom. Celebesstraat 5,
idem: Sanders, Schermerstraat 6. rijw. be
lastingplaatje; Van Dijck. Allanstraat 62.
rozenkrans: Bureau van Politie, Smede-
straat 9. regenjas: Klein. Adr Loosjesstraat
13. taschie Haaren. Kruistochtstraat 62,
idem; Van Setten, Kleine Houtstraat 59,
idem.