LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING BIOSCOOP. Nieuwe Uitgaven. I HET TOONEEL STAAN TOONEELSPELERS IN OF BOVEN HUN ROL. Eenige Jaren geleden is er een boekje een proefschrift verschenen van Dr. H. J. H. van Lienden over de psychologie van de tooneelspelers. dat niet alleen belang rijk was voor medici maar evenzeer voor lee- ken, die interesse hebben voor het tooneel. omdat Dr. Van Lienden de resultaten van een door hem gehouden enquête onder too- neelartisten in het boekje heeft gepubli ceerd. De belangrijkste vraag, die hij aan de acteurs en actrices had gesteld, was wel: „Is u, als u speelt, geheel ;n uw rol, of kunt gij opmerkingen fluisteren geheel buiten uw rol om?" omdat wij daarmee in het brand punt komen te staan van den strijd tus- schen 2 grcepen van tooneelartisten. name lijk van hen, die beweren, dat de tooneei- speler als indertijd Eleonora Duse en bij ons Wilhelmina van der Horst volkomen in hun rol moeten opgaan, de emotie van Ihet tooneel als het ware moeten „doorleven" en van degenen, die de bekende stelling van Coquelin aanhangen en meenen. dat tooneel spelers steeds boven hun rol moeten staan, „hun lichamen moeten bespelen" en hun spel dus voortdurend hebben te controleeren. Bij de enquête van Dr. Van Lienden ga ven 41 procent als antwoord, dat zij steeds geheel in hun rol waren: 33 procent ston den echter blijkbaar aan den kant van Coquelin en verzekerden, dat zij ook tijdens het spel buiten hun rol opmerkingen kon den fluisteren en er dus nooit geheel en al „in" waren. Opmerkelijk was het volgende antwoord van volgens Dr. Van Lienden een onzer eerste tooneelspelers: „Een goed acteur staat altijd boven zijn rol en bestuurt zijn doen en laten van uit zijn hersens, waar ook voor komediespelen de centrale is. Een acteur, die in zijn rol zit. beheerscht zien zelf en zijn rol niet en kan zijn gedragingen in zijn rol niet controleeren". Een acteur, die wilde bewijzen, dat het zich geheel inleven in een rol soms gevolgen kan hebben, welke een artist zelf niet voor ziet, gaf daarvan het volgende voorbeeld. Een jonge actrice had een klein rolletje zóó Ingeleefd, dat zij inderdaad van binnen uit dus ging huilen, geheel in overeen stemming met de situatie in het stuk. Wat was het gevolg? Hilariteit bij het publiek. De schmink was niet berekend op het wer kelijk huilen en bovendienhuilde zij heel leelijk! Haar spel werd onaesthetisch en daardoor onartistiek. De bekende tooneelcriticus J. T. Grein ver telt in zijn zeer lezenswaardig boek „The new World of the Theatre" een d'reelijk geval van een actrice, die op een generale repetitie zóó had gespeeld, da,t zij hesl haar omgeving ontroerde, doch op de première totaar fiasco leed, enkel en alleen, doordat zij te veel iri haar lol opging en zich daar door niet m?cr beheerschte. Haar spel werd te realistisch cn daardoor onartistiek cn leelijk. Men kan op het tooneel nu eenmaal nooit zuiver realiteit geven. Zelfs in den tijd van het meest ver gedreven realisme deed men dat niet. Het spel moet alleen maar bij het publiek den schijn wekken, alsof het volko men natuurlijk is. Een acteur zal den te spe len persoon uit een stuk tenzij het tegen deel door de conceptie van de rol bepaald verlangd wordt steeds tot 'n aesthetisch geheel moeten maken. Ik heb eens gelezen, dat Talma de beroemde Fransche too- neelspeler, die met Napoleon Indertijd in Holland is geweest en toen o.a. in den schouwburg te Amsterdam heeft gespeeld ook aan een echt sterfbed „aesthetisch huil de". Als het verhaal juist is, pleitte het niet voor den persoon van Talma noch voor de echtheid van zijn smart. Maar ik moet hier aan toch onwillekeurig even denken toen ik in de brochure van Dr. Van Lienden las van een jong acteur, die hem had gezegd, dat hij eens zijn vak had gehaat op het oogenblik, toen hij onbewust een kritiek in zich voelde opkomen op het onaesthetisch huilen van zijn omgeving bij het sterfbed van iemand, van wien hij toch zeer veel gehouden had. Het volkomen in een rol zijn, béhoeft vol strekt niet altijd tot gevolg te hebben, dat het spel onaesthetisch wordt. Annie van Ees is in de bekende celscène in Boef ie er zoo geheel en al in. dat zij zooals mij van ver schillende zijden is bevestigd na die scène dikwijls met een behuild gezichtje van het tooneel komt cn toch zal niemand durven beweren, dat haar spel daarin de grenzen van het aesthetische overschrijdt. Ook bij me vrouw Van der Horst bestond er bijvoorbeeld geen twijfel, of zij als Jo aan het slot van het derde bedrijf van Op Hoop van Zegen er niet volkomen in en haar snikken echt was en toch voldeed haar spel ook aan de hoogste artistieke eischen, welke men er aan stellen kon. Het publiek verkeert het liefst in de ver beelding, dat de tooneelspelers volkomen in hun rol zijn cn het moet voor velen min of meer een desillusie zijn te hooren. dat dit volstrekt niet altijd het geval Is en zij in tegendeel dikwijls ook in de momenten, wel ke als volkomen „echt" aandoen, er geheel buiten staan. Coquelin was zoo eerlijk te bekennen, dat hij tijdens zijn groote scène aan het slot van Cyrano herhaaldelijk aan iets geheel anders dacht! J. T. Grein geeft er in een artikel ..Acting and feeling" ook eenige aardige voor beelden van. Een beroemde Weensche actri ce had in La Tosca van Sardou in de be kende martelscène haar publiek zoo tot tra nen ontroerd, dat haar impressario, opge wonden van blijdschap in haar kleedkamer kwam om haar met haar succes geluk te wenschen. Groot was zijn ontgoocheling, toen hij van de diva te hooren kreeg: „Gc- meene kerel, je hebt mij gezegd, dat er maar 6 61oges bezet waren cn het zijn er negen! Ik heb ze tijdens dc martelscène zitten tellen". Een tooneelspcelster heeft mij eens ver teld, dat een onzer meest bekende actrices midden in de sterfscène van Marguerite Gauthier haar in de ooren fluisterde: ,.Hoor ze1 cxcusez mol le mot es snotteren in de zaal!" en een andere beroemdheid beet een jonge medespeelster in het meest dramati sche moment nijdig toe: „Kind. schuif nou toch op! Zoo kan ik toch niet sterven!" In ..Wir und das Theater" las ik. hoe Alexander Moissi een jong actricetje. die in Hamlet Ophelia speelde en haar zenuwen niet. de baas kon blijven, toefluisteren: „Aber Eischen, Kind, clenii^ doch, es ist nur Thea ter!" Grein vertelt van een beroemd Duitsch acteur, die als Hamlet op het meest drama tisch moment in de tooneelspelersscène den koning toefluisterde: „Kijk es in de loge d'avant scène, wat 'n mooi blondje daar Zit!" Een tooneelspeler, die sterk op den souf fleur speelt, zal nooit geheel en al in zijn rol staan. Bij Louis Bouwmeester was voor den scherp oplettenden toschouwer, het contact tusschen den grooten acteur en den man in het hok herhaaldelijk zichtbaar ik heb hem meermalen het bekende teeken met den voet zien geven maar Bouwmeester is toch nooit zoo ver gegaan als Victor Dries- sens een speler wiens grootheid overigens ook door den beroemden Louis ten volle werd erkend die eens, toen de souffleur hem niet voldoende bijstond, naar het hok toe- stoof en hem met een vloek, hoorbaar voor heel het publiek, toesnauwde: Vooruit, wat is nu 't woord?" Dit alles moge voor tooneelliefhebbers misschien een weinig ontgoochelend klinken, men kan van acteurs toch ook onmcgelijk eischen, dat zij iederen avond weer alle emoties van hun rol doorleven. De actrice, die La Tosca of de moeder in Spoken speelt, zou het geen week volhouden De hoofdzaak- Is. dat zij ons, toeschouwers de illusie geven van volkomen in hun rol te staan: tooneel is tenslotte niet anders dan illusie. Het is de groote kunst van tooneelspelers ons dit te doen vergeten en schijn voor ons tot werke lijkheid t-e maken. Wanneer hun dit gelukt, kan het ons onverschillig zijn, of zij in dan wel boven hun rol staan. J. B. SCHUIL. NOG EEN NIEUW TOONEELGEZELSCHAP. Met „Kammerspier'-repertoire. Naar wij vernemen zullen de dames Vera Bondam en Betsie RanucciBeekman en de heeren Dirk Verbeek, Piet Bron en Adolph Hamburger de voorloopige kern vormen van een sociëtair tooneelgezelschap, dat van 1 October af in ons land voorstellingen zal ge ven van stukken uit het heaendaagsche in- interna tion ale .Kammerspiel'-reper toire door KAREL DE JONG. Het woord „Sonatine" heeft langen tijd bij de jeugd in een kwaden reuk gestaan. Het beduidde een soort van Instructieve muziek, die in hun oordeel zoowat de derde plaats op den ladder der vervelendheid innam, d.w.z. na vingeroefeningen en etudes. Er was voor die taxatie in vele gevallen wel eenige rechts grond aanwezig, want er is in den verklein den sonatevorm heel wat dorre en ongeniet bare kost met instructieve doeleinden opge- discht door menschen, die niet bedachten, dat men de ziel van het kind daardoor moei lijk zal winnen. Er zijn natuurlijk ook meer dere gunstige uitzonderingen, die ik hier niet Ln extenso wil bespreken omdat dit overzicht anders op een klavier-paedagogische ver handeling zou gaan gelijken; maar toch blijft het aantal werkjes, die schoonheid van in houd en vorm aan bevattelijkheid en instruc tieve waarde paren, vrij gering. In de eerste jaren dezer eeuw werd een streven algemee- ner bemerkbaar, om de „Sonatine" uit de leskamer naar het concertpodium te bren gen. Het gelukkigst is daarmee wel geweest Maurice Ravel, wiens in 1905 geschreven „So natine" wel zoowat overal gespeeld is. Toen gingen alle Fransche componisten van eeni- gen naam sonatines schrijven en de beweging sloeg al gauw ook naar ons land over. De im mer parate en op alle invloeden en stroomin gen terstond Teageerende Röntgen Sr. deed de eerste van een geplande reeks van 6 so natines verschijnen; op de andere 5 wachten we nog steeds tevergeefs. Ravels stijl copieer- de Röntgen volstrekt niet; eerder sloot hij zich in die no. 1 nog geheel bij de richting van Brahms aan. De ultramoderne richting vindt men. wat ons land betreft, natuurlijk in Pijpers Sonatines vertegenwoordigd. Maar ook de grootmeester van het klavier, wijlen Ferruccio Busoni. heeft aan de sonatine zijn aandacht geschonken en de litteratuur daar van met vijf werken verrijkt. Zijn eerste So natine dateert van 1910 en toont reeds duide- ke atonale excursies. In zijn ..Sonatina Se- conda", van 1912, is de atonaliteit ten volle doorgevoerd; bovendien is het maatindee- llngsprincipe daarin vervallen. Voor mijn persoonlijk gevoel is dit werkie volstrekt on genietbaar. De derde in de rij is de „Sona tina ad usum infantis". in 1916 tijdens zijn verblijf in Amerika voor een Amerikaansch meisje geschreven. Het zal wel dit werkje zijn dat onder den titel ..Kindersonatine" Zondag door Berlijn wordt uitgezonden en die mij aanleiding gaf om over het genre even uit te weiden. Wie meenen zou dat Busonis Kinder sonatine een van Clementi of Kublau kon vervangen, zou zich deerlijk vergissen. Wel veronderstelt zij geen ceceine-spanning. zoo als zijn eerste, maar wel vaardigheid in 3- stemmig spel en in vrij lastige (en onnoodige) hand kruisingen. Het werkje is eenigszins cyclisch gebouwd en bestaat uit een intro ductie. een koraal, een fugato. een Vivace alla Marcia, een gewijzigde herhaling der intro ductie en een polonaise, die alle zonder on derbreking in elkaar overgaan. Of de jeugd er erg van genieten zal is nog twijfelachtig, maar ik wilde er toch de aandacht op vesti gen. De 4tie S. is een aan zijn zoon opgedra gen kerstgeschenk, de 5de draagt het op schrift „In Signo Joamis Sebasiiani Magni" f..:n 'net teeken van Johan Sebastiaan den Groote") en is dus blijkbaar aan de nage dachtenis van J. S. Bach gewijd; opgedragen is zij aan den componist Ph. Jarnach. Ook deze werkjes, uit 1918 en 1919 dateerend, be vatten weinig, dat binnen het technische en geestelijke bevattingsvermogen van jongere spelers zal vallen. Hoe anders is het gesteld met Bizets „Jeux d'Enfants", waarvan Huizen Maandag een vijftal in orkestarrangement zal uitzenden. De geheele serie telt 12 nummers, oorspron kelijk voor piano 4-handig geschreven, en, zoo het meerendeel daarvan voor de door- snee-jeugd wel even onuitvoerbaar is als De- bussys „Childrens Corner", geloof ik toch dat men door het voorspelen aan kinderen, die cenig gevoel voor muziek hebben, een groot genoegen kan bereiden. De geniale schepper der Carmen-partituur doet. er zich telkens in kennen. In het programma zijn, jammer genoeg, de namen der stukjes niet vermeld: INGEZONDEN MEDEDEEL IN GEN. a 60 Cts- per regel. pH*K0o»tv*JsKy een omissie, die lk hier herstellen wil. De 5 nummers heeten respectievelijk: Trompet en Trommel; de Pop. de Tol, Klein Mannetje en klein Vrouwtje, Het Bal. Op het gebied van piano-solo met orkest hebben we voor de komende week te vermel den het c. min. concert van Mozart 'Hilver sum, Zondag), het meest belangrijke en meest symphonisch bewerkte van Mozarts 27 pianoconcerten: voorts Chopins 1ste concert dat door den Chopln-prijswinnaar Aninsky Woensdag te Brussel zal worden gespeeld en het „Concert voor de linkerhand" van Ravel, dat Dinsdag door Londen uitgezonden wordt. Ravel heeft dit geschreven voor den pianist Paul Wittgenstein, die in den wereldoorlog zijn rechterarm voor de „kultur" moest op offeren. Er bestaat meer litteratuur voor één hand. voor een goed deel afkomstig van den éénarmigen Hongaarschen pianist graaf Géza Zïchy. Brahms arrangeerde Bachs vioolchaconne voor de linkerhand alleenAlkan schreef voor de linkerhand een „Fantasie", voor rechter hand „Introduction. Variations et Finale" fhet eenige mij bekende stuk voor d^r. h.) St. Saëns componeerde 6 aardige etudes voor de 1. h. enz. Klaviermuziek van Mendelssohn staat op het programma der Daventry-grondslagen. Zeer verwarmend i.s deze muziek over 't al gemeen niet: routine en vaardigheid win nen het van werkelijke inspiratie. Een uit zondering kan men maken voor de Variaties in d min. op. 54. die dan ook door den ocm- ponist uitdrukkeijk als ..Variations sérieu- ses" betiteld werden en die wel het belang rijkste zijner vele planowerken vormen. Tot besluit van dit overzicht wil ik wijzen op een uitzending wier aankondiging in hooge mate mijn nieuwsgierigheid prikkelt Ieder lezer weet natuurlijk wat een „oratorium" is, dat men bijbelsche en wereldlijke O's on derscheidt en dat bij de uitvoering steeds koor en solostemmen te pas komen. Maar heeft men ooit gehoord van een O., dat als intermezzo van een orkestconcert. zonder koor, gegeven wordt? Men zie de Donderdag avonduitzending van Langenberg. Het on derwerp is blijkbaar niet bijbelsch doch zeer wereldsch, en aangezien de Nürburgring de vermaarde autorenbaan in de Eifcl is. ver moed ik dat het koor en de solostemmen door claxons vervangen zullen worden. Maar ik kan me daarin vergissen. ten vaak moeite kost hun voedsel te krijgen en zij hun buit niet gaarne prijsgeven. A Radio Picture „Toby als violist" is de ge luidsfilm, aardig en vroolijk. Ook 't tooneelprogramma is goed verzorgd Ditmaal lieten „3 Nchrings", het beroemde xylofoon-ensemble, ons eenige staaltjes van hun kunst zien, dat werkelijk zoo voortref felijk en goed uitgevoerd werd. dat hun alle lof toegezwaaid dient te worden, 't Publiek toonde zich dan ook enthousiast en kreeg daardoor een aardige toegift. Na de pauze de hoofdfilm ..Watt en Half Watt als Detectives, welke ons weer eens be wees. hoe onvergelijkelijk de speelkwalitei- ten van deze Deensche artisten zijn. Dit keer beginnen ze met krantenjongens te worden, openen een kiosk in het centrum der stad cn hopen aldus rijk te worden. De zaken floreeren intusschen niet erg, maar een detective, die hen in dienst neemt, brengt uitkomst. Nu maken ze natuurlijk de dolste avonturen mee, hetzij bij de achtervolging van een mlsdadigersbende, hetzij op een reisje naar de Moezel, waarheen zij onder hun bescherming 't gelukkigste paar der wereld, dat door een plaatselijk blad be kroond is, moeten vergezellen. De journaliste die ook deel uitmaakt van 't gezelschap, wordt intusschen verliefd op Half Watt. Dit brengt hem vreeselijk in moeilijkheden, maar 't is weer de detective, die uitkomst brengt en de metgezellen per vliegmachine naar huis stuurt. Daar aangekomen verslaan ze nog even de misdadigersbende en leveren den reeds gevangen hoofdman aan de politie over. Alles schijnt op een „happy end" te wijzen maar plotseling vertoont de journaliste zich weer en als door een panischen schrik be vangen vluchten Watt en Half Watt. REMBRANDT-THEATER. „Wien und der Wein" en zomcrsche journaals. Willy Fritsch en Lilian Harvey. De zeer charmante film „Het Congres Danst" zal niet nalaten ook bij reprise de menschen te trekken. Zelfs in deze warmte. Het Rembrandt Theater is koel en goed ge ventileerd in den zomer, gelijk het warm en goed geventileerd is in den winter. En te warm om te lachen is het nog niet. Trouwens men lacht niet uitbundig om „Het Con gres danst." Men houdt zich de buik er niet om vast Men lacht een fijnen glimlach, zoo als er een fijnen glimlach ligt over dit joyeuse verhaal van den Czaar cn het Weensche handschoenen verkoopstertje en den secreta ris van Metternich. En men' neuriet de melodieën mee. die allang afgezaagd wa ren, maar die nieuwen luister kregen in de entourage, waar een op Schlagers verzot pu bliek ze tot hun eigen nadeel uitlichtte. Het Congres Danst is weerom gekomen, en in derdaad: het is te mooi om waar te zijn. Wat het voorprogramma betreft hebben de journaals dankbare onderwerpen. Polygoon filmde de Rhönrad-rijdsters op Schiphol en natuurlijk ontstond er een product, dat van een aristieke visie blijk gaf en waarin origi naliteit niet ontbrak, zooals het meestal is bij Polygoon. He: Bloemencorso in Bergen en het Waterkamp voor Meisjes op ce Kaag pas sen als zomerse he onderwerpen in het re laas van vroolijk'neid en licht, dat het jour naal deze week werd, maar waar bleef de welper.demonstratie in het padvinders kamp? Het Fox Movietone dagboek is gewoonlijk iets machtiger, het begint met de verdrijving van de mannen, die ln den oorlog, voor Amerika streden uit Washington met traan gas en vlammen en het eindigt met het laat ste nieuws van de Olympische Spelen, waarbij de opening is. met president Hoover en de bazuinblazers en verder het hoogspringen, het speerwerpen en 100 M. hard'.oopen. Var. Egmond kom: er nog niet op voor. Er is verder een talkartoon van Max Flei scher. ditmaal minder leuk dan anders, meen den wij, en op het tooneel zingen Russische kozakken in het Nederlandsch. van „Een twee, drie. daar komt de Compagnie". Het geen. luide toegeklapt werd. Wij vonden „Wien und der Wein" mooier. Watt en Half Watt als Detectives Deze week biedt Palace ons een zeer goed vacantieprogramma, zoowel dc voorfilms als de hoofdfilm zijn voortreffelijk. Ufatoonjournaal liet ons een aardig mo ment der Zwitsersche turn feesten zien, ter wijl bij Polygoons Holl. Nieuws de „Rhönr&- der" wel zeer de aandacht trokken. Ook dient vermeld te worden de in teressante opnemingen van dc film .,Dc strijd om 't bestaan der dierenwaarin zeer sterk naar voren wordt gebracht, dat het den becs LUXOR THEATER. Paljas cn Tingeltangel. In het Luxor Theater draait deze week de opera Paljas, de eerste opera op de geluids film. Het is een gewaagd experiment ge weest, dat echter geslaagd mag heeten. De Italiaansche opera uit New-York nam de opvoering op zich, terwijl een der beste or kesten ter wereld het instrumentale gedeelte verzorgde, het Philharmonische orkest. Het fraaie Luxor-apparaat verzekert een bijzon der mooie weergave, zoodat wat uitvoering en weergave betreft, het prachtige werk van Leoncavallo uitstekend tot zijn recht komt. Een andere vraag is, of een opera geschikt is voor de bioscoop. Het is en blijft verfilmd tooneel. Kennis van den inhoud men zingt in het Itallaansch tekstboekjes cn rol verdeeling zijn voorts toch eigenlijk ver- eïscht. En de enkele gegevens aan het begin van ae film komen hieraan slechts ten dee'.e tegemoet. En tenslotte: waardeert het bioscoopbe zoekend publiek wel een opera? Laat het zelf hierop antwoorden. Het experiment èn het resultaat zijn een groote belangstelling ter dege waard. De tweede hoofdfilm heet Tingeltangel en speelt in de variété-wereld. Een in kommer volle omstandigheden levend componist (Bil- lie) weet door een pakkende schlager eenige bekendheid te verwerven, dank zij de hulp van den terrier Schlumpsi en een cabaretière. Dit meisje, waaraan Billie zijn hart verpand heeft, stijgt hooger en wil, verblind door een gewetenloozen rijken jongen mar., niets meer van hem weten. Ter juister tijd ziet zij haar dwaling ln, Billie en de hond komen bij haar in het groote cabaret en de beide gelieven krijgen elkaar. Een alleraardigste film met Elisabeth Pi- najeff, Ernst Verebes, Fritz Kampers, Bruno Kastner en Julius Falkenstein. De schrande re Schlumpsi werkt zeer bij tot het goede verloop van zaken. Vooraf wordt een grappige teeken film ver toond, terwijl het Orion-Profilti-nleuws het bloemencorso in Bergen vertoont, kijkjes in het Wassenaarsche Padvinderskamp (met fraaie fotografische opnemingen), de Middel- burgsche kermis, e.a. Een programma, dat zeer de moeite waard is. W. Sombart. Die Zukunft des Kapitalis- mus. Berlijn: Bucholtz Weisswangc. G. m. b. II. De bekende geleerde der z.g. historische richting in de economie hield in het begin van dit jaar voor de Studiengesellschaft für Geld- und Kreditwirtschaft een voordracht, welke thans in druk verschenen is. Daar het productiesysteem niet uit een natuurwet is voortgekomen, doch zuiver menschenwerk. betoogt de schrijver, moet het ook mogelijk zijn door menschenhanden het systeem te veranderen. Men moet zich er echter aan gewennen hierbij in plaats van met weken met eeuwen te rekenen. De auteur beschrijft dan de kenmerkende veranderingen, die er reeds in den loop der Jaren in onze huishouding zijn opgetreden en waardoor o.a. de vrije werking der wet van vraag en aanbod thans aan veel meer belemmeringen bloot staat dan vroeger. Hij onderwerpt vervolgens de eigenlijke toekomst van het kapitalisme aan een be schouwing. waarbij hij drie wijzen erkent, waarop het kapitalisme verder zal bestaan, de reactionaire, de conservatieve en de re- formistlsch-revolutionaire. De beide eerste verwerpt hij, daar hij noch een terugkeeren tot de oude liberale economie, noch een voortsukkelen op de manier van thans mo gelijk acht. Zoo moet als eenige oplossing aanvaard worden de z.g. Planwirtschaft, waarvan hij zich een warm voorstander toont. De schrijver zet dan in een helder betoog uiteen, waarom volgens hem het vrijhandel principe zoowel als de overheersching van een groot deel van de wereld door de West- Europecsche landen thans afgedaan hebben. Voortaan moet ieder land in nationalisti- schen zin bestuurd worden, met behulp van contingenteeringcn, tolunies en handelsver dragen. die dc plaats van vrijhandel en meestbegunstiging innemen zullen. De schrijver ontwikkelt dus theorieën, die door nog al uiteenloopendc richtingen aan gehangen worden, maar belangwekkend is het boekje in elk geval. Bclcmmcringenwctten. Wij ontvingen de tweede druk van ce Be- lemmeringenwet. verordeningen van 23 Mei 1899 en beiemmeringenwet. privaatrecht 13 Mei 1927 met aanteekeningen enz. voorzien door dr. G. G. Pekelharing. Tjeenk Wiilin-k te Zwolle gaf den nieuwen druk uit in de editie Schuurman en Jordens Ned. Staatswet ten. Handboek voor de Vredesbeweging in Nederland. Verschenen is bij de N.V. Johan Mulder's uitgerrersmU. te Gouda een Handboek voor de Vredesbeweging in Nederland. onder redactie van ds. J B. Th. Hugenhoiz Het boek bevat allerlei gegevens op het gebied van het vredeswerk, zoowei van de regeerin? als van de vereenigingen in Nederland en het buitenland, HET WETENSCHAPPELIJK MENU. (Van onzen Londenschen correspondent). LONDEN, 11 Augustus. Hei moet een troost zijn voor den Engelse li man in deze harde tijden die nog geen uitzicht bieden op vermindering van den belastingdruk dat hij in zijn vaderland voor van 6 :ot 8 shilling per weck het vol ledige en gezonde voedsel kan krijgen, dat zijn lichaam beter ln stand zal houden dan mogelijk is met een vosdingsbudget van het dubbele of het viervoudige. De kostprijs van 6 tot 8 shilling is gegeven dezer dagen door een dokteres, die sprak op de jaarver gadering van vrouwelijke geneeskundigen. De dame vertelde er niet bij waaruit de spijs- lijst van het gezin zou bestaan. Dit nam veel w.'g van de waarde van haar stelling. Maar andere deskundigen in dc zaak van calorieën voedingswaarde en dieet die de dokters bij vielen hebben Inmiddels dit verzuim goed gemaakt en uitgelegd dat he'. nog wel wat minder kon dan voor 6 a 8 shilling. Een dieet van haring, havermout en kool. aangeschaft in dc ingrediënten voor dc bescheiden som van zes stuivers per dag. verschaft het lichaam de wetenschappelijk juiste hoeveel heid brandstof en onderhoudt bindweefsel en d» rest precies zooals dezelven onderhou den moeten worden. Het dlëetlsóhe trio ha- ring-havermouth-kool bevredigt niet slechts dat honger jeuken, waaraan ce maag zich bij veronachtzaming van buiten-af overgeef:, zU bevredigt tevens de idealen van den voed- sel-expert, D? normale persoon, die zijn siookmate- riaal dan nu voor sixpence per dag kan krij gen. behoeft zich niet meer bezorgd te maken over de kosten van zijn levensonderhoud in een maatschappij, die van hem eischt dat hij door hooge belastingen ook nog arme fabrikanten arme boeren cn werkioozen on derhoudt. En de abnormale persoon zal naar men bU afleiding moet veronderstellen met een extra haring of een extra portie havermout er ook van kunnen komen cn hoewel wat minder goedkoop toch nog goed koop genoeg uit wezen. Met wat vindingrijkheid moet het mogelijk- zijn ampel variatie te brengen in de maal tijden. Men kan kool en haring samen nemen me: havermouth als toetje. Of haver- mouth en kool door eikaar met haring tot bezegeling van een alleszins bevredigenden disch. Of haring als hors d' oeuvre kool als entree en mout als dessert. Iedereen die wel eens heeft beproefd hoeveel vrschillende ge tallen hij kan maken van de cijfers 1, 2 en 3 of van elk ander drietal enkelvoudige cijfers, zal terstond beseffen hoeveel vcrlatles er is te maken van de drie genoemde gerechten. Maar als dit alles is vastgesteld, moet men blijven twijfelen aan den praktischcn zin van de personen, die deze raadgevingen aan een veel geplaagde samenleving ter over denking voorlegden. Het verzetsinstinct, dat levend is ln ons allen, zal aan dit menu populaire gunst onthouden. Zoo lang het nog mogelijk is zal men bevrediging blijven zoeken in een minder wetenschappelijk maar belangwekkender menu. Zoo lang het nog mogelijk is. In groenten is er nu groenten van vreemden bodem worden geweerd cf de invoer er van ontmoedigd al haast geen keuze meer. Het overgroote deel der be volking is op kool aangewezen. Ofschoon dit een tijd Is van overvloed van vruchten dos velds blijven deze vruchten voor den gemid delden Londenaar onbereikbaar. En dc nlet- gemiddelde maar bemiddelde Londen aars, die geld hebben om de hooge prijzen te beta len. zullen zich nog wel eens tweemaal be denken voordat zij dit eeld offeren voor de armelijke tomatïn, de onooglijke pruimen, de slecht ontwikkelde kersen, de onfrissche slaatjes enz., die de groen ten v?rkoopers met voor een buitenlander, die weet wat greenten kunnen zijn, schaamteloos, optimism uitstal len. A. K. v. R. OPENING nOEDENHUIS. In perceel Groote Houtstraat 12 heeft de firma B. Dechesne een nieuwe zaak geopend Het Hoedenhuls, een speciaalzaak ln dames- en klnderhoeden. De firma heeft ook zaken in verschillende steden in Nederland als Leeuwarden, Groningen, Zwolle, den Bosch, Enschede en andere. De zaak is een aanwinst voor de Groote Houtstraat. De ruime .diepe etalages zijn ar tistiek uitgevoerd en geven de kijkers uitste kende indrukken van wat voorhanden ls. Ook het interieur is zeer fraai. Een moderne bal- lonverllchting, de betimmeringen ln donker rood- en -bruin, de moderne wandbedekking, alles werkt mee om het interieur tot een rustig geheel te maken. De opstelling der voorhanden hoeden langs alle wanden treeft gelegenheid tot een zeer ruime en gemakke lijke keus. Ook zijn op tal van plaatsen spie gels aangebracht. Boven bevinden zich het kantoor en het atelier. Ter gelegenheid der opening waren vele cn fraaie bloemstukken geschonken. Wij wen schen de firma ook in Haarlem veel succes toe. KEDERLANDSCHE DAMBOND. Het bestuur van den Nederl. Dambond heeft besloten op 18 September as. te Utrecht een buitengewone algemccnc verga dering te houden. Op deze algemeone ver gadering zullen drie belangrijke punten wor den behandeld, namelijk 1 een andere sa menstelling van het hoofdbestuur: 2. behan deling der réorganisatie-voorstellen en 3. samenstelling der verschillende districten. EXAMEN HOOFDAKTE. Haarlem, 12 Aug. Geëxamineerd 8 vr.l. cp.ndMaten Geslaagd de dames: C. Schra- ma. Santpoort, G. Stolwijk, Haarlem. J. v. Roermond. Amsterdam. Chr. Borsjes. Hau- wert gem. Nibbixwoud. A. Kater, Anna Pau- lowna. M. Vermey, Amsterdam. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Mulder. Amsterdamschcvaart 76 zw.. bril: v. d. Velden. Binnenweg 128. badpakken, handdoek en broek; Timmermans Leldschc- plein 37 zw. emmer: Kennel Fauna, Parklaan 119. 2 honden, en kat; v. d. Horst, Leidsche- straat 14 portemonnaie: v. d. Molen. Nijl- straat3.. idem: Appelboom. Celebesstraat 5, idem: Sanders, Schermerstraat 6. rijw. be lastingplaatje; Van Dijck. Allanstraat 62. rozenkrans: Bureau van Politie, Smede- straat 9. regenjas: Klein. Adr Loosjesstraat 13. taschie Haaren. Kruistochtstraat 62, idem; Van Setten, Kleine Houtstraat 59, idem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 13