BüfBHI DE VIERDE MAN DE TROTS VAN HET WEST- LAND. Een tros, die niet minder dan zes pond weegt en de bewondering van menigen bezoe ker van de druiven kassen in het West- land heeft getrokken. EERST DE BETUWE; nu het Westland. In verband met den verminderden uitvoer van druiven, Is men in het Westland op het idee gekomen, in navolging van de Betuwe, de gelegenheid open te stellen om druiven zóó uit de kas te eten tegen billijken prijs. Er wordt vrij druk gebruik van gemaakt. Mr. L. R. J. RIDDER VAN RAPPARD is met ingang van 15 Augustus benoemd tot burgemeester van Zoclcn. DE BRUGGENBOUW over dc Waal bij Zaltbommel is van tamelijk ingewikkelder! aard. Naast de bestaande spoorbrug wordt een nieuwe spoorbrug gebouwd, terwijl tevens de werkzaamheden voor de nieuwe verkeersbrug in vollen gang zijn. Boven staande foto geeft ecu aardig détail van de werkzaamheden. DE EERSTE FOTOS VAN DE JONGSTE REVOLUTIÖ- POGINGEN IN SPANJE. De oproerlingen worden onder strenge bewaking naar de gevangenis overgebracht. DE JONGSTE REVOLUTIEPOGINGEN IN SPANJE. De op de opstandige militairen buitge maakte geweren, worden naar veiliger plaatsen getransporteerd. OP DE NOORDZEE is een schoorhaai jevangen ter lengte van 1 jmeter. Het exemplaar is aangekocht door het Museum voor het Onderwijs te Den Haag. FEUILLETON. (Een geval uit dc praktijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche) door UDO VAN EWOUD. Nadruk verboden. 18) „Moet dat ook in de krant?" vroeg ze met een schalksch lachje, waarop de reporter zich haastte te antwoorden: „Pardon, het is geheel aan u ter beoordce- ling. wat u wel en wat u niet voor publicatie geschikt acht. Als u er mij dan maar even op attent maakt, wanneer u zich iets mocht la ten ontvallen, dat u liever niet In de krant ziet". Zuster Robert, die allerminst onder den Indruk scheen van dit persgesprek ver moedelijk toch het eerste in haar leven aarzelde even, alvorens te antwoorden. Waar schijnlijk vroeg ze zich ar, of het. andere menschen Iets aanging met welk doel zij op den bewustcn avond naar Den Haag was ge reisd. maar om de vraag van den reporter botweg te negeeren. leek haar toch ook niet verkieselijk. Tenslotte koos ze den gulden middenweg: .Als het u Interesseert, wil ik u wel ver- lellen. waarom ik naar Den Haag ging, maar ik denk. dat het uw lezers toch bitter weinig belang zal inboezemen. Bij een familie in de Laan'van Meerdervoort werd de vorige week door middel van eeii advertentie in de Haag- sche bladen voor een bejaarde dame een par ticuliere verpleegster gevraagd. Tk kreeg deze advertentie echter eerst Maandag onder dc oogen en waar het toen reeds te laat was om nc-g schriftelijk te solliciteeren. zooals ver langd werd. trok ik de stoute schoenen aan en reisde 's avonds naar Den Haag om me persoonlijk aan te melden Wils glimlachte. ,.U hebt gelijk, dat zullen we onze lezers maar niet als een wereldschokkende primeur voorzetten. Ik hoop. dat uw energieke poging om die betrekking te bemachtigen met suc ces bekroond is „Helaas niet. want m'n reis was vergeefs. De familie bleek niet thuis, zoodat ik onver- richterzake naar Amsterdam moest terug- keeren. Achteraf heb ik er echter niet zoo heel veel spijt van. dat het zoo geloopen is. want vermoedelijk zou ik met m'n brutaliteit reeds aan de deur zijn afgepoeierdMaar nu zou u zeker graag iets weten, wat u wel ln de krant kunt zettentja, u hebt eigen lijk gisteren alles reeds in de wachtkamer ge hoord. maar ik wil het u met plezier nog eens vertellen". „Als het niet. te veel moeite is, graag; maar laten we dan bij het begin beginnen. U kwam op het perron van het Centraal Station en zocht in den reeds geree'dstaanden trein een le klas coupé Juist, en deze coupé was. toen ik instapte geheel leeg. Ongeveer een minuut later kwam de heer Leuvensteyn binnen. Hij legde zijn actetasch in het bagagenet en stapte daarna weer op het perron, waar hij eenigen tijd rondkeek, alsof hij iemand zocht". ..Dat klopt", zei Wils. „Er is nl. gebleken, dat Hellinger den heer Leuvensteyn heeft uit- genoodigd met den trein van 7.10 te reizen, om elkaar op het perron te ontmoeten. ..O ja?" vroeg de verpleegster belangstel lend en bijna onmiddellijk Het zij er op vol- gen: „Ziet u wel. dat ik dan gisteren niet te veel gezegd heb. toen ik beweerde, dat Hellinger en de vierde man één en dezelfde persoon waren?" „Het schijnt inderdaad, dat u het volko men aan het rechte eind hebt gehad, zuster", gaf de reporter, ernstig knikkend, toe. „Maar laten we niet afdwalen: de heer Leuvensteyn stond dus op het perron, en wie verscheen er toen ten tooneele?" „Die meneer uit Haarlem, die zich gisteren gedrongen voelde mij op zoo'n onhebbelijke manier een terechtwijzing toe te dienen", antwoordde de verpleegster, die het den heer Van Hagen nog niet vergeven bleek te heb ben. dat hij haar meening over de identiteit van den viferden man niet wilde onderschrij ven. „En daarna", volgde zij, zonder een ant woord van haar bezoeker af te wachten. ..kort voor het vertrek van den trein werd de vierde hoekplaats ingenomen door.... den groo.ten onbekende, zullen we maar zeggen", ..En'is er geen woord tusschen u en uw medereizigers gewisseld?" „Neen. behalve de gebruikelijke begroetin gen bij het binnentreden, geen woord". „Wanneer speelde zich dan het incident af met den conducteur, die hem er op wees, dat hij in een coupé „niet rooken" zat?" „Dat was misschien een minuut voor het vertrek De heer Leuvensteyn had toen ook alweer plaats genomen Hij had juist een si garet opgestoken en ilc zocht reeds met een demonstratief gebaar, zooals dat in dergelijke gevallen te doen gebruikelijk is, naar het bordje „Verboden te rooken", toen de con ducteur de kaartjes kwam controleeren. De wijze, waarop hij op de aanmerking van den conducteur reageerde, vestigde bij mij den indruk, dat de man niet wist. dat het een niet-rookcoupé was. Hij maakte z'n sigaret dan ook onmiddellijk uit en mompelde een excuus". „En tijdens de reis hebt u allen eveneens braaf gezwegen?" „Ja, er was niemand, die een woord sprak. De heer Leuvensteyn zat op de zelfde bank als ik en recht tegenover hem was de vierde man in het avond Wad verdiept. We hadden trouwens allemaal onze lectuur, zoodat er geen enkele aanleiding was om een gesprek te beginnen. In Haarlem verliet meneer Van Hagen het gezelschap en sloeg de coupédeur achter zich dicht. Er kwamen geen nieuwe reizigers bij en gedrieën zetten we zwijgend onze reis voort naar Den Haag". .En er deed zich hoegenaamd niets bijzon ders voor?" „Niets ,al heb ik me op dit traject dan ook niet kunnen losmaken van de gedachte, dat de man, die schuin tegenover me zat. mij langs zijn krant heen fixeerde Ik werd in die meening nog versterkt, toen hij bij aankomst in Den Haag tegelijk met mij opstond om het portier voor me open te maken Zooals ik u reeds verteld heb. dacht ik toen werke lijk, dat hij ook voornemens was uit te stap pen, maar toen ik hem op het Stationsplein niet meer zag, was ik hem eerlijk gezegd vijf minuten later vergeten. Er waren toen voor mij belangrijker dingen, die mijn aan dacht ópeischten „Dat be'gTijp ik, zuster", antwoordde Wils. ..Had u toen echter geweten in welk gevaar lijk gezelschap u had verkeerd, waarschijn lijk zou dan zelfs een levenskwestie als deze sollicitatie voor u bebeekende, niet in staat zijn geweest om uw aandacht van dezen man af "te leiden". Zuster Robert moest het antwoord op deze opmerking schuldig blijven, want op hetzelf de moment werd cr op de deur geklopt en bijna tegelijkertijd werd het weinig inne mende gelaat van de hospita zichtbaar. „Bezoek voor u", zei ze met een nijdigen blik in de richting van Wils, voor wien deze aankondiging toch zeker niet bedoeld was. De reporter stond op. „Zuster, ik zal u niet langer ophouden. Mag ik u hartelijk dank zeggen voor de bereidwilligheid, waarmee u mij hebt willen inlichten". De verpleegster reikte hem de hand ten af scheid. ,,'t Spijt me, dat ik u niet veel wijzer heb kunnen maken", antwoordde ae met een koket lachje. „Ik kan u echter ook niet meer vertellen dan ik weet". Ze opende de deur om haar bezoeker uit te laten. „Dat is ook het laatste, wat ik van u zou kunnen eischen", meende deze. In het nauwe gangetje wachte „het be zoek". Het bleek een heer te zijn, die, met den rug naar de deur gekeerd, voor het raam stond, dat van groote hoogte uitzicht gaf op een deel van de 2e Oosterparkstraat. Hoewel Wils den man slechts gedurende het onder deel van een seconde observeerde, daar de verpleegster, die hem tot de trap volgde, elk uitzicht belemmerde, doorflitste hem plotse ling de wensch den bezoeker in het gelaat te kunnen zien. Het bleef echter bij een wensch, want de man scheen geboeid door iets, wat zich bui ten op straat afspeelde en maakte niet de minste aanstalten zich om te keeren. Opzet telijk daalde de reporter zoo zacht mogelijk de met een eenvoudige katoenen looper be legde trap af, in de hoop tenminst zijn stem te zullen hooren, doch ook hierin werd hij teleurgesteld. De verpleegster, die zee'r bezorgd scheen, clat hij de onderste trede niet levend zou be reiken, keek hem na tot halverwege de trap en riep hem nog een waarschuwing toe in verband met de bengelende fietsen. Daarna trad zij van de trapopening terug en Wils hoorde, hoe zij zich tot den man aan het raam wendde met de woorden: „U wenschc mij te spreken? Komt u bin nen Doch de vraag negeerend, bleek de man slechts zwijgend aan de uitnoodiging gevolg te geven. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 14