HAARLEM'S DACBLAD DONDERDAG 25 AUGUSTUS 1932 HET KIND WIL NIET ETEN! Veel moeders zijn er ongelukkig over, als de kleine absoluut, niet eten wil, geen trek heeft cn zich zelfs met lekkere hapjes niet laat verleiden De dokter wordt geraadpleegd die dan meestal een drankje voorschrijft om den eetlust op te wekken, ten einde het niet tot ondervoeding te laten komen. Maar de werkelijke oorzaak van het- gebrek aan eet lust als deze niet het gevolg van een of andere ziekte is ontdekken we niet. En toch is In de meeste gevallen overvoeding de oorzaak van hel kwaad, oen oorzaak, waar aan de moeder veelal schuld heeft. Ze meent het té goed met haar kind en uit onwetend heid en gebrek aan ervaring, doet ze het verkeerd. Het- bewijs hiervoor is. dat in ge zinnen met veel kinderen, die niet tot eten worden aangezet cn in hun onderlinge, na tuurlijke afgunst om wat de ander wel krijgt die aansporing ook niet noodig hebben, nie mand aan gebrek aan eetlust lijdt! De jonge moeder zal in haar genegenheid altijd ge- jtfigd zijn htux kind vol te sioaixai en tg verwennen. En het kind, dat al spoedig merkt wat een gewicht moeder aan zijn eetlust hecht, zal de verleiding niet kunnen weer staan om, al was het maar om eens beklaagd te worden, „neen" te zeggen. Om in zoom geval alles weer in het goede spoor te bren gen, is het noodig, dat we dc psyche van het kind kennen. Er is een zeer eenvoudig en goed middel, om dergelijke eenigszins ver wende kinderen weer tot eten te brengen. Het lijkt sommige moeders misschien wat ruw of gewelddadig, maar inderdaad is het dat toch niet. De jonge moeder moet beginnen met haar kind niet meer zoo met het eten na te loopen en wat minder aandacht aan zijn eetlust te wijden. Als we doen alsof we er niet meer op letten en dit ook cenige da gen volhouden, zal de houding van het kind spoedig veranderen. I-Iet zal vanzelf om eten gaan vragen, zoodra het een licht hongerge voel gaat krijgen en ook dan moeten we nog geen te royale porties geven. Het ligt in cle natuur van het kind om met meer graagte te eten, als het in de meening verkeert, dat er niet al te veel is. ZWEMMEN, OOK VOOR DE VROUWEN DE NATUURLIJKSTE SPORT. Een van de eenvoudigste en ook gezondste sporten, het zwemmen, komt nu in het war me jaargetijde, weer tcnvolle tot. zijn recht. Hoe komt het toch. dat zoo véél menschen als het ware „verslaafd" zijn aan de zwem- sport en telkens weer verzekeren, dat ze zich als nieuwgeboren voelen, als ze proes tend uit het water komen? Omdat zwemmen geen z.g. mode-sport, is, geen gemaakte sport, maar een heel natuur lijk „kunnen" dat de mensch net zoo ge makkelijk leert als bijv. het loopen. Is het geen heerlijk gevoel, als een strijder tegen over het natte element te staan, zijn krach ten te beproeven, zich door het water te la ten dragen, te spelen met die natuurkrachten cn ze te overwinnen! En naast deze vreug de is het zwemmen tevens een uitmuntende lichaamsoefening, omdat, alle bewegingen van het centrum van het lichaam uitgaan en doorstralen tot in de toppen van vingers en teenen. Daarbij kom:, dat de zwemster niet transpireert, het koele water spoelt alles weg nog voor het zich op het lichaam kan vast zetten. het opent dc huidporiën en laat de huid vrij cn onbelemmerd ademen. Al deze factoren werken mede om ons tijdens en ook nog na het zwemmen dat heerlijke frissche gevoel te geven, wat sommige enthousiasten definieeren met „nieuw geboren". Een voornaam ding om goed te kunnen of te leeren zwemmen is om op de Juiste dus natuurlijke manier te ademen. En wat wordt nu wel bedoeld met natuurlijk ademen? De natuurlijke funotie „ademen" bestaat uit een driedeelig rhythme, namelijk het Inade men. uitademen en daar tusschen een korte pauze. Meestal gebeurt het uitademen slor dig en op de noodzakelijke pauze wordt veelal in het geheel niet gelet. Zooals ook de wind uit aanzwellen, zwakker worden en rust bestaat, zoo vinden we in dc natuur al tijd weer de wisseling terug tusschen span ning. verslapping cn rust. Eerst als wc gaan zwemmen en we ons door het water willen laten dragen, merken we hoe zeer we op het gebied van ademhaling hebben gezondigd en hoever we in dit opzicht eigenlijk van de natuur zijn afgeweken. Zonder goede adem haling geen goede zwemmers. En dat is juist een van de voordeden van deze heerlijke sport, dat zij ons dwingt om op de juiste manier te ademen. Bï. 1 DE TROTS VAN IEDERE HUISVROUW. HET TWEE- EN DRIEDEELIG MANTELCOSTUUMPJE. WAT WE VAN EEN OUD BLOEMEN MANDJE KUNNEN MAKEN. Als we bij een of andere gelegenheid wel eens worden vereerd met een met versdie bloemen versierd mandje, dan komt het oogenblik dat de bloemen verwelken en we eigenlijk niet goed weten, wat we met het mandje moeten beginnen. Het is te mooi om het weg te gooien cn meestal verhuizen dergelijke mandjes dan naar den rommel zolder. Wat wel jammer is, want we kunnen er nog een aardig naaimandje uit maken. Eerst wordt het van het gewoonlijk overdadig groote hengsel ontdaan en met lakvernis in de bestaande kleur bijgewerkt, of beter is, om het mandje een geheel nieuw kleurtje te geven dat een beetje harmonieert met het meubilair. Als de verf of vernis goed droog is, gaan we het mandje voeren met ge bloemde satinet en we brengen langs den rand een strook aan, waardoor het mandje kan worden dichtgchaald. Op het teckenin- getje kunnen we zien dat dit wordt bereikt met een koordje, dat er wordt doorgetrokken. Ook het koordje houden we weer in de tint van het satinet. Nu nog een keurig speldenkussentje van een overgeschoten lapje, een dito naalden boekje, een schaarétui, cn ons mandje is klaar. En de voldoening Is. dat we uit een waardeloos dingske weer iets aardigs heb ben gemaakt, JANNEKE VAN BEEK. ONS KNIPPATROON. Nog schrijven we Augustus, maar de herfst is reeds in het verschiet en dus komt de tijd, dat we aan een overgangsmantel moeten gaan denken. De mantel dien we hier zien. kan worden vervaardigd van velours de lainc of dun laken in blauw of andere gedekte tint. De revers bestaan uit tweekleurige zijde, zwart met wit streepmotief, maar ook een zijden sjaal kan voor het doel worden ge bruikt. Het knippatroon kost 0.75 en is verkrijg baar in de maten 88, 96 en 104 c.M boven wijdte, bij de „Afd. knippatronen". Uitge versmaatschappij „De Mijlpaal", Postbox 175, Amsterdam. Betaling kan geschieden per postgiro (41632i danwcl per postwissel of in postzegels. De lezeressen worden vriendelijk verzocht om naast de verlangd? maat, ook het nummer van dit patroon 2564 op te geven. WAT DRACEN ONZE JONGENS? De heerenmode kent geen leeftijdsgrenzen. Ook de jongste „heer" moet er zich aan on derwerpen en zijn kleeding wijkt alleen door de sportieve noot van die der volwassenen af. Het colbertje komt in snit en afwerking dat van de groote heeren tamelijk nabij, al leen wordt dan dc lange broek door een kniebroek of z.g. „plus four" vervangen. Het is practisch om voor jongens, groot; of klein, in den zomer steeds flanelstof te kie zen. die in heel wat tinten verkrijgbaar is. Natuurlijk kan de jongen zich in zijn klee ding meer vrijheid veroorloven dan de volwassen man. Zoo zal bijv. een vijftien jarige jongen er met een goedzittend sport- costuum zelfs op een feestelijke gelegenheid toch nog correct uitzien, omdat nu eenmaal niemand van de jeugd verlangt dat ze zich slaafsch aan de strenge modevoorschriften zal houden. Zijn onze jongens al van school af, zijn ze al bezig een vak of beroep te leeren. dan is de tijd van de korte; broek voorbij en heeft de lange broek in blauwe of andere gedekte kleur, de voorkeur. Maar heeft de jongen om naar zijn werk of kan- Als alle vacantie's weer voorbij zijn, dan breken de elf werkmaanden weer aan. He: plezier en de rust -zijn voorbij, ,.de koek is op" en we gaan weer in den tredmolen. Er zijn gelukkige menschen die terug ver langen naar hun werk. In de laatste da.gier. van hun va can tie vervult de gedachte wee: aan den arbeid te kunnen gaan hen met vreugde. Maar de meesten denken er anders over. „We gaan weer terug in de sleur", zeggen ze. „Sleur", het is een woord, dat je veel hoort gebruiken als menschen het over hun leven hebben. En het is een leelijk woord. Wat is sleur? Het woordenboek zegt: han deling, waarbij men gedachteloos de gewoon te volgt. Dus: leven in een sleur zou beteeke- nen: gedachteloos handelen, machinaal ons werk deen. heelemaal leven als een machine. Geen erg menschwaardig bestaan. .X>e sleur der gewoonte is de waarachtig ste van alle duisternissen, de nacht is niet donker in vergelijking daarmee", zegt Bar- busse. We voelen de sleur ook als duisternis, we zijn er niet tevreden mee. niemand zegt: hè. gelukkig weer in de sleur terug, maai velen van ons aanvaarden haar als nood zakelijk. we schamen ons niet te bekennen, dat we in een sleur leven, we zouden heel verontwaardigd zijn als men ons zei, dat die sleur een product is van onzen geest en niet van de omstandigheden. Zeker, de omstandigheden kunnen mee en kunnen tegen werken. Het leven van een ontdekkingsreiziger leopt minder gevaar in sleur te ontaarden dan het leven vaneen huisvrouw. Maar we kunnen van alle werk in zekeren zin omtdekkingswerk maken, we kunnen overal altijd weer iets nieuws van maken. Niets vervelender voor een huisgezin dan een huisvrouw die gevangen zit in de slem- een vrouw die op elk uur van den dag volbrengt, voor wie het morgen-klopje koffie een kwestie is van water koken en melk warmen die voor haar kinderen zorgt omdat ze behoorlijk voor den dag moeten komen, die kookt en naait en wascht en strijkt, alleen ■omdat het „noodig" is. Een huisvrouw kan ook een ontdekkings- reizigster zijn. Ze ontdekt een bloemetje dat haar kamer feestelijk maakt, een nieuw ge recht, dat de heele familie in spanning brengt. Ze onidekt dat zusje blij zou zijn met een nieuwe jurk voor haar pop dat broertje zoo erg graag eens naar den dierentuin wil. En ten slotte ontdekt ze, dat haar werk toch niet zoo erg eentonig is. Ons overgeven aan de sleur, dat behoeven we geen van allien. Als we zeggen: „na dc vacantie kom ik weer in de sleur" is dat geen klacht, maar een aanklacht -tegen ons zelf. Werken, mogen, werken is een zegen. Nu er tegenwoordig zooveel mensühen werkloos zijn, leeren we" dat pas goed begrijpen. We schelden dikwijls op ons werk, maar als het ons ontnomen is. snakken we ct naar. Het werk van de huisvrou-w is zoo ondank baar, beweert men. De huisgenooten vinden het zoo gewoon als alles in orde en op tijd is. Niemand waardeert het ooit. Maar krijgen we voor ander werk dan doorloopend pluimpjes en aanmoedigingen? En bedenkt de huisvrouw wel eens, dat haar werk mooier is dan de meeste andere arbeid? Ze mag werken voor hen die 'naar lief zijn, ze kan haar liefde in haar werk leggen. En wie durft er dan nog spreken van sleur! BEP OTTEN. ZOMERSCHE PLAAGGEESTEN. Einde Augustus en de maand September is de tijd dat we, meer nog dan in den zomer, binnenshuis last krijgen van vliegen en muggen. Als het buiten iets koeler begint te worden, geven ze er de voorkeur aan om bezit van ons huis te nemen. Het zijn on dankbare en lastige gasten, die we liefst buiten de deur houden. Muggen zullen we het best uit de kamer houden door op een schaaltje, dat we op een brandend thee lichtje hebben gezet, een stukje kamfer te leggen, Zijn ze toch binnengedrongen, bijv. door dat we bij brandend kamerlicht ver zuimden de ramen of de horren te sluiten wat kunnen zoo'n paar plaaggeesten niet lastig zijn! dan is een probaat en vlugwerkend verdelgingsmiddelde stof zuiger. We zetten het kleinste mondstuk op de buis, zoodat de zuigkracht het grootst is en nadat we den stofzuiger hebben inge schakeld, wordt in de omgeving van het licht, langs het plafond gezogen. Het resultaat zal verrassend zijn en we zullen rustig kunnen slapen. Vliegenvuil op lampekappen is een ver siering. die wel geen huismoeder zal bewon deren. Handige husivrouwen gebruiken als afweermiddel gaas of tule, dat gedurende de zomermaanden op of om de lampekappen wordt gelegd. Het bezwaar van dit middel is. dat het erg zichtbaar is en de lampekap ontsiert en bovendien blijft de kans bestaan dat de vliegen zich toch een weg naar de lampekap weten te banen. Beter is het daar om. gebruik te maken van cellophaanpapier, het doorzichtige papier waarin tegenwoor dig ook wel lekkernijen cn levensmiddelen worden verpakt. Het is ondoordringbaar en weinig opvallend. Een goedgevulde linnenkast is de trots van iedere huisvrouw, vooral als ze door eigen overleg en vlijt er toe heeft bijgedra gen om mooie stukken in de kast te krijgen. Daar hebben we bijv. de geborduurde tafel- looper uit crèmekleurig linnen. De rand wordt in blauwen toon gehouden, de mand in een houtkleur, de bloemen rood en rose en de blaadjes groen en zwart. Het geheel gaat dan lijken op stijl Lodewijk XVI. De dames die van kruissteekwerk houden, vinden hier ook alle gelegenheid, bij het versieren van het tafellaken. Indien bestemd voor zes personen, moet het een lengte van 2.05 Meter en een breedte van 2 Meter heb ben. Naar het aantal couverts moet natuur lijk ook de lengte van het tafellaken worden berekend. Voor acht personen is het 2.55 bij 2 Meter, voor tien personen 3.05 bij 2 Meter en voor twaalf personen 3.55 bij 2 Meter. Het geheel witte tafellinnen is tegenwoor dig minder gezocht. De bonte kruissteek maakt het geheel vroolijk en vriendelijk. Echter moet. men er aan denken om met wasch- en kleurecht garen of katoen te bor duren. daar men anders latei", als het linnen uit de wasch komt. voor onaangename ver rassingen kan komen te staan. Er is zoo'n veelheid van kleuren in borduurgaren ver krijgbaar. dat we daaruit gemakkelijk een keuze zullen kunnen doen. De combinaties zwart-groen of rood-blauw zijn zeker smaak vol te noemen. Monogrammen op Sportkleeding. Het is dezen zomer een aardige gewoonte geworden om op sportkleeding een mono gram met toepasselijk motief aan te bren- I gen. Dergelijke motisfjes, geborduurd of als applicatie opgewerkt, kunnen een badpakje, een tennisjurkje e.d. iets aardigs, iets grap pigs geven. Het gekozen motief wordt op de linker of rechter mouw. boven den elleboog aange-1 bracht, of links op een blouse, juist onder I het hart. Ook mag het wel midden op de borst worden gedragen. Zoo'n monogram komt eveneens goed tot zijn recht op den zak van den rok of op de ceintuur. Bij witte kleeding kiest men gewoonlijk één enkele kleur, in overeenstemming met betl mu-tsje, bijv. blauw of rood, dan wel in de kleur van de sjaal of de ceintuur. Op marine blauw zal een wit of crêm? monogram na tuurlijk weer beter staan, terwijl op zwart de kleur groen weer beter zal uitkomen. Is de beginletter van den voornaam bijv. L. dan zal deze op een tennisjurkje, tezamen met een racket en een bal, zeker een origi- neelen indruk maken. De zwemsters zullen weer de voorkeur geven aan twee aardige vischfiguurtjes, die met den gewonen ket tingsteek heel vlug en gemakkolijk op het badcostuum kunnen worden getooverd. Ook bloemenmotieven, gecombineerd met de be ginletter, worden veel aangewend. Margrie ten en meiklokjes deen het in hun natuur lijke kleuren aangebracht, alleraardigst vooral op roode of blauwe sportkleeding. Me den kruissteek geburduurde. gcstyl:erde boompjes kunnen op een costuum zelfs meer dere malen worden herhaald, nam olijk op de mouwen, de zakken en de revers. Al naar de stof, waarop hot monogram en motief moeten worden aangebracht, wordt hiervoor wol dan wel katoen gebruikt. Ook op hel scheefstaand mutsje zal zoo'n kleurig bor- duurseltje of applicatie niet misstaan, want ze zijn dezen zomer het kenmerk van den sportmode. JANNEKE VAN BEEK, Mantelcostuumpjes zijn dezen zomer zeer in trek en zullen het ook den komenden herfst blijven. iDt is verklaarbaar, als we be denken dat ze eigenlijk bij elke gelegenheid kunnen worden gfedragen en dat men er al tijd „gekleed" mee is. Het mantelpakje heeft maar één concurrent cn dat is het jurkje met cape. Maar toch zal het mantelcostuum overwinnaar blijven, omdat het in vele op zichten practi'scher is. Voor sportieve doeleinden, voor de reis en de wandeling, worden dikke wolstoffen, van poreus weefsel gedragen. Zoo zijn ook nop pen en strepen modern. Het sportieve man- telcostuumpje heeft, de z.g. Engelsche coupe, eenvoudige lijn. strenge taille, het mantelje nauwsluitend. De blouse is uit ge streept of geruit linnen of waschzijde. Het polohemd, dat zijn practische bruikbaarheid heeft bewezen, zal voorlooplg nog niet van het tooneel verdwijnen. Het minder sportieve, maar meer elegante mantelcostuum wordt uit soepele zijde, crêpe maroccain of georgette vervaardigd. We zien daarbij dwarse legde plooien, die indien op de juiste manier toegepast, slank maken. De daarbij behoorende blouses zijn mot kantmotieven gegarneerd of bestaan geheel uit kantstof. Terwijl bij het sportieve costuumpje gewoonlijk de jumper wordt ge dragen, is dft bij het elegante costuumpje niet toegestaan, Bijzonder practisch Is het driedeelig man- telcostuumpje bestaande uit rokje, jakje en driekwart mantel, zooals we dat op de eerste teekening rechts zien. Als straks dc dagen wat koeler worden cn het weer wat minder bestendig is, zijn we met zoo'n costuumpje altijd gewapend tegen de wisselvalligheden van ons klimaat. En voor de dames die eerst nu of begin September haar vacantie kun nen nemen, is het bijzonder geschikt. toor te komen ,een fïets noodig, dan is het volstrekt geen bezwaar, dat hij een plus f om draagt. Practisch cn goed zittend, dat moet het parool zijn bij jongenskleeding. Op het eerste teekeningetje zien we links een een voudige, stevige wandelschoen en rechts een practische pull-over zonder mouwen. Be neden links de geliefde lumberjacket voor jongens, uit katoenen tweed. Beneden rechts zien we sporthemden met lange en korte mouwen en met vast koord. Op de teekening beneden zien wc van links naar rechts: Een lumberjacket en korte broek voor onze tienjarige jongens, daar naast een plus four en donkere pullover voor de zestienjarige jongens en vervolgens een sportcostuum met donker flanel cn plus four, voor onze twaalfjarigen. Nu kunnen we dus ook weer eens uit zoeken voor onze jongens.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 8