DE VIERDE MAN
Het Spoorwegongeluk te Utrecht
1
i
FEUILLETON.
(Een geval uit de praktijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche)
door UDO VAN EWOUD.
Nadruk verboden.
Spoediger dan hij verwacht had. keerde
Sanders terug met de boodschap, dat het ter
rein veilig was. Zij betaalden den chauffeur
en begaven zich naar het restaurant, waar op
dit uur van den ochtend slechts enkele be
zoekers aanwezig waren.
„Ze heeft vanmorgen reeds om acht uur
het hotel verlaten en Evertsen is haar ge
volgd", begon de inspecteur zonder eenige in
leiding. „Hier heb je het briefje, dat hij heeft
achter gelaten".
Het bleek even kort van inhoud als het
eerste.
„Gezochte heeft zich in het vreeindelingen-
boek ingeschreven als Josephine Marie Por-
telle. 27 jaar, boekhoudster uit Brussel. He
dennacht hier gelogeerd. Hedenmorgen om 8
uur te voet vertrokken. Bagage achtergela
ten. Ik volg. Wacht hier op nader bericht".
Wils bekeek het epistel nauwkeurig. Het
viel hem onmiddellijk op, dat de beide eerste
zinnen minder haastig geschreven waren dan
de vier laatste. Hieruit mocht worden gecon
cludeerd. dat Evertsen het eerste reeds gister
avond of vanmorgen vroeg had genoteerd, in
ieder geval vóór hij wist, dat de verpleegster,
die nu plotseling boekhoudster bleek te zijn,
zou uitgaan. Toen dat inderdaad het geval
bleek, had hij haastig de laatste zinnen
neergekrabbeld en het briefje in de reeds bij
voorbaat geadresseerde enveloppe gesloten.
De ontdekking zei naturlijk niets, hoogstens,
dat rechercheur Evertsen een voorzichtig
man was, die op alle eventualiteiten voorbe
reid wenschte te zijn. maar toch kon hij
niet nalaten Sanders op een en ander opmerk
zaam te maken.
Deze bleek nog niet geheel over zijn onrust
heen te zijn.
„Wat je daar zegt. Miel". antwoordde hij
op een zóó kalme toon. dat het den reporter
zelfs eenigszins geforceerd voorkwam, is ook
mij niet ontgaan. De ontdekking heeft voor
ons niet de minste beteekenis en toch
ik wil het je wel eerlijk bekennenook al.
omdat ik er toch niet. in slaag het verborgen
te houdenben ik verontrust over de voort
durende afwezigheid van dezen, mij onbeken
den Evertsen. Zoolang ik zelf de touwtjes in
handen heb. zoolang ik weet en persoonlijk
beoordeelen kan. wat er gedaan moet wor
den. behoud ik m'n. zelfs in de précairste si
tuaties onverwoestbaar optimisme, maar zoo
dra ik tot werklooshed gedoemd word in een
zaak. waarvan de leiding toch tenslotte bij
mij berust, bekruipt me voortdurend de angst
dat het scheef gaat. Ongemotiveerd die vrees
zult je zeggen' Een gebrek aan vertrouwen
in de capaciteiten van m'n ondergeschikten?
Best mogelijk, maar laat. ik jc dan mogen ver
zekeren, dat m'n praktijk als speurder mij
daar meer dan eens reden toe heeft gege
ven".
Hij zweeg, en trok nerveus aan z'n sigaaT,
die hij daarna met een ongeduldig gebaar
in een aschbakje wierp. Doch bemerkende
dat de reporter het nutteloos achtte zijn be
weringen te weerleggen, vervolgde hij, nu
wat minder heftig:
„In een zaak als deze, Miel, kan de kleinste
vergissing, van wien dan ook, de boel in 't
honderd sturen. Afgezien van de soesah, die
ik over haar uitlevering zou krijgen, zou het
een heel klein kunstje zijn. deze juffrouw,
die zich nu eens verpleegster dan weer boek
houdster noemt, als verdacht van medeplich
tigheid in de moordzaak-Leuvensteyn aan de
justitie over te leveren. Maar wat heb ik
dan nog bereikt? Instinctief voel ik, dat er
veel meer achter deze zaak zit, zóó veel, dat
het ongetwijfeld de moeite zal loonen haar
tot de wortels te onderzoeken. En hoever
zijn we nu? Hoog boven op een tak zitten we,
gedwongen tot een werkeloosheid, die me
m'n rust ontneemt en met het voortdurende
gevaar voor oogen door een onhandige streek
van een ander naar beneden te zullen tuime
len".
Wils schoot onwillekeurig in de lach.
„Je beeldspraak dunkt me nogal gevaar
lijk, Wils. Misschien, dat die fraaie boomen
langs de Königsallee je daartoe hebben ge
ïnspireerd. Maar overigens ik kan me jouw
positie indenken en tenslotte weet ik daarop
maar één advies: Zie, dat je zoo spoedie mo
gelijk weer een werkzaam aandeel in de on
derneming krijgt.. Je zult zelf wel zoo ver
standig zijn, daarbij niet overijld te werk te
gaan".
„Ik zou b.v. kunnen beginnen met de Düs-
seldorfsche bladen der laatste dagen eens
door te lezen om te zien, of het bericht van
den moord ook tot hier is doorgedrongen.
Bijzonder productief lijkt me dat werk wel
niet. maar het geeft tenminste eenige aflei
ding".
Hij stond op en begaf zich naar de lees
tafel. vanwaar hij spoedig met een aantal
nieuwsbladen terugkeerde. Ook Wils ver
diepte zich thans weer in zijn ochtendblad en
eenigen tijd hoorde men nu niets dan het
ritselen der couranten, welke de inspecteur
haastig doorbladerde, zich schijnbaar slechts
nu en dan tijd gunnend een bericht in zijn
geheel door te lezen.
Reeds na tien minuten legde Sanders het
laatste blad op den stoel naast zich en stond
dan plotseling op. De reporter wierp hein over
zijn krant een half verbaasden, half spotten-
den blik toe.
„Als ik overal zóóveel waardeering vond
onder m'n lezers, zou ik geen letter meer
schrijven", zei hij.
Sanders negeerde deze opmerking,
„Ik heb geen rust meer. Miel: ik ga naar dc
politie. Vandaag of morgen zou ik toch tot
dien stap moeten besluiten en dan dunkt het
me beter zoo spoedig mogelijk door den zu
ren appel heen te bijten. Blijf hier en wacht
op me. Ik kan je natuurlijk niet vooruit zeg
gen. hoe lang of het duurt, maar ik beloof je
zoo gauw mogelijk terug te zullen zijn".
Een hulpvaardige kellner, die ijilngs toe
schoot om den inspecteur in zijn jas te hel
pen. belette zoowel een nadere toelichting
van Sanders' zijde op hetgeen hij van plan
was a'.s de vraag die Wils. in verband hier
mede. op de lippen zweefde. Met een kort. „tot
straks" verliet de eerste het café. terwijl de
reporter opnieuw troost trachtte te vinden in
den stapel nieuwsbladen.
Ongeveer sen half uur lang scheen de lec
tuur Inderdaad al zijn aandacht in beslag te
nemen, doch langzamerhand verflauwde zijn
belangstelling en al spoedig dwaalden zijn
cedachten at naar de gebeurtenissen, die oor
zaak waren dat hij op dit uur in een café te
Diisseldorf een buitenlandsche krant zat te
lezen, terwijl bij zijn blad in Amsterdam z'n
aanwezigheid wellicht dringend noodzakelijk
was. Hij begon zich af te vragen, of het niet
wat onverantwoordelijk geweest was zich op
deze reis bij Sanders aan te sluiten. Hoe lang
kon deze geschiedenis nog duren? Het eind
was er immers niet van te zien en bovendien
was het nog zeer problematisch, of de af
faire zoovc-ci belangwekkende copie zou op
leveren, dat de verloren tijd daardoor werd
eoedgemaakt. Stel, dat de zaak eens scheef
ging en ze beiden op hangende pootjes naar
Amsterdam moesten terugkeeren. Zeker, hij
wist op het oogenblik al heel wat meer dan
z'n collega's, maar per saldo was het toch
zeer de vr^ag, of hij daarvan voor z'n blad
gebruik zou mogen maken. Zoolang het on
derzoek niet geëindigd was en dat kon ten
slotte nog maanden duren zou de politie
zeker niet willen, oat er ook maar een letter
over in de kran! verscheen en zoolang dat
het geval was, beteekende het verzamelen
van gegevens practisch niet veel meer dan
het bevredigen van een persoonlijke nieuws
gierigheid.
En toch kon hij op het oogenblik bezwaar
lijk terug. Als hij zich vanavond of morgen
ochtend weer op de redactie liet zien zonder
Iets te hebben bereikt, zou de nutteloosheid
van zijn reis eerst recht aan hot licht treden.
Nee, dan maar liever een paar dagen cr aan
wagen. Geiukkig was het vandaag al Vrijdag,
zoodat hij tot Maandagmorgen waarschijn
lijk niet langer dan anderhalve dag gemist
zou worden. Er zat niets anders op dan in zijn.
lot te berusten. Zoolang Je beroep
slechts van je eischte, dat je met een kop
koffie en een goeie sigaar in een niet onge
zellig café met desgewenscht uitzicht op eet
levendige promenade een krant ging zitten,
.ezen, was de wereld eigenlijk nog zoo slecht
niet.
Zijn stemming, die na het overhaaste ver
trek van Sanders eenigszins gedaald was,
kwam langzamerhand weer op het peil. dat
bij een man van zijn karakter normaal gc-
noemo kor. worden
Reeds had hij zich verzoend met het voor
uitzicht misschien nog wel eenige uren op
den inspecteur tc moeten wachten, toen een
heer de zaal binnentrad, die, na een onder
zoekenden bok op de weinige gasten te heb
ben geworpen regelrecht op zijn tafeltje af
stevende.
(Wordt vervolgd).
DE OUDE POORT die toegang geeft tot dc Importliavcn van
de Londcnsche dokken moet verdwijnen, daar ze voor het
moderne verkeer ecu ernstige belemmering vormt. Hel oude
zeilschip-model, dat op dc poort Is aangebracht, fs een
miniatuur van den driemaster „Oid Hibbert" het eerste zeil
schip, dat dc haven aandeed.
WAAR HET OP ROLLETJES GAAT. - Een gedeelte
van dc in aanbouw zijnde brug over dc Waal te Zalt-
bommcl, gemonteerd op wielen, waardoor het transport
naar de plaats van bestemming vergemakkelijkt wordt.
BIJ HET BINNENRIJDEN VAN HET STATION UTRECHT
is Woensdagmorgen een goederen- trein in botsing gekomen
met eenige stilstaande wagens, waardoor verschillende wagens
xijn on spoord en dc hoofdgclcidcr werd gedood. De
opruimingswerkzaamheden*
DE HEER FLORIS ADRIAANSE,
gemeente-secretaris van Roermond, is dc:
dagen overleden.
DE AMERIKAANSCHE
AVIATRICE LOUISE
THADEN heeft met France.»
MarsaUs een ononderbroken
WAT JE IN EEN AQUARIUM At NIET VOOR WONDERLIJKE DINGEN KUNT ZIEN. - vUealocht „emaakl van nit!
Drie kleuters bespieden vol aandacht het leven onder water. minder dan 123 uren»
CLARA ZETKIN, de oudste
afgevaardigde in den Duit-
schcn Rijksdag, die dc zitting
van 30 Augustus a.s. persoon
lijk zal leiden.
DE HEER C. J. Ph. ZAAL
BERG, dir.-generaal der
afd. Arbeid van het depar
tement van Economische
Zaken, zal aftreden en de
directie op zich nemen van
de N.V. Maatschappij tot
Behartiging van Nationale
Scheepvaartbelangcn.
HET NIEUWE DIACONESSENHU1S TE ARNHEM zal 29 Augustus a.s. officieel in gebruik
worden genomen. Het nieuwe gebouw.
NEW YORK KRIJGT EEN NIEUWEN WOLKEN
KRABBER, zeventig verdiepingen hoog. De arbei
ders, die de staalconstructie uitvoeren kennen geen
ruimtevrees
DE MANNELIJKE EN
VROUWELIJKE PADVIN
DERS IN GLOUCESTER
(Eng.) ontvangen ook on
derricht in het brandblus-
schen. Een der candida-
ten tijdens het examen, dat
door deskundigen wordt af
genomen.
DE BRANDWEERLIEDEN
TE BERLIJN zijn uitgerust
met nieuwe helmen, die uit
vulcanliber vervaardigd zijn