DE VEEDIEVEN FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 4)) „Je hebt geen reden, om zoo'n vervloekt onschuldig gezicht, te trekken", zei hij. Wan neer je beter op je zaken gelet hadt, zou je niet in zoo'n vervloekt rattenhol getrapt heb ben." De pony verwijderde zich langzaam en hij keek hem spottend na, terwijl hij op merkte: „Misschien zou het ook niet ge beurd zijn, wanneer ik beter op mijn zaken had gelet". Hij wendde zich weer tot den pony. „Ik geloof, dat jij dit ook wel weet, Mustard. Je bent vrij slim". Het dier bevond zich nu op een kleinen af stand van de rots, waarop hij zat. Hij stond op en hinkte er op één voet heen, terwijl hij den uitgetrokken schoen in zijn hand hield. Hij dacht er over, om met een blooten voet te rijden.. Op de Two Diamond zou hij wel het een of andere middel vinden, dat, met be hulp van een zwachtel, de natuur zou hel pen in Het passeerde en bosje mesquites de bloote voet maakte een slingerende bewe ging. Een waarschuwend geratel; een platte, bruine kop, maakte een snelle schietende beweging. Ferguson stond verbluft stil, hij verloor haast zijn evenwicht door het plotselinge van den aanval. Hij hield nog altijd zijn yporc vast, de vingers stevig er omheen ge klemd. Hij hief hem op, een zuiver onwille keurige beweging, alsof hij hem naai' zijn arg listigen vijand wilde slingeren Maar hij deed het niet. De arm zonk langs zijn zijde en zijn gelaat verbleekte langzaam. Versuft en onbe grijpelijk staarde hij naar de lenige ge daante die geruischloos weggleed door het, verwarde gras. Hij had er nooit over gedacht, dat een ratelslang hem zou kunnen bijten. Hij had er zooveel gezien, dat hij ze enkel be schouwde als een doelwit, om op te schieten, wanneer hij zich wilde oefenen .En nu was hij gebeten. Het onwezenlijke van het geval verbaasde hem. Hij keek in het rond naar de zwijgen de heuvels, naar de zon, die stond boven de bergtoppen, die zich boven hem welfde. Heu- veus, lucht en zon, alles leek zoo onwerkelijk. Het was alsof hij overgebracht was in een droomenland. Maar plotseling besefte hij zijn gevaarlij ken toestand en hij keerde weer terug tot de werkelijkheid. Hij keek neer op zijn voet. Een vurig wondje, zoo groot als een speldeknop toekende zich af op het vleesch naast de welving van "den voet. Een klein bloedstroompje 'kwam er uit te voorschijn. Hij vergat de pijn van zijn verstuikten enkel en stond op beide voeten, zijn lichaam plot seling verstijfd, zijn gelaat rood van een plotselinge heftige woede, terwijl hij zijn ge balde vuist schudde tegen de verdwijnende ratelslang. „Jou vervloekte gluiper!" riep hij met schrille stem. Tegelijkertijd had hij een van zijn zware revolvers getrokken en zwaaide deze boven zijn hoofd. De krakende knal werd gevolgd door een plotseling geschuifel tusschen het gras en hij hinkte naderbij, waarop hij nog drie kogels op het stuiptrekkende bruine lichaam afschoot. Hij stond een oogenblik er overheen gebogen, terwijl hij in een woesten grijns zijn tanden liet zien.. „Je zult niemand anders meer bijten, ver vloekt beest!" riep hij uit. Onmiddellijk trof hem de zwakheid van zijn optreden. Hij bloosde en liet zijn hoofd hangen, terwijl een grimmige lach lang zaam de uitdrukking van schrik op zijn gelaat verving. Zelden veroorloofde hij zijn gevoelens, om zich zoo duidelijk te openba ren. Maar de snelle aanval van den ratel slang. de verrassing, terwijl hij heelemaal niet aan aooiets dacht, het feit, dat hij ver verwijderd was van hulp en dat zijn leven in gevaar was dit alles had een verstorenden invloed op zijn zelfbeheersching. En toch ver ried deze glimlach, dat hij nog meester was van zichzelf. Vastberaden keerde hij terug naar de rots waarop hij gezeten had, trok zijn jas uit en scheurde de mouw uit zijn wollen hemd. Hij draaide deze mouw ineen, bij wijze van een ruw koord en bond dit losjes om zijn been, juist boven den enkel. Toen stak hij zijn mes tusschen dit geïmproviseerde koord en het been, zoodoende een soort tourniquet vormende. Vervolgens bevestigde hij het mes, door het hecht onder het koord te stoppen. Zijn bewegingen waren zeer beslist en zeker geweest en een paar minuten later hinkte hij naar zijn pony en sprong in het zadel. Hij had menschen gezien, die door een ratelslag waren gebeten had ze zien ster ven. En hij wist, dat het, wanneer hij niet binnen een half uur hulp kreeg, vrijwel nut teloos zou zijn, om er nog iets aan te doen. Binnen een half uur zou het gif zoover in zijn lichaam zijn doorgedrongen, dat het, practisch gesproken, nutteloos zou zijn om gebruik te maken van een der tegengiften, die de bewoners xan het land kenden. Door navraag te doen in Dry Bottom, was hij tot de ontdekking gekomen, dat de Two Diamond ranche ongeveer dertig mijlen van die stad verwijderd lag.. Wanneer hij acht mijlen per uur gereden had dan had hij nu ongeveer vierentwintig mijlen van dien af stand afgelegd. Dus bleven er nog ongeveer zes over. En hij mocht niet hopen om deze zes mijlen tijdig genoeg af te leggen, om nog baat. te vinden bij een tegengif. Zijn lippen verstijfden, grimmig staarde hij naar een sombere heuvelrij, die zich aftee- kende tegen de lucht. In Dry Bottom had den ze hem verteld, dat de Two Diamond rancho ergens daarginder in een groot bas sin tusschen deze heuvels lag. „Ik geloof niet. dat ik er ooit zal komen," zei hij hardop sprekende. Daarop reed hij in norsche stemming ver der, zich zoo veel mogelijk in bedwang hou dende want hij had menschen gezien die door een ratelslang waren gebeten en die alle zelfbeheersching verlaren hadden cn het was geen aangenaam gezicht geweest. Er hing veel van af. dat hij kalm bleef; hij had wel eens gehoord, dat het heel slecht was, wanneer men, nadat men gebeten was, in de eerstvolgende oogenblikken te sterk in spande: opwinding maakte, dat het gif zich nog sneller door het lichaam verspreidde. Daarom reed hij kalm aan, vermeed zorg vuldig ruwe gedeelten, maar bleef toch zoo dicht mogelijk bij het pad. „Wanneer het niet zoo'n diaman.trug was geweest en vijf voet lang dan zou het koord, dat ik om mijn been gebonden heb, voldoende zijn," zei hij eenmaal hardop. Maar ik vrees, dat zij mij te pakken heeft". Een oogenblik kwam er een woest' licht in zijn. oogen.. „Maar ik heb haar ook te pak ken. Zij was nog wel zoo brutaal om te den ken dat zij zich uit de voeten kon maken, nadat zij haar haken in mijn vleesch had ge slagen." Plotseling viel zijn oog op het saffraan gele licht, dat straalde aan den Westelijken hemel. Hij lachte in grimmigon spot. „Ik heb hooren beweren, dat een slang niet sterft voor zonde ronder gang hoe erg zij ook gewond is. Wanneer dat waar is en ik geen plaats bereik, waar ik hulp kan vinden, denk ik dat het een wedstrijd wordt tusschen ons beiden, wie het eerst afreist". Even later liet hij Mustard stilhouden,, richtte zich rechtop in het zadel en vestigde zijn blik op een grooten katoenboom, ene naast het pad stond.Zijn hart bonsde vrcese- lijk en, ondanks alle moeite, die hij deed, voelde hij, dat hij heen cn weer zwaaide. Hij had meermalen een ratelslang dit zien doen <ie platte, leeiijke kop opgeheven boven het gekronkelde lichaam, de gevorkte tong uit gestoken, met boosaardig glinsterende oogen, terwijl de kop en een gedeelte van het lichaam zich boven de kronkels verhief en sierlijk heen en weer zwaaide. Ja sierlijk, want ondanks haar afzichtelijk uiterlijk, had een ratelslang een zekere, ontstellende gemakkelijkheid van beweging een glij dende golvende beweging, die verborgen kracht en ingehouden energie verried. Meermalen werd hij, wanneer hij naar ze keek. geboeid door haar sierlijkheid cn nu, terwijl hij in het zadel zat, vroeg hij zich af, of de invloed van een boet groot genoeg kon zijn, dat een gebeten persoon de slang na ging doen. Hij lachte, toen deze gedachte hem trof cn drukte zijn sporen krachtig te gen Mustard's flanken, waarna hij voortreed langs den katoenboom, waarop hij had staan staren. „Duivels!" riep hü uit, toen hij den boom passeerde, „wat een gekke gewaarwording". Maar hij kon de „gewaarwording" niet kwijt worden en vijf minuten later, toen hij pro beerde om weer stil te blijven zitten, merkte hij, dat het zwaaien nog sterker geworden was. Het zadel scheen met hem hoen een keer te schuiven, al klemde hij zijn ongewon- den voet nog zoo stijf in den stijgbeugel, hij kon het heen en weer slingeren niet verhin deren. (Wordt vervolgd). 'S LANDS WIJS 'S LANDS EER. Wie ecu open oog heelt voor de schoonheid van het eigen land wordt telkens opnieuw getroffen door het schilderachtige DE DUITSCHE AEROCLUB heeft op het vliegveld Staaken een vlucht georganiseerd van onze oude kleederdrachten. scholieren, met de bedoeling de jeugd met het vlieg wezen vertrouwd te maken. ALS DE HERFST KOMT:Dan rijzen «ie veelkleurige zwammen „als paddenstoelen" uit den grond. Niet alleen als stoffagc van het bosch trekken zij dc belangstelling tot zich, maar ook den aandachtigen bioloog bieden zij veel merkwaardigs. HET VERKEERSHUIS „TWENTHE" TE ALMELO, is gisteren door de Ver. voor Vreemdelingenverkeer officieel geopend, Ter gelegenheid hiervan wordt aldaar eeu tentoonstelling van miniatuur Tjventsche molens gehouden. Do watermolen bij Geesteren cn de Almelosche korenmolen uit 1777. NU DE ZEE' LIEDENSTAKING IS GEëINDiGD konion de schepen weer onder stootu. De werkzaam heden w.orden hervat en aan de kade Is alles vol leven en bedrijvigheid. PRESIDENT DAVILA VAN CHILI, heeft na verschillende bedreigingen ontvangen te hebben, zijn ambt neergelegd. DE ZEELIEDENSTAKING OPGEHEVEN. De drukte voor het aanmonsteringskantoor van de Koninklijke Nederlandscho Stoomboot Maatschappij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9