REISBRIEVEN UIT RUSLAND.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
MOSKOU.
ZATERDAC 17 SEPT.
Rusland heeft een strenge regeering noodig.
Liwadia, bij JaXta. Vroeger paleis van den Tsaar, thans vacantie-oord voor arbeiders.
Op het grensstation Negorolewo ondervon
den wij een langzame maar keurige behande
ling. Wie nieuwe of waardevolle voorwerpen
mee nam of geld, moest het aangeven. Van
het geld kreeg ik een bon, met het oog op de
terugreis.
Van een medepassagier werden allerhan
de nieuwe voorwerpen geconfisceerd. Mijn
doos met 50 rol films was iets vreemds voor de
vrouwelijke visiteuse maar mocht mee toen
ik zeidë dat het voor eigen gebruik was. In
het visitatielokaal dat helder en ruim was,
waren uitstekende beschilderingen, voorstel
lende den landbouw en de industrie, de twee
steunpilaren van de Russische welvaart. Zeer
modern waren ze niet, ze deden denken aan
de beschildering in de Cantine van de Haar-
lemsche kazerne, 't Was knap werk, waarvan
ik aan een beambte van de G.P.E O.E. vroeg
een foto te mogen maken, wat mij beleefd
maar beslist geweigerd werd.
In de restauratie wachtten wij en kochten
ansichten totdat wij in den trein naar Mos
kou mochten plaats nemen. Feitelijk moest ik
zeggen: de trein naar Wladiwostok, 14.000
K.M. ver, aan het andere eind van Siberië,
want twee keer in de week loopt deze trein
door. Ik kwam in een vrij oude maar zinde
lijke wagon. Ook de toiletten, hoewel minder
dan in den gloednieuwen Poolschen wagen,
vielen niet tegen. Tegen den avond kreeg
iedere passagier een ligplaats, d.w.z. de zit
bank kreeg een slaper en een tweede lig
plaats werd er boven uitgeklapt voor een
tweeden slaper. Op deze wijze sliepen 4 per
sonen in één coupé, éen Rus en twee Duit-
schers, welke laatsten als vakmenschen in
Rusland werkten en van wie ik menige bij
zonderheid vernam. De ééne Duitscher klaag
de erg dat van een mantelpak voor zijn
vrouw een deel geconfisceerd was en nog veel
meer „neues Zeng", de andere haalde triom
fantelijk 3 prachtige polshorloges te voor
schijn ..Glück gehabt".
Deze laatste droeg het insigne van de K.
J.I. (Kommunistische Jeugd Internationale").
Een ander weer had vele paren schoenen,
waarvan één paar notabene bestemd was voor
een beambte van de G.P.O.E.
De passagiers die het wilden konden voor 3
Roebel een dunne matras huren. De meesten
maakten hiervan gebruik. Het lijkt. duur. 3
Roebel voor de huur van een dergelijk voor
werp. als we de Roebel op haar nominale
waarde van 1.25 rekenen. Dit wordt er op
de Staatsbank voor geëischt-, maar alles en
alles in aanmerking genomen is de waarde
zekpr niet hooger dan 20 cent.
Maar ook dan is het leven nog vrij duur,
zeker voor de inkomens hier die voor een
jongen 30 Roebel in de maand bedragen,
voor een „los werkman" pl.m. 100 Roebel,
voor verschillende categoriën van vakmen
schen 200—300 Roebel, voor een le klas vak
man 500 Roebel en hooger
Een Duitsche vrouw van'een technicus die
met vac an tie terug ging naar Moskou gaf mij
enkele prijzen op. Als er boter is krijgen man
en vrouw bons voor 2 1/25 K.G. per maand,
deze kost dan 5.20 per K.G. In den vrijen
handel echter 2430 Roebel. Eieren op bons
kosten 10 voor 1 Roebel, zonder bon 8 Roebel.
Aardbeien kosten 5 Rbl per K.G., suiker
steeg van 64 Kop. tot- 1.30 Rbl. Een pak kost
80—100 Rbl. een hemd 3—4 Rbl.
Verder zijn er speciale winkels voor
vreemdelingen en bewoners, die in het bezit
mochten zijn van vreemde valuta. Daar
wordt de Roebel niet geaccepteerd en het
daar ontvangen geld wordt gebruikt om in
het buitenland machines te koopen.
Tegen middernacht werden de gesprekken
afgebroken en ik sliep uitstekend tot het be
gon te schemeren. Daarna ging de trein tot
een uur of 10 door uitgestrekte dennebos-
schen in hoofdzaak grove den met berken,
afgewisseld door ruim gebouwde dorpen met
akkertjes zonnebloemen of mais. Deze wor
den ook door de bevolking min of meer ge
roosterd gegeten. Soms kwamen we aan een
station waar tientallen menschen met veel
bagage op een trein wachtten. In Rusland
wordt de contróle uitgeoefend aan de
wagon. Wie alleen C0n kaartje heeft, kan er
in als er plaats is, wie bovendien een „plaats-
kaart", d.w.z. een besproken plaats heeft,
behoeft zich niet te haasten want die krijgt
de plaats die met een nummer op zijn plaats
bewijs aangeduid is.
In Moskou zocht ik naar den vertegenwoor
diger van de Intourïst. die mij met nog meer
buitenlanders in een prachtige Lincoln gratis
naar het Novo Moskovkaia 'Nieuwe Hotel")
reed Het was voor dit ritje dat men den
Italiaan, die niet. met de Intourist reisde
maar op eigen gelegenheid. 3 dollar vroeg
voor een rit. die voor ons niet extra berekend
werd. Wie naar Rusland reist als tourist,
reist met de Russische Staats-Trust voor
Touristenwezen, waartoe ook de hotels be-
hooren. Men betaalt de heen- en terugreis
tot Moskou en reist dan verder geheel op
„abonnement" voor 5 dollar 12.50) per dag
wat beslist goedkoop is. Het lijkt op het eer
ste gezicht niet goedkoop Maar wie in aan
merking neemt dat daarvoor op zoo'n dag
soms 5 tot 800 K.M. gereisd wordt, ('s nachts)
en met een wel niet snelle maar behoorlijke
bediening en voorlichting, zal erkennen dat
dit niet te duur is.
Het heet wel dat men op deze wijze het
slechte niet te zien krijgt. Nu lezers: het
slechte is overal te zien! Gruwelijke zorge
loosheid, roekeloos rijden, auto's die met on
voldoende opgepompte banden rijden, ont
zettende vervuiling op de toiletten van som
mige hotels. En de Russen van nieuw Rus
land erkennen dit alles. Ze zeggen wel in
staat te zijn één eeuw over te slaan in de
geschiedenis maar geen twee. Als ze den
landbouw voorzien van machines weten ze
vooruit dat 10% na eenigen tijd hersteld
moet worden door onoordeelkundige behan
deling. Een chauffeur die al zooveel weet
van de behandeling van een auto als een
gewone chauffeur in Holland is reeds lang
arbeider in de le categorie op een fabriek,
Juist daarom moeten we het bewonderen van
de leiders dat ze met zulk onvolkomen men-
schen-materiaal reeds zooveel bereikt heb
ben.
Ik zou echter over Moskou vertellen. De
stad is ruim gebouwd, het verkeer* geregeld
met dezelfde verkeersteekens als op den
CooLsingel in Rotterdam Er zijn nog veel
„Droschkes". open rijtuigjes met een klein
paard, zooals vroeger en de auto's die er zijn,
zijn taxi's, auto's van de Intourist of van de
regeering. Ford en Lincoln ziet men het
meeste, vele gloednieuw, een tegenstelling
met de weliswaar mooi geverfde maar klop
pende en rammelende oude Fordjes die in
Warschau dienst deden. Het Fransche geld
is daar in uniformen en legermateriaal ge
stoken. Rusland heeft natuurlijk ook een
leger, het befaamde Roode leger In Warschau
zag ik strenge, vormelijke discipline. Als een
officier op de tram stond, groetten de solda
ten op de trottoirs. In Moskou zag ik ook
troepen soldaten, in oude uniformen, gek
heid makend met elkaar, waaruit bleek dat
het Russische drilsysteem in het Roode Leger
niet bestaat. Rusland voelt zich nog niet
veilig, ondanks de grootere spoorbreedte van
de rails, ondanks de uitgestrektheid van het
land en ondanks zijn rijke hulpbronnen.
Zoolang overig Europa nog tot de tanden ge
wapend is. denkt Rusland niet aan algeheele
ontwapening. Het leger is er trouwens lang
zoo sterk niet, in verhouding tot het aantal
inwoners, als dat van Frankrijk en Polen.
Het wordt ook gebruikt als de Schupo in
Duitschland, Bij groote werken staan schild
wachten om wanordelijkheden of beschadi
gen of fotografeeren op plaatsen waar dit
niet mag. tegen te kunnen gaan. In de ste
den heeft ieder een gasmasker. Een mili
taire vliegdienst van beteekenis is er niet.
maar de geest is zoo in Rusland dat bij een
eventueelen oorlog dit land op zijn bevolking
en leger kan rekenen in een mate als nooit te
voren. En hoe zou dit bij de tegenstanders
zijn?
Zooals ik zei: een prachtige Lincoln bracht
ons naar het Novo Moskoskaia Otel dat. vol
was met touristen van alle nationaliteiten.
Ik at er wat vreemd maar voldoende en be
steedde den middag door in de eerste plaats
een bezoek" te brengen aan het graf van
Lenin (spreek uit: Ljènin). Deze wordt alge
meen beschouwd als de grondlegger van
het tegenwoordige Rusland Hij heeft het land
door de drie allermoeilijkste jaren heen ge
holpen, 19181921, jaren van hongersnood,
ziekten en contra-revolutie. De stations wa
ren hospitalen: de zieken lagen gewoon op
rijen op den grond. Het Roode Leger, aan
vankelijk onsamenhangend, slecht geschoeid
en gekleed, slechts soms alleen met- gasbui
zen, zeisen of sikkels gewapend, had te strij
den tegen ervaren generaals als Koltschak.
Wrangen en Denikin met- kleine maar goede
legers. Maar de bevolking had te veel tegen
zin tegen de toestanden van vroeger, beet
onder de bezielende leiding van Lenin door
den zuren appel heen en ziet nu ieder jaar
vooruitgang, ook al blijkt die nog niet uit
een ruimer en goedkooper levensmiddelen
voorziening.
Lenin was het die erop wees dat sociali
satie niet lukken zou zonder de machine. En
wie nu de grootsche projecten in uitvoering
weet, fabrieken, stuwdammen met opwek
king van electrische kracht, collectieve boer
derijen (Kolchoren) van 100 H A., moet er
kennen dat Lenin Rusland iets bijzonders
gebracht heeft, dat het land over jaren op
een niveau kan brengen dat niet ver meer af
is van Duitschland of West-Europa en dan:
zonder werkloosheid. Doch daar
over later meer.
Er stond op het plein, waar het graf van
Lenin was. een queue van wel 600 a 700 men
schen, doch mijn Intourist-Gidse. een leera-
res in 't Duitsch, beduidde een soldaat dat ik
vreemdeling was en als zoodanig voor in de
queue mocht komen. En zoo behoorde ik tot
de velen die Lenin gezien hebben, gebalsemd,
in een glazen ruimte, beschenen door mat
licht. De oogen gesloten, de handen gevou
wen, de energieke mond iets toegeknepen
met snor en puntbaardje, rossigblond en ge
stoken in een eenvoudig uniform van het
roode leger.
We liepen om de glazen ruimten, stedelin
gen en boeren, vrouwen, meisjes, jongens,
soldaten en ieder was stil zoodat alleen het
schuifelen van de voeten hoorbaar was. Op
verschillende plaatsen stonden schildwach
ten en soldaten spoorden aan tot doorloopen
in de gangen buiten de eigenlijke ruimte,
waar de doode lag.
Tenslotte was de aanblik meer een bevre
diging van nieuwsgierigheid dan indrukwek
kend. Velen kwamen opgewekt pratend naar
buiten. Sommigen lachten zelfs even. Het
principe van de communistische leer hier
brengt mee, geen nieuwe menschelijke af
goden te scheppen Dat overal het portret
van Lenin hangt en hij soms als een heilige
vereerd wordt, komt dunkt mij meer daaruit
voort, dat het publiek sterk behoefte daar
aan heeft, nu de Tsaar er niet meer voor
dienst kan doen.
De omgeving van het Roode plein is ruim
en met het Kremlin prachtig mooi. 't Is
streng verboden er te fotografeeren om rede
nen die niemand vertellen kan. Overal ste
ken ronde torens de lucht ln, achter den
muur met kanteelen.
Ik maakte nog een straatscène mee. die vol
gens kenners van het land typisch Russisch
was. Een leege tram. die buiten dienst was,
kon de helling en bocht tegen de Moskwa-
brug niet halen. In een oogenblik vormden
vele andere trams er een rij achter omdat die
eveneens niet verder konden. Ik meende dat
het aanbeveling verdiende zoo snel mogelijk,
vóór deze rij onmogelijk lang zou worden, alles
achteruit te laten rijden, zoodat de tram
met een nieuwen aanloop er komen kon.
Maar neen, de chef van de tram begon op de
wagenvoerster te schelden, een politieagent-
liep zenuwachtig heen en weer. telkens liet
de wagenvoerster de wielen draaien, dat de
vonken er af vlogen en de rails gepolijst wer
den, maar het gaf ondanks zand. dat met de
hand gestrooid werd. niets. Nadat de rij tot
wel vijftig wagens was aangegroeid, besloot
men pas alles iets achteruit te laten rijden
en ging de onmachtige wagen rechtuit, dus
niet de brug over. die hem te hoog was.
Even later ging ik met een tram naar het
Park Kultura. een volkspark waarover later
meer. Op den heenweg behoefde ik niet te
betalen, omdat de tram te vol was, op den
terugweg betaalde ik 35 Kopeken
De lezer begrijpt wel dat zoo'n gemoedelijk
volkje dat alles heel gemakkelijk en wat Oos-
tersch opneemt, wel een energieke regeering
noodig heeft om de zaak weer in het rechte
spoor te krijgen.
Nog denzelfden avond vertrok ik met leden
van het genootschap NederlandNieuw-
Rusland. die eerder dan ik in Moskou aange
komen waren, naar Charkov, waarover in een
volgend artikel.
C. SIPKES.
Het Roode plein te Moskou. Rechts het Kremlin.
WALTER SCOTT.
1832—1932.
Heden. 17 September, is het honderd jaar
geleden, dat de beroemde Engelsche roman
schrijver Walter Scott gestorven is. Ziek. ge
teisterd door de gevolgen van een beroerte,
stierf Walter Scott wiens brïllante geest hem
tot den schepper had gemaakt van een ge
heel nieuwe richting in de literatuur, die
van den historischen roman. Ziekelijk en als
een zwakke Jongeu was Walter Scott ook het
leven begonnen, hij moest van zijn geboorte
plaats Edinburg gezonden worden naar de
boerderij van zijn grootvader, om een sterke
jongen te worden. Gelukkig brachten het
verblijf in de buitenlucht, het rijden te paard
over de bezitting van zijn grootvader een
gezonde lkeur op zijn wangen. Hij hield van
dat dwalen door de romantische streek en
van te luisteren naar de oude balladen en
legenden, die zijn grootmoeder hem placht
te vertellen.
Later ging hij in Edinburgh op school. Hij
was lang niet de beste vna zijn klas. maar
niemand wist hem te evenaren in het ver
tellen van romantische geschiedenissen uit
het Schotsche grensgebied Het was „Reli-
ques" van bisschop Percy, dat toen een halve
eeuw oude was. dat Scott het meeste boeide
van alles, hij verslond het boek, telkens op
nieuw.
Nadat Scott de universiteit verlaten had.
waar hij talen en letteren studeerde, zonder
er nochtans in uit te blinken, studeerde hij
rechten en werd toegelaten tot de balie. Hij
trouwde en kreeg verscheidene openbare
functies, die hem fortuin bezorgde. Het was
eerst op zijn 28ste jaar, ln 1799 dat zijn in
trede zou doen in de letterkundige wereld.
En dan nog slechts met vertalingen, van
Duitsche poëzie, n.l. eedichten van Biirger
vertaalde hij en ook van Goethe. „Götz von
Berlichingen" en „Erlkönig". Spoedig daarop
publiceerde hij zijn eerste oorspronkelijke
werk „The Eve of St. John". Trekkend van
plaats tot plaats in het Schotsche grensge
bied, gaande van haardstede naar haard
stede. waar men hem iets zou kunnen na
vertellen van de oude overleveringen van de
streek, verzamelde hij de stof voor zijn
..Minstrelsy of the Scottish Border" en „The
Lay of the last Minstrel", gedichten, die hem
als romantisch verhaler beroemd zouden
maken. „Marmion" volgde op deze gedichten
die opzien wekten als een romantische cul
tuur van eigen bodem, die men tot nu toe
nu toe niet kende. Scott nam deel ln een uit
geversfirma. groote sommen kwamen binnen
door den verkoop zijner geestesproducten.
Een hartewensch kon in vervulling gaan: hij
kocht het buiten „Abbotsford", waar hij zich
zomer en winter vestigde. „The lady of the
lake", beschrijvende de omgeving van Loch
Kathrine maakte grooten opgang, maar
tegelijk met Scott's verhuizing naar Abbots
ford valt samen de verschijning Byron's ster
aan den litterairen hemel en dit maakte
Scott als dichter naar eigen oordeel over
bodig. De publieke smaak wendde zich na de
verschijning van Byron's „Chllde Harold"
onverdeeld naar den nieuwen dichter, die de
romantische strooming opnieuw verjongen
deed. In 1814 verscheen een anonieme roman
„Waverley", die het publiek ln vervoering
bracht. Het noemde Walter Scott den eenigen
man, die zulk een roman zou kunnen schrij
ven, maar het heeft lang geduurd alvorens
hij toegaf, dat hij inderdaad de schrijver
was. En op Waverley volgden, van „the
author of Waverley" nog tal van anonieme
romans, soms drie per jaar. Walter Scott be
leefde een prettigen tijd op zijn kasteel, 's
Morgen voor het ontbijt werkte hij eenlge
uren en soms nog wat daarna, maar de mid
dagen had hij voor zich om te Jagen, of te
zwerven over terreinen, die zoo sterke ge
lijkenis nog hadden met die welke zijn geest
in. zijn boeken herschiep.
George IV verhief hem tot baronet, ..Sir
Walter Scott" schrijft hij zijn naam dus
sindsdien. Jvanhoe", misschien het bekend
ste boek. verscheen in 1820, „Kenllworth", dat
weinig minder bekend is, een jaar later. Het
grandiose verhaal van den turgkomst van
Richard Leeuwenhart uit het Heilige Land.
met de levende en kleurige schilderingen van
den riddertijd was van meeslepende kracht.
Hoevelen. ook in ons land hebben den stijl
van Walter Scott wel gevolgd? Latere tijd
heeft de romans te lang gerekt gevonden
om ze in even groote mate te apprecleeren
als de tijdgenooter. deden.
De tragische wending, die het gelukkige
leven van den schrijver totaal veranderd
heeft, kwam ln 1826 met het faillissement
van het uitgevershuis, waarin hij geïnteres
seerd was. Hij zou zich gemakkelijk hebben
kunnen afmaken van de aanspraken, die
men Jegens hem deed gelden, maar hij
rekende het zich tot een plicht om door
harden arbeid het deficit tc trachten aan
te vullen. Een schuld van 130.000 pond
nam hij op zich en in onafgebroken rij vcr-
schenen er romans, vertellingen, een ge
schiedenis van het leven van Napoleon ln
negen deelen
Maar overspanning trof den dichter tijdens
de vervulling van die certaak en tenslotte
moest de regeering hem een toelage ver-
leenen opdat hij in italic rust zou zoeken.
Rust kwam echter te laat. in 1832 keerde
Walter Scott terug naar Abbotsford. om op
zijn buiten te sterven. De helft van de schul
den was toen afbetaald
De andere helft kon worden voldaan uit
de opbrengst van zijn werken, na zijn dood.
Wel ls het leven van Walter Scott ccn voor
beeld geweest van de ridderlijkheid, die hij
dikwijls en met zoo groot succes beschreven
heeft in boeken van wereldvermaardheid en
van literatuur hervormende beteekenis.
LANGS DE STRAAT.
V isch.
Het vischventertje, rolrond hoofdje en dik
buikje op korte pootjes, stond zich ziels
tevreden, half slapend, te koesteren in het
zonnetje .dat de blanke, schubbige lijven van
zijn visch deed glinsteren, alsof ze allemaal,
stuk voor stuk. gemaakt waren van het
kostelijkste paarlemoer, dat men ooit deli
caat en voornaam zag glanzen in een
dure byoux. Bleekgroene, en zalmrose. en zee
blauwe. en seringenlila tinten vereenlgdcn
zich daar op die glibberige houten schraag
tot een droom van kostelijk fijn kleurenspel.
En het was bijna niet te gelooven. dat dat
alles niets was dan een armzalig hoopje
doode beesten, langzaam gestorven, nadat
ze opgevischt waren uit hun element, de
zee. bij zilveren wagonladingen tegelijk ver
voerd en ten slotte opgekocht door het
kleine gewiekste koopmannetje, dat nu achter
zijn koopwaar half te dommelen stond. Dat
iederen keer weer verschrikt schuddebolde,
als hij wakker moest worden voor een klant,
of alh hij door zijn droomen in het warme
zonnetje heen besefte, dat het weer de
hoogsten tijd voor hem werd om zijn strijd
kreet uit te gillen: „Mooie, vaarsche vlsch!
Die vannacht gevangen is! Bot. schellevtsch
en kabeljauw!" Nog was de kreet niet weg-
gegalmd door de straat, of nog de klant niet
heelemaal zijn hielen gelicht met zijn pakje
ln kranten gewikkeld zeebanket onder den
arm, of de koopman zakte al weer weg In
zijn halven dommel. Het leven van een cer-
zamen vischventer kan zoo goed zijn, als de
zon schijnt, als de klanten vriendelijk en wel
willend gestemd zijn en de kansen, dat voor
twaalven de laatste visch verkocht en weg
is. zich steeds gunstiger beginnen laten aan
zien. Geen mensch. die pingelde; geen klant,
die mokkend aftrok zonder ln ruil voor een
luttel aantal de kostelijkste visch ingeruild
te hebben, die ooft ter wereld voor zoo weinig
geld verkrijgbaar was geweest. Een dag
zonder moeilijkheden en duistere wolken, een
dag uit duizenden! Straal maar zon! Blink
maar visch! ..Mooie, vaarsdhc vlsch! Die van
nacht gevangen is! Bot, schellevisch en
kaaaaabcljauw!"
Toen naderde de dame. die misschien wel
geen dame was, maar ook vast geen me
vrouw, noch een juffrouw, want dat klinkt
te iel; ook geen vrouw, want dan zou ze u
aangevlogen zijn, en daarvoor was ze nu
weer te min lel. Hot was ln alle gevalle
'n lid van het vroowelijk geslacht, ter groote
van ongeveer twee a drie andere leden te
samen; flink uit de kluiten gewassen, ter
dege in het vet. Met de vtschschraag vulde ze
de heele straat; en haar stem vulde er nog
drie straten bij, toen ze Ietwat barsch den
slapenden vlschhandelaar aanblafte met bel
haar handen in haar forsche zijden: „Ik mot
tien botjes hebben. Hoeveel ls dat?
Het ventertje opende één oog, toen. op het
zien van de dame, haastig en verschrikt ook
nog het tweede, en zei stil: „Zestig centc".
„Veertig", zei de dame bot af.
„Zestig', zei de koopman, fnet den moed
der wanhoop. Weg. gelukzalige dag zonder
kapsies, weg stralend firmament zonder een
enkele duistere wolk, weg rust. weg dommel.
Klaar wakker most ie wezen.Heer ls den
hemel, wat een ellendelaar. Zou ze over de
twee honderd pond wege?, vast wel, schatte
hij, geniepig in zijn wraaklust. En de strijd
begon.
De koopman had zestig gezegd, en de
dame veertig. De koopman wilde niet van
zijn zestig af, de dame niet van haar veer
tig, De koopman kwam maar even boven
haar elleboog, en het mindenvaardigheids-
complex, dat ras in hem groeide en hem wel
dra tot aan de punten van zijn haan door
drongen had. deed hem ten slotte'na een
kwartier capituleeren, al had een onpartijdig
toeschouwer al na de eerst minuut kunnen
vertellen, dat hij niet de minste kans meer
maakte. Hij capituleerde, telde af. pakte in,
in de voddlgste krant, die hij vinden kon.
met een gezicht als een donderwolk en een
humeur als een onweersbul.
„Dér!" zei hij nijdig, en smeet de dame
haar tien botjes toe.
..Dér'" zei de dame. cn smeet de venter
zijn vier dubbeltjes toe. ..En nou nog ccn
cllefde toe voor mn poessie
Ieder onpartijdig toeschouwer had nu de
dame kunnen vertellen, dat er grenzen zijn.
en dat ze die op dit oogenblik overschreden
had. Alleen denk lk niet, dat de dame gren
zen erkende. De vischventer evenwel werd
bleek, en herwon met een klap een groot deel
van zijn verloren zelfvertrouwen. En bijna
op hetzelfde oogenblik suisde er Iets zilve
rigs door de lucht en kletste het elfde botje
smeuïg en oo kmet een klap ln het aange-
laat van de dame. Het botje viel. De tien
botjes vielen. De hoed van de dame viel. Het
taschjc van de dame viel. En de dame viel
zelf. Ze klapte lnelkaar als een opgeblazen
zak. die een stomp heeft gekregen, en viel
tegen de schraag aan. De .schraag viel. De
venter werd ontworteld en viel, en de botjes
cn schellevisschen en kabeljauwen vielen,
schoven ritselend als een zilveren lawine de
straat op en omhulden dame en venter.
Dat alles om een elfde botje.
W. T,