REISBRIEVEN UIT RUSLAND. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD MOSKOU. ZATERDAC 17 SEPT. Rusland heeft een strenge regeering noodig. Liwadia, bij JaXta. Vroeger paleis van den Tsaar, thans vacantie-oord voor arbeiders. Op het grensstation Negorolewo ondervon den wij een langzame maar keurige behande ling. Wie nieuwe of waardevolle voorwerpen mee nam of geld, moest het aangeven. Van het geld kreeg ik een bon, met het oog op de terugreis. Van een medepassagier werden allerhan de nieuwe voorwerpen geconfisceerd. Mijn doos met 50 rol films was iets vreemds voor de vrouwelijke visiteuse maar mocht mee toen ik zeidë dat het voor eigen gebruik was. In het visitatielokaal dat helder en ruim was, waren uitstekende beschilderingen, voorstel lende den landbouw en de industrie, de twee steunpilaren van de Russische welvaart. Zeer modern waren ze niet, ze deden denken aan de beschildering in de Cantine van de Haar- lemsche kazerne, 't Was knap werk, waarvan ik aan een beambte van de G.P.E O.E. vroeg een foto te mogen maken, wat mij beleefd maar beslist geweigerd werd. In de restauratie wachtten wij en kochten ansichten totdat wij in den trein naar Mos kou mochten plaats nemen. Feitelijk moest ik zeggen: de trein naar Wladiwostok, 14.000 K.M. ver, aan het andere eind van Siberië, want twee keer in de week loopt deze trein door. Ik kwam in een vrij oude maar zinde lijke wagon. Ook de toiletten, hoewel minder dan in den gloednieuwen Poolschen wagen, vielen niet tegen. Tegen den avond kreeg iedere passagier een ligplaats, d.w.z. de zit bank kreeg een slaper en een tweede lig plaats werd er boven uitgeklapt voor een tweeden slaper. Op deze wijze sliepen 4 per sonen in één coupé, éen Rus en twee Duit- schers, welke laatsten als vakmenschen in Rusland werkten en van wie ik menige bij zonderheid vernam. De ééne Duitscher klaag de erg dat van een mantelpak voor zijn vrouw een deel geconfisceerd was en nog veel meer „neues Zeng", de andere haalde triom fantelijk 3 prachtige polshorloges te voor schijn ..Glück gehabt". Deze laatste droeg het insigne van de K. J.I. (Kommunistische Jeugd Internationale"). Een ander weer had vele paren schoenen, waarvan één paar notabene bestemd was voor een beambte van de G.P.O.E. De passagiers die het wilden konden voor 3 Roebel een dunne matras huren. De meesten maakten hiervan gebruik. Het lijkt. duur. 3 Roebel voor de huur van een dergelijk voor werp. als we de Roebel op haar nominale waarde van 1.25 rekenen. Dit wordt er op de Staatsbank voor geëischt-, maar alles en alles in aanmerking genomen is de waarde zekpr niet hooger dan 20 cent. Maar ook dan is het leven nog vrij duur, zeker voor de inkomens hier die voor een jongen 30 Roebel in de maand bedragen, voor een „los werkman" pl.m. 100 Roebel, voor verschillende categoriën van vakmen schen 200—300 Roebel, voor een le klas vak man 500 Roebel en hooger Een Duitsche vrouw van'een technicus die met vac an tie terug ging naar Moskou gaf mij enkele prijzen op. Als er boter is krijgen man en vrouw bons voor 2 1/25 K.G. per maand, deze kost dan 5.20 per K.G. In den vrijen handel echter 2430 Roebel. Eieren op bons kosten 10 voor 1 Roebel, zonder bon 8 Roebel. Aardbeien kosten 5 Rbl per K.G., suiker steeg van 64 Kop. tot- 1.30 Rbl. Een pak kost 80—100 Rbl. een hemd 3—4 Rbl. Verder zijn er speciale winkels voor vreemdelingen en bewoners, die in het bezit mochten zijn van vreemde valuta. Daar wordt de Roebel niet geaccepteerd en het daar ontvangen geld wordt gebruikt om in het buitenland machines te koopen. Tegen middernacht werden de gesprekken afgebroken en ik sliep uitstekend tot het be gon te schemeren. Daarna ging de trein tot een uur of 10 door uitgestrekte dennebos- schen in hoofdzaak grove den met berken, afgewisseld door ruim gebouwde dorpen met akkertjes zonnebloemen of mais. Deze wor den ook door de bevolking min of meer ge roosterd gegeten. Soms kwamen we aan een station waar tientallen menschen met veel bagage op een trein wachtten. In Rusland wordt de contróle uitgeoefend aan de wagon. Wie alleen C0n kaartje heeft, kan er in als er plaats is, wie bovendien een „plaats- kaart", d.w.z. een besproken plaats heeft, behoeft zich niet te haasten want die krijgt de plaats die met een nummer op zijn plaats bewijs aangeduid is. In Moskou zocht ik naar den vertegenwoor diger van de Intourïst. die mij met nog meer buitenlanders in een prachtige Lincoln gratis naar het Novo Moskovkaia 'Nieuwe Hotel") reed Het was voor dit ritje dat men den Italiaan, die niet. met de Intourist reisde maar op eigen gelegenheid. 3 dollar vroeg voor een rit. die voor ons niet extra berekend werd. Wie naar Rusland reist als tourist, reist met de Russische Staats-Trust voor Touristenwezen, waartoe ook de hotels be- hooren. Men betaalt de heen- en terugreis tot Moskou en reist dan verder geheel op „abonnement" voor 5 dollar 12.50) per dag wat beslist goedkoop is. Het lijkt op het eer ste gezicht niet goedkoop Maar wie in aan merking neemt dat daarvoor op zoo'n dag soms 5 tot 800 K.M. gereisd wordt, ('s nachts) en met een wel niet snelle maar behoorlijke bediening en voorlichting, zal erkennen dat dit niet te duur is. Het heet wel dat men op deze wijze het slechte niet te zien krijgt. Nu lezers: het slechte is overal te zien! Gruwelijke zorge loosheid, roekeloos rijden, auto's die met on voldoende opgepompte banden rijden, ont zettende vervuiling op de toiletten van som mige hotels. En de Russen van nieuw Rus land erkennen dit alles. Ze zeggen wel in staat te zijn één eeuw over te slaan in de geschiedenis maar geen twee. Als ze den landbouw voorzien van machines weten ze vooruit dat 10% na eenigen tijd hersteld moet worden door onoordeelkundige behan deling. Een chauffeur die al zooveel weet van de behandeling van een auto als een gewone chauffeur in Holland is reeds lang arbeider in de le categorie op een fabriek, Juist daarom moeten we het bewonderen van de leiders dat ze met zulk onvolkomen men- schen-materiaal reeds zooveel bereikt heb ben. Ik zou echter over Moskou vertellen. De stad is ruim gebouwd, het verkeer* geregeld met dezelfde verkeersteekens als op den CooLsingel in Rotterdam Er zijn nog veel „Droschkes". open rijtuigjes met een klein paard, zooals vroeger en de auto's die er zijn, zijn taxi's, auto's van de Intourist of van de regeering. Ford en Lincoln ziet men het meeste, vele gloednieuw, een tegenstelling met de weliswaar mooi geverfde maar klop pende en rammelende oude Fordjes die in Warschau dienst deden. Het Fransche geld is daar in uniformen en legermateriaal ge stoken. Rusland heeft natuurlijk ook een leger, het befaamde Roode leger In Warschau zag ik strenge, vormelijke discipline. Als een officier op de tram stond, groetten de solda ten op de trottoirs. In Moskou zag ik ook troepen soldaten, in oude uniformen, gek heid makend met elkaar, waaruit bleek dat het Russische drilsysteem in het Roode Leger niet bestaat. Rusland voelt zich nog niet veilig, ondanks de grootere spoorbreedte van de rails, ondanks de uitgestrektheid van het land en ondanks zijn rijke hulpbronnen. Zoolang overig Europa nog tot de tanden ge wapend is. denkt Rusland niet aan algeheele ontwapening. Het leger is er trouwens lang zoo sterk niet, in verhouding tot het aantal inwoners, als dat van Frankrijk en Polen. Het wordt ook gebruikt als de Schupo in Duitschland, Bij groote werken staan schild wachten om wanordelijkheden of beschadi gen of fotografeeren op plaatsen waar dit niet mag. tegen te kunnen gaan. In de ste den heeft ieder een gasmasker. Een mili taire vliegdienst van beteekenis is er niet. maar de geest is zoo in Rusland dat bij een eventueelen oorlog dit land op zijn bevolking en leger kan rekenen in een mate als nooit te voren. En hoe zou dit bij de tegenstanders zijn? Zooals ik zei: een prachtige Lincoln bracht ons naar het Novo Moskoskaia Otel dat. vol was met touristen van alle nationaliteiten. Ik at er wat vreemd maar voldoende en be steedde den middag door in de eerste plaats een bezoek" te brengen aan het graf van Lenin (spreek uit: Ljènin). Deze wordt alge meen beschouwd als de grondlegger van het tegenwoordige Rusland Hij heeft het land door de drie allermoeilijkste jaren heen ge holpen, 19181921, jaren van hongersnood, ziekten en contra-revolutie. De stations wa ren hospitalen: de zieken lagen gewoon op rijen op den grond. Het Roode Leger, aan vankelijk onsamenhangend, slecht geschoeid en gekleed, slechts soms alleen met- gasbui zen, zeisen of sikkels gewapend, had te strij den tegen ervaren generaals als Koltschak. Wrangen en Denikin met- kleine maar goede legers. Maar de bevolking had te veel tegen zin tegen de toestanden van vroeger, beet onder de bezielende leiding van Lenin door den zuren appel heen en ziet nu ieder jaar vooruitgang, ook al blijkt die nog niet uit een ruimer en goedkooper levensmiddelen voorziening. Lenin was het die erop wees dat sociali satie niet lukken zou zonder de machine. En wie nu de grootsche projecten in uitvoering weet, fabrieken, stuwdammen met opwek king van electrische kracht, collectieve boer derijen (Kolchoren) van 100 H A., moet er kennen dat Lenin Rusland iets bijzonders gebracht heeft, dat het land over jaren op een niveau kan brengen dat niet ver meer af is van Duitschland of West-Europa en dan: zonder werkloosheid. Doch daar over later meer. Er stond op het plein, waar het graf van Lenin was. een queue van wel 600 a 700 men schen, doch mijn Intourist-Gidse. een leera- res in 't Duitsch, beduidde een soldaat dat ik vreemdeling was en als zoodanig voor in de queue mocht komen. En zoo behoorde ik tot de velen die Lenin gezien hebben, gebalsemd, in een glazen ruimte, beschenen door mat licht. De oogen gesloten, de handen gevou wen, de energieke mond iets toegeknepen met snor en puntbaardje, rossigblond en ge stoken in een eenvoudig uniform van het roode leger. We liepen om de glazen ruimten, stedelin gen en boeren, vrouwen, meisjes, jongens, soldaten en ieder was stil zoodat alleen het schuifelen van de voeten hoorbaar was. Op verschillende plaatsen stonden schildwach ten en soldaten spoorden aan tot doorloopen in de gangen buiten de eigenlijke ruimte, waar de doode lag. Tenslotte was de aanblik meer een bevre diging van nieuwsgierigheid dan indrukwek kend. Velen kwamen opgewekt pratend naar buiten. Sommigen lachten zelfs even. Het principe van de communistische leer hier brengt mee, geen nieuwe menschelijke af goden te scheppen Dat overal het portret van Lenin hangt en hij soms als een heilige vereerd wordt, komt dunkt mij meer daaruit voort, dat het publiek sterk behoefte daar aan heeft, nu de Tsaar er niet meer voor dienst kan doen. De omgeving van het Roode plein is ruim en met het Kremlin prachtig mooi. 't Is streng verboden er te fotografeeren om rede nen die niemand vertellen kan. Overal ste ken ronde torens de lucht ln, achter den muur met kanteelen. Ik maakte nog een straatscène mee. die vol gens kenners van het land typisch Russisch was. Een leege tram. die buiten dienst was, kon de helling en bocht tegen de Moskwa- brug niet halen. In een oogenblik vormden vele andere trams er een rij achter omdat die eveneens niet verder konden. Ik meende dat het aanbeveling verdiende zoo snel mogelijk, vóór deze rij onmogelijk lang zou worden, alles achteruit te laten rijden, zoodat de tram met een nieuwen aanloop er komen kon. Maar neen, de chef van de tram begon op de wagenvoerster te schelden, een politieagent- liep zenuwachtig heen en weer. telkens liet de wagenvoerster de wielen draaien, dat de vonken er af vlogen en de rails gepolijst wer den, maar het gaf ondanks zand. dat met de hand gestrooid werd. niets. Nadat de rij tot wel vijftig wagens was aangegroeid, besloot men pas alles iets achteruit te laten rijden en ging de onmachtige wagen rechtuit, dus niet de brug over. die hem te hoog was. Even later ging ik met een tram naar het Park Kultura. een volkspark waarover later meer. Op den heenweg behoefde ik niet te betalen, omdat de tram te vol was, op den terugweg betaalde ik 35 Kopeken De lezer begrijpt wel dat zoo'n gemoedelijk volkje dat alles heel gemakkelijk en wat Oos- tersch opneemt, wel een energieke regeering noodig heeft om de zaak weer in het rechte spoor te krijgen. Nog denzelfden avond vertrok ik met leden van het genootschap NederlandNieuw- Rusland. die eerder dan ik in Moskou aange komen waren, naar Charkov, waarover in een volgend artikel. C. SIPKES. Het Roode plein te Moskou. Rechts het Kremlin. WALTER SCOTT. 1832—1932. Heden. 17 September, is het honderd jaar geleden, dat de beroemde Engelsche roman schrijver Walter Scott gestorven is. Ziek. ge teisterd door de gevolgen van een beroerte, stierf Walter Scott wiens brïllante geest hem tot den schepper had gemaakt van een ge heel nieuwe richting in de literatuur, die van den historischen roman. Ziekelijk en als een zwakke Jongeu was Walter Scott ook het leven begonnen, hij moest van zijn geboorte plaats Edinburg gezonden worden naar de boerderij van zijn grootvader, om een sterke jongen te worden. Gelukkig brachten het verblijf in de buitenlucht, het rijden te paard over de bezitting van zijn grootvader een gezonde lkeur op zijn wangen. Hij hield van dat dwalen door de romantische streek en van te luisteren naar de oude balladen en legenden, die zijn grootmoeder hem placht te vertellen. Later ging hij in Edinburgh op school. Hij was lang niet de beste vna zijn klas. maar niemand wist hem te evenaren in het ver tellen van romantische geschiedenissen uit het Schotsche grensgebied Het was „Reli- ques" van bisschop Percy, dat toen een halve eeuw oude was. dat Scott het meeste boeide van alles, hij verslond het boek, telkens op nieuw. Nadat Scott de universiteit verlaten had. waar hij talen en letteren studeerde, zonder er nochtans in uit te blinken, studeerde hij rechten en werd toegelaten tot de balie. Hij trouwde en kreeg verscheidene openbare functies, die hem fortuin bezorgde. Het was eerst op zijn 28ste jaar, ln 1799 dat zijn in trede zou doen in de letterkundige wereld. En dan nog slechts met vertalingen, van Duitsche poëzie, n.l. eedichten van Biirger vertaalde hij en ook van Goethe. „Götz von Berlichingen" en „Erlkönig". Spoedig daarop publiceerde hij zijn eerste oorspronkelijke werk „The Eve of St. John". Trekkend van plaats tot plaats in het Schotsche grensge bied, gaande van haardstede naar haard stede. waar men hem iets zou kunnen na vertellen van de oude overleveringen van de streek, verzamelde hij de stof voor zijn ..Minstrelsy of the Scottish Border" en „The Lay of the last Minstrel", gedichten, die hem als romantisch verhaler beroemd zouden maken. „Marmion" volgde op deze gedichten die opzien wekten als een romantische cul tuur van eigen bodem, die men tot nu toe nu toe niet kende. Scott nam deel ln een uit geversfirma. groote sommen kwamen binnen door den verkoop zijner geestesproducten. Een hartewensch kon in vervulling gaan: hij kocht het buiten „Abbotsford", waar hij zich zomer en winter vestigde. „The lady of the lake", beschrijvende de omgeving van Loch Kathrine maakte grooten opgang, maar tegelijk met Scott's verhuizing naar Abbots ford valt samen de verschijning Byron's ster aan den litterairen hemel en dit maakte Scott als dichter naar eigen oordeel over bodig. De publieke smaak wendde zich na de verschijning van Byron's „Chllde Harold" onverdeeld naar den nieuwen dichter, die de romantische strooming opnieuw verjongen deed. In 1814 verscheen een anonieme roman „Waverley", die het publiek ln vervoering bracht. Het noemde Walter Scott den eenigen man, die zulk een roman zou kunnen schrij ven, maar het heeft lang geduurd alvorens hij toegaf, dat hij inderdaad de schrijver was. En op Waverley volgden, van „the author of Waverley" nog tal van anonieme romans, soms drie per jaar. Walter Scott be leefde een prettigen tijd op zijn kasteel, 's Morgen voor het ontbijt werkte hij eenlge uren en soms nog wat daarna, maar de mid dagen had hij voor zich om te Jagen, of te zwerven over terreinen, die zoo sterke ge lijkenis nog hadden met die welke zijn geest in. zijn boeken herschiep. George IV verhief hem tot baronet, ..Sir Walter Scott" schrijft hij zijn naam dus sindsdien. Jvanhoe", misschien het bekend ste boek. verscheen in 1820, „Kenllworth", dat weinig minder bekend is, een jaar later. Het grandiose verhaal van den turgkomst van Richard Leeuwenhart uit het Heilige Land. met de levende en kleurige schilderingen van den riddertijd was van meeslepende kracht. Hoevelen. ook in ons land hebben den stijl van Walter Scott wel gevolgd? Latere tijd heeft de romans te lang gerekt gevonden om ze in even groote mate te apprecleeren als de tijdgenooter. deden. De tragische wending, die het gelukkige leven van den schrijver totaal veranderd heeft, kwam ln 1826 met het faillissement van het uitgevershuis, waarin hij geïnteres seerd was. Hij zou zich gemakkelijk hebben kunnen afmaken van de aanspraken, die men Jegens hem deed gelden, maar hij rekende het zich tot een plicht om door harden arbeid het deficit tc trachten aan te vullen. Een schuld van 130.000 pond nam hij op zich en in onafgebroken rij vcr- schenen er romans, vertellingen, een ge schiedenis van het leven van Napoleon ln negen deelen Maar overspanning trof den dichter tijdens de vervulling van die certaak en tenslotte moest de regeering hem een toelage ver- leenen opdat hij in italic rust zou zoeken. Rust kwam echter te laat. in 1832 keerde Walter Scott terug naar Abbotsford. om op zijn buiten te sterven. De helft van de schul den was toen afbetaald De andere helft kon worden voldaan uit de opbrengst van zijn werken, na zijn dood. Wel ls het leven van Walter Scott ccn voor beeld geweest van de ridderlijkheid, die hij dikwijls en met zoo groot succes beschreven heeft in boeken van wereldvermaardheid en van literatuur hervormende beteekenis. LANGS DE STRAAT. V isch. Het vischventertje, rolrond hoofdje en dik buikje op korte pootjes, stond zich ziels tevreden, half slapend, te koesteren in het zonnetje .dat de blanke, schubbige lijven van zijn visch deed glinsteren, alsof ze allemaal, stuk voor stuk. gemaakt waren van het kostelijkste paarlemoer, dat men ooit deli caat en voornaam zag glanzen in een dure byoux. Bleekgroene, en zalmrose. en zee blauwe. en seringenlila tinten vereenlgdcn zich daar op die glibberige houten schraag tot een droom van kostelijk fijn kleurenspel. En het was bijna niet te gelooven. dat dat alles niets was dan een armzalig hoopje doode beesten, langzaam gestorven, nadat ze opgevischt waren uit hun element, de zee. bij zilveren wagonladingen tegelijk ver voerd en ten slotte opgekocht door het kleine gewiekste koopmannetje, dat nu achter zijn koopwaar half te dommelen stond. Dat iederen keer weer verschrikt schuddebolde, als hij wakker moest worden voor een klant, of alh hij door zijn droomen in het warme zonnetje heen besefte, dat het weer de hoogsten tijd voor hem werd om zijn strijd kreet uit te gillen: „Mooie, vaarsche vlsch! Die vannacht gevangen is! Bot. schellevtsch en kabeljauw!" Nog was de kreet niet weg- gegalmd door de straat, of nog de klant niet heelemaal zijn hielen gelicht met zijn pakje ln kranten gewikkeld zeebanket onder den arm, of de koopman zakte al weer weg In zijn halven dommel. Het leven van een cer- zamen vischventer kan zoo goed zijn, als de zon schijnt, als de klanten vriendelijk en wel willend gestemd zijn en de kansen, dat voor twaalven de laatste visch verkocht en weg is. zich steeds gunstiger beginnen laten aan zien. Geen mensch. die pingelde; geen klant, die mokkend aftrok zonder ln ruil voor een luttel aantal de kostelijkste visch ingeruild te hebben, die ooft ter wereld voor zoo weinig geld verkrijgbaar was geweest. Een dag zonder moeilijkheden en duistere wolken, een dag uit duizenden! Straal maar zon! Blink maar visch! ..Mooie, vaarsdhc vlsch! Die van nacht gevangen is! Bot, schellevisch en kaaaaabcljauw!" Toen naderde de dame. die misschien wel geen dame was, maar ook vast geen me vrouw, noch een juffrouw, want dat klinkt te iel; ook geen vrouw, want dan zou ze u aangevlogen zijn, en daarvoor was ze nu weer te min lel. Hot was ln alle gevalle 'n lid van het vroowelijk geslacht, ter groote van ongeveer twee a drie andere leden te samen; flink uit de kluiten gewassen, ter dege in het vet. Met de vtschschraag vulde ze de heele straat; en haar stem vulde er nog drie straten bij, toen ze Ietwat barsch den slapenden vlschhandelaar aanblafte met bel haar handen in haar forsche zijden: „Ik mot tien botjes hebben. Hoeveel ls dat? Het ventertje opende één oog, toen. op het zien van de dame, haastig en verschrikt ook nog het tweede, en zei stil: „Zestig centc". „Veertig", zei de dame bot af. „Zestig', zei de koopman, fnet den moed der wanhoop. Weg. gelukzalige dag zonder kapsies, weg stralend firmament zonder een enkele duistere wolk, weg rust. weg dommel. Klaar wakker most ie wezen.Heer ls den hemel, wat een ellendelaar. Zou ze over de twee honderd pond wege?, vast wel, schatte hij, geniepig in zijn wraaklust. En de strijd begon. De koopman had zestig gezegd, en de dame veertig. De koopman wilde niet van zijn zestig af, de dame niet van haar veer tig, De koopman kwam maar even boven haar elleboog, en het mindenvaardigheids- complex, dat ras in hem groeide en hem wel dra tot aan de punten van zijn haan door drongen had. deed hem ten slotte'na een kwartier capituleeren, al had een onpartijdig toeschouwer al na de eerst minuut kunnen vertellen, dat hij niet de minste kans meer maakte. Hij capituleerde, telde af. pakte in, in de voddlgste krant, die hij vinden kon. met een gezicht als een donderwolk en een humeur als een onweersbul. „Dér!" zei hij nijdig, en smeet de dame haar tien botjes toe. ..Dér'" zei de dame. cn smeet de venter zijn vier dubbeltjes toe. ..En nou nog ccn cllefde toe voor mn poessie Ieder onpartijdig toeschouwer had nu de dame kunnen vertellen, dat er grenzen zijn. en dat ze die op dit oogenblik overschreden had. Alleen denk lk niet, dat de dame gren zen erkende. De vischventer evenwel werd bleek, en herwon met een klap een groot deel van zijn verloren zelfvertrouwen. En bijna op hetzelfde oogenblik suisde er Iets zilve rigs door de lucht en kletste het elfde botje smeuïg en oo kmet een klap ln het aange- laat van de dame. Het botje viel. De tien botjes vielen. De hoed van de dame viel. Het taschjc van de dame viel. En de dame viel zelf. Ze klapte lnelkaar als een opgeblazen zak. die een stomp heeft gekregen, en viel tegen de schraag aan. De .schraag viel. De venter werd ontworteld en viel, en de botjes cn schellevisschen en kabeljauwen vielen, schoven ritselend als een zilveren lawine de straat op en omhulden dame en venter. Dat alles om een elfde botje. W. T,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 11