DE VEEDIEVEN EEN BRUTALE INBRAAK is in het Stationsgebouw te Aalsmeer gepleegd. De brandkast is uit het gebouw gehaald en per krui wagen naar het einde van het perron gereden, waar ze werd open gehakt en een bedrag van ongeveer 2000 werd ontvreemd. SIR JOHN SIMON heeft als passagier met DE JONGSTE KLEINDOCHTER VAN NICOLAAS BEETS een Engclsch dicnstvliegtuig een tocht van Engeland naar Geneve gemaakt ter bij- Mej. J. Went is Dinsdag te Amsterdam in het huwelijk getreden woning van de Ontwapcnings-Conferentie. m;t dcn heef p Rcinstra. Het bruidspaar na de huwelijks- Sir Simon neemt afscheid alvorens te vertrekken* voltrekking. DE AARDBE- VINGSCATA- STROPHE IN GRIEKENLAND heeft zeer vele slachtoffers gc- cischt. Duizen den J ersonen wer den dakloos en de matcricele schade welke werd aan gericht is enorm. DINSDAGMORGEN OMSTREEKS 9 UUR is brand uitgebroken in liet Kon. Ned. Metereologisch Instituut te de Bilt. Het EEN COLLECTE TEN BATE VAN HET CRISlS-COMITé is Dinsdag te Rotterdam gehouden. De collectanten verwoeste gedeelte gezien vanuit de observatietoren. laten niets en niemand ongemoeid om hun bus gevuld te krijgen. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 20* „Welnu" zei ze, toen ze zijln verlegenheid opmerkte. ..dunkt je ook niet dat er zulke man-wen zijn?" „Ik vermoed van wel" antwoordde hij, maar in dit land zou men heel wat kunnen redetwisten over de vraag wat onwaardig is en wat niet. Wanneer je tweerevolver- schutter toevallig een paardendief was, geloof ik. dat we er dadelijk mee zouden kun nen beginnen". .Hij zal geen van beide zijn" verklaarde zij trotsch. ..Ik denk niet, dat hij zulke verach telijke daden zou -begaan. In het boek wordt hij door den eigenaar van een rancho ge bruikt om een veedkrf te dooden, dien de eigenaar verdenkt van het stelen van zijn vee." Zijn handen lagen plotseling op zijn rug, de vingers ineengeklemd. Zijn oogen vlogen met een snellen, onderzoekenden blik over haar gelaat. Zijln verlegenheid was ver dwenen de uitdrukking van zijn gezicht was norseh, zijn oogen werden licht, spottend dichtgeknepen. Bn zijn stem klonk koud, beslist en effen. „Ik geloof, dat je schutter naar het leven is geteekend. zei hij. Zij lachte vluchtig en amuseerde zich over de plotselinge verandering, die zij in hem tag en voelde. „Natuurlijk is de schutter niet werkelijk van plan. om den man te dooden"' zei ze. „Ik geloof niet. dat ik iemand zal la ten doodgaan in mijn boek. De schutter voelt zich enkel aangetrokken door de som geld. die de eigenaar van de rancho hem belooft en neemt het alleen aan. omdat hij zoo erg verlegen is om werk. Geloof je niet-, dat zoo iets mogelijk is?" „Zooiets kan gemakkelijk genoeg gebeuren in dit land juffrouw", antwoordde hij. Zij lachte verheerlijkt., .Hat versterkt mijn oordeel", verklaarde zij. Hij keek haar met vasten blik aan. ..Wordt die schutter de held van de geschiedenis? vroeg hij kalm. „Wel, natuurlijk." „En moet ik hem voorstellen?" Zij keek hem uitdagend aan, maar bloosde onmiddellijk. „Waarom vraag je dat?" vroeg zij ten antwoord. „Je hoeft niet bang te zijn. dat ik mijn held iets onwaardigs zal laten doen". „Ik ben nergens bang voor", antwoordde hij. „Maar ik zou wel eens willen weten, hoe je ap dat idee gekomen bent. Bedenken, schrijvers dat allemaal, of vertelt iemand hun dat?" „Deze dingen vinden hun ontstaan meestal In de verbeelding van den schrijver", ant woordde zij. Dat beteekent dus dat je het zelf verzon nen hebt?" drong hij aan. „Natuurlijk". Hij nam zijn voet van het rotsblok af en stond haar ernstig aan te kijken. ,.In de meeste boeken, die ik gelezen heb. kwam ook een schurk voor. Ik vermoed, dat er in jouw boek ook een zal voorkomen?" „Er zal een schurk in- voorkomen", ant woordde zij. Zijn oogen vlamden eigenaardig- „Zou ie mij ook willen vertellen wie je uitgekozen hebt. voor je schurk?" vervolgde hij. „Ik heb er niets tegen", zei ze. „Het is Le viatt". Plotseling lachte hij hartelijk en stak haar zijn rechterhand toe. ..Geef mij de hand. zei hij. „Wanneer ik een boek schreef, geloof ik ook dat Leviatt de schurk zou zijn." Zij stond op van het rotsblok en drukte zijn toegestoken hand, waarbij zij haar oogen neersloeg, toen deze de zijne ont moetten. Hij voelde haar hand een weinig beven en keek er bewonderend naar. Zij keek op, zag dat hij naar haar hand keek, waar op zij deze snel terugtrok en zich van hem afkeerde, om neer te kijken in de vlakte aan den voet van den heuvel. Zij schrok en beval op scherpen toon: „Kijk!" Op misschien een honderd meter af stand stond een ruiter, die onverschillig in het zadel zat. Toen zij naar hem keken, nam de ruiter zijn breed ge randen hoed af, boog spottend en joeg zijn pony voort, de vlakte op. Het was Leviatt. Het lichte briesje voerde hun een korten, scherpen spottenden lach toe. Een tijtdje bleven zij zwijgend staan kijken naar den verdwijnenden ruiter. Toen vertrokken Fer gusons lippen zich tot een ironisch lachje. „Wel wat dramatisch, dat hij daar net kwam aanzetten" zei hij. „Denk je niet, dat het boek er minder op zal worden, als je hem er in zet?" HOOFDSTUK XTEI. „Wil je rooken?" Leviatt reed weg door de geul. waar miss Rad ford Ferguson voor het eerst in het oog kreeg, toen hij op de vlakte kwam. Hij verdween er in en verscheen vijf minuten later op een heuvelrij er boven. De afstand was te groot om te zien of hij zich omkeerde en omkeek. Maar juist vóór hij voor goed verdween, zagen zij. hoe hij met zijn hoed zwaaide. Het was een spottende beweging en Miss Radford kleurde, terwijl zij een steelsche blik op Ferguson wierp. Deze laat ste stond onverschillig naast haar, de rand van zijn hoed was diep over zijn voorhoofd getrokken. Toen zij naai- hem keek zag zij. dat zijn oogen een weinig dichtgeknepen werden en zijn lippen een norschen trek kre gen. „Wat denk je. dat hij dacht?" vroeg zij, een anderen kant opkijkende. „Hij?" Ferguson lachte. „Ik geloof dat je wel aan zijn manieren kon zien, dat hij het niet erg naar zijn zin had." Een gedachte scheen hem sterk bezig te houden. Hij lachte hartelijk. „Wanneer je nu maar in je boek kon zetten wat hij op het oogenblik denkt, dan geloof ik, dat het. zeer interessant zou worden mevrouw." „Maar hij zag, dat je mijn hand vasthield", verklaarde zij zich bewust, hoe nutteloos het was, om hem dit te vertellen, maar onmach tig om haar verontwaardiging te bedwingen over de gedachte, dat Leviatt het gezien had. „Wel ik geloof het ook. mevrouw!" ant woordde hij, terwijl hij zich inspande, om niet te verraden, hoe hij zich amuseerde. „Zie je. hij moet naar ans hebben staan kijken. Maar er is niets gebeurd om je druk over te maken. Op zekeren dag, wanneer hij weer eens in de buurt is, zal hij zien, dat ik je hand weer vasthoud." De blos op haar wangen werd sterker. „Wat ben je brutaal!" zei ze, terwijl zij trachtte een strengen loon aan te slaan, maar niets anders bereikte dan dat hij vond, dat haar oogen mooier waren dan hij gedacht had. „Ik geloof niet. dat ik brutaal ben. ant woordde hij glimlachend. „Ik heb van den beginnen af van je gehouden. Ik geloof niet dat het brutaal is. om aan een dame te ver tellen dat je van plan bent, om haar hand vast te houden." Zij keek hem recht in de oogen en spande zich in, om heel uitdagend te kijken. „Dus je hebt van mij gehouden?" tartte zij. „Ik denk er hard over. om pe te vertellen, dat ik geen oogenblik aan Je gedacht heb als een even- tueelen aanbidder." Zijn oogen vlamden. „Ik geloof niet, dat je dit meent, zei hij „Je hebt mü niet zoo be handeld, als je enkele anderen gedaan hebt". „Enkele anderen?" vroeg zij daar zU hem niet begreep. Hij lachte. „Die andere jongens van de Two Diamond, die een goed oogje op je had den. Ik heb gehoord, dat je nog al krachtig tegen hen hebt gesproken. Maar dat heb je nooit tegen mij gedaan. Je hebt ten minste nooit tegen mij gezegd, dat ik moest ver dwijnen." Zij was blijkbaar getroffen. „Dat hebben ze je verteld?" vroeg zij. Zonder een ant woord af te wachten, vervolgde zij eenvou dig: „En je dacht dus. gezien wat ik tegen die mannen gezegd heb. dat Jij nogal fat soenlijk behandeld werd? Ik vrees, dat ik je onderschat heb. Voortaan zal ik niet meer zoo vertrouwelijk met je spreken". „Dat zou Ik maar niet doen, mevrouw", smeekte hij. „Je behoeft niet bang te zijn, dat.ik te brutaal zal worden". „Och hemel!" riep ze uit, alsof ze erg blij was. „Het zal heel prettig zijn te weten, dat ik genist met je kan praten, zonder dat ik bang behoef te zijn, dat je een verkeer de uitlegging aan mijn woorden geeft. Maar ik ben niet bang voor je". Hij trad terug van het rotsblok en haakte zijn patroongordel vast. „Ik ga nu naar de Two Diamond, juffrouw" zei hij. „En omdat je niet bang voor mij bent, zou ik j willen vragen, of Je mor gen met mij gaat rijden. Er is een aardig stukje landschap, ongeveer vijftien mijlen de kreek op, dat je wel zal bevallen". Zou zij hem vertellen, dat zij al het land binnen dertig mijlen in den omtrek al ver kend had? De woorden lagen haar op de lip pen, maar bleven ongesproken. „Och ik weet het niet" stribbelde zij tegen. „Denk je dat het veilig is?" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9