J
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 12 OCTOBER 1932
m
VOETBAL.
BELGIë—NEDERLAND
WIJZIGING IN HET NED. ELFTAL.
Doordat Mol van K.F.C. Zondag jl. zoodanig
geblesseerd is, dat zijn uitkomen in het Ne-
derlandsch Elftal uitgesloten is, heeft de keuze
commissie in zijn plaats Bonsema van Velo-
citas (Groningen) als linksbinnen aangewe
zen. Als reserve in de plaats van Bonsema is
uitgenoodigd P. L. Verkerk van R.C.H.
Tot zoover het ons toegezonden bericht.
Het zal velen genoegen doen te vernemen,
dat nu ook de aandacht op Verkerk is geval
len. Hij verdient deze onderscheiding, want
reeds meermalen heeft hij het bewijs geleverd,
dat hij over de noodige capaciteiten beschikt
om in sterke vertegenwoordigende elftallen
uit te komen. Nu is hij nog reserve, maar hij
zal zijn weg naar de nationale ploeg nog wel
vinden.
Het programma voor Zondag.
AFDEELING I.
Tweede klasse A:
Alcm. VfctrixT.O.G.
H.R.C.—V.V.A.
Derde klasse B;
S.D.W.O.V.V.O.
Derde klasse C:
AmstelA.P.G.S.
Vierde klasse A:
Q.S.C.—Beverwijk.
Reserve eerste klasse:
Zeeburgia 2Blauw Wit 2.
Ajax 2—E.D.O. 2
Reserve tweede klasse A:
K.F.C. 2—V.V.A. 2.
West Frisia 2—T O.G. 2.
V.S.V. 2—W.F.C. 2.
Reserve derde klasse A:
De Kennemers 2Z.V.V. 2.
Z.F.C. 3A.P.G.S. 2.
AFDEELJNG II.
Tweede klasse A:
D.C.L.Neptunus.
Tweede klasse 3:
OlympiaOvermaas.
Vierde klass A:
De JagersHillegom.
Leidsche Boys—D.V.S.
S.V.C.—L.D.W.S.
Reserve eerste klasse:
Feijenoord 2A.D.O. 2
AFDEELNIG V.
Eerste klasse;
AlcidesBe Quick.
SneekVeendam.
(Sportkr.)
DROSTE (Kantoor)—SPAARNESTAD I (6-6)
Onder tamelijk veel belangstelling had
deze wedstrijd plaats.
Te drie uur werd begonnen: in de eerste
minuut was het reeds 0—1. De gastheeren
kwamen hierna goed opzetten; door een mis
verstand in de Spaarnestad-achterhoede lag
de gelijkmaker in het net (11). De partijen
gingen toen gelijk op. Spaarnestad nam tot
tweemaal toe de leiding, maar Droste maak
te tweemaal gelijk (3—3). Vóór de rust wist
Droste nogmaals twee keer te scoren, maar
door goed werk van de Spaarnestad-voor
hoede ging de ritst in met (55).
Na de rust was het Spaarnestad, die door
een mooi schot van den middenvoor de lei
ding hernam. Eerst vijf minuten vóór het
einde maakte Droste uit een snelle door
braak gelijk (66). Nadat het Droste-doel
nog verscheidene malen aan een doorboring
was ontsnapt, floot de scheidsrechter het
einde.
Deze wedstrijd is in de beste verstandhou
ding gespeeld.
KAATSEN
F. WIERSMA t
Te Amsterdam is in den leeftijd van 62 ja
ren overleden de heer Folkert Wiersma Jzn.,
hoofd van de Spuistraatschool in de hoofdstad
en lid van het hoofdbestuur va ft den Neder
landsehen Kaatsbond, De overledene was te
vens voorzitter van de Buitenafdeelingen van
den Nederlandschen Kaatsbond lid van het
N.O.C., tot voor twee jaren lid van het alge
meen bestuur van den A. B. L. O. en eerelid
van de Kaatsclub „Amsterdam".
De kaatssport heeft door het verscheiden
van dezen pionier die 4 Maart 1870 te Ooster-
llttens (gem. Baardcradcel) werd geboren, een
belangrijk verlies geleden. De heer Wiersma
heeft zijn geheele leven in woord en geschrift
propaganda voor het kaatsen gemaakt.
Van zijn hand verscheen tevens een boekje
over het Kaatsspel, dat een zeer gunstig ont
haal had. Toen de heer Wiersma slechts en
kele weken geleden bereid gevonden werd voor
de Amsterdamsche Sportpers een causerie te
houden, een voordracht die zeer belangwek
kend was, had men niet. kunnen vermoeden,
(aldus het. Alg. Hbld.) dat men zoo spoedig
voor goed afscheid zou nemen van dezen
sympathieken man, die de sport diende om
de sport.
De crematie zal plaats vinden Vrijdag a.s.
te Westerveld na aankomst van den trein, die
te 12.45 uit Amsterdam vertrekt.
KEGELEN
HAARLEMSCHE KEGELBOND.
De uitslagen der kegelwedstrijden luiden als
volgt:
Drie tallen wedstrijd: le prijs H. V. K. 1 met
808. 2c prijs De Volharing 1 met 807, 3e prijs
Haarlem-oord 1 met 785, 4e prijs S. S. S. 2
met. 773, 5e prijs De Prins IV. mot 767, 6c prijs
D O K. 3 met 764, 7e prijs De Volharding 2
met 758, 8c prijs T. O. P. 3 met 758. 9e prijs
T. O. P. 1 met 757, 10e prijs Daar rolt ie 1
met 754. 11e prijs De Volharing IV met 751,
12e prijs D. O. K. 1 met 750.
Vrije baanwedstrijd, gewone telling. Senio
res Baan A. le prijs H. C. Louw met 43. 2e
prijs Mevrouw de Bruin met 42. 3e prijs J. B.
Weijers met 42, 4e prijs J. Ruis 2x41, 5e prijs
H. Frantzen met 41. 6c prijs L. Dost met 41.
7e prijs D. Bremer met 41, Se prijs H. van
Duymcn met 40.
Duo-wedstrijd, baan C le prijs A. Benraadt
en H. C. Louw met 75-74, 2e prijs P. C. van
Gaart en D. Bremer met 7573. 3e prijs N. P.
Tummers en N. P. Visser met 75, 4e prijs J.
Ruis en H. Fran teen met 2 x 72.
Vrije baanwedstrijd, gewone telling. Juniores
Baan G: le prijs L. Th. van Dobbe met 43, 2e
prijs H. Denkers met 42, 3e prijs v. d. Horst
met 41, 4e prijs P. Romp met 40, 5e prijs B.
Paanakker met 40, 6e prijs L. Henning met
39, 7e prijs A. M. Benraadt met 39, 8e prijs
J. Polle met 39.
Vrije Baanwedstrijd Hamburgertelling. Ju
niores, Baan H: le prijs Jac. Koel met 110, 2e
prijs G. Schouten met 98, 3e prijs G. Renting
met 86, 4e prijs P. Romp met 86, 5e prijs J.
Timmer met 81 6e prijs E. Stoekem met 78,
7e prijs J. C or nellissen met 76, 8e prijs D. J.
van Ellinckhuizen met 75.
Vrije baanwedstrijd Hamburgertelling. Se
niores, Baan B: le prijs D. Bremer met 120,
2e prijs H. Frantzen met 96, 3e prijs J. Ruis
met 91, 4e prijs C. Swart met 88, 5e prijs H.
C. Louw met 86, 6e prijs A. Grupping met
85. 7e prijs J. Cornellissen met 84, 8e prijs H.
Schouten met 82.
De feestelijke prijsuitreiking ral plaats
hebben op Dinsdag 18 October in het Club
gebouw aan de Tempeliersstraat.
WIELRIJDEN.
DE ZESDAAGSCHE TE AMSTERDAM
De directie van de Amsterdamsche Zesdaag-
sche verzoekt ons, wegens de veelvuldige aan
vragen welke binnenkomen, mede te deelen,
dat voorverkoop-kaarten van 20 October af,
in alle belangrijke plaatsen van Nederland,
te verkrijgen zullen zijn.
Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche
Wielren Unie heeft, na daaromtrent het ad
vies van de Technische Commissie te hebben
ingewonnen, de plannen voor het doen ver
rijden van de zesdaagsche in het R.A.I.-ge-
bouw goedgekeurd en toestemming gegeven
tot den bouw van de baan.
De grootte der baan bedraagt 166 2/3 Meter.
De breedte der binnenruimte tusschen de
neutrale groene vlakte tot aan de grens der
baan is ca. 17 Meter.
De lengte van de rechte einden van de baan.
van bocht tot bocht gemeten bedraagt c.a. 46
Meter.
Deze zelfde ruimte van 17 bij 46 Meter is
op het midden-terrein bestemd voor het pu
bliek.
De grootste hoogte der bochten beloopt 4
Meter.
De baan breed te zelf is 5 1/2 Meter, waarbij
dan nog de zoogenaamde aanloop-vlakte komt
Deze aanloop-vlakte is bestemd om aflos
sende en inloopende rijders ruimte te geven
en ook om bij eventueel vallen als neutraal
bewegingsveld dienst te doen.
De constructie der baan is naar de laatste
eischen op het gebied van winter-wielerbaan
geprojecteerd.
Het publiek wordt van de baan gescheiden
door een c.a. 90 c.M. hooge omheining, waar
bovenop nog een zeer doelmatige ijzeren bui
zenconstructie geplaatst is.
HET SUBSIDIE AAN DE H. O. V.
EEN ADRES VAN DEN NED. TOON-
KUNSTENAARSBOND.
Naar aanleiding van het voorstel van B.
en W. van Haarlem, strekkende tot verdere
verlaging van het aan de H.O.V. toegekende
subsidie tot f 15.000 per jaar. heeft het
hoofdbestuur van den Ned. Toonkunstenaars
bond zich tot den Gemeenteraad gewend met
een adres, waarin verzocht wordt, genoemd
voorstel niet aan te nemen, maar het subsi
die te handhaven op het daarvoor laatstelijk
bepaalde bedrag (f 27.000).
Bij het adres is een memorie van toelich
ting gevoegd, waarin o.m. WQrdt gezegd, dat
het voorstel van B. en W.. wordt het aange
nomen, voor het orkest den genadeslag zou
beteekenen, mede, doordat oen belangrijke
verlaging van het provinciaal subsidie er
automatisch uit zou volgen.
Vereenigt de Gemeenteraad er zich mede.
dan zal Haarlem zijn orkest verliezen, een
groep burgers zullen werkloos en steuntrek
kend worden en leed en zorg worden ge
bracht over eenlge tientallen gezinnen. Bo
vendien zal een belangrijk cultuurbezit wor
den vernietigd.
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokcrk te Haarlem, op
Donderdag 13 October 1932, des namiddags
van 34 uur door den heer George Robert.
Programma.
1. Toccata et Fuga d kl. t„ J. S. Bach.
2. Passacagli'a d kl. t,. D. Buxtehude.
3. Choralvorspiel„O Welt, ich muss dich las
sen", Joh. Brahms.
4. Fantaisie, C. Saint-Saëns.
5. Scherzo. A. Guilmant.
Offertoire, b. Hosannah! Th. Dubois.
RUIT INGESLAGEN.
Dinsdagmorgen heeft een 29-jarige man,
die uit het kantoor van het Burgerlijk Arm
bestuur was verwijderd, een ruit aan de
buitenzijde van dat gebouw ingeslagen. De
politie heeft hem later naar het bureau ge
bracht; tegen hem zal proces-verbaal wor
den opgemaakt.
DIERENMISHANDELING.
Tegen den 25-jarigen W. uit Haarlemmer
meer wordt proces-verbaal opgemaakt omdat
hij in de Soendastraat alhier een aan zijn
vader tocbehoorend paard had mishandeld.
G E VA AR I. IJ KE BALD ADI G11E ID.
Van het voetbalterrein aan de Munterslaan
hebben jongens met steenen naar een trein
gegooid, waardoor ecnige ruiten vernield
werden. De politie stelt een onderzoek in.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Voor ieder een bril, voor weinig geld.
Ook volgens recepten.
Bij Opticien FEDERMANN, Gr. Houtstraat 37,
bij de Ancgang, Telef. 11059.
FILMAVOND VOOR DE WERKLOOZEN
De Haarlemsche Bestuurdersbond en het
Instituut voor Arbeiders-Ontwikkeling geven
Maandagavond 17 October een filmavond in
het Gem. Concertgebouw. Medewerking ver
leent het Kinderkoor „De Kleine Stem"
De film „Brand aan de Wolga" zal worden
vertoond.
De groote zaal van het Gem. Concertge
bouw is door B. en W. kosteloos ter beschik
king gesteld.
VRIJE KATHOLIEKE KERK.
Donderdagavond 13 October zal de weleerw.
heer Kenjgen in de bovenzaal van het Con
certgebouw spreken over: „Waarde en be-
teekenis van Lithurgie en Ceremonie".
CRISISCOMITé.
1 cent per dag 5.17
RIJWIELDIEF GEARRESTEERD.
Door de politie te Amsterdam is aldaar
aangehouden zekere V., die j l. Zaterdag bij
den rijwielhandelaar S. te Haarlem een fiets
had gehuurd. Hij had die niet. teruggebracht,
maar te Amsterdam verkocht. Wegens ver
duistering is tegen hem proces-verbaal op
gemaakt.
WAALSCHE KERK.
In de Waalsche Kerk zal Prof. André Sieg
fried op Zondagavond 16 October a.s. een
voordracht houden over: „Les différents cou
rants de la pensée religieuse en France".
Er zal dit seizoen in de Waalsche Kerk een
serie van 10 winterlezingen worden gehouden,
waarvan die van Prof. Siegfried de eerste is.
CLANDESTIENE WAPENHANDEL IN
EEN CAFé.
BIJ INVAL AAN HET LICHT GEKOMEN.
De politie te Amsterdam heeft Dinsdag
avond een bezoek gebracht aan een café
aan de Geldersche kade oip het vermoeden
dat daar een aantal wapens, bestemd ter
clandestiene verhandeling, en afkomstig
uit België, aanwezig waren. Inderdaad heeft
zij in dit café beslag kunnen leggen op een
aantal revolvers.
De caféhouder en nog iemand dde ver
moedelijk hierbij betrokken is, zijn door de
politie meegenomen. Nadat de beide man
nen aan een verhoor waren onderworpen,
en nadat proces-verbaal was opgemaakt,
zijn zij op vrije voeten gesteld.
Dezer dagen iverd de burgemeester van
Wemeldingen, de heer F. Wabeke Anz., 70
jaar. Hij is reeds ruim 2S jaar burgervader
dezer gemeente en houdt nog steeds de oude
kleederdracht in eere.
INCEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
DE COLLECTE TE BLOEMEN-
DAAL VOOR HET CRISIS-COMITi
Geachte redactie,
Gaarne zag ik een plaats in uw veelgelezen
blad ingeruimd voor het volgende.
Zaterdag jl. werd er in Bloemendaal met
hulp van enkele padvinders per vrachtauto
een soort ophaaldienst georganiseerd voor het
plaatselijke crisiscomité. Het betrof kleeding-
stukken e.d. Iets wat opzichzelf genomen een
uitmuntend streven is.
Maar tot- mijn niet geringe verwondering
reed de vrachtauto ook op den Broderoodsche
weg dus gemeente Velsen!
Niet alleen tot mijn verwondering, maar ook
van de bewoners van genoemden weg, terneer
omdat reeds in 't begin der vorige week door
het crisiscomité der gem. Velsen was gecol
lecteerd!
En het toppunt werd wel bereikt toen de
padvinders huis aan huis aanbelden, en op de
vraag der bewoners antwoordden: „Heeft u
misschien nog gedragen kleeding voor het cri
siscomité?" Maar voor welk crisiscomité werd
niet vermeld!
Of dit nu wetend of onwetend is gebeurd
valt buiten mijn oordeel. Wel veronderstel ik,
dat de padvinders gedacht, zullen hebben:
„hoe meer hoe beter, waar 't vandaan komt
hindert niet".
Het is gewenscht, dat zoo iets niet- meer
voorkomt. Wat zouden de Bloemendalers er
van zeggen, indien Velsen's crisiscomité bijv.
eens den Brederodeweg in Bloemendaal ging
bewerken?
Alle respect voor de Bloemendaalsche pad
vinders, maar ik hoop, dat zij in de toekomst
bij dergelijke gelegenheden op het Bloemen
daalsche pad zullen blijven!
Met dank voor de plaatsing.
ARIS SMIT Jr.
NEDERLANDSCHE SCHRIJVERS
EN HET NEDERLANDSCH.
Geachte redactie,
De heer de Bois had onlangs in Haarlem's
Dagblad mijn boekje Taalschut een korte, pit
tige beschouwing waardig gekeurd en nu zie
ik dat de heer Cannegieter in dezelfde
courant dat werkje tot punt van uit
gang heeft willen kiezen voor een behande
ling van de kwestie hoe de verhouding is tus
schen het juiste Nederlandsch en het gebruik,
dat de Nederlandsche schrijvers daarvan te
maken hebben. Lees ik zijn betoog wél, dan
zit de kern er van besloten in deze vraag:
„Zal de schrijver zijn vat op den lezer, zijn
populairiteit offeren ter wille van de zuiver
heid van Nederlands taal of zal hij die zui
verheid opofferen ter wille van het contact
met het publiek?" De heer C. acht dat een
keus tusschen twee kwaden, maar hij is tot
de overtuiging gekomen, dat het laatste kwaad
minder is dan het eerste.
Wat blijkt nu uit die vraag van den heer C.
en uit de slotsom, waartoe hij komt? Ten eer
ste, dat hij te goeder trouw in den waan ver
keert, dat de Nederlandsche schrijvers in staat
zouden zijn de keus te doen, waarvoor hij ze
geplaatst acht Dat is veel te vleiend voorge-
gesteld voor de groote meerderheid hunner.
Die hebben geen keus te doen, want zij kun
nen geen Nederlandsch schrijven. Die han-
teeren palet noch penseel; die putten uit de
verfpot en kladden met de kwast. Betrapt
men hen een doodgemakkelijk werk trou
wens op hun kladsels, dan meenen zij, u
te kunnen weerstaan met praatjes als „De
taal is een levend organisme, men mag haar
in haar groei niet belemmeren". Dat die groei
onder hun handen her- en derwaarts gaat,
schots en scheef, builig en bultig, zij kunnen
dat niet merken, omdat zij de taal nooit recht
van lijf en leden, nooit forsch en breed uit
groeiende, vóór zich hebben zien staan
Ten tweede moet ik den heer Cannegieter
ontstrijden, dat een werkelijk goed schrijver
de keus, waarvan hij spreekt, te doen heeft.
Ik noem Den Doolaard, pas nu weer met zijn
bekorende reisverhalen in het Handelsblad;
ik noem Schroder van de Telegraaf, en van
de Groene, die met het Nederlandsch doet
wat hij wil en dat altijd met volle instemming
van de taal; ze zijn samen als een levenslus
tige vrouw met een vroolijken, royalen man;
ik noem Heeroma, die'in dit blad uitkwam
met stukjes uit het Amsterdamsche boevenle-
ven, in klaterend en tegelijk onberispelijk Ne
derlandsch; ik noem Oharivarius wien ik de
eer had Taalschut te mogen opdragen, Cha-
rivarius, die alle gepatenteerde Nederlandsche
letterkundigen aan zijn laars zou kunnen lap
pen en die al lachende het Nederlandsch kon
terughalen, als het schrijversvolkje het ver
dreven had. Ik noem u die, ik kan u nog an
deren noemen, om het bewijs te leveren, dat er
goddank in Nederland nog auteurs en journa
listen zijn, die het Nederlandsch in zijn rech
ten groei weten op te leiden, die tevens de
vrienden zijn van het beschaafde publiek en
ongemerkt ook tot de leiders van dat publiek
gerekend moeten worden. Zij zullen waarlijk
versteld staan van het dilemma, waarvoor de
heer C. ook hen geplaatst wil zien. Zij hebben
de taal en zij hebben de lezers. Die anderen
hebben de taal niet en hun contact met de
lezers is dat van een ploegbaas met zijn op
perlui
Met mijn boekje deed ik een eerste poging
om door redeneering aan te toonen, waar en
wanneer men het Nederlandsch bederft en
hoe men dat bederf kan uitsnijden. Omdat het
als zoodanig een eersteling is op het gebied
der taalzuivering, heb ik in het woord vooraf
een beroep gedaan op de kritiek van voor- en
van tegenstanders. Vele opmerkingen ten goe
de en ten kwade heb ik ontvangen en met de
meeste zal ik mijn voordeel kunnen doen. Zoo
bijv. met het. verzet van den heer C. tegen
mijn veroordeeling van aanvoelen. Ik zal die
ten deel: moeten herzien. Andere aanmerkin
gen van hem moet ik verwerpen. Zoo zegt hij
vooral, dat betrekking i. p. v. verhouding in
den zin van minnarij niet begrepen wordt.
Zeer zeker, maar waar heb ik het tegenge
stelde beweerd?
Taalschut bl. 120 staat: „Naakt duitsch is
liefdesverhouding voor liefdesbetrekking,
minnarij; vrijage. Nog 'stuitender is het en
kele verhouding in die beteekenis". Ik had
daarbij kunnen voegen, dat men in het Ned.
verder zegt: „Ze hebben verkeering, kennis
aan elkaar, omgang met elkaar; zij weten,
zij houden het samen en nog heel wat meer
leutig of gepeperd goed. om wel te laten
zien, dat het Neda niet door onzen schrijver
moest worden opgescheept met dat slappe
Duitsche-dienstmeisjeswoord een verhouding-
De heer C. vraagt: „Waarom is een woord
ontoelaatbaar (een germanisme naai- D. un-
zulasslich. Ned. bijv.: „waarom moet een
woord geweerd worden), omdat het aan het
Duitsch is ontleend?" Dan volgt een vraag,
waarmede ik (en ik vrees, ook de heer c.)
geen weg weet, zoo stratosferig is ze: ..Ls heel
onze taal niet ontleend?" Daarop komen we
weer op den beganen grond met ac vraag:
„Waarom tafel, ofschoon uit Latijn tabula
en niet verhouding, wijl uit het Duitsch ver-
haltniss?"
Maar Taalschut bl. 62 had die vragen
reeds beantwoord: „Een -isme (germanisme,
anglicisme, latinisme, gallicisme) is een
vreemd gebleven vreemdeling in de taal."
U versta wel: niet een vreemdeling, die
eigen is geworden, maar een die vreemd ge
bleven is. En verder: „Het is wenschelijk, dat
wanneer wij een isme ontdekt hebben, wij
bewijzen, althans kunnen aantoonen, dat het
strijdig is met ans taaleigen. Dat is het wet
tig bewijs. Kan dat niet worden geleverd, dan
slaagt men altijd met het overtuigend be
wijs, te welen, dat een isme een goed en gel
dig Nederlandsch woord tracht te verdrin
gen". En nog iets verder: „Een nieuw woord,
voor een nieuw begrip aan een vreemde taal
ontleend, is geen isme
Tafel, vijver, spiegel, zegel en nog heel wat
meer. vonden uit het Latijn hun weg in het
Nederlandsch met de voorwerpen, die zij
aanduidden en die de bevolking dezer landen
door de Romeinen had leeren kennen;
die woorden werden voorts naar het Neder
landsche taaleigen zoodanig veranderd, dat
zij daardoor het recht van toelating gaarne
en volkomen verwierven. Die gevallen zijn
totaal anders dan dat van verhouding (in de
gewraakte beeekenis) en al die verdere harde
duitschigheden, die onze schrijvers, zoo doof
en zoo blind als ze zijn. neerplakkekn op de
plaatsen, waar een kloek of fijn, waar een
vertrouwd Nederlandsch woord gevestigd was.
Ik zal hier niet spreken van de overgroote
waarde, die het behoud van het gevestigde
Nederlandsch en de zorg voor zijn rechten
groei bezitten voor de zelfstandigheid van
het Nederlandsche volk met name tegen de
wederom gevaarlijk opzettende machten aan
zijn Oostergrenzen. Wel wensch ik uit eigen
ondervinding met mijn Taalschut op te mer
ken, dat men bij de Vlamingen, van wie de
meesten ons Noord-Nederlandsch nog als
een toonbeeld ter navolging beschouwden,
men thans ontwaart, dat het zich in een lang
niet meer gaven staat bevindt en dat dit
hoofdzakelijk aan de Noordnederlandsche
schrijvers valt te wijten. Dat wij ons spoeden
onze taalgenooten daarginds te bemoedigen,
door te bewijzen, dat het Nederlandsch er
nog altijd is, dat het feilen weerstand biedt
aan zijn belagers, zoo noodig ook aan hen,
die zich zijn schrijvers noemen; dat het he
den ten dage groote kans ontvangt te zege
vieren en. het daarom waardig blijft, het
Vlaamsch tot een licht te zijn!
CH. F. HAJE.
Is „verhouding", om -bij dit diuidelijke
voorbeeld te blijven, een vreemdeling die
eigen is geworden of een die vreemd is ge
bleven? Niet de schrijvers hebben dit woord
ingevoerd, maar als zij het gebruiken, doen
zij met het voorheen-Duitsche Verhaltnis
hetzelfde ais hun voorgangers met het voor
heen Latijnsche tabula hébben gedlaan, Zij
gébruiken een ander, het volk gangbaar ge
worden term.
Een getrouwde vrouw, die een verhouding
heeft, heeft geen verkeering. Zij heeft ken
nis aan de vriendin van haar achternicht,
zij heeft omgang met de vrouw van den
dokter en met de vrouw van den notaris,
met wie ze een brug-gezelschap heeft (ik
vermijd de anglicismen „bridge" en „club");
zij weet het samen wel met haar dochtertje
als dat voor 't naar bed gaan nog even
bij haar op schoot zit en zij houdt liet sa
menMaar bevindt da*. Haje zich met
dezen bedenkelijk nauwen verwant van
„zusammenhalten" niet op glad ijs?
Waarom mag zij wel met haar minnaar
zusammenhalten en waarom mag zij met
hem geen Verhaltnis hebben?
Met tafel, vijver, spiegel, zegel en nog
heel wat meer heeft verhouding zijn weg in
het Nederlandsch gevonden en het. kan best
zijn, dat het verschijnsel, dat diit woord
aanduidt met de Duitsche romaniek en de
Duitsche dienstmeisjes naar de bevolking
dezer landen Ls gekomen, gelijk hockey en
•bridge uit het sportieve westen.
Maar, of wij het prettig vinden of niet,
wij zitten met dit uitheemsche voorbrengsel
opgescheept. Want, en dit was de kern
van mijn betoog niet de schrijver maakt
de taal. maar het volk, waarvan de schrijver
zijn materiaal heeft*te aanvaarden.
Ik blijf er bij (ook aanvoelen heeft het be*
wezen), dat het vaak heel moeilijk is, het ver
schil tusschen het toelaatbare en het ontoe
laatbare vast te stellen.
Dr. Haje rekent mij hierboven dit woord
als een fout aan. Maar „ontoelaatbaar" moge
nackt deutsch zijn, naast unzulassig staat
het toch gekleed, vergeleken bij de naaktheid
van het door mijn geach.ten opponent voor
gestelde gewehrt werden, dat hem bovendien
ook nog in den verwordingshoek drijft! Niet
elk krachtig Nederlandsch van de zuiveraars
blijkt een aanwinst tegenover het builig en
bultig gepruts van ons, arme auteurs!
Nogmaals herhaal ik, dat wij erkentelijk
mogen z-ijn voor mannen als dr. Haje, die
bij dit onvermijdelijke verrnengingaproces
het Nederlandsche bestanddeel zooveel mo
gelijk trachten te handhaven. Alleen waar
schuwde ik tegen een protectionisme, dat
op alle gebied verderfelijk en dat in het
onderhavige geval niet slechts de vaderland-
sche cultuur („beschaving" is mijns inziens
iets anders) van den wereldstroom afsluit,
ma,ar ook vervreemding teweeg brengt tus
schen den schrijver en de rest [van zijn
eigen volk.
H. G. CANNEGIETER.
HOE KAN ER EEN EINDE AAN DE
CRISIS KOMEN?
Geachte redactie.
Wanneer wij in uw blad dé verschillende
opvattingen nagaan over de crisis d'an is
het moeilijk, een lichtpuntje te vinden. De
morgen is wel op komst, maar het is nog
nacht.
Menigeen peinst op een middel om uit
den verwarden toestand te geraken en ik
heb alle respect voor hen. Doch de oorzaak
zit dieper dan. in de vooruitgang op technisch
gebied, waardoor alles als lam geslagen is.
De wereld wil nu eenmaal dansen om het
gouden kalf dat zij heeft opgericht. Dat
kalf moet geëerd, geprezen, aangebeden en
ook beschermd worden. Dit is mede oorzaak
dat Dr. Codijn na 6 jaren Hang aan het Vol-
kenbondswerk te hebben deel genomen, niet
't minste bewijs heeft gevonden, dat de aan
genomen resoluties eenigen invloed op de
■regeeringen uitoefenden.
Gaan wij nog ev>en terug naar 1914, het
jaar waarin de vrede der volken wend ver
broken, waarvan deze crisis het gevolg 'is,
dan denken wij aan wat de bladen teen be
richtten, n.l. dat vorsten zegen «ver de
wapenen aan God vroegen. Deze zegen heeft
zich geopenbaard in milJioenien deaden en
verminkten en weduwen en weezen. platge
schoten steden en dorpen en in den grond
geboorde schepen. Kortom: een hel op aarde.
En vraagt men nu, is de mensch wijeer ge
worden? Zie maar weer naar het bouwen
van kruisers en de geheime levering van
wapens van 't eene aan Jt andere land.
Wij hebben wel verwacht dat uit de con
ferenties 'het goede zou géboren worden,
maar tot heden staat het gouden kalf nog op
zijn voetstuk en wordt aangebeden.
Nu rijzen dagelijks tal van vragen: bezuini
ging, bestrijden van werkloosheid, millioenen
te korten, zelfmoorden overal. Bij overvloed
aan alles toch gebrek. Hoe komen wij uit de
misère? Het wordt steeds erger. Er is maw
één antwoord op: o. wereld, verlaat den weg
dien gij bewandelt-, hij voert naar uw on
dergang. Maak van de militaire moor-k-
tuigen, welke uw haasten moeten dooden,
landbouwwerktuigen, dan kunnen zij ten
zegen zijn. Schaf af den militairen dienst
plicht. Houd op met het fabric eer en van
bedwelmende dranken, zij geven u geen nut,
maar wel volle gevangenissen. Schaf af de
Staatsloterijen, want gij geeft den spelers een
voorbeeld van speculeeren en voordeel beha
len door winst op eens anders geld en
goed.
't Is waar: wat de mensen zaait, zal hij
ook maaien. Maar wilt ge o wereld, niet
uw ondergang, maar uw behoud, wilt ge tot
het licht en waarheid komen, kiest dan dat
goddelijk leven dat 1900 jaar geleden ge
openbaard is, een leven van recht en gerech
tigheid, een leven van liefde (niet voor u
zelf) maar voor elkander en met elkander.
Dit is de aangewezen weg. maar oc-"-: de
eenige en als deze weg nu wordt ingeslagen
dan is er de volgende week werk voor ieder
een en de crisis behoort tot het verleden.
Met dank voor de plaatsing,
P. VAN AMERSFOORT,
Cheriibonsüroat 12.