1
p. a. l. v. u.
haarlem's dagblad
woensdac 12 october 1932
IJMUIDEN
HET LOSSEN DER ENGELSCHE
HARINGDRIFTERS
BEMIDDELINGSPOGINGEN DOOR DEN
VISCHHANDEL.
In verband met de actie der organisaties
tot het tot stand komen van een regeling in
zake het lossen der Engelsche haringdrifters
vernemen wij, dat uit den boezem der
IJmuider Viscbh andelvereeniging een aan
bod tot bemiddeling is gekomen, welk aanbod
zoowel door de factoors als door de organi
saties is aanvaard.
Hedenmiddag vier uur zal een bespreking
tusschen de betrokken partijen en het be
stuur der Vischhandelvereeniging plaats vin
den. Het door de organisaties gestelde ulti
matum is in verband hiermede tot den af
loop der besprekingen van hedenmiddag op
geschort.
Wij vernamen nog, dat één der factoors het
aanbod der Engelsche reeders in dien zin
heeft geamendeerd", dat het aantal arbei
ders bij de lossing van vier plus één wordt
gebracht op vijf plus één (tallyman).
OP ZOEK NAAR HAKE.
DE TOCHT VAN DE „MARGARET ROSE"
MISLUKT?
Benige dagen geleden meldden wij het een
en ander over den tocht van den Fleetwood-
schen stoomtrawler „Margaret Rose", die van
Fleetwood was vertrokken naar de kust van
Nieuw Engeland „op zoek naar hake".
In Grimsby beschouwt men deze reis als
mislukt, terwijl men er tevens op wijst dat
wat de Fleetwoodsche trawler heeft gedaan,
niets nieuws is. Meer dan 20 jaar geleden
werd er van Grimsby reeds een boot uitge
zonden naar Nieuw Schotland om daar op
kabeljauw te visschen. De visch werd op
Nieuw Schotland aan land gebracht, behalve
die van de laatste reis, die werd meegenomen
naar Engeland.
De ondervinding heeft geleerd dat, indien
de Fleetwoodsche reederij zich voorstelde, de
visch in Old-England in plaats van in New-
England te lossen, het plan reeds bij voorbaat
gedoemd is te mislukken. De reis uit-en-thuis
duurt 24 dagen en er werd verondersteld dat
er acht dagen noodig waren om zooveel visch
te vangen als de trawler kan laden. Nu be-
teekent de reisduur van meer dan een maand
een kolenverbruik van bijna 400 ton; daarbij
komt een ijsverbrui'k van 90 ton en men kan
begrijpen dat er he© '1 wat hake gevangen
moet worden om de kosten goed t-e maken.
De bereikbare grootste radius van de trawler
van Grimsby is de afstand, die deze haven
scheidt van het Beren-Eiland, een kostbare
geschiedenis en elk jaar wordt- het moeilijker
loonende vangsten te maken binnen het tijd
vak dat besteed kan worden voor het visschen.
Dit is een vraagstuk, waar elke reeder tegen
over komt te staan en de oplossing is niet ge
makkelijk, daar het axioma: verre reizen
groote booten tengevolge heeft een groot ver
bruik van steenkool en ijs. En dan heeft de
industrie ondervonden dat in deze magere tij
den er geen kapitaal beschikbaar is voor het
bouwen van groote schepen.
Bovendien wordt de internationale concur
rentie bijzonder scherp. Frankrijk, zoo meldt
„The Fishing News" bestelt groote motor-
trawlers en het verschil in de kosten van olie
en steenkool kan het verschil tusschen winst
en verlies zijn. Voorts zijn er Duitsche traw
lers, die uitgerust zijn met een complete ijs
fabriek voor het fabriceeren van het benoo-
digde ijs, wat een besparing geeft in „dead
weight".
JUBILEUM HERVORMD KERKKOOR
Donderdag 26 October zal het Hervormd
Kerkkoor te IJmuiden-Oost een jubileum
uitvoering geven in de turnzaal van de Ju-
lianaschool, ter gelegenheid van zijn 10-jarig
bestaan. Mejuffrouw C. van Heyst, leidster
van het koor, zal tevens haar 10-jarig jubi
leum als zoodanig vieren, daar zij van de op
richting af deze taak heeft vervuld.
'Jubileumvoorstelling ter eere
van het 5-jarig bestaan.
„DE OPGAANDE ZON".
De Arbeiders Tooneelvereeniging P.AD.V.U.
gaf ter gelegenheid van haar 1ste lustrum
Dinsdagavond in het Thalia Theater een
opvoering van Herman Heijermans' drama
„De opgaande Zon", een spel van den Mid
denstand in 4 bedrijven.
Het openings- tevens welkomstwoord werd
uitgesproken door den heer H v. Dokkum,
regisseur der vereeniging, Naast de dona
teurs van P.A.L.V.U. begroette hij de zuster-
vereeniging „Vooruitgang" uit Haarlem en
spoorde in zijn inleidend woord verder de
aanwezigen aan tot het werven van het voor
een vereeniging zoo noodzakelijke kwantum
donateurs.
„Dc opgaande Zon".
In dit tooneehverk wil Heijermans ons in
èen drietal vrij korte bedrijven plus na de
pauze een behoorlijk lange scène schetsen
den strijd tusschen een doodgewoon zaken
mannetje en zijn machtigen concurrent, het
warenhuis. Hoe deze laatste vergeefs poogt
hem zijn expansie-zucht in den weg staan-
den winkel af te koopen en hoe de midden
stander dit hardnekkig weigert, ondanks het
feit, dat hij op het randje van een faillisse
ment staat. Hoe daarna door een samenloop
van omstandigheden zijn dochter „bij toe
val" (dat later opzet blijkt te zijn) brand
sticht, waarbij een kind in de vlammen van
het goedverzekerde pand omkomt.
Na de gloeiende peroratie over de pers, ge
sproken in de bestuursvergadering der Rede
rijkerskamer „Shakespeare" in het begin der
2e acte. zouden we van de acteurs en actri
ces alleen maar veel goeds durven zeggen,
teneinde dit waardige Bestuur in zijn ver
trouwen niet te beschamen.
En waarlijk moet men dezen avond voor
de vele optredenden niets anders dan lof
hebben voor de waarlijk pakkende wijze,
waarop zij hun rollen speelden.
Ondanks het feit, dat de Arbeiders-Too-
neelvereenigingen Heijermans gaarne spelen,
wil dit nog niet altijd zeggen dat zij hem
kunnen spelen. En zoo zullen ook in deze op
voering nog wel foutjes aan te wijzen zijn.
Maar het groote geheel met zijn diepen in
houd heeft Palvu voor Tiaar aandachtig ge
hoor doen leven.
En dat zij dit heeft kunnen doen is voor
namelijk aan enkele figuren uit dit stuk, die
een uiterst gave creatie vonden, toe te
schrijven.
Allereerst was daar de Sonja-figuur. zoo
uitnemend uitgebeeld door mej. de Waal.
Daarnaast Mathijs de Sterke als haar vader
en de oude grootvader, weliswaar een rol van
het tweede plan. maar daarom niet minder
schrijnend gespeeld.
Het pleit voor Sonja's capaciteiten, dat zij
de zaal in sommige scènes, (waarvan ik als
beste noem den aanvang van het derde be
drijf en aan het slot, wanneer zij bekent den
brand met moedwil gesticht te hebben), on
der een adembeklemmende spanning wist te
brengen. Zij heeft den juisten sfeer daarin
uitstekend weten te scheppen.
Als haar tegenspeler schoot- Mathijs de
Sterke, haar vader, in de kleinere scènes
nogal eens te kort en wel door zijn gefor
ceerd. onevenwichtig lachen, terwijl uit de
geheele strekking van het stuk blijkt, welk
een onverbeterlijke, geboren optimist deze
man moet zijn. Dit was nu nog teveel ge
dwongen. Toen deze verplichting (lach, dan
ben jë rijk) hem in de slotacte. wanneer jus
titie en dood door schuld in het spel komen,
afgenomen is, vond ik hem wel op zijn best
en was zijn samenspel met Sonja van een
treffenden eenvoud.
Het rolletje van den simpelen grootvader
werd als vanouds door den ongenoemden
speler van dit genre dankbaar vertroeteld.
Zijn creatie was keurig, zooals we van hem
gewoon zijn.
De sympathieke vertolking van den school
meester Napthalie, de knecht van den Sterke,
de halfwijze Margo. Sonja's moeder, zij allen
behoorden tot de entourage in het stuk,
welke door hun spel tot het succes van den
avond hebben bijgedragen. En dan onze
vriend Stuifzand, die tot een smeuïge Jiddi
sche creatie werd! Ook „zijn affaire" is een
apart memoreeren waard.
Het langdurig applaus, hetwelk spelers,
speelsters en regisseur van Dokkum aan het
einde ten deel viel moge voor hen (hierboven
genoemden als wellicht zich te kort gedaan
voelend ongenoemden) terecht een bewijs
geweest zijn, dat niet alleen P.A.L.V.U. met
dit 5-jarig bestaan beapplaudisseerd werd,
doch ook, dat het ondanks het slechte weer
in grooten getale aanwezige publiek toonde
het cultureele werk, dat deze Arbeiders Too
neelvereeniging in haar eerste lustrum reeds
verricht heeft, op hoogen prijs te stellen.
Dit bleek niet alleen uit het vergankelijk
applaus, doch ook uit het stoffelijk teeken.
dat Palvu aan het einde der voorstelling
overhandigd werd Dit bestond uit het aan
deze vereeniging 'aanbieden van een vlag,
welke niet alleen door de leden zelf ontwor
pen was. maar ook eigenhandig vervaardigd
is geworden. Voorwaar een prachtig bewijs
van saamhoorigheid.
Door het reeds vergevorderd uur heeft men
slechts een korte gelegenheid tot dansen ge
had.
Deze voorstelling zal door P.A.L.V.U. In
samenwerking met den IJmuider Bestuur-
dersbond Woensdagavond (heden) in het
Thalia Theater voor de werkloozen herhaald
worden.
W.
MARKTPRIJZEN.
Tarbot per kilo f 0.90f 0.70.
Griet per 50 kilo f 40f 23.
Tongen per kilo f 1.60f 1.15.
Zetsohol per 50 kilo f 31.
Kleine schol per 50 kilo f 27f 7.
Schar per 50 kilo f 21 f 1.90.
Rog per 20 stuks f 26f 17.50.
Vleet per stuk f 4.10f 1.85
Pieterman en poen per 50 kilo f 5.50f 1.70
Groote sohelvisch per 50 kilo f 34f 26.50.
Middelschelvisch per 50 kilo f 25f 20.50.
KI. Middelschelvisch per 50 kilo f 25f 11.
Kleine sohelvisch per 50 kilo f 17.50f 4.70
Kabeljauw per 125 kilo f 86f 38.
Gullen per 50 kilo (groote) f 19f 13.
Gullen per 50 kilo (kleine) f 15f 4.40.
Leng per stuik f 1.35f 1.25.
Heiitbot perf kilo f 1.10.
Wijting per 50 kilo f 5.20f 1.70.
Koolvisch per stuk f 1.05f 0.21
Makreel per 50 kilo f 13f 4.90.
Versche haring per kist f 6.60f 3.10.
Klein-middel hake p. kist 50 kilo f 45—
f 42.—
Kleine hake per kist 50 kilo f 35.f 15.
Zoute haring per mand f 2.30.
NIEUWS VAN FR AU MiiLLER
Naar wij vernemen is bij de familie, waar
Frau Muller tijdens haar oponthoud heeft ge
logeerd. bericht ontvangen, dat zij Zondag
van Vlissingen naar Zeebrugge is vertrokken.
R.K. METAALBEWERKERS
Gp Woensdag 12 October zal in het lokaal
van het Patronaatsgebouw te IJm.-Oost een
vergadering worden gehouden door de af-
deeling IJmuiden van den Ned. R.K. Metaal-
bewerkersbond.
De agenda vermeldt, bespreking door den
heer B. Steinmetz, die als onderwerp geko
zen heeft ,,De positie van onze vakbeweging
in verband met de crisis".
HOSPITAALKERKSCHTP DE HOOP
Genoemd schip zou j.l. Donderdag uitva
ren voor zijn laatste seizoenreis.
Bij het proefdraaien van den motor voor
het elect-rische licht, kwam de motordrijver
tot de ontdekking dat de cylinder gescheurd
was. Deze nu moest vernieuwd worden, waar
door een groote vertraging ontstond. Dinsdag
11 October wordt- de nieuwe cylinder ver
wacht en na montage denkt men Woensdag
of Donderdag uit te varen.
BEVERWIJK
LEVENSVERZEKERD» G -MAATSCHAPPIJ
„HAARLEM".
#In de algemeene vergadering van de Le-
vensverz. Maatschappij .Haarlem" zijn. in
verband me: het overlijden van den lieer
Jhr. P. Quarles van Ufford te Heemstede en
het aftreden van den heer F. Th. Roeiers
van Lennep te Velp, beiden commissaris
dezer Maatschappij, in hun plaats benoemd
de hoeren Jhr. F, W. van Sty rum te Haarlem
en J. F. Roeters van Lennep te 's Graven-
hage.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL
Hef Schouwtooneel
DE R.-K. VEREENIGING ..IIET SCHOOL
GAANDE KIND".
In de Dinsdagavond te Wijk aan Zee en
Duin gehouden vergadering van den gemeen
teraad is aan de Vereeniging voor het School
gaande- Kind alhier, ten behoeve van de ex
ploitatie van een speeltuin aan de Zeestraat,
over het jaar 1933 een subsidie van f 125 toe
gekend
DE DOOFPOT.
„Mevrouw de Boervan Rijk in een nieuw
Hollandsch blijspel" deze aankondiging
was voldoende om onzen Stadsschouwburg
stampvol te doen loopen. Zoo heeft Jaap van
der Poll gisteren zijn stuk De Doofpot te
Haarlem onder de gunstigste omstandigheden
kunnen introduceeren, namelijk voor een uit
verkochte zaal. En laten wij het maar dadelijk
zeggen, het is een daverend succes geworden.
In geen tijden heb ik in een schouwburg zoo
hooren lachen als gisteren avond en het was
met een ovatie, die aan duidelijkheid niets te
wenschen overliet, dat aan het slot het in een
uitbundige pret-stemming verkeerend publiek
hulde bracht aan den schrijver en zijn twee
voornaamste medewerkers, mevrouw de Boer
en Lou Ezerman.
Ongeveer 50 jaar geleden schreef Justus van
Maurik zijn Fijne Beschuiten, een kwart eeuw
later volgde Albert van Waasdijk met Kleine
Menschen, en nu vervolgt Jaap van der Poll
de lijn met zijn Doofpot, dat hetzelfde onder
werp ongeveer in een zelfden stijl behandelt.
Het is een vrij onschuldige spotternij met
steil-orthodoxe menschen, die niet alleen bij
zich zelf maar ook bij anderen alle levens'
vreugde meenen te moeten dooden en onmid
dellijk klaar staan ieder te „verdoemen", die
niet denkt, zooais zij.
Van der Poll brengt ons in een Hollandsch
gezin, waar de steil-orthodoxe moeder met
oud-testamentische gestrengheid regeert.
Cornelia is een „Mussolina" in haar huis en
niemand zal het wagen haar goedige Josef,
pantoffelheld in het kwadraat, wel in de laat
ste plaats om zich te verzetten tegen
haar autoritaire wil.
Maar laten daar in dat gezin op een goeden
dag een Zondag nog wel twee luid
ruchtige Indisch gasten binnenvallen, die de
ramen open gooien en een frisschen wind
naar binnen laten waaien. Dan veranderen al
len behalve Cornelia, voor wie de komst van
zwager Jaap de verzoeking van Satan voor
haar gezin betéekent. Het is voor een vrouw
als Cornelia dan ook wel om te verstijven van
schrik, als zij haar dochter op Zondagmiddag
in de armen van een manspersoon in haar
kamer op gramophoonmuziek ziet dansen en
daarbij haar man de maat te zien slaan.
Maar het wordt nog erger Jaap van
der Poll houdt van sterke contrasten en
uitersten als haar zoon Job acteur gaat
worden hoe komt een jongen uit zoo'n
omgeving er toe, zou je zoo vragen? als
Marietje haar dochter er met vriend Beukers
van door dreigt te gaan en haar man, de
goedige Jozef plots het juk van Cornelia af
schudt en van een lam plots in een leeuw
verandert. Dan is het voor Cornelia, of de
wereld zal vergaan, maar als zij ziet, dat
de aarde ondanks al deze verschrikkingen
gewoon doordraait, onderwerpt zij zich
zooals eens Kaatje aan Petruccio deed aan
het mannelijk gezag en zien wij haar ter
kerke gaan als de getemde feeks.
Niemand zal Jaap van der Poll zeker een
nieuwlichter noemen. Zijn Doofpot is een
vervolg op de blijspelen van Faassen en Van
Maurik, eenigszins verwant, ook aan de volks
stukken van Bouber en Elsensohn. Het is het
ouderwetsche blijspel, dat geen twijfel laat
aan zijn Hollandschen oorsprong. Jaap van
der Poll zoekt het niet in verfijning en hij is
allerminst bang voor dik-aangezet-te effecten,
Zijn personen Cornelia, het mikpunt van
zijn spot, in de eerste plaats zijn meer car-
ricaturen dan menschen en wat zij al zoo
zeggen, moeten wij ook niet altijd op een
goudschaaltje afwegen. Zijn stuk heeft in
alles de sfeer van de provincie en het zal
ongetwijfeld in de toekomst een der grootste
successen van het dilettantentooneel worden.
Jaap van der Poll streeft niet met omzich
tige middelen, maar regelrecht naar het
succes en hij bereikt dat doel dank zij zijn
niet geringe tooneelkennis, zijn flair en zijn
direct op den man afgaanden dankbaren
dialoog. Het lijkt mij wel zeker, dat dit blij
spel èn voor Het Schouwtooneel en voor Jaap
van de Poll een groot succes zal worden, een
succes, dat te danken zal zijn aan dezelfde
eigenschappen, die ook Van Maurik en Faas
sen aan hun bijval hielpen. Dat de smaak
van het Hollandsche publiek in wezen niet
veranderd is hebben wij gisteren weer mogen
constateeren bij het uitbundige pleizier.
waarmee de opvoering van dit echt-Holland-
sche stuk door de volle zaal is gevolgd.
Voor een belangrijk deel kwam dit groote
succes zeker ook door het spel van mevrouw
de Boer en Lou Ezennan, die beiden van
hun rollen iets prachtigs hebben gemaakt.
Mevrouw de Boer deed denken aan een oude
prent, toen zij geheel in het zwart, zonder
eenige „wereldsche versiering" voor het
eerst manhaftig naar binnen stapte. Met deze
entree stond Cornelia geheel en al voor ons
en de zaal beloonde haar ervoor met een
enthousiast applaus. Heel den avond bleef zU
in stijl de steile Cornelia en telkens weer
ontketende zij lachgolven van plezier, vooral
wanneer zij met heel haar wezen reageerde
op de haar ooren zwaar kwetsende uitdruk
kingen van Oom Jaap. Maar misschien nog
grooter was mijn bewondering gisteren voor
het spel van Ezerman! Zelden heb ik een
pant-offeldheld menschelijker en geestiger
zien uitbeelden dan door Ezerman in De
Doofpot. Het bleef aldoor heel fijn en in
gehouden en het was toch van een oer-
komische kracht. Zie Ezerman in zijn po
gingen om onder het juk van Cornelia weg te
komen! Dat is zoo heerlijk, fijn-komisch
spel, als wij maar heel zelden zagen! En volg
dan later dat spel, wanneer hij triomfator is
geworden. Geen moment zoekt hij het in
grove middelen, aldoor blijft- het fijn en men-
schelijk. Waarlijk, Lou Ezennan is een van
de beste groot-komische krachten, die ons
nationaal tooneel bezit.
De schrijver, die zelf de regie heeft ge
voerd. speelde Oom Jaap. den Indischman. Hij
deed dat gul en levendig en zijn entree en,
de ontmoeting met broer Josef werd een der
beste momenten van den avond. Folkert
Kramer stond hem in de rol van den sympa
thieken Beukers flink ter zijde.
Een aardig rolietje werd Marietje van Enny
Meunier, die bij Het Schouwtooneel zeer
hard vooruit gaat. Jammer, dat de schrijver
haar die boetpredikatie tegen haar moeder
in het derde bedrijf in den mond legt. Hij
haalt daarmee het overigens sympathieke fi
guurtje een heel stuk naar beneden. Mevrouw
de Vriesde Boer wist iets zeer liefs
en innigs van de heel geloovige maar minder
steile tante Chrisje te maken en mevrouw
Van der Poll had pleizier van de Weensche
huishoudster, die ten slotte Oom Jaap aan
den haak weet te slaan.
Zoo werd dus deze eerste volksvoorstelling
in dit seizoen een zeer groot succes voor Het
Schouwtooneel, voor onzen Stadsschouwburg
en Jaap van der Poll. Toen Van der Poll aan
het slot mevrouw de Boer met. een zoer.
dankte, leek het- wel of het publiek den
schouwburg zou afbreken. Op zulke momen
ten voel je, hoe populair en geliefd deze grijze
tooneelspeelster is.
J. B. SCHUIL
Voordracht-avond Leo Straus.
In het hotel „Van Ouds het Raadhuis" te
Overveen heeft de heer Leo Straus gisteravond
een klein, maar aandachtig gehoor op eenige
fragmenten uit Heine, Multatuli. Gutzkow en
Brederode vergast. Een repertoire, dat er nog
al onsamenhangend uitziet, maar dat door de
keuze van de fragmenten en door het kader
van de causerie, waarmee de spreker zijn
materiaal inleidde, toch wel eenheid van geest
openbaarde.
In het eerste gedeelte, waarin de heer Straus
zich voornamelijk bepaalde bij Heine's in 1843
ondernomen reis naar zijn oude vaderland,
dat hij in dertien jaar niet had gezien, over-
heerscht-e de voorlezing de declamatie. Op
sobere en ingetogen wijze las de spreker de
Nachtgedanken. waarin het heimwee van den
balling spreekt; de nog steeds actueele ka
rakteristiek van Heine's voormalige landge-
nooten in Deutschland. ein Wintermarchen;
een Hamburgsche herinnering, Alto Rose.
In het Schlacht-feld bei Hastings kwam de
declamator om den hoek en het was. of met
dit meer bewogen voorgedragen gedicht het
orgaan eerst goed los kwam. De Schlesische
Weber. waarin de dichter volgens den spreker
meet had gezegd dan de dramaturg Haupt-
mann in zijn tooneelstuk, Hoffahrt-, ook een
opstandig lied, zij het in anderen toonaard en
de beide droefgeestige doodsaankondigingen
Geaachtnisfeier en An die Engel besloten het
program voor de pauze.
De avond bereikte zijn hoogtepunt in de
Kruissprook. welke de heer Straus na voor
lezing van het slot van den Max Havelaar uit
het hoofd voordroeg. Deze monoloog, die een
applaus uitlokte, ligt den declamator blijkbaar
bijzonder goed en is ook zorgvuldig door hem
voorbereid. Men kan merken, dat hij in deze
stof leeft, en dat hij er zijn ziel in legt. Behou
dens een paar inderhaast verkeerd vallende
accenten, de spreker nam zijn tempo wel
eens wat te vlug was dit ee'n geslaagd stuk
werk.
Het beviel mij beter dan de meer tooneel-
matrig geacteerde dialogen, welke nu volgden:
een fragment uit Uriel Acosta (het gesprek
tusschen den voor het sanhedrin gedaagden
ketter en de hem ter verantwoording roepende
rabijnen) en een fragment uit de Spaansche
Brabander (de scène, waarin Robbeknol zijn
meester helpt bij het aankleeden).
Natuurlijk mogen wij iemand als dc heer
Straus, wiens doel louter is. ook buiten de
school belangstelling ie wekken voor het
grootsche. dat er te ontdekken valt in de Duit
sche en Nederlandsche literatuur, niet verge
lijken met beroepskunstenaars als Wiillner of
Ludwig Hardt, maar de erkentelijkheid, welke
de luisteraars hem bij het afscheid toonden,
was toch welverdiend.
H. G. CANNEGIETER.
MUZIEK
Eerste concert der
Haarlemsche Bachvereeniging.
De Euryanthe-Ouverture opende het eerste
Bachconcert. Piesrre Monteux en het Con
certgebouworkest, als goede oude bekenden
hartelijk begroet, gaven haar. zooals we ver
wachten mochten: virtuoos, in technische
volmaaktheid in schift ?rende kleur tegen -
stellingen, waarbij vooral het nauw hoor
bare pianissimo in het middengedeelte der
gedempte strijkinstrumenten verrassend was,
doch de forti naar 'mijn smaak een beetje
te söhettercnd-Fransch gekleurd waren; het
hoofd tempo leek me eer haastig dan mee
sleep end.
Na het schitterende openingsitu.'k moest
de inzet van Beethovens eerste pianoconcert
wel een zeer drogen, niuchteren indruk maken
Het is zeer verklaarbaar dat dit werfc tot
oefenmateriaal van conservatoria en muziek
scholen is gedegradeerd en betrekkelijk zel
den op de programma's der groote concerten
verschijnt. De solopartij is in de beide snelle
gedeelten zonder eenige pianistische be
koorlijkheid: de figuraties en passages zijn
voor 't meerendeel van zeer huisbakken
allooi; de klavierzetting is mager en con
ventioneel. Het. beste deel daarin heeft- het
orkest nog dat een van de Mozartsehe af
wijkende en dikwijls oorspronkelijke behan
deling vertoont, In het Larghetto is ook het
klavier beter bedacht; dit stuik, dat echt
Beethovensche trekken vertoornt-, mag wel
als het belangrijkste deel van het concert
beschouwd worden. Origineel is verder het
afscheid dat het solo-instrument kort vóór
het slot van het- Rondo doet hooren.
De uitvoering van dit pianoconcert bied-
voor een pianist van onzen tijd weinig of
geen technische moeilijkheden en het is
geen wonder dat we Stefan Askenase voor
zijn vertolking gerust een 10 kunnen toe
kennen, zonder moeite zouden trouwens een
paar dozijn landgenooten te vinden geweest
zijn, die er ook een 10 mee zouden hebben
gehaald, als ze maar in de gelegenheid waren
gesteld. Hoewel het dus aan den oenen
•kant jammer is, dat in deze malaise -t ijden
weer een honorarium, dat binnenslands-eb
had kunnen blijven, naar het buitenland ver
dwijnt, voor zooverre er bhans niet door een
concertdirectie beslag op gelegd wordt, mo
gen we toch aan Stefan Askenase niet den
lof onthouden dien hij boven zijn 10 ver
diend heeft; we mogen hem een compli
ment maken over den smaak en distinctie,
waarmee hij gespeeld heef.. Hij heeft wer
kelijk van dit concert gemaakt, wat er van
te maken is en het opendoekje van het eerste
Allegro bewees de ingenomenheid van het
publiek. De beoordeel hrg is dus wat men
vroeger in schooikringesi noemde: ..een 10
met een griffel". Alleen zou ik den speler
willen raden de eindelooze cadens van Beet-
t-Lsofr-interessantere te vervangen.
Na de pauze ging onze bewondering in de
eerste p!aa:s naar Pierre Monteux uit. Had
hij bü de begeleiding van het concert van
een partituur gebruik gemaakt om een mooi
geheel te scheppen; het overige deel van
het programma dirigeerde hij naar gewoonte
uit hot- hoofd. En dat Ls ten aanzien van
Rogers „Romantische Suite" en Strauss'
..Till Eulenspiegei" geen kleinigheid. Vooral
in het gecompliceerde stemmenweelsel van
Regens muziek, waarin alle vaste omtrekken
verdoezeld schijnen, is het niet alleen voor
den hoorder, maar ook voor den leider zeer
moeilijk cm clen draad van Ariadne vast
te houden die hem door het labyrinth moet
leiden. Maar Monteux houdt niet slechts
den draad met vaste hand: hij kent alle
bijzonderheden der part-tuur: hij geeft alles
en alles aan met een zekerheid die verbluft.
Regers „Romantische Suite" vertoont een
heel ander soort polyphonic dan we uit de
meeste zijner andere werken kennen. We
vinden in die Suite niet meer de uit Bacli
ontsproten kunst: eer is de Invloed van het
Fransche impressionisme er in overwegend.
Vooral het begin van het ..Notturno" doet
sterk aan Debussy denken. De Suite bevat, een
onnoemelijk aantal schoone klankmomenien
en vondsten, eigenlijk te veel want het ge
heel maakt den indruk van overlading,
zooals gewoonlijk bij Roger, die van geen
zuinigheid wist. Ik kreeg bij het hooren soms
een indruk als dien een tropisch oerwoud
moet maken: vegetatie van den grond tot
aan de boomkruinen, krulden, heesters, boo-
men, overal bloeiend en bedwelmende geuren
verspreidend, en daartusschen lianen die
al het overige omstrengelen. Een weelde,
maar schier onontwarbaar! Toch prikkelt
de kennismaking tot verlangen naar herha
ling!
Hoe markant scherp omlijnd en geestig
klonk na Regers muziek de „Till"-humoreske.
Een slot dat tot een ovatie aan dirigent en
orkest leidde.
Zoo is met het eerste Bachconcert. het
nieuwe seizoen officieel geopend. Bach-
vreugde heeft weer zijn entree gedaan en
daarmee de Bachellcnde In den vorm
van regens die de straten tot „Baohe"
maken, gebrek aan taxi's en. wat van
meer algemeen belang is: verstopping
van het verkeer in de hoofdstraten door files
van autos. Door welke onnaspeurlijke poli
tieverordening de trams wèl door de Groote
Houtstraat mogen, en de evenals de tram ge-
concessioneerde en uiteengelegene stadsge
deelten verbindende autobus niet. omdat die
volgens politieopvatting een auto is en dus
in de file moet plaats nemen. zie. dat is mij
een raadsel. Ik heb het onzalig idee gehad
in zoo'n vehikel plaats te nemen en heb vier
trams zien voorbijgaan. Dank zij de opstop
ping kwamen we voor het Bachconcert. nog
net op tijd. maar menschen die naar het
Station moeten worden op die wijze ernstig
gedupeerd. Wegens de concesle mag de bus
niet van haar voorgeschreven route afwij
ken; ondanks de concessie moet zij in de fïlo
gaan! Wie lost die puzzle op?
Natuurlijk is het Bachbestuur aan deze
ellende volmaakt onschuldig, maar ik wilde
er toch even de aandacht op vestigen, ho
pende. daarmede in het algemeen belang to
handelen.
K. DE JONG.
Haarlem's Salonorkest.
De eerste uitvoering van dit orkest, nu vijf
jaren geleden, gaf dadelijk een goeden dunk
van het ensemble en daarbij de overtuiging
dat als leider kapelmeester Jac. Stoffer dc
rechte man was op de rechte plaa's. Sinds
dien heeft het orkest meerdere malen gecon
certeerd en zich ook over de belde Nederland
sche zenders doen hooren voor de microfoon.
Ditmaal gold de uitvoering tevens als een
feestelijk gebeuren. Haarlem's Salonorkest
heeft zich niet slechts in deze tijden weten
staande te houden: het Is uitgegroeid tot. een
sterke vereeniging; en de leden daarvan wa-
■en saamgekomen om dit blijde feit te her
denken.
Wij troffen de thans bijzonder smaakvol
versierde zaal van den Haarlemschen Kegel
bond in een schoon aspect. Kunstvaardige
handen tooverden haar om in een lustprieel,
•n als men bedenkt dat dit al he: werk was
van het personeel der H. K. O., dat in stillen
tijd dit loffelijk werk verzorgde, dan mag men
dubbel bewonderen. Men voelde zich aanstonds
behaaglijk. Trouwens: hef rake slagwoord van
den conférencier Red Brinsky verdeef bij den
enkeling elk spoor van onwennigheid, zoo die
bestaan mocht. En als één groote familie
wachtten we totdat de laatste lessenaar op
het. podium was bezet.
Het luisteren naar het orkest is geworden
tot een genoegen zonder ophouden, De musici,
die nog vrijwel allen aan den lessenaar zitten
die zij ook reeds vijf Jaar geleden bezetten,
hebben het ensemble nog hooger weten op te
voeren. Dit was niet slechts onze' indruk bij
de klassieke muziek, maar ook (en vooral) bij
de moderne dansen, die ons als uit een hoorn
van overvloed werden toebedeeld. F.<m rener-
toire van Je welste. en het al tot in de nunties
verzorgd. Frapant is bij de menschen van
het H S.O. die Spielfreud'gkert, welke ieder
stuk interessant maakt. Komt er een solis
tisch naar voren, dan hebben de anderen daar
aan zichtbaar hun vreugde En zoo hij oen
geheel programmanummer voor zijn r k""'ng
neemt, zijn ctflega's vormen niet het min t
dankbare deel van zijn gehoor. Dit mocht dc
oianist Bob van Dantzig ervaren, als hij mot
agiliteit en heel muz.ikaal zijn solo „Snarks"
voordroeg: ook de xylophonist Gerritsen, die
zich speciaal op do weergave der Jazzmuziek
heeft toegelegd, ondervond van alle zijden veel
aanmoediging. Moet ik ook niet den fluitist
Paartman noemen? Maar laat ik b'lliik zijn
tegenover de anderen, die. met. geen uitzon
dering, „staan" voor hun partij. En aan de
hoog opgevoerde kwaliteit van het ensemble
hebben, naast den leider den heer Jac. Stof
fer. allen zonder uitzondering hun deel.
De prettige indeeling van het nrogramma
(tusschen de klassieke orkestmuziek een over
vloed van moderne dansen) was oorzaak dat
de klok al een flink eind wees voorbij het uur.
dat de verslaggever een begin maak: met zijn
indrukken op paoier te stellen. Die indrukken
zijn. naast muzikale appreciaties, weer te ze
ven met de woorden van den conférencier:
H.S.O. beoogt, het leven te vermooien op die
oogenblikken als de arbeid rust. En nu het
H.S.O. is geworden tot een vereeniging, zijn die
oogmerken te gemakkelijker te bereiken.
Dat op een feestavond ook de jolijt hoogtij
vierde, wie zal dat anders wenschen of ver
wachten? Harry Woodward „werkte", en de
lach was niet van de lucht, In zulk een goede
stemming moet het voor H.S.O. niet moeilijk
zijn gevallen, dezen avond het leder'al be
langrijk uit te breiden. Wij hopen het van
harte, want de positie van den Haarlemschen
musicus H.S.O. lid wordt cr belangrijk
door versterkt.
G. J. KALT.