DE VEEDIEVEN EEN MENSCH IS NOOIT TE OUD OM TE VLIEGEN! De 86-jarige A. 't Hol, inwoner van het tehuis voor Ouden van Dagen te Schiedam, gai onlangs den wensch te kennen dat hij gaarne een luchtreisje zou willen manen. De K. L. M. onthaalde daarop den vlieglustige ouden heer Donderdag op een gratis tochtje RotterdamAmsterdam en terug. Na terugkeer op Waal haven werd den kranigen ouden baas een krans aangeboden. DE PRINS VAN WALES EN PRINS GEORGE VAN ENGELAND ziin Donderdagmiddag op het vliegveld Schiphol aangekomen, waar zij verwelkomd werden door den Engelschen gezant, sir Odo Russell, den burgemeester van Amsterdam, den heer de Vlugt en verschillende andere autoriteiten. DE ONLUSTEN TE BELFAST. Met tanks en pantserauto's werd m de straten gepatrouilleerd teneinde verdere ongeregeld heden te voorkomen. Een pantserauto met escorte in een der gebarricadeerde straten van de stad. WAAR BIJNA VIJF M1LLIOEN KILO IJZER VERWERKT WORDT. De omvangrijke werkzaamheden voor de nieuwe brug over het Merwedekanaal in de onmiddellijke nabijheid van den ouden Muiderstraat- weg. Het betonstorten voor de fundeering. Op den achtergrond het Iandingshoofd. WILLY DEN OUDEN, de Nederlandsche zwemster, die in Los Angeles de nationale kleuren hooghield, verheugt zich in het bezit van een Kleinen vier voeter, welke zij dezer dagen ten geschenke kreeg. LORD SANKEY, de Lord Kanselier, begeeft zich met zijn gevolg naar de plechtige opening van het rechterlijk jaar in het House of Lords te Londen. OOK VOOR DEN FILMOPERATEUR waren de Engeische prinsen bij hun aankomst op Schiphol Donderdagmiddag niet veilig. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 28) Welke hoop hij ook gekoesterd mocht hebben, zij was weggevaagd door deze kort aangebonden, kernachtige bewoordingen. Zijn hartstocht werd beteugeld; het gebouw, dat zijn verbeelding had opgetrokken, viel in duigen, zijn ijdelheid was gekwetst, hij stond voor haar ontdaan van het vernis dat hem tot nu toe ongeveer den man had doen schijnen, die hij voorgaf te zijn. In haar notitieboek stond geschreven: .JDave LeviatMen krijgt eenigszins den indruk dat deze voorovergebogen hou ding een weerkaatsing is van 's mans karak ter ,(dat wraakzuchtig lijkt en doet denken aan leelijke geslepenheid. Zijn oogen zijn klein, liggen diep in zijn hoofd en glinste ren als hij praat. Maar ze zijn kalm en koud haast wreed. Men denkt onmiddellijk aan een tijger. Ik zal trachten, om dien indruk op te wekken in den geest van den lezer." En zooals zij hem nu zag, wist zij zeker, dat deze taak niet moeilijk zou zijn- Zij had nu een indruk van hem gekregen, die in haar geheugen gegrift scheen. De oogen die zij wreed had gevonden, gloeiden nu boos aardig en zij huiverde, toen zij den satiri- schen trek om zijn lippen zag. toen hij dicht op het rotsblok toetrad en een hand op het manuscript legde, dat zij daar neergelegd had, toen zij zich klaarmaakte om weg te gaan. „Je hebt mij dus niet lief?" hoonde hij. „Je voelt zelfs geen achtig voor mij. Waar om? Omdat je een goed oogje hebt op dien vervloekten kerel, die van Dry Bottom hier heen is gekomen Stafford's nieuwen knecht!" „Dat is mijn zaak" .antwoordde zij koud. „Dat is het zeker", zei hij, terwijl de woorden met moeite over zijn lippen kwa men. „En het is mijn zaak ook. Er is geen enkele vervloekte Onder het spreken had hij plotseling op zij gekeken en was zijn blik blijven rusten op een, naar boven gekeerde bladzij van het manuscript, dat naast hem op het rotsblok lag. Hij hield op met spreken en greep naar hét blad, terwijl zijn oogen belangstel ling verrieden. Het blad dat hij opgenomen had be- behoorde tot het eerste hoofdstuk en be schreef heel nauwkeurig den schietwedstrijd in Dry Bottom. Het was een getrouw beeld van het gebeurde. Zij had zelfs de ware namen der karakters gebruikt. Leviatt zag een beschrijving van de herberg, de „Zilve ren Dollar", van de ledigloopers, van den vreemdeling, cie kwam aangereden en op zijn pony bij de heining stond en die Fergu son heette. Hij las zijn eigen naam; las de geschiedenis, hoe de vreemdeling hem ver slagen had door zes kogels in het blik te schieten. Hij legde het blad weer op het rotsblok en keek met een kort lachje naar Miss Rad ford. „Zoo, dat ben je dus aan het schrijven?" hoonde hij. „Je schrijft iets, wat werkelijk is gebeurd. Je schrijft zelfs de werkelijke namen er bij en vertelt, hoe Stafford's knecht er bij kwam en mij den loef afstak. Dat je dit weet, bewijst dat jij en hij het al aardig eens zijn" Een oogenblik vergat Miss Radford haar boosheid. Haar oogen verrieden een plotse linge belangstelling. „Was jij de man, die het blik vijfmaal trof?" vroeg zij, niet in staat om haar op winding te verbergen. Zij zag een blos langzaam opstijgen naar zijn gelaat. Blijkbaar had hij meer gezegd, dai hij van plan was. „Welnu, wat zou het dan nog?" vroeg hij, terwijl zijn lippen zich hoonend vertrokken. „„Dat hij het met dat schieten van mij ge wonnen heeft, zegt niets". Zij begon nu overtuigd te worden van haar schranderheid. Door Ben's beschrijving van den man, die den schietwedstrijd gewon nen had. had zij Ferguson tot de bekente nis weten te brengen' dat hij het middelpunt was geweest van dit voorval en nu bleek het dat Leviatt de man was, dien hij ver slagen had. Zoo had zij het ook beschreven in haar boek. Tot dusverre had de intrige, die haar verbeelding had opgebouwd bewezen het verhaal van een warp gebeurtenis te zijn. Zij had alleen op denkbeeldige karakters gerekend. ofschoon zij besloten had om deze,, door studie, met werkelijkheid te omkleeden maar nu was zij. naar zij ont dekt had. de kroniekschrijfster geweest van een ware gebeurtenis en twee van haar karakters stonden op zoo'n voet van oor log met elkander en waren zoo verbitterd, dat zij hen in tal van bladzijden kon be schrijven, gereed en bereid om elkander naar de keel te vliegen. Zij was niet in, staat om haar voldoening over deze ontdek king te verbergen en toen zij Leviatt weer aankeek, lachte zij hartelijk. „Die bekentenis verklaart, veel dingen", zei ze terwijl zij bukte, om het blad op te ra pen, dat hij naast haar op het rotsblok had laten vallen. „Wat beteekent dat?" vroeg hij, terwijl zijn oogen boosaardig glinsterden. :Dat beteekent. dat ik nu weet, waarom je Mr. Ferguson niet vriendelijk gezind bent," antwoordde zij. ,.Ik hoorde, dat hij je ver sloeg in den schietwedstrijd" ging zij plagend voort, „en toen je hem naderhand beleedigae zei hij je flink de waarheid". Dadelijk toen zij dit gezegd had, wist zij, dat haar woorden hem beleedigd hadden, want hij verbleekte en zijn oogen kregen ten kwaadaardige uitdrukking. Maar zijn stem was koel en kalm. Heeft Mr. Ferguson je dat verteld?" vroeg hij, terwijl hij een ironischen nadruk op dit voorvoegsel legde. Zij verschikte den inhoud van haar handtasch en keek niet op, toen zij hem antwoordde. „Dat is mijn zaak" zei ze kalm. „Maar ik wil je wel vertellen, dat. de man die mij die gebeurtenis vertelde, er niet om zou liegen". ,,'t Is leuk, dat je zoo'n groot vertrouwen in hem stelt", spotte hij. Het was duidelijk dat hij dacht, dat Fer guson haar verteld had van den schietwed strijd en 'het was eveneens duidelijk, dat hij nog altijd booze gedachten koesterde te gen den knecht. En ook vermoedde hij. dat er iets meer dan vriendschap bestond tus- scnen haar en Ferguson. Zij had langen tijd gehoopt, dat zij op zekeren dag in de gele genheid zou zijn een man te ontmoeten, wiens ziel verteerd werd door jalouzie. zoodat zij in staat zou zijn, om eenig begrip te krij gen van de heftigheid van zijn hartstocht. Hier scheen zij de kans te krijgen. Daarom stak zij haar kin een weinig in de lucht en keek hem met een tergenden glimlach aan. .Hatuurlijk stel ik vertrouwen in hem", verklaarde zij, met een lichten, scherpen na druk. „Ik geloof in hepi absoluut." Zij zag zijn lippen vertrekken. „Zeker", hoonde hij. „je begon zeker met in hem te gelooven dien dag, toen je hand in hand met hem stond hier op deze plek. Ik geloof, dat hij zich heel goed amuseerde". Zij schrok, maar glimlachte onmiddellijk. „Dus dat heb je gezien?" vroeg zij. al wist zij heel goed, dat hij het gezien had, maar het deed haar goed te zien, dat hij het zich nog herinnerde. Maar dit gesprek werd te persoonlijk; zij verkoos niet met hem over dit punt te redetwisten, zelfs niet om een indruk te krijgen van de diepte van zijn hartstocht, daarom zocht zij haar bezittingen bijeen en maakte zich gereed om te vertrek ken. Maar hij plaatste zich vastberaden voor haar en versperde haar den weg. Zijn gelaat gloeide van opwinding. „Ik zag hem je hand vasthouden" zei hij met trillende stem, „en ik zag dat hij die langer vasthield dan hij recht op had. En ik zag, hoe je je hand terugtrok, toen je dacht dat ik naar jelui keek. Ik geloof dat je een goed oogje op hem hebt; hij behoort tot dat soort, dat de vrouwen graag mogen met zijn mooie manieren en zoetsappig gewau wel cn zijn hofmakerijen". Hij lachte enkel met zijn lippen, terwijl zijn oogen glinsterende plekjes geleken. Zij had nooit kunnen denken dat jaloerschheid iemand half zoo weerzinwekkend kon maken. „Als je hem liefhebt", vervolgde hij. zich tot haar overbuigende, met gespannen spieren en zijn lippen bevend van een harstocht, dien hij niet langer vermocht te onderdrukken, „wil ik je wel zeggen, dat je je tijd verspilt.. Je zoudt niet zooveel met hem ophebben, wanneer je wist dat hij hier- gekomen Is Leviatt had gemerkt, dat Miss Radford niet naar hem luisterde, dat zij niet meer naar hem keek, maar naar iets, dat achter hem was. Dadelijk toen hij dit merkte, keerde hij zich op zijn hielen om, terwijl zijn rech terhand snel naar zijn holster greep. Op geen zes pas afstand stond Ben Rad ford ernstig toe te kijken. „Jullie repeteeren zeker een scène van dat verhaal", merkte hij kalm op. „Ik was niet van plan om jelui te storen maar ik hoorc'e luid spreken en dacht dat het misschien een persoonlijke aangelegenheid was. Daarom steeg ik af en klom naar boven, om mijn ndeuwgierigheid te bevredigen." (Wordt vervolgd.?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 15