LETTEREN EN KUNST C. J. VAN CASTEREN t HAARLEM'S DACBLAD WOENSDAG 26 OCTOBER 1932 Het bericht, dat de heer Van Gasteren Gerrit van Gas teren. zooals zijn vrienden hem altijd noemden gestor ven is, zal door vele Haarlemmers zeker met leedwezen wor den vernomen. Want al stond hij sinds dien noodlottigen dag in September 1924, toen hij midden in zijn werk in den stadsschouwburg door een attaque werd getroffen, niet meer in het publieke leven, hij is toch tientallen jaren een zoo populaire figuur in Haarlem geweest, dat zijn stadgenooten hem niet heb ben vergeten. Dat is wel duidelijk gebleken, toen hij op 31 December verleden jaar zijn 80sten verjaardag vierde en zoo velen nog naar Heemstede kwamen om hem in den kring van zijn familie geluk te wenschen en hij van alle zijden zoo treffende bewijzen van belangstelling mocht ondervinden. Zoo lang ik het theaterleven in Haarlem heb meege maakt, was mijn vriend van Gasteren tot op den dag, dat hij ziek werd er aan ver bonden. Tiet is bijna 30 jaar geleden, dat !k hem voor het eerst ontmoette. Róssing, die een groot vriend van Van Gasteren was, had mij met hem in aanraking gebracht. Hij had mij aangeraden mijn eerste tooneelstukken aan Cremer ter opvoering aan te bieden en mij vol enthousiasme over Van Gasteren als rederijker geschreven. Hoe goed herinner ik mij nog onze eerste kennismaking, ik zie hem weer staan voor het theater „De Kroon", waar hij toen tijdelijk den staf voerde en i!: hoor hem nog met zijn warme, sonore stem gemoedelijk tot mij zeggen: „Nou, meneer, ik verzeker je, dat komt in orde!" Hoe vele malen heb ik later dat bemoedi gend: „Het komt in orde!" nog van hem ge hoord. Als een gevleugeld woord had hij he op zijn lippen; al zijn zonnig optimisme la: in die enkele woorden opgesloten. Dat zonnige optimisme was een der rede nen, waarom Van Gasteren zooveel vriender had. Want vrienden had hij als weinig an deren. Ik zou niemand in Haarlem kunnen noemen, die in zijn tijd zoo algemeen popu lair was, als onze nu gestorven 'oud-schouw burgdirecteur. Waaraan hij die populariteit te danken had? Ik geloof voornamelijk aan zij-i grooten eenvoud, zijn gemoedelijkheid, zijn vriendelijkheid en zijn bijna altijd opgewekt humeur. Van Gasteren was een „prettig mensqh", die een sfeer van gezelligheid om zich heen wist te scheppen. Hij wilde nooit meer schijnen dan hij was; hij was de een voud zelve en toch mocht deze man, die nooit aan anderen zou verbergen, dat hij slechts weinig had geleerd, in zijn leven mannen als J. H. Róssing, Theophile de Bock, Justus van Maurik en Louis Moor onder zijn beste vrien den rekenen. Van Gasteren was een gezellig causeur en hij had een zeer sterk geheugen. Weinigen konden zoo onderhoudend over het tooneel van vroeger praten als hij. Het was voor mij altijd een apart genoegen naar hem te-luiste ren, als hij het had over den vroegeren tijd en het oude Haarlem. Als wij samen zaten en Van Gasteren begon te vertellen, dan kwam er altijd een sfeer van intieme gezelligheid in het vertrek en was het mij soms, of een heel oud familielid met mij zat te praten. En Van Gasteren was behalve een gezellig prater ook een gezellig luisteraar. Naar een ander- geduldig te kunnen luisteren is een gave: Van Gasteren bezat die. Het was een van de vele eigenschappen, die hem tot een bemin- nelij kmensch maakten.. Een beminnelijk mensch. ja, dat was hij! Het was hem een behoefte om iets vriende lijks, iets prettigs te zeggen. Niet uit zucht om te vleien, want een vleier was Van Gaste ren allerminst. Vriendelijkheid was zoo zijn tweede natuur! Mevrouw Van EysdemVink heelt, dat indertijd bij haar afscheid nog zoo aardig naar voren gebracht. „Wanneer wij hier in Haarlem kwamen", zoo zei ze ongeveer, „dan wist meneer Van Gasteren altijd iets vriendelijks te zeggen. „Het is weer mooi vol, mevrouw!" en je zag het aan zijn glunder gezicht, dat hem dat genoegen deed om ons. En als het zoo leeg was, dat je door de zaal kon schieten, dan kwam hij toch naar me t-oe en zei met een tikje op mijn schouder: „Nou, maar die er zijn, zullen het wat mooi vinden! Je zult weer su'cces hebben als altijd!" Die gulle, gemoedelijke hartelijkheid heeft Van Gasteren ook in de tooneelkringen veel vrienden bezorgd. Ik heb dat nooit sterker gevoeld dan in de dagen vóór zijn zeventig jarig feest. Welk een oprechte sympathie sprak er niet uit al die brieven! En ook in den eersten tijd van zijn ziekte manifesteerde zich die groote genegenheid voor den „ouwen heer" op treffende wijze. Met welk een warme belangstelling kon een kunstenaar ais Royaards niet naar zijn vriend van Gasteren' informeeren'. Met welk een waarachtige sympathie konden mannen als P. D. van Eysden en Cor van der Lugt Mel- sert, actrices als Marie van Eysden en Alida Tartaud over hem spreken. Ja, Van Gasteren was ook buiten Haarlem een populaire en beminde figuur. Zes jaar lang heb ik als secretaris van de schouwburg-commissie in zeer nauw contact met den heer Van Gasteren mogen samen werken. Ik heb toen dagelijks kunnen zien met welk een liefde en ijver hij het directeur schap vervulde. Een ambtenaar is hij ook toen hij „hoofd van een afdeeling" was nooit geworden. Voor hem was ons stadsthea ter niet een „gemeente-instelling', neen. het was een stuk van hem zelf, het was het huis, dat hij liefhad. Hoe innig verheugd kon hij zijn, wanneer hij een „Schlager" als „Boefje" mocht annonce eren. Maar als daarentegen een gezelschap of een verecniglng zijn schouw burg voorbijging, dan voelde de brave Van Gasteren dat altijd weer ?'S een persoonlijk leed. hem aangedaan. Hij stond voor zijn zaak, precies, alsof het zijn particulier bezit gold. Dat hebben allen geweten, die met hem als directeur in aanraking kwamen. Over Van Gasteren schrijven, zonder de Kon. Letterlievende Vereeniging Cremer t.e noemen, is onmogelijk. Want Cremer is altijd zijn „troetelkind" geweest. Met welk een en thousiasme kon hij niet spreken over den ouden tijd. over de opvoeringen van Les Ja cobites. Simon Turchi en Flora Tosca waarin hij met Lieuwe Jansen zulke mooie overwin ningen voor Cremer mocht behalen. Ook In de jaren van zijn ziekte ging zijn belangstel ling nog altijd naar zijn oude vereeniging uit. Ik weet. dat zijn dochter na elke opvoering hem 's avonds heel laat nog moest vertellen, hoe het geweest was en hij sliep op zulkei 'avonden niet gerust in, voordat hij wist, dat de voorstelling goed was afgeloopen. Het gou den jubileum van zijn vereeniging, waarvan hij van de oprichting af de voorzitter was, heeft hij met de grootste belangstelling in zijn ziekenkamer gevolgd en het moet hem wel eens pijn hebben gedaan, dat hij zijn taak in die dagen aan anderen moest, overdragen en er geen werkzaam deel meer in kon hebben, al heeft hij zich daarover dan ook zelden of nooit uitgelaten. Van Gerrit Jan van Gasteren zullen allen, die hem hebben gekend, getuigen, dat hij was een beminnelijk, goed mensch. Zijn joviale, gemoedelijke, vriendelijke persoonlijk heid zullen wij, ook nu hij is heengegaan, niet vergeten. J. B. SCHUIL. De H. H. Uitvaart/diensten zullen worden gehouden in de Parochiekerk van O. L. Vrou we Hemelvaart, Valkenburgerplein te Heem stede, op Vrijdag a.s. De Stille HF, Missen zijn te 7,30 en 8 uur; de plechtige Requiem Mis om 9 uur, waarna de begrafenis op de R.K. Begraafplaatsen „St. Barbara" te Haar lem-Noord te ongeveer 10.15 uur. HET TOONEEL JACOB VAN LENNEP. CABARET-AVOND. De cabaret-avonden zijn propaganda- avonden voor Jacob van Lennep, niet zoo zeer door de programma's, welke er gegeven worden dan wel door de gezellige sfeer, die er heerscht. De heer Maris mocht hierop terecht in zijn blijkbaar onontbeerlijk openingswoord den nadruk leggen. De leden van Van Lennep voelen zich op zulke avon den „en familie"; er is altijd iets feestelijks in de zaal en een conferencier-humorist be hoeft zijn neus maar te laten zien, of de stemming is er. De cabaret-avonden, waar van gezelligheid en vroolijkheid eerste en voornaamste doel zijn, dragen er zeker toe bij, dat het ledenaantal van Van Lennep on danks de benarde tijden groeiende is en deze vereeniging haar zilveren jubileum onbekom merd te gemoet kan gaan. Het programma dat gisteren werd gege ven., had eigenlijk met cabaret weinig of niets te maken. Trouwens dit kunnen wij bijna van alle door tooneelvereenigingen ge organiseerde cabaretvoorstellingen wélke wij in de laatste laren hebben bijgewoond, zeg gen. Choy Hay, Melange-Act en Bemy, original equilibrist van het Alkazar te Ham burg, - dat was natuurlijk je zuiverste variété Echter met weinig variatie. Ik zie altijd vol verwondlering naar die op 'hun hoofd equilibreererde acrobaten, maar gisteren kregen wij daarvan wel wat te veel. Heeft de impressario misschien met zijn programma symbolische bedoelingen gehad en ons wil len aantoonen, dat de heele wereld tegen woordig op haar kon staat-? Ik erken graag, dat het zeer gedurfde toeren waren, welke wij te zien kregen, vooral van Bemy. die op zijn hoofd in de meest gevaarlijke situaties even solide staat als u en ik met onze beide voeten op den grond, maar in een cabaret wil je ook nog wel eens iets anders dan altijd maar weer omgedraaide kerels zien. Gelukkig was er ook een humorist-confe rencier, die naar den fraai klinkenden naam van Johny Rodo luistert. Hij fungeerde voor gangmaker en hij deed dat uitstekend. Johny Rodo wist de stemming er in te brengen en er in te houden. Hij behoort tot die zelf be wuste komieken, die bij hun verschijning de komiekigheid al op hun gezicht dragen. Je behoeft er geen oogeniblik aan te twijfelen, of zij zich zelf niet geestig vinden. Mis-schien is dat bij een groot deel van het publiek reeds een factor van succes. Nu. over succes had Johny Rodo niet te klagen. Hij was 't. best op dreef als entraineur. Dank zij hem kwam er joligheid en vroolijkheid in de zaal en dat was 't op dezen gezelligen avond, wat 't eerst van hem verlangd werd. Maar Johny Rodo moet nooit- van zijn leven meer sentimenteele liedjes als Haar laatste Wensch zingen, want dat kan hij in het geheel niet. Bij dat liedje van de stervende moeder werd de eeuwige glimlach irriteerend en heel zijn houding gaf meer den indruk, dat hij aan hevige krampen leed dan dat hij den laatsten wensch eener oude stervende moeder liet hooren. Maar nog eens, Johny Rodo wist er den gang in te brengen en dat was tusschen die halsbrekende toeren van Choy Hay en Berny ik ben op zoo'n avond altijd doodsbenauwd dat er ongelukken zullen gebeuren wel noodig. En zoo heerschte er om elf uur de vroolijkste stemming in de zaal van den Ke gelbond en toen waren wij nog maar pas aan het 'begin van het bal. Hoe zal die stemming dan wel om 2 uur zijn geweest? J. B. SCHUIL. MUZIEK Ledenconcerf der H. O. V. Vijf en tachtig jaar oud was de beroemde Grieksche lierdichter Anacreon. toen hij, ongeveer 473 j. v. Chr. overleed, en tot- in zijn hoogen ouderdom „waren liefde en wijn de lust zijns levens en de ziel zijner poëzie", zooals van hem verteld wordt. Ik wil aller minst, voor excessen in Baccho sive in Venere pleiten, maar blijkbaar kan iemand oud en beroemd worden zonder in beide opzichten een asceet geweest te zijn. Uit mijn gymnasiasten tijd herinner ik me nog een paar regels van een der z.g. pseudo-.Anacreontischc liederen (de echtheid van de aan Anacreon toegeschreven gedich ten wordt in twijfel getrokken); nadat de dichter een paar mythische personen ge noemd heeft die in razernij geraakten nadat ze hun respectievelijke moeders gedood had den, zingt hij Ik, die niemand gedood heb Wil razen onder 't drinken Van 't zoete sap der druiven. Het citaat zou als motto boven Cherubini's Ouverture kunnen staan. De muziek daar van is als schuimende most, maar nergens wordt de toondichter agressief. Hij bedrinkt zich aan den prikkelenden wijn. dien zijn eigen meesterschap heeft doen gisten en de tinteling slaat over op ons, gelijk de geur der champagne dronken maakt. Hij verwaarloost de standaardvormen en blijft er even boeiend om. Hij, de ernstige, strenge Cherubini, de gevreesde directeur van het Parijsche Con servatoire levert een schitterend pleidooi tegen de geheel-onthouding van levens vreugde. En we willen hem er voor erkente lijk zijn. Niet minder levensvreugde heerscht in Haydn's G maj.-Symphonie. al brengt de „militaire" inslag in het Andante een oogen- blik versombering van het beeld. Militarisme zonder doodsgedachten is nu eenmaal on denkbaar, waar de heele eeredïenst van Mars op het dooden berekend is. Gelukkig is dat militair inslagje van korten duur en grootendeels nogal onschuldig: een groote trom, bekkens, een rammelende triangel: over 't geheel meer een voorstelling van soldaatje-spelen dan van een heuschen oor log. En wat een onverwelkbare frischheid. wat een humor en geest, sprankelen in dit werk! Men roemt soms Hindemith's humor: laat hij eens bij den ouden Haydn in de leer gaan en van hem trachten af te kijken hoe men behalve humoristisch ook, en zelfs in de hoogste mate, welluidend kan schrijven. Want kakophonische humor kan een oogen- blik amuseeren, doch verveelt al heel gauw. Blijde kunst vormde alzoo het hoofdbe standdeel van de eerste helft van het jong ste H.O.V.-concert, en zij werd vertolkt met een speelvreugde en een technische virtuo siteit, die op onzen eerbied jegens dirigent en orkestleden aanspraak geven. Na de pauze kwamen meer lyrische mo menten in het spel, Max Bruchs eerste viool concert, standaardwerk der vioollitteratuur brengt ze in Introductie en Adagio in me nigte en in groote schoonheid; in de Finale gaat de schuimende roemer rond. En de con certmeester van het Residentie-orkest Sam Swaao speelde de solopartij in grooten stijl, met vlammend temperament, maar ook met een innigheid in de cantilenes, die, mede door den heerlijken toon van zijn prachti?" Guadagnini tot een verrukking werd. Dat hij het werk technisch beheerschte, behoef ik natuurlijk niet te melden: dat zou zijn „uilen naar Athene dragen". Het orkest hield niet overal volkomen gelijken tred met, den solist doch secondeerde over 't algemeen vol doende. Met het op-het-repertoire-brengen der Roma" Suite van Bi zet heeft Frits Schuur man mij. en denkelijk velen met mij, een groot genoegen gedaan. Ook in dit jeugd werk van den vroeg gestorven toondichter is geest en humor, al treffen ons herinnerin gen aan voorgangers: Schumann (Andante v. h. klavierkwartet.) in het. Andante, Men delssohn (Finale v. h. Vioolconcert) in het slotstuk. Maar bovendien spreekt een over weldigend meesterschap in de techniek van comnositie en instrumentatie uit dit werk We honen op een spoedige herhaling, zoodat het. werk zijn plaats naast de bekende en ge liefde Artésienne-suites kan innemen. Langdurige ovaties vielen den solist Sam Swaap. vielen later ook den dirigent Frits Schuurman en ons orkest- ten deel. Een opnierking noe: De nroTrammatoelich- ring bij de Roma-suite was blijkbaar verkort uit Kretschmars „Führer durch den Kon- zertsaal" overgenomen. Ik verbaasde me al over de mededeelln-r dat het Andante uit ..Roma" oorspronkelijk deel uitgemaakt had van het Adagietto der Arlésienne-suite, Kretschmar nu noemt het een „Seitenstiick" daarvan, dus een „pendant", een „evenknie". Dat men toelichtingen aan een ander werk ontleent is te billijken, maar laat men dan geen onjuiste vertalingen geven. K. DE JONG. JONGEN DOOR STOOMTRAM GEDOOD. Dinsdagavond is de 10-jarige jongen C. v. d. Zalm uit de Abcoudestraat te Rotterdam in de Putschelaan aldaar onder een uit de richting Charlois komende stoomtram die met. snelle vaart naderde, geraakt, toen hij op onvoorzichtige wijze de rails wilde over steken. Deerlijk verminkt werd hij opeeno men. De dood was onmiddellijk ingetreden. .EEN TANGO VAN GERRIT VAN WE EZEL De bekroonde Tango „Wenn du liebst" van Gerrit van Weezei zal Vrijdagavond voor het eerst worden uitgevoerd. Dr. Willem Mengelberg, die voorzitter dei- jury was, zal bij de uitvoering in het Carl- ton-hotel aanwezig zijn. MOTORRIJDER OP DEN WEG GEVONDEN Dinsdagavond omstreeks vijf uur heeft de politie uit Nieuw Helvoet en Nieuwenhoom op den kanaaldijk langs het Voornsche ka naal onder de gemeente Heenvliet, een mo torrijder, Silvester uit Nieuw Helvoet, op den weg gevonden, die onder zijn machine lag. Hevig bloedend en met een zware hersen schudding werd het slachtoffer opgenomen en naar zijn woning vervoerd. De gemeente lijke geneesheer achtte zijn overbrenging naar het Diaconessenziekenhuis te Rotter dam noodzakelijk. Zijn toestand is zeer ern stig, men vreest voor zijn leven. Wat er precies gebeurd is, wist. men nog niet. De koplamp van het motorrijwiel is in gedrukt, waardoor vermoed wordt dat een aanrijding heeft plaats gehad. S. zou hier door onder het motorrijwiel zijn gekomen. Men weet thans, dat omstreeks dien tijd twee aulos zijn gepasseerd in tegenoverge stelde richting als de motorrijder reed. De weg ter plaatse is uitstekend en de motor rijder kan onmogelijk geslipt zijn. EXAMENS. Bij de in het Kennemer Lyceum gehouden examens zijn geslaagd: Sportleider de heeren J. A. Steïnz te Wemeldinge en L. Looy te Rotterdam. Getuigschrift leider lichamelijke opvoe ding de heeren E. F. J. van Leeuwen en mej. J. N. G. Spruyt te Beverwijk. JUBILEUM. Op 1 November a.s. zal de heer D. Schild Jzn„ den dag herdenken waarop hij voor 12 1'2 jaar als winkelchef in dienst kwam bij Boekhandel A. Vernout, Warmoesstraat. UIT DE STAATSCOURANT. DEPARTEMENTEN. Bij Kon. Besluit is. met 1 Januari 1933, aan den heer J. F. Obbes, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van cartograaf bij de ald. Hydrografie van het Dep. van Defensie, zulks wegens verandering in de inrichtfng van het dienstvak, waarbij hij werkzaam is. RADEN VAN ARBEID. Bij Kon. Besluit is voor zes jaren benoemd tot voorzitter van den Raad van Arbeid te Leeuwarden Y. Buis. thans referendaris bij den Raad van Arbeid te 's-Gravenhage. UIT DE OMSTREKEN IJMUIDEN VISSCHERSSCHEPEN IN DEN STORM. ANGSTIGE UREN. Verschillende buitenlandsche visschers- vaartuigen hebben het in den jongsten storm zwaar te verantwoorden gehad. De negen opvarenden te Lowestoft thuis behoorenden haringdrifter Autumn ont snapten op het kantje af, toen het vaartuig strandde op de zandbanken ter hoogte van Kilnsea in Yorkshire. Zware stortzeeën braken over het schip: dat langzaam naar de kust werd gedreven. De bemanning gaf noodseinen, maar geen redder kwam opdagen. Het water kwam in de machinekamer en veroorzaakte een ontplof fing. Wolken stoom stegen omhoog. Met groot gevaar werd de boot gestreken, waarbij een man overb oord viel. Hij werd echter door z'n kameraden gered. Er begon toen een zware strijd om de kust te bereiken, waarin men ten slotte met be hulp van een groote goïf slaagde. In uitge- putten toestand begaven de mannnen zich op weg naar eenige lichten, die ze in de verte zagen. Zij kwamen ten slotte te Kilnsea, waar ze aanklopten bij den herbergier, die hun voedsel en warme dranken verschafte. Honderd dertig trawlers en drifters zochten een schuilplaats in de haven van Scarbo rough, die zoo vol was. dat een vrachtboot niet kon binnengelaten worden. Een twaalf tal cobbles werden door golven, die over de havenkade sloegen, tot zinken gebracht' en verscheiden motox-booten werden bescha digd. De „Maris Stella" en de „Maréchal Foch", Belgische motoi-trawlers, thuisbehoorende te Oostende moesten eeix schuilplaats zoeken in de haven van Buckie. Dit wa-s voor het eerst dat Belgische schepen deze haven bin nenkwamen. De visschei-sboot „Hawk" liep lek toen ze van de vïschgronden vluchtte. De bemanning trachtte het water uit de boot te pompen, echter zonder succes. Toen de boot reeds dreigde te zinken, kwam een ander vaartuig te hulp, dat de „Hawk" behouden in de haven van Girvan binnensleepte. JEANNE D'ARC BIJ IIET NUT. Het departement IJmuiden van de Mij. tot Nut van 't Algemeen opende het seizoen met de vertooning van de film Jeanne d' Are. Nadat de voorzitter Ds. F. F. Milatz eer. kort begroetingswoord tot de niet zeer tal rijke aanwezigen had geproken, werd ee-rst vertoond de film „Winter in het Reuzenge bergte" een van die films, die altijd de be langstelling hebben. Een serie lichtbeelden van buitengewone schoonheid, die alleen dit nadeel hebben, dat ze bij de toeschouwers verlangens opwekken, om al dat schoons -toch minstens eenmaal in het leven te gaan zien, verlangens, die lang niet iedereen kan bevredigen. Bijzónder in teressant waren -de bobslee-wedstrijden. Daar was het met recht „tachtig in de bocht". Voordat- de film Jeanne d' Are vei-toond werd gaf de heer H. E. Temrn een korte toe lichting. Hij vertelde in grove trekken de geschiedenis van Frankrijk, het land waar voor Jeanne d'Airc gestorven was. Frank rijk en Engeland stonden tegenover elkaar, maar het verdrag van Troyes bracht een ein de aan de twisten en wel door het huwelijk tusschen den jeugdigen Franschen koning Hendrik de Vijfde met Cat-harina, de doch ter van Karei VI van Engeland. Het scheen dat Hendrik V een schitterende loopbaan tegemoet ging. Hij had cle kerk en den adel op zijn hand. Maar het lot wilde het anders. In 1421, een jaar na z'n huwelijk werd hem een zoon geboren. Een jaar later stierf hij. Spoedig daarna overleed ook Karei VI. De oorlog ontbrandde opnieuw en de Engelschen landden in Frankrijk, de eene stad na de andere veroverend. De toestand zag er voor Frankrijk donker uit. Maar uit Lotharingen komt een 17-jarig meisje, dat tot den Koning toegelaten wil worden. Zij zeide in een visioen den H Michael te hebben gezien, die haar zeide, dat zij de goddelijke roeping had, Frankrijk te redden. Na lang aandringen werd zij tot den Koning toegelaten. De Koning stelde een klein leger te barer beschikking en het gelukte haar, de Engel schen terug te drijven. Frankrijk herademde. Als zij Frankrijk nagenoeg van alle Engel schen heeft bevrijd, gaat ze terug naar Pa rijs. Zij wordt, door de Bourgondiërs gevan gen genomen, die haar verkoopen aan de Engelschen. Een met Engelsch geld omge kochte rechtbank vond in het feit, dat zij voorgaf een goddelijke roeping te hebben aanleiding haar te beschuldigen van hekserij. Na folteringen teekende zij een verklaring, waarin zij toegaf geen visioenen te hebben gezien. Zij werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Maar als zij later hare ver klaring herroept volgt veroordeeling tot den brandstapel. De film vertoont alleen haar lijden bij de behandeling voor de rechtbank, dus de laatste levensdagen van deze merkwaardige figuur. De film is meesterlijk wat documentatie en spel betreft. Zij heeft tal van bekwame ar- tisten gelegenheid gegeven het hoogste te bieden wat er op het gebied van tooneel- kunst te geven is. De uitbeeldingskracht der medewerkers is buitengewoon, vooral van de vertolkster van de hoofdrol, die van de mar telares, die haar leven gaf voor haar geloof en haar land. Het is een film, die in biocooptheaters geen volle zalen zal trekken en die het bios coopbezoekend publiek dus niet te zien krijgt. Het is daarom, een. goede greep van Het Nut geweest, zijn leden in staat te stel len, deze film te hebben kunnen bewonde ren. LEGER DES HEILS. Naar wij vernemen, zal Donderdagavond 27 October in de zaal van het Leger des Heils. Edisonstraat, een muziek- en zanguit voering plaats vinden onder leiding van majoor Bruyns uit Amsterdam. Medewerking verleenen het muziekcorps, de zangbrigade en de korpskacletten-brigade, alsmede het Internationaal Stafmuziekkorps. NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS. De leden der transportcolonne, de helpsters en adspiranfchelpsters zullen Donderdagavond a.s. om 8 uur samenkomen ten huize van den ploegcommandant Bakker in de Ci-onjéstraat, tot het bijwonen van een lesavond. De our- sisten zullen binnenkort een nieuwen win- tercursus volgen, waarvan de datum van aanvang nog nader zal worden bekend ge maakt. EEN PORTUGEESCHE SUPER TRAWLER. VOOR KABELJAUW- EN HEILBOT- VISSCHERIJ In ons blad van j.l. Maandag hebben wij gewezen op den wedloop der naties om het grootste passagiersschip. Ook op het ge bied van visschersvaairtuigen komen we langzamerhand, voor ex-ceseen te staan en alhoewel nog niet van een bepaalden wed loop gesproken kan worden, zijn er thans trawlers (meest motorirawierster viascherij die wat tonnen maat betreft, voor tal van vrachtschepen niet onder behoeven te doen. De grootste trawler ter wereld is thans nog de -Corte Real", gebouwd bij Robert Thompson en Sons Ltd. te Southwick in Sunderland. De voornaamste afmetingen zijn: lengte 229' 3", breedte 34' 81/2" en diepte 19' 2 1/2". Het vaartuig, dat 1550 ton meet is een van de twee, welke genoemde firma bouwt voor rekening van ..Bacalhan de Portu gal" te Lissabon. De „Corte Real" wordt uit sluitend gebruikt voor diepzee-visscherij op kabeljauw, heilbot enz. eix wordt uitgerust met het beste en modernste materiaal voor het -bereiden van kabeljauw-lever- en visch- oliën, w.o. kookketels, centrifu ge-zuiver - machines, koelers en groote gegalvaniseerde opslagtanks. Over biina de halve lengte van het opper dek strekt zich een groot dekhuis uit; ge heel over de machinekamer. Dit dekhuis dient voor huis vesting van de acht onder officieren en visch-speciaüsten. De kernhuis is voorzien van haarden en ovens, die met olie en met kolen gestookt kunnen worden, een pantry enz,: een en ander is onderge bracht in het achterste gedeelte. Hierboven is nog een groote hut gebouwd, waarin ge huisvest zijn de eerste-, tweede- en derde machinist en de electricien. Voorts zijn hierin ■de messrocxm voor de machinisten, een ziekenkamer, een salon, een kamer voor derx reeder, verder accomodate voor twee offi cieren en een ziekenoppasser. De hutten voor den nautisohen kapitein en de vis- scherij-kapitein, voor de draadlooze Itele grafie, de kaartenkamer en het stuurhuis zijn ondergebracht in een dekhuis op de bovenste brug. Een uit 36 personeix bestaan de bemanning is gehuisvent in het vóórschip. Het schip is gebouwd volgens Lloyd's hoogste klas onder speciaal toezicht. Er is berging voor 400 ton olie in diepe tanks achter het ruim, daai-van gescheiden door een kofferidam. De groote hoeveelheid die die kan worden meegenomen stelt het vaar tuig in staat twee uit- en thuisreizen te maken van elk vijf maanden met slechts éénmaal te bunkeren, een zaak dit in de pracibijk van liet allergrootste belang is. Waterballost wordit geborgen in den dub belen bodem en in de tanks achter de piek. De hoofdmachine is een 7 cyl. 2 tact Die selmotor met dnukverstuwing, zonder zuiger stang. Deze motor is gebouwd door de Atlas Diesel Co. Ltd. en ontwikkelt ongeveer 700 B.H.P. bij 220 omwentelingen per minuut. De hulpwerktuigen in de motorikamer wor den electrisch gedreven; verder is er aan boord een Clarikson ketel, die gestookt kan worden met de afgewerkte gassen van den hoofdmotor en met eleotrische elementen en een afzonderlijke eleotrische ketel voor stoomverwarming en het koken van kabeljauwlever. De knaldemper-ketel as een hieuw Clarkson-type\, dot hier z'ai eerste toepassing vindt. De elementen voor elec- trische verwarming zijn gemakkelijk bereik baar en het ontwerp schijnt in elk opzicht practisch en zoo goed verdeeld, dat het in de toekomst voor sommige scheepstypes wel een ruime toepassing zal vinden. Elke Clark- son-ketol oip de „Corte Real" kan behandeld worden met de uitlaatgassen van die hoofd- machine en is voorzien van eleotrische ele menten tot een capaciteit van 50 K.W. De ketel kan 300330 M. stoom per uur bij verwarming met de uitlaatgassen en 150 M. bij eleotrische verwarming produceeren. Bij Vgebruik van beide installaties tegelijk kan dus 450480 M. stoom per uur worden ver kregen. Alle hulpwerktuigen aaxi dek, omvattende de Clarke Chapman trawhvinch, stuurin richting, ankerspil en kaapstander worden electrisch gedreven. De traw.1-winch heeft een trekkracht van 41/2 ton op één trom mel bij een maximum-snelheid van 175' per minuut. Zij wordt gedreven door een inge sloten geventileerden waterdichten motor van 95 B.H.P. bij 550 omwentelingen per minuut. Deze is geplaatst in het dekhuis met worimvi el - a andrij ving op de winoh. waaraan een eleotrische rem is verbonden. De trom mels 'nebben een doorsnede van 1' 7" en zijn lang '3' 1/2". Zij kunnen 800 vaam 67 mM. staaldraad voeren. Op beide einden van de tx'ommelas zijn verhaalkoppen aangebracht van 19" diameter. Behalve de trawl-winch hebben Clarke Chapman en Co. Ltd. de elec trisch gedreven kaapstanders en ankerspil len zoowel voor de „Corte Real" als haar electrisch loodtoestel met diepte-mieter geeft met behulp van wijzers in de kaartenkamer automatisch de diepte aan. GOED AFGELOOPEN. Toen Maandagmiddag omstreeks 5 uur een autobus van de N.V. Stoi-mvogels op de Wil- helminakade reed in de richting van de Julianabrug stak ter hoogte van Prinsen straat plotseling een driejarig meisje, wo nende alhier, den rijweg over, tengevolge waavan het kind in aanraking kwam met het rechterspatbord van de autobus, waar door het eenige onvellingen aan het gezicht opliep. Bij nader onderzoek van den huisdok ter is gebleken, dat het geen ernstig letsel heeft gekregen. DE VISCHAANVOER TE ABERDEEN. Gedurende de week. eindigende 8 October bedroeg de vischaanvoer te Abberdeen: van Groenland 25 ton, van Beren-Eiland 30 ton, van IJsland 60 ton, van Faroe 100 ton van de Shetlandsehe Eilanden 300 ton, van Orkney's 130 ton. van de Westkust 220 ton. van de Oostkust 620 ton. Een Duitsche trawler voerde meer dan 100 ton kleine haring aan (smaasild). Deze worden in Nooi-wegen bij gi-oote hoeveel heden, verpakt in blik en over de heele wereld vei-kocht. De geschiedt eveneens in Aberdeen, maar op veel kleiner schaal, zoodat de aan gevoerde hoeveelheid voor de markt aldaar te groot was. Dientengevolge werd de helft verkocht voor ca. 1 sh. 6 d. per cran, terwijl de andere helft gemiddeld 10 sh. per cran opbracht. PERSONALIA. De heer E. van Offenbeek is tegen 1 No vember a.s. eervol ontslag verleend als haven knecht bij den dienst van het Noordzee - kanaal alhier met gelijktijdige bevordering tot hu'.psiuismeester op de Oranjesluizen te Schellingwoude.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 10