LETTEREN EN KUNST
C. J. VAN CASTEREN t
HAARLEM'S DACBLAD
WOENSDAG 26 OCTOBER 1932
Het bericht, dat de
heer Van Gasteren
Gerrit van Gas
teren. zooals zijn
vrienden hem altijd
noemden gestor
ven is, zal door vele
Haarlemmers zeker
met leedwezen wor
den vernomen. Want
al stond hij sinds
dien noodlottigen
dag in September 1924, toen hij
midden in zijn werk in den stadsschouwburg
door een attaque werd getroffen, niet meer
in het publieke leven, hij is toch tientallen
jaren een zoo populaire figuur in Haarlem
geweest, dat zijn stadgenooten hem niet heb
ben vergeten. Dat is wel duidelijk gebleken,
toen hij op 31 December verleden jaar zijn
80sten verjaardag vierde en zoo velen nog
naar Heemstede kwamen om hem in den
kring van zijn familie geluk te wenschen en
hij van alle zijden zoo treffende bewijzen van
belangstelling mocht ondervinden. Zoo lang
ik het theaterleven in Haarlem heb meege
maakt, was mijn vriend van Gasteren tot
op den dag, dat hij ziek werd er aan ver
bonden. Tiet is bijna 30 jaar geleden, dat !k
hem voor het eerst ontmoette. Róssing, die
een groot vriend van Van Gasteren was, had
mij met hem in aanraking gebracht. Hij had
mij aangeraden mijn eerste tooneelstukken
aan Cremer ter opvoering aan te bieden en
mij vol enthousiasme over Van Gasteren als
rederijker geschreven. Hoe goed herinner ik
mij nog onze eerste kennismaking, ik zie hem
weer staan voor het theater „De Kroon",
waar hij toen tijdelijk den staf voerde en i!:
hoor hem nog met zijn warme, sonore stem
gemoedelijk tot mij zeggen: „Nou, meneer, ik
verzeker je, dat komt in orde!"
Hoe vele malen heb ik later dat bemoedi
gend: „Het komt in orde!" nog van hem ge
hoord. Als een gevleugeld woord had hij he
op zijn lippen; al zijn zonnig optimisme la:
in die enkele woorden opgesloten.
Dat zonnige optimisme was een der rede
nen, waarom Van Gasteren zooveel vriender
had. Want vrienden had hij als weinig an
deren. Ik zou niemand in Haarlem kunnen
noemen, die in zijn tijd zoo algemeen popu
lair was, als onze nu gestorven 'oud-schouw
burgdirecteur. Waaraan hij die populariteit te
danken had? Ik geloof voornamelijk aan zij-i
grooten eenvoud, zijn gemoedelijkheid, zijn
vriendelijkheid en zijn bijna altijd opgewekt
humeur. Van Gasteren was een „prettig
mensqh", die een sfeer van gezelligheid om
zich heen wist te scheppen. Hij wilde nooit
meer schijnen dan hij was; hij was de een
voud zelve en toch mocht deze man, die nooit
aan anderen zou verbergen, dat hij slechts
weinig had geleerd, in zijn leven mannen als
J. H. Róssing, Theophile de Bock, Justus van
Maurik en Louis Moor onder zijn beste vrien
den rekenen.
Van Gasteren was een gezellig causeur en
hij had een zeer sterk geheugen. Weinigen
konden zoo onderhoudend over het tooneel
van vroeger praten als hij. Het was voor mij
altijd een apart genoegen naar hem te-luiste
ren, als hij het had over den vroegeren tijd
en het oude Haarlem. Als wij samen zaten en
Van Gasteren begon te vertellen, dan kwam
er altijd een sfeer van intieme gezelligheid in
het vertrek en was het mij soms, of een heel
oud familielid met mij zat te praten. En Van
Gasteren was behalve een gezellig prater ook
een gezellig luisteraar. Naar een ander-
geduldig te kunnen luisteren is een gave: Van
Gasteren bezat die. Het was een van de vele
eigenschappen, die hem tot een bemin-
nelij kmensch maakten..
Een beminnelijk mensch. ja, dat was hij!
Het was hem een behoefte om iets vriende
lijks, iets prettigs te zeggen. Niet uit zucht
om te vleien, want een vleier was Van Gaste
ren allerminst. Vriendelijkheid was zoo zijn
tweede natuur! Mevrouw Van EysdemVink
heelt, dat indertijd bij haar afscheid nog zoo
aardig naar voren gebracht.
„Wanneer wij hier in Haarlem kwamen",
zoo zei ze ongeveer, „dan wist meneer Van
Gasteren altijd iets vriendelijks te zeggen.
„Het is weer mooi vol, mevrouw!" en je zag
het aan zijn glunder gezicht, dat hem dat
genoegen deed om ons. En als het zoo leeg
was, dat je door de zaal kon schieten, dan
kwam hij toch naar me t-oe en zei met een
tikje op mijn schouder: „Nou, maar die er
zijn, zullen het wat mooi vinden! Je zult
weer su'cces hebben als altijd!"
Die gulle, gemoedelijke hartelijkheid heeft
Van Gasteren ook in de tooneelkringen veel
vrienden bezorgd. Ik heb dat nooit sterker
gevoeld dan in de dagen vóór zijn zeventig
jarig feest. Welk een oprechte sympathie
sprak er niet uit al die brieven! En ook in
den eersten tijd van zijn ziekte manifesteerde
zich die groote genegenheid voor den „ouwen
heer" op treffende wijze.
Met welk een warme belangstelling kon een
kunstenaar ais Royaards niet naar zijn vriend
van Gasteren' informeeren'. Met welk een
waarachtige sympathie konden mannen als
P. D. van Eysden en Cor van der Lugt Mel-
sert, actrices als Marie van Eysden en Alida
Tartaud over hem spreken.
Ja, Van Gasteren was ook buiten Haarlem
een populaire en beminde figuur.
Zes jaar lang heb ik als secretaris van de
schouwburg-commissie in zeer nauw contact
met den heer Van Gasteren mogen samen
werken. Ik heb toen dagelijks kunnen zien
met welk een liefde en ijver hij het directeur
schap vervulde. Een ambtenaar is hij ook
toen hij „hoofd van een afdeeling" was
nooit geworden. Voor hem was ons stadsthea
ter niet een „gemeente-instelling', neen. het
was een stuk van hem zelf, het was het huis,
dat hij liefhad. Hoe innig verheugd kon hij
zijn, wanneer hij een „Schlager" als „Boefje"
mocht annonce eren. Maar als daarentegen
een gezelschap of een verecniglng zijn schouw
burg voorbijging, dan voelde de brave Van
Gasteren dat altijd weer ?'S een persoonlijk
leed. hem aangedaan. Hij stond voor zijn zaak,
precies, alsof het zijn particulier bezit gold.
Dat hebben allen geweten, die met hem als
directeur in aanraking kwamen.
Over Van Gasteren schrijven, zonder de
Kon. Letterlievende Vereeniging Cremer t.e
noemen, is onmogelijk. Want Cremer is altijd
zijn „troetelkind" geweest. Met welk een en
thousiasme kon hij niet spreken over den
ouden tijd. over de opvoeringen van Les Ja
cobites. Simon Turchi en Flora Tosca waarin
hij met Lieuwe Jansen zulke mooie overwin
ningen voor Cremer mocht behalen. Ook In
de jaren van zijn ziekte ging zijn belangstel
ling nog altijd naar zijn oude vereeniging uit.
Ik weet. dat zijn dochter na elke opvoering
hem 's avonds heel laat nog moest vertellen,
hoe het geweest was en hij sliep op zulkei
'avonden niet gerust in, voordat hij wist, dat
de voorstelling goed was afgeloopen. Het gou
den jubileum van zijn vereeniging, waarvan
hij van de oprichting af de voorzitter was,
heeft hij met de grootste belangstelling in zijn
ziekenkamer gevolgd en het moet hem wel
eens pijn hebben gedaan, dat hij zijn taak in
die dagen aan anderen moest, overdragen en
er geen werkzaam deel meer in kon hebben, al
heeft hij zich daarover dan ook zelden of
nooit uitgelaten.
Van Gerrit Jan van Gasteren zullen allen,
die hem hebben gekend, getuigen, dat hij
was een beminnelijk, goed mensch. Zijn
joviale, gemoedelijke, vriendelijke persoonlijk
heid zullen wij, ook nu hij is heengegaan,
niet vergeten.
J. B. SCHUIL.
De H. H. Uitvaart/diensten zullen worden
gehouden in de Parochiekerk van O. L. Vrou
we Hemelvaart, Valkenburgerplein te Heem
stede, op Vrijdag a.s. De Stille HF, Missen
zijn te 7,30 en 8 uur; de plechtige Requiem
Mis om 9 uur, waarna de begrafenis op de
R.K. Begraafplaatsen „St. Barbara" te Haar
lem-Noord te ongeveer 10.15 uur.
HET TOONEEL
JACOB VAN LENNEP.
CABARET-AVOND.
De cabaret-avonden zijn propaganda-
avonden voor Jacob van Lennep, niet zoo
zeer door de programma's, welke er gegeven
worden dan wel door de gezellige sfeer, die
er heerscht. De heer Maris mocht hierop
terecht in zijn blijkbaar onontbeerlijk
openingswoord den nadruk leggen. De leden
van Van Lennep voelen zich op zulke avon
den „en familie"; er is altijd iets feestelijks
in de zaal en een conferencier-humorist be
hoeft zijn neus maar te laten zien, of de
stemming is er. De cabaret-avonden, waar
van gezelligheid en vroolijkheid eerste en
voornaamste doel zijn, dragen er zeker toe
bij, dat het ledenaantal van Van Lennep on
danks de benarde tijden groeiende is en deze
vereeniging haar zilveren jubileum onbekom
merd te gemoet kan gaan.
Het programma dat gisteren werd gege
ven., had eigenlijk met cabaret weinig of
niets te maken. Trouwens dit kunnen wij
bijna van alle door tooneelvereenigingen ge
organiseerde cabaretvoorstellingen wélke wij
in de laatste laren hebben bijgewoond, zeg
gen. Choy Hay, Melange-Act en Bemy,
original equilibrist van het Alkazar te Ham
burg, - dat was natuurlijk je zuiverste variété
Echter met weinig variatie. Ik zie altijd
vol verwondlering naar die op 'hun hoofd
equilibreererde acrobaten, maar gisteren
kregen wij daarvan wel wat te veel. Heeft de
impressario misschien met zijn programma
symbolische bedoelingen gehad en ons wil
len aantoonen, dat de heele wereld tegen
woordig op haar kon staat-? Ik erken graag,
dat het zeer gedurfde toeren waren, welke
wij te zien kregen, vooral van Bemy. die op
zijn hoofd in de meest gevaarlijke situaties
even solide staat als u en ik met onze beide
voeten op den grond, maar in een cabaret
wil je ook nog wel eens iets anders dan altijd
maar weer omgedraaide kerels zien.
Gelukkig was er ook een humorist-confe
rencier, die naar den fraai klinkenden naam
van Johny Rodo luistert. Hij fungeerde voor
gangmaker en hij deed dat uitstekend. Johny
Rodo wist de stemming er in te brengen en
er in te houden. Hij behoort tot die zelf be
wuste komieken, die bij hun verschijning de
komiekigheid al op hun gezicht dragen. Je
behoeft er geen oogeniblik aan te twijfelen,
of zij zich zelf niet geestig vinden. Mis-schien
is dat bij een groot deel van het publiek
reeds een factor van succes. Nu. over succes
had Johny Rodo niet te klagen. Hij was 't. best
op dreef als entraineur. Dank zij hem kwam
er joligheid en vroolijkheid in de zaal en dat
was 't op dezen gezelligen avond, wat 't eerst
van hem verlangd werd. Maar Johny Rodo
moet nooit- van zijn leven meer sentimenteele
liedjes als Haar laatste Wensch zingen, want
dat kan hij in het geheel niet. Bij dat liedje
van de stervende moeder werd de eeuwige
glimlach irriteerend en heel zijn houding
gaf meer den indruk, dat hij aan hevige
krampen leed dan dat hij den laatsten
wensch eener oude stervende moeder liet
hooren.
Maar nog eens, Johny Rodo wist er den
gang in te brengen en dat was tusschen die
halsbrekende toeren van Choy Hay en Berny
ik ben op zoo'n avond altijd doodsbenauwd
dat er ongelukken zullen gebeuren wel
noodig. En zoo heerschte er om elf uur de
vroolijkste stemming in de zaal van den Ke
gelbond en toen waren wij nog maar pas aan
het 'begin van het bal. Hoe zal die stemming
dan wel om 2 uur zijn geweest?
J. B. SCHUIL.
MUZIEK
Ledenconcerf der H. O. V.
Vijf en tachtig jaar oud was de beroemde
Grieksche lierdichter Anacreon. toen hij,
ongeveer 473 j. v. Chr. overleed, en tot- in
zijn hoogen ouderdom „waren liefde en wijn
de lust zijns levens en de ziel zijner poëzie",
zooals van hem verteld wordt. Ik wil aller
minst, voor excessen in Baccho sive
in Venere pleiten, maar blijkbaar kan
iemand oud en beroemd worden zonder in
beide opzichten een asceet geweest te zijn.
Uit mijn gymnasiasten tijd herinner ik me
nog een paar regels van een der z.g.
pseudo-.Anacreontischc liederen (de echtheid
van de aan Anacreon toegeschreven gedich
ten wordt in twijfel getrokken); nadat de
dichter een paar mythische personen ge
noemd heeft die in razernij geraakten nadat
ze hun respectievelijke moeders gedood had
den, zingt hij
Ik, die niemand gedood heb
Wil razen onder 't drinken
Van 't zoete sap der druiven.
Het citaat zou als motto boven Cherubini's
Ouverture kunnen staan. De muziek daar
van is als schuimende most, maar nergens
wordt de toondichter agressief. Hij bedrinkt
zich aan den prikkelenden wijn. dien zijn
eigen meesterschap heeft doen gisten en de
tinteling slaat over op ons, gelijk de geur der
champagne dronken maakt. Hij verwaarloost
de standaardvormen en blijft er even boeiend
om. Hij, de ernstige, strenge Cherubini, de
gevreesde directeur van het Parijsche Con
servatoire levert een schitterend pleidooi
tegen de geheel-onthouding van levens
vreugde. En we willen hem er voor erkente
lijk zijn.
Niet minder levensvreugde heerscht in
Haydn's G maj.-Symphonie. al brengt de
„militaire" inslag in het Andante een oogen-
blik versombering van het beeld. Militarisme
zonder doodsgedachten is nu eenmaal on
denkbaar, waar de heele eeredïenst van
Mars op het dooden berekend is. Gelukkig is
dat militair inslagje van korten duur en
grootendeels nogal onschuldig: een groote
trom, bekkens, een rammelende triangel:
over 't geheel meer een voorstelling van
soldaatje-spelen dan van een heuschen oor
log. En wat een onverwelkbare frischheid.
wat een humor en geest, sprankelen in dit
werk! Men roemt soms Hindemith's humor:
laat hij eens bij den ouden Haydn in de leer
gaan en van hem trachten af te kijken hoe
men behalve humoristisch ook, en zelfs in de
hoogste mate, welluidend kan schrijven.
Want kakophonische humor kan een oogen-
blik amuseeren, doch verveelt al heel gauw.
Blijde kunst vormde alzoo het hoofdbe
standdeel van de eerste helft van het jong
ste H.O.V.-concert, en zij werd vertolkt met
een speelvreugde en een technische virtuo
siteit, die op onzen eerbied jegens dirigent
en orkestleden aanspraak geven.
Na de pauze kwamen meer lyrische mo
menten in het spel, Max Bruchs eerste viool
concert, standaardwerk der vioollitteratuur
brengt ze in Introductie en Adagio in me
nigte en in groote schoonheid; in de Finale
gaat de schuimende roemer rond. En de con
certmeester van het Residentie-orkest Sam
Swaao speelde de solopartij in grooten stijl,
met vlammend temperament, maar ook met
een innigheid in de cantilenes, die, mede
door den heerlijken toon van zijn prachti?"
Guadagnini tot een verrukking werd. Dat hij
het werk technisch beheerschte, behoef ik
natuurlijk niet te melden: dat zou zijn „uilen
naar Athene dragen". Het orkest hield niet
overal volkomen gelijken tred met, den solist
doch secondeerde over 't algemeen vol
doende.
Met het op-het-repertoire-brengen der
Roma" Suite van Bi zet heeft Frits Schuur
man mij. en denkelijk velen met mij, een
groot genoegen gedaan. Ook in dit jeugd
werk van den vroeg gestorven toondichter
is geest en humor, al treffen ons herinnerin
gen aan voorgangers: Schumann (Andante
v. h. klavierkwartet.) in het. Andante, Men
delssohn (Finale v. h. Vioolconcert) in het
slotstuk. Maar bovendien spreekt een over
weldigend meesterschap in de techniek van
comnositie en instrumentatie uit dit werk
We honen op een spoedige herhaling, zoodat
het. werk zijn plaats naast de bekende en ge
liefde Artésienne-suites kan innemen.
Langdurige ovaties vielen den solist Sam
Swaap. vielen later ook den dirigent Frits
Schuurman en ons orkest- ten deel.
Een opnierking noe: De nroTrammatoelich-
ring bij de Roma-suite was blijkbaar verkort
uit Kretschmars „Führer durch den Kon-
zertsaal" overgenomen. Ik verbaasde me al
over de mededeelln-r dat het Andante uit
..Roma" oorspronkelijk deel uitgemaakt had
van het Adagietto der Arlésienne-suite,
Kretschmar nu noemt het een „Seitenstiick"
daarvan, dus een „pendant", een „evenknie".
Dat men toelichtingen aan een ander werk
ontleent is te billijken, maar laat men dan
geen onjuiste vertalingen geven.
K. DE JONG.
JONGEN DOOR STOOMTRAM GEDOOD.
Dinsdagavond is de 10-jarige jongen C. v.
d. Zalm uit de Abcoudestraat te Rotterdam
in de Putschelaan aldaar onder een uit de
richting Charlois komende stoomtram die
met. snelle vaart naderde, geraakt, toen hij
op onvoorzichtige wijze de rails wilde over
steken. Deerlijk verminkt werd hij opeeno
men. De dood was onmiddellijk ingetreden.
.EEN TANGO VAN GERRIT VAN WE EZEL
De bekroonde Tango „Wenn du liebst" van
Gerrit van Weezei zal Vrijdagavond voor het
eerst worden uitgevoerd.
Dr. Willem Mengelberg, die voorzitter dei-
jury was, zal bij de uitvoering in het Carl-
ton-hotel aanwezig zijn.
MOTORRIJDER OP DEN WEG GEVONDEN
Dinsdagavond omstreeks vijf uur heeft de
politie uit Nieuw Helvoet en Nieuwenhoom
op den kanaaldijk langs het Voornsche ka
naal onder de gemeente Heenvliet, een mo
torrijder, Silvester uit Nieuw Helvoet, op den
weg gevonden, die onder zijn machine lag.
Hevig bloedend en met een zware hersen
schudding werd het slachtoffer opgenomen
en naar zijn woning vervoerd. De gemeente
lijke geneesheer achtte zijn overbrenging
naar het Diaconessenziekenhuis te Rotter
dam noodzakelijk. Zijn toestand is zeer ern
stig, men vreest voor zijn leven.
Wat er precies gebeurd is, wist. men nog
niet. De koplamp van het motorrijwiel is in
gedrukt, waardoor vermoed wordt dat een
aanrijding heeft plaats gehad. S. zou hier
door onder het motorrijwiel zijn gekomen.
Men weet thans, dat omstreeks dien tijd
twee aulos zijn gepasseerd in tegenoverge
stelde richting als de motorrijder reed. De
weg ter plaatse is uitstekend en de motor
rijder kan onmogelijk geslipt zijn.
EXAMENS.
Bij de in het Kennemer Lyceum gehouden
examens zijn geslaagd:
Sportleider de heeren J. A. Steïnz te
Wemeldinge en L. Looy te Rotterdam.
Getuigschrift leider lichamelijke opvoe
ding de heeren E. F. J. van Leeuwen en mej.
J. N. G. Spruyt te Beverwijk.
JUBILEUM.
Op 1 November a.s. zal de heer D. Schild
Jzn„ den dag herdenken waarop hij voor
12 1'2 jaar als winkelchef in dienst kwam
bij Boekhandel A. Vernout, Warmoesstraat.
UIT DE STAATSCOURANT.
DEPARTEMENTEN.
Bij Kon. Besluit is. met 1 Januari 1933, aan
den heer J. F. Obbes, eervol ontslag verleend
uit zijn betrekking van cartograaf bij de ald.
Hydrografie van het Dep. van Defensie, zulks
wegens verandering in de inrichtfng van
het dienstvak, waarbij hij werkzaam is.
RADEN VAN ARBEID.
Bij Kon. Besluit is voor zes jaren benoemd
tot voorzitter van den Raad van Arbeid te
Leeuwarden Y. Buis. thans referendaris bij
den Raad van Arbeid te 's-Gravenhage.
UIT DE OMSTREKEN
IJMUIDEN
VISSCHERSSCHEPEN IN DEN STORM.
ANGSTIGE UREN.
Verschillende buitenlandsche visschers-
vaartuigen hebben het in den jongsten storm
zwaar te verantwoorden gehad.
De negen opvarenden te Lowestoft thuis
behoorenden haringdrifter Autumn ont
snapten op het kantje af, toen het vaartuig
strandde op de zandbanken ter hoogte van
Kilnsea in Yorkshire.
Zware stortzeeën braken over het schip:
dat langzaam naar de kust werd gedreven.
De bemanning gaf noodseinen, maar geen
redder kwam opdagen. Het water kwam in de
machinekamer en veroorzaakte een ontplof
fing. Wolken stoom stegen omhoog. Met groot
gevaar werd de boot gestreken, waarbij een
man overb oord viel. Hij werd echter door
z'n kameraden gered.
Er begon toen een zware strijd om de kust
te bereiken, waarin men ten slotte met be
hulp van een groote goïf slaagde. In uitge-
putten toestand begaven de mannnen zich
op weg naar eenige lichten, die ze in de verte
zagen. Zij kwamen ten slotte te Kilnsea, waar
ze aanklopten bij den herbergier, die hun
voedsel en warme dranken verschafte.
Honderd dertig trawlers en drifters zochten
een schuilplaats in de haven van Scarbo
rough, die zoo vol was. dat een vrachtboot
niet kon binnengelaten worden. Een twaalf
tal cobbles werden door golven, die over
de havenkade sloegen, tot zinken gebracht'
en verscheiden motox-booten werden bescha
digd.
De „Maris Stella" en de „Maréchal Foch",
Belgische motoi-trawlers, thuisbehoorende te
Oostende moesten eeix schuilplaats zoeken
in de haven van Buckie. Dit wa-s voor het
eerst dat Belgische schepen deze haven bin
nenkwamen.
De visschei-sboot „Hawk" liep lek toen ze
van de vïschgronden vluchtte. De bemanning
trachtte het water uit de boot te pompen,
echter zonder succes. Toen de boot reeds
dreigde te zinken, kwam een ander vaartuig
te hulp, dat de „Hawk" behouden in de
haven van Girvan binnensleepte.
JEANNE D'ARC BIJ IIET NUT.
Het departement IJmuiden van de Mij. tot
Nut van 't Algemeen opende het seizoen met
de vertooning van de film Jeanne d' Are.
Nadat de voorzitter Ds. F. F. Milatz eer.
kort begroetingswoord tot de niet zeer tal
rijke aanwezigen had geproken, werd ee-rst
vertoond de film „Winter in het Reuzenge
bergte" een van die films, die altijd de be
langstelling hebben.
Een serie lichtbeelden van buitengewone
schoonheid, die alleen dit nadeel hebben, dat
ze bij de toeschouwers verlangens opwekken,
om al dat schoons -toch minstens eenmaal
in het leven te gaan zien, verlangens, die lang
niet iedereen kan bevredigen. Bijzónder in
teressant waren -de bobslee-wedstrijden. Daar
was het met recht „tachtig in de bocht".
Voordat- de film Jeanne d' Are vei-toond
werd gaf de heer H. E. Temrn een korte toe
lichting. Hij vertelde in grove trekken de
geschiedenis van Frankrijk, het land waar
voor Jeanne d'Airc gestorven was. Frank
rijk en Engeland stonden tegenover elkaar,
maar het verdrag van Troyes bracht een ein
de aan de twisten en wel door het huwelijk
tusschen den jeugdigen Franschen koning
Hendrik de Vijfde met Cat-harina, de doch
ter van Karei VI van Engeland. Het scheen
dat Hendrik V een schitterende loopbaan
tegemoet ging. Hij had cle kerk en den adel
op zijn hand. Maar het lot wilde het anders.
In 1421, een jaar na z'n huwelijk werd
hem een zoon geboren. Een jaar later stierf
hij. Spoedig daarna overleed ook Karei
VI. De oorlog ontbrandde opnieuw en de
Engelschen landden in Frankrijk, de eene
stad na de andere veroverend. De toestand
zag er voor Frankrijk donker uit. Maar
uit Lotharingen komt een 17-jarig meisje,
dat tot den Koning toegelaten wil worden.
Zij zeide in een visioen den H Michael te
hebben gezien, die haar zeide, dat zij de
goddelijke roeping had, Frankrijk te redden.
Na lang aandringen werd zij tot den Koning
toegelaten.
De Koning stelde een klein leger te barer
beschikking en het gelukte haar, de Engel
schen terug te drijven. Frankrijk herademde.
Als zij Frankrijk nagenoeg van alle Engel
schen heeft bevrijd, gaat ze terug naar Pa
rijs. Zij wordt, door de Bourgondiërs gevan
gen genomen, die haar verkoopen aan de
Engelschen. Een met Engelsch geld omge
kochte rechtbank vond in het feit, dat zij
voorgaf een goddelijke roeping te hebben
aanleiding haar te beschuldigen van hekserij.
Na folteringen teekende zij een verklaring,
waarin zij toegaf geen visioenen te hebben
gezien. Zij werd veroordeeld tot levenslange
gevangenisstraf. Maar als zij later hare ver
klaring herroept volgt veroordeeling tot den
brandstapel.
De film vertoont alleen haar lijden bij de
behandeling voor de rechtbank, dus de
laatste levensdagen van deze merkwaardige
figuur.
De film is meesterlijk wat documentatie en
spel betreft. Zij heeft tal van bekwame ar-
tisten gelegenheid gegeven het hoogste te
bieden wat er op het gebied van tooneel-
kunst te geven is. De uitbeeldingskracht der
medewerkers is buitengewoon, vooral van de
vertolkster van de hoofdrol, die van de mar
telares, die haar leven gaf voor haar geloof
en haar land.
Het is een film, die in biocooptheaters
geen volle zalen zal trekken en die het bios
coopbezoekend publiek dus niet te zien
krijgt. Het is daarom, een. goede greep van
Het Nut geweest, zijn leden in staat te stel
len, deze film te hebben kunnen bewonde
ren.
LEGER DES HEILS.
Naar wij vernemen, zal Donderdagavond
27 October in de zaal van het Leger des
Heils. Edisonstraat, een muziek- en zanguit
voering plaats vinden onder leiding van
majoor Bruyns uit Amsterdam. Medewerking
verleenen het muziekcorps, de zangbrigade
en de korpskacletten-brigade, alsmede het
Internationaal Stafmuziekkorps.
NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS.
De leden der transportcolonne, de helpsters
en adspiranfchelpsters zullen Donderdagavond
a.s. om 8 uur samenkomen ten huize van den
ploegcommandant Bakker in de Ci-onjéstraat,
tot het bijwonen van een lesavond. De our-
sisten zullen binnenkort een nieuwen win-
tercursus volgen, waarvan de datum van
aanvang nog nader zal worden bekend ge
maakt.
EEN PORTUGEESCHE SUPER
TRAWLER.
VOOR KABELJAUW- EN HEILBOT-
VISSCHERIJ
In ons blad van j.l. Maandag hebben wij
gewezen op den wedloop der naties om het
grootste passagiersschip. Ook op het ge
bied van visschersvaairtuigen komen we
langzamerhand, voor ex-ceseen te staan en
alhoewel nog niet van een bepaalden wed
loop gesproken kan worden, zijn er thans
trawlers (meest motorirawierster viascherij
die wat tonnen maat betreft, voor tal van
vrachtschepen niet onder behoeven te doen.
De grootste trawler ter wereld is thans nog
de -Corte Real", gebouwd bij Robert
Thompson en Sons Ltd. te Southwick in
Sunderland.
De voornaamste afmetingen zijn: lengte
229' 3", breedte 34' 81/2" en diepte 19'
2 1/2". Het vaartuig, dat 1550 ton meet is een
van de twee, welke genoemde firma bouwt
voor rekening van ..Bacalhan de Portu
gal" te Lissabon. De „Corte Real" wordt uit
sluitend gebruikt voor diepzee-visscherij op
kabeljauw, heilbot enz. eix wordt uitgerust
met het beste en modernste materiaal voor
het -bereiden van kabeljauw-lever- en visch-
oliën, w.o. kookketels, centrifu ge-zuiver -
machines, koelers en groote gegalvaniseerde
opslagtanks.
Over biina de halve lengte van het opper
dek strekt zich een groot dekhuis uit; ge
heel over de machinekamer. Dit dekhuis
dient voor huis vesting van de acht onder
officieren en visch-speciaüsten. De kernhuis
is voorzien van haarden en ovens, die met
olie en met kolen gestookt kunnen worden,
een pantry enz,: een en ander is onderge
bracht in het achterste gedeelte. Hierboven
is nog een groote hut gebouwd, waarin ge
huisvest zijn de eerste-, tweede- en derde
machinist en de electricien. Voorts zijn hierin
■de messrocxm voor de machinisten, een
ziekenkamer, een salon, een kamer voor derx
reeder, verder accomodate voor twee offi
cieren en een ziekenoppasser. De hutten
voor den nautisohen kapitein en de vis-
scherij-kapitein, voor de draadlooze Itele
grafie, de kaartenkamer en het stuurhuis
zijn ondergebracht in een dekhuis op de
bovenste brug. Een uit 36 personeix bestaan
de bemanning is gehuisvent in het vóórschip.
Het schip is gebouwd volgens Lloyd's
hoogste klas onder speciaal toezicht. Er is
berging voor 400 ton olie in diepe tanks
achter het ruim, daai-van gescheiden door
een kofferidam. De groote hoeveelheid die
die kan worden meegenomen stelt het vaar
tuig in staat twee uit- en thuisreizen te
maken van elk vijf maanden met slechts
éénmaal te bunkeren, een zaak dit in de
pracibijk van liet allergrootste belang is.
Waterballost wordit geborgen in den dub
belen bodem en in de tanks achter de piek.
De hoofdmachine is een 7 cyl. 2 tact Die
selmotor met dnukverstuwing, zonder zuiger
stang. Deze motor is gebouwd door de Atlas
Diesel Co. Ltd. en ontwikkelt ongeveer 700
B.H.P. bij 220 omwentelingen per minuut.
De hulpwerktuigen in de motorikamer wor
den electrisch gedreven; verder is er aan
boord een Clarikson ketel, die gestookt kan
worden met de afgewerkte gassen van den
hoofdmotor en met eleotrische elementen
en een afzonderlijke eleotrische ketel
voor stoomverwarming en het koken van
kabeljauwlever. De knaldemper-ketel as een
hieuw Clarkson-type\, dot hier z'ai eerste
toepassing vindt. De elementen voor elec-
trische verwarming zijn gemakkelijk bereik
baar en het ontwerp schijnt in elk opzicht
practisch en zoo goed verdeeld, dat het in
de toekomst voor sommige scheepstypes wel
een ruime toepassing zal vinden. Elke Clark-
son-ketol oip de „Corte Real" kan behandeld
worden met de uitlaatgassen van die hoofd-
machine en is voorzien van eleotrische ele
menten tot een capaciteit van 50 K.W. De
ketel kan 300330 M. stoom per uur bij
verwarming met de uitlaatgassen en 150 M.
bij eleotrische verwarming produceeren. Bij
Vgebruik van beide installaties tegelijk kan
dus 450480 M. stoom per uur worden ver
kregen.
Alle hulpwerktuigen aaxi dek, omvattende
de Clarke Chapman trawhvinch, stuurin
richting, ankerspil en kaapstander worden
electrisch gedreven. De traw.1-winch heeft
een trekkracht van 41/2 ton op één trom
mel bij een maximum-snelheid van 175' per
minuut. Zij wordt gedreven door een inge
sloten geventileerden waterdichten motor
van 95 B.H.P. bij 550 omwentelingen per
minuut. Deze is geplaatst in het dekhuis met
worimvi el - a andrij ving op de winoh. waaraan
een eleotrische rem is verbonden. De trom
mels 'nebben een doorsnede van 1' 7" en zijn
lang '3' 1/2". Zij kunnen 800 vaam 67 mM.
staaldraad voeren. Op beide einden van de
tx'ommelas zijn verhaalkoppen aangebracht
van 19" diameter. Behalve de trawl-winch
hebben Clarke Chapman en Co. Ltd. de elec
trisch gedreven kaapstanders en ankerspil
len zoowel voor de „Corte Real" als haar
electrisch loodtoestel met diepte-mieter geeft
met behulp van wijzers in de kaartenkamer
automatisch de diepte aan.
GOED AFGELOOPEN.
Toen Maandagmiddag omstreeks 5 uur een
autobus van de N.V. Stoi-mvogels op de Wil-
helminakade reed in de richting van de
Julianabrug stak ter hoogte van Prinsen
straat plotseling een driejarig meisje, wo
nende alhier, den rijweg over, tengevolge
waavan het kind in aanraking kwam met
het rechterspatbord van de autobus, waar
door het eenige onvellingen aan het gezicht
opliep. Bij nader onderzoek van den huisdok
ter is gebleken, dat het geen ernstig letsel
heeft gekregen.
DE VISCHAANVOER TE ABERDEEN.
Gedurende de week. eindigende 8 October
bedroeg de vischaanvoer te Abberdeen:
van Groenland 25 ton, van Beren-Eiland
30 ton, van IJsland 60 ton, van Faroe 100
ton van de Shetlandsehe Eilanden 300 ton,
van Orkney's 130 ton. van de Westkust 220
ton. van de Oostkust 620 ton.
Een Duitsche trawler voerde meer dan
100 ton kleine haring aan (smaasild). Deze
worden in Nooi-wegen bij gi-oote hoeveel
heden, verpakt in blik en over de heele wereld
vei-kocht. De geschiedt eveneens in Aberdeen,
maar op veel kleiner schaal, zoodat de aan
gevoerde hoeveelheid voor de markt aldaar
te groot was. Dientengevolge werd de helft
verkocht voor ca. 1 sh. 6 d. per cran, terwijl
de andere helft gemiddeld 10 sh. per cran
opbracht.
PERSONALIA.
De heer E. van Offenbeek is tegen 1 No
vember a.s. eervol ontslag verleend als haven
knecht bij den dienst van het Noordzee -
kanaal alhier met gelijktijdige bevordering
tot hu'.psiuismeester op de Oranjesluizen te
Schellingwoude.