REISBRIEVEN UIT RUSLAND.
Over Indië.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Van alles en nog wat.
VIJFDE BLAD.
ZATERDAG 29 OCT. 1932
Fouten en tekortkomingen van het
Russisch bewind.
Bij het reizen door Rusland waren aan
verschillende leden van het gezelschap de
fouten en tekortkomingen van het nieuwe
bewind niet ontgaan. Daar een dergelijk be
stuursapparaat, veel meer doet dan een ka
pitalistisch land, fabrieken bouwt en be
stuurt, bijna alles tot in détails en liefst uni
form (voor een gebied van 20 millioen K.M.2)
laat uitvoeren, moet het ook meer fouten
maken. Bovendien heeft Rusland te kampen
met de onvolmaaktheid, de weinige ontwik
keling en scholing van zijn ambtenaren. Be
velen worden soms zoo letterlijk uitgevoerd
uit angst voor straf, dat men zich afvraagt
of hier gezond verstand dan wel kadaver
discipline heerscht.
De Vössische Zeitung van 1 September gaf
daarvan een typeerend voorbeeld. De rijks
architect Walther Schulz beschrijft daar het
volgende:
„Op een werk moesten tegelijk drie graan
silo's gebouwd worden van gewapend beton.
Het aanwezige materiaal was (zooals veelal
c.s.) slechts voldoende voor één. De ongeluk
kige uitvoerder van het werk hield zich ech
ter letterlijk aan zijn opdracht, en maakte
alle drie silo's voor 1/3 klaar. Natuurlijk kon
het bedrijf daarmee niets beginnen, terwijl
met één silo ten minste één derde van den
graanvoorraad ondergebracht had kunnen
worden".
In de Moscou Daily News vind ik een klacht
dat een nieuwe Russisch-Engelsche diction-
naire geen uitspraak aangeeft van het Rus
sisch. terwijl een eerder uitgegeven dito En-
gelsch-Russisch dit wel van het Engelsch
aangeeft. Nu doet men moeite deze eerste te
verkoopen aan niet-Russen, ook buiten Rus
land. die Russisch leeren. maar de bruik
baarheid is sterk verminderd doordat de uit
spraak der Russische woorden.er niet uit
blijkt.
Verder is vooral de Deutsche Zentral Zei
tung critisch. Zij schrijft over den tabaks
oogst in de Krim d.d. 5 September:
Bijzonder achtergebleven zijn de Soviet-
tabaks-boerderijen. die hun „plan" slechts
voor 12.4 pet. verwezenlijken.
De oorzaken van dit onbevredigde tempo
zijn de volgende: miserabele arbeids-organi
satie in de Kolchosen en Sovchosen (Collec
tieve- en Staatsboerderijen), de nog op veel
plaatsen bestaand? gelijkheid in salariéering.
j ontbreken van stukloon, onbevredigende op
voeding van de collectivisten, onvoldoende
betrekking van de vrouwen in het productie
proces. Het een en ander leidde tot een ver
vulling van 56 pet. van hun plan.
I In een boerderij was deze vervulling slechts
3 pet. Ook ontvangen de collectivisten hun
meel- en geldvoorschotten niet op tijd. Deze
fouten en tekortkomingen zijn typisch voor
veel andere boerderijen, ook buiten het rayon
van Simferopol.
Niet zelden blijft de tabak buiten liggen,
prijsgegeven aan rezen en wind, wat de kwa
liteit belangrijk vermindert.
Ook speculanten en smokkelaars worden
niet energiek bestreden. De diefstallen be
gonnen reeds den eersten dag van den ta
baksoogst. De collectivisten worden daarbij
doov misdadige .elementen uitgebuit".
Weer een ander bericht klaagt over een
met name genoemd partijgenoot die opdracht
kreeg om met 1792 roebel, die hem verstrekt
waren, schadelijk gedierte te verdelgen.
Hij vergenoegde zich met ..aan de collec
tivisten bevelen uit te deelen. deed zelf niet
het geringste en reed wat rond.
Volgens opgave zouden 12000 stuks scha
delijk gedierte, muizen e.d. verdelgd moeten
worden. Er werden er echter slechts 1500 ver
delgd. De vergiften, die overgebleven zijn lig
gen nog ergens en niemand bekommert zich
er om."
Weer een ander inzender klaagt over de
spaarbanken en schi'ijft:
„Onze financieele specialisten zijn voor
een deel niet tegen hun taak opgewassen en
kunnen in de periode van socialistischen
opbouw hun werk niet goed verrichten".
Al deze fouten besueuren wij in het bij
zonder in de Republiek van Wolga-Duit-
schers. Honderdduizenden, ja millioenen roe
bels liggen opgehoont in de Kolchosen. door
den coöperatieven handel. Men verstaat de
kunst niet. deze middelen te mobiliseeren en
bemerkt aan den anderen kant een groote
behoefte aan geld. waardoor vertraging in
de uitbetaling van d? salarissen, onregelma
tigheid in de geldverschaffing aan de in
dustrie, nieuw-gebouwde steden enz. ont
staan.
Nog een paar voorbeelden uit de nraktijk.
Een cliënt komt aan d? snaarbank van
I Engels en vraagt 40 roebel. De ambtenaar
zegt. „wij geven slechts 25 roebel".'
Dit geschiedde in de Centrale Soaarbank.
De afdeeling Marienthal van de Staats
bank volgde den weg van den geringsten
weerstand op het gebied van mobilisatie van
financiën en schreef van de loonende giro
rekening van het Doros-Soyiet. zonder dat
dezp er iets van wist. haar schulden aan de
p^ '^bank af. wat overigens ook in strijd
met de verordeningen is. daar dit slechts
door het gerecht gelast kan worden.
De voorzitter kwam het „toevallig" te we
ten.
Dit zijn voorbeelden hoe men niet werken
moet; men moet juist het vertrouwen van de
inleggers verkrijgen.
Een zeer ernstige quaestie is de voorberei
ding van het kader van de financieele in
stellingen. Ten opzichte van deze vraag staat
men nog zeer onverschillig. Heeft de Wolga-
republiek het noodige kader on dit gebied0
Neen. Zijn de bevoegde organen bezig de?°
te vormen. Ook dit kan niet. beweerd wor
den. Naar de woorden van enkele deskundi
gen zijn de gewestelijke administraties
slechts voor 60—70 pet. compleet.
In dc financieele afdeeling van Balz wer
ken in plaats van 18 slechts 5 personen, in
de afdeeling Markstadt van de Staatsbank
21 inplaats van 15. Velen worden voor over
werk van 35 uur niet betaald en zoo is het
verloop van personeel groot.
Voor het Volks-Commissariaat voor finan
ciën van de Republiek van Wolga-Duitschers,
is het vraagstuk aan de orde van het organi-
seeren van een Duitsche financieel-econo-
mische Universiteit (i.c Teehnicum C. S.).
Men stelt zich op het standpunt „Tijd zal
raad schaffen, Moskou zal wel helpen".
De voluit onderteekenende inzender ves
tigt daarmee de aandacht op het groote ge
brek aan kader, aan menschen met erva
ring en in staat tot organiseeren en met ge
noeg moed zelf op doeltreffende wijze ini
tiatief te nemen, op alle gebied in Rusland.
De Duitschers in Rusland zeggen van de be
ambten: „Sie sind unzuverlassig": „men
kan hun niets overlaten, men kan niet op
hen aan" en deze klacht is in het algemeen
juist.
Men moet niet meenen dat de Rus niet be
gaafd is. Integendeel. Hij leert, gemakkelijk
talen, wiskunde, biologie, maar in het alge
meen is hij philosophisch, bespiegelend en
aan den sentimenteelen kant. De meesten
met verantwoordelijke posities hebben weinig
onderwijs genoten en weinig ervaring en al-
gemeene ontwikkeling. Het intellect van
vóór de revolutie stelde zich ook maar voor
eep deel ter beschikking van het nieuwe be
wind en als het zich ter beschikking stelde
werd het dikwijls niet geaccepteerd, wegens
werkelijke of vermeende anti-communisti
sche opvattingen. De salarieering was zeer
slecht. Zij is wel beter geworden doch deze
verbetering is door woningnood en dure le
vensmiddelen weer te niet gedaan. Mijn stel
lige indruk is dat er op alle mogelijke ge
bied in Rusland minder hard gewerkt wordt
dan in Duitschland, Italië en West-Europa.
Dat zit niet in den 7-urigen werkdag, noch
in het feit dat men op iederen 5den in plaats
van op iederen 7den dag een vrije dag heeft,
maar het hangt samen met het karakter van
den Rus. dat ik boven beschreef en het wordt
verergerd door onvoldoende voeding. In Mos
kou was maanden lang geen boter of ander
vet te krijgen, terwijl in Nederland in dien
zelfden tijd Russische boter was gekomen.
In Moskou waren eieren zeer duur of niet te
krijgen, terwijl men in Berlijn voor 6 pfen
nig Russische eieren kocht in de winkels.
Ieder die in Rusland reist merkt dit alles
dagelijks. Men geeft, verkeerde inlichtingen,
helpt in winkels 2 a 3 klanten tegelijk, houdt
niet rechts in het verkeer, ieder voelt dat
alles stroef loopt en een Nederlandsch eco
noom in Moskou, goed vriend van Rusland,
constateerde met spijt dat een al te groot
gedeelte van alle energie weer verdwijnt door
slechte organisatie van hoog tot laag, in 't
klein en in 't groot.
Ik zou hier ook vele staaltjes aan kunnen
vastknoopen.
Het verkeer in Moskou is In een snel tempo
gemoderniseerd. Waar vóór de revolutie nog
zandwegen waren, alleen berijdbaar als het
droog of vriezend weer was, ligt nu asphalt
of graniet-plaveisel, er zijn verkeers-siena-
len en wie er doorrijdt gaat op de bon. Maar
waar geen politie is (en er kan toch niet
overal politie staan.) rijdt men met auto's
zoo onverantwoordelijk dat vreemdelingen
er niets van begrijpen en het ongevallen-
cijfer zeer hoog is. Op één tramrit hadden
twee opstoppingen plaats omdat een auto en
een tram in elkaar gekneld zaten en een
paard en wagen, zonder remmen van een
heilig afrijdend, op een tram gereden was.
Het dier moest met een gebroken poot, hin
kend op zijn éénen, nog goeden, achterpoot,
weggevoerd worden, terwijl het gebroken
lichaamsdeel er bij bungelde. Men verstaat,
zooals ik dit eerder beschreef ook de kunst
niet. snel even maatregelen te nemen om on
danks zoo'n ongeval den dienst snel te her
vatten. neen, er wordt over gepraat door de
conducteurs en in een oogenblik staan een
dozijn trams met wel duizend passagiers te
wachten.
C. SIPKES.
EEN STEEN BENZINE!
„Wilt U mijn banden even nakijken, en
drie steenen in de tank doen?"
Dit zal misschien het soort verzoek zijn, dat
binnen enkele jaren de automobilist doet aan
den garagehouder. Aldus Tit Bits. De steenen
zijn niet van het baksteentype: het zijn blok
ken benzine. Veel gevaar van brand bestaat
al niet meer in de moderne auto's. Maar
brand komt toch nóg wel eens voor, en dan
kan het te wijten zijn aan een lek, waardoor
de vloeibare benzine in aanraking komt met
een heet voorwerp.
Na een intensief onderzoek van eenige ja
ren is een scheikundige er in geslaagd om
benzine in vasten toestand te produceeren.
Het groote voordeel is, dat het niet kan smel
ten en vloeibaar worden. Zoo'n blok benzine
levert het gas, benoodigd voor het aandrijven
van den motor zonder in vloeibaren toestand
te komen.
Naar verluidt zijn de voorloopige proeven
goed uitgevallen. En als de blokken voldoen
en in gebruik komen, dan zullen ze de voor
naamste kans op brand in vliegtuigen zoowel
als auto's wegnemen.
EEN SCHAT IN HET BAIKALMEER.
In de Russische pers doet de avontuurlijke
geschiedenis de ronde van een goudschat, die
roovers 28 jaar geleden hebben laten zinken
in het Baikalmeer en die nu weer zal worden
opgehaald.
Zooals bekend is, trokken voor den oorlog
in Siberië talrijke rooverbenden rond. Toen
nu in 1904 een groot goudtransport van Rus
land naar Noord-Siberië werd gezonden, had
men voor een gewapende geleide gezorgd.
Maar dat geleide bleek toch niet sterk ge
noeg te zijn. In de nabijheid van het Baikal
meer werd het transport aangevallen door
een groot aantal strafkolonisten, die zich van
wapens hadden weten te voorzien. Na een
verbitterden strijd dolf het geleide het on
derspit en maakten de roovers zich van den
schat meester. Zij brachten het goud in boo
ten en begaven zich daarmee op het meer.
Plotseling brak echter een zwaar onweer los,
dat gepaard ging met hevigen wind. De boo
ten der strafkolonisten sloegen om en de
goudschat zonk op den bodem. De roovers
brachten er het leven af en gingen op de
vlucht, na op een kaart van het meer nauw
keurig de plaats van het ongeluk te hebben
aangegeven, natuurlijk met het plan, de
schat later weer te lichten. De Russische re
geering liet langen tijd naar het goud zoe
ken, maar tevergeefs. Zoo raakte de roof
overval langzamerhand in het vergeetboek.
Totdat eenige' weken geleden een man in
de Staatsbank versoheen, die de oude ge
schiedenis vertelde en bovendien meedeelde,
dat hij van een der roovers de waardevolle
kaart had gekregen. De regeering stelde een
onderzoek in; een aantal duikers werden
naar het Baikalmeer gezonden en spoedig
bleek, dat de kaart de juiste plaats aangaf.
Reeds is een belangrijke hoeveelheid goud
naar boven gebracht en binnenkort zal de
geheele schat geborgen zijn.
Wanneer men zoo genoegelijk in den fami
liekring zit en onder het. genot ran een Men
gelberg-concert door middel van dc radio, en
een lekker glaasje, met het-een-of-ander.
liefderijk geserveerd door de vrouw des hui
zes, in dc gezellige blauwe vlammetjes van
den haard zit te knipoogen, dan valt het
moeilijk, zich voor te stellen, dat de toestan
den aan de andere zijde van onzen aardbol
vaak zoo gansch en geheel verschillend kun
nen zijn.
Dat alle geestelijke gaven, welke hier als
doodgewoon gelden en nauwelijks de aan
dacht trekken, zooals concerten, lezingen,
volksuniversiteiten, schouwburgen, openbare
leeszalen enz. zonder welke men zich eigen
lijk geen beschaafde maatschappij kan den
ken, dat deze daar slechts in heel enkele
groote steden en dan nog maar op zeer be
scheiden schaal te vinden zijn. terwijl in ver
reweg de meeste streken de Europeanen het
zonder een enkele dezer cultuuruitingen
moeten stellen.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat de
eerste jaren van het verblijf in Indië vaak
zoo heel moeilijk zijn. vooral voor hen. die
op een niet te laag geestelijk peil staan en
die in het moederland gewoon waren aan
hun muzikale en intellectueele ontspanning.
Ik zeg, „gewoon waren".
Het hoorde nu eenmaal zoo bij hun ge
wone levenswijze en het werd niet eens bi
zonder op prijs gesteld: men went nu een
maal heel gemakkelijk aan luxe, in welken
vorm dan ook.
En dat dit inderdaad een soort luxe is, be
merkt men eerst dan, wanneer de toestanden
veranderen en men het absoluut zonder moet
stellen en geheel op zichzelf aangewezen is.
Wanneer men b.v. in Indië als jongste
employé op een onderneming hoog in de
bergen en ver van een Europeesch centrum
wordt geplaatst, moederziel alleen op een
ver verwijderde afdeeling, in een slordig in
elkaar getimmerd en slecht geverfd houten
huisje, bestaande uit een paar hokjes van
kamertjes met. een klein stukje voorgalerij en
achter een rijtje wiebelende bijgebouwtjes.
Ja, lezer, ge kunt U zooiets misschien niet
voorstellen, dat is ook moeilijk, wanneer
men van dergelijke toestanden absoluut geen
idéé heeft, maar ik verzeker u, dat Iemand,
die voor het eerst in dergelijke omstandig
heden verkeert en noodgedwongen in zoo'n
stal moet leven, een gevoel krijgt, geheel al
leen op de wereld te zijn achtergebleven, ver
laten van God en alle menschen.
Hier begint in normale tijden en onder
normale toestanden de loopbaan, van den
a.s. administrateur, de man. die de groote
tantièmes ontvangt en die dan binnen wei
nige jaren steenrijk in de „Witte" troont.
Maar hoevelen brengen het tot die hoog
ste en meest begeerde betrekking? Ik heb
vele jonge menschen, hoopvol en met illusies
naar de tropen zien varen, maar ook velen
van hen later weer teruggezien in geheel
andere betrekkingen, dan die, waarvoor ze
waren uitgekomen. Ze hadden de eenzaam
heid niet kunnen verdragen, ze misten de
kracht, om zich dat te verschaffen, wat ze
hier in Nederland als vanzelf toeviel, en
waarvoor ze in het verre land met alle ener
gie moesten vechten: geestelijke ontwikke
ling en ontspanning. Maar het afmattende
dagelijksche leven van werken van den vroe
gen morgen tot den avond, had alle kracht
en energie van hen weggezogen.
Op zoo'n onderneming is geen volksuniver
siteit, daar zijn geen schouwburgen of con
certzalen, hoogstens is daar een „leestrom
mel". een particulier leesgezelschap van den
administrateur en de emplové's waarin de
Vie Parisienne het meest bekeken, niet eens
Het leven in de rimboe.
gelezen, blad is. Maar op de kleine plantages
is ook die trommel niet voel zaaks. Men moet
het dus hebben van zelfstudie en eigen lief
hebberijen. Lezen, lezen en nog eens lozen,
dat is het eenige middel om niet van de be
schaafde wereld te vervreemden, om „bij" te
blijven. Men leeft van verlof op verlof van
boeken, kranten en tijdschriften.
Wie dus niet van lezen houdt, moet dat lee
ren. of houdt het in de eenzaamheid niet uit,
degenereert, of moet het leven van cultuur
man vaarwel zeggen.
Een oogenblik leek het, dat de eenzamen
uit hun isolement zouden worden verlost en
zouden worden opgevroolijkt door een gere
gelde radioverbinding met Nederland en een
tijdlang zorgde de Fhohi onder leiding van
den voorti-crrelijken omroeper Jhr. v. Heurn
voor distributie van kunst en genot in de
tropen.
„Haalt de wereld in uw huls", was de leuze
(van Philips* en de aanvraag om ontvang
toestellen was enorm, ondanks de slechte
kwaliteit, van het materiaal.
Maar helaas, de verrukking was niet van
langen duur. Zoolang deze uitzendingen kon
den plaatshebben als experiment, ging alles
prachtig, maar tenslotte kwam hieraan een
eind. de offlcleele zendvergunning moest
worden aangevraagd, enfin, ik zal dit drama
niet aan de vergetelheid ontrukkende
Phohi ging door de welwillendheid van den
Minister ter ziele en daarmee eindigden de
schaarschc uren van genot, van zoo menig
eenzaam gezin in ons verre Oosten. De terug
val tot het oude werd zwaar gevoeld en be
treurd.
Alom vernam men van de zijde der radio
liefhebbers de leuze: Indië los van Holland!
Indië kan zichzelf wel aan radio helpen!
Doch het staat zeer te bezien, of dit Inder
daad zal blijken, waar te zijn. we willen het.
hopen, doch het Ls zeer twijfelachtig. Het
vraagstuk van de ultra-korte golf is er een,
dat nog op lange na niet is opgelost, en de
zoo zeer begeerde zender, welke alle deelen
van Indië kan bereiken, is nog steeds een
pig afgesloten van de bewoonde wereld en
moet leven op lectuur, en herinneringen aan
het vorig en plannen voor het volgend verlof,
utopie.
En zoo blijft de man in de rimboe voorloo-
Kort geleden hoorde ik nog iemand met
pathos beweren: Indië is geheel in cultuur
gebracht en geciviliseerd, de Indische pionier
is een legendarische figuur geworden.
Ik heb dezen Indië-kenner voorgesteld,
eens een vacantie te gaan doorbrengen op de
ontginningsterreinen in Zuid Sumatra en in
de buurt van de Korintji, dan zou hij wel tot
andere inzichten komgn.
Een stevige waardeering voor de planters,
vooral in dezen tijd van dubbel werk voor
minder dan half salaris, is heusch niet on
verdiend.
W.
Puddingdie voorbij gaat
door Vr. S.
Hij liep in een onplezierig humeur en ta
melijk verstrooid het restaurant binnen, om
dat hij een zwak voor pudding had een
eigenaardige afwijking voor iemand die in
granen doet, een onmannelijke afwijking
bovendien, en hij daar indertijd eens erg
goed had gegeten.
Vreemd overigens, dat zijn oog ineens op
dit restaurant gevallen was en hij zich dat
van die pudding zoo onverwachts herinner
deHij had toch waarachtig heel andere
dingen aan zijn hoofd. Met de zaken ging
het niet florissant. Kort geleden was hij blij
ven zitten met een heele partij graan, omdat
iemand toevallig ontdekte, dat de voorraad
waaruit hij verkocht niet deugde en nu was
een collega hem weer net voor geweest en
had een voordeelige lading voor zijn neus
opgekocht. Werkelijk het een na het ander
liep mis, zooals hem vroeger alles meeliep.
Daar was nu letterlijk voor een eerlijk zaken
man geen brood mee te verdienen, in graan
tenminste niet. En wat kon je er allemaal aan
doen?
De kellner presenteerde de spijskaart en
plaatste zich in eerbiedige afwachting ter
zijde. Hij wierp een haastige blik op alles
wat er gedrukt stond, bestelde vluchtig en
zonder bedenken een diner en met zijn vin
ger nadrukkelijk wijzend: „Hier. ober, die
moccapudding". Dan dook hij weer behaag
lijk in zijn eigen tevredenheid weg. Aan het
tafeltje naast het zijne verzekerde een jon
geling een blauwoogig meisje, dat ze de mooi
ste oogen van de wereld had. Hij dacht aan
de slechte zaken, aan zijn zoon die geen
energie, zijn dochter die geen verstand en
zijn vrouw die voor de zooveelste maal weer
geen hoed had. waarmee ze uit kon gaan. Ja
een groene had ze wel. en dat erijsie was
desnoods ook nog te dragen, en die paarse
nou ja, maar een klein zwart hoedje had ze
noodig, en direct noodig.anders kon ze dood
eenvoudig niet uitgaan. „En als je dan eci^s
niet uitging?" Maar dat was natuurlijk be
lachelijk, zoo'n antwoord, dat kwam niet
eens in aanmerking. „M'n beste, dan moet je
natuurlijk een hoed koopen", zou hij zeggen.
En zij zou triomfantelijk de kamer uitloopen
en terugkomen met den hoed. dien ze noodig
had parmantig op haar hoofd en ondeugend
zeggen, dat ze hem maar al vast gekocht
had. Altijd hetzelfde. En zoo gaat het niet
alleen met hoeden Zijn gedachten tolden
rond, draaiden weer om het graan dat niets
meer opleverdePlotseling schoof hij
alles van zich af. al dat naargeestige gepie
ker en verheugde zich op de pudding die hij
had besteld Gek toch. van zijn prilste jeugd
af. had hij dat zwak voor pudding gehad. Op
zijn verjaardag koos hij steevast: pudding,
en met een juichkreet placht hij bij zulke
gelegenheden de lepel in de lucht te zwaaien
voor hij zich als eerste van de lekker
nij bediende. Nu zat hij hier allerminst
op zijn verjaardag en verbeidde met niet
minder ongeduld zijn lievelingsgerecht. Waar
bleef die kellner eigenlijk. Het was bepaald
wel een half uur geleden dat. hij het laatste
doperwtje naar binnen slikte. Ja. waar bleef
die pudding eigenlijkl
Het was Inderdaad lang geleden dat hij de
laatste hand aan zijn maaltijd had gelegd.
Aan het tafeltje naast het zijne, waar de
Jongeling het blauwoogige meisje verzekerd
had, dat ze de mooiste oogen van de wereld
had. had een jongeman een bruinoogig meis
je al reeds hetzelfde verzekerd met niet min
der overtuiging; daarna had een echtpaar er
zwijgend en onaandoenlijk de maaltijd ge
bruikt en nu liet een meisje met donker-
golvend haar en een trotschen mond zich er
door twee blonde studentjes meedoogenloos
het hof maken.
De man die in granen deed. als er in gra
nen iets te doen viel, begon zich te ergeren.
Af en toe meende hij een blik van d<m kellner
in zijn richting te voelen, maar zoodra hij op
keek om dien blik te vangen, zweefde ze af
wezig ver over hem heen. Telkens en telkens
weer kwam hij balanceerend met schalen op
zijn tafeltje aan, zwenkte, en gleed sierlijk
voorbij, kwam terug en verdween weer.
Toen v/;rd de vriend van pudding, die
anders steeds een vriend van rust en orde
lijkheid was, verschrikkelijk boos en dreigend
riep hij den kellner ter verantwoording en
zei. dat- het geen manier was iedereen hier
te bedienen, terwijl hij al wel een half uur
op zijn pudding wachtte. Zoo duidelijk zag
bij plotseling de heele situatie voor zich, toen
hij één keer zijn reprimande begonnen was,
dat hij buiten zichzelf raakte van woede, en
mededeelde, zooals je in dergelijke stemming
je mededeelingen doet, dat hij er doodeen
voudig niet over dacht om na zoo'n behande
ling iets te betalen.
De kellner schrok eerst om dien plotselin-
gen aanval, maar dan zich herinnerend
hoe hij om dat tafeltje heendraaide' in de
hoop. dat die kerel eindelijk zou afrekenen,
kon hij zijn plezier met moeite tot een bin
nenpretje beperken. Op een toon die om ver
ontschuldiging vroeg, deelde hij hoffelijk
mede. dat hij een half uur geleden mocca-
pudding-speciaal door meneer besteld had
gebracht en een half uur op enkele minuten
na een totaal leeg schaaltje en bordje weer
had wegenomen.
Verbaasd en kwaadaardig over zooveel bru
taliteit ging de man in granen, die een lief
hebber van pudding was. recht overeind zit
ten en vroeg luidkeels hoe hij zoo onbe
schaamd dorst zijn te beweren, dat hij
moccapudding had gegeten: doperwtjes en
biefstuk was het laatste geweest. De kellner
onderbrak hem met een vriendelijke glim
lach: „Pardon, u hebt heelemaal geen dop
erwtjes gegeten. Het was andijvie en ge
mengd koud vleesch en tenslotte op uw uit-
drukkelijken wensch: moccapudding".
De man in granen voelde zich duizelig:
Van de hoogste toppen der woede viel hij
pijlsnel omlaag, naar de laagste diepten van
twijfel en daar erkende hij zijn eigen ver
strooidheid. Hij had zich door de slechte za
ken. de hoed van zijn vrouw en zijn graan op
den kop laten zitten; zóó, dat de smaak van
pudding onopgemerkt voorbij was gegaan,
zoodat hij schaamrood en met een inbewust
gegeten pudding het restaurant verliet èn
de kellner; die een visioen had een kort
visioen gelukkig van alle d,on Pluk
te en aangebrande gerechten en wien het het
hart in het lijf speet, dat hij ze den man in
granen in dat halve uur niet stuk voor stuk
had voorgezet.
Huilende inbrekers.
Een gaskannonetje tegen inbrekers verwekt
te Berlijn opzien. Inplaats van ammunitie
vuurt dit apparaat traangas op den In
breker af, hetgeen hem den verderen ..in
brekers-arbeid" onmogelijk maakt.
De Engelsche geoloog dr. L. F. Noble, voor
spelt het Jap arische eilandenrijk een droe
vig lot. Hij beweert dat Japan cp zijn laatst
over ihonderddarizend jaar, in de Tuscarara-
diepte zal verdwenen zijn.
Door verscheidene aardbevingen zal deze
verzinking der eilanden plaats hebben.
Bij dc laatste aardbeving zonk de bodem
der Sagani-Baai van Yokohama van een
diepte van 200 tot een van 1000 voet. En
nog zoo'n aardbeving zou een totale ver
zinking van het land tengevolge hebben cn
nog slechts dc top van den Foedjijama zou
boven hot water uitsteken.
Maar dat beleven wij niet meer.
De internationale omroep.
De „National Broadcasting Company", de
grootste Amerikaansc-he omroep, heeft be
sloten, een vasten vertegenwoordiger naar
Europa te zenden, die in Londen zijn intrek
zal nemen. Hot, is Frederick Bale;een /*m"ri-
kaan, die sinds 1912 in Europa woonachtig
en met alle naties vertrouwd is Na de oor
logsjaren was hij generaal-secretarLs der
herstel-conferentie in Oostenrijk. De reden
van deze aanstelling is. dat de N.B C. de
internationale nrozramnnn utw'^sellng
wenscht uit te breiden, waarbij tevens de
uitzendingen van Amerikaan rchen oorsprong
meer naar voren gebracht moeten v--i.
Onafhankelijk van deze aanstelling zal
dc Duitsche journalist Dr. Max Jordan als
voorheen de vertegenwoordiging van de N.
B. C. in Europa behouden cn in het bij
zonder bij uitzendingen van en naar Dultsch
sprekende landen fungeeren.
Het aantal luisteraars in
Duitschland.
Naar de statistiek vermeldt is het aantal
luisteraars in Duitschland sterk gedaald, ter
wijl het aantal niet-bctalendc luisteraars vrij
aardig is toegenomen. Op 1 October waren er
in totaal 4.077.347 installaties, waarvan 481.627
vrij van betaling (werkloozcn, oorlogsinvali
den etc.*. Tegenover 1 Juli is een teruggang
van 42.1184 installaties te constateeren en een
toeneming van 69.450 „vrije" installaties.
Het spreekt dus vanzelf dat ook de inkom
sten van den Dultschen omroep evenredig
verminderen. De totale afneming van het
aantal luisteraars in het laatste half jaar dus
van 1 April bedraagt 91.093.
Draadlooze energie-overbrenging?
Een schoenmaker te Viborg (Jutland) zou
een apparaat uitgevonden hebben, met be
hulp waarvan hij draadloos energie kn over
brengen. Bijzonderheden over deze uitvinding
zijn nog niet bekend. Er gaat een gerucht dat
Henry Ford voor de uitvinding een groot be
drag wil betalen.