h
BIJVOEGSEL
HAARLEM'S
DAGBLAD
Vrijdag 28 October
1932
AAN ALLEN.
Eenige weken geleden vertelde ik jullie
welk een wondere dierenwereld er in één en
kelen waterdroppel verborgen is. Velen van
jullie hebben 't op de film gezien en enke
len ook op school. We hebben 't toen ook
even over Antony van Leeuwenhoek gehad,
die voor 't eerst deze ontdekking deed met
zijn zelf uitgevonden en zelf vervaardigden
microscoop. Maandag, 24 October, was het
300 jaar geleden, dat deze knappe en ener
gieke man geboren werd. Microscoop staat in
verband met 't woord microcosmos, dat be-
teekent de wereld van 't kleine. Dus met een
microscoop ziet men 't kleine groot, 't Was
in de gouden eeuw. dat van Leeuwenhoek
leefde. De grootsten der grooten waren zijn
tijdgenooten. Denk maar eens aan Rem
brandt, Frans Hals, Jan Steen, Vermeer,
Christiaan Huygens, Vondel, Hooft, Hugo de
Groot, Simon Stevin enz.
Te midden van zooveel sterren heeft men
t licht dat van hem uitging, misschien te
weinig gewaardeerd. Nu de wetenschap zoo'n
vlucht heeft genomen, beseft men pas ten
volle welk een geweldig knap man die Leeu
wenhoek is geweest.
Zooals zoovele groote geesten is Leeuwen
hoek gesproten uit een zeer eenvoudige fa
milie. Zijn vader was mandenmaker. Veel
meer dan gewoon Lager onderwijs genoot
Antony niet. Hij woonde in een achteraf
buurtje in Delft en had nog 4 zusjes.
Op 16-jarigen leeftijd ging hij naar Am
sterdam om bij een linnenkoopman het be
drijf te leeren. Hij scheen daar flink zijn
werk te doen want al spoedig werd hij boek
houder in deze affaire. Hij kwam in aanra
king met Jan Swammerdam een groot ge
leerde uit dien tijd. Deze Swammerdam
heeft aan Antony werken te lezen gegeven
over Natuurkennis.
In 1654 keerde van Leeuwenhoek naar zijn
geboorteplaats Delft terug en begon daar
voor eigen rekening een lakenhandel. Hij was
toen getrouwd en heeft ruimschoots zijn
deel gehad aan ramp en tegenspoed. Van
zijn 5 kinderen stierven er 4 al heel jong en
ook zijn vrouw kwam te vallen. Zijn eenïg
overgebleven dochter Maria heeft haar va
der gelukkig trouw verzorgd tot aan zijn
dood toe.
Leeuwenhoek werd weldra een gezien man
in Delft. Verschillende eerebaantjes werden
hem opgedragen. Weinigen wisten hoe hij
zijn vrijen tijd besteedde aan 't onderzoek
van 't kleine in de natuur. Die eerste ver
grootglazen schenen zoo heel eenvoudig: een
kleine, maar sterk vergrootende bolle lens,
die in een plaatje van metaal was omvat.
Leeuwenhoek wist deze kleine lens zoo te
slijpen, dat zijn beelden buitengewoon hel
der waren en soms wel 200 keer vergroot
werden Deze microscopen heeft hij nooit
willen verkoopen. Vrij mocht men zijn schat
ten bezichtigen, maar hij wees ieder gelde
lijk aanbod van de hand. Vele geleerden
kwamen tot hem. Leeuwenhoek kreeg ook
heel wat brieven te beantwoorden, waarvan
er enkele nog bewaard zijn gebleven.
Hij schrijft daarin over zijn waarnemin
gen van schimmel, garnalenoogen, bijen
angels enz. Geregeld verschenen ook bijdra
gen van zijn hand in een Engelsch blad. Ten
gevolge daarvan kreeg hij een verzoek om
lid te willen worden van de Royal Society, een
studieclub van groote geleerden.
Toen hij zijn ontdekking bekend maakte
van de infusiediertjes, dacht, men. dat hij
zich vergiste. Alleen ook met 't microscoop
van Leeuwenhoek waren ze te ontdekken.
Wat een geduld, wat een volharding heeft
deze man aan den dag gelegd. Hij onder
zoekt en vergelijkt tot in 't oneindige.
Om vloeistoffen zuiver te kunnen opvan
gen heeft hij glazen buisjes noodig. Welnu,
hij leert zelf glasblazen. Het resultaat van
al zijn onderzoekingen is ten slotte dit: dat
voor alle levende wezens dezelfde wetten gel
den. In zijn nagelaten papieren heeft men
eigenaardige persoonlijke uitingen gevon
den, die ook nu na 3 eeuwen ons zeker iets t>e
zeggen hebben.
lo. Door arbeid en naarstigheid komt men
tot zaken, die men van te voren onnaspeur
lijk achtte.
2o. Ik zal mijn trachtingen tot geen ander
einde strekken, dan om de waarheid.
3o. Mijn ai'beid, die ik veel jaar achtereen
gedaan heb is niet geweest om den lof, dien
ik nu geniet, maar meest uit een drift van
weetgierigheid.
W. B.—Z.
BAAS BOVEN BAAS
Twee kooplieden hadden ruzie over een
■om geld. De een was een groote. forsche
kerel, terwijl de ander een nietig ventje was.
De laatste zei tot de eerste: .,Als jouw gewe
ten net zoo groot is als je hoofd, heb je al
een ruim geweten," waarop de ander ant
woordde: „Als jouw geweten net zoo groot is
als jouw hoofd, heb je heelemaal geen ge
weten."
HIJ WAS NIET OP DE HOOGTE
Een jongen heeft zijn bal op t kazerne
terrein getrapt, en vraagt aan een militair:
„Korporaal, mag ik mijn bal halen?"
,,'k Ben geen korporaal, maar onder-of
ficier," is het antwoord.
„Als je toch nog geen korporaal bent, haal
hem dan even voor me."
Onderwijzer tot Jan: Is een ezel kleiner
of grooter dan jij Jan?
Jan: Kleiner Meneer.
Onderwijzer: Hoezoo, Jan?
Jan: U zei laatst zelf, dat U nog nooit
zoo'n groote ezel gezien had als ik.
Marietje: Opa. hoe weet U nu of een ge
braden kip jong of oud is?
Opa: Aan de tanden, kind.
Marietje: Maar opa, een kip heeft toch
geen tanden.
Opa: Maar ik wel. kind.
Slecht gehumeurde meneer: „Had je me
dat niet eerder kunnen zeggen?"
Het dienstmeisje: „Meneer u moet op
staan, 't is acht uur."
WOLVENJACHT BIJ DE
KIRCIEZEN.
Het Russische steppengebied is misschien
wel het merkwaardigste land van de geheele
aarde. Het is eindeloos en eenzaam als de
oceaan, één troostelooze vlakte zonder ge
boomte, zonder bergen en afgronden, maar
zelf één groote afgrond voor den man, die
het zou wagen om er zonder gids door te trek
ken. Want hij zou reddeloos verloren zijn. In
den zomer zoover het oog reikt, begroeid
met gras dat tot manshoogte reikt, in den
winter, lente en herfst één groote witte vlakte
Is 't sneeuw of stof? Het verblindt in elk ge
val de oogen; wie zal onderscheiden wat het
is? Hier en daar rijzen geweldige ruines uit
de vlakte op, heele steden soms, maar
verlaten. Eeuwenoude muren, voor duizend
jaar gebouwd door trekkende volksstammen
Maar dat alles is slechts te vergelijken met
de wrakken op den bodem der zee, ze gaan
verloren in de oneindigheid van het land.
En de mensch zelf? De taaie, magere,
kleine kozak, legitimeert zich alleen, daar
door als mensch, dat hij, in tegenstelling
met de dieren, zijn vacht kan uittrekken.
Zijn heele leven is nog jacht en strijd, precies
als in den tijd der Germanen. Ze zijn in geen
enkel opzicht te vergelijken met de nijvere,
landbouwende bevolking van de beschaafde
landen. Maar wat hun rijkunst en ook wel
andere takken van sport aangaat, zijn de
Kirgiezen onze sportsmenschen dikwijls ver
reweg' de baas. We behoeven hen slechts
gade te slaan als zij op de wolvenjacht
gaan. De wolvenjacht is voor de Kirgiezen
als het ware de nationale sport bij uitne
mendheid. En het is een grootsche, een échte
sport! Een vossenjacht, zooals wij die in
Europa kennen, is daarbij vergeleken slechts
kinderspel. Dat is, slechts een wedren naar
een levend doel, een soort heilgymnastiek,
anders niet.
In een berenjacht ligt misschien weer een
andere bekoring, namelijk die van het le-
BLINDE PASSAGIERS.
Men kan een blinde passagier zijn en het
gebruik van zijn beide oogen toch hebben
Alleen heeft zulk een reiziger er weinig aan,
omdat hij stilletjes in een vervoermiddel,
schip, wagen of vliegtuig gekropen is vóór
de reis aanving en zich daar verstopt of on
opgemerkt schuil tracht te houden om zoo
vrijen overtocht te krijgen. Met een leelijk
Hollandsch woord worden zulke passagiers
ook wel verstekelingen genoemd, omdat ze
zich verstoken of verstopt hielden.
Tegen wil en dank kunnen er soms ook
passagiers uit de dierenwereld aan boord
van schepen uit verre oorden en vreemde
landen komend in een heel ander werelddeel
belanden. Wanneer ze kans zien om veilig
aan boord te geraken en zich aan kunnen
passen aan klimaat en voedsel in het nieuwe
land, kan de aankomst van enk°!o exem
plaren soms tot zeer onverwachte gevoleen
aanleiding geven. Op die manier zijn tus-
schen de scheepsratten wel eens zeer scha
delijke soortcenooten naar vreemde streken
cekomen. waar ze tot een ware plaag wor
den konden, gevaarlijke ondermijners van
dijken of waterkeeringen.
Op het eiland Wieringen waren, vóór men
met de Zuiderzee-afsluiting begon, ceen bun
zings bekend. Toch werd er. toen do werken
pas goed in gang waren, daar zoo'n dier
aangetroffen. Voor het maken van den af
sluitdijk brachten er vele schepen gewel
dige hoeveelheden rijshout aan. Zeer waar
schijnlijk had een bunzing ergens in hot
Zuid-Hollandscne wilveniand onder een voor
-•«."Piioniricr raar het noorden bHeengebrac'-»
ten stapel rijshout zijn schuilplaats geves-
*^ed. Toen het no-renblik var. verseh^o1-
oar-trak 7o-*t de veriaavde bunzing ook
aan boord een veilige schuilplaats onder
en ma^k'" a' h
passagier de reis naar Wieringen mede. F'5
het ontlad^- cier vracht wist hij mee aan
wal te geraken.
Denk eens aan de groote kans. welke bij
den invoer van planten, bol- en knolgewas
sen bestaat, om tegelijk daarmede hier noe
onbekende, schadelijke insecten ingevoerd te
vensgevaar. Doch een wolvenjacht bij de
Kirgiezen is de heftigste, de snelste, de ra-
zendste beweging, »het is de rijkunst in een
waanzinnig tempo, met onberekenbare mo
gelijkheden cn onontwarbare situaties, het
is de adem-benemende haat en het grootste
levensgevaarTwee of drie mannen heb
ben een wolf urenlang gejaagd, gezeten op
hun bliksemsnelle, zwarte paarden. Eindelijk
is het ze gelukt, den wolf in te halen en te
omsingelen. Rochelend van woede en wan
hoop probeert het ondier aan te vallen en
den kring die zich steeds nauwer om hem
sluit, te doorbreken. Dichter en dichter ko
men de jagers naderbij en de krachtige arm
zwaait de kozakkenzweep, Scherp als sabel
houwen dalen de slagen neer en de wolf
weet niet meer wie zijn ergste belager is, de
ruiter, het paard of de zweep. In wilde ca
dans wervelen ze om hem heen en alleen
die samenwerking bezorgt op den duur de
nederlaag aan den wolf. Wat zou ook het
onnoozele paard zonder zijn berijder moeten
beginnen? En hoe vlug zou de zwakke
mensch niet zijn verscheurd als het paard
hem geen vleugels gaf! Ja, wat zouden zelfs
beiden zijn, zonder dat verschrikkelijke en
gevreesde wapen, de zweep? Steeds vlugger
wordt de draaiende beweging, het ondier
draait mee, dan een laatste sprong in het
doellooze, een gejank en geschreeuw.... de
paarden staan stil en snuivende ruiters
sluiten een oogenblik de oogen, om de wereld
om hen heen weer stil te laten staande
buit behoort aan de overwinnaars
Een klein troepje, dat in de verte over de
vlakte trekten het stepperiland ligt weer
eenzaam en verlaten. Het steppenland, waar
nog de wet van het ,,oog om oog" geldt en de
wolf heeft moeten boeten voor de tallooze
malen, dat zijn makkers den eenzamen
mensch aanvielen en naar het leven stonden
W. MAZUR.
krijgen! Vele landen moeten zich door wet
telijke voorschriften tegen die ongunstige
kansen beveiligen, want de gevolgen kunnen
zeer groot zijn. Schildluizen op vrucht-
boomen, colorado-kevers op aardappelplan
ten. welke in Noord-Amerika groote ver
woestingen aanrichten, en honderden van
allerlei andere verwekkers van planten
ziekten, moeten zorgvuldig worden nagegaan
en bestreden hier en overal ter wereld.
Voor zulke blinde passagiers houdt ieder
liever zijn grenzen gesloten!
Andere verstekelingen tegen wil en dank
komen nog al eens voor tusschen de ladin
gen zuidvruchten uit Spanje of Italië, ook
tusschen de vrachten halfrijpe bananen-
trossen in West-Indië verscheept. De dieren
tuinen in Europa krijgen zulk een blinde
passagier nog wel eens ten geschenke, want
op die wijze raakt men onverwacht in het
bezit van dieren uit de tropen of warme lan
den, welke ginds tusschen de vruchten leef
den en toevallig tusschen de vracht raakten.
Vruchtenetende vleermuizen en vampyrs.
buidelratten. slangen, hagedissen, prachtig
gekleurde kevers en vlinders en ook de
groote. in bananentrossen weggekropen reu
zenspinnen werden aan boord der bananen-
schuiten in de ruimen aangetroffen. Vogel
spinnen noemt men die laatste spinnen ook
wel en men beschuldigt ze ervan vogeltjes
te vangen en die op te eten. Ze kunnen tot
10 centimeter groot worden en zien er wel
griezelig uit met hun tien behaarde pooten.
zoo dik als potlooden. 't Zijn net als alle
spinnen echte roofdieren, maar ze moeten op
den grond hun dierlijke voedsel zoeken, want
een web maken kunnen ze niet. De kans om
daar vogeltjes te verschalken is niet zoo heel
groot, hoor!
G. DE GR.
Wist je dat? Op het eiland Tohiti re-
get het niet alleen eiken dag, maar ook op
elk uur van den dag.
Een meevaller. In 1824 bracht een En-
gelschman 10 pond sterling op de Engclsche
postspaarbank cn in 1851 deed hij dit nog
maals. Toen nu onlangs de man stierf en een
bloedverwant zich met het geërfde boekje
aan de spaarbank vertoonde, werd hem 233
pond sterling uitbetaald-
Ook al bezuiniging. De duiven van
het San Marcoplein te Venetië zullen ten
gevolge der bezuiniging moeten verdwijnen.
Een prachtbrug. In Massachusetts heeft
de bevolking een brug. die niet meer ge
bruikt werd. met bloemen beplant.
Kookles voor jongens. Op verschillende
scholen in Londen wordt tegenwoordig in
de hoogste klasse niet alleen aan meisjes,
maar ook aan jongens les in 't koken gege
ven.
POSTZECELRUBRIEK.
NOORWEGEN
m
ise
f>
/<Pt
'O'S
r.
4 *-
13 O
rïO
Zoo
so+
AA
r*
/O-c
cr e
Zoo
/tPas- foo j
30~o
SC O
/'3 o
Gedurende 188390 werd een serie uitge
geven, in teekening bijna gelijk aan die van
187778. Het eenige verschil is. dat bij deze
serie de posthoorn niet geschaduwd is (Zie
fig. 1). Er verschenen: l ore (olijfgrijs», 1
ore (bruin), 2 ore (bruingeel), 3 ore (oran
jegeel), 5 ore (blauwgroen of geelgroen), 10
ore (rood), 12 ore (lichtgroen). 12 ore (geel
bruin), 20 ore (bruin). 20 ore (ultramarijn)
en 25 ore (lila). Grootte van de vakjes 2.8
bij 2.3 c.M.
De eerste serie portzegels verscheen gedu
rende 18891914. Op de zegels is in 't mid
den een rechthoek afgebeeld met het waar
decijfer en de woorden „at be tale". In den
breeden bovenrand staat de landsnaam, on
der „Portomarke" terwijl in de staande zij
den het woord „ore" met een kroon er boven
en een posthoorn er onder. De waarden zijn:
1 ore (olijfgrijs), 4 ore (roodlila), 10 ore
(rood), 15 ore (bruin). 20 ore (ultramarijn)
en 50 ore «roodbruin». Grootte van de vakjes
2.8 bü 2.3 c.M.
Gedurende 1894—1907 verscheen oen nieuwe
serie in het posthoorntype. Bij deze serie
zijn de lettertypen van de landsnaam gewij
zigd. Bij de vorige series was deze NORGE
cn nu NORGE. Jullie bemerkt we'., dat je
goed moet uitkijken de zegels van Noor-
wogen te rangschikken. Bij deze serie komt
nog een bijzonderheid, die haar doe-, onder
scheiden van de serie, die we later krijgen,
nj. in den bovenrand van de posthoorn, vlak
onder de kroon loopt een verbindingslijntje
van de buiten- naar de binnenlijn tZie fig.
2». Uitgegeven werden: 1 ore (olijfgcjjs). 2 ore
(bruingeel), 3 ore (oranje), 5 ore (groen). 10
ore «rood», 15 ore «bruin». 20 ore (ultrama
rijn) 25 ore «lila» 30 ore «donkergrijs»35
ore «donkergroen), 50 ore (karmijnbruin)
en 60 ore (blauw). Grootte van de vakjes
2.8 bij 2.3 c.M. Zie voor de indeeling 't schetsje
DE ONTDEKKING VAN
URANUS.
Tegen het einde van de achttiende eeuw
of precies gezegd op 13 Maart 1781. werd een
van de belangrijkste ontdekkingen gedaan
in de sterrenkunde. Op dien dag namelijk
ontdekte de Duitscher Herschel de planeet
Uranus. De muziek was eigenlijk het vak dat
de man uitoefende, maar hij hield zich ook
wel bezig met de vervaardiging van spiegel-
telescopen. Eens maakte hij cr eentje met
een straal van ruim een meter en daarmede
had hfj-het geluk, voor het eerst de ster te
aanschouwen. De plaats waar Herschel de
ster voor het eerst zag is de melkweg. Tur-
schen de horens van den stier cn de voeten
van de tweelingen. Hij ontdekte de ster door
dat ze door zijn instrument aanmerkelijk
vergroot verscheen, terwijl de vaste sterren
door een verrekijker eerder kleiner dan
grooter schijnen. Had de ster een staart nf
een nevel gehad, dan had nien haar ook voor
een komeet kunnen houden, maar bij hon
derdvoudige vergrooting bleek ze rond te zijn
en don vorm van een planeet te hebben.
Hoe men er toe kwam om de nieuwe s'er
Uranus te noemen? Die naam is ontleend
aan de heel oude fabels van Grieksche dich
ters. Volgens hem was Uranus een oor-oude
koning en een van dc eerste ontdekkers in
de sterrenkunde. Men hield hom ook voor
den varier van Saturnus. zooals deze we?r
den vader van Jupiter werd genoemd. Te
genwoordig weten wc. dat Uranus 84 jaar
noodig hoeft om haar baan te volbrengen en
dat ze daarbij door vier manen, namelijk dc
Ariel, Umbriel, Tltania cn Oberon wordt ver
gezeld. En we weten ook dat zij veertien maal
zoo zwaar is als onze aarde.
JOH. T.
IN DIERENLAND.
Als we over wilde dieren spreken, dan
denken we in de eerste plaats aan de Afri-
kaansche en Zuid-Amerikaanseho wildernis
sen, waar ze tegenwoordig leven. En ge
woonlijk staan we er niet bij stil dat cr ook
een tijd was al ligt die dan ook héél ver
achter ons dat bijv. de leeuw in Europa
voorkwam. „Dat is nu ook nog het geval."
hoor ik een grappenmaker zeggen. Dat is
inderdaad zoo. maar.alleen in de dieren
tuinen. En de in vrijheid levende leeuwen
zien er toch we! een beetje anders uit dan
de exemplaren die we in onze dierentuinen
zien. In de wildernis hebben de mannetjes
niet die prachtige manen. Die zijn voor een
goed deel aan doornen en struiken blijven
hangen, bij de opwindende jachten. En ook
zien de in vrijheid levende exemplaren er niet
altijd zoo welgedaan uit. De koning der die
ren voert in de wildernis een harden strijd
om het bestaan cn het gebeurt wel eens dat
de vangst niet meeviel en hij met een leegc
maag naar bed moet. Ontdekkingsreizigers
van den laatsten tijd hebben zelfs gezien
dat de "koning der dieren in do keuze van zijn
voedsel niet altijd even koninklijk ls. en. als
hij honger heeft, ook wel dood wild. nametijk
de resten van den buit, door andere roof
dieren gemaakt, niet versmaadt. Zoo zien
we, dat ook In de dierenwereld het spreek
woord geldt, dat honger rauwe boonen zoet
maakt.
E'en andere, bijna voorhistorische verschij
ning in de wildernis, is de giraffe. Dc naam
van dit merkwaardig dier is van Arabischen
oorsprong en ontstond door verbastering
van het woord „Zirafct". De volwassen gi
raffe is van voren wel zes meter hoog en
van achteren drie meter. Haar ge-vlekte huid
doe denken aan die van den panter
De ontzettend-hooge voorbeenen en de won
derlijk lange hals geven dc verschijning van
het dier iets spookachtigs. De giraffe is zeer
schuw en vreesachtig, maar gemakkelijk te
temmen. In vrijheid leeft ze hoofdzakelijk
van bladeren, twijgen en gras. In gevangen
schap eet ze ook uien, bieten enz., die ze
als lekkernijen beschouwt.