LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
BIOSCOOP.
Nieuwe Uitgaven.
Litteraire Fragmenten.
door KAREL DE JONG.
De g-minew-Symphonie fvan Mozart,
waarm?de het Zooi dagprogramma Tan het
Concertgebouw aanvangt is de middelste dei-
beroemde trits, die door de nummers 543,
550 en 541 van KöcTiels catalogus gevormd
wordt. In de complete uitgave van Mozarts
werken dragen die drie SympQuouieen de volg
nummers 39, 40 en 41. Met no. 41. de Jfuipi-
ter-symphonie wc-rdt de reeks afgesloten. De
Köchal-nuimmers doen, gezien de snelheid
waarmee Mozart wenkte, reeds vermoeden, dat
zij binnen een kort tijdsverloop geschreven
zijn; inderdaad ontstonden deze drie n.l.
tusschen half Juni en half Augustus van
het jaar 1788, het jaar waarin ook de Don
Juan-partituur uit Mczar.ts pen vloeide. Wie
de langzame werkwijze van sommige toen-
aangevende componisten 'Ravel bijv. werkte
drie jaar over zijn klavierconcert, dat in
zijn geheel misschien een twintig mjnuten
speeltijd vordert); wie deze werkwijze verge
lijkt met di? van een Mozart of Schubert,
cf ook met- die van een Max Reger, moet er
kennen dat er, ook tusschen genieën nog
aanmerkelijke gradueeie verschillen be-
I staan.
In Mozarts werken komt de mineur-toon
soort betrekkelijk zelden voor. In 'het „Zon-
neland der schoonheid" was de 'hemel niet
vaak door wolken verduisterd. Ook d? werken
van Haydn zijn nreerendeels in majeur ge
schreven. De romantische periode in het be
gin der 19de eeu>w bracht een meerdere voor
keur voor 'het mineur mede, die zich al in
I vele composities van Mendelssohn en Schu-
manin weerspiegelt en die in de aia-roman-
tisohen tijd bijv. bij een Rachmaninoff, tof
een nagenoeg volslagen pessimisme doet con-
eludeeren. Van Mozarts karakter was pessi
misme het kenmerk niet en men neemt dan
ook vrijwel algemeen aan dat slechts bijzon
dere gebeurtenissen bij hem tot een stem
ming konden leiden die zich in de mineur
toonsoort uitite. Om de beteekenis dier uitin
gen op haar juiste waarde te schatten moet
men bedenken dat de brutale heftigheid, het
niets ontziend realisme van later in Mozarts
tijd op kunstgebied onbekend waren. Matig
heid was voorschrift; de schcone vorm moest
bewaard blijven. Daarom behoeft het ons
niet te verwonderen, dat een wenk als de
g-min. symphonie. dat door Mozarts tijdge-
nooten als tragisch werd aangevoeld en in
een referaat van het jaar 1802 ..huivering
wekkend" werd genoemd-, in d'? waardeering
van latere generaties daalde tot die van een
gracieus vormenspel met een in slagje v^n
zwaarmoedigheid. Zelfs is ze tientallen van
jaren op amakelooze wijze als enbre-acte
muziek misbruikt. Het is een gelukkig ver
schijnsel in onzen tijd dat men zich weer
in de geestelijke sfeer der oude meesters
heeft weten te verplaatsen en daardoor tot
een beter verstaan van hun werken gekomen
is, dan gedurende langen ijd het geval is
Voor Mozauts 'tijd [bevatte zijn g-imin.-
symphonie gedurfds genoeg. De overgangen
aan het begin van de doorwerking in het
eerste hoofddeel, de scherp dissoneerende
tegen-bewegingen kort voor de weder-
inbrede van het hoofdthema, de abrupte
sprongen in den aanvang van het tweede
deel der finale mogen als voorbeelden gelden.
De somberheid der grondstemming, die in de
finale tot rustelooze gejaagdheid overgaat,
wordt slechts verzacht in de zangithema's der
Allegro's, in het Andante en in het Trio dei-
Menuet, waar het majeur echter meer be
rustend dan vroolijk klinkt. Opgemerkt zij,
dat het bewuste Trio aan de hoornisten hooge
eischen stelt.
De „Symphonie espagnole", een der meest
bekende en geslaagde werken van den Fransen
man Ed. Lalo (18231892) zal men des na
middags uit Hilversum en des avonds uit
Londen reg. kunnen hooren; het zal mis
schien meerderen interesseeren om de ver
tolkingen van Jacques Thiboud en Renée
Ohemet met elkaar te vergelijken.
De „Dramatische Symphonie met Koren,
Zangsoli en een Proloog", die Berlioz (1803
1869) naar aanleiding van de tragedie van
Shakespeare schreef, bestaat uit zes deelen,
waarvan echter gewoonlijk slechts twee of
drie worden uitgevoerd. Het Scherzo ,.De Fee
Mab" dat er ook toe behoort doch Zondag
niet gespeeld wordt, heeft op Shakespeares
werk geen betrekking en is door Berlioz
slechts terwille van het contrast na de lief
desscène van Romeo en Julia ingevoegd.
Vermelding verdient dat de Fransche mees
ter indertijd Wagner plagiaat schijnt
verweten te hebben wegens de gelijkenis van
het begin van diens voorspel 3de acte Lohen
grin met het thema dat het Feest bij Capulet
opent.
De Cantate „O Ewigkeit" wordt gerekend
tot de belangrijkste werken die Bach op dit
gebied geschreven heeft. Het. orkest speelt in
deze Cantate een belangrijke rol. In het eer
ste deel herinnert het tremolo der strijkers
aan het. rommelen van den donder; de bla
zers stellen daartegenover figuren, waarin
later de stem der hope en die van den Heili
gen Geest opgenomen wordt. De altstem (de
vrees) zingt het koraal, de tenor (de hoop)
opgewekte melodieën Dit- stuk is dus een
koraalfantasie. Daarna volgen een recitatief
en een duet- met soloviool, weer een recitatief
en dan brenst de bas de woorden van den
H. geest: ..Zalig ziin de dooden". Het is
evenwel twijfelachtig nf het programma der
Zondagochtenduitzending van Berlijn de
koorcantate bedoelt; er is n.l. nog een solo
cantate van Bach op denzelfden tekst, die
met het koraal ..Het. is genoeg" endigt en
het komt piij voor dat deze cantate be
doeld is.
Onduidelijk is ook het programma van de
..Grondslagen" van Daventry. Het vermeldt,
werken voor cello en piano van Mendelssohn.
Chopin en Brahms, maar de opsomming is
volkomen raadselachtig Chopin heeft slechts
2 werken voor kamermuziek geschrevenhet
trio oo. 8 en de sonate oo. 65. Zijn voorliefde
voor de klankkleur der cello openbaart zich
ook in enkele zijner pianowerken als het
Prélude in b min. op 28 no. 6 en de Etude in
cis min. op 25 no. 7. Zijn cellosonate mist
natuurlijk de overzichtelijkheid en evenre
digheid van den vorm en de ontwikkeling der
themas. die men bij de groo'e meesters der
ensemblemnzick vindt, doch bevat vele bril-
lanfce en ook vele zangerige gedeelten.
Werken op de letters van een naam ge
bouwd aN het. Belaiëff-kwartct (dat men
bij verkorting blaf-kwartet zou kunnen noe
men) bestaan er meerdere. Bach heeft meer
dere fugas op de noten b. a. c, h geschreven
en anderen hebben hem daarin nagevolgd.
De naam van den Deenschen componist
Gade (1817—1890) die zelfs op de losse sna
ren eener viool te spelen is. gaf het thema
van een der stukjes in Schumann's „Ju-
gendalbum".
Bij de herdenking in 1909 van Haydn's
sterfdag heeft de Parijsche uitgever Durand
eenige vooraanstaande componisten uitge-
noodigd een pianostukje op den naam Haydn
te schrijven; hoe ze 't met de letters y en n
klaargespeeld hebben moet men maar niet
vragen. Doch om op het kwartet terug te
komen: al is het motief der vier hoofddeelen
hetzelfde, kan men toch geen eenheid van
stijl verwachten, waar vier componisten het
ontwikkeld hebben, wat niet wegneemt dat
het als curiositeit zeker interessant mag
heeten.
HET TOONEEL
Jaarfeest Ned. R.K. Volksbond.
DE SOCIëTEIT „ONDER ONS"
door „Alberdingk Thym".
De R.K. Rederijkerskamer Alberdingk
Thijm heeft weer velen aan zich verplicht,
door gisteren voor den Nederlandschen R.K.
Volksbond in het gebouw St. Bavo een op
voering te geven van Gerard Nielen's De
Sociëteit Onder Ons" Dit stuk van Niclen,
dat wij eenige jaren 'geleden reeds bij Van
Lennep hebben gezien, is eigenlijk meer
klucht dan blijspel en het staat wel heel ver
beneden zijn „Gebroeders Kalkoen", maar
het heeft toch eigenschappen, die het ver
klaarbaar maken, dat dilettanten er zich toe
aangetrokken gevoelen. Met de waarschijn
lijkheid neemt Nielen het in deze klucht wel
niet erg nauw. maar de tegenstelling tus
schen de deftige, doch berooide familie
Brandhuyzen en den koekfabrikant Bolle
doet het bij een goedlachsch publick altijd
weer, zooals ook gisteren bij de opvoering
van Alberdingk Thijm opnieuw bleek. En om
dat de werkende leden van deze R.K. Rede
rijkerskamer blijkbaar enkel tot doel hadden
een feestvierende vereeniging een gezelligen
avond te bezorgen, kunnen wij dus zeggen,
dat zij met de vertooning van deze pretentle-
looze klucht dit doel bereikt hebben.
Toch zullen de spelers zelf wel gevoeld heb
ben. dat er nu en dan nog wel iets aan de
opvoering ontbrak. Het ging alles minder
„gesmeerd" om het nu maar eens populair
uit te drukken dan wij anders bij deze
vereeniging gewend zijn. Waarschijnlijk
kwam dit- ook door de uitgebreide bezetting
en de niet al te groote ruimte van het too-
neel in het. St. Bavo-gebouw. En het was ook
wel duidelijk te zien. dat er vele jonge krach
ten medespeelden. die nog op het tooneel
moeten wennen. Daardoor ontbrak er nog al
eens wat aan het samenspel en stond het
tooneel ook meer dan noodic was. Maar dit
alles heeft niet belet, dat het publiek zich
kostelijk amuseerde met deze klucht Men
was niet. al te ciitisch gestemd en de recen
sent wil het ook maar niet zijn, nu het een
feestavond gold.
Laten we dan alleen maar zeggen, 'dat
enkele „ouwe rotten" van Alberdingk Thijm
weer goed voor den dag kwamen. De heer
Jan Icas van Dijk gaf een aardige typeering
van den deftigen Hugo van Doesburg zonder
In de charge te vervallen, zooals de heer
Reiber het deed met den baron van Venerode.
Van Dijk is een sDeler. waarop de vereeniging
altijd aan kan. Zijn types zijn meestal goed
bestudeerd en hij weet ze ook tot leven te
brengen. De brave joviale Bolle werd met de
noodige bonhomie en luidruchtigheid ge
speeld door Jac. Henneman en voor hem
was dan ook wel het grootste deel van het
succes. En de Heer Jacq. van Elten toonde
weer als Timmers. dat hij ook in de kleine
rolletjes consciëntieus werk levert. Van de
dames was Jeanne Rubeling een aardige ver
schijning, die haar rolletje van Hermine niet
onsymnathiek speelde. Louise de Beer was
een bij de hand dienstmeisje, dat je haar
fortuintje van 1500 gulden van harte gunde,
De andere dames en heeren werkten ieder
naar hun krachten mede tot het meer en het
minder slagen van de opvoering Maar te
vreden kunnen zij allen zijn. want zij heb
ben een stampvolle zaal hartelijk laten
lachen en een vroolijken avond bezorgd. En
daarom was het gisteren toch in de eerste
plaats te doen.
J. B. SCHUIL.
CINEMA PALACE
Lil Dagover in het Aafa-filmwcrk
,Dc Danseres Barberina".
In langen tijd zijn
er hier in Haarlem
geen films geweest
met Lil Dagover en
hoewel zij niet tot
die filmsterren be
hoort die gauw ver
velen. kan zoo'n
tijdelijke afwezig
heid toch veelal
geen kwaad. Lil Da
gover is een tempe
ramentvolle actrice
met talent. De rol
van de danseres
Berberina ligt haar
Lil Dagover.
heel goed. ze is de nukkige, verwende ge
vierde actrice, die zich heel veel kan ver
oorloven.
Frederik de Groote. koning van Pruisen
(Otto Gebühr) wil haar verbinden aan het
ballet van de Koninklijke Opera, waar zij
weinig lust in heeft. Ze wordt daarom onder
militair geleide naar Berlijn gebracht.
Bij haar optreden in het ballet heeft zij
een overweldigend succes. Frederik de Groote
zelf stelt heel veel belang in haar en zij is
zeer gevoelig voor die eer.
Een van haar vereerders. Graaf Caglios-
tra, tracht door haar in het bezit te komen
van de Pruisische krijgsplannen. Barberina
waarschuwt den koning tegen Cagliostra. en
het is aan haar voor een groot deel te dan
ken, dat 's konings troepen zegevierend uit
den strijd komen.
Deze film is cr een van vorstelijke pracht
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Moeders,
Iet op Uw kinderen!
De voorteekenen van Engelsche Ziekte zijn gemak-
keiyk waar te nemen. Het kind huilt gauw. en
ls achterlllk met staan en loopen. Geeft daar
tegen den kleine, van de vierde maand af,
„DOHYFRAL"-TABLETTEN.
„Dohyfral"-tabletten bevatten gekristal
liseerd vltamine-D. het eenige mtddel
tegen Engelsche Ziekte.
i« a >2 tablet per dag ls voldoende
om Uw kind tegen genoemde ziekte
te beschermen, terwijl ze boven
dien aan het gestel ten goede
komen. ..nohyfral" zorgt voor
een rechfen rug, een stevig,
gaaf gebit, en wapent cie
constitutie tegen allerlei
besmettelijke ziekten.
2.75 per buisje van
20 stuks; per buisje
SKliMpn v_ 10 Btuks 1.50.
N.V. Pharmaceutische Producten Mij.
PHILIPS-VAN HOUTEN
Heerengracht 270 Amsterdam
en praal, van hoofsche manleren en 18de
eeuwsche smaakvolle kleederdracht, zoowel
voor dames als voor heeren. Alleen al daar
om heeft „De Danseres Barberina" haar
waarde, en is de belangstelling waard.
De journaals geven hun gebruikelijke beel
den, Max Fleischer een geluidteekenfilm
„Just a Gigolo". Voor degenen, die van deze
soort muziek houden, wilden we nog eens
bijzonder de aandacht vestigen op de presta
tie van den violist hierin, die in dit uit
stekende orkest nog eens apart uitblinkt.
Het werk dat vooral door beide heeren in
het tooneelnummer: „3 Dewers, elgante
acrobatiek" .wordt geleverd, is in zijn genre
O. K. Het is bijvoorbeeld onbegrijpelijk, dat
iemand, op zijn hoofd rustend op 'n dunnen
rekstok, die zooveel meters boven den grond
hangt, met één hand een collega aan twee
koorden acrobatische oefeningen kan laten
maken, zonder zelf een ongeluk te krijgen en
zijn vriend er een te bezorgen. Dat sterke
staaltje wordt door de twee heeren Dewer(s)
geleverd.
LUXOR-THEATER.
Tarzan, de Aapmcnsch.
Tarzan is met spanning tegemoet- gezien,
Tarzan is gekomen, en Tarzan heeft gewon
nen. Volkomen gewonnen. Van de honderden
belangstellenden, gisteravond in het volle
Luxortheater is hij de vriend geworden door
zijn sympathiek optreden, door zijn durf en
moed. zijn aanhankelijkheid en zelfopoffe
ring. En we gunnen hem dan ook gaarne,
dat het blanke meisje tenslotte bij hem
blijft om de gevaren van de jungle met
hem te deelen.
Parker en zijn compagnon Holt. handelaren
in ivoor, hebben over het olifantenkerkhof
hooren spreken, een plaats waarheen zich de
gewonde olifanten begeven om te sterven. Zij
zoeken die plaats om de schatten aan ivoor
daar vandaan te halen. Als zij op het punt
staan hun tocht te beginnen, komt Parker's
dochter Jane. aan. die mee wil gaan, wat
ze, ondanks tegenkanting van Parker, ook
doet. Onderweg wordt Jane door Tarzan, de
Aapmensch, meegenomen, die haar be
schermt tegen de gevaren die dreigen van
apen. leeuwen en andere wilde dieren.
Dan wordt ze teruggevonden door de expe
ditie van Parker en verlaat ze Tarzan weer.
De karavaan wordt overvallen door Pyg
meeën. Deze dwergen werpen hun in een
gorilla-kuil. Tarzan echtergewaar
schuwd door een aapje, snelt toe. slingert
zich van boom tot boom. zwemt een rivier vol
krokodillen over en redt hen. geholpen door
een kudde olifanten, die het dwerg-dorp ver
trappen.
Als Parker dan het olifantenkerkhof ge
vonden heeft, sterft hij. Holt gaat terug om
een nieuwe expeditie uit te rusten en Jane
blijft bij Tarzan in de wildernis.
Van dit gegeven heeft regisseur van Dijke
een geweldige film gemaakt, die boeit tot
het allerlaatste en bizonder spannende mo
menten biedt. Weliswaar is de geschiedenis
op zijn zachts uitgedrukt onwaarschijnlijk,
maar de sublieme uitwerking maakt in dat
opzicht weer zeer veel goed. In ieder geval
ontbreekt de sen timen teele liefdeshistorie, die
Trader Horn had en deze film in zekeren zin
verknoeide, al dreigde ook eventjes iets van
dien aard toen Tarzan en Janc aan het
zwemmen waren Voorts om de vergelij
king met Trader Horn nog even voort te
zetten mist Tarzan voor een grootdeel het
onderwijzende van Trader Hom. De laatste
nam het kleine gegeven te baat om zooge
naamd de wilde dieren in Afrika te toonen
en was dus quasi-documentair. Dit is Tarzan
niet en pretendeert het ook niet: elders in
dit nummer kunt u lezen, dat van Dijke o.a.
olifanten gehuurd heeft voor deze film. En
tenslotte zit er. mede daardoor, meer han
deling in.
Dat er gewerkt is met veel trucs, is onte-
genzeggcnlijk'juist. Maar in andere, niet-
jungle-films. soms niet? De wereld wil bedro
gen wordenen dit geldt bij de film zeer
sterk. In ieder geval ls de illusie volkomen
Wij zijn geboeid geweest van begin tot eind
en stapten daardoor gaarne over de enkele
onmogelijkheden heen. Bijv. hoe kende Tar
zan het woord: honger, dat Jane hem nog
niet genoemd had? En zoo is er meer.
Johnny Weismuller. er. Maureen O Sulli
van vervullen de hoofdrollen. De grooste eer
komt echter van Dijke toe, die op bijzonder
handige en knappe wijze deze film gemaakt
heeft, Juist door de geraffineerde montage is
deze film zoo spannend. Zijn kracht lig:
voorts in de halve niet felle belichting, de
juiste typeering en fraaie fotografie.
De geestige opnemingen van de apen ver
dient alle lof.
Het voorprogramma opent met een inte
ressant. filmpje over cowboy-sport, waarin
het langzaam werkend apparaat goed werk
doet, een geestige parodistische twee-acter
met Charley Chase uen een geluidstee ken-
filmpje van Flip de Kikker, dat een der grap
pigste is, die wij tot nog toe zagen. Het Orion
Profilte nieuws nieuwe yo-yo-dans.
prachtige opnemingen in de Rotterdamsche
haven, het leggen van de nieuwe spoorbrug
over de Schie enz.
Wat Luxor ditmaal brengt, is inderdaad
zeer goed.
R EMBR AN DT-THE ATER
Huldiging Speenhoff. Quick,
dc Clown.
Aan do hoofdfilm van gisteravond is een
eigenaardige plechtighetd voorafgegaan. Het
echtpaar Speenhoff. dat deze week het num
mer",.op het tooneel" voor zijn rekening
neemt, had de hulde in ontvangst te nemen,
welke vrienden en bewonderaars behoefte*
gevoelden te uiten, nu het dertig jaar is ge
leden, dat de vermaarde dichter-teekenaar-
zanger zijn loopbaan begon.
Aan den heer Carel van Hees viel als oud
ste vriend onder de aanwezigen het voor
recht te beurt, den jubilaris te mogen toe
spreken. Nadat Koos en Caesarine volop in
de bloemetjes waren gezet, trad de directeur
van onzen stadsschouwburg uit de rij der
feestcommlssarissen naar voren en begroette
het echtpaar met een hartelijk speechje.
Hij vertelde, hoe Koos eigenlijk tot deze
merkwaardige loopbaan gekomen is. Carel
van Hees heeft het allereerste begin mee be
leefd. Hij was te Rotterdam als jong acteur,
toen Speenhoff. na zijn marine en fabriek er
aan te hebben gegeven, als Journalist was
begonnen. Wanneer de jonge menschen dan
op een van hun kamers samenkwamen,
placht Koos een schrift uit zijn zak te halen
en zong bij zijn guitaar daar een zelfgemaakt
liedje uit.
Die liedjes waren voor kleinere kling be
stemd en Koos dacht er niet aan. ze in 't
openbaar voor te dragen of uit te geven.
Maar toen enkele jonge artlsten in navolging
van de Franschcn matinees wilden gaan ge
ven, zeiden ze tot Speenhoff: „Dat. is iets
voor jou, Koos!" Maar Koos wou niet, hij
was te verlegen en zag er tegen op, uit het
hoofd te loeren.
„Maar je hoeft ze niet uit hot hoofd tc
leeren: je draagt ze maar voor. zittend op Je
stoel, uit je schrift, net als hier!"
Er waren dien eersten avond in Tivoll
maar twintig bezoekers, maar zoodra Koos
bij zijn guitaar in zijn gekleede jas citeerde:
„Ik zit hier in mijn zwarte pak, ik voel me
niks op mijn gemak", begrepen ze, met iets
bijzonders te doen te hebben. En Johan de
Meester, die onder die twintig bezoekers was
schreef den volgenden dag in de N. R. C.:
„Daar is gister een wonder gebeurd!"
„Dat is nu dertig jaar geleden." zei de heer
Van Hees. „en het is een wonder, dat je al
dien tijd hetzelfde genre hebt kunnen vol
houden. Zeker, er zijn in het leven van lede
ren kunstenaar oogenbllkken. waarin hij aan
zichzelf twijfelt: ups and downs wisselen
elkaar af. Maar in die dertig jaar ben je in
alle groote en kleine plaatsen van Neder
land en verder in Indië en elders buiten de
grenzen met succes werkzaam geweest. Wij
hopen, dat jelui belden nog heel veel Jaren
voor het Hollandsche publiek moogt optre
den."
Speenhoff zelf heeft zijn oudste liedje
„Twee aardige menschen" en zijn vrouw
„Slaap, klein Marietje" en de „Kleine Kleu
ters" ten beste gegeven. Uit een nieuw num
mertje ,,'t Liedje van Jopie" bleek dat de
jubilaris na dertig jaar de kunst nog geens
zins verleerd is!
En nu de film. Van Siodmak. En met Hans
Albers. Hans Albers, gepaard met niemand
minder dan Lilian Harvey. Eersterangsre-
glsseur, cerstrangs acteurs. Aardig gegeven:
een vrouwtje, op den clown in de variété
verliefd, maar haar held niet. herkennend,
wanneer hij haar „ln burger" het hof maakt.
De minnaar Jaloersch op zijn vermomming,
waartegen hij het bij het vrouwtje moet af
leggen. De strijd in haar hart tusschen die
beide schijngestalten, do verbijstering als
het Quick eindelijk gelukt de waarheid tot
haar te doen doordringen en dan natuurlijk
het „happy end": Eva valt in Quicks armen,
„waarin ze nu de rest van haar leven zal
doorbrengen", zooals het programma het
uitdrukt.
Boeiende momenten, levendige entourages,
vermakelijke figuratie in het carricaturale
sanatorium met zijn folterkuren. Harmonisch
verband tusschen tooneel en muziek. Ex
pressief spel
En toch! Er is iets in deze film. wat do
volmaakte bevrediging in den weg staat. Wij
voelen 't al meer en meer: Siodmak het veel
belovend talent van Menschen op Zondag. De
man die zijn moordenaar zoekt en Afscheid
raakt, allengs in de knel van het commer-
cieele. Quick Ls meer een film van Hans Al
bers dan een film van Siodmak.
En Hans Albers beduidt: sex-appcal. Hans
Albers en Lilian Harvey. Men kan zich over
eten aan sex-appeal. zooals men zich over
eten kan aan oesters of bessenvla. En als wc
Hans Albers drie maal gezien hebben, onver
anderlijk dezelfde, al maar „siegend" en we
zien tegenover hem al maar bezwijmende Li
lians en Eva's, dan dringt de humbug van
dit soort sex-om-het-publiek tot ons door en
we schamen ons wol een beetje, dat we ons
zóó in het ootje laten nemen.
Ik heb wel eens hooren vertellen, dat men
dronkaards geneest door al hun spijzen in
jenever tc drenken. Jenever in 't brood, je
never in de aardappelen. Dan kom; er een
oogenbllk, dat ze walgen van Jenever en dan
zijn ze genezen.
Dit oogenbllk hebben we. dunkt mij- ten
opzichte van de sex-appeal allengs bereikt.
En dan. als we van Hans Albers en Lilian
Harvev ontnuchterd zijn geworden, krijgt
Siodmak zijn kans.
H. G. CANNEGIETEP.
Het Fransche bock.
Het Fransche Boek. orgaan der Vereeni
ging tot Bevordering der Studie van het
Fransch en van het Genootschap Nederland-
Frankrijk onder redactie van M. J. Prem-
sela wordt thans in zijn 12dcn jaargang uit
gegeven door de firma Meulenhoff. De uit
geefster zal zich beijveren om nog meer dan
tot nu toe het. geval was, het tijdschrift ln
dienst- te stellen van het Fransche Boek en
van de kunst en cultuur.
l'it „De Druiveplukkcrs" door
A. den Doolaard.
„Acht vreemde natiën, verleden jaar wa
ren het er slechts vier", zei de markies pein
zend. „Ook een Duitscher. tot mijn genoe
gen". Hij wendde zich vol verwondering tot
Monsieur Huitre. „Waarom zcide u: helaas
vreemdelingen? Ik wilde, dat alle natiën
hier plukken konden! U bezoekt geregeld dc
mis. niet waar? Welnu, Is de wijn niet de
hcildrank van elke gemeenschap var. zon
daren? Het gewone volk is vredelievend. Mon
sieur Huitre! Maar het kan den vrece niet
bereiken zonder hulp van hoogorhand!" Hij
keek opzij en ving een zoo ontstelden blik
van monsieur Huitre op. dat hij hartelijk
lachen moest. Maar aanstonds keerde zijn.
gelaat weer tot den strengen ernst terug,
want hij zag hoe Monsieur Huitre, ln trot-
schen twijfel, door middel van een gemeen-
zamen glimlach trachtte uit te vorschen of
het woord „hoogerhand" ook misschien
op hem zelve toepasselijk was. „Geenszins,
geenszins, Monsieur Huitre," zei de Saporta
opeens ernstig, want hij wilde zijn getrou
wen dienaar, die hem onthutst aankeek, niet
opnieuw door een vroolijken toon belecdlgen.
„Hoe gemakkelijk is soms het raden van
gedachten!" besloot hij, toen hij weer al
leen was. „Maar hoe moeilijk zoodra het
om iets anders gaat dan egoïsme! Maar wat
bestaat er buiten zelfzucht? Alleen de lief
de en dat alleen in zijn nobelsten vorm.
Want ook liefde kan zelfzucht wezen. Ik
wil den vrede, voor anderen is dit een deugd;
maar Ik wil enkel een fout van vroeger her
stellen. waaronder ik zwaar geleden heb; wat
ls mijn vredeswil dus anders dan zelfzucht?
Ik geef4 ruime loonen; ik laat niet overma
tig werken: is dit een deugd? Een arme
boer spaart het zweet van den daglooner
niet; ik geef uit overvloed; mijn deugd is dus
enkel gebrek aan gierigheid. Doodarm zal
ik moeten worden om vrijgevig te 2ljn
Hij schudde heftig het crijze haar en staar
de uit over de stille vlakte. „O zwijgende
natuur, neem mij terug in uw schoot!" zei hij
eenvoudig. „Zestig jaar lang streef ik naar
waarheid, naar erkentenis, en wat heb lk
gewonnen dan twijfel! Laat mij gelukkig
worden, terwijl ik in u onderga, natuur
Maar wat is geluk? Het verwijlen, een on
eindig oogenbllk lang.op 'n toppunt: met de
gedachte, dat dit oogenblik werkelijk onein
digheid is. Bestaat dit geluk? Hoe dwaas is
de vraag reeds! Tachtig jaren en meer zijn
dus niet voldoende geweest om mij de wet.
van den kringloop te leeren? Tachtig maal
voltrok het jaar zich, en vielen dc blaren af:
en met dat voorbeeld voor oogen vraag ik
naar het geluk dat duurt? Hónderd maal
heeft de woeste Mistral de blaren geschud en
ce takken gebroken voor het zachte sterven
in den herfst; zoo is het leed niet anders dan
de voorbereiding tot den dood. Wat zou on
dragelijker zijn dan een eeuwigheid van
gelukkig leven, en de dood als oen donder
slag daarop? Dwaasheid is dit alles; ik
vraag niet meer naar geluk; wie het niet
in de liefde gekend heeft, zooals ik. die
geve zich over aan een streven! Wat bad ik
daarnet? Neem mij terug in uw schoot? Nog
niet; lk begeer de waarheid; al het andere
kome zooals het wil!"
Hij staarde in den vlammenden avond. De
rauwe bergwanden waren overtogen met eer>
kostbaar rood. Elke glinsterende steen was
een kleinood; elke vlakke helling een gou
den plaat. De zon verdween; de slagschaduw
van den nacht viel over de vallei; elke gouden
staaf was weer een grauw stuk steen. De
markies haalde ce schouders op. Alle moei
zame gedachten van een' menschenlecftljd,
ln tien seconden geteokend door de onbe
wuste natuur!" mompelde hij. „Moet ik dan
slag op slag beschaamd worden'' En zou
iedereen zoo moeilijk voor zichzelf zijn als
lk?" besloot hij lachend, terwijl hij langzaam
de breede kasteeltrap besteeg.
Opeens stond hij stil. In de verte klor.k
het joelen van een naderenden troep, kroten,
harmonicatonen. on zweepgeknal. Een ijle
schemering vervulde het landschap, en elk
geluld klonk duidelijk en toch als in een
droom. Elke ahorntak, elke dcnncnaald
stond scherp tegen de lucht geteekend en
verbleef toch in een onwezenlijk licht. Het
joelen kwam naderbij. De markies steeg een
paar treden hoogor. Hij hoorde nu ook dc
hoefval der paarden en een hooge jongens
stem. die ,.A la soupe!" gikio. Weer steeg hij
een paar treden hooger. en staarde met ge
fronste wenkbrauwen naar don kasteelmuur,
or hij de gezichten niet onderscheiden kon.
Opeens eer. hoog-zwevende toon. cie in een
echo van den nabijen boschrand terug
sloeg: was dat Henri niet? De beide karren
denderden voorbij; het Joelen verdween ln
den vallenden nacht. Alleen de hoefslagen
klonken na. Vreemd, het was alsof ze lui
der werden en dichterbij kwamen, terwijl
het kargeratcl toch zwakker werd, en opeens
verdween. Hij keek verschrikt naar de grijze
streep van den kasteelmuurmaar geen
paardekop deinde daarboven uit; geen
zweepknal striemde ccn nacht. Een rilling
liep hem door de leden. Hij strekte de handen
bevend uit naai' den muur van het park.
die plotseling niet meer te onderscheiden
viel. want dc nacht had nu ook het stargc-
teekend netwerk der takken tot zich geno
men en hcerschtc onbeperkt. De diepe door
zichtigheid der lucht was nu enkel een
zwaar zwart zwijgen. En dwars daar doorheen
klonk de metalen hoefslag, die niet ophou
den wilde, als harde hamerslagen tegen den
hoogen stolp van den nacht. In do voorhal
vlamde het licht aan. HcUgcluid hield plot
seling op.
Maar terwijl hij eenzaam op dc breede
stoep stond, tusschen licht en duister, had
hij opeens dc heldere zekerheid, cat dit zijn
laatste druiven/pluk zou zijn.