LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING BIOSCOOP. Nieuwe Uitgaven. Litteraire Fragmenten. door KAREL DE JONG. De g-minew-Symphonie fvan Mozart, waarm?de het Zooi dagprogramma Tan het Concertgebouw aanvangt is de middelste dei- beroemde trits, die door de nummers 543, 550 en 541 van KöcTiels catalogus gevormd wordt. In de complete uitgave van Mozarts werken dragen die drie SympQuouieen de volg nummers 39, 40 en 41. Met no. 41. de Jfuipi- ter-symphonie wc-rdt de reeks afgesloten. De Köchal-nuimmers doen, gezien de snelheid waarmee Mozart wenkte, reeds vermoeden, dat zij binnen een kort tijdsverloop geschreven zijn; inderdaad ontstonden deze drie n.l. tusschen half Juni en half Augustus van het jaar 1788, het jaar waarin ook de Don Juan-partituur uit Mczar.ts pen vloeide. Wie de langzame werkwijze van sommige toen- aangevende componisten 'Ravel bijv. werkte drie jaar over zijn klavierconcert, dat in zijn geheel misschien een twintig mjnuten speeltijd vordert); wie deze werkwijze verge lijkt met di? van een Mozart of Schubert, cf ook met- die van een Max Reger, moet er kennen dat er, ook tusschen genieën nog aanmerkelijke gradueeie verschillen be- I staan. In Mozarts werken komt de mineur-toon soort betrekkelijk zelden voor. In 'het „Zon- neland der schoonheid" was de 'hemel niet vaak door wolken verduisterd. Ook d? werken van Haydn zijn nreerendeels in majeur ge schreven. De romantische periode in het be gin der 19de eeu>w bracht een meerdere voor keur voor 'het mineur mede, die zich al in I vele composities van Mendelssohn en Schu- manin weerspiegelt en die in de aia-roman- tisohen tijd bijv. bij een Rachmaninoff, tof een nagenoeg volslagen pessimisme doet con- eludeeren. Van Mozarts karakter was pessi misme het kenmerk niet en men neemt dan ook vrijwel algemeen aan dat slechts bijzon dere gebeurtenissen bij hem tot een stem ming konden leiden die zich in de mineur toonsoort uitite. Om de beteekenis dier uitin gen op haar juiste waarde te schatten moet men bedenken dat de brutale heftigheid, het niets ontziend realisme van later in Mozarts tijd op kunstgebied onbekend waren. Matig heid was voorschrift; de schcone vorm moest bewaard blijven. Daarom behoeft het ons niet te verwonderen, dat een wenk als de g-min. symphonie. dat door Mozarts tijdge- nooten als tragisch werd aangevoeld en in een referaat van het jaar 1802 ..huivering wekkend" werd genoemd-, in d'? waardeering van latere generaties daalde tot die van een gracieus vormenspel met een in slagje v^n zwaarmoedigheid. Zelfs is ze tientallen van jaren op amakelooze wijze als enbre-acte muziek misbruikt. Het is een gelukkig ver schijnsel in onzen tijd dat men zich weer in de geestelijke sfeer der oude meesters heeft weten te verplaatsen en daardoor tot een beter verstaan van hun werken gekomen is, dan gedurende langen ijd het geval is Voor Mozauts 'tijd [bevatte zijn g-imin.- symphonie gedurfds genoeg. De overgangen aan het begin van de doorwerking in het eerste hoofddeel, de scherp dissoneerende tegen-bewegingen kort voor de weder- inbrede van het hoofdthema, de abrupte sprongen in den aanvang van het tweede deel der finale mogen als voorbeelden gelden. De somberheid der grondstemming, die in de finale tot rustelooze gejaagdheid overgaat, wordt slechts verzacht in de zangithema's der Allegro's, in het Andante en in het Trio dei- Menuet, waar het majeur echter meer be rustend dan vroolijk klinkt. Opgemerkt zij, dat het bewuste Trio aan de hoornisten hooge eischen stelt. De „Symphonie espagnole", een der meest bekende en geslaagde werken van den Fransen man Ed. Lalo (18231892) zal men des na middags uit Hilversum en des avonds uit Londen reg. kunnen hooren; het zal mis schien meerderen interesseeren om de ver tolkingen van Jacques Thiboud en Renée Ohemet met elkaar te vergelijken. De „Dramatische Symphonie met Koren, Zangsoli en een Proloog", die Berlioz (1803 1869) naar aanleiding van de tragedie van Shakespeare schreef, bestaat uit zes deelen, waarvan echter gewoonlijk slechts twee of drie worden uitgevoerd. Het Scherzo ,.De Fee Mab" dat er ook toe behoort doch Zondag niet gespeeld wordt, heeft op Shakespeares werk geen betrekking en is door Berlioz slechts terwille van het contrast na de lief desscène van Romeo en Julia ingevoegd. Vermelding verdient dat de Fransche mees ter indertijd Wagner plagiaat schijnt verweten te hebben wegens de gelijkenis van het begin van diens voorspel 3de acte Lohen grin met het thema dat het Feest bij Capulet opent. De Cantate „O Ewigkeit" wordt gerekend tot de belangrijkste werken die Bach op dit gebied geschreven heeft. Het. orkest speelt in deze Cantate een belangrijke rol. In het eer ste deel herinnert het tremolo der strijkers aan het. rommelen van den donder; de bla zers stellen daartegenover figuren, waarin later de stem der hope en die van den Heili gen Geest opgenomen wordt. De altstem (de vrees) zingt het koraal, de tenor (de hoop) opgewekte melodieën Dit- stuk is dus een koraalfantasie. Daarna volgen een recitatief en een duet- met soloviool, weer een recitatief en dan brenst de bas de woorden van den H. geest: ..Zalig ziin de dooden". Het is evenwel twijfelachtig nf het programma der Zondagochtenduitzending van Berlijn de koorcantate bedoelt; er is n.l. nog een solo cantate van Bach op denzelfden tekst, die met het koraal ..Het. is genoeg" endigt en het komt piij voor dat deze cantate be doeld is. Onduidelijk is ook het programma van de ..Grondslagen" van Daventry. Het vermeldt, werken voor cello en piano van Mendelssohn. Chopin en Brahms, maar de opsomming is volkomen raadselachtig Chopin heeft slechts 2 werken voor kamermuziek geschrevenhet trio oo. 8 en de sonate oo. 65. Zijn voorliefde voor de klankkleur der cello openbaart zich ook in enkele zijner pianowerken als het Prélude in b min. op 28 no. 6 en de Etude in cis min. op 25 no. 7. Zijn cellosonate mist natuurlijk de overzichtelijkheid en evenre digheid van den vorm en de ontwikkeling der themas. die men bij de groo'e meesters der ensemblemnzick vindt, doch bevat vele bril- lanfce en ook vele zangerige gedeelten. Werken op de letters van een naam ge bouwd aN het. Belaiëff-kwartct (dat men bij verkorting blaf-kwartet zou kunnen noe men) bestaan er meerdere. Bach heeft meer dere fugas op de noten b. a. c, h geschreven en anderen hebben hem daarin nagevolgd. De naam van den Deenschen componist Gade (1817—1890) die zelfs op de losse sna ren eener viool te spelen is. gaf het thema van een der stukjes in Schumann's „Ju- gendalbum". Bij de herdenking in 1909 van Haydn's sterfdag heeft de Parijsche uitgever Durand eenige vooraanstaande componisten uitge- noodigd een pianostukje op den naam Haydn te schrijven; hoe ze 't met de letters y en n klaargespeeld hebben moet men maar niet vragen. Doch om op het kwartet terug te komen: al is het motief der vier hoofddeelen hetzelfde, kan men toch geen eenheid van stijl verwachten, waar vier componisten het ontwikkeld hebben, wat niet wegneemt dat het als curiositeit zeker interessant mag heeten. HET TOONEEL Jaarfeest Ned. R.K. Volksbond. DE SOCIëTEIT „ONDER ONS" door „Alberdingk Thym". De R.K. Rederijkerskamer Alberdingk Thijm heeft weer velen aan zich verplicht, door gisteren voor den Nederlandschen R.K. Volksbond in het gebouw St. Bavo een op voering te geven van Gerard Nielen's De Sociëteit Onder Ons" Dit stuk van Niclen, dat wij eenige jaren 'geleden reeds bij Van Lennep hebben gezien, is eigenlijk meer klucht dan blijspel en het staat wel heel ver beneden zijn „Gebroeders Kalkoen", maar het heeft toch eigenschappen, die het ver klaarbaar maken, dat dilettanten er zich toe aangetrokken gevoelen. Met de waarschijn lijkheid neemt Nielen het in deze klucht wel niet erg nauw. maar de tegenstelling tus schen de deftige, doch berooide familie Brandhuyzen en den koekfabrikant Bolle doet het bij een goedlachsch publick altijd weer, zooals ook gisteren bij de opvoering van Alberdingk Thijm opnieuw bleek. En om dat de werkende leden van deze R.K. Rede rijkerskamer blijkbaar enkel tot doel hadden een feestvierende vereeniging een gezelligen avond te bezorgen, kunnen wij dus zeggen, dat zij met de vertooning van deze pretentle- looze klucht dit doel bereikt hebben. Toch zullen de spelers zelf wel gevoeld heb ben. dat er nu en dan nog wel iets aan de opvoering ontbrak. Het ging alles minder „gesmeerd" om het nu maar eens populair uit te drukken dan wij anders bij deze vereeniging gewend zijn. Waarschijnlijk kwam dit- ook door de uitgebreide bezetting en de niet al te groote ruimte van het too- neel in het. St. Bavo-gebouw. En het was ook wel duidelijk te zien. dat er vele jonge krach ten medespeelden. die nog op het tooneel moeten wennen. Daardoor ontbrak er nog al eens wat aan het samenspel en stond het tooneel ook meer dan noodic was. Maar dit alles heeft niet belet, dat het publiek zich kostelijk amuseerde met deze klucht Men was niet. al te ciitisch gestemd en de recen sent wil het ook maar niet zijn, nu het een feestavond gold. Laten we dan alleen maar zeggen, 'dat enkele „ouwe rotten" van Alberdingk Thijm weer goed voor den dag kwamen. De heer Jan Icas van Dijk gaf een aardige typeering van den deftigen Hugo van Doesburg zonder In de charge te vervallen, zooals de heer Reiber het deed met den baron van Venerode. Van Dijk is een sDeler. waarop de vereeniging altijd aan kan. Zijn types zijn meestal goed bestudeerd en hij weet ze ook tot leven te brengen. De brave joviale Bolle werd met de noodige bonhomie en luidruchtigheid ge speeld door Jac. Henneman en voor hem was dan ook wel het grootste deel van het succes. En de Heer Jacq. van Elten toonde weer als Timmers. dat hij ook in de kleine rolletjes consciëntieus werk levert. Van de dames was Jeanne Rubeling een aardige ver schijning, die haar rolletje van Hermine niet onsymnathiek speelde. Louise de Beer was een bij de hand dienstmeisje, dat je haar fortuintje van 1500 gulden van harte gunde, De andere dames en heeren werkten ieder naar hun krachten mede tot het meer en het minder slagen van de opvoering Maar te vreden kunnen zij allen zijn. want zij heb ben een stampvolle zaal hartelijk laten lachen en een vroolijken avond bezorgd. En daarom was het gisteren toch in de eerste plaats te doen. J. B. SCHUIL. CINEMA PALACE Lil Dagover in het Aafa-filmwcrk ,Dc Danseres Barberina". In langen tijd zijn er hier in Haarlem geen films geweest met Lil Dagover en hoewel zij niet tot die filmsterren be hoort die gauw ver velen. kan zoo'n tijdelijke afwezig heid toch veelal geen kwaad. Lil Da gover is een tempe ramentvolle actrice met talent. De rol van de danseres Berberina ligt haar Lil Dagover. heel goed. ze is de nukkige, verwende ge vierde actrice, die zich heel veel kan ver oorloven. Frederik de Groote. koning van Pruisen (Otto Gebühr) wil haar verbinden aan het ballet van de Koninklijke Opera, waar zij weinig lust in heeft. Ze wordt daarom onder militair geleide naar Berlijn gebracht. Bij haar optreden in het ballet heeft zij een overweldigend succes. Frederik de Groote zelf stelt heel veel belang in haar en zij is zeer gevoelig voor die eer. Een van haar vereerders. Graaf Caglios- tra, tracht door haar in het bezit te komen van de Pruisische krijgsplannen. Barberina waarschuwt den koning tegen Cagliostra. en het is aan haar voor een groot deel te dan ken, dat 's konings troepen zegevierend uit den strijd komen. Deze film is cr een van vorstelijke pracht INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Moeders, Iet op Uw kinderen! De voorteekenen van Engelsche Ziekte zijn gemak- keiyk waar te nemen. Het kind huilt gauw. en ls achterlllk met staan en loopen. Geeft daar tegen den kleine, van de vierde maand af, „DOHYFRAL"-TABLETTEN. „Dohyfral"-tabletten bevatten gekristal liseerd vltamine-D. het eenige mtddel tegen Engelsche Ziekte. i« a >2 tablet per dag ls voldoende om Uw kind tegen genoemde ziekte te beschermen, terwijl ze boven dien aan het gestel ten goede komen. ..nohyfral" zorgt voor een rechfen rug, een stevig, gaaf gebit, en wapent cie constitutie tegen allerlei besmettelijke ziekten. 2.75 per buisje van 20 stuks; per buisje SKliMpn v_ 10 Btuks 1.50. N.V. Pharmaceutische Producten Mij. PHILIPS-VAN HOUTEN Heerengracht 270 Amsterdam en praal, van hoofsche manleren en 18de eeuwsche smaakvolle kleederdracht, zoowel voor dames als voor heeren. Alleen al daar om heeft „De Danseres Barberina" haar waarde, en is de belangstelling waard. De journaals geven hun gebruikelijke beel den, Max Fleischer een geluidteekenfilm „Just a Gigolo". Voor degenen, die van deze soort muziek houden, wilden we nog eens bijzonder de aandacht vestigen op de presta tie van den violist hierin, die in dit uit stekende orkest nog eens apart uitblinkt. Het werk dat vooral door beide heeren in het tooneelnummer: „3 Dewers, elgante acrobatiek" .wordt geleverd, is in zijn genre O. K. Het is bijvoorbeeld onbegrijpelijk, dat iemand, op zijn hoofd rustend op 'n dunnen rekstok, die zooveel meters boven den grond hangt, met één hand een collega aan twee koorden acrobatische oefeningen kan laten maken, zonder zelf een ongeluk te krijgen en zijn vriend er een te bezorgen. Dat sterke staaltje wordt door de twee heeren Dewer(s) geleverd. LUXOR-THEATER. Tarzan, de Aapmcnsch. Tarzan is met spanning tegemoet- gezien, Tarzan is gekomen, en Tarzan heeft gewon nen. Volkomen gewonnen. Van de honderden belangstellenden, gisteravond in het volle Luxortheater is hij de vriend geworden door zijn sympathiek optreden, door zijn durf en moed. zijn aanhankelijkheid en zelfopoffe ring. En we gunnen hem dan ook gaarne, dat het blanke meisje tenslotte bij hem blijft om de gevaren van de jungle met hem te deelen. Parker en zijn compagnon Holt. handelaren in ivoor, hebben over het olifantenkerkhof hooren spreken, een plaats waarheen zich de gewonde olifanten begeven om te sterven. Zij zoeken die plaats om de schatten aan ivoor daar vandaan te halen. Als zij op het punt staan hun tocht te beginnen, komt Parker's dochter Jane. aan. die mee wil gaan, wat ze, ondanks tegenkanting van Parker, ook doet. Onderweg wordt Jane door Tarzan, de Aapmensch, meegenomen, die haar be schermt tegen de gevaren die dreigen van apen. leeuwen en andere wilde dieren. Dan wordt ze teruggevonden door de expe ditie van Parker en verlaat ze Tarzan weer. De karavaan wordt overvallen door Pyg meeën. Deze dwergen werpen hun in een gorilla-kuil. Tarzan echtergewaar schuwd door een aapje, snelt toe. slingert zich van boom tot boom. zwemt een rivier vol krokodillen over en redt hen. geholpen door een kudde olifanten, die het dwerg-dorp ver trappen. Als Parker dan het olifantenkerkhof ge vonden heeft, sterft hij. Holt gaat terug om een nieuwe expeditie uit te rusten en Jane blijft bij Tarzan in de wildernis. Van dit gegeven heeft regisseur van Dijke een geweldige film gemaakt, die boeit tot het allerlaatste en bizonder spannende mo menten biedt. Weliswaar is de geschiedenis op zijn zachts uitgedrukt onwaarschijnlijk, maar de sublieme uitwerking maakt in dat opzicht weer zeer veel goed. In ieder geval ontbreekt de sen timen teele liefdeshistorie, die Trader Horn had en deze film in zekeren zin verknoeide, al dreigde ook eventjes iets van dien aard toen Tarzan en Janc aan het zwemmen waren Voorts om de vergelij king met Trader Horn nog even voort te zetten mist Tarzan voor een grootdeel het onderwijzende van Trader Hom. De laatste nam het kleine gegeven te baat om zooge naamd de wilde dieren in Afrika te toonen en was dus quasi-documentair. Dit is Tarzan niet en pretendeert het ook niet: elders in dit nummer kunt u lezen, dat van Dijke o.a. olifanten gehuurd heeft voor deze film. En tenslotte zit er. mede daardoor, meer han deling in. Dat er gewerkt is met veel trucs, is onte- genzeggcnlijk'juist. Maar in andere, niet- jungle-films. soms niet? De wereld wil bedro gen wordenen dit geldt bij de film zeer sterk. In ieder geval ls de illusie volkomen Wij zijn geboeid geweest van begin tot eind en stapten daardoor gaarne over de enkele onmogelijkheden heen. Bijv. hoe kende Tar zan het woord: honger, dat Jane hem nog niet genoemd had? En zoo is er meer. Johnny Weismuller. er. Maureen O Sulli van vervullen de hoofdrollen. De grooste eer komt echter van Dijke toe, die op bijzonder handige en knappe wijze deze film gemaakt heeft, Juist door de geraffineerde montage is deze film zoo spannend. Zijn kracht lig: voorts in de halve niet felle belichting, de juiste typeering en fraaie fotografie. De geestige opnemingen van de apen ver dient alle lof. Het voorprogramma opent met een inte ressant. filmpje over cowboy-sport, waarin het langzaam werkend apparaat goed werk doet, een geestige parodistische twee-acter met Charley Chase uen een geluidstee ken- filmpje van Flip de Kikker, dat een der grap pigste is, die wij tot nog toe zagen. Het Orion Profilte nieuws nieuwe yo-yo-dans. prachtige opnemingen in de Rotterdamsche haven, het leggen van de nieuwe spoorbrug over de Schie enz. Wat Luxor ditmaal brengt, is inderdaad zeer goed. R EMBR AN DT-THE ATER Huldiging Speenhoff. Quick, dc Clown. Aan do hoofdfilm van gisteravond is een eigenaardige plechtighetd voorafgegaan. Het echtpaar Speenhoff. dat deze week het num mer",.op het tooneel" voor zijn rekening neemt, had de hulde in ontvangst te nemen, welke vrienden en bewonderaars behoefte* gevoelden te uiten, nu het dertig jaar is ge leden, dat de vermaarde dichter-teekenaar- zanger zijn loopbaan begon. Aan den heer Carel van Hees viel als oud ste vriend onder de aanwezigen het voor recht te beurt, den jubilaris te mogen toe spreken. Nadat Koos en Caesarine volop in de bloemetjes waren gezet, trad de directeur van onzen stadsschouwburg uit de rij der feestcommlssarissen naar voren en begroette het echtpaar met een hartelijk speechje. Hij vertelde, hoe Koos eigenlijk tot deze merkwaardige loopbaan gekomen is. Carel van Hees heeft het allereerste begin mee be leefd. Hij was te Rotterdam als jong acteur, toen Speenhoff. na zijn marine en fabriek er aan te hebben gegeven, als Journalist was begonnen. Wanneer de jonge menschen dan op een van hun kamers samenkwamen, placht Koos een schrift uit zijn zak te halen en zong bij zijn guitaar daar een zelfgemaakt liedje uit. Die liedjes waren voor kleinere kling be stemd en Koos dacht er niet aan. ze in 't openbaar voor te dragen of uit te geven. Maar toen enkele jonge artlsten in navolging van de Franschcn matinees wilden gaan ge ven, zeiden ze tot Speenhoff: „Dat. is iets voor jou, Koos!" Maar Koos wou niet, hij was te verlegen en zag er tegen op, uit het hoofd te loeren. „Maar je hoeft ze niet uit hot hoofd tc leeren: je draagt ze maar voor. zittend op Je stoel, uit je schrift, net als hier!" Er waren dien eersten avond in Tivoll maar twintig bezoekers, maar zoodra Koos bij zijn guitaar in zijn gekleede jas citeerde: „Ik zit hier in mijn zwarte pak, ik voel me niks op mijn gemak", begrepen ze, met iets bijzonders te doen te hebben. En Johan de Meester, die onder die twintig bezoekers was schreef den volgenden dag in de N. R. C.: „Daar is gister een wonder gebeurd!" „Dat is nu dertig jaar geleden." zei de heer Van Hees. „en het is een wonder, dat je al dien tijd hetzelfde genre hebt kunnen vol houden. Zeker, er zijn in het leven van lede ren kunstenaar oogenbllkken. waarin hij aan zichzelf twijfelt: ups and downs wisselen elkaar af. Maar in die dertig jaar ben je in alle groote en kleine plaatsen van Neder land en verder in Indië en elders buiten de grenzen met succes werkzaam geweest. Wij hopen, dat jelui belden nog heel veel Jaren voor het Hollandsche publiek moogt optre den." Speenhoff zelf heeft zijn oudste liedje „Twee aardige menschen" en zijn vrouw „Slaap, klein Marietje" en de „Kleine Kleu ters" ten beste gegeven. Uit een nieuw num mertje ,,'t Liedje van Jopie" bleek dat de jubilaris na dertig jaar de kunst nog geens zins verleerd is! En nu de film. Van Siodmak. En met Hans Albers. Hans Albers, gepaard met niemand minder dan Lilian Harvey. Eersterangsre- glsseur, cerstrangs acteurs. Aardig gegeven: een vrouwtje, op den clown in de variété verliefd, maar haar held niet. herkennend, wanneer hij haar „ln burger" het hof maakt. De minnaar Jaloersch op zijn vermomming, waartegen hij het bij het vrouwtje moet af leggen. De strijd in haar hart tusschen die beide schijngestalten, do verbijstering als het Quick eindelijk gelukt de waarheid tot haar te doen doordringen en dan natuurlijk het „happy end": Eva valt in Quicks armen, „waarin ze nu de rest van haar leven zal doorbrengen", zooals het programma het uitdrukt. Boeiende momenten, levendige entourages, vermakelijke figuratie in het carricaturale sanatorium met zijn folterkuren. Harmonisch verband tusschen tooneel en muziek. Ex pressief spel En toch! Er is iets in deze film. wat do volmaakte bevrediging in den weg staat. Wij voelen 't al meer en meer: Siodmak het veel belovend talent van Menschen op Zondag. De man die zijn moordenaar zoekt en Afscheid raakt, allengs in de knel van het commer- cieele. Quick Ls meer een film van Hans Al bers dan een film van Siodmak. En Hans Albers beduidt: sex-appcal. Hans Albers en Lilian Harvey. Men kan zich over eten aan sex-appeal. zooals men zich over eten kan aan oesters of bessenvla. En als wc Hans Albers drie maal gezien hebben, onver anderlijk dezelfde, al maar „siegend" en we zien tegenover hem al maar bezwijmende Li lians en Eva's, dan dringt de humbug van dit soort sex-om-het-publiek tot ons door en we schamen ons wol een beetje, dat we ons zóó in het ootje laten nemen. Ik heb wel eens hooren vertellen, dat men dronkaards geneest door al hun spijzen in jenever tc drenken. Jenever in 't brood, je never in de aardappelen. Dan kom; er een oogenbllk, dat ze walgen van Jenever en dan zijn ze genezen. Dit oogenbllk hebben we. dunkt mij- ten opzichte van de sex-appeal allengs bereikt. En dan. als we van Hans Albers en Lilian Harvev ontnuchterd zijn geworden, krijgt Siodmak zijn kans. H. G. CANNEGIETEP. Het Fransche bock. Het Fransche Boek. orgaan der Vereeni ging tot Bevordering der Studie van het Fransch en van het Genootschap Nederland- Frankrijk onder redactie van M. J. Prem- sela wordt thans in zijn 12dcn jaargang uit gegeven door de firma Meulenhoff. De uit geefster zal zich beijveren om nog meer dan tot nu toe het. geval was, het tijdschrift ln dienst- te stellen van het Fransche Boek en van de kunst en cultuur. l'it „De Druiveplukkcrs" door A. den Doolaard. „Acht vreemde natiën, verleden jaar wa ren het er slechts vier", zei de markies pein zend. „Ook een Duitscher. tot mijn genoe gen". Hij wendde zich vol verwondering tot Monsieur Huitre. „Waarom zcide u: helaas vreemdelingen? Ik wilde, dat alle natiën hier plukken konden! U bezoekt geregeld dc mis. niet waar? Welnu, Is de wijn niet de hcildrank van elke gemeenschap var. zon daren? Het gewone volk is vredelievend. Mon sieur Huitre! Maar het kan den vrece niet bereiken zonder hulp van hoogorhand!" Hij keek opzij en ving een zoo ontstelden blik van monsieur Huitre op. dat hij hartelijk lachen moest. Maar aanstonds keerde zijn. gelaat weer tot den strengen ernst terug, want hij zag hoe Monsieur Huitre, ln trot- schen twijfel, door middel van een gemeen- zamen glimlach trachtte uit te vorschen of het woord „hoogerhand" ook misschien op hem zelve toepasselijk was. „Geenszins, geenszins, Monsieur Huitre," zei de Saporta opeens ernstig, want hij wilde zijn getrou wen dienaar, die hem onthutst aankeek, niet opnieuw door een vroolijken toon belecdlgen. „Hoe gemakkelijk is soms het raden van gedachten!" besloot hij, toen hij weer al leen was. „Maar hoe moeilijk zoodra het om iets anders gaat dan egoïsme! Maar wat bestaat er buiten zelfzucht? Alleen de lief de en dat alleen in zijn nobelsten vorm. Want ook liefde kan zelfzucht wezen. Ik wil den vrede, voor anderen is dit een deugd; maar Ik wil enkel een fout van vroeger her stellen. waaronder ik zwaar geleden heb; wat ls mijn vredeswil dus anders dan zelfzucht? Ik geef4 ruime loonen; ik laat niet overma tig werken: is dit een deugd? Een arme boer spaart het zweet van den daglooner niet; ik geef uit overvloed; mijn deugd is dus enkel gebrek aan gierigheid. Doodarm zal ik moeten worden om vrijgevig te 2ljn Hij schudde heftig het crijze haar en staar de uit over de stille vlakte. „O zwijgende natuur, neem mij terug in uw schoot!" zei hij eenvoudig. „Zestig jaar lang streef ik naar waarheid, naar erkentenis, en wat heb lk gewonnen dan twijfel! Laat mij gelukkig worden, terwijl ik in u onderga, natuur Maar wat is geluk? Het verwijlen, een on eindig oogenbllk lang.op 'n toppunt: met de gedachte, dat dit oogenblik werkelijk onein digheid is. Bestaat dit geluk? Hoe dwaas is de vraag reeds! Tachtig jaren en meer zijn dus niet voldoende geweest om mij de wet. van den kringloop te leeren? Tachtig maal voltrok het jaar zich, en vielen dc blaren af: en met dat voorbeeld voor oogen vraag ik naar het geluk dat duurt? Hónderd maal heeft de woeste Mistral de blaren geschud en ce takken gebroken voor het zachte sterven in den herfst; zoo is het leed niet anders dan de voorbereiding tot den dood. Wat zou on dragelijker zijn dan een eeuwigheid van gelukkig leven, en de dood als oen donder slag daarop? Dwaasheid is dit alles; ik vraag niet meer naar geluk; wie het niet in de liefde gekend heeft, zooals ik. die geve zich over aan een streven! Wat bad ik daarnet? Neem mij terug in uw schoot? Nog niet; lk begeer de waarheid; al het andere kome zooals het wil!" Hij staarde in den vlammenden avond. De rauwe bergwanden waren overtogen met eer> kostbaar rood. Elke glinsterende steen was een kleinood; elke vlakke helling een gou den plaat. De zon verdween; de slagschaduw van den nacht viel over de vallei; elke gouden staaf was weer een grauw stuk steen. De markies haalde ce schouders op. Alle moei zame gedachten van een' menschenlecftljd, ln tien seconden geteokend door de onbe wuste natuur!" mompelde hij. „Moet ik dan slag op slag beschaamd worden'' En zou iedereen zoo moeilijk voor zichzelf zijn als lk?" besloot hij lachend, terwijl hij langzaam de breede kasteeltrap besteeg. Opeens stond hij stil. In de verte klor.k het joelen van een naderenden troep, kroten, harmonicatonen. on zweepgeknal. Een ijle schemering vervulde het landschap, en elk geluld klonk duidelijk en toch als in een droom. Elke ahorntak, elke dcnncnaald stond scherp tegen de lucht geteekend en verbleef toch in een onwezenlijk licht. Het joelen kwam naderbij. De markies steeg een paar treden hoogor. Hij hoorde nu ook dc hoefval der paarden en een hooge jongens stem. die ,.A la soupe!" gikio. Weer steeg hij een paar treden hooger. en staarde met ge fronste wenkbrauwen naar don kasteelmuur, or hij de gezichten niet onderscheiden kon. Opeens eer. hoog-zwevende toon. cie in een echo van den nabijen boschrand terug sloeg: was dat Henri niet? De beide karren denderden voorbij; het Joelen verdween ln den vallenden nacht. Alleen de hoefslagen klonken na. Vreemd, het was alsof ze lui der werden en dichterbij kwamen, terwijl het kargeratcl toch zwakker werd, en opeens verdween. Hij keek verschrikt naar de grijze streep van den kasteelmuurmaar geen paardekop deinde daarboven uit; geen zweepknal striemde ccn nacht. Een rilling liep hem door de leden. Hij strekte de handen bevend uit naai' den muur van het park. die plotseling niet meer te onderscheiden viel. want dc nacht had nu ook het stargc- teekend netwerk der takken tot zich geno men en hcerschtc onbeperkt. De diepe door zichtigheid der lucht was nu enkel een zwaar zwart zwijgen. En dwars daar doorheen klonk de metalen hoefslag, die niet ophou den wilde, als harde hamerslagen tegen den hoogen stolp van den nacht. In do voorhal vlamde het licht aan. HcUgcluid hield plot seling op. Maar terwijl hij eenzaam op dc breede stoep stond, tusschen licht en duister, had hij opeens dc heldere zekerheid, cat dit zijn laatste druiven/pluk zou zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 17