Over den Atlantischen Oceaan. REISBRIEVEN UIT RUSLAND. Bonaire. Precies 10 uur licht de van Nes het anker, zwaait langzaam en stoomt dwars over het Schottegat de Annabaai door. De drukke ka den. omzoomd door roode huisjes met wit- omlijnde daklijsten, glijden aan ons voorbij. Er liggen een paar stoomschepen, maar veel schoenertjes, twee en driemasters, waarvan de helft de Nederlandsche, de rest de Vene- zolaansche vlag voert. Ze bregen aloë, houts kool en divi-divi van de Benedenwindsche eilanden of vruchten, bananen, meloenen, papaya's enz. van Venezuela. Dan passeeren wij het Gouvernementspaleis, het fort, waai de vlag ons saluut beantwoordt, van de over zijde. waar de hotels liggen, wordt druk ge wuifd en even later zijn wij in volle zee. Er loopt een kalme (deining, die het snelle schip nauwelijks doet bewegen. De schérpe boeg- snijdt door het water, dat het een lust is. Ik moet mijn plaats bij het voorkanon verlaten, want wij gaan schieten. Door den kijker kan ik de vier kogels van elke volle laag steeds vlak rond de schijf in het water zien val len. Gezellig, dat manoevreeren evenals alle gedoe aan boord van onze frissche Holland- sche jongens. R. K. Kerk op Bonaire. met een geweldigen zwaai hernemen wij dan onzen koers en gaat het recht op Bo naire aan. 45 mijl, drie uur varen, als wij het op ons gemak doen, anderhalf uur als er haast bij is! Als Curacao aan den horizont verdwijnt is Bonaire al duidelijk zichtbaar. Het Noordelijk deel is heuvelachtig, de Brandaris is ruim 200 Meter hoog., de Zuidpunt is vlak. zeer vlak zelfs, zoodat wij van de brug van den torpe dojager op de brandingsgolven achter te gen het eiland kunnen zien slaan. Maar de voorgrond is interessanter. Zoo moet Stavo ren of Petten er in hun bloeitijd hebben uit gezien! Keurige huisjes allemaal. Echt Hol- landsch netjes, een paar grootere en twee kerkjes er tusschen, Óp de reede weer schoe ners van allerlei afmetingen. De sloep van den gezaghebber haalt ons van boord. Zijn auto staat klaar voor de eerste korte ken nismaking met het eiland of eigenlijk met Kralendijk zelve. En -zoodra ge voet aan wal zet. beseft ge ineens, waar die eigenaardige naam vandaan komt: Koralendijk moet dat geweest zijn. want de branding werpt hier overal een dijk op. vaak tot 4 en 5 Meter bo ven den gemiddelden waterstand, geheel be staande uit losgeslagen stukken en brokken van de koraalriffen, die er voor liggen. Daar is weer werk voor den zeekijker, als het weer kalm genoeg is tenminste. Het stadje zelf maakt een keurigen indruk. Ook hier is een tijd van welstand geweest en de meesten hebben die gelegenheid aange grepen om huis en hof op te knappen. Do grootere huizen' zijn van koraalsieen ge bouwd en dan met kalk bij gesmeerd en rood geschilderd, baksteenrood hoor! De kleine re zijn van takken gevlochten, maar ook met leem en kalk glad gesmeerd en geschil derd: Flinke deuren, flinke houten luiken voor dê ramen, alleen de heg bestaat na tuurlijk weer uit cactussen, mannetje aan mannetje naast elkaar geplant. De bewoners zijn iets minder donker dam op Curacao; sluik haar komt er wat meer voor, meer In- diaansch bloed dus, maar Europeesch ge kleed zijn ze weer allemaal. Wij kijken nog even bij de werkverschaf fing. het- aanleggen van aarden en steenen dammen om het te snel afvloeiierde regen water tegen te houden en verwonderen ons hoe een chauffeur den weg vindt in die wir war van landweggetjes, die hier het cactus bosch doorkruisen. Want in deze buurt is de Kandelabercactus weer de domineerende fac tor in het landschap Dan bezien wij nog den nieuwsten huizenbouw, beton, gemaakt van en gewapend met koralen en gaan dan genieten van den prachtigen zonsondergang over de baai bij een kopje thee op het ter ras van den Pasangrahan. 's Morgens om 7 uur staat de wagen weer voor om een bezoek aan den vlakken Zuid- Oosthoek te brengen. Al gauw liggen de hui zen van het dorp achter ons en rijden wij voort over een steenige vlakte, langs het hek van een plantage. Een gewoon hek van ijzer- draad, maar de palen zijn een beetje onge woon vastgezet. Ze zijn maar een heel klein eindje in den grond te krijgen en daarom is elke paal vastgezet, door er een st-e' groote koraalbrokken omheen te stape len. Een gek gezicht en een juist- beeld van de armoede van den bodem. Toch groeit er nog wat mangrove, wat cactus en waar de grond iets beter is divi-divi en wabi, net als op Curasao. De koralendijk. vaak 100 a 200 M. breed ;s onze weg. Het achterliggende land wordt al vlakker en lager dan steeds grijzer en witter van kleur. Wij naderen de groote salinen, zoutpannen van Bonaire, een van de rijkdommen van het eiland. Zout in onuitputtelijke hoeveel heden, vooral in droge jaren. Alleen,de ar beidskrachten zijn schaarsc'n en duur en het werk is zwaar in de verblindende witte pekel en zouthoopen. Dat zouden wij ook een beetje ondervinden. Van Kralendijk af ko men wij eerst aan de blauwe, .dan aan de wit te eindelijk aan de oranje pan, zoutmalerijen eigenlijk, geschilderd in de kleuren van de prinsenvlag. Dan rijden wij tot bij den vuur toren en begint, onze wandeling recht de vlakte in, waarvan het oppervlak een hard geworden zout en gipskorst- is, eerst grauw, dan grijs, dan steeds witter, tot wij op zuiver zout loopen. Dan wordt het modderig en zien wij in de verte het doel van den tocht, een groot aantal bergjes van een tot- anderhalven voet hoog. Nesten van flamin go's. Hier en daar ligt nog een groot ver geten ei, maar de kolonie zelf is veriaben. De jongen zijn al vlug en vormen met- de ouders een roze band langs den zoutwoestijn. Dan daar maar op af en weer loopen wij een dik uur over de zoutkorsten en door de pekel. Wij vinden een paar öoode jongen, die in de pekel geconsei'veerd zijn en oude nesten, die heelemaal met zoutkristallen omkorst zijn. En telkens even stilstaan om de flamingo's te bekijken. Een ongelooflijk mooie kleur toch, dat- hard roze, afstekend tegen de witte zoutpan of de groene omranding. Ze worden al spoedig onrustig, slaan de vleugels uit, waar achter langs een breede zwarte band loopt en veel te vroeg al vliegen ze op. lang zaam en statig, fel lichtroze, door de zon beschenen, contrasteerende tegen de don kere wolken aan den horizont. Wij zien nog sterntjes en steltkluiten en bewonderen de duikkunst der pelikanen, die visschen achter het rif vlak bij de kust en rijden dan weer huistoe over de groove steenvlakten. waar meloencactussen oprij zen, ten teeken, dat er niet veel anders groeien wil. 's Middags maken wij kennis met een tweeden rijkdom van Bonaire, de aloë. Einde- looze velden der bruinroode bladrozetten bedekken vlakten en heuvels. Hier en daar zijn vrouwen bezig de bladeren af te snijden. Zij zetten ze uit te lekken in houten bakken, zonder eenige persing nota bene. Een massa sap gaat onderweg verloren, de helft blijft in het blad zitten, maar niettenstaan.de het ingedikte sap vooral in Amerika zwaar be taald wordt, heeft ons bestuur nog altijd, niet weten gedaan te krijgen, dat een doel treffender, economischer winningmethode wend ingevoerd. In de aloë-velden wordt nooit gewied, dat doen de geiten, het tweede pro duct van de plantage Bolivia, waarover wij rijden naar Bocca spelonk, een kleine baai, waarbij een groote druipsteen-grot ligt. Ook hier weer een oud strandterras. een paar meter boven zee, aan de landzijde be grensd door een steilen rotswand vol meloen cactussen, leguanen, kloven, spleten, parkie ten en meer interessante dingen. In die wand opent zich dan één groote grot, die vooral bekend is. omdat de Indianen er met roode oker lijnen en puntrijen op de zolde ring hebben geteekend, waarvan de beteeke- nis natuurlijk verloren is gegaan. Deze tee- kens en wat sluik haar, dat is zoowat alles, wat er op Bonaire van de Indianen is ovei- gebleven. Op den terugweg rijden we even langs de plantage „Fontein", die zijn naam wel zal ontleen en aan een steeds flink stroomen- de bron, een ongekende weelde op deze eilan den. En zooals steeds, hier is water, dus kan alles er groeien. Toch groeit er helaas niet veel. Men is hier gewend, dat een plantage niet veel oplevert. Hier komt het beetje zon der eenige moeite, waarom zou men dan moeite doen om er meer van te maken? Dat is wel een nadeel hier in deze tropenlanden, waar het leven zoo gemakkelijk is, dat men er niet toe komt het zich moeilijk te maken. Zet hier nu eens een paar Chineezen of desnoods Britsch Indiërs neer en ge zult bin nen een paar jaar- een groenten en vruchten- tuin vinden, die het heele eiland voorziet en nog naar Curacao zou kunnen exporteeren ook. En dat zou zoo noodig zijn. De heele be volking van Bonaire is ondervoed, niet uit gebrek aan eten, maar omdat maispap en ge droogde vLsch geen variatie genoeg biedt. Op het heele eiland staat geen een vruchtboom en Curasao toont ons, dat dit toch heel goed zou kunnen Maar er moet moeite voor wor den gedaan, worden nagedacht en overwogen en denken daar slijt je van! Maar het Gou vernement waakt. Langzaam maar zeker, worden allerlei verbeteringen ingevoerd, maar het is vervelend Chineezen te moeten importeeren voor werk, dat de bewoners zelf zeer goed zouden kunnen doen. Toch zal het daarheen moeten als ook de laatste pogin gen mislukken. Werklust, dat is wat de in- landsche bevolking op deze eilanden ont breekt. Ze nemen allen het leven te gemakke lijk en wordt er veel geld verdiend, dan gaat het aan mooie kleeren en snuisterijen weg. Van de hand in den tand, zoo leeft het vroo- lijke zwarte volkje. Ook de Noord Oosthoek van Bonaire is een bezoek overwaard. Hier is meer boomgroei dan op Curacao, ik denk, dat de grond het regenwater beter opneemt en dus vasthoudt. Toch zijn er prachtige cactusbosschen ook. Rincon ligt alleraardigst, midden in een vruchtbaar dal, groote,door het gouvernement verzorgde putten zorgen steeds voor voldoen de water, dat. met ezeltjes wordt gehaald, maar wat ons het meest lokt. is het Goto- meer. een soort Dooae Zee. een zoutmeer middenin het heuvelland. En daar stonden ze weer de roze watteproppen op lange pooten bij tientallen en bij honderden. Weer aan het besluipen, langs omwegen door het Cactus bosch. achter struiken en rotsen wegschui lend. de telelens op het Agfafilmtoestel en ik ben benieuwd wat ik daar gemaakt heb. Toch een fijne sport, dat jagen met de camera. Alleen moet je niet te veel op je jachtveld en toestel letten, want dan word je hier cac tusverzamelaar tegen wil en dank. Toen mijn film klaar was, had ik negen vijgencastus- stengels van drie verschillende soorten aan mijn schoenen en kuiten hangen. Als je zoo'n ding aanraakt zitten de stekels meteen met weerhaken in je vleesch vast en breekt het heele stengeldeel af en gaat mee. Ellendig goed en hoe harder je ze afslaat, hoe steviger ze dan weer in je vingers zitten. De geiten zitten er soms vol mee en kunnen ze dan niet meer kwijt tot ze 's avonds in den corral worden afgeplukt. Dan gaat het- óver de heuvels, dicht langs de Brandaris naar Slagbaai, waar weer een zoutpan is. Daarna dwars door een Aloëfarm. Colombia naar Rincon terug. Hier in de buurt groeit veel divi-divi en ook ander hout, dat tot houtskool wordt verwerkt. Ook alweer een uitvoerproduct van dit eiland. En nóg zijn we niet uitgekeken op Bonaire. Betrekkelijk dicht achter Kralendijk aan de Oostkust van het eiland ligt een groote la gune, Lac genaamd Een ondiep zoutwater- meer, dat voor een groot deel met mangrove is begroeid en waar o.a. veel duiven en rei gers huizen. In de lagune en voor den mond er van groeit zeer veel van een of andere zeegrassoort en daarop weiden die groote reuzenslakken, waarvan de mondopening der schelp zoo prachtig rose is, en die wij vaak op schoorsteenmantels zien en in sponsenwin- kels kunnen koopen. Op het einde van de landtong, die de lagune en zee scheidt, ligt een kleine nederzetting van visschers. die ge woonweg schuil gaan achter den afval van hun voedsel: de horens van die reuzenslak. Bergen van tientallen meters lang en 3 en 4 meter hoog, opgestapeld van groote schelpen, die elk voor zich een sieraad van onze huis kamer zouden zijn. Ik probeer er een gave uit te zoeken, maar haast alle zijn beschadigd vooral aan den mondrand. Dan maar even een paar opduiken. Een bootje is gauw ge vonden en waar wij op 7 a 8 Meter diepte niets zien dan een paar vlekken in het bruin groene tapijt, komt onze duiker boven met drie groote exemplaren van de gewenschte Strombus gigas. Een paar hamerslagen in den nek der schelp, één snede met het mes en het groote dier, zeker een paar pond vleesch glijdt uit de schelp en kan worden klaargemaakt voor consumptie, versch of in de zon gedroogd. En die baai levert maar jaren achtereen dagelijks tientallen van die reuzenschelpen, die toch zeker ettelijke jaren oud zijn. De zee lijkt wel onuitputtelijk! En zoo nemen wij afscheid van het keurige, vroolijke en rustig levende Bonaire. VAN DER SLEEN YUCCAVEZELS. In Noord-Amerika. meer nog ln Midden- en vooral in Zuid-Amerika kent men een lelieachtige plant, de vucca, waarvan een twintigtal variëteiten bestaan. Onder deze zijn er eenige. die vezels leveren, waarvan men weefsels maken kan In Oberstadten (in het Taunusgebergte. Duitschland) en te Darmstadt is men er, na lange proefnemingen en groote kosten, in geslaagd soorten te kweeken. die noch koude, noch hitte behoeven te vreczen, die kunst matig bevrucht worden en waarvan de vezels reeds in weverijen benuttigd worden, zoodat de kweeker voor zijn aanplantingen patent heeft aangevraagd, het eerste van dien aard in Duitschland. Hij heeft meteen een patent genomen voor het winnen van vezels uit de bladeren en het winnen van de zaadkorrels. Een weverij uit Hessen maakt reeds tapij ten en dekens uit. yuccavezels. Een spinnerij levert garen met 40?.', wol en 60",' yuccavezels en de vaklieden roemen de veerkracht, als mede den lagen prijs van dit garen. Ook kleedingstoffen uit 20",', schapenwol en 80% yuccavezels worden reeds vervaardigd en daarvan getuigt men, dat ze door duurzaam heid en fraaiheid alle andere kleedingstoffen overtreffen. Ruwe yuccavezels kosten maar half zooveel als katoen. Kralendijk op Bonaire. 't Was een prachtige boot. die er klaar lag in Jalta de Abchasia, genoemd naar de Re publiek Abchasiën. in den Zuidelijken Kau- kasus. Volgens de passagiers was deze in Rusland gebouwd naar het model van eerder in Duitschland gebouwde booten van het zelfde type. Ik zag een motor met een Rus- sich merk op het- dek en een kraan met At- las-Werke, wat weer een Duitsch onderdeel is. Alles was kraakzindelijk, tijdens de vaart deed men niets dan spuiten en zwabberen, tot ongerief van de passagiers die liever op het dek vertoefden dan in de zwoel-warme salons. 't Was 10 uur toen ik instapte. Men gaf mij een cabine met slaapplaatsen voor 6 perso nen, waarvan er 5 gebruikt werden. Het wa ren heerlijke bedden op stevig gaas. alleen de patrijspoort, die bovendien aan den lei kant lag van de boot. was niet in staat vol doende ventilatie te geven. Ik schatte de temperatuur zoo om de 90 gr. Wel kon de deur op een haakje wat merkbare opluchting gaf. maar als een medepassagier er even uitging, deed hij de deur weer dicht. Ze waren er trouwens op gekleed of beter gezegd op ont kleed. Met niet meer aan dan een turnbroek sliep het geheeïe gezelschap zonder deken boven op de slaaoplaatsen. 't Waren allen Russen waarvan één iets Duitsch sprak. Ze hadden veel Diezier in mijn woorden boekjes Duitsch-Russisch en Russisch- Duitsch en in het gebruik dat ik van mijn nog altijd geringe Russische woordenkennis wist te maken. Het heet dat er in Rusland op booten en treinen geen klassen meer zijn en practisch reist in den trein ieder derde Maar op de boot huisde deze categorie od een apart ge deelte van de boot en werd het voordek ge heel ingenomen door een armoedig gekleede massa, die zich voedde met tomaten, appels of peren met bruin brood. Sommige hadden groote hoeveelheden peren bij zich en wa ren bezig ze te sorteeren. de geheel gave gin gen weer in den zak terug en de halfrotte gingen op een aparte hoop om het eerst ge consumeerd t.c worden. Er waren interessante typen bij: Arme niërs; Tataren Kaukasiers. allen gehuld in dikke lagen lompen en met- dikke mutsen op ondanks de warmte. Zwermen vliegen pro beerden hun slaap te verstoren door zich op de oogen te zetten en spontane krab-bewe- gingen bewezen, dat ze niet alleen van de vliegen last hadden. Rusland is er wel in geslaagd ieder arbeids geschikte werk te geven, maar de plaag van het Oosten, de nomadiseerende paupers, heb ben ze nog niet opgelost, zullen ze mogeliik pas opgelost hebben als deze generatie iiit- gestorven is en de jongeren door leerplicht en geregelden arbeid tot bruikbaar werkman opgevoed zijn De Abchasia verlaat Jalta. De schroeyen bewegen zich langzaam onder mij. de licht jes van de haven worden kleiner, de boule vard met Hotel Leningrad trekt voorbij I.ang blijf ik kijken naar dat land van zomerwarm te. levensvreugde, gezondheid voor zoovele inwoners van het groote rijk. het land met een klimaat waar een Nederlander jaloersch op kan zijn en een schoonheid, grooter dan van de vermaarde Rivièra. Ik maakte een goeden nacht en besteedde den dag door achter op het dek mijn schrijf werk in te halen. Toen ik naar Rusland ging vroeg ik aan den verteeenwoordiser van de Intouris*.. in Holland of ik een deken, een donkere bril en een pull-over mee zou nemen, 't Was alle drh overbodig vond hij. maar ik nam het toch mee en had er veel plezier van. Ik vouwde de reisdeken onder mij om wat zachter tc zitten, in trein en boot. de pull-over gaf een zachten rug of diende als kussen met mijn actetasch er onder de donkere bril was in de Krim geen overbodige weelde. Ik genoot van de rustige reis. Soms was een stukje kust .zichtbaar, vlak land, pl.m. 30 M, boven de zee en scherp-bochtig afge sneden door de zee. Het water was bijna ef fen. alleen de boot maakte een kielzog dat tot den horizon zichtbaar was en een dei ning die de scholen bruinvisschen in beroe ring bracht, tenminste ze wentelden zich. dat- een groot deel van hun lichaam boven water kwam. Een enkele meeuw vloog achter de boot aan. hopende op etensresten, 't was geen zil ver- en geen mantelmeeuw, zoo'n beetje tus schen beide in. Mijn passagiers lieten mij nog al met rust. behalve een jongen uit Bakoe, die vroeg hoe laat we in Odessa zouden zijn. welke vraae ik na eenige herhaling snapte. Toen hij merkte dat ik vreemdeling was. vertelde hij dat hij Fransch leerde. Op mijn vraag: ..Vous parlez francais?" bleef hij het antwoord schuldig en lachte verlegen. Toch bleek hij wat Fransch geleerd te hebben, want even later begon hij stoel chaise, (stoel is nl. in het Russisch ook „stoel"), pierro-plume. nosch-noie (zijn uitspraak van nuit). Veel verder kwam hij niet. potlood en ven ster waren hem nog onbekend maar hij was oas 10 jaar. zooals hij vertelde. De Russen ieeren gemakkelijk talen. In Kiev viel het mij op hoevelen daar wat Duitsch spraken. Overal zijn cursussen en als de 7-jarige leerplicht goed doorgevoerd is. leert bijna ieder kind op school Duitsch Dat er zelfs aan de kennis van het Rus sisch nog veel napen bleek mij vandaag, in den trein van Kiev naar Moskou f24 uur» toen een passagier als* tolk moest optreden tus schen een Tataar en den conducteur en te genover mij zat een gepensionneerde onder wijzeres een meisje van 18 jaar te helpen met lezen, terwijl deze telkens de woorden een uitspraak gaf of het Ukrainsoh was. wat we' veel on Russisch 'ijkt maar toch nog meer van Russisch verschilt dan Vlaamsch van Nederlandsch. Tegen 3 uur kwam de kust ln 't zicht cn- Op de Zwarte Zee. een uur later meerde de Abchasia statig aan den wal. Bootjes met stevige rooiers, die al len de riemen aan de pin vastgebonden had den en staande vooruit roeiden, vingen een dunnen kabel op en brachten hem naar den wal, waar deze ingehaald werd. Tenslotte kwam als een vet tezeeslang een dik touw uit he: water en werd met moeite om een meer paal geheschen. He', geluid van een motor klonk, het touw kwam strak te staan en na lang werken lag de boot waar men haar heb ben wilde. Ieder verliet de boot cn ik zocht tevergeefs naar iemand van de Intourist. Ik meende de eenige vreemdeling aan boord té zijn en ging met een Duitsch sprekende Rus naar de train waarop echter seen plaats te veroveren was. Tenslotte zag ik een Lincoln, die van de In tourist moest zijn. hield hem aan en was in 5 minuten in het Hotel aan de Poeschkins- kaia-straat. genoemd naar den grooten dich ter. die in Odessa gewoond heeft. Een Intourist-gids. die toch niets te doen had op dat moment, liep even emt mij moe naar enkele Interessante punten, speciaal naar de trap. waar zich een historische ge beurtenis afgesoeekl heeft. In 1905 'nad reeds een flinke revolutie plaats in Rusland, welke echter bloedig onderdrukt werd. In Odessa had de arbeidersbevolking zich ln de haven verschanst met behulp van de bemanning van de opstandige pantserkruiser Potemkin. Dagen lang hield men het uit teeen de Rus sische soldaten die trouw waren gebleven aan het Czarlstisch regiem en bij die traü hebben de Kozakken een bloedbad aangericht onder de revolutionnairen. De Potemkin kon weer zee kiezen en werd in Roemenië ontwapend. Odessa heeft altijd vee! van oorlog en re volutie geleden en vooral in de laatste jaren zi.in portie gekregen. Een tweede opstand In October 1905 werd eveneens onderdrukt. Daarop volgden bloe dige Progroms cn meer dan 10 pet. van de ruim eeh half millioen Inwoners trokken daarom weg. In den burgeroorlog 1917—1921 heeft Odessa veel geleden. Afwisselend was de stad in handen van Kerenski. Peliura. een Sovjet-bewind. Duitscli-Oostenrljksche troe pen. weer een Soviet-bewind. daarna be schieting door de Fransche vloot, waaraan een deel van de bemanning niet wilde deel nemen. Daarna landden Polen. Serven. Franschen en Grieken maar deze troepen werden door roode propaganda aangetast, het Roode leger naderde en begin 1919 zien de geallieerden zich gedwongen Odessa te ontruimen. In hetzelfde jaar noe veroverd Denekin de stad tot pas in Maart 1920 de Sovjets blijvend meester van Odessa zijn. De stad hoef: ech ter lang niet meer zijn oude beteekenis terug. Do royale heerenhuizen zijn door talrijke ar beidersgezinnen bewoond, de breede straten zijn lang zoo vol niet aks elders in Rusland, daar de vermindering van de bevolking door den hongersnood van 1920'21. nog sneller ging. Nu begint, dc stad het weer langzaam ..op tc halen", doch als internationale haven is de beteekenis gering en als Russische ha ven heeft Odessa concurrenten gekregen. Ik schrijf dit alles wat uitvoerig om aan te tooncn hoe Rusland geleden heeft onder vele oorlogen, cholera, hongersnood in ja ren. dat daar bij ons geen sprake meer van was. hoe dankbaar men is dat or nu ten minste één stevig bewind is ep iedereen ver wacht dat Rusland nu. na nog een 5-tal zwa re jaren, vooruit zal gaan. 't Land is. econonvsch gesproken, in den toestand van 18901895 bij ons. van lage loonen cn dure industrie-producten, waarbij dan als extra moeilijkheid komt, dure land bouw- en veeteelt-producten. C. SIPKES. HET ZWAKKE GESLACHT LEEFT LANGER. Feitelijk bestaat er in alle vijf wereld- deelen een overschot aan mannen; alleen iru de cultuurlanden van Eurpa is het omge keerde het geval, Al telt ook b.v. Roemenië 100.000 meer mannen den vrouwen, zoo zijn er in geheel Europa ten slotte vier millioen meer vrouwen dan mannen, terwijl Azië een overschot van 16 millioen. Amerika en Afrika een surplus van 1 millioen mannen aantoo- nen. Maar de langere levensduur van het vrouwelijk geslacht is bijna overal aange toond. Zoo bereiken b.v. in Duitschland van 1000 mannen slechts 413 doch van 1000 vrou wen er 500 hun 50ste levensjaar. In Frankrijk zijn op de 10 honderdjarigen 7 vrouwen, in het overige Europa zijn op de 21 honderd jarigen 16 vrouwen en 5 mannen. In de Vcr- cenigde Staten telde men 2583 vrouwelijke, doch slechts 1398 mannelijke personen, die het 100ste levensjaar bereikt ha:den. De le vensduur der vrouw ls gemic'dcld 3.3 jaar langer dan die der mannen. De oorzaak van dit feit zoekt men o.a in de taaiere consti tutie van het vrouwelijke lichaam, die de natuur haar voor het moederschap meege geven heeft. DE TRAM EN DE LOTERIJ. Spoor- en tramwegen die er financieel nu niet te best voorstaan hebben een waardevol voorbeeld gekregen van de Frankfortcr tram- maaschappij. die eiken zooveelsten passagier een bedrag in geld gaf. Iets in denzelfden geest gebeurde ln Lon den nog niet lang geleden in een restauran*. Deze eetgelegenheid kondigde aan, dat elke tiende lunch gratis zou zijn. De mogelijkheden van dezen aard zijn on eindig. En hc? grooter de te winnen prijzen zijn. hoe meer menschen zullen probeeren die beschikbaar gestelde prijzen te bemachtigen. Mexico City heeft zelfs loterijbriefjes ge maakt van tramkaartjes. Eenige Jaren gele den werden daar maandelijks loterijen gehou den. waarvoor elk tramkaartje van een zekere waarde als briefje gold. De ontvangsten voor de trammaatschappijen liep ;n geweldig op.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 15