Over den Atlantischen Oceaan.
REISBRIEVEN UIT RUSLAND.
Bonaire.
Precies 10 uur licht de van Nes het anker,
zwaait langzaam en stoomt dwars over het
Schottegat de Annabaai door. De drukke ka
den. omzoomd door roode huisjes met wit-
omlijnde daklijsten, glijden aan ons voorbij.
Er liggen een paar stoomschepen, maar veel
schoenertjes, twee en driemasters, waarvan
de helft de Nederlandsche, de rest de Vene-
zolaansche vlag voert. Ze bregen aloë, houts
kool en divi-divi van de Benedenwindsche
eilanden of vruchten, bananen, meloenen,
papaya's enz. van Venezuela. Dan passeeren
wij het Gouvernementspaleis, het fort, waai
de vlag ons saluut beantwoordt, van de over
zijde. waar de hotels liggen, wordt druk ge
wuifd en even later zijn wij in volle zee. Er
loopt een kalme (deining, die het snelle schip
nauwelijks doet bewegen. De schérpe boeg-
snijdt door het water, dat het een lust is. Ik
moet mijn plaats bij het voorkanon verlaten,
want wij gaan schieten. Door den kijker kan
ik de vier kogels van elke volle laag steeds
vlak rond de schijf in het water zien val
len. Gezellig, dat manoevreeren evenals alle
gedoe aan boord van onze frissche Holland-
sche jongens.
R. K. Kerk op Bonaire.
met een geweldigen zwaai hernemen wij
dan onzen koers en gaat het recht op Bo
naire aan. 45 mijl, drie uur varen, als wij
het op ons gemak doen, anderhalf uur als er
haast bij is!
Als Curacao aan den horizont verdwijnt is
Bonaire al duidelijk zichtbaar. Het Noordelijk
deel is heuvelachtig, de Brandaris is ruim 200
Meter hoog., de Zuidpunt is vlak. zeer vlak
zelfs, zoodat wij van de brug van den torpe
dojager op de brandingsgolven achter te
gen het eiland kunnen zien slaan. Maar de
voorgrond is interessanter. Zoo moet Stavo
ren of Petten er in hun bloeitijd hebben uit
gezien! Keurige huisjes allemaal. Echt Hol-
landsch netjes, een paar grootere en twee
kerkjes er tusschen, Óp de reede weer schoe
ners van allerlei afmetingen. De sloep van
den gezaghebber haalt ons van boord. Zijn
auto staat klaar voor de eerste korte ken
nismaking met het eiland of eigenlijk met
Kralendijk zelve. En -zoodra ge voet aan wal
zet. beseft ge ineens, waar die eigenaardige
naam vandaan komt: Koralendijk moet dat
geweest zijn. want de branding werpt hier
overal een dijk op. vaak tot 4 en 5 Meter bo
ven den gemiddelden waterstand, geheel be
staande uit losgeslagen stukken en brokken
van de koraalriffen, die er voor liggen.
Daar is weer werk voor den zeekijker, als het
weer kalm genoeg is tenminste.
Het stadje zelf maakt een keurigen indruk.
Ook hier is een tijd van welstand geweest en
de meesten hebben die gelegenheid aange
grepen om huis en hof op te knappen. Do
grootere huizen' zijn van koraalsieen ge
bouwd en dan met kalk bij gesmeerd en rood
geschilderd, baksteenrood hoor! De kleine
re zijn van takken gevlochten, maar ook
met leem en kalk glad gesmeerd en geschil
derd: Flinke deuren, flinke houten luiken
voor dê ramen, alleen de heg bestaat na
tuurlijk weer uit cactussen, mannetje aan
mannetje naast elkaar geplant. De bewoners
zijn iets minder donker dam op Curacao;
sluik haar komt er wat meer voor, meer In-
diaansch bloed dus, maar Europeesch ge
kleed zijn ze weer allemaal.
Wij kijken nog even bij de werkverschaf
fing. het- aanleggen van aarden en steenen
dammen om het te snel afvloeiierde regen
water tegen te houden en verwonderen ons
hoe een chauffeur den weg vindt in die wir
war van landweggetjes, die hier het cactus
bosch doorkruisen. Want in deze buurt is de
Kandelabercactus weer de domineerende fac
tor in het landschap Dan bezien wij nog
den nieuwsten huizenbouw, beton, gemaakt
van en gewapend met koralen en gaan dan
genieten van den prachtigen zonsondergang
over de baai bij een kopje thee op het ter
ras van den Pasangrahan.
's Morgens om 7 uur staat de wagen weer
voor om een bezoek aan den vlakken Zuid-
Oosthoek te brengen. Al gauw liggen de hui
zen van het dorp achter ons en rijden wij
voort over een steenige vlakte, langs het hek
van een plantage. Een gewoon hek van ijzer-
draad, maar de palen zijn een beetje onge
woon vastgezet. Ze zijn maar een heel klein
eindje in den grond te krijgen
en daarom is elke paal vastgezet, door er een
st-e' groote koraalbrokken omheen te stape
len. Een gek gezicht en een juist- beeld van
de armoede van den bodem. Toch groeit er
nog wat mangrove, wat cactus en waar de
grond iets beter is divi-divi en wabi, net
als op Curasao.
De koralendijk. vaak 100 a 200 M. breed ;s
onze weg. Het achterliggende land wordt
al vlakker en lager dan steeds grijzer en
witter van kleur.
Wij naderen de groote salinen, zoutpannen
van Bonaire, een van de rijkdommen van
het eiland. Zout in onuitputtelijke hoeveel
heden, vooral in droge jaren. Alleen,de ar
beidskrachten zijn schaarsc'n en duur en
het werk is zwaar in de verblindende witte
pekel en zouthoopen. Dat zouden wij ook een
beetje ondervinden. Van Kralendijk af ko
men wij eerst aan de blauwe, .dan aan de wit
te eindelijk aan de oranje pan, zoutmalerijen
eigenlijk, geschilderd in de kleuren van de
prinsenvlag. Dan rijden wij tot bij den vuur
toren en begint, onze wandeling recht de
vlakte in, waarvan het oppervlak een hard
geworden zout en gipskorst- is, eerst grauw,
dan grijs, dan steeds witter, tot wij op
zuiver zout loopen. Dan wordt het modderig
en zien wij in de verte het doel van den
tocht, een groot aantal bergjes van een tot-
anderhalven voet hoog. Nesten van flamin
go's. Hier en daar ligt nog een groot ver
geten ei, maar de kolonie zelf is veriaben. De
jongen zijn al vlug en vormen met- de ouders
een roze band langs den zoutwoestijn. Dan
daar maar op af en weer loopen wij een dik
uur over de zoutkorsten en door de pekel.
Wij vinden een paar öoode jongen, die in de
pekel geconsei'veerd zijn en oude nesten, die
heelemaal met zoutkristallen omkorst zijn. En
telkens even stilstaan om de flamingo's te
bekijken. Een ongelooflijk mooie kleur toch,
dat- hard roze, afstekend tegen de witte
zoutpan of de groene omranding. Ze worden
al spoedig onrustig, slaan de vleugels uit,
waar achter langs een breede zwarte band
loopt en veel te vroeg al vliegen ze op. lang
zaam en statig, fel lichtroze, door de zon
beschenen, contrasteerende tegen de don
kere wolken aan den horizont.
Wij zien nog sterntjes en steltkluiten en
bewonderen de duikkunst der pelikanen, die
visschen achter het rif vlak bij de kust en
rijden dan weer huistoe over de groove
steenvlakten. waar meloencactussen oprij
zen, ten teeken, dat er niet veel anders
groeien wil.
's Middags maken wij kennis met een
tweeden rijkdom van Bonaire, de aloë. Einde-
looze velden der bruinroode bladrozetten
bedekken vlakten en heuvels. Hier en daar
zijn vrouwen bezig de bladeren af te snijden.
Zij zetten ze uit te lekken in houten bakken,
zonder eenige persing nota bene. Een massa
sap gaat onderweg verloren, de helft blijft
in het blad zitten, maar niettenstaan.de het
ingedikte sap vooral in Amerika zwaar be
taald wordt, heeft ons bestuur nog altijd,
niet weten gedaan te krijgen, dat een doel
treffender, economischer winningmethode
wend ingevoerd. In de aloë-velden wordt nooit
gewied, dat doen de geiten, het tweede pro
duct van de plantage Bolivia, waarover wij
rijden naar Bocca spelonk, een kleine baai,
waarbij een groote druipsteen-grot ligt.
Ook hier weer een oud strandterras. een
paar meter boven zee, aan de landzijde be
grensd door een steilen rotswand vol meloen
cactussen, leguanen, kloven, spleten, parkie
ten en meer interessante dingen. In die
wand opent zich dan één groote grot, die
vooral bekend is. omdat de Indianen er met
roode oker lijnen en puntrijen op de zolde
ring hebben geteekend, waarvan de beteeke-
nis natuurlijk verloren is gegaan. Deze tee-
kens en wat sluik haar, dat is zoowat alles,
wat er op Bonaire van de Indianen is ovei-
gebleven.
Op den terugweg rijden we even langs de
plantage „Fontein", die zijn naam wel
zal ontleen en aan een steeds flink stroomen-
de bron, een ongekende weelde op deze eilan
den. En zooals steeds, hier is water, dus kan
alles er groeien. Toch groeit er helaas niet
veel. Men is hier gewend, dat een plantage
niet veel oplevert. Hier komt het beetje zon
der eenige moeite, waarom zou men dan
moeite doen om er meer van te maken? Dat
is wel een nadeel hier in deze tropenlanden,
waar het leven zoo gemakkelijk is, dat men
er niet toe komt het zich moeilijk te maken.
Zet hier nu eens een paar Chineezen of
desnoods Britsch Indiërs neer en ge zult bin
nen een paar jaar- een groenten en vruchten-
tuin vinden, die het heele eiland voorziet en
nog naar Curacao zou kunnen exporteeren
ook. En dat zou zoo noodig zijn. De heele be
volking van Bonaire is ondervoed, niet uit
gebrek aan eten, maar omdat maispap en ge
droogde vLsch geen variatie genoeg biedt. Op
het heele eiland staat geen een vruchtboom
en Curasao toont ons, dat dit toch heel goed
zou kunnen Maar er moet moeite voor wor
den gedaan, worden nagedacht en overwogen
en denken daar slijt je van! Maar het Gou
vernement waakt. Langzaam maar zeker,
worden allerlei verbeteringen ingevoerd,
maar het is vervelend Chineezen te moeten
importeeren voor werk, dat de bewoners zelf
zeer goed zouden kunnen doen. Toch zal het
daarheen moeten als ook de laatste pogin
gen mislukken. Werklust, dat is wat de in-
landsche bevolking op deze eilanden ont
breekt. Ze nemen allen het leven te gemakke
lijk en wordt er veel geld verdiend, dan gaat
het aan mooie kleeren en snuisterijen weg.
Van de hand in den tand, zoo leeft het vroo-
lijke zwarte volkje.
Ook de Noord Oosthoek van Bonaire is een
bezoek overwaard. Hier is meer boomgroei
dan op Curacao, ik denk, dat de grond het
regenwater beter opneemt en dus vasthoudt.
Toch zijn er prachtige cactusbosschen ook.
Rincon ligt alleraardigst, midden in een
vruchtbaar dal, groote,door het gouvernement
verzorgde putten zorgen steeds voor voldoen
de water, dat. met ezeltjes wordt gehaald,
maar wat ons het meest lokt. is het Goto-
meer. een soort Dooae Zee. een zoutmeer
middenin het heuvelland. En daar stonden
ze weer de roze watteproppen op lange pooten
bij tientallen en bij honderden. Weer aan het
besluipen, langs omwegen door het Cactus
bosch. achter struiken en rotsen wegschui
lend. de telelens op het Agfafilmtoestel en ik
ben benieuwd wat ik daar gemaakt heb. Toch
een fijne sport, dat jagen met de camera.
Alleen moet je niet te veel op je jachtveld
en toestel letten, want dan word je hier cac
tusverzamelaar tegen wil en dank. Toen mijn
film klaar was, had ik negen vijgencastus-
stengels van drie verschillende soorten aan
mijn schoenen en kuiten hangen. Als je zoo'n
ding aanraakt zitten de stekels meteen met
weerhaken in je vleesch vast en breekt het
heele stengeldeel af en gaat mee. Ellendig
goed en hoe harder je ze afslaat, hoe steviger
ze dan weer in je vingers zitten. De geiten
zitten er soms vol mee en kunnen ze dan
niet meer kwijt tot ze 's avonds in den corral
worden afgeplukt.
Dan gaat het- óver de heuvels, dicht langs
de Brandaris naar Slagbaai, waar weer een
zoutpan is. Daarna dwars door een Aloëfarm.
Colombia naar Rincon terug. Hier in de buurt
groeit veel divi-divi en ook ander hout, dat
tot houtskool wordt verwerkt. Ook alweer
een uitvoerproduct van dit eiland.
En nóg zijn we niet uitgekeken op Bonaire.
Betrekkelijk dicht achter Kralendijk aan de
Oostkust van het eiland ligt een groote la
gune, Lac genaamd Een ondiep zoutwater-
meer, dat voor een groot deel met mangrove
is begroeid en waar o.a. veel duiven en rei
gers huizen. In de lagune en voor den mond
er van groeit zeer veel van een of andere
zeegrassoort en daarop weiden die groote
reuzenslakken, waarvan de mondopening der
schelp zoo prachtig rose is, en die wij vaak op
schoorsteenmantels zien en in sponsenwin-
kels kunnen koopen. Op het einde van de
landtong, die de lagune en zee scheidt, ligt
een kleine nederzetting van visschers. die ge
woonweg schuil gaan achter den afval van
hun voedsel: de horens van die reuzenslak.
Bergen van tientallen meters lang en 3 en 4
meter hoog, opgestapeld van groote schelpen,
die elk voor zich een sieraad van onze huis
kamer zouden zijn. Ik probeer er een gave uit
te zoeken, maar haast alle zijn beschadigd
vooral aan den mondrand. Dan maar even
een paar opduiken. Een bootje is gauw ge
vonden en waar wij op 7 a 8 Meter diepte
niets zien dan een paar vlekken in het bruin
groene tapijt, komt onze duiker boven met
drie groote exemplaren van de gewenschte
Strombus gigas. Een paar hamerslagen in
den nek der schelp, één snede met het mes
en het groote dier, zeker een paar pond
vleesch glijdt uit de schelp en kan worden
klaargemaakt voor consumptie, versch of in
de zon gedroogd. En die baai levert maar
jaren achtereen dagelijks tientallen van die
reuzenschelpen, die toch zeker ettelijke jaren
oud zijn. De zee lijkt wel onuitputtelijk!
En zoo nemen wij afscheid van het keurige,
vroolijke en rustig levende Bonaire.
VAN DER SLEEN
YUCCAVEZELS.
In Noord-Amerika. meer nog ln Midden-
en vooral in Zuid-Amerika kent men een
lelieachtige plant, de vucca, waarvan een
twintigtal variëteiten bestaan. Onder deze
zijn er eenige. die vezels leveren, waarvan
men weefsels maken kan
In Oberstadten (in het Taunusgebergte.
Duitschland) en te Darmstadt is men er, na
lange proefnemingen en groote kosten, in
geslaagd soorten te kweeken. die noch koude,
noch hitte behoeven te vreczen, die kunst
matig bevrucht worden en waarvan de vezels
reeds in weverijen benuttigd worden, zoodat
de kweeker voor zijn aanplantingen patent
heeft aangevraagd, het eerste van dien aard
in Duitschland. Hij heeft meteen een patent
genomen voor het winnen van vezels uit de
bladeren en het winnen van de zaadkorrels.
Een weverij uit Hessen maakt reeds tapij
ten en dekens uit. yuccavezels. Een spinnerij
levert garen met 40?.', wol en 60",' yuccavezels
en de vaklieden roemen de veerkracht, als
mede den lagen prijs van dit garen. Ook
kleedingstoffen uit 20",', schapenwol en 80%
yuccavezels worden reeds vervaardigd en
daarvan getuigt men, dat ze door duurzaam
heid en fraaiheid alle andere kleedingstoffen
overtreffen.
Ruwe yuccavezels kosten maar half zooveel
als katoen.
Kralendijk op Bonaire.
't Was een prachtige boot. die er klaar lag
in Jalta de Abchasia, genoemd naar de Re
publiek Abchasiën. in den Zuidelijken Kau-
kasus. Volgens de passagiers was deze in
Rusland gebouwd naar het model van eerder
in Duitschland gebouwde booten van het
zelfde type. Ik zag een motor met een Rus-
sich merk op het- dek en een kraan met At-
las-Werke, wat weer een Duitsch onderdeel
is.
Alles was kraakzindelijk, tijdens de vaart
deed men niets dan spuiten en zwabberen,
tot ongerief van de passagiers die liever op
het dek vertoefden dan in de zwoel-warme
salons.
't Was 10 uur toen ik instapte. Men gaf mij
een cabine met slaapplaatsen voor 6 perso
nen, waarvan er 5 gebruikt werden. Het wa
ren heerlijke bedden op stevig gaas. alleen
de patrijspoort, die bovendien aan den lei
kant lag van de boot. was niet in staat vol
doende ventilatie te geven. Ik schatte de
temperatuur zoo om de 90 gr. Wel kon de deur
op een haakje wat merkbare opluchting gaf.
maar als een medepassagier er even uitging,
deed hij de deur weer dicht. Ze waren er
trouwens op gekleed of beter gezegd op ont
kleed. Met niet meer aan dan een turnbroek
sliep het geheeïe gezelschap zonder deken
boven op de slaaoplaatsen. 't Waren allen
Russen waarvan één iets Duitsch sprak.
Ze hadden veel Diezier in mijn woorden
boekjes Duitsch-Russisch en Russisch-
Duitsch en in het gebruik dat ik van mijn
nog altijd geringe Russische woordenkennis
wist te maken.
Het heet dat er in Rusland op booten en
treinen geen klassen meer zijn en practisch
reist in den trein ieder derde Maar op de
boot huisde deze categorie od een apart ge
deelte van de boot en werd het voordek ge
heel ingenomen door een armoedig gekleede
massa, die zich voedde met tomaten, appels
of peren met bruin brood. Sommige hadden
groote hoeveelheden peren bij zich en wa
ren bezig ze te sorteeren. de geheel gave gin
gen weer in den zak terug en de halfrotte
gingen op een aparte hoop om het eerst ge
consumeerd t.c worden.
Er waren interessante typen bij: Arme
niërs; Tataren Kaukasiers. allen gehuld in
dikke lagen lompen en met- dikke mutsen op
ondanks de warmte. Zwermen vliegen pro
beerden hun slaap te verstoren door zich op
de oogen te zetten en spontane krab-bewe-
gingen bewezen, dat ze niet alleen van de
vliegen last hadden.
Rusland is er wel in geslaagd ieder arbeids
geschikte werk te geven, maar de plaag van
het Oosten, de nomadiseerende paupers, heb
ben ze nog niet opgelost, zullen ze mogeliik
pas opgelost hebben als deze generatie iiit-
gestorven is en de jongeren door leerplicht
en geregelden arbeid tot bruikbaar werkman
opgevoed zijn
De Abchasia verlaat Jalta. De schroeyen
bewegen zich langzaam onder mij. de licht
jes van de haven worden kleiner, de boule
vard met Hotel Leningrad trekt voorbij I.ang
blijf ik kijken naar dat land van zomerwarm
te. levensvreugde, gezondheid voor zoovele
inwoners van het groote rijk. het land met
een klimaat waar een Nederlander jaloersch
op kan zijn en een schoonheid, grooter dan
van de vermaarde Rivièra.
Ik maakte een goeden nacht en besteedde
den dag door achter op het dek mijn schrijf
werk in te halen.
Toen ik naar Rusland ging vroeg ik aan
den verteeenwoordiser van de Intouris*.. in
Holland of ik een deken, een donkere bril en
een pull-over mee zou nemen, 't Was alle drh
overbodig vond hij. maar ik nam het toch
mee en had er veel plezier van. Ik vouwde
de reisdeken onder mij om wat zachter tc
zitten, in trein en boot. de pull-over gaf een
zachten rug of diende als kussen met mijn
actetasch er onder de donkere bril was in de
Krim geen overbodige weelde.
Ik genoot van de rustige reis. Soms was
een stukje kust .zichtbaar, vlak land, pl.m.
30 M, boven de zee en scherp-bochtig afge
sneden door de zee. Het water was bijna ef
fen. alleen de boot maakte een kielzog dat
tot den horizon zichtbaar was en een dei
ning die de scholen bruinvisschen in beroe
ring bracht, tenminste ze wentelden zich.
dat- een groot deel van hun lichaam boven
water kwam.
Een enkele meeuw vloog achter de boot
aan. hopende op etensresten, 't was geen zil
ver- en geen mantelmeeuw, zoo'n beetje tus
schen beide in.
Mijn passagiers lieten mij nog al met rust.
behalve een jongen uit Bakoe, die vroeg hoe
laat we in Odessa zouden zijn. welke vraae
ik na eenige herhaling snapte. Toen hij
merkte dat ik vreemdeling was. vertelde hij
dat hij Fransch leerde. Op mijn vraag: ..Vous
parlez francais?" bleef hij het antwoord
schuldig en lachte verlegen. Toch bleek hij
wat Fransch geleerd te hebben, want even
later begon hij stoel chaise, (stoel is nl. in
het Russisch ook „stoel"), pierro-plume.
nosch-noie (zijn uitspraak van nuit).
Veel verder kwam hij niet. potlood en ven
ster waren hem nog onbekend maar hij was
oas 10 jaar. zooals hij vertelde. De Russen
ieeren gemakkelijk talen.
In Kiev viel het mij op hoevelen daar wat
Duitsch spraken. Overal zijn cursussen en
als de 7-jarige leerplicht goed doorgevoerd
is. leert bijna ieder kind op school Duitsch
Dat er zelfs aan de kennis van het Rus
sisch nog veel napen bleek mij vandaag, in
den trein van Kiev naar Moskou f24 uur» toen
een passagier als* tolk moest optreden tus
schen een Tataar en den conducteur en te
genover mij zat een gepensionneerde onder
wijzeres een meisje van 18 jaar te helpen met
lezen, terwijl deze telkens de woorden een
uitspraak gaf of het Ukrainsoh was. wat we'
veel on Russisch 'ijkt maar toch nog meer
van Russisch verschilt dan Vlaamsch van
Nederlandsch.
Tegen 3 uur kwam de kust ln 't zicht cn-
Op de Zwarte Zee.
een uur later meerde de Abchasia statig aan
den wal. Bootjes met stevige rooiers, die al
len de riemen aan de pin vastgebonden had
den en staande vooruit roeiden, vingen een
dunnen kabel op en brachten hem naar den
wal, waar deze ingehaald werd. Tenslotte
kwam als een vet tezeeslang een dik touw uit
he: water en werd met moeite om een meer
paal geheschen. He', geluid van een motor
klonk, het touw kwam strak te staan en na
lang werken lag de boot waar men haar heb
ben wilde.
Ieder verliet de boot cn ik zocht tevergeefs
naar iemand van de Intourist. Ik meende de
eenige vreemdeling aan boord té zijn en ging
met een Duitsch sprekende Rus naar de train
waarop echter seen plaats te veroveren was.
Tenslotte zag ik een Lincoln, die van de In
tourist moest zijn. hield hem aan en was in
5 minuten in het Hotel aan de Poeschkins-
kaia-straat. genoemd naar den grooten dich
ter. die in Odessa gewoond heeft.
Een Intourist-gids. die toch niets te doen
had op dat moment, liep even emt mij moe
naar enkele Interessante punten, speciaal
naar de trap. waar zich een historische ge
beurtenis afgesoeekl heeft. In 1905 'nad reeds
een flinke revolutie plaats in Rusland, welke
echter bloedig onderdrukt werd. In Odessa
had de arbeidersbevolking zich ln de haven
verschanst met behulp van de bemanning
van de opstandige pantserkruiser Potemkin.
Dagen lang hield men het uit teeen de Rus
sische soldaten die trouw waren gebleven aan
het Czarlstisch regiem en bij die traü hebben
de Kozakken een bloedbad aangericht onder
de revolutionnairen. De Potemkin kon weer
zee kiezen en werd in Roemenië ontwapend.
Odessa heeft altijd vee! van oorlog en re
volutie geleden en vooral in de laatste jaren
zi.in portie gekregen.
Een tweede opstand In October 1905 werd
eveneens onderdrukt. Daarop volgden bloe
dige Progroms cn meer dan 10 pet. van de
ruim eeh half millioen Inwoners trokken
daarom weg. In den burgeroorlog 1917—1921
heeft Odessa veel geleden. Afwisselend was
de stad in handen van Kerenski. Peliura. een
Sovjet-bewind. Duitscli-Oostenrljksche troe
pen. weer een Soviet-bewind. daarna be
schieting door de Fransche vloot, waaraan
een deel van de bemanning niet wilde deel
nemen.
Daarna landden Polen. Serven. Franschen
en Grieken maar deze troepen werden door
roode propaganda aangetast, het Roode leger
naderde en begin 1919 zien de geallieerden
zich gedwongen Odessa te ontruimen.
In hetzelfde jaar noe veroverd Denekin de
stad tot pas in Maart 1920 de Sovjets blijvend
meester van Odessa zijn. De stad hoef: ech
ter lang niet meer zijn oude beteekenis terug.
Do royale heerenhuizen zijn door talrijke ar
beidersgezinnen bewoond, de breede straten
zijn lang zoo vol niet aks elders in Rusland,
daar de vermindering van de bevolking door
den hongersnood van 1920'21. nog sneller
ging. Nu begint, dc stad het weer langzaam
..op tc halen", doch als internationale haven
is de beteekenis gering en als Russische ha
ven heeft Odessa concurrenten gekregen.
Ik schrijf dit alles wat uitvoerig om aan
te tooncn hoe Rusland geleden heeft onder
vele oorlogen, cholera, hongersnood in ja
ren. dat daar bij ons geen sprake meer van
was. hoe dankbaar men is dat or nu ten
minste één stevig bewind is ep iedereen ver
wacht dat Rusland nu. na nog een 5-tal zwa
re jaren, vooruit zal gaan.
't Land is. econonvsch gesproken, in den
toestand van 18901895 bij ons. van lage
loonen cn dure industrie-producten, waarbij
dan als extra moeilijkheid komt, dure land
bouw- en veeteelt-producten.
C. SIPKES.
HET ZWAKKE GESLACHT
LEEFT LANGER.
Feitelijk bestaat er in alle vijf wereld-
deelen een overschot aan mannen; alleen iru
de cultuurlanden van Eurpa is het omge
keerde het geval, Al telt ook b.v. Roemenië
100.000 meer mannen den vrouwen, zoo zijn
er in geheel Europa ten slotte vier millioen
meer vrouwen dan mannen, terwijl Azië een
overschot van 16 millioen. Amerika en Afrika
een surplus van 1 millioen mannen aantoo-
nen. Maar de langere levensduur van het
vrouwelijk geslacht is bijna overal aange
toond. Zoo bereiken b.v. in Duitschland van
1000 mannen slechts 413 doch van 1000 vrou
wen er 500 hun 50ste levensjaar. In Frankrijk
zijn op de 10 honderdjarigen 7 vrouwen, in
het overige Europa zijn op de 21 honderd
jarigen 16 vrouwen en 5 mannen. In de Vcr-
cenigde Staten telde men 2583 vrouwelijke,
doch slechts 1398 mannelijke personen, die
het 100ste levensjaar bereikt ha:den. De le
vensduur der vrouw ls gemic'dcld 3.3 jaar
langer dan die der mannen. De oorzaak van
dit feit zoekt men o.a in de taaiere consti
tutie van het vrouwelijke lichaam, die de
natuur haar voor het moederschap meege
geven heeft.
DE TRAM EN DE LOTERIJ.
Spoor- en tramwegen die er financieel nu
niet te best voorstaan hebben een waardevol
voorbeeld gekregen van de Frankfortcr tram-
maaschappij. die eiken zooveelsten passagier
een bedrag in geld gaf.
Iets in denzelfden geest gebeurde ln Lon
den nog niet lang geleden in een restauran*.
Deze eetgelegenheid kondigde aan, dat elke
tiende lunch gratis zou zijn.
De mogelijkheden van dezen aard zijn on
eindig. En hc? grooter de te winnen prijzen
zijn. hoe meer menschen zullen probeeren die
beschikbaar gestelde prijzen te bemachtigen.
Mexico City heeft zelfs loterijbriefjes ge
maakt van tramkaartjes. Eenige Jaren gele
den werden daar maandelijks loterijen gehou
den. waarvoor elk tramkaartje van een zekere
waarde als briefje gold. De ontvangsten voor
de trammaatschappijen liep ;n geweldig op.