AAN ALLEN.
Heb je de kinderen al hooren zingen van
Sint Maarten? Misschien staat er op je ka
lender: 11 November, Sint-Maarte. Dat is
de naamdag van dien Heilige. Ais je eens in
Utrecht logeert, moet je vooral eens een be
zoek brengen aan de Domkerk. In de Kloos
tergang zie je 19 tafereelen gebeeldhouwd uit
het leven van Martinus, bisschop van Tours.
Hij leefde in de 4de eeuw en de Ut-rechtsohe
Dom is aan hem gewijd. Boven op den Dom
toren kun je hem te paard zien zitten,
dienstdoende als windwijzer. De Utrechtena
ren worden daarom ook wel St. Maartens-
tmarmen genoemd.
Tegenover den ingang van het Domplein
en ook boven de gehoorzaal der Universiteit
zie je St. Maarten te paard zitten in den win
ter van 't jaar 332. Hij is dan in de stad
Amiens. Daar tegenover hem staat een bede
laar, bibberend van koude. Met zijn zwaard
snijdt hij een deel van zijn mantel af en
geeft dat aan den armen man.
In 't gemeentewapen van Maartensdijk
zien we ook deze voorstelling. In oorlogstijd
gaf 't Oostenrijksche plaatsje St. Martin
noodgeld uit, waarop ook weer de goede Sint
Maarten al weldoende was afgebeeld. In
Frankrijk noemt men de zilverige herfstdra
den St. Maartensdraden. Waarschijnlijk staat
dit nog in verband met het doorgescheurde
kleed.
In weldoen en hulp verleenen staat Sint
Maarten zeker niet achter bij Sint-Nicolaas.
Al is hij dan ook minder bekend dan onze
Sinterklaas, zijn naam heeft nog in heel wat
rijmpjes voort. Jullie weet wel, dat Novem
ber Slachtmaand genoemd wordt, welml, een
oud rijmpje vertelt:
Slacht op Sint Martijn
De arme zijn zwijn.
In Duitschland spreekt men op 11 November
van Spek-Maarten. Nog wordt daar wel 't
St. Maartensvuur ontstoken. Het verzamelen
van brandstof is dan natuurlijk al een fijne
Voorpret.
In Ootmarsum, waar men de oude volks
gebruiken nog steeds in eere houdt viert
de jeugd St. Maartenfeest als nergens elders.
Op de Markt komt men bijeen en trekt dan
al jubelende het dorp door, zingende:
Sinte Maarten is zoo koud
Geef een turfje of een hout.
Om hem wat te warmen
Met zijn bloote armen.
Deze laatste regel zal wel verband houden
met :t weggeven van het stuk mantel. Op de
wei wordt dan ook een vuurtje gestookt, waar
omheen gedanst wordt. In Limburg gebeurt
dat hier en daar ook nog wel. Daar eet men
ook de Sint-Maartenkoeken van boekweit-
meel gebakken.
In Maastricht is 't vuurtje-stoken verbo
eten. In Venlo viert men in huis feest door
over brandende kaarsjes, te springen. Men
zingt d an:
Sinter Meitens veugelke
Mit dat roëd keugelke
Mit dat blauw stertje,
Hoepsa, Sinter Merte!
Met dat veugelke wordt de bonte specht
bedoeld. Zijn roëd keugelke is zijn rood kraag
je. Dat roode kraagje zal waarschijnlijk doen
denken aan den rooden mantelkraag van
den bisschop.
Een echt Limburgsch liedeke is:
Vandaag is 't Sinter Merte
Morgen Sinter Kruk.
We kommen oet goeier herte
En hadden geerne een stuk.
Een holtje of een turfke
In Sinte Meitens kurfke.
In vele plaatsen is op 11 November een
lichtstoet. Ook waarschijnlijk in onze stad
en wel omdat de WapenstiLstandsdag ook op
li November viel. Dat is wel heel eigenaar
dig. Een lampionnen-optocht en in vroeger
jaren een ©ikkel-optocht hoorde bij Sint
Maarten. Er was n.l. een oude legende, die
aldus luidde: St. Maarten was eens in een
visschersdorp. Hij sprak tot de menschen,
terwijl hij zijn ezel even liet wachten. De ezel
ging er vandoor en de dorpsbewoners gin
gen er met fakkels op uit om langoor te
zoeken.
In Friesland haalt de voorste lichtdrager
geld op, waarvan later getracteerd wordt.
In Groningen wordt een lampion kip, kap,
kogeltje genoemd. In Hoorn spreekt men St.
Maartens. En wij Haarlemmert.jes zullen mis
schien van vxedeslichtjes spreken.
W. B.—Z.
DE NUTTIGE EGEL.
Het is wel de moeite waard, om over den
egel eens een paar woordjes te zeggen, daar
de onwetendheid van veel menschen dit nut
tige diertje dikwijls kwaad doet. De uiterst
geringe schade die de egel veroorzaakt, ver
zinkt. heelemaal m het niet tegenover de
groote vooi-deelen, die hij ons menschen be
zorgt. Al zal hij weieens van eieren houden,
dan mag dat nog geen reden zijn om den
lgee dien wij in de klem vangen, te laten
boeten voor misdaden die zeer waarschijnlijk
de marter op zijn geweten heeft. Vermoede
lijk was de egel op de muizenvangst, toen hij
in de val raakte. Hij verdelgt heel wat scha
delijke dieren en daarom verdient hij, in
plaats van onze vervolging en verachting,
onze belangstelling en bescherming. Hij is
wel een bescheiden, maar t-och ook trouwe en
aanhankelijke vriend, die zeker niet ver
dient te worden vervolgd. Hij is zoo schuch-
ter, dat hij al blij is zelf niet te worden las
tig gevallen. En daarom gaat hij maar liefst
de grootere dieren en ook wel de menschen,
uit den weg. Het liefst eet hij muizen, maar
ook giftige slangen durft hij wel aan. Zonder
zich te bezinnen gaat hij ze te lijf en weet
ze na heftigen strijd den kop te vermorzelen
zonder dat hij last van de gift-beten heeft.
Grappig is het, om te zien hoe hij soms zijn
voedsel naar huis brengt. Hij wentelt zich in
de bladeren, daar waar ze het dikst liggen
en prikt zoodoende een lading op zijn stekels,
t Is ook niet moeilijk om den egel te temmen.
Hij went heel snel aan de menschen en maakt
zich verdienstelijk door, evenals de kat, de
kleine knaagdieren uit te roeien.
DE VERDWAALDE MUIZEN.
„De verdwaalde muizen" is een leuk spelle
tje voor de lange winteravonden, die voor de
de ui- staan. Je ziet op de teekemng vijf mui
zen, die in den doolhof zijn verdwaald, maar
daar er slechts fwec uitgangen zijn, boven en
beneden, kunnen er ook slechts twee muizen
worden verlost. Nu is het de kunst, om di
rect de juiste muizen naar buiten te gelei
den. Elk mag het twee keer probeeren, en
wie het gelukt de twee goede muizen naar
buiten te krijgen, heeft 't spelletje gewonnen.
Alleen is het niet zóó gemakkelijk, als het
er wel uitziet. En natuurlijk mag de speler
het niet overdoen, als hij tot de ontdekking-
komt, dat hij met de verkeerde muis is be
gonnen. Handigheid en kalm denken kan ons
tot de overwinning brengen!
UIT HET LEVEN DER
GERMANEN.
Toen Caesar voor ruim 2000 jaren oorlog
voerde met onze voorvaderen, de Germanen,
schreef hij ook heel wat bijzonderheden van
dat volk op. Dank zij zijn wijsheid om ver
schillende zaken over de Germanen op schrift
te stellen, weten wij o.a., dat de oude Germa
nen geen persoonlijk grondbezit kenden. Het
land hoorde aan alle mannen van de ver
schillende stammen gezamenlijk. Zelfs de
machtigste opperhoofden hadden geen per
soonlijk grondbezit. Landbouwers waren de
Germanen niet, ze waren te woelig van na
tuur om lang op één plaats te blijven en
ook waren er nog wel andere omstandigheden
die ze.dwongen, voortdurend te trekken. Ze
leefden hoofdzakelijk van de jacht en dat
was wel gemakkelijker, want wild vonden ze
op hun zwerftochten overal.
Ook Tacitus, een Romeinsch schrijver, die
150 jaren na Caesar leefde, schreef een be
langwekkend boek over de levenswijze dei-
Germanen. Hij schreef o.a. dat de geldhandel
en woekerrente bij de Germanen onbekende
dingen waren en dat het daarom verstandi
ger was, om precies zoo te doen alsof ze wet
telijk verboden waren en er zich niet aan
schuldig te maken. Voorts schreef hij nog,
dat over kleinere problemen de stamhoofden
beslisten, maar dat voor belangrijke zaken
een volksvergadering werd gehouden. Op
bepaalde dagen hadden die groote vergade
ringen plaats, waarbij rekening werd gehou
den met den stand van maan en zon. Een
volle of nieuwe maan werd als een bijzonder
kunstig oogenblik beschouwd, om een belang
rijke beslissing te nemen. De priesters waren
bij deze gelegenheden tevens de ordebewaar
ders. Allereerst kreeg het. opperhoofd het
woord, maar ook eenvoudige krijgers, die zich
bijzonder dapper hadden gedragen, mochten
vrijuit hun meening zeggen, zonder dat ze-
béhoefden te vreezen, zich daardoor de vijand
schap van de machtigen op den hals te halen.
Als een voorstel de aanwezigen niet beviel,
ging een krachtig gemor uit de vergadering
op. maar had het aller goedkeuring, dan wer
den de speeren tegen de schilden geslagen.
En dat wapengekletter was voor den spreker,
die het- voorstel deed. een groote eer. En ook
werd in geval van misdaden door een der
stamgenooten bedreven, door de volksverga
dering over leven en dood beslist.
Neen, we willen hu niet gaan vertellen van
de slangenbezweerders, hoe die slangen on
de tonen van hun fluitje laten dansen. We
gaan nu zelf een slang maken die volstrekt
ongevaarlijk is en daarbij ook kan dansen.
Uit een stukje dun teekencarton wordt eerst
een ronde schijf geknipt. Op die schijf tee-
ken je dan met potlood een schroefvormige
lijn. die van den buitenkant af steeds nauwer
wordend, tot bijna aan het. middelpunt komt.
Vervolgens zetten we de schaar er in en knip
pen langs de lijn. We krijgen dan een slang
vormige strook carton, ongeveer op de wijze
zooals een lange schil van appel of sinaas
appel er uitziet. Wie handig met- de schaar
is, kan de slang ook direct knippen zonder
deze eerst, op het carton te teekenen. Het
buiteneinde van de cartonspiraal wordt, de
kop. het middelpunt de staart van de slang.
Het buiteneinde knippen we in den vorm van
een slangenkop en kleuren dezen dan met
waterverf of kleurpotlood. Nu wordt in een
plankje een breinaald gestoken, en daar op
wordt de spiraal gehangen met het
middelpunt naar boven, De spiraal zal door
zakken, zoodat dc kop van de slang bijna het
plankje raakt. Kijk maar eens naar de teeke
ning, hoe dat precies moet gebeuren. Als je
dit kunstwerkje nu op den schoorsteen boven
den haard zet of op een andere plaats in de
nabijheid er van, dan zal de slang vanzelf
een draaiende beweging gaan maken, die aan
dansen doet denken. De opstijgende warme
lucht laat de slang dansen. J. v. B.
EEN POP VAN PAPIER.
Om de aardige pop van papier, die je hier
op de teekening ziet. zelf te kunnen maken,
heb je slechts een vel bruin pakpapier en een
oude. papieren zak noodig, die bij moeder
in de keuken zeker wel te vinden is. Op het
bovenste teekeningetje zien we den kop van
de pop. die uit in elkaar gedraaid wit papier
is gemaakt, waar over heen dan de witte zak
wordt geschoven. Op den gladden kant van
het kopje wordt met waterverf of kleurpot
lood een gezichtje geteekend. Ook met ge
wone inkt en een pen kan dat gebeuren. Nu
nemen we een strookje bruin pakpapier van
ongeveer 75 c.M. lang en 20 c.M. breed. Dit.
wordt zoodanig opgevouwen, alsof het. is ge-
plisseerd, zooals je dat op het middelste fi
guurtje van de bovenste teekening kunt zien.
Uit wit papier wordt een schortje geknipt
en uit een vierkant stuk bruin papier worden
het mutsje en de omslagdoek gemaakt. Het
stippellijnt.je op het vierkantje geeft aar-
waar het mutsje eindigt en de omslagdoek
begint. De stippellijn moet dus om het. pop
penhuisje passen en naar gelang dc pop
grooter wordt vervaardigd, moet. deze lijn dus
ook ruimer worden genomen. De franje aan
den doek wordt gemaakt, door het papier
met een schaar in te knippen. Dan maken we
nog een kleurige strik om het halsje en ook
eentje, iets kleiner, op de muts'en de pop is
klaar, 't Is wel leuk voor de poppenmoeder-
t>jes, om zoo'n grappig popje te maken. En
al zou de pop ook kapot gaan, geen nood,
we hebben vlug weer een nieuwe gemaakt.
JANNEKE VAN BEEK.
WIE KAN DIT OOK?
De lijnen van dit geometrisch teekenin
getje kunnen in één keer, dus zonder de pen
van het papier te nemen, worden getrokken.
Er behoort even geduld toe om het vlot te
kunnen doen. maar na eenige oefening lukt
het wel. Wie wil het kunststukje eens pro
beeren?
PADDESTOELEN ZOEKEN.
De zomer is weer voorbij en als de herfst
in het bosch is, nadert ook de tijd voor de
paddenstoelen weer. Want. de paddenstoel,
die tot de familie der zwammen behoort, kan
zonder vocht moeilijk bestaan en geen won
der dus, dat het vochtige herfstbosch voor
hem een paradijs is. waar hij alles vindt wat
een zwam noodig heeft om goed te kunnen
gedijen. Zooals bekend, zijn paddenstoelen
een smakelijk eten. tenminste volgens velen
en er zijn wel menschen, die er dol op zijn.
In dezen tijd van het jaar worden ze dus ge
zocht. hetzij om ze zelf te eten. danwel om
ze te verkoopen. Toch is het zoeken van pad
denstoelen heel iets anders dan bijv. bramen
of bessen zoeken. Het moeilijke bij padden
stoelen is, dat er veel eetbare, maar óók veel
vergiftige soorten zijn. En voor hem die de
soorten dus niet kent. blijft het nuttigen van
paddenstoelen vooral van de zelfgeplukte!
een genot dat niet zonder gevaar is. Aan
het gebruik van paddenstoelen door men
schen die er weinig of niets van af weten, kan
onder bepaalde omstandigheden zelfs levens
gevaar verbonden zijn. De meening van som
migen, dat het voldoende is om ze vóór het
koken af te wasschen. is onjuist. Dat afwas-
schen neemt het gif niet weg. Ook het
broeicn in heet water heeft geen zin, hoewel
dat dikwijls wordt aanbevolen als het beste
middel tegen het vergiftigingsgevaar. In geen
geval mogen paddenstoelen die slechts zijn
afgewasschen gebroeid of gestoofd worden
gegeten. Ze moeten minstens enkele minu
ten achtereen in flink kokend water zijn ge
weest. En het water waarin ze werden ge
kookt, moet worden weggeworpen en mag
niet worden genuttigd.
Als je heel zeker wilt gaan. dan kook je
de paddenstoelen twéé keer. Gedroogde pad
denstoelen verliezen hun gifstoffen, als ze
minstens vier maanden gedroogd zijn.
Waarom ik jullie zoo uitvoerig over de
paddenstoelen vertel? Omdat het wel is voor
gekomen, dat een clubje jongens na de pad
denstoelen te hebben geplukt zonder de
soorten te kennen, deze op een vuurtje zijn
gaan koken en ze vervolgens hebben genut
tigd, met als gevolg dat ze allen ziek werden.
Laat dus het zoeken van paddenstoelen over
aan menschen. die er verstand van hebben
en als je het toch ook zoo graag doet, om
dat het zoo'n leuk werkje is. om in het herfst
bosch rond te dwalen en naar de kleurige
hoedjes rond te kijken, vraag dan aan moe
der of je een leerboekje over paddenstoelen
mag koopen. Die zijn voor een paar dubbel
tjes in den boekhandel te krijgen en je vinat
er alles nauwkeurig in aangegeven, de namen
van de soorten die eetbaar en van die welke
vergiftig zijn, met de afbeeldingen en de
kleuren. Als je aan in het bosch dwaalt, kun
je je overtuigen, of je de goede paddenstoelen
te pakken hebt. En danlaat het koken
maar aan moeder over, die verstaat dat be
ter dan wij.
W- CONRADIS.
WONDEREN VAN HET HEELAL.
Als 't donkere maanlichaam zich tusschen
de zon en de aarde schuift, zoo dat dc maan
in het middelpunt van de zon staat, dan spre
ken we van een totale zonsverduistering. De
geleerden kunnen vooral bij die gelegenhe
den gemakkelijk vaststellen, dat de zon geen
vast hemellichaam is. Er kan dan worden
geconstateerd dat. wat wij van dc zon zien,
slechts een deel van den machtigen lichtbol
is. Ver over den rand van den door de maan
bedekten zonnekogel. strekt zich nog een
fijne, uitgebreide materie uit die, steeds dun
ner wordend, zich allengs in het wereldruim
verliest. Dit teere, parelende licht, rondom
de zon wordt de ..Corona" genoemd. Van haar
uit zien we weer felle lichtflitsen liet Heelal
in schieten, die veel op langgerekte kometen-
staarten lijken. Dicht bij don zonnerand
duiken dan weer roode vlekjes en vlammetjes
op. die lichten als robijnen. Hot. zijn de fan
tastische vormen van een stormachtig be
wogen vlammenzee. Grillig gevormde, flak
kerende vuurtongen worden weggeslingerd
met een kracht, waarvan wij menschen ons
moeilijk een voorstelling kunnen maken. En
die vurige, vloeibare stralen spatien ten
slotte uit elkaar, alsof ze een geweldige ex
plosie veroorzaken. Hoogten van 500.000 Ki
lometer, dat is ongeveer veertigmaal de door
snede van onze aarde, worden door die vlam-
menzuilen bereikt. En met behulp van In
strumenten heeft men waargenomen, dat
deze vuurzuilen in vier minuten ongeveer
166.000 K.M. stijgen, dat is per seconde 700
K.M. En even vlug ais deze onmetelijke zul
len zijn gegroeid, verdwijnen ze ook weer. De
niet te schatten kracht, die het opstijgen van
die vuurzuilen bewerkt, kan niet slechts van
de buitenste lagen van de zon afkomstig zijn.
Diep in het zonnelichaam moeten dingen ge
beuren, waarvan wij ons geen beeld kunnen
vormen, maar waarvan bet. geweld alle men-
schelijke begrippen te boven gaat.
JOH. T.
Een stedeling hoort in oen naburig dorpje
de kerkklok luiden en vraagt aan een jongen
die passeert:
..Waarom luidt die klok. vent?"
-Omdat er aan getrokken wordt, meneer,"
is het iakonlekc antwoord.
Mevrouw: ..Is dit versche vLsch?"
Bediende: ..Vanmorgen pas ontvangen".
Mevrouw: „Waar vandaan?"
Bediende: „Van ons hoofd-filiaal uit dc
Houtstraat."
IN EEN HOTEL
Gast tegen knecht: Wat breng Je me nu
een bruine en een zwarte schoen?
Knecht: Ja, wat is dat wonderlijk. Uw buur
man zei dat ook juist tegen me.
WAT ONZE BELANGSTELLING
WEKT.
De fiets. Ook op de Samoa eilanden in
Australië heeft dc fiets onder de inlanders
burgerrecht verkregen. Het is daar lang
geen ongewoon schouwspel meer een troepje
zoo goed ais naakte inlanders langs den weg
te zien peddelen.
Tijgers- De tijger komt alleen voor in
Azië en nog niet in geheel Azië b.v. niet op
Ceylon on niet in Centraal Azië. wel op Su
matra, Java en Bali, niet op Borneo en de
overige eilanden van onzen Archipel.
Wist je dat? De bevolking van Parijs be
staat voor een half mlllioen uit vreemdelin
gen. De gehccle bevolking van Frankrijk telt
3 milllocn buitenlanders.
Waarom hectcn dc Amersfoortors keitrek
kers? Omdat ze in Juni 1661 als gevolg
van een weddenschap met meer dan 400 bur
gers gezamenlijk de groote kei van den
Amersfoortschen berg naar dc stad sleepten.
Een rare eend. Er leeft een eenden
soort die haar nest in een boom maakt,
soms honderden meters van het water ver
wijderd. Heeft ze haar jongen uitgebroed,
dan draagt ze die in haar bek naar het
water.
Wist je dat? In Venetië heeft men de
gondels, waar het verkeer mee onderhouden
wordt in die eilandenstad vervangen door
motorbootjes,