VAIM NAJAARS-OPRUIMING WONINGINRICHTING N.V. GROOTE Lange Veer5traakenCr.Hout6tr.50 Haarlem BIOSCOOP. PLEIN 19 - HAARLEM - TELEFOON 11159 ZIET NOC HEDEN ONZE ETALAGE!! 7 90 I. LETTEREN EN KUNST (Zie ook elders m dit nummer.) INTIEME KUNSTAVOND. FIENTJE DE LA MAR. Aan den vleugel: HAN BEUKER. Van Beatrijs via chansons en imitaties naar Hakki Douw, het „meisje van alles", dat in den trein zit op weg naar Bevenvijkbad, en in de chansons een grillige verscheidenheid van het visionnaire Piraten Lied uit de Drei- groschenopera tot de verliefde Haagsche bak- visch in haar brief over de voetbalmatch, dit programma gaf wel het overtuigend bewijs van Fientje de la Mar's veelzijdigheid. Beatrijs droeg zij voor met een wel zeer persoonlijk accent. Het was meer de actrice dan de declamatrice, die wij zagen en hoor den. Ik kan mij voorstellen dat sommigen wat vreemd stonden tegenover de voordracht van deze middeleeuwsche sproke met haar blanke verzen door Fientje de la Mar, maar men zal moeten bekennen, dat het. gedicht van haar kleur kreeg en de voordracht onge meen boeide. Het zeer sober gehouden gebaar steunde het woord dikwijls op treffende wijze en er was sfeer in deze voor het gedicht mis schien wat te dramatische, maar- door een groote innigheid gedragen voordracht. Maar toch, in haar groote kracht toonde Fientje de la Mar zich pas in haar chansons- Op dit terrein staat zij in ons land op een geheel aparte plaats, is zij de eerste van allen. Fientje de la Mar is de Hollandsche Yvette Guilbert.. Bij haar dezelfde souvereine plas tiek, de zelfde macht over het woord. Met een verrassende zekerheid staat zij onmid dellijk in elk nieuw chanson, dat zij voor draagt, geeft zij er kleur, beeld en leven aan. Zie en hoor haar den droom van de borden- waschter zingen, dat wilde piratenlied! Het wordt van een wreedheid, die je de keel toe- snoert, van een zoo visionnaire veiwoering, dat je een rilling langs je heen voelt gaan! Zoo kan niemand het in Nederland, zoo zagen wij het alleen van Yvette Guilbert in haar bes ten tijd. En Fientje de la Mar heeft op haar groote Fransche kunstzuster voor, dat zij zooals een zangeres het uitdrukte een stem met geen drie maar zes registers heeft, waar mee zij in het chanson alles kan doen. Prach tig wordt zoo'n lied als La Veuve, zooals Fien tje de la Mar het voordraagt, beklemmend in zijn sinistere symboliek. Welk een tragiek in dat „ten cents a dance", welk een ontroeren de weedom in dat fijne „Déja"! Hoe prach tig van nuanceering dat „Ne dis pas tou- jours!", onmiddellijk na dat geestige, over moedige, half gespeelde, half gezongen I love you. Hoe echt Hollandsch is zij dan op eens weer in het realistische weergeven van een vrouw uit de Jordaan, hoe heerlijk drastisch wordt dan haar voordracht. De Haagsche bakvisch, de oude hofjesjuffrouw den woest manifes- teerenden middenstander, zij geeft ze allen met een verbluffende en onmiddellijke raak heid. Wat weet zij zoo'n liedje als De Zoen van Clinge Doorenbos niet tot iets kostelijks te maken. Het was een avond van superieure cabaret- kunst, zooals wij het- in ons land na Pisuisse eigenlijk niet meer kennen. Fientje de la Mar werd daarbij in haar chansons en in Beatrijs op wel voortreffelijke wijze gesteund door de innig-mukikale begeleidingen op den vleugel van Han Beuker, die ook in enkele soli het rijk gevarieerde programma van de kunste nares op heel gelukkige wijze aanvulde. Het was een avond van intieme Kunst, die opwoog tegen alle zoogenaamde cabaretavonden, wel ke wij in een seizoen te „genieten" krijgen.1 Het publiek werd niet moede Fientje de la Mar en haar begeleider toe te juichen. Maar tot een toegift kwam het niet. „Neemt u hei- mij niet kwalijk, maar ik ben zoo moe!' zeide ze. Was het wonder na een avond van zoo volkomen overgave in telkens weer de ge- heele kunstenares opeischende chansons? Wij zijn Fientje de la Mar zéér, zéér dankbaar voor wat zij 'ons gisteren geschonken heeft. J. B. SCHUIL MUZIEK Eerste Gemeentelijk Orgelconcert Dc nieuwe reeks der Gemeentelijke Orgel concerten is Vrijdagavond geopend met een programma dat ons van Pachelbel tot Rhein- berger voerde; dat dus met de periode vóór Bacil aanving om in die na Mendelssohn te eindigen. Bach, Handel en Tommaso Vitali vormden de kem. We hebben in Pachelbel den voorlooper van Bach duidelijk kunnen hooren; met name zijn Ciaccona bevat figuren die men ln Bach's beroemde Passacaglïa terugvindt. Toch blijft de gelijkenis uiterlijk; bij Bach spreekt, de persoonlijkheid, het innerlijke door de overgeleverde vormen heen. Heel sterk gevoelden we dat terstond bij den inzet van de vioolsonate in b kl. t.: welk een grootsche gedachtenwereld openbaart dit Adagio! Louis Zimmermann speelde bij het orgel; de magistrale klank van zijn prachtig instrument vulde de ruimte, nam oor en ziel gevangen. Er was geen verslapping of inzin king in de vertolking der sonate; Bach's grootsche kunst inspireerde tot grootsch spel. Het orgelpreludium en de fuga in G gr. t. volgden en lieten ons een anderen Bach hoo ren; feestelijke klanken in wisselende maar steeds bewegelijke opvolging en verstrenge ling. In het tweede deel van den avond kwam Handel's Orgelconcert in d kl. t.. eenvoudig, soms eenigszins schematisch in zijn vele se- a.uenzen. interessant door de wisseling van de toonkleuren der verschillende manualen, die in dit werk rjeer profijt trokken van de combinatie-mogelijkheden van het instru ment dan in Bach's werken. En weer ver scheen Zimmermann op het podium en weer klonk een Ciaccona, doch nu was het de viool die het stuk droeg en het was een werk uit de 18de eeuw. een werk met heel wat gedurf der harmonische overgangen dan die waar toe Pachelbel zich verstout zou hebben. We hebben de Ciaccona van Vitali meermalen in onze concertzaal, ook op orgelconcerten ge hoord en kunnen de voorliefde der violisten voor dit werk gereedelijk begrijpen. Wat Zim- mermann's vertolking betreft: zij behoort tot de meest imposante die we er tot dusver van hoorden, hoewel de orgelbegeleiding niet steeds volkomen gelijken tred met de viool partij hield. De talrijke orgelwerken van Josef Rheln- berger (18391901) hebben langen tijd bij de organisten in hoog aanzien gestaan. Er zijn 20 orgelsonates onder; de Pastorale Sonate op. 88 is de derde daarvan. Degelijk is deze muziek, maar zij maakt een eenigszins ver ouderden indruk. Het geniale ontbreekt er in. Zimmermann werd langdurig toegejuicht en herhaaldelijk teruggeroepen; ook het spel van George Robert, die met zware hoofdpijn te strijden had werd door levendigen bijval beloond. K. DE JONG. HAARLEMSCHE POLITIE-MUZIEKVEREENICING Hoewel geen concert in strikten zin. was toch heel de avond, door genoemde vereeni- gïng gegeven in den schouwburg Jansweg, aan de muziek gewijd. Voorzitter Verlaan vond voor zijn openings rede een belangstellend gehoor, een geheel gevulde schouwburg. Over dit voor 't korps verblijdend feit sprak hij zijn voldoening uit en tevens zijn dank aan de donateurs en belangstellenden die in moeilijke dagen de vereeniging trouw bleven. Het korps nam daarop zijn plaats op het podium in en voerde een aantal muziekstukken uit. Daar de directeur de heer B. D. Peters niet aanwezig kon zijn, vertrouwde het korps op zijn goed gesternte, en dit vertrouwen bleek niet vermetel te zijn. Onder directeur Peters werkt men met animo, én dit heeft tot resultaat dat ook onder leiding van den remplacjant een goed klankgeheel wordt be houden. Behalve het openingsnummer, een wals, werden later op den avond nog meer dere stukken uitgevoerd, die in de schouw burgruimte lang geen onaardig effect maak ten en door de aanwezigen zeer op prijs werden gesteld. De voordracht, het klank gehalte bij de Haarl. Politie-Muziekvereen. kan men prijzen. Met zorg wordt de klip ontzeüd, waarop zooveel dilettantenkorpsen stranden: het overdadig klankvolume dat boven krachten gaat. Voorts bepaalt men zijn keuze tot die muziek die technisch geen onoverkomelijke moeilijkheden biedt en ver valt toch niet in het ander uiterste: platidu- des gaat men angstvallig uit den weg. Spijtig blijft natuurlijk dat het dienstverband den leden hindernissen in den weg blijft leggen, zoodat wel moeilijk kan worden gerepeteerd in volledige bezetting. Aan directeur Peters is 't echter toevertrouwd, onder deze be zwarende omstandigheden zijn korps een goed samenspel te loeren: op het eerstvol gend concert hopen wij daarop meer in bij zon derheden terug te komen. Het vocaal kwartet „Octavo" had dezen avond voor een overgroot deel de belang stelling. Het Amsterdamsch achttal heeft daarop, ook volle recht. Want behalve dat de zang heel goed is verzorgd, weet „Octavo" zich in de komische zangstukken te hoeden voor chargeeren. En daartoe bestond in de meeste stukken, waarvan meerdere 't aan zien hadden van volledige tooneeluitvoerinen. gereede aanleiding. De mannen van „Octavo" zijn, klaarblijkelijk 't meest om de beperking die zij zich opleggen, in onze stad gaarne geziene gasten, en omdat, zooals ik reeds zei. het zingen beschaafd is (de pianist be geleidt ook heel knap en met smaak), kan ook de muzïekverslaggever het werk van Octavo met eere noemen. G. J. KALT. CINEMA PALACE. „Juffrouw, verkeerd aangesloten." Toen eenige weken geleden in Rotterdam de film ging „Fraulein, falsch verbunden". had de directeur van het desbetreffende theater de zeer origineele gedachte den Rot terdammers in verband met deze film vele kansen te geven op een geldprijs. Hij liet namelijk bekend maken, dat hij heel Rotter dam op een bepaalden dag zou laten opbel len en ieder, die op de telefonische oproep prompt antwoordde: „Fraulein, falsch ver bunden" (Juffrouw, verkeerd aangesloten) gaat vanavond in (volgt naam theater) Theater", kreeg den beloofden prijs. Een reusachtige reclame voor deze film. natuur lijk wilde nu iedereen „Fraulein, falsch verbunden" zien. En laat ik direct zeggen, dat de film het gaan zien alleszins waard is. Het is een alleraardigst ding, dat ook uit stekend gespeeld wordt. Verschillende fac toren moeten samenwerken om tot de ver wisseling van twee paartjes te komen, welke verwisseling één der beide paren zeker ten goede komt en het andere niet meer schaadt dan het verdient. Door een toeval hebben twee paartjes op denzelfden avond, op het zelfde uur een afspraakje gemaakt op de zelfde plaats. De vierde overeenkomst is, dat de samenstellende deelen van elk paar elkaar nog niet kennen. De eene afspraak is gemaakt door de telefoon, de andere per brief. In plaats dat nu het telefoonstel en het briefstel bij eikaar komen, komt de tele foonjuffrouw met den briefmeneer en de brief juffrouw met den telefoonmeneer bij elkaar. Iemand die eenigszins met de film bekend is, begrijpt hoe de handige scenario schrijver zoo'n geval uit kan putten. Daar wordt dan ook een allerdankbaarst gebruik van gemaakt. Het arme telefonistje is dol gelukkig en dood ongelukkig geweest, de briefschrijfster zoekt allang weer een an dere ..Liebling", de briefmeneer is een af spiegeling van de telefoniste, wat zijn ge moedstoestand betreft, en de telefoonme neer is razend. Dat de telefoniste met den briefschrijver gelukkig vereenigd wordt aan het slot, weten de geroutineerde bioscoopbe zoekers al aar. het begin, zoo'n slot komt ons ook toe, we willen tevree naar huis toe gaan en we gunnen het die twee aardige jonge menschen dan ook van harte. Het is een al leraardigste film, die op de meest aangename wijze bezighoudt. Trouwens het gcheele programma van deze week is uitstekend en onderhoudend. Het orkest speelt op de ons bekende, zeer goede wijze. De journals geven vee! moois en belangwekkends. Polygoon geeft o.a. den brand op de P. C. Hooft, en Tauber in de Gemeentelijke Concertzaal voor de Avro. Dan is er nog een alleraardigste klucht, ik geloof dat die tot- titel heeft „Bevroren IJs". waarin twee loodgieters zooveel onheil stich ten op de hun eigen nonchalante wijze, dat de vrouw des huizes ze paf.pafdood schiet. Ze belt de politie op om te melden wat ze gedaan heeft. Het antwoord van de politie is even treffend als teekenend: „Twee loodgieters doodgeschoten?Niet straf baar! Op het tooneel 2 Spyras met ondertitel: mensch op pop? Die vraag komt ook bij je op als je ziet hoe er met de man nelijke helft wordt gegooid en geduwd en gesjouwd door de vrouwelijke helft. Een programma zooals we graag zien en van gansclier harte aanbevelen. REMBRANDT THEATER Gustav Ucickv De man zonder naam. Er is in deze film uit tweeërlei oogpunt iets verblijdends ten opzichte van den regisseur Gustav Ucickv. Want deze Neubabelsbergsche kineast, heeft zich bij allen, die den nieuwen koers in den Duitschen volksgeest, en in de Duitsche politiek bedenkelijk achten voor de rust van de wereld, een trieste vermaard heid verworven. Hij is de voornaamste ver vaardiger van het genre films, dat in het kader van allerlei andere hulpmiddelen dienst moet doen om het militaire chauvi nisme te doen herleven en den allengs ge- taanden lust in de uniform en het soldaten spel aan te wakkeren door de suggestie van het sabelklettcrende en sporenrinkelende „heldendom". Zijn „Fluitconcert van Sans- souci", „In geheimen dienst". „Yorck"' en an dere bombariefilms hebben de kunst tot hand langster. zoo niet tot slavin gemaakt van machten, wier bedoelingen naar veler over tuiging rechtstreeks tegen de genezing van de nog steeds oorlogsinvalide wereld ingaan. „De man zonder naam" is het bewijs dat ook op het gebied van de kunst een zondaar voor bekeering vatbaar is. Misschien zelfs mogen wij er een nóg heerlijker verschijnsel in zien. Zou de Ufa tot de ervaring zijn ge komen, dat het- hoera-patriotiisme geen klanten meer trekt en dat zij daarom haar specialist in dit genre aan een ander soort werk zetten moet, dan zou deze bekeering waarlijk een gebeurtenis van belang moeten heeten. Maar verblijdend is deze film bovendien, omdat Ucicky thans voor het eerst toont, dat er inderdaad ook als kunstenaar meer Ln hem zit dan zijn vorige, artistiek volmaakt onbelangrijke producten deden vermoeden. „De man zonder naam" is met zorg gemon teerd en bevat gedeelten, welke als filmkunst de moeite waard zijn. Vlekkeloos is deze film niet; de regisseur heeft zijn teugels nier, altijd strak gehouden en ze soms zelfs uit de hand laten glippen, zoodat men bij tijden zijn aanwezigheid bijna vergeet. De t.ooneelen in de rechtzaal bijv. zijn eindeloös herhaald tooneelspei met welis waar goede gelaatsmimiek, maar van spe ciale film-effecten is hier geen sprake. Ook Werner Krauss, die als de hoofdpersoon in drukwekkend optreedt, bepaalt zich te uit sluitend tot op zichzelf expressieve mimiek. Een vlekje van het oude vergif is boven dien nog op deze eersteling van het nieuwe genre gespat in de gestalte van den gechsw- geerden zaakwaarnemer, welke helaas maar al te duidelijke sporen van anti-semietische inspiratie draagt. Maar overigens mag men tevreden zijn. Het gegeven, ook thans aan den oorlog ont leend. betreft het geval van een öoodge- waanden Duitscher, die inmiddels springle vend, maar alleen zonder geheugen, werk zaam is in eon Russische automoblelenfa- briek, waar hij door het toevallig inkijken van een Duitseh tijdschrift zijn herinnering terugkrijgt. Deze aanvang is zeer goed. Wij zien beur telings de machines en den man en het on gecontroleerd doordraaien van de machine, terwijl de man versuft naar de plaatjes kijkt-, duidt het uitbreken van de catastrofe wel sprekend aan. Ook de tocht van den man door Berlijn, waar als in een droomtoestand de straatcou lissen verwazen, is een zuiver stukje montage en vooral ook de cindelooze tocht langs de verschillende bureaux, waar de ongelukkige tevergeefs zich tracht te legltimeeren. Treffend is de. men zou haast zeggen: op zettelijke pacifistische stekking van het als filmcompetitie ook zeer geslaagde zoeken naar de naam kaart in het oorlogsarchief, waar de als torenhuizen om den ongelukkige heen wentelende kaartenkasten (elke kaart vertegenwoordigt een oorlogsslachtoffer!de massaliteit van de slachting in't bewas'.UJn prenten. Het scenario lijdt onder de invoeging van den wel wat. erg romantisch-onwaarsvhijn- lijken handelsreiziger, wiens hulpvaardigheid even vaag is gemotiveerd als de liefde van het typistje, dat voor liet „happy end" zorgen moet. Maar overigens kan men zich voorstellen dat de man. die aanvankelijk in zijn vroegere positie wil worden gerehabili teerd. zijn geld en fabriek prijs geeft, zoodra hij meent te bemerken, dat deze bij zijn vroe gere vrouw en den vriend, met wien zij her trouwd is. een beletsel vormen om eerlijk te zijn. en dat hij tenslotte zelfs ook met een wrangen humor afstand doet van zijn naam, omdat deze het geluk van een nieuw ge vormd menschencomplex en ook zijn eigen toekomstig geluk in den weg staat. Voor oen verrassend slot stelt ons dc equi- librlstiek in entre-acte. Het werkelljkseh nieuws bevat o.a. Richard Tauber, in de ge meentelijke Concertzaal. Louis Saalborn en Gerhard Hauptmann aan 't jubileum en een paar episoden uit het drama te Gcnóvc. H. G. CANNEGIETER. WATERBEWONERS. Morgen, Zondagochtend vervolgt het Rem- brandt-t heater zijn reeks Zondagmorgen cultuurfilms met liet Ufa-product „Waterbe woners" welke film uit verscheidene andere is samengesteld, zoodat voor den geregelden bioscoopbezoeker sommige deelen niet onbe kend zullen zijn. Het samenvoegen heeft ook geleid, dat deze film, meer nog dan andere cultuurfilms, absoluut geen aaneensluitend geheel vormt. Het belangwekkendst zijn de eerste acten. die het leven van de kleinste waterbewoners toonen: de ééncelligen en de kleine vlsschen. Ook hier weer dwingt hei geduld waarmee zulk soort opnemingen plegen te geschieden, alle bewondering af. De beelden van de gewone mug en haar mal aria collega zijn behalve interessant, ook leerzaam: men trekke er profijt van voor de zomermaanden Het ademen der visschen. wat bij vele soorten anders is en bij de een nog ingewik kelder dan bij de ander, komt goed tot zijn recht. Het tweede gedeelte toont de vervaardi ging van caviaar, sponsen en parels, artike len van uiteenloopend karakter en bercidlngs methode. De waddeworm, als unicum in zijn soort trekt de bijzondere aandacht, evenals het vangen van wal visschen door middel van 'n „harpoenkanon". Eskimo's ontbreken niet, evenmin de bewoners van de Middelan,ische Zee, Rest ons nog te vermelden dat schoonc naluurtafereelen niet ontbreken en dat een prachtige zonsondergang tevens het slot van de film is. Bijzondere gelegenheid om thans uw St. Nicolaas-Cadeaux te koopen voor zeldzaam lage prijzen. „DE CHAUFFEURSSCHOOL" ORANJEBOOMSTRAAT 174, HAARLEM, Telefoon 10041. Prospectus en inlichtingen op aanvrage dagelijks verkrijgbaar. 30.— LESGELD PER CURSUS, 30.—. Voor dames speciale cursus. Slagen voor Staats-cxamen verzekerd HAARDEN. OPRUIMING van enkele modellen. HAARDENHUIS, Ged. Oude Gracht 19, Telefoon 14811. E. H. BELKEGA. Goede L'e hnndsch BRANDKAST TE KOOP GEVRA/* ID Br. met Inlichtingen no. 49S7 bu reau van dit blad. Zonnder voornitbetalig Uitgebreide .collectie MEUBE LEN, in elk genre, alsook gor dijnen. zeil, bedden, haarden. Te betalen in mnandelijkacho of wckclijkschc termijnen. Tot 8 uur geopend. C. LTJYBé Heerengracht 171. Amsterdam DE NIEUWSTE DESSINS DE FRAAISTE TINTEN 150X200 cM. C 95 6.90—7.75-8.45—10.45— 3, 160X210 cM. 9JSS—9.75—11.25—12.25— 175X220 cM. fl 75 10.75—1L75—12.75—13.75— OOK STEEDS VOORHANDEN IN MAAT 210X350 CM.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 13