LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING PRIJSVRAAG VOOR JONGENSBOEKEN Litteraire Fragmenten. Nieuwe Uitgaven. I door KAREL DE JONG. Het Zondagnamid'dagconcert ia ihet Concert gebouw kan de Nederland :rs en in iö bijzon der de Haarlemmers interesseeren omdat er de eerste uitvoering van een werk van een landgenoot, Haarlemmer van geboorte, zal plaats vinden. Die pianistische ontwikkelings gang van Marius Monnikendam is voor mij geen gesloten boek; hij is ook orgeHeenling van wijlen J. B. C. de Pauw geweest; maar hij schijnt zich in de latere jaren meer en meer tot de compositie aangetrokken te hebben gevoeld. Als aanhanger der nieuwe richtingen heeft hij zich reeds doen kennen; dat Mengelberg zijn symphonisdhe bewsging „Arbeid" de uitvoering op een abonnements concert waardig keurt, bewijst dat onze diri gent „Arbeid" als eine gelungenè Arbeit" be schouwt. De overige werken van dit program ma behoef ik niet meer bij de lezers in te leiden. De .Sommernachtstraum"mruziek de geniale Ouverture, werk van den zeven tienjarigen Felix Mendelssohn, het Notturno met de mooie hoornsolo en het sprankelenden Scherzo men hoort ze steeds weer gaarne, maar ze vormt (gelukkig) geen curiositeit op onze concertprogramma's. En ook het cello concert van Dvorak is een door cellisten ge liefd en deswege veel gespeeld stuk. Uit Leipzig zal Zondagavond een mis van Haydn en wel de z.g. Nelsonmis won-den uit gezonden. Over de missen van Haydn is Kretschmar niet erg te spreken; „zich te be ijveren voor Haydn als miscomiponist, mag gevoeglijk overgelaten worden aan blinde ver eerders van den grooten meesters, lieden, die het behoorlijk vinden, als missen zonder ken nis van den tekst aangehoord en beoordeeld worden en voor wie op feestdagen een kyrie- ophoudt een kyrie ite zijn". Er is volgens dezen muziekgeleerde veel beminnelijke, kin derlijke en ontroerende muziek dn deze mis- se'n; zij zijn kostelijke voorbeelden van de naïeviteit en eenvoud van den componist, die om den leeken te gemoet te komen zoo veel mogelijk in: eenvoudige vormen geschre ven heeft en zelfs de koorfugas eenvoudig heeft gehouden, redenen waai-om ze destijds snel populair geworden en in enkele landen ook gebleven zijn. Maar oOk de beste dier missen zijn zeer ongelijk ,vaar waarde. Over 't algemeen schijnt den componist het prij zen en danken beter gelukt te zijn dan het klagen en rouwen en toont hij zich het zwakst in de muzikale weergave der diepzinnige dog matische gedeelten. In dit opzicht wordt het .,Et incarnatus est" der Nelson-mis als vorobeeld genoemd. Het onkerkelijk karakter van vele gedeelten werd zelfs aanleiding voor een aartsbisschop van We enen om de uitvoering van Haydns missen in de Weener kerken kort en goed te verbieden. Het Maandagavondprogramma van Frank fort vermeldt o.a. „Zes variaties voor or kest" van Paul Hindemith, en de „Burleske" voor piano en orkest van Richard Strauss. Ik vermoed dat met het eerste dezer beide wer ken het z.g. Philharmonisches Konzert" be doeld is, dat kort geleden door het Residen tie-orkest onder Dr. Van Anrooy ook te Haar lem werd uitgevoerd; immers dit orkestwerk bleek ook uit zes variaties te bestaan. Het is een der laatst verschenen werken van den roerigen en vruchtbaren Duitschen compo nist, wiens groot technisch kunnen ook door tegenstanders zijner kunstrichting erkend wordt. Het thema dezer variaties begint in C gr. t. maar dwaalt van de 2de maat af door allerlei andere toonsoorten, die door plurito- nale combinaties moeilijk definieerbaar wor den. Eigenaardig is. dat elk der variaties in een soliede ouderwetsche drieklank eindigt. De orkestrale behandeling is kleurrijk en in teressant en maakt in één variatie ook ge bruik van de naar mijn weten door Max Reger in diens „Serenade" voor het eerst toegepaste verdceling van het strijkorkest in twee helften, waarvan eene mét de andere zonder dempers spelt; op sommige andere plaatsen is de componist zeer hardhandig te werk gegaan. De geestdrift der hoorders was hier na de eerste auditie nog verre van alge meen, nog juister gezegd: zeer gering. Alle bevoegde beoordeelaars vonden het knap, zeer enkelen vonden 't mooi, de meesten had den zich rijkelijk geërgerd. Het mag echter de moeite waard genoemd worden het werk door de radio te beluisteren, niet alleen voor de velen die niet liet voorrecht hebben de concerten der Haarlemsche Bachvereeniging te kunnen bijwonen, maar ook voor hen die de uitvoering hier wél hoorden; misschien groeit, de waardeering bij een herhaalde ken nismaking. Misschien ook niet we moeten dit afwachten. Strauss' Burleske draagt geen opusgetal maar is evenals de vioolsonate op. 18 afkom stig uit de periode van zijn overgang naai de richting der programmamuziek. De Bur leske is in den grooten hoofdvorm eener so nate geschreven. Het hoofdthema wordt door de pauken, die hier ten getale van 4 voorge schreven zijn, geëxposeerd. Daventry zal in de komende week als „Grondslagen der Muziek" pianowerken van Brahms brengen in een nogal vreemde en uitteraard zeer onvolledige collectie. Brahms begon in 1853. dus als twintigjarige, zijn com ponisten loonbaan met het uitgeven van de klaviersonates op. 1 en 2. In 't volgende jaar verscheen de sonate op. 5. de meest gespeelde der drie. Na deze heeft hij geen klavierso nates meer geschreven. In 1854 verscheen het Scherzo op. 7, in 1856 de Ballades op. 10; daarna volgde tusschen 1856 en 1866 een reeks variatiewerken, waarvan de Handel- variaties op. 24 en de Paganini-variaties op. 35 de meest bekende zijn. Een periode van 13 jaren scheidt deze van de klavierstukken op. 76: in 't volgende jaar, dus 1880 versche nen de Rhapsodicën op. 79. weer 12 jaar la ter de klavierstukken op. 116 waarmee de laatste reeks ingeluid werd. Tusschen die ge nummerde werken in vallen dan nog meer dere, die niet van een opusgetal voorzien zijn. Van de Sonate op. 1 is het Andante het eerst geschreven. Het is een rij variaties op een oud-Duitsch minnelied met den tekst. (Vörsanger)Verstohlen geht der Mond auf, (Alle): blau, blau Blümelein (Vörs.)durch Zilberwölkchen führt sein Lauf. (Alle:) blau, blau Blümelein Rosen im Tal, Madel im Saai O schönste Rosa! Het eerste Allegro is uit Beethovens ge- dachtenwereld voortgekomen; de ontwikke ling der themas toont, echter nog niet het meesterschap van Beethoven. Wilde octaven- gangen kenmerken het Scherzo, Schumanns invloed komt in het Trio voor den dag; de finale, in 9/8 grijpt weer naar het hoofd thema van het begin terug. „Sturm und Drang" kenmerkt deze eersteling; in de vol gende komt meer en meer de bezonkenheid. HET TOONEEL Aan den vooravond van het 30-jarig feest van Varia. De tooneelvereeniging Varia uit IJmuiden zal op 22 November haar 30-jarig bestaan met een feestvoorstelling herdenken. Eenige weken geleden is in een artikel in ons blad reeds het een en ander van Varia's geschie denis verteld. Thans op den vooravond van dat voor IJmuiden belangrijke tooneelfeest, meen ook ik, die zoo vele voorstellingen van deze club „verslagen" heb. mijn oordeel over Varia te mogen uitspreken, waarbij ik na tuurlijk uitsluitend den artistieken kant zal belichten. Het was de vorige maand juist 10 jaar ge leden, dat ik voor het eerst op uitnoodiging van het bestuur van Varia een voorstelling van deze vereeniging te IJmuiden bijwoonde en deze kennismaking- was voor mij zoo ver rassend, dat ik na dien dag geregeld al thans, voor zoover mijn werkzaamheden te Haarlem dat mogelijk maakten de opvoe ringen te IJmuiden heb gerecenseerd. Op die voorstelling in 1922 speelde Varia Geuren van Emants en nu is het wel opmerkelijk, dat bijna alle dames en heeren, die toen aan die voor liefhebbers zeen goede opvoering mede werkten, nog altijd de kern van de werkende leden van Varia vormen. Tien jaren lang heb ik bijna altijd dezelfde namen op de pro gramma's te IJmuiden gezien: de heeren A. II. Holtslag-, L. W. Beree, J. A, Roza, Jacq. Roza, J. D. Bais en de dames Boeree-Karre- man, Roza-Peek, List-Daalder, List-Molenaar wij vinden ze telkens weer terug en die sta biliteit is die groote kracht van Varia. Van de vele dilettanten-vereenigingen, die ik ken, zijn er maar zeer weinige, die zoo een ensemble vormen als Varia uit IJmuiden. En doe kan dit ook anders, waar deze da mes en heeren zoo lang en zoo veel reeds met elkander hebben samengewerkt, elkanders zwakheden en deugden als spelers zoo vol komen kennen en dus zoo op eikaars capa citeiten zijn ingespeeld. Het goede, hechte ensemblespel. dat is de kracht van Varia. En dan moet ik daar onmiddellijk aan toe voegen: de ernst, zoowel van den regisseur, den heer A. S. Roza. als van de spelers. De werkende leden van Varia hebben nooit het komediespel als louter amusement, 'n „lief hebberijtje" beschouwd. Zij hebben zich steeds weer met volle toewijding aan elk nieuw stuk gegeven, en daarvan hebben wij de resultaten herhaaldelijk met blijde vol doening op het tooneel mogen constateeren Onder de dilettamten-tooneelvereenigingen in ons land neemt Varia dan ook een zeer eervolle plaats in. Ik herinner mij voorstel lingen van Varia zooals Boete. De Vrij buiter, Hein Roekoe, In 't Gouden Haantje die tot de beste behooren, welke ik van lief hebbers heb bijgewoond en ik kan hier dan ook uit volle overtuiging schrijven, dat IJmuiden Varia wel in eere mag houden. Toch zouden die mooie resultaten nooit be reikt zijn, wanneer Varia ook niet over uit stekende speelkrachten beschikte. Want met goeden wil, ijver, ambitie en ernst alleen komt men er op het tooneel nu eenmaal niet, wanneer geen talent aanwezig is. En dat ta lent is er bij vele werkende leden, Varia heeft het groote voordeel, dat bijna alle „em plooien" beschikbaar zijn: jonge rollen zoowel bij de dames als de heeren karak terrollen, type rollen efi dramatische rollen, Varia kan ze bijna steeds in voldoende mate bezetten. En het heeft eenige speelkrachten, die elke andere dilettanten-vereeniging haar mag benijden. Hoe weinige vereenigingen hebben een jongen speler, die zoo alle zeldzame eigenschappen voor jeune premier bezit als L. W. Boeree. In Haarlem ken ik er geen een. Een jonge rol met zoo'n elan en souplesse te bezitten, is al een bijzonder fortuintje voor een tooneelclub. Welk een uitstekende kracht heeft Varia ook in A. H. Holtslag. een intuï tief. sterk speler met een mooi, vol geluid, die het tooneel weet te vullen en groote rollen aan kan. Is het ook geen voorrecht twee „jonge vrouwen" als de dames Roza-Peek en Boeree-Karremans altijd ter beschikking te hebben en een dramatische kracht als me vrouw List-Daalder? En vergeten wij ook niet den heer D. J. Bais. die. zoolang als de vereeniging bestaat, in type-rollen uitmunt. Jammer voor Varia heeft zij in den heer oir mevrouw Kok twee uitstekende krachten ver loren. Zij zouden zeker nog geregeld op de spelerslijst voorkomen, wanneer *j niet IJmuiden hadden moeten verlaten. Want wie eenmaal een goed werkend lid van Varia is, wordt zijn vereeniging niet meer ontrouw en de heer en mevrouw Kok hebben dan ook slechts iioode voor hun vereeniging moeten bedanken. Toch zouden de voorstellingen van Varia niet zoo goed verzorgd zijn en zoo goede in drukken nalaten, wanneer niet de heer A. S. Roza steeds weer als regisseur het geheel had geleid. De heer Roza heeft een groote liefde voor zijn werk en weet zijn spelers altijd weer te animeeren. En hij heeft zooals mij herhaaldelijk bleek kijk op tooneel. Welk een zorg er te IJmuiden aan de voor stellingen wordt gegeven, blijkt ook altijd weer uit de aankleeding van het tooneel. Het is soms verrassend te zien. wat men van het kleine tooneeltje in het Thalia-gebouw weet te maken. Voor een belangrijk deel is dat ze ker te danken aan den artistieken smaak van den heer Boeree. Ik herinner mij een voorstelling van Hein Roekoe, waarvoor de regisseur de toegevendheid van het publiek inriep, omdat de decorateur uit Alkmaar Va ria in den steek had gelaten en niets had ge zonden. Toen hadden de leden zich zelf ge holpen met het gevolg, dat wij een decor kregen te zien, dat veel beter was dan men voor dit stuk en dat kleine tooneel ooit van buiten had kunnen krijgen. Is het wonder, dat een vereeniging met zulke goede krachten, die allen bezield zijn met liefde van 't tooneel en ernst Voor hun werk, tal van uitstekende opvoeringen heeft gegeven? Ik wil hier slechts enkele namen noemen; Boete met de zuiver gespeelde dramatisch onroerende hoofdrol van Lize door mevrouw List.Daalder De Vrijbuiter waarin L. W. Boeree de titelrol vervulde met zulk een verve en élan als nooit een dilettant vóór of na hem Peggy, m'n schat met da levendige, charmante Peggy, van INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. DE OPLEVING g Zelfs het GOEDE BOEK is thans GOEDKOOPER bij BOEKHANDEL VAN CITTERT Spekstraat 14 Telef. 10839 mevrouw RozaPeek De Hofslachter in welk blijspel Holtslag Rommel speelde met een breedheid en een gulheid, die heel het tooneel vulde Hein Roekoe met een niooïen strooper van Holtslag en een gcesti- gen Heintje van Boeree Hanengevecht waarin de dames RozaPeek en Boeree Karreman uitmuntten evenzeer als de heeren Holtslag en Boeree In 't gouden Haantje met dien aardig gespeelden pantoffelheld van Bais De Weg naar de Hel in welk stuk mevr. ListMolenaar een zeer goede Lola was De Butler, Demon, Er staat geschreven. Lentewolken, Bataille de Dames, Fatsoen en nog van vele andere stukken. Van een vereeniging met een zoo mooi ver leden kunnen wij nog veel in de toekomst venvachten, althans wanneer het publiek haar in dezen moeilijken tijd trouw blijft. Dit laatste wensch ik den werkenden leden van Varia toe. want zij verdienen het. Varia is een vereeniging, waarop IJmuiden trotsch mag zijn. J. B. SCHUIL. Hef bekroonde boek van 1932. DE VREDEDWINCER. door A. DEN HERTOG. De Firma Van Holkema en Warendorf heeft dit jaar evenals in 1928 een prijsvraag uitgeschreven voor jongens- en meisjesboeken en daarmee ongetwijfeld een handigen zet- gedaan. Want al zullen schrij vers van bekende reputatie, die vaste verbin tenissen niet hun uitgevers hebben en voor hun boeken sommen kunnen bedingen, gelijk of hooger dan de door de heeren Holkema en Warendorf uitgeloofde prijs van 1000 gulden, niet hebben meegedongen, zoo geeft de keu ring door een tot oordeelen bevoegde jury die hier bestond uit de heeren D. J. Daal der, E. Moll en David Tomkins wel een waarborg, dat het bekroonde werk zeker aan voor een jongensboek te stellen eischen voldoet. En dat is in dezen tijd. waarin juist in de litteratuur voor de jeugd zooveel prullaria verschijnt, reeds heei wat. In zoo'n uitspraak van een jury, hebben de ouderen, die een boek aan jongens cadeau willen ge ven, een zeker houvast en zij zullen bij hun keuze op het oordeel van deze bevoegde keurmeesters afgaan en er hun vertrouwen aan geven. Dat het volstrekt niet allen meesterwer ken zijn, die voor bekroning in aanmerking worden gebracht, heeft de vorige prijsvraag voor jongens en meisjesboeken afdoende be wezen maar het boek, dat thans door de jury werd uitverkoren De Vrededwinger, van A. den Hertog heeft zeker kwalitei ten, welke het stellen boven 't. gemiddelde, dat ed zoo jaarlijks op de boekenmarkt, ver schijnt. De heer A, den Hertog is officier en velen zullen het daarom merkwaardig vin den, dat juist hij in zijn boek De Vrede dwinger menschen, die tegen den oorlog strijden, tot- hoofdpersonen uitkoos. Maar dat is toch minder bevreemdend dan het op het eerste gezicht lijkt. Want juist officieren zijn misschien meer nog dan anderen door hun studie ervan overtuigd, hoe afschuwelijk een oorlog in de toekomst zal zijn. Captain Pax. het- hoofd van de organisatie voor den strijd voor den vrede, die in dit boek van Den Hertog een zoo gewichtige rol speelt, heeft zelf als officier den grooten oorlog meegemaakt en er een arm in verloren. Hij weet dus bij ondervinding, wat oorlog is. Hij heeft er zoo'n afschuw van gekregen, dat hij nog niaar éen levensdoel heeft: voor den vrede te strijden. Maar een geheel-ontwapen er is captain Pax niet. Dat hij een dergelijk standpunt, zou innemen, is van zijn geestelijke vader kapitein van de Jagers moeilijk te ver wachten. Wanneer aan captain Pax de vraag gesteld wordt, waarom hij niet 'Je militairen, die toch in den oorlog vechten bestrijdt, antwoordt hij: Vechten precies, maar zij maken geen oorlog. O, ik wilde wel, dat ik al die dwaze anti-niilitairisten dat kon duidelijk maken, dat. men geen oorlog voorkomt door op sol daten te -schelden. Men kastijdt toch ook een waakhond niet omdat hij inbrekers in de beenen bijt? Want dat is geen bloeddorst doch alleen maar een plichtmatige hande ling, waartoe zijn trouw en de liefde voor zijn baas en zijn erf hem brengen. Neem de inbrekers weg en de hond zal niet bijten en zelfs overbodig worden. Belet de chauvinisti sche elementen om oorlog uit, t.e lokken en de legers kunnen worden gemist". Het bloed kruipt bij den heer den Hertog, waar het niet. gaan kan en hij laat daarom ook den markies Arniand Delacourt, een Franschman en een der vurigste strijders in de vredes-organisatie zeggen, dat, wanneer Frankrijk ooit in een oorlog komt. hij een der eersten zal zijn om voor zijn land te strijden, omdat hij toch Franschman is. „Voor mij" zegt Delacourt- „zijn er maar twee moge lijkheden of ik laat mijn leven voor den vrede of voor mijn land. Alleen, als de keus aan mij is, dan zal het voor den vrede zijn". Men ziet, dat den Hertog hier tracht de kool en de geit te sparen. Hij ziet het gevaar voor den vrede meer in de politieke personen en in wat- R. P. in zijn datumstukjes her haaldelijk heeft aangeduid met de ..geheime machten", de geldmannen en fabrikanten van oorlogstuig, die belang hebben in den oorlog. Dit nu lijkt mij van den Hertog wel wat eenzijdig. Want hij zal juist als offi cier moeilijk kunnen ontkennen, dat ook een groot gevaar is gelegen in de ..generale staven", die in hun eeuwige voorbereiding van den ooidog, de zaak van den vrede geen goed doen. Maar hier zou de heer den Hertog als militair op gevaarlijk terrein komen en hij laat de generale staven daarom maar bui ten schot. Trouwens, heel dit boek geeft mij meer den Indruk, dat het den heer den Hertog voorna melijk te doen is geweest om een vooral spannend jongensboek te schrijven. Dat hij daarbij den jeugdigen lezers een kijkje tracht, te geven op de gevaarlijke machinaties van de oorlogsmakers kan nooit kwaad en het is reeds een niet te versmaden winst, dat de hoofdpersonen van zijn boek „vechters voor den vrede" zijn". Wij hebben reeds zoo dikwijls in jongensboeken den oorlog en de vechtersbazen zien verheerlijken, dat. ook wol eens strijders voor den vrede op een piëdestal geplaatst mogen worden. Éen bezwaar echter tegen dit boek vind ik. dat deze strijd tegen den oorlog door de jeug dige lezers zoo weinig au sérieux zal worden genomen. Hij heeft aan de spanning de idee geofferd, want feitelijk is heel dat. boek even onmogelijk als het eerste het beste detective verhaal. Den Hertog blijkt- de knepen van den detective-roman even goed te kennen als een Ivans. De jongens zullen dan ook door zijn boek „heenrazen", ja, ik wil zelfs wel beken nen, dat ik man op leeftijd toch. die zich anders heusch niet aan dit soort lectuur be zondigt er door gepakt- werd en mij door den heldhaftigen Captain Pax liet meevoe ren. Hoe meer zal dit dan bij de jonge lezers van 14 tot 18 Jaar, waarvoor dit boek be stemd is. het geval zijn. Maar ik ben er wel zeker van. dat wanneer men aan een van die jongens, hoe geboeid zij ook zullen zijn door het levendig geschreven verhaal, na afloop van de lectuur, de vraag stelt: „Geloof je, dat- zoo Iets mogelijk is?" zij grif zullen antwoorden „Natuurlijk niet". Want zij zullen, als zij tot bezinning zijn ge komen, moeten erkennen, dat dit verhaal van het begin tot- het einde feitelijk pure onzin is. En dat nu vind ik jammer in een bekroond boek. dat De Vrededwinger heet. Maar vlot en boelend geschreven is het ontegenzeggelijk. De avonturen van Frans Weiter. den jongen Hollandschen journalist, die in Slavonië het land. waar men op oorlog broeit. bij den staf der Vredes-orga- nisatfe van Captain Pax wordt ingedeeld, zijn met veel verve verteld, zoo dat de jon gens ze met gloeiende wangen zullen lezen. Èn het zijn mannetjesputters, die vrede- dwingers. Zij werken schrik niet. lezers met gifgaspistolen, of het zoo niets is. doch alleen maar togen de oorlogsmakers. En het gifgas is niet doodelijk. het stelt de slacht offers alleen maar tijdelijk buiten gevecht en het heeft ook geen kwade gevolgen. Die captain Pax is bovendien een wonderkerel. Hij gebruikt zelfs de Egyptische magie om zijn verheven doel te bereiken. „Zijn dwin gende kracht" vertelt zijn dochter „is zoo groot, dat de overgangen van het lethar gische in het kataleptische stadium en dan weer in het. somnambule stadium heel snel zijn". Maar in den strijd tegen den oorlog zullen wij toch met andere, meer reëele middelen moeten werken dan met magische krachten van het. lethargische, kataleptische en som nambule-stadium. Waarmee ik allerminst wil zeggen, dat- De Vrededwinger niet een „ra zend spannend", handig geschreven boek is. En daarom zal het ook wel in de eerste plaats door de jury zijn bekroond. Ook de jongens zouden ais zij er over te oordeelen hadden gehad den heer den Hertog waarschijnlijk den eersten prijs hebben toegekend. J. B. SCHUIL. Uit „Het Huisje aan de Sloot" door Carry van Bx*uggen. Dorst- ze het maar vragen, dat ze in huis komen moeten, kon ze zich nu maar ver staanbaar maken. Spraken het haar oogen. vroeg het haar gezicht? Ze praten met elkaar en komen alle vier naar haar toe en bij eiken stap schuin-dwars over het straatje worden ze gi-ooter; worden hun tanden wit ter en het blauw der oogen van den jongen blauwer. Ze zijn het stoepje al op en het gangetje al door en de kamer in, langs hen heen sluipt het bedompte van vóór het- onweer als een ontsnapte gevangene naar buiten en het frissclie komt achter ze aan naar binnen. Nu zitten ze, op stoelen rondom de tafel en zij waar ze straks al zat. aan het raam; ze lieten hun natte jassen op den kapstok ach ter en lijken nu veel dunner, behalve de jongen. Ze praten over haar, in hun taal, die ze niet verstaat, het is prettig en niet prettig tegelijkertijd, ze kijkt door het raam naar buiten. Het. regent harder dan straks. Maar moet zo niet iets pi-esenteeren? Als er visitie is, wordt er altijd gepresenteerd, dat hoort zoo.... behalve balletjes heeft moeder niets in huis; een balletje dan maar. Eerst de dame of de heer? De dame is wel de oudste, maar heeren gaan toch voor? Vader krijgt altijd van alles het eerst! De jongen natuurlijk het laatst. En zelf neemt zo er nu ook maar één. Ze zuigen op hun balletje, ze lachten tegen elkaar, ze vinden ze lekker. Ze ziin ook maar niet lekker, de balletjes van Stoffels! Wat moeten het rijke menschen zijn. De dames allebei in blauwe zij. de heer in grijs en de jongen in een ruig bruin pak en kousen, zooals alleen vreemdelingen dragen, bruin zijn ze en door donkerder strepen verdeeld In ruitvormige vakken, als groote stukken boter koek. Waar zit de heer zoo naar te kijken, wat wijst hij de dames toch, boven de kopjesknst tegen den muur? Nu staat hij op en gaat erheen. Wat is hij lang, hij raakt de zolde ring haast met zijn hoofd, straks buiten dacht ze het ook al: als hij wou vischte hij met zijn hand do blaadjes uit de goot! Voor het Mirzach staan ze nu, naar liet Mirzach keken ze van hun stoelen. Ze weten natuurlijk niet wat een Mirzach is, maar do Hebreeuwsche letters zien ze en nu begrijpen ze, dat. ze bij Joden zijn, dat ze in een huis van Joden voor den regen schuilen. Wat gaan ze nu doen? Wegloopen, de straat wee? op, liever dan bij Joden te schuilen? Neen ze lachen weer tegen haar en wenken haar en willen dat ze bij hen komt. Och ja waarom niet.maar neenwaarom wel? Ze doet alsof zc niet begreep en kijkt weer het. het raam uit. Ze weten niet wat een Mirzach is en zij kan het ze niet zeggen, want ze verstaan elkan ders talen niet. Is het niet vreemd, dat menschen dezelfde gezichten hebben en lijven en kleeren en dezelfde manieren van lachen en dat ze de zelfde dingen mooi en leelijk vinden en lek ker of akelig vinden en op dezelfde manier voelen en verdriet hebben en blij zijn en dat toch als eer' dikke muur zonder vensters de vreemde taal staat tusschen hen in. zoodat ze niet bij c'.kaar kunnen komen? De vreem den zouden weten willen wat dat „Mirzach" is en zij zou hef ze willen uitleggen, maar het is onmogelijk. Wonderlijk, wonderlijk! De ééne dame is nu zelf naar haar toe ge komen en keerde haar gezicht bij den kin naar zich toe. nu komt de andere ook. de jongen blijft op een afstand staan. Ze bekij ken haar, als was ze een prentje en zegtren dan telkens wat tegen elkaar. Het is heele- maal niet prettig, al bedoelen ze het vriende lijk, de jongen merkt, dat ze het liever niet wil. hij wenkte de dame, die zijn moeder moet zijn en ze laten haar los en gaan naar hun stoelen terug. Maar wacht eens evenNeen, mijnheer. dat moogt u volstrekt niet doen. Het spijt mij ook, dat u daar bij dien muur zoo weinig ziet, maar u moogt het Mirzach niet afne men en ermee naar de ramen gaan. Het hangt, daar op het Oosten en moet- daar blij ven hangen op het Oosten. God zou het zeker niet goed vinden Zoo moeten haar stem en haar oogen, toen ze van haar stoel naar hem toegeloopen was, tot hem gesproken hebben, want wat ze zei. verstond hij natuurlijk niet. Hij had het Mirzach al half van den wand, maar laat het los. en gaat weer bij de dames zitten. Ze zijn nu alle vier heel stil. zo kijken voor zich. Jaze kon het niet helpen, ze wisten natuurlijk niet, dat het Mirzach iets heel anders is dan een gewoon schilderij, waar mee je naar het- raam komt om het te bekij kenmaar zij mocht het toch niet laten gebeuren. Wat kan ze nu doenNog een balletje wil ze presenteeren. Juist, nu is het weer goed. nu lachen ze weer, tegen elkaar en tegen haar en de jongen deed. of hij er twee wilde nemen. O. dat. mag wei, dat mag gerust en wel drie ook. Eerst schudde hij van neen, maar hield ze toch, één in zijn mond en één in zijn zak. Maar de jongste dame is naar het. raam gegaan. Het regent niet meer, de kamer wordt lichter, ze overleggen met hun horloges hun boekjes, alleen de jongen niet, die heeft het balletje uit zijn zak gehaald en bekijkt het het is wit met rood gestreept, en het smaakt naar pepermunt. en hij lacht en wenkt haar toe hoe blij hij ermee is en bergt het dan weer op. Nu gaan ze wegnu gaan zc wegen nooit, nooit ziet hij ze weer terugvreemd gaat het toch in de wereld toe. De heele ka mer ruikt, naar het heerlijke goed dat de da mes in hun zakdoeken hebben. Ja. het zijn schatrijke menschen. dat is aan alles te zien. WatWatGeld. aan haar Geld. omdat ze schuilen mochten? Nu moest ze hun taal kunnen spreken om zo te vertol len, dat ze nooit, nooit geld aannemen wil, ai zou ze mogen van vader, voor weg-wij zen of heenbrengen, wanneer het niet uit te dui den is Ze kan niets zeggen, ze kan alleen de jon- ste dame zoo aankijken, dat die de hand met den gulden weer terughaalt, naar het open beursje in haar andere hand. De Jongen zag het en is héél boos, de heer en dc andere dame stonden er met den rug naar toe. de jongste dame haalt de schouders op en loopt de anderen vooruit naar de deur. Maar de jongen is naar zijn moeder gegaan en heeft haar iets ingefluisterd. Ze lacht en knikt,een ander taschje gaat open. zc zoekt er even in, maar nu komt er geen geld doch, o. zoo iets prachtigs.een bont satijnen lint, heel breed, niet. kleuren als in zonsondergang, tintelend geel en bruinig goud en stralend oranjewaar in de we reld zouden zulke dingen worden gemaakt, en wat moet je rijk zijn om ze te koopen. en wat moet, je goed en lief zijn om ze weg te geven! De dame gaf het den jongen en do jongen geeft het haar, en hij klopt- op zijn zak: voor het balletje! Ze zijn weg. ze sloot- de deur aclxter ze dicht. Aan den hemel gingen weer brecde. blauwe ruimten open, de zon zond een zilveren glans van zich uit, de wind is teruggekeerd naar één van de vier groote woningen achter den horizont, de weerkeerende warmte lokt het pasgevallen water alweer mee terug, het luchtruim in, naar de wolken toe in den zilveren gloor blinkt overal de opstijgende damp, dat is het water, dat in bctoovering den olm weer verlaat! Binnen hangt hun reuk nog. staan hun leege stoelen nog. Ze kijkt ernaar. Daar zat de heer. daar de dames en daar de jongen met zijn blauwer dan hemel-blauwe oogen. Hij heeft het balletje, dat zij hem paf. zij heeft van hem het prachtige lint - daar zit hijen uit de versche heugenis beeldhouwt ze in de ruimte boven zijn stoel ziin gestalte nu zal ze hem nooit meer vergeten. Het steal end-bonte lint hangt zacht en warm over haar hand. ze windt het. langzaam om haar drie aancengelegde vingers tot een losse, zachte rol ze aait het met haar wang, drukt haar neus ertegen, ademt erin met. lippen half open. Wat ls het zacht, wat ruikt liet zoet, wat blinkt het in de oogen! Hun kijken naar haar en pralen in een vreemde taal was heelemaal niet prettig, maar ze hebben vriendelijke, lieve dingen over haar gezegd. Wat zouden ze wel hebben gezegd Hè.WieWatWat zeg ie Is dat vader, is dat moeder? En hoorde zo die niet binnen komen? Ze deden dc deur open en kwamen het gangetje door en kwa men de kamer in en zc heeft er niets van ge merkt „Wat- deed je dan, waar was je dan mee bezig?" „Iken het warme rood dat weer naar haar wangen trekt, schiint ditmaal uit het allerdiepste van haar ziel vandaan te ko menIkIk keekik keek ik keek naar mezelfin den spiegel....". Gezond verstand, gezonde kinderen. Bij Em. Querldo's Uitg. Mij. te Amsterdam Ls verschenen: „Gezond verstand: gezonde kinderen", door Ethel Mannin, vertaald door Mr. I. E Prins-Willekes Macdonald. In het gezond verstand der ouders ziet dc schrijfster het heil der kinderen. Zij ls een volgelinge van Rousseau en van oordcel, dat allo ouderwetsche opvoeding, zoo niet. posi tief gevaarlijk, toch in ieder geval volkomen nutteloos is. Behandeld worden: het lastige kind; angst en het kind; de droomen van liet, kind: hot scxueele leven; sexueele voorlichting en vele andere vragen op een ratloncclc en moedige wijze. „Gezond verstand: gezonde kinderen" be vat vele „uitdagende" denkbeelden en zet. den lezer aan het denken over gewichtige proble men. Hoofdmotief van dc schrijfster is: Laat het kind zooveel mogelijk met rust Dr. Arie Querido schreef een inleiding voor dit belangwekkende boek Dc ramp van de Vestris. Een der ernstigste en meest geruchtma kende scheepsrampen van den tegenwoordl- gen tijd was wel de ondergang van het stoomschip „Vestris", van Liverpool, op 12 November 1928. waarbij 112 menschen om kwamen. De behandeling van deze zaak voor de Bri tish Board of Trade (den Engelschen Raad voor de Scheepvaart» duurde 40 dagen. De resultaten van het onderzoek werden neerge legd in een uitvoerig rapport, dat den jon gen Engelschen schrijver James Gould Cozzens inspireerde tot het spannende ver haal: „s.s San Pedro", dat vertaald werd door Yge Fokkema en uitgegeven is door J. Schuyt Jr., te Alkmaar. De 23e druk van „De Witte", door Ernest Ciaes, met penteekenlngen van Felix Tim mermans. is verschenen bij de N.V. Mij. tot verspreiding van goede on goedkoope lectuur 'Wereldbibliotheek Ook deze nieuwe druk van dit uitmuntende boek zal zeker zijn weg vinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 17