LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
PRIJSVRAAG VOOR
JONGENSBOEKEN
Litteraire Fragmenten.
Nieuwe Uitgaven.
I
door KAREL DE JONG.
Het Zondagnamid'dagconcert ia ihet Concert
gebouw kan de Nederland :rs en in iö bijzon
der de Haarlemmers interesseeren omdat er
de eerste uitvoering van een werk van een
landgenoot, Haarlemmer van geboorte, zal
plaats vinden. Die pianistische ontwikkelings
gang van Marius Monnikendam is voor mij
geen gesloten boek; hij is ook orgeHeenling
van wijlen J. B. C. de Pauw geweest; maar
hij schijnt zich in de latere jaren meer en
meer tot de compositie aangetrokken te
hebben gevoeld. Als aanhanger der nieuwe
richtingen heeft hij zich reeds doen kennen;
dat Mengelberg zijn symphonisdhe bewsging
„Arbeid" de uitvoering op een abonnements
concert waardig keurt, bewijst dat onze diri
gent „Arbeid" als eine gelungenè Arbeit" be
schouwt. De overige werken van dit program
ma behoef ik niet meer bij de lezers in te
leiden. De .Sommernachtstraum"mruziek
de geniale Ouverture, werk van den zeven
tienjarigen Felix Mendelssohn, het Notturno
met de mooie hoornsolo en het sprankelenden
Scherzo men hoort ze steeds weer gaarne,
maar ze vormt (gelukkig) geen curiositeit op
onze concertprogramma's. En ook het cello
concert van Dvorak is een door cellisten ge
liefd en deswege veel gespeeld stuk.
Uit Leipzig zal Zondagavond een mis van
Haydn en wel de z.g. Nelsonmis won-den uit
gezonden. Over de missen van Haydn is
Kretschmar niet erg te spreken; „zich te be
ijveren voor Haydn als miscomiponist, mag
gevoeglijk overgelaten worden aan blinde ver
eerders van den grooten meesters, lieden, die
het behoorlijk vinden, als missen zonder ken
nis van den tekst aangehoord en beoordeeld
worden en voor wie op feestdagen een kyrie-
ophoudt een kyrie ite zijn". Er is volgens
dezen muziekgeleerde veel beminnelijke, kin
derlijke en ontroerende muziek dn deze mis-
se'n; zij zijn kostelijke voorbeelden van de
naïeviteit en eenvoud van den componist,
die om den leeken te gemoet te komen zoo
veel mogelijk in: eenvoudige vormen geschre
ven heeft en zelfs de koorfugas eenvoudig
heeft gehouden, redenen waai-om ze destijds
snel populair geworden en in enkele landen
ook gebleven zijn. Maar oOk de beste dier
missen zijn zeer ongelijk ,vaar waarde. Over
't algemeen schijnt den componist het prij
zen en danken beter gelukt te zijn dan het
klagen en rouwen en toont hij zich het zwakst
in de muzikale weergave der diepzinnige dog
matische gedeelten.
In dit opzicht wordt het .,Et incarnatus
est" der Nelson-mis als vorobeeld genoemd.
Het onkerkelijk karakter van vele gedeelten
werd zelfs aanleiding voor een aartsbisschop
van We enen om de uitvoering van Haydns
missen in de Weener kerken kort en goed te
verbieden.
Het Maandagavondprogramma van Frank
fort vermeldt o.a. „Zes variaties voor or
kest" van Paul Hindemith, en de „Burleske"
voor piano en orkest van Richard Strauss. Ik
vermoed dat met het eerste dezer beide wer
ken het z.g. Philharmonisches Konzert" be
doeld is, dat kort geleden door het Residen
tie-orkest onder Dr. Van Anrooy ook te Haar
lem werd uitgevoerd; immers dit orkestwerk
bleek ook uit zes variaties te bestaan. Het is
een der laatst verschenen werken van den
roerigen en vruchtbaren Duitschen compo
nist, wiens groot technisch kunnen ook door
tegenstanders zijner kunstrichting erkend
wordt. Het thema dezer variaties begint in
C gr. t. maar dwaalt van de 2de maat af door
allerlei andere toonsoorten, die door plurito-
nale combinaties moeilijk definieerbaar wor
den. Eigenaardig is. dat elk der variaties in
een soliede ouderwetsche drieklank eindigt.
De orkestrale behandeling is kleurrijk en in
teressant en maakt in één variatie ook ge
bruik van de naar mijn weten door Max
Reger in diens „Serenade" voor het eerst
toegepaste verdceling van het strijkorkest in
twee helften, waarvan eene mét de andere
zonder dempers spelt; op sommige andere
plaatsen is de componist zeer hardhandig te
werk gegaan. De geestdrift der hoorders was
hier na de eerste auditie nog verre van alge
meen, nog juister gezegd: zeer gering. Alle
bevoegde beoordeelaars vonden het knap,
zeer enkelen vonden 't mooi, de meesten had
den zich rijkelijk geërgerd. Het mag echter
de moeite waard genoemd worden het werk
door de radio te beluisteren, niet alleen voor
de velen die niet liet voorrecht hebben de
concerten der Haarlemsche Bachvereeniging
te kunnen bijwonen, maar ook voor hen die
de uitvoering hier wél hoorden; misschien
groeit, de waardeering bij een herhaalde ken
nismaking. Misschien ook niet we moeten
dit afwachten.
Strauss' Burleske draagt geen opusgetal
maar is evenals de vioolsonate op. 18 afkom
stig uit de periode van zijn overgang naai
de richting der programmamuziek. De Bur
leske is in den grooten hoofdvorm eener so
nate geschreven. Het hoofdthema wordt door
de pauken, die hier ten getale van 4 voorge
schreven zijn, geëxposeerd.
Daventry zal in de komende week als
„Grondslagen der Muziek" pianowerken van
Brahms brengen in een nogal vreemde en
uitteraard zeer onvolledige collectie. Brahms
begon in 1853. dus als twintigjarige, zijn com
ponisten loonbaan met het uitgeven van de
klaviersonates op. 1 en 2. In 't volgende jaar
verscheen de sonate op. 5. de meest gespeelde
der drie. Na deze heeft hij geen klavierso
nates meer geschreven. In 1854 verscheen het
Scherzo op. 7, in 1856 de Ballades op. 10;
daarna volgde tusschen 1856 en 1866 een
reeks variatiewerken, waarvan de Handel-
variaties op. 24 en de Paganini-variaties op.
35 de meest bekende zijn. Een periode van
13 jaren scheidt deze van de klavierstukken
op. 76: in 't volgende jaar, dus 1880 versche
nen de Rhapsodicën op. 79. weer 12 jaar la
ter de klavierstukken op. 116 waarmee de
laatste reeks ingeluid werd. Tusschen die ge
nummerde werken in vallen dan nog meer
dere, die niet van een opusgetal voorzien zijn.
Van de Sonate op. 1 is het Andante het
eerst geschreven. Het is een rij variaties op
een oud-Duitsch minnelied met den tekst.
(Vörsanger)Verstohlen geht der Mond auf,
(Alle): blau, blau Blümelein
(Vörs.)durch Zilberwölkchen führt sein
Lauf.
(Alle:) blau, blau Blümelein
Rosen im Tal, Madel im Saai
O schönste Rosa!
Het eerste Allegro is uit Beethovens ge-
dachtenwereld voortgekomen; de ontwikke
ling der themas toont, echter nog niet het
meesterschap van Beethoven. Wilde octaven-
gangen kenmerken het Scherzo, Schumanns
invloed komt in het Trio voor den dag; de
finale, in 9/8 grijpt weer naar het hoofd
thema van het begin terug. „Sturm und
Drang" kenmerkt deze eersteling; in de vol
gende komt meer en meer de bezonkenheid.
HET TOONEEL
Aan den vooravond van het
30-jarig feest van Varia.
De tooneelvereeniging Varia uit IJmuiden
zal op 22 November haar 30-jarig bestaan
met een feestvoorstelling herdenken. Eenige
weken geleden is in een artikel in ons blad
reeds het een en ander van Varia's geschie
denis verteld. Thans op den vooravond van
dat voor IJmuiden belangrijke tooneelfeest,
meen ook ik, die zoo vele voorstellingen van
deze club „verslagen" heb. mijn oordeel over
Varia te mogen uitspreken, waarbij ik na
tuurlijk uitsluitend den artistieken kant zal
belichten.
Het was de vorige maand juist 10 jaar ge
leden, dat ik voor het eerst op uitnoodiging
van het bestuur van Varia een voorstelling
van deze vereeniging te IJmuiden bijwoonde
en deze kennismaking- was voor mij zoo ver
rassend, dat ik na dien dag geregeld al
thans, voor zoover mijn werkzaamheden te
Haarlem dat mogelijk maakten de opvoe
ringen te IJmuiden heb gerecenseerd. Op die
voorstelling in 1922 speelde Varia Geuren van
Emants en nu is het wel opmerkelijk, dat
bijna alle dames en heeren, die toen aan die
voor liefhebbers zeen goede opvoering mede
werkten, nog altijd de kern van de werkende
leden van Varia vormen. Tien jaren lang heb
ik bijna altijd dezelfde namen op de pro
gramma's te IJmuiden gezien: de heeren A.
II. Holtslag-, L. W. Beree, J. A, Roza, Jacq.
Roza, J. D. Bais en de dames Boeree-Karre-
man, Roza-Peek, List-Daalder, List-Molenaar
wij vinden ze telkens weer terug en die sta
biliteit is die groote kracht van Varia.
Van de vele dilettanten-vereenigingen, die
ik ken, zijn er maar zeer weinige, die zoo een
ensemble vormen als Varia uit IJmuiden.
En doe kan dit ook anders, waar deze da
mes en heeren zoo lang en zoo veel reeds met
elkander hebben samengewerkt, elkanders
zwakheden en deugden als spelers zoo vol
komen kennen en dus zoo op eikaars capa
citeiten zijn ingespeeld. Het goede, hechte
ensemblespel. dat is de kracht van Varia.
En dan moet ik daar onmiddellijk aan toe
voegen: de ernst, zoowel van den regisseur,
den heer A. S. Roza. als van de spelers. De
werkende leden van Varia hebben nooit het
komediespel als louter amusement, 'n „lief
hebberijtje" beschouwd. Zij hebben zich
steeds weer met volle toewijding aan elk
nieuw stuk gegeven, en daarvan hebben wij
de resultaten herhaaldelijk met blijde vol
doening op het tooneel mogen constateeren
Onder de dilettamten-tooneelvereenigingen
in ons land neemt Varia dan ook een zeer
eervolle plaats in. Ik herinner mij voorstel
lingen van Varia zooals Boete. De Vrij
buiter, Hein Roekoe, In 't Gouden Haantje
die tot de beste behooren, welke ik van lief
hebbers heb bijgewoond en ik kan hier dan
ook uit volle overtuiging schrijven, dat
IJmuiden Varia wel in eere mag houden.
Toch zouden die mooie resultaten nooit be
reikt zijn, wanneer Varia ook niet over uit
stekende speelkrachten beschikte. Want met
goeden wil, ijver, ambitie en ernst alleen
komt men er op het tooneel nu eenmaal niet,
wanneer geen talent aanwezig is. En dat ta
lent is er bij vele werkende leden, Varia
heeft het groote voordeel, dat bijna alle „em
plooien" beschikbaar zijn: jonge rollen
zoowel bij de dames als de heeren karak
terrollen, type rollen efi dramatische rollen,
Varia kan ze bijna steeds in voldoende mate
bezetten. En het heeft eenige speelkrachten,
die elke andere dilettanten-vereeniging haar
mag benijden.
Hoe weinige vereenigingen hebben een
jongen speler, die zoo alle zeldzame
eigenschappen voor jeune premier bezit als
L. W. Boeree. In Haarlem ken ik er geen een.
Een jonge rol met zoo'n elan en souplesse te
bezitten, is al een bijzonder fortuintje voor
een tooneelclub. Welk een uitstekende kracht
heeft Varia ook in A. H. Holtslag. een intuï
tief. sterk speler met een mooi, vol geluid, die
het tooneel weet te vullen en groote rollen
aan kan. Is het ook geen voorrecht twee
„jonge vrouwen" als de dames Roza-Peek en
Boeree-Karremans altijd ter beschikking te
hebben en een dramatische kracht als me
vrouw List-Daalder? En vergeten wij ook
niet den heer D. J. Bais. die. zoolang als de
vereeniging bestaat, in type-rollen uitmunt.
Jammer voor Varia heeft zij in den heer oir
mevrouw Kok twee uitstekende krachten ver
loren. Zij zouden zeker nog geregeld op de
spelerslijst voorkomen, wanneer *j niet
IJmuiden hadden moeten verlaten. Want wie
eenmaal een goed werkend lid van Varia is,
wordt zijn vereeniging niet meer ontrouw en
de heer en mevrouw Kok hebben dan ook
slechts iioode voor hun vereeniging moeten
bedanken.
Toch zouden de voorstellingen van Varia
niet zoo goed verzorgd zijn en zoo goede in
drukken nalaten, wanneer niet de heer A. S.
Roza steeds weer als regisseur het geheel had
geleid. De heer Roza heeft een groote liefde
voor zijn werk en weet zijn spelers altijd
weer te animeeren. En hij heeft zooals mij
herhaaldelijk bleek kijk op tooneel.
Welk een zorg er te IJmuiden aan de voor
stellingen wordt gegeven, blijkt ook altijd
weer uit de aankleeding van het tooneel. Het
is soms verrassend te zien. wat men van het
kleine tooneeltje in het Thalia-gebouw weet
te maken. Voor een belangrijk deel is dat ze
ker te danken aan den artistieken smaak
van den heer Boeree. Ik herinner mij een
voorstelling van Hein Roekoe, waarvoor de
regisseur de toegevendheid van het publiek
inriep, omdat de decorateur uit Alkmaar Va
ria in den steek had gelaten en niets had ge
zonden. Toen hadden de leden zich zelf ge
holpen met het gevolg, dat wij een decor
kregen te zien, dat veel beter was dan men
voor dit stuk en dat kleine tooneel ooit
van buiten had kunnen krijgen.
Is het wonder, dat een vereeniging met
zulke goede krachten, die allen bezield zijn
met liefde van 't tooneel en ernst Voor hun
werk, tal van uitstekende opvoeringen heeft
gegeven? Ik wil hier slechts enkele namen
noemen; Boete met de zuiver gespeelde
dramatisch onroerende hoofdrol van Lize
door mevrouw List.Daalder De Vrijbuiter
waarin L. W. Boeree de titelrol vervulde
met zulk een verve en élan als nooit een
dilettant vóór of na hem Peggy, m'n schat
met da levendige, charmante Peggy, van
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
DE OPLEVING g
Zelfs het GOEDE BOEK is
thans GOEDKOOPER bij
BOEKHANDEL VAN CITTERT
Spekstraat 14 Telef. 10839
mevrouw RozaPeek De Hofslachter
in welk blijspel Holtslag Rommel speelde met
een breedheid en een gulheid, die heel het
tooneel vulde Hein Roekoe met een
niooïen strooper van Holtslag en een gcesti-
gen Heintje van Boeree Hanengevecht
waarin de dames RozaPeek en Boeree
Karreman uitmuntten evenzeer als de heeren
Holtslag en Boeree In 't gouden Haantje
met dien aardig gespeelden pantoffelheld
van Bais De Weg naar de Hel in welk
stuk mevr. ListMolenaar een zeer goede
Lola was De Butler, Demon, Er staat
geschreven. Lentewolken, Bataille de Dames,
Fatsoen en nog van vele andere stukken.
Van een vereeniging met een zoo mooi ver
leden kunnen wij nog veel in de toekomst
venvachten, althans wanneer het publiek
haar in dezen moeilijken tijd trouw blijft. Dit
laatste wensch ik den werkenden leden van
Varia toe. want zij verdienen het. Varia is
een vereeniging, waarop IJmuiden trotsch
mag zijn.
J. B. SCHUIL.
Hef bekroonde boek van 1932.
DE VREDEDWINCER.
door A. DEN HERTOG.
De Firma Van Holkema en Warendorf
heeft dit jaar evenals in 1928 een
prijsvraag uitgeschreven voor jongens- en
meisjesboeken en daarmee ongetwijfeld een
handigen zet- gedaan. Want al zullen schrij
vers van bekende reputatie, die vaste verbin
tenissen niet hun uitgevers hebben en voor
hun boeken sommen kunnen bedingen, gelijk
of hooger dan de door de heeren Holkema en
Warendorf uitgeloofde prijs van 1000 gulden,
niet hebben meegedongen, zoo geeft de keu
ring door een tot oordeelen bevoegde jury
die hier bestond uit de heeren D. J. Daal
der, E. Moll en David Tomkins wel een
waarborg, dat het bekroonde werk zeker aan
voor een jongensboek te stellen eischen
voldoet. En dat is in dezen tijd. waarin
juist in de litteratuur voor de jeugd zooveel
prullaria verschijnt, reeds heei wat. In zoo'n
uitspraak van een jury, hebben de ouderen,
die een boek aan jongens cadeau willen ge
ven, een zeker houvast en zij zullen bij hun
keuze op het oordeel van deze bevoegde
keurmeesters afgaan en er hun vertrouwen
aan geven.
Dat het volstrekt niet allen meesterwer
ken zijn, die voor bekroning in aanmerking
worden gebracht, heeft de vorige prijsvraag
voor jongens en meisjesboeken afdoende be
wezen maar het boek, dat thans door de
jury werd uitverkoren De Vrededwinger,
van A. den Hertog heeft zeker kwalitei
ten, welke het stellen boven 't. gemiddelde,
dat ed zoo jaarlijks op de boekenmarkt, ver
schijnt. De heer A, den Hertog is officier en
velen zullen het daarom merkwaardig vin
den, dat juist hij in zijn boek De Vrede
dwinger menschen, die tegen den oorlog
strijden, tot- hoofdpersonen uitkoos. Maar dat
is toch minder bevreemdend dan het op het
eerste gezicht lijkt. Want juist officieren
zijn misschien meer nog dan anderen door
hun studie ervan overtuigd, hoe afschuwelijk
een oorlog in de toekomst zal zijn. Captain
Pax. het- hoofd van de organisatie voor den
strijd voor den vrede, die in dit boek van
Den Hertog een zoo gewichtige rol speelt,
heeft zelf als officier den grooten oorlog
meegemaakt en er een arm in verloren. Hij
weet dus bij ondervinding, wat oorlog is.
Hij heeft er zoo'n afschuw van gekregen,
dat hij nog niaar éen levensdoel heeft:
voor den vrede te strijden.
Maar een geheel-ontwapen er is captain
Pax niet. Dat hij een dergelijk standpunt, zou
innemen, is van zijn geestelijke vader
kapitein van de Jagers moeilijk te ver
wachten. Wanneer aan captain Pax de
vraag gesteld wordt, waarom hij niet 'Je
militairen, die toch in den oorlog vechten
bestrijdt, antwoordt hij:
Vechten precies, maar zij maken geen
oorlog. O, ik wilde wel, dat ik al die dwaze
anti-niilitairisten dat kon duidelijk maken,
dat. men geen oorlog voorkomt door op sol
daten te -schelden. Men kastijdt toch ook een
waakhond niet omdat hij inbrekers in de
beenen bijt? Want dat is geen bloeddorst
doch alleen maar een plichtmatige hande
ling, waartoe zijn trouw en de liefde voor
zijn baas en zijn erf hem brengen. Neem de
inbrekers weg en de hond zal niet bijten en
zelfs overbodig worden. Belet de chauvinisti
sche elementen om oorlog uit, t.e lokken en de
legers kunnen worden gemist".
Het bloed kruipt bij den heer den Hertog,
waar het niet. gaan kan en hij laat daarom
ook den markies Arniand Delacourt, een
Franschman en een der vurigste strijders in
de vredes-organisatie zeggen, dat, wanneer
Frankrijk ooit in een oorlog komt. hij een der
eersten zal zijn om voor zijn land te strijden,
omdat hij toch Franschman is. „Voor mij"
zegt Delacourt- „zijn er maar twee moge
lijkheden of ik laat mijn leven voor den
vrede of voor mijn land. Alleen, als de keus
aan mij is, dan zal het voor den vrede zijn".
Men ziet, dat den Hertog hier tracht de
kool en de geit te sparen. Hij ziet het gevaar
voor den vrede meer in de politieke personen
en in wat- R. P. in zijn datumstukjes her
haaldelijk heeft aangeduid met de ..geheime
machten", de geldmannen en fabrikanten
van oorlogstuig, die belang hebben in den
oorlog. Dit nu lijkt mij van den Hertog wel
wat eenzijdig. Want hij zal juist als offi
cier moeilijk kunnen ontkennen, dat ook
een groot gevaar is gelegen in de ..generale
staven", die in hun eeuwige voorbereiding
van den ooidog, de zaak van den vrede geen
goed doen. Maar hier zou de heer den Hertog
als militair op gevaarlijk terrein komen en
hij laat de generale staven daarom maar bui
ten schot.
Trouwens, heel dit boek geeft mij meer den
Indruk, dat het den heer den Hertog voorna
melijk te doen is geweest om een vooral
spannend jongensboek te schrijven. Dat
hij daarbij den jeugdigen lezers een kijkje
tracht, te geven op de gevaarlijke machinaties
van de oorlogsmakers kan nooit kwaad en
het is reeds een niet te versmaden winst, dat
de hoofdpersonen van zijn boek „vechters
voor den vrede" zijn". Wij hebben reeds zoo
dikwijls in jongensboeken den oorlog en de
vechtersbazen zien verheerlijken, dat. ook wol
eens strijders voor den vrede op een piëdestal
geplaatst mogen worden.
Éen bezwaar echter tegen dit boek vind ik.
dat deze strijd tegen den oorlog door de jeug
dige lezers zoo weinig au sérieux zal worden
genomen. Hij heeft aan de spanning de idee
geofferd, want feitelijk is heel dat. boek even
onmogelijk als het eerste het beste detective
verhaal. Den Hertog blijkt- de knepen van den
detective-roman even goed te kennen als een
Ivans. De jongens zullen dan ook door zijn
boek „heenrazen", ja, ik wil zelfs wel beken
nen, dat ik man op leeftijd toch. die zich
anders heusch niet aan dit soort lectuur be
zondigt er door gepakt- werd en mij door
den heldhaftigen Captain Pax liet meevoe
ren. Hoe meer zal dit dan bij de jonge lezers
van 14 tot 18 Jaar, waarvoor dit boek be
stemd is. het geval zijn.
Maar ik ben er wel zeker van. dat wanneer
men aan een van die jongens, hoe geboeid zij
ook zullen zijn door het levendig geschreven
verhaal, na afloop van de lectuur, de vraag
stelt: „Geloof je, dat- zoo Iets mogelijk is?"
zij grif zullen antwoorden „Natuurlijk niet".
Want zij zullen, als zij tot bezinning zijn ge
komen, moeten erkennen, dat dit verhaal van
het begin tot- het einde feitelijk pure onzin is.
En dat nu vind ik jammer in een bekroond
boek. dat De Vrededwinger heet.
Maar vlot en boelend geschreven is het
ontegenzeggelijk. De avonturen van Frans
Weiter. den jongen Hollandschen journalist,
die in Slavonië het land. waar men op
oorlog broeit. bij den staf der Vredes-orga-
nisatfe van Captain Pax wordt ingedeeld,
zijn met veel verve verteld, zoo dat de jon
gens ze met gloeiende wangen zullen lezen.
Èn het zijn mannetjesputters, die vrede-
dwingers. Zij werken schrik niet. lezers
met gifgaspistolen, of het zoo niets is. doch
alleen maar togen de oorlogsmakers. En het
gifgas is niet doodelijk. het stelt de slacht
offers alleen maar tijdelijk buiten gevecht
en het heeft ook geen kwade gevolgen. Die
captain Pax is bovendien een wonderkerel.
Hij gebruikt zelfs de Egyptische magie om
zijn verheven doel te bereiken. „Zijn dwin
gende kracht" vertelt zijn dochter „is
zoo groot, dat de overgangen van het lethar
gische in het kataleptische stadium en dan
weer in het. somnambule stadium heel snel
zijn".
Maar in den strijd tegen den oorlog zullen
wij toch met andere, meer reëele middelen
moeten werken dan met magische krachten
van het. lethargische, kataleptische en som
nambule-stadium. Waarmee ik allerminst wil
zeggen, dat- De Vrededwinger niet een „ra
zend spannend", handig geschreven boek is.
En daarom zal het ook wel in de eerste plaats
door de jury zijn bekroond. Ook de jongens
zouden ais zij er over te oordeelen hadden
gehad den heer den Hertog waarschijnlijk
den eersten prijs hebben toegekend.
J. B. SCHUIL.
Uit „Het Huisje aan de Sloot" door
Carry van Bx*uggen.
Dorst- ze het maar vragen, dat ze in huis
komen moeten, kon ze zich nu maar ver
staanbaar maken. Spraken het haar oogen.
vroeg het haar gezicht? Ze praten met elkaar
en komen alle vier naar haar toe en bij eiken
stap schuin-dwars over het straatje worden
ze gi-ooter; worden hun tanden wit ter en het
blauw der oogen van den jongen blauwer.
Ze zijn het stoepje al op en het gangetje
al door en de kamer in, langs hen heen
sluipt het bedompte van vóór het- onweer als
een ontsnapte gevangene naar buiten en het
frissclie komt achter ze aan naar binnen.
Nu zitten ze, op stoelen rondom de tafel
en zij waar ze straks al zat. aan het raam; ze
lieten hun natte jassen op den kapstok ach
ter en lijken nu veel dunner, behalve de
jongen.
Ze praten over haar, in hun taal, die ze
niet verstaat, het is prettig en niet prettig
tegelijkertijd, ze kijkt door het raam naar
buiten. Het. regent harder dan straks.
Maar moet zo niet iets pi-esenteeren? Als
er visitie is, wordt er altijd gepresenteerd,
dat hoort zoo.... behalve balletjes heeft
moeder niets in huis; een balletje dan maar.
Eerst de dame of de heer? De dame is wel
de oudste, maar heeren gaan toch voor?
Vader krijgt altijd van alles het eerst!
De jongen natuurlijk het laatst. En zelf
neemt zo er nu ook maar één.
Ze zuigen op hun balletje, ze lachten tegen
elkaar, ze vinden ze lekker. Ze ziin ook maar
niet lekker, de balletjes van Stoffels!
Wat moeten het rijke menschen zijn. De
dames allebei in blauwe zij. de heer in grijs
en de jongen in een ruig bruin pak en kousen,
zooals alleen vreemdelingen dragen, bruin
zijn ze en door donkerder strepen verdeeld In
ruitvormige vakken, als groote stukken boter
koek.
Waar zit de heer zoo naar te kijken, wat
wijst hij de dames toch, boven de kopjesknst
tegen den muur? Nu staat hij op en gaat
erheen. Wat is hij lang, hij raakt de zolde
ring haast met zijn hoofd, straks buiten
dacht ze het ook al: als hij wou vischte hij
met zijn hand do blaadjes uit de goot!
Voor het Mirzach staan ze nu, naar liet
Mirzach keken ze van hun stoelen. Ze weten
natuurlijk niet wat een Mirzach is, maar do
Hebreeuwsche letters zien ze en nu begrijpen
ze, dat. ze bij Joden zijn, dat ze in een huis
van Joden voor den regen schuilen. Wat
gaan ze nu doen? Wegloopen, de straat wee?
op, liever dan bij Joden te schuilen? Neen
ze lachen weer tegen haar en wenken haar en
willen dat ze bij hen komt. Och ja
waarom niet.maar neenwaarom wel?
Ze doet alsof zc niet begreep en kijkt weer
het. het raam uit.
Ze weten niet wat een Mirzach is en zij kan
het ze niet zeggen, want ze verstaan elkan
ders talen niet.
Is het niet vreemd, dat menschen dezelfde
gezichten hebben en lijven en kleeren en
dezelfde manieren van lachen en dat ze de
zelfde dingen mooi en leelijk vinden en lek
ker of akelig vinden en op dezelfde manier
voelen en verdriet hebben en blij zijn en dat
toch als eer' dikke muur zonder vensters de
vreemde taal staat tusschen hen in. zoodat ze
niet bij c'.kaar kunnen komen? De vreem
den zouden weten willen wat dat „Mirzach"
is en zij zou hef ze willen uitleggen, maar het
is onmogelijk. Wonderlijk, wonderlijk!
De ééne dame is nu zelf naar haar toe ge
komen en keerde haar gezicht bij den kin
naar zich toe. nu komt de andere ook. de
jongen blijft op een afstand staan. Ze bekij
ken haar, als was ze een prentje en zegtren
dan telkens wat tegen elkaar. Het is heele-
maal niet prettig, al bedoelen ze het vriende
lijk, de jongen merkt, dat ze het liever niet
wil. hij wenkte de dame, die zijn moeder
moet zijn en ze laten haar los en gaan naar
hun stoelen terug.
Maar wacht eens evenNeen, mijnheer.
dat moogt u volstrekt niet doen. Het spijt mij
ook, dat u daar bij dien muur zoo weinig
ziet, maar u moogt het Mirzach niet afne
men en ermee naar de ramen gaan. Het
hangt, daar op het Oosten en moet- daar blij
ven hangen op het Oosten. God zou het zeker
niet goed vinden
Zoo moeten haar stem en haar oogen, toen
ze van haar stoel naar hem toegeloopen was,
tot hem gesproken hebben, want wat ze zei.
verstond hij natuurlijk niet. Hij had het
Mirzach al half van den wand, maar laat
het los. en gaat weer bij de dames zitten.
Ze zijn nu alle vier heel stil. zo kijken voor
zich. Jaze kon het niet helpen, ze wisten
natuurlijk niet, dat het Mirzach iets heel
anders is dan een gewoon schilderij, waar
mee je naar het- raam komt om het te bekij
kenmaar zij mocht het toch niet laten
gebeuren. Wat kan ze nu doenNog een
balletje wil ze presenteeren. Juist, nu is het
weer goed. nu lachen ze weer, tegen elkaar
en tegen haar en de jongen deed. of hij er
twee wilde nemen. O. dat. mag wei, dat mag
gerust en wel drie ook. Eerst schudde hij van
neen, maar hield ze toch, één in zijn mond
en één in zijn zak.
Maar de jongste dame is naar het. raam
gegaan. Het regent niet meer, de kamer wordt
lichter, ze overleggen met hun horloges
hun boekjes, alleen de jongen niet, die heeft
het balletje uit zijn zak gehaald en bekijkt
het het is wit met rood gestreept, en het
smaakt naar pepermunt. en hij lacht en
wenkt haar toe hoe blij hij ermee is en bergt
het dan weer op.
Nu gaan ze wegnu gaan zc wegen
nooit, nooit ziet hij ze weer terugvreemd
gaat het toch in de wereld toe. De heele ka
mer ruikt, naar het heerlijke goed dat de da
mes in hun zakdoeken hebben. Ja. het zijn
schatrijke menschen. dat is aan alles te zien.
WatWatGeld. aan haar
Geld. omdat ze schuilen mochten? Nu moest
ze hun taal kunnen spreken om zo te vertol
len, dat ze nooit, nooit geld aannemen wil,
ai zou ze mogen van vader, voor weg-wij zen
of heenbrengen, wanneer het niet uit te dui
den is
Ze kan niets zeggen, ze kan alleen de jon-
ste dame zoo aankijken, dat die de hand met
den gulden weer terughaalt, naar het open
beursje in haar andere hand. De Jongen zag
het en is héél boos, de heer en dc andere
dame stonden er met den rug naar toe. de
jongste dame haalt de schouders op en loopt
de anderen vooruit naar de deur.
Maar de jongen is naar zijn moeder gegaan
en heeft haar iets ingefluisterd. Ze lacht en
knikt,een ander taschje gaat open. zc
zoekt er even in, maar nu komt er geen geld
doch, o. zoo iets prachtigs.een bont
satijnen lint, heel breed, niet. kleuren als in
zonsondergang, tintelend geel en bruinig
goud en stralend oranjewaar in de we
reld zouden zulke dingen worden gemaakt,
en wat moet je rijk zijn om ze te koopen. en
wat moet, je goed en lief zijn om ze weg te
geven! De dame gaf het den jongen en do
jongen geeft het haar, en hij klopt- op zijn
zak: voor het balletje!
Ze zijn weg. ze sloot- de deur aclxter ze dicht.
Aan den hemel gingen weer brecde. blauwe
ruimten open, de zon zond een zilveren glans
van zich uit, de wind is teruggekeerd naar
één van de vier groote woningen achter den
horizont, de weerkeerende warmte lokt het
pasgevallen water alweer mee terug, het
luchtruim in, naar de wolken toe in den
zilveren gloor blinkt overal de opstijgende
damp, dat is het water, dat in bctoovering
den olm weer verlaat!
Binnen hangt hun reuk nog. staan hun
leege stoelen nog. Ze kijkt ernaar. Daar zat
de heer. daar de dames en daar de jongen
met zijn blauwer dan hemel-blauwe oogen.
Hij heeft het balletje, dat zij hem paf. zij
heeft van hem het prachtige lint - daar zit
hijen uit de versche heugenis beeldhouwt
ze in de ruimte boven zijn stoel ziin gestalte
nu zal ze hem nooit meer vergeten.
Het steal end-bonte lint hangt zacht en
warm over haar hand. ze windt het. langzaam
om haar drie aancengelegde vingers tot een
losse, zachte rol ze aait het met haar
wang, drukt haar neus ertegen, ademt erin
met. lippen half open. Wat ls het zacht, wat
ruikt liet zoet, wat blinkt het in de oogen!
Hun kijken naar haar en pralen in een
vreemde taal was heelemaal niet prettig,
maar ze hebben vriendelijke, lieve dingen
over haar gezegd.
Wat zouden ze wel hebben gezegd
Hè.WieWatWat zeg ie
Is dat vader, is dat moeder? En hoorde zo
die niet binnen komen? Ze deden dc deur
open en kwamen het gangetje door en kwa
men de kamer in en zc heeft er niets van ge
merkt
„Wat- deed je dan, waar was je dan mee
bezig?"
„Iken het warme rood dat weer naar
haar wangen trekt, schiint ditmaal uit het
allerdiepste van haar ziel vandaan te ko
menIkIk keekik keek ik
keek naar mezelfin den spiegel....".
Gezond verstand, gezonde kinderen.
Bij Em. Querldo's Uitg. Mij. te Amsterdam
Ls verschenen: „Gezond verstand: gezonde
kinderen", door Ethel Mannin, vertaald door
Mr. I. E Prins-Willekes Macdonald.
In het gezond verstand der ouders ziet dc
schrijfster het heil der kinderen. Zij ls een
volgelinge van Rousseau en van oordcel, dat
allo ouderwetsche opvoeding, zoo niet. posi
tief gevaarlijk, toch in ieder geval volkomen
nutteloos is.
Behandeld worden: het lastige kind; angst
en het kind; de droomen van liet, kind: hot
scxueele leven; sexueele voorlichting en vele
andere vragen op een ratloncclc en moedige
wijze.
„Gezond verstand: gezonde kinderen" be
vat vele „uitdagende" denkbeelden en zet. den
lezer aan het denken over gewichtige proble
men. Hoofdmotief van dc schrijfster is: Laat
het kind zooveel mogelijk met rust
Dr. Arie Querido schreef een inleiding voor
dit belangwekkende boek
Dc ramp van de Vestris.
Een der ernstigste en meest geruchtma
kende scheepsrampen van den tegenwoordl-
gen tijd was wel de ondergang van het
stoomschip „Vestris", van Liverpool, op 12
November 1928. waarbij 112 menschen om
kwamen.
De behandeling van deze zaak voor de Bri
tish Board of Trade (den Engelschen Raad
voor de Scheepvaart» duurde 40 dagen. De
resultaten van het onderzoek werden neerge
legd in een uitvoerig rapport, dat den jon
gen Engelschen schrijver James Gould
Cozzens inspireerde tot het spannende ver
haal: „s.s San Pedro", dat vertaald werd
door Yge Fokkema en uitgegeven is door J.
Schuyt Jr., te Alkmaar.
De 23e druk van „De Witte", door Ernest
Ciaes, met penteekenlngen van Felix Tim
mermans. is verschenen bij de N.V. Mij. tot
verspreiding van goede on goedkoope lectuur
'Wereldbibliotheek
Ook deze nieuwe druk van dit uitmuntende
boek zal zeker zijn weg vinden.