LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING BIOSCOOP. Nieuwe Uitgaven. door KAREL DE JONG. De Russische pianiste Josefa Rosanska is de soliste op het Zondagnamiddagconcert in het Concertgebouw. Een jaar of vier gele den kwam zij voor het eerst in ons land: haar eerste recital in Amsterdam verwekte terstond opzien: men constateerde een voor haar leeftijd (zij kan toen plan. 20 jaar oud geweest zijn) bijzondere geestelijke rijpheid, die zij vooral in haar vertolking van Beet- hovens Sonate op. 111 toonde. Dat daarne vens het technische apparaat in orde was, spreekt van zelf. Ik hoorde van haar te Haar lem twee recitals in opvolgende jaren; beide malen gaf ze veel schoons te hooren. De geestdrift over haar solistisch spel was oor zaak dat men haar ook voor werk engageer de, waartegen ze niet opgewassen bleek: haar samenspel met het Hollandsch strijk kwartet in Brahms klavierkwartet te Den Haag werd een ontgoocheling, doordat de pianiste zich hoegenaamd niet aanpaste aan haar partners. Sindsdien zijn weer een paar jaren verloopen; wellicht heeft zich bij Jo sefa Rosanska in dien tijd ook meer routine in samenspel ontwikkeld. We kunnen dus met belangstelling haar samenwerking met Mon- teux en het orkest tegemoet zien. Dat zij een klavierconcert van haar eminenten landge noot Rachmaninoff ter uitvoering koos. kan ons niet verwonderen; dat dit no. 2 is, even min, want dit is het meest gespeelde en komt ook herhaaldelijk op de radioprogram ma's voor. Het zooveel moeilijker 3de concert van Rachmaninoff wordt voor zoover ik weet alleen door den auteur zelf en door Horo witz in het publiek gespeeld. Een gramofoon- uitzending daarvan zal men Donderdag van Hilversum uit kunnen hooren. Theremin's Aethergolven komen ook weer eens op de proppen. Daar de radio verbreid worden het dan tweede-hands-aethergolven of aethergolven in het kwadraat. Het is een paar jaar geleden, dat ik een demonstratie van het apparaat (muziekinstrument kon men het nog nauwelijks noemen) heb bijge woond; als curiositeit leek 't me heel aardig. Moeilijk bleek de bespeling niet te zijn, want het gelukte me terstond er een melodie met pianobegeleiding op (of tegenaan of naar toe r- wat moet men eigenlijk zeggen bij dit ap paraat, dat men niet mag aanraken? Je moogt er naar wijzen, maar aankomen niet!) te spelen. Maar veel vertrouwen in de mu- zkale toekomst van het ding kon ik toen nog niet krijgen. Misschien is het nadien gelukt om den nasalen toon te verbeteren. Voor cel listen moet de bespeling bijzonder gemakke lijk zijn; misschien kon het dus een nieuw arbeidsveld voor de werkloozen onder hen leveren. Hoewel dan brengen ze de voor dracht weer op een gramofoonplaat en dan wordt de levende speler weer op non-activi teit gezet! En nu Berlijn. Ik vestig de aandacht op de uitzending van Beethovens op. 59 no. 1, het eerste der drie z.g. Russische strijkkwartet ten die zoo genoemd worden omdat Beethoven ze aan den Russischen graaf Rasoumoffski opdroeg. Na de in 1800 geschreven zes kwar tetten op. 18 had Beethoven de kwartetcom positie niet meer beoefend tot het jaar 1806 toen hij zijn op. 59 het lidh't deed zien. Maar hoe was hij in die zes jaren innerlijk veran derd! Hoeveel diepzinniger was zijn taal, hoe veel uitgebreider waren zijn vormen gewor den! Het is dan ook geen wonder dat het "nieuwe opus lang geen algemeene instem ming verwierf. Conservatieve beoordeelaars gispten de afmetingen en de vrijheden. Op de een paar jaren vroegeo verschenen Eroïca had men hetzelfde aan te merken. Wij zijn nu sedert lang over dat standpunt heen en kunnen slechts bewondering voelen voor wat Beethovens reuzengeest in die werken heeft geopenbaard. Het kwartet op. 59 no. 1 is een dier werken, die men niet te vaak hooren kan, waarin men telkens weer nieuwe schoonheden op merkt. Vooral het eerste hoofddeel van dit kwartet is een schitterend voorbeeld van su blieme thematische bewerking. Men lette op de ontwikkeling die inzonderheid de eerste maat van het hoofdthema (de kwartnoten, c. d, c, f) ondergaat. Het Scherzo wijkt geheel van den gebruikelijken vorm af; de grillige opvolging der vele themas brengt den hoor der aanvankelijk in eenige moeilijkheid. In het Adagio mesto klagen alle stemmen; het tweede thema brengt meer heftigheid dan troost; pas in de doorwerking van dit hoofd deel opent een nieuw thema een meer hoop vol verschiet. Het Adagio gaat door middel van een lange cadens der eerste viool, die in een triller op c eindigt, in de finale over; tegen dien triller brengt de cello dan voor het eerst het „thème russe" dat als hoofd thema fungeert. De verwerking daarvan is uiterst koen en stelt de spelers voor lastige problemen, waarbij nog moeilijke rhythmi- sche combinaties komen. Ook in het tweede kwartet van op. 59 komt een Russisch thema voor; hier als Trio van het Scherzo. Het Donderdagavond-concert van het Con certgebouw is merkwaardig omdat daarop de eerste uitvoering van een vioolconcert van den concertmeester Louis Zimmerman zal plaats vinden. De componist vertelde mij on langs dat zijn vioolconcert in andere gedaan te reeds vele jaren geleden bestond, maar dat hij het geheel omgewerkt heeft. Het zal on getwijfeld velen, die het spel van den uit muntenden violist vaak bewonderd hebben, interesseeren kennis te maken met zijn gaven als scheppend kunstenaar. De verleden week aangekondigde uitvoe ring van de Arbeidsbeweging van M. Mon nikendam is om mij onbekende redenen niet doorgegaan. Van de Donderdaguitzendingen willen wij nog wijzen op die van Roger's Serenade voor orkest op. 95. een der relatief bevattelijkste werken van dezen componist en het eerste orkestwerk dat in breedere kringen waardee ring vond. In dit weik is het strijkorkest in tweeën gedeeld; de eene helft speelt met, de andere helft zonder dempers, zoodat dus eigenlijk twee strijkensembles van verschil lend coloriet aanwezig zijn. Reger heeft op die wijze bijzondere klankcombinaties en -tegenstellingen weten te bereiken. Zijn ..Se renade" bestaat uit 4 deelen: Allegro mode rato, Vivace e Burlesca. Andante semplice en Allegro con spirito. Het. hoofdthema van het eerste Allegro komt in de andere deelen terug. Dat eerste Allegro wordt als het meest waardevolle hoofddeel van het werk geacht. Een rustige gelukkige stemming overheerscht daarin. Dat er ook een ernstig Fugato in voor komt spreekt bij den contrapuncticus Reger yanzelf. LECTUUR VOOR ONZE JEUGD Voor mij liggen de bekroonde meisjesboe ken van Holkema Warendorff. No. 1 Beroepsfilm door R. W.Doodewaard- Godschalk. Sen volt geschreven verhaal voor onze groote en ontwikkelde meisjes. Een ver haal uit dezen tijd met karaktertjes van de zen tijd. Jolige, leuke meisjes, die ook den ernst van 't leven kennen. Een zin als de volgende typeert het heele boek. „Wordt in ons leven ons netje vernietigd ons werk. waaraan wij zooveel tijd en moeite hadden besteed, het net van illusies, dat wij zoo ste vig hadden gesponnen dan niet bij de pakken neerzitten, maar een nieuw spinnen'. Er zit kracht en spirit in dit boek. Af en toe slechts spanning. Daarom is 't nu juist geen verhaal, dat je in een paar uur uitleest. Dat is goed, want nu worden de lezeressen ge dwongen zich in te denken, hoe moeilijk 't leven van dezen tijd voor jonge menschen vaak is. De schrijfster geeft blijken van groote aardrijkskundige' en economische kennis, 't Is altijd een vreugd naar haar te luisteren. Hoe goed doorvoelt ze de moeilijkheden van al die jonge werkers, zoowel van de verpleeg stertjes als van de kantoormenschen. Ze is thuis in de wereld der toonkunstenaars, dei- journalisten. der filmsterren. Dit boek is wel iets bijzonders. No. 2. Aan Wal door C. Asscher-Pinkhof. Eigenlijk vind ik dit boek mooier, ai is 't dan niet zoo knap geschreven als 't vorige. Aan Wal is een boek voor ieder meisje, omdat 't zoo ontroerend eenvoudig is. Jantje, het schipperskind, de heldin van dit verhaal is zoo'n heerlijk onbedorven kind. dat je ai da delijk van haar houdt en bij 't verder lezen nog meer van haar gaat houden. Wat zijn die karakterbeschrijvingen van de diverse mevrouwen, waar Jantje komt dienen, ook raak geschetst. En van de meneeren evenzoo Er zijn bladzijden van je fijnste humor, waar bij je 't uitschatert of een traan wegpinkt. Aan wal of aan boord, de schrijfster weet altijd te boeien. En passant geeft ze ook kos telijke paedagogische lesjes vooral in 't ge zin, waar de kinderen Jantje mee moeten helpen om 't thuis gezellig en netjes te ma ken. De dienstboden-kwestie wordt in dit verhaal wel zeer goed opgelost. Maar Jantje is ook een ideaal dienstmeisje. Er is zooveel ideaals in dit boek, dat ik er van overtuigd ben, dat 't in menig gezin stuk gelezen zal worden." No. 3. Grooter worden door Anna Hers. Een fijn boek met veel diepte. Mevrouw van den dominee, die nu als weduwe alleen haar kin deren moet opvoeden. Juist bij 't grooter wor den, werd de taak zwaarder. Gelukkig, dat Heindersje, de oude trouwe dienstbode mee ging, ook toen de pastorie achter hen allen gesloten werd. Gelukkig is er niet alleen som berheid in dit boek, op menig bladzijde laait de levensvreugde op. Vooral de tweelingen geven dikwijls reden tot plezier. Kostelijk is ook besctoeven hun omgang met de buurt kinderen. Soms zou je wat meer actie wenschen. Je vraagt je bij 't lezen wel eens af voor wel ken leeftijd dat boek nu eigenlijk geschre ven is. Zoo ben je in de wereld der kleintjes, dan weer sta je met Eva als. verkoopstertje in een kunstzaak. Mij dunkt, de schrijfster is op haar best, als ze het grootere meisje ty peert. Daar toont ze ons uist zoo helder, dat grooter worden is groeien in liefde en begrijpen. Ook dit boek is een aanwinst op de boekenmarkt. No. 4. De zeedistels door Jet Luker. Dit ver haal is voor een groot deel geschreven in dagboekvorm. Dat verhoogt soms wel de le vendigheid van stijl, maar af en toe is die ik vorm toch eentonig. De schrijfster beschikt over een vlotte uit beelding. Zelfs haar reisbeschrijving naar Vlieland lees je met plezier, 't Heele verblijf daar is zoo enthousiast beschreven dat je een, twee, drie plannen maakt, daar een vol genden zomer heen te gaan. En toch gebeurt er niet zoo heel veel. Een niet onaardig lief des gesch ied en is j e brengt wat spanning in 't verhaal. Evenals in de andere bekroonde ver halen trof me ook de weinige actie. Hadden de auteurs van vroeger meer fantasie? Er wordt in dit verhaal ongemerkt veel geleerd over vuurtorenlichten, zeedieren, kustbescher ming enz. Dat geeft een zekere waarde aan 't boek. De illustraties van Lies Hendriks ver- hoogen daarenboven den tekst nog. De zee distels is een boek, dat er wezen mag. Verder ligt voor mij een der bekroonde jon- gensverhalen, nl. Floris Ommeganek door Jac. A. Hazelaar. De talrijke buitengewoon geesti ge plaatjes zijn mede van den auteur. In zijn voorrede deelt de schrijver ons mede, dat dit een verhaal is van goede en slechte vroolijke en dappere daden. Deze werden verricht in de landen Vrederijck en Zottenland in de ja ren 1543 en 1544. Op de eerste bladzijde ma ken we kennis met Baas Arjaan den timmer man en Jochem Fles, zijn ouden knecht. En al spoedig ook met zoontje Floris, die zijn vader nog al eens last bezorgt. Floris zal zich spoedig ontpoppen als een kunstenaar in 't houtsnijden. Dan maakt hij kennis met Arend Vijgh, die niet alleen door Vrederijck. maar ook door verre, vreemde landen heeft gereisd. Die Arend Vijgh heeft nog eens avonturen beleefd. Zwarte Keesje, Jaak Cnabbelkoeck, Symen van Dijk en Dikke Griet smullen er van. Als Arend Vijgh naar het land der Zotten gaat, zal Floris hem vergezellen. Arend is poppenspeler van beroep en zal nu steeds zorgen voor nieuw materiaal. Wat die twee al zoo beleefden, wordt door den schrijver zoo kostelijk verteld, dat we als "t ware met ze meetrekken. Deze schrijver heeft nog eens fantasie, ja zooveel zelfs, dat je je soms af vraagt: waar haalt hij 't allemaal vandaan? Maar hij boeit op iedere bladzijde. Af en toe denk je terug aan baron van Munchhausen. Zulke heerlijke onzin krijg je te slikken. Daar voor zijn we dan ook in Zottenland. En we komen ook in aanraking met Tbijl Uilenspie gel. Als baas Arjaan valsch beschuldigd wordt, keert Floris terug naar Vrederijck. En dan lezen we van die romantische ontvluchting uit den toren. Floris heeft werkelijk eervol zijn naam Ommeganck verdiend. Hè wat. een fijne amusementslectuur is dit na die min of meer zware meisjesboeken De uitgevers Gebr. Kluitman te Alkmaar brachten ook een stelletje boeken ter markt, die er frisc'n en fleurig uitzien Harriet door Ems I. H. van Soest is een boek voor onze bakvischjes. Als ik 't verge lijk met de bekroonde meisjesboeken dan staat dit daar wel verre onder, 't Is ook een verhaal van dezen tijd, er is sprankeling in den stijl, af en toe ook wel actie, maar alles blijft zoo aan de oppervlakte. Veel mondain gedoe en mondain gepraat. Velen onzer meisjes zullen smullen van dit verhaal, voor al om de verliefdheidjes. die er vaak geestig in beschreven worden. Af en toe loopt er ook wel weer een diepere levenslijn door. Maar een echt fijn meisjesboek is 't niet. Ook heb ik van Annie v. d. Ruil wel eens betere il lustraties gezien. Wat zijn b.v. de handen van de meisjesfiguren zwak geteekend! Met meer genoegen las ik Een pittig ding door Felicie Jehu. JDe eerste bladzijden ge ven ons zoo heel natuurlijk den strijd van Greet, die maar niet mee kan komen op 't gym en die toch zoo wanhopend hard werkt. Meesterlijk is ook de omgang met Lotte, het nieuwe huisgenootje beschreven. Lotte, 't kind van een kunstzinnige moeder, die niet- naar haar omkijkt. In dit goede gewone ge zin wordt Lotte een flink menschenkind, een pittig ding. Hoewel ik in dit boek wat meer actie zou wenschen, behoort het zeer zeker tot de goede boeken. Tusschen de roode en zwarte tonnen door J. Stamperius is een verhaal voor onze jon gens van 12 a 14 jaar. Stamperius is al jaren lang een goed ver teller geweest, maar af en toe, zoo ook hier, komt de schoolmeester wel eens om den hoek kijken. We reizen heel gezellig met 't. heele troepje mee langs de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche wateren. En we leeren en passant heel veel. Zooveel soms, dat we blij zijn. als er nu eens storm en onweer komt. Dat- geeft •variatie. Me dunkt onze jongens zuilen dit verhaal niet in één adem uitlezen. Maar dat kan geen kwaad. De verteltrant van den schrijver is toch altijd zoo. dat. verveling buiten gesloten is. Daarom hoop ik zeer, dat dit boek aan veel jongens als St. Nicolaas- cadcau wordt thuis gebracht. De illustraties van Pol Dom zijn zoo eenig, dat. het je spijt, dat er maar zoo weinig van zijn. Avonturen op Zonnchoek door N K. Bieger is wel spannender. Hier en daar wel wat on natuurlijk. In t begin al, waar een gesoig neerde bakvisch in den trein een amicaal ge sprek gaat voeren met een jongen van bui- ton. De held van 't verhaal Otto komt in huis bij een rijken oom en tante in Ubbergen. 't Is net. of nu 't heele ouderlijke huis maar ver zwonden is. Maar de belevingen bij oom en tante zijn zoo emotioneel dat je telkens weer verder wil lezen. Vooral de verkoop van den bijbel met het gouden slot is zeer spannend beschreven. Ook de strijd van Otto. 't Loopt alles goed'en bevredigend af Aan 't slot van het boek laat de schrijver Otto opeens naar huis verlangen, 't Werd heusch tijd. Mis schien zullen de lezers de diverse avonturen veel wonderlijker vinden. Als ze aan 't eind gekomen zijn, zullen ze zeker uit den grond van hun hart zeggen: een reuze-boek. Dat is het! De Gele Brem Serie, uitgegeven door Van Holkema Warendorf bracht een boek ter markt van Mevrouw J. RiemcnsReurslag, „etiteld: „Het huis, de gele Brem". Dit boek is eigenlijk een vervolg op de familie Harringa. 't Doet ons genoegen weer eens wat te vernemen van dokter, mevrouw, Hans, Cor en Jetteke. We maken al dadelijk een koperen bruiloft mee van de ouders. Alles viert mee feest, Marie, het dienstmeisje incluis. En dan krij gen we de gezellige vacantie in de gele Brem. Èr zit zooveel echte, onopgesmukte blijdschap in dit boek. Toch tippen we wel even aan de donkere zij van 'ti* leven. Dan juist komt de grootste spanning in het verhaal. In een stormachtigen nacht is een schip met Engelsche bemanning in nood. Een tweede stuurman is gewond en bewusteloos en wordt door toedoen van dokter Harringa in de gele Brem verpleegd. Dan blijkt, dat hij de verloren zoon van Oma Harringa is. Dit is alles wel wat won derbaarlijk, maar de wonderen zijn de wereld niet uit. Met zooveel ontroering is dit alles geschetst. Het huis „de gele Brem" is een buitenge woon goed meisjesboek. De illustraties van Ella Riemersma doen het weer fijn. W. B.—Z. REMBRANDT - THEATER Als hoofdfilm Moderne Bruidschat met Martha Eggerth. Martha Eggerth is een beeld je, maar ik kan on het witte doek niet aan .haar wennen, omdat ik ze nog in haar oude beroep in de operette heb gezien. En zoo'n levend, warmbloedig en fees telijk Veilchen vom .Montmartre in het Johann Strauss- Theater is toch heel wat anders dan het beeldschoone afgiet sel, gemodelleerd naar de stereotiepe voorbeelden van Los Martha Eggerth. Angeles en Neubabelsberg. Een operette-film kan amusant zijn, maar amusanter blijft toch de operette zelf. Martha Eggerth is beeldschoon en zij zingt haar liedje met welluidende gevoeligheid. Maar ze is een cliché-filmster geworden. Trude Berliner is lang zoo mooi niet; naar de maatstaven van de filmprentbriefkaarten zou men haar zelfs eer leelijk kunnen noe men. Toch gaat er van haar expressief ge laat meer uit dan van dat haver snoezige tegenspeelster. Het is jammer, dat de film, sinds ze ge luidsfilm geworden is, zooveel voor de ope rette geboren zangers en zangeresjes weg- ronselt en inlijft bij een genre, waarbij ze lang niet- zoo tot hun recht komen als bij hun minder winstgevend oorspronkelijk be roep. Maar laten wij Moderne Bruidschat ne men voor wat het is. Dan hebben wij ons in eik geval een genoeglijken avond verschaft. Een paartje, pardoes door de liefde bevangen en bij den eersten aanloop reeds plechtig in den echtelijken staat verbonden. ontdekt binnen enkele dagen reeds, hoe weinig ze eigenlijk innerlijk gemeen hebben. Hij houdt van auto's, zij van muziek. Natuurlijk komt er nu een hij. die van muziek en een zij die van auto's houdt, Maar even natuurlijk wordt aan de korte verleiding om na de aanvan kelijke vergissing het gelijksoortige aan het gelijksoortige te paren een eind gemaakt door de voor het fatsoen en het happy end noodzakelijke huwelijkstrouw coüte que coüte. De autoliefhebbende hij leert piano spel::! 'doet tenminste alsof' en de muziek- beminnende zij haalt het rijbewijs. Dit verhaal is gekruid met humoristische snippers, welke den smaak van het zoete ge bak ongetwijfeld veredelen. Vooral de Schot- sche oom is in zijn kort aangebonden kren terigheid koddig. En hot valsche of echte paarlsnoer is uitnemend te pas gebracht. Toch brengt Betty Boop. die ik wegens ce gerieflijke rekbaarheid van hei bioscoop- program als toegift inplaats van als voor spel gezien heb. verademing. Eigenlijk is de zuivere film toch dc teekenfilm. En Max Fleischer blijft in alle opzichten bewonde renswaardig. Welk een onuitputtelijk vernuft, nu weer in dit- Bamboe-eiland bijv. met die Rackham-achtige spookboomen, waarbij het geluid het beeld zoo heerlijk aanvult en met die rhythmische dynamiek van het aanstor mend leger der inboorlingen. Dit is humor, die doet verzuchten: Och, waren alle film sterren uit Oost-Indische inkt inplaats van uit bloed geboren en ware het film-atelier uitsluitend teekehpapier! Ondankbaren, die we zijn! Want dan had den we nu niet ook kunnen aanschouwen, wat wij den vorigen avond door de radio, en dan nog slechts uit de tweede hand hadden gehoord. De Zesöaagsche verschijnt voor onze oogen en ooren, zoo goed alsof wij in leven den lijve in het R.A.I.-gebouw waren. Poly goon, trouwens steeds weer uitmuntend door zijn documentaires, verdient voor deze com positie een bijzonder compliment. Ook verder brengt het gemengd nieuws van de sprekende en handelende krant ons weer allerlei wetenswaardigs. o.a. de geestdriftige Amerikanen, die na de presidentsverkiezing buiten zichzelf zijn van vreugde in het voor uitzicht, dat de droge moesson nu voor een kletsnatte periode zal plaats maken. Wel moge net hun bekomen! De acrobaten-vertooning. welke het film spel afwisselt, wordt ditmaal ten uitvoer ge bracht door drie sterke mannen cn één ster ke vrouw, wier ongelooflijke toeren gelukkig niet griezelig zijn. H. G. CANNEGIETER. Tusschen de Alpen ei» Rome. De Zondagmorgenvoorstelling in het Rem- brandt-theater van 27 November zal gewijd zijn aan de schoonheden van Noord-Italië. Door het Institut für Kulturforschung is een reis gemaakt door de mooie plaatsen, waar Italië zoo rijk aan is en een film daarvan op- gpnomen. Venetië, Verona, Genua. Recco, St. Marghe- rite, Florence en tal van andere steden zijn bezocht en vastgelegd en schieten in bonte rij aan ons oog voorbij. Te vlug vaak. En soms te oppervlakkig. Want aan de fraaie archi tectuur bijv. had de vervaardiger wel meer aandacht kunnen besteden. Films als deze zijn vaker vertoond voor reisvereenigingen, en zelfs smalfilms zijn op deze wijze gebruikt voor dergelijke documentaires. Wij herinne ren in dit verband aan de fraaie film van den den heer H. C. Verkruysen die alleen aan Venetië o.a. al een groot gedeelte heeft ge wijd en daarmee een beteren indruk van de stad gegeven heeft dan de enkele meters, die deze Ufafilm er voor beschikbaar had, dit doen. Dit is ons grootste bezwaar: men zegt om het zoo eens te zeggen, van te veel te weinig. Voor wie echter een vluchtigen, globalen indruk wil krijgen van Noord-Italië is deze film zeer geschikt. Prachtige natuuropne- mingen, zeden en gebruiken, feesten, fraaie bouwwerken en standbeelden wisselen elkaar af. waarbij de fotografie en de wijze van op nemen dikwijls te roemen is. Lichte, prettige en af en toe leerzame kost. CINEMA PALACE. „Ilct verleden ontwaakt". „Het verleden ontwaakt" verwerkt oen van de zoo onnoemelijk vele drama's, die in en i)a den oorlog zoo herhaaldelijk voorgeko men zijn. In deze film, het zich weer binden aan een anderen man van een vrouwtje, dat in den oorlog getrouwd is met een militair, die korten tijd daarna als „vermoedelijk ge sneuveld" is opgegeven, hoewel dat bericht nooit officieel bevestigd is. Na eenige jaren heeft de ontmoeting tusschen de drie belang hebbenden plaats cn ziet daar de strijd tus schen liefde en plicht aan drie zijden. Sylvia Suffolk (Claudette Colbert) en Captain Ton'y Clyde (Clide Brook) sluiten, kort voordat Tony weer naar het front moet, een huwelijk, Zij zijn dien korten tijd heel gelukkig, het afscheid is vreeselijk. Bij een gasaanval wordt Tony bedwelmd en, zooals de soldaten die hem zoo gezien hebben, meenen. gedood. Syl via, die in een hospitaal te Parijs werkt, hoort het van een van de soldaten van To ny's regiment, die gewond wordt binnenge bracht. Ze heeft zich onder de zwaarste ope raties, waarbij zij Dr. René Gaudin (Charles Boyer» assisteerde, altijd kranig gehouden, maar bij dat verschrikkelijk bericht heeft ze zich niet langer in bedwang en ze bezwijmt. Dr. Gaudin, die meer dan gewone belang stelling voor haar heeft, hoort nu pas voor het eerst haar persoonlijke aangelegenheden. Hij verbiedt haar als dokter, om nog langer dit zware verpieegstcrwerk te doen. Zij wordt met alle zorgen omringd en als de wapen stilstand is afgekondigd, is juist haar baby. de vredesbaby, geboren. Eenige jaren gaan voorbij. René tracht Sylvia er toe over te halen met hem te hu wen. Sylvia die hem lief heeft boven alles, kan nog niet besluiten tot een huwelijk met hem. omdat het sneuvelen van Tony nooit officieel bevestigd is. Tony is door een Duitsche Roode-kruis af- deeling in de loopgraven gevonden in aller- treurigsten toestand. Hij komt er evenwel weer bovenop en slaagt er met een Ameri kaan in, te ontsnappen. In een badplaats probeert hij weer op krachten te komen. Voor den dokter, die hem daar behandelt is hij een wonder, volgens alle medische bereke ningen moest hij al lang dood zijn. Dan komt de onverwachte ontmoeting en de zware strijd voor deze drie menschen. Sylvia en René voelen, dat zij door hun groote liefde bij elkaar hooren. maar het Ls Sylvia een wrange gedachte, dat ze Tony, die haar zoo noodig heeft, in zijn eenzaamheid zou laten. De strijd Ls kort en hevig; Sylvia weet haar plicht. René vertrekt en Sylvia gaat naar Tony. Tony gaat met. Sylvia mee, maar hij voelt, dat haar hart bij René is, hoe lief zij ook voor hem Ls. Hij. de oorlogsinvalide, wil haar geiuk niet in den weg staan en hij offert zich op. Bij zijn dood zegt zijn vriend, cie Amerikaan: „hij is een paar jaar geleden al in den oorlog gesneuveld en wie dood is, moet dood blijven". Het is een film. die sober en ingehouden prachtig gespeeld wordt, en die diepen in druk zal maken Dat we van Polygoon „De Zesdaagsche" zouden krijgen, was te voorzien. We zien de kerels over de baan rennen en we hooren Piet en den Pijn voor ce microfoon spreken. Een sreer.song van Max Fleischer brengt de Mills Brothers in „I ain 't go nobodv". Het danspaar Irmer cn Garden geeft een drietal gracieusc dansen, waarvan vooral dc laatste bijzonder in den smaak viel van dc toeschouwers. JOilA GILBERT. Lt'XOR THEATER. Het spook van Parijs. Men heeft wel eens gezegd, da*. John Gilbert's tijd geko men was en dat hij zijn plaats maar moest inruimen voor anderen. Vooral kort na de Intrede van de spre- de film hoorde men dergelijke geluiden. Doc.h wie de film Chcri BibL het Spook van Parijs gezien heeft zal erken nen dat dese mee ning toch heusch wel voorbarig was en dat John Gilbert nog ge- rangsohikt moet worden onder de sterren van de eerste grootte. In Cheri-Bibi vervult hij den titelrol: hij is een der beroemdste Parijsche goochelaars en Illusionisten. Cecile Bourrelier is verloofd met den mar kies du Touchair, doch houdt van Cheri- Bibi. Haar vader ontdekt, dat de markies een avonturier is en gedurende zijn gesprek met den markies geeft- hij zijn voornemen te kennen, zijn testament, waarin hij zijn vermogen aan zijn schoonzoon naliet, den volgenden dag te zullen veranderen. Dezelfde avond vraag*. Cheri-Bibi aan Bourrelier den hand van zijn dochter. doe.h worden afgewezen. Onmiddellijk nadat Cheri- Bibi de kamer verlaten heeft, doodt Du Touchais den ouden heer: Bibi wordt ver dacht. De eenige getuige. Vera, is een vrien din van den markies cn deze zwijgt. Cecile trouwt met den markies, denkende hiermede gevolg te geven aan den laatsten wil van haar vader. Na zich vier jaar lang verborgen gehouden te hebben, verneemt Cheri-Bib: dat de mar kies op sterver, ligt. Hij dwingt dezen tol een bekentenis, doch vóór hij hem de bekente nis in tegenwoordigheid van getuigen kan laten herhalen, sterft de markies. Cheri-Bibi ondergaat dan een operatie; deze wordt verricht door een bevriend dokter Het gevolg van deze operatie is. dat hij een volkomen gelijkenis krijgt met den markies. Hij neemt diens plaats ook na eenige üjd in en zegt dat Cheri-Bibi in de bergen veronge lukte. Tenslotte komt all.s in orde, door dat Bibi Vera tot een bekentenis dwingt z Ziehier de sensationeeie geschiedenis naar een roman van Gaston Leroux. cie tot een spannende film vol goede momenten is ge maakt. John Gilbert, Leila Hyams. Lewis Stone, Jean HerehoH en C. Aubrey Smith vervullen op voortreffelijke wijze de hoofd rollen. De tweede film „Zijne Hoogheid moot trouwen", is een (Spaansch opgenomen) ge schiedenis van een regeerend vorst, die niet wil. doch moet trouwen. Een vroolijke film. met goed spel van Conchita Montenegro en prach.Ue zang van Jose Mojica, bekend uit 'n Vrouwen tem mer. Een geestig teekenfilmpje van Flip den Kikker gaat vooraf, het Orion Profilti- nieuws met o.a. Lil Dagover. en het begin en het eind van de Zesdaagsche completeert dit goede programma. Dc bekende Duitsche operette componist Otto Stransky is bij een auto-ongeluk in Berlijn gedood. LIEFDADIGHEIDSVOORSTELLING PHYLLIS DOOR HAARLEMS TOONEEL. Men heeft mij gevraagd een woord ter aan beveling te schrijven van de liefdadigheids voorstelling voor de' kindcrbcwaarplaats in Haarlem-Noord, welke Haarlem's Tooncel op Woensdag 30 November in den Schouwburg Janswcg zal geven. Voor het goede doel mag dit eigenlijk overbodig hecten en op het ter rein van kinderbewaarplaatscn voel ik mij trouwens volkomen leek. Maar op het tooneel- gebied beschouwt men den recensent nu een maal als een ...specialiteit" en men heeft mij het, dan ook in die hoedanigheid gevraagd. Welnu, ik kan hier verklaren, dat de opvoe ring van Phyllis' door Haarlem's Tooncel een der beste voorstellingen ls geweest, welke ik in de laatste jaren van liefhebbers te Haarlem heb gezien. De rollen van Phyllis en van Ma dame Van den Broeke worden zóó gespeeld als men van dilettanten niet zal verwachten en ook verder staat de opvoering op een hoog niveau. Phyllis blijft nog altijd een der aar digste blijspelen, in de laatste jaren in Hol land geschreven en verdient een reprise door dilettanten volkomen. Een avond genoegelijk uit zijn met dc ge dachte dat men enkel met vroolijk lachen bijdraagt voor een goed dool. is daarvoor eigenlijk nog een woord ter aanbeveling noodig? J. B. SCHUIL. Snip, Snap, Snor. door C. O. Petersen. Bij van Holkema cn Warer.dorfs Uitgevers Mij N.V. is verschenen het boek Snip. Snap, Snor, dat de gedragingen van drie honden behandelt van hun ontwaken tot aan het uur waarop ze weer gaan slapen. C. O. Peter sen deelt met alleraardigste gekleurde tce- keningen en begeleidende berljir.de tekst hun lotgevallen mee. Het Ls een boek, dat zeer zeker in den smaak zal vallen van het jonge volkje. Bcnjaminnctjc's eerste school jaar, door Else Ury. Het lief en leed at Benjaminnetje in haar eerste schooljaar doormaakt, is door Else Ury in een boek aan de vergetelheid ontrukt. Op prettige eenvoudige wijze vertelt de schrijf ster van alles wat het jeugd Uo leerlingetje ondervindt. Freddie Lar,geler l'.'ust-ccrde het boek op de bekende, bijzonder aardige wijz Stella Mare bewerkte de geschiedenis vrij voor Nederland, voor kinderen van 7—10 jaar Uitgeefster is de N.V*. Van Holkema en Wa rendorf te Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 17