LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
BIOSCOOP.
Nieuwe Uitgaven.
door KAREL DE JONG.
De Russische pianiste Josefa Rosanska is
de soliste op het Zondagnamiddagconcert in
het Concertgebouw. Een jaar of vier gele
den kwam zij voor het eerst in ons land:
haar eerste recital in Amsterdam verwekte
terstond opzien: men constateerde een voor
haar leeftijd (zij kan toen plan. 20 jaar oud
geweest zijn) bijzondere geestelijke rijpheid,
die zij vooral in haar vertolking van Beet-
hovens Sonate op. 111 toonde. Dat daarne
vens het technische apparaat in orde was,
spreekt van zelf. Ik hoorde van haar te Haar
lem twee recitals in opvolgende jaren; beide
malen gaf ze veel schoons te hooren. De
geestdrift over haar solistisch spel was oor
zaak dat men haar ook voor werk engageer
de, waartegen ze niet opgewassen bleek:
haar samenspel met het Hollandsch strijk
kwartet in Brahms klavierkwartet te Den
Haag werd een ontgoocheling, doordat de
pianiste zich hoegenaamd niet aanpaste aan
haar partners. Sindsdien zijn weer een paar
jaren verloopen; wellicht heeft zich bij Jo
sefa Rosanska in dien tijd ook meer routine
in samenspel ontwikkeld. We kunnen dus met
belangstelling haar samenwerking met Mon-
teux en het orkest tegemoet zien. Dat zij een
klavierconcert van haar eminenten landge
noot Rachmaninoff ter uitvoering koos. kan
ons niet verwonderen; dat dit no. 2 is, even
min, want dit is het meest gespeelde en
komt ook herhaaldelijk op de radioprogram
ma's voor. Het zooveel moeilijker 3de concert
van Rachmaninoff wordt voor zoover ik weet
alleen door den auteur zelf en door Horo
witz in het publiek gespeeld. Een gramofoon-
uitzending daarvan zal men Donderdag van
Hilversum uit kunnen hooren.
Theremin's Aethergolven komen ook weer
eens op de proppen. Daar de radio verbreid
worden het dan tweede-hands-aethergolven
of aethergolven in het kwadraat. Het is een
paar jaar geleden, dat ik een demonstratie
van het apparaat (muziekinstrument kon
men het nog nauwelijks noemen) heb bijge
woond; als curiositeit leek 't me heel aardig.
Moeilijk bleek de bespeling niet te zijn, want
het gelukte me terstond er een melodie met
pianobegeleiding op (of tegenaan of naar toe
r- wat moet men eigenlijk zeggen bij dit ap
paraat, dat men niet mag aanraken? Je
moogt er naar wijzen, maar aankomen niet!)
te spelen. Maar veel vertrouwen in de mu-
zkale toekomst van het ding kon ik toen nog
niet krijgen. Misschien is het nadien gelukt
om den nasalen toon te verbeteren. Voor cel
listen moet de bespeling bijzonder gemakke
lijk zijn; misschien kon het dus een nieuw
arbeidsveld voor de werkloozen onder hen
leveren. Hoewel dan brengen ze de voor
dracht weer op een gramofoonplaat en dan
wordt de levende speler weer op non-activi
teit gezet!
En nu Berlijn. Ik vestig de aandacht op de
uitzending van Beethovens op. 59 no. 1, het
eerste der drie z.g. Russische strijkkwartet
ten die zoo genoemd worden omdat Beethoven
ze aan den Russischen graaf Rasoumoffski
opdroeg. Na de in 1800 geschreven zes kwar
tetten op. 18 had Beethoven de kwartetcom
positie niet meer beoefend tot het jaar 1806
toen hij zijn op. 59 het lidh't deed zien. Maar
hoe was hij in die zes jaren innerlijk veran
derd! Hoeveel diepzinniger was zijn taal, hoe
veel uitgebreider waren zijn vormen gewor
den! Het is dan ook geen wonder dat het
"nieuwe opus lang geen algemeene instem
ming verwierf. Conservatieve beoordeelaars
gispten de afmetingen en de vrijheden. Op
de een paar jaren vroegeo verschenen Eroïca
had men hetzelfde aan te merken. Wij zijn
nu sedert lang over dat standpunt heen en
kunnen slechts bewondering voelen voor wat
Beethovens reuzengeest in die werken heeft
geopenbaard.
Het kwartet op. 59 no. 1 is een dier werken,
die men niet te vaak hooren kan, waarin
men telkens weer nieuwe schoonheden op
merkt. Vooral het eerste hoofddeel van dit
kwartet is een schitterend voorbeeld van su
blieme thematische bewerking. Men lette op
de ontwikkeling die inzonderheid de eerste
maat van het hoofdthema (de kwartnoten,
c. d, c, f) ondergaat. Het Scherzo wijkt geheel
van den gebruikelijken vorm af; de grillige
opvolging der vele themas brengt den hoor
der aanvankelijk in eenige moeilijkheid. In
het Adagio mesto klagen alle stemmen; het
tweede thema brengt meer heftigheid dan
troost; pas in de doorwerking van dit hoofd
deel opent een nieuw thema een meer hoop
vol verschiet. Het Adagio gaat door middel
van een lange cadens der eerste viool, die in
een triller op c eindigt, in de finale over;
tegen dien triller brengt de cello dan voor
het eerst het „thème russe" dat als hoofd
thema fungeert. De verwerking daarvan is
uiterst koen en stelt de spelers voor lastige
problemen, waarbij nog moeilijke rhythmi-
sche combinaties komen. Ook in het tweede
kwartet van op. 59 komt een Russisch thema
voor; hier als Trio van het Scherzo.
Het Donderdagavond-concert van het Con
certgebouw is merkwaardig omdat daarop de
eerste uitvoering van een vioolconcert van
den concertmeester Louis Zimmerman zal
plaats vinden. De componist vertelde mij on
langs dat zijn vioolconcert in andere gedaan
te reeds vele jaren geleden bestond, maar dat
hij het geheel omgewerkt heeft. Het zal on
getwijfeld velen, die het spel van den uit
muntenden violist vaak bewonderd hebben,
interesseeren kennis te maken met zijn gaven
als scheppend kunstenaar.
De verleden week aangekondigde uitvoe
ring van de Arbeidsbeweging van M. Mon
nikendam is om mij onbekende redenen niet
doorgegaan.
Van de Donderdaguitzendingen willen wij
nog wijzen op die van Roger's Serenade voor
orkest op. 95. een der relatief bevattelijkste
werken van dezen componist en het eerste
orkestwerk dat in breedere kringen waardee
ring vond. In dit weik is het strijkorkest in
tweeën gedeeld; de eene helft speelt met,
de andere helft zonder dempers, zoodat dus
eigenlijk twee strijkensembles van verschil
lend coloriet aanwezig zijn. Reger heeft op
die wijze bijzondere klankcombinaties en
-tegenstellingen weten te bereiken. Zijn ..Se
renade" bestaat uit 4 deelen: Allegro mode
rato, Vivace e Burlesca. Andante semplice en
Allegro con spirito. Het. hoofdthema van
het eerste Allegro komt in de andere deelen
terug. Dat eerste Allegro wordt als het meest
waardevolle hoofddeel van het werk geacht.
Een rustige gelukkige stemming overheerscht
daarin. Dat er ook een ernstig Fugato in voor
komt spreekt bij den contrapuncticus Reger
yanzelf.
LECTUUR VOOR ONZE JEUGD
Voor mij liggen de bekroonde meisjesboe
ken van Holkema Warendorff.
No. 1 Beroepsfilm door R. W.Doodewaard-
Godschalk. Sen volt geschreven verhaal voor
onze groote en ontwikkelde meisjes. Een ver
haal uit dezen tijd met karaktertjes van de
zen tijd. Jolige, leuke meisjes, die ook den
ernst van 't leven kennen. Een zin als de
volgende typeert het heele boek. „Wordt in
ons leven ons netje vernietigd ons werk.
waaraan wij zooveel tijd en moeite hadden
besteed, het net van illusies, dat wij zoo ste
vig hadden gesponnen dan niet bij de
pakken neerzitten, maar een nieuw spinnen'.
Er zit kracht en spirit in dit boek. Af en toe
slechts spanning. Daarom is 't nu juist geen
verhaal, dat je in een paar uur uitleest. Dat
is goed, want nu worden de lezeressen ge
dwongen zich in te denken, hoe moeilijk 't
leven van dezen tijd voor jonge menschen
vaak is.
De schrijfster geeft blijken van groote
aardrijkskundige' en economische kennis,
't Is altijd een vreugd naar haar te luisteren.
Hoe goed doorvoelt ze de moeilijkheden van
al die jonge werkers, zoowel van de verpleeg
stertjes als van de kantoormenschen. Ze is
thuis in de wereld der toonkunstenaars, dei-
journalisten. der filmsterren. Dit boek is wel
iets bijzonders.
No. 2. Aan Wal door C. Asscher-Pinkhof.
Eigenlijk vind ik dit boek mooier, ai is 't dan
niet zoo knap geschreven als 't vorige. Aan
Wal is een boek voor ieder meisje, omdat 't
zoo ontroerend eenvoudig is. Jantje, het
schipperskind, de heldin van dit verhaal is
zoo'n heerlijk onbedorven kind. dat je ai da
delijk van haar houdt en bij 't verder lezen
nog meer van haar gaat houden. Wat zijn
die karakterbeschrijvingen van de diverse
mevrouwen, waar Jantje komt dienen, ook
raak geschetst. En van de meneeren evenzoo
Er zijn bladzijden van je fijnste humor, waar
bij je 't uitschatert of een traan wegpinkt.
Aan wal of aan boord, de schrijfster weet
altijd te boeien. En passant geeft ze ook kos
telijke paedagogische lesjes vooral in 't ge
zin, waar de kinderen Jantje mee moeten
helpen om 't thuis gezellig en netjes te ma
ken. De dienstboden-kwestie wordt in dit
verhaal wel zeer goed opgelost. Maar Jantje
is ook een ideaal dienstmeisje. Er is zooveel
ideaals in dit boek, dat ik er van overtuigd
ben, dat 't in menig gezin stuk gelezen zal
worden."
No. 3. Grooter worden door Anna Hers. Een
fijn boek met veel diepte. Mevrouw van den
dominee, die nu als weduwe alleen haar kin
deren moet opvoeden. Juist bij 't grooter wor
den, werd de taak zwaarder. Gelukkig, dat
Heindersje, de oude trouwe dienstbode mee
ging, ook toen de pastorie achter hen allen
gesloten werd. Gelukkig is er niet alleen som
berheid in dit boek, op menig bladzijde laait
de levensvreugde op. Vooral de tweelingen
geven dikwijls reden tot plezier. Kostelijk is
ook besctoeven hun omgang met de buurt
kinderen.
Soms zou je wat meer actie wenschen. Je
vraagt je bij 't lezen wel eens af voor wel
ken leeftijd dat boek nu eigenlijk geschre
ven is. Zoo ben je in de wereld der kleintjes,
dan weer sta je met Eva als. verkoopstertje
in een kunstzaak. Mij dunkt, de schrijfster is
op haar best, als ze het grootere meisje ty
peert. Daar toont ze ons uist zoo helder,
dat grooter worden is groeien in liefde en
begrijpen. Ook dit boek is een aanwinst op
de boekenmarkt.
No. 4. De zeedistels door Jet Luker. Dit ver
haal is voor een groot deel geschreven in
dagboekvorm. Dat verhoogt soms wel de le
vendigheid van stijl, maar af en toe is die ik
vorm toch eentonig.
De schrijfster beschikt over een vlotte uit
beelding. Zelfs haar reisbeschrijving naar
Vlieland lees je met plezier, 't Heele verblijf
daar is zoo enthousiast beschreven dat je
een, twee, drie plannen maakt, daar een vol
genden zomer heen te gaan. En toch gebeurt
er niet zoo heel veel. Een niet onaardig lief
des gesch ied en is j e brengt wat spanning in 't
verhaal. Evenals in de andere bekroonde ver
halen trof me ook de weinige actie. Hadden
de auteurs van vroeger meer fantasie? Er
wordt in dit verhaal ongemerkt veel geleerd
over vuurtorenlichten, zeedieren, kustbescher
ming enz. Dat geeft een zekere waarde aan
't boek. De illustraties van Lies Hendriks ver-
hoogen daarenboven den tekst nog. De zee
distels is een boek, dat er wezen mag.
Verder ligt voor mij een der bekroonde jon-
gensverhalen, nl. Floris Ommeganek door Jac.
A. Hazelaar. De talrijke buitengewoon geesti
ge plaatjes zijn mede van den auteur. In zijn
voorrede deelt de schrijver ons mede, dat dit
een verhaal is van goede en slechte vroolijke
en dappere daden. Deze werden verricht in
de landen Vrederijck en Zottenland in de ja
ren 1543 en 1544. Op de eerste bladzijde ma
ken we kennis met Baas Arjaan den timmer
man en Jochem Fles, zijn ouden knecht. En
al spoedig ook met zoontje Floris, die zijn
vader nog al eens last bezorgt. Floris zal zich
spoedig ontpoppen als een kunstenaar in 't
houtsnijden. Dan maakt hij kennis met
Arend Vijgh, die niet alleen door Vrederijck.
maar ook door verre, vreemde landen heeft
gereisd. Die Arend Vijgh heeft nog eens
avonturen beleefd. Zwarte Keesje, Jaak
Cnabbelkoeck, Symen van Dijk en Dikke
Griet smullen er van.
Als Arend Vijgh naar het land der Zotten
gaat, zal Floris hem vergezellen. Arend is
poppenspeler van beroep en zal nu steeds
zorgen voor nieuw materiaal. Wat die twee
al zoo beleefden, wordt door den schrijver
zoo kostelijk verteld, dat we als "t ware met
ze meetrekken. Deze schrijver heeft nog eens
fantasie, ja zooveel zelfs, dat je je soms af
vraagt: waar haalt hij 't allemaal vandaan?
Maar hij boeit op iedere bladzijde. Af en toe
denk je terug aan baron van Munchhausen.
Zulke heerlijke onzin krijg je te slikken. Daar
voor zijn we dan ook in Zottenland. En we
komen ook in aanraking met Tbijl Uilenspie
gel.
Als baas Arjaan valsch beschuldigd wordt,
keert Floris terug naar Vrederijck. En dan
lezen we van die romantische ontvluchting
uit den toren. Floris heeft werkelijk eervol
zijn naam Ommeganck verdiend. Hè wat. een
fijne amusementslectuur is dit na die min of
meer zware meisjesboeken
De uitgevers Gebr. Kluitman te Alkmaar
brachten ook een stelletje boeken ter markt,
die er frisc'n en fleurig uitzien
Harriet door Ems I. H. van Soest is een
boek voor onze bakvischjes. Als ik 't verge
lijk met de bekroonde meisjesboeken dan
staat dit daar wel verre onder, 't Is ook een
verhaal van dezen tijd, er is sprankeling in
den stijl, af en toe ook wel actie, maar alles
blijft zoo aan de oppervlakte. Veel mondain
gedoe en mondain gepraat. Velen onzer
meisjes zullen smullen van dit verhaal, voor
al om de verliefdheidjes. die er vaak geestig
in beschreven worden. Af en toe loopt er ook
wel weer een diepere levenslijn door. Maar
een echt fijn meisjesboek is 't niet. Ook heb
ik van Annie v. d. Ruil wel eens betere il
lustraties gezien. Wat zijn b.v. de handen
van de meisjesfiguren zwak geteekend!
Met meer genoegen las ik Een pittig ding
door Felicie Jehu. JDe eerste bladzijden ge
ven ons zoo heel natuurlijk den strijd van
Greet, die maar niet mee kan komen op 't
gym en die toch zoo wanhopend hard werkt.
Meesterlijk is ook de omgang met Lotte, het
nieuwe huisgenootje beschreven. Lotte, 't
kind van een kunstzinnige moeder, die niet-
naar haar omkijkt. In dit goede gewone ge
zin wordt Lotte een flink menschenkind, een
pittig ding. Hoewel ik in dit boek wat meer
actie zou wenschen, behoort het zeer zeker
tot de goede boeken.
Tusschen de roode en zwarte tonnen door
J. Stamperius is een verhaal voor onze jon
gens van 12 a 14 jaar.
Stamperius is al jaren lang een goed ver
teller geweest, maar af en toe, zoo ook hier,
komt de schoolmeester wel eens om den hoek
kijken. We reizen heel gezellig met 't. heele
troepje mee langs de Zuid-Hollandsche en
Zeeuwsche wateren. En we leeren en passant
heel veel. Zooveel soms, dat we blij zijn. als
er nu eens storm en onweer komt. Dat- geeft
•variatie. Me dunkt onze jongens zuilen dit
verhaal niet in één adem uitlezen. Maar dat
kan geen kwaad. De verteltrant van den
schrijver is toch altijd zoo. dat. verveling
buiten gesloten is. Daarom hoop ik zeer, dat
dit boek aan veel jongens als St. Nicolaas-
cadcau wordt thuis gebracht. De illustraties
van Pol Dom zijn zoo eenig, dat. het je spijt,
dat er maar zoo weinig van zijn.
Avonturen op Zonnchoek door N K. Bieger
is wel spannender. Hier en daar wel wat on
natuurlijk. In t begin al, waar een gesoig
neerde bakvisch in den trein een amicaal ge
sprek gaat voeren met een jongen van bui-
ton. De held van 't verhaal Otto komt in huis
bij een rijken oom en tante in Ubbergen. 't Is
net. of nu 't heele ouderlijke huis maar ver
zwonden is. Maar de belevingen bij oom en
tante zijn zoo emotioneel dat je telkens weer
verder wil lezen. Vooral de verkoop van den
bijbel met het gouden slot is zeer spannend
beschreven. Ook de strijd van Otto. 't Loopt
alles goed'en bevredigend af Aan 't slot van
het boek laat de schrijver Otto opeens naar
huis verlangen, 't Werd heusch tijd. Mis
schien zullen de lezers de diverse avonturen
veel wonderlijker vinden. Als ze aan 't eind
gekomen zijn, zullen ze zeker uit den grond
van hun hart zeggen: een reuze-boek. Dat
is het!
De Gele Brem Serie, uitgegeven door Van
Holkema Warendorf bracht een boek ter
markt van Mevrouw J. RiemcnsReurslag,
„etiteld: „Het huis, de gele Brem".
Dit boek is eigenlijk een vervolg op de
familie Harringa.
't Doet ons genoegen weer eens wat te
vernemen van dokter, mevrouw, Hans, Cor
en Jetteke.
We maken al dadelijk een koperen bruiloft
mee van de ouders. Alles viert mee feest,
Marie, het dienstmeisje incluis. En dan krij
gen we de gezellige vacantie in de gele Brem.
Èr zit zooveel echte, onopgesmukte blijdschap
in dit boek. Toch tippen we wel even aan de
donkere zij van 'ti* leven. Dan juist komt de
grootste spanning in het verhaal. In een
stormachtigen nacht is een schip met
Engelsche bemanning in nood. Een tweede
stuurman is gewond en bewusteloos en wordt
door toedoen van dokter Harringa in de
gele Brem verpleegd.
Dan blijkt, dat hij de verloren zoon van
Oma Harringa is. Dit is alles wel wat won
derbaarlijk, maar de wonderen zijn de
wereld niet uit. Met zooveel ontroering is
dit alles geschetst.
Het huis „de gele Brem" is een buitenge
woon goed meisjesboek. De illustraties van
Ella Riemersma doen het weer fijn.
W. B.—Z.
REMBRANDT - THEATER
Als hoofdfilm Moderne Bruidschat met
Martha Eggerth. Martha Eggerth is een beeld
je, maar ik kan on het witte doek niet aan
.haar wennen, omdat
ik ze nog in haar
oude beroep in de
operette heb gezien.
En zoo'n levend,
warmbloedig en fees
telijk Veilchen vom
.Montmartre in het
Johann Strauss-
Theater is toch heel
wat anders dan het
beeldschoone afgiet
sel, gemodelleerd
naar de stereotiepe
voorbeelden van Los
Martha Eggerth.
Angeles en Neubabelsberg. Een operette-film
kan amusant zijn, maar amusanter blijft
toch de operette zelf.
Martha Eggerth is beeldschoon en zij zingt
haar liedje met welluidende gevoeligheid.
Maar ze is een cliché-filmster geworden.
Trude Berliner is lang zoo mooi niet; naar
de maatstaven van de filmprentbriefkaarten
zou men haar zelfs eer leelijk kunnen noe
men. Toch gaat er van haar expressief ge
laat meer uit dan van dat haver snoezige
tegenspeelster.
Het is jammer, dat de film, sinds ze ge
luidsfilm geworden is, zooveel voor de ope
rette geboren zangers en zangeresjes weg-
ronselt en inlijft bij een genre, waarbij ze
lang niet- zoo tot hun recht komen als bij
hun minder winstgevend oorspronkelijk be
roep.
Maar laten wij Moderne Bruidschat ne
men voor wat het is. Dan hebben wij ons in
eik geval een genoeglijken avond verschaft.
Een paartje, pardoes door de liefde bevangen
en bij den eersten aanloop reeds plechtig in
den echtelijken staat verbonden. ontdekt
binnen enkele dagen reeds, hoe weinig ze
eigenlijk innerlijk gemeen hebben. Hij houdt
van auto's, zij van muziek. Natuurlijk komt
er nu een hij. die van muziek en een zij die
van auto's houdt, Maar even natuurlijk wordt
aan de korte verleiding om na de aanvan
kelijke vergissing het gelijksoortige aan het
gelijksoortige te paren een eind gemaakt
door de voor het fatsoen en het happy end
noodzakelijke huwelijkstrouw coüte que
coüte. De autoliefhebbende hij leert piano
spel::! 'doet tenminste alsof' en de muziek-
beminnende zij haalt het rijbewijs.
Dit verhaal is gekruid met humoristische
snippers, welke den smaak van het zoete ge
bak ongetwijfeld veredelen. Vooral de Schot-
sche oom is in zijn kort aangebonden kren
terigheid koddig. En hot valsche of echte
paarlsnoer is uitnemend te pas gebracht.
Toch brengt Betty Boop. die ik wegens ce
gerieflijke rekbaarheid van hei bioscoop-
program als toegift inplaats van als voor
spel gezien heb. verademing. Eigenlijk is de
zuivere film toch dc teekenfilm. En Max
Fleischer blijft in alle opzichten bewonde
renswaardig. Welk een onuitputtelijk vernuft,
nu weer in dit- Bamboe-eiland bijv. met die
Rackham-achtige spookboomen, waarbij het
geluid het beeld zoo heerlijk aanvult en met
die rhythmische dynamiek van het aanstor
mend leger der inboorlingen. Dit is humor,
die doet verzuchten: Och, waren alle film
sterren uit Oost-Indische inkt inplaats van
uit bloed geboren en ware het film-atelier
uitsluitend teekehpapier!
Ondankbaren, die we zijn! Want dan had
den we nu niet ook kunnen aanschouwen,
wat wij den vorigen avond door de radio, en
dan nog slechts uit de tweede hand hadden
gehoord. De Zesöaagsche verschijnt voor onze
oogen en ooren, zoo goed alsof wij in leven
den lijve in het R.A.I.-gebouw waren. Poly
goon, trouwens steeds weer uitmuntend door
zijn documentaires, verdient voor deze com
positie een bijzonder compliment.
Ook verder brengt het gemengd nieuws van
de sprekende en handelende krant ons weer
allerlei wetenswaardigs. o.a. de geestdriftige
Amerikanen, die na de presidentsverkiezing
buiten zichzelf zijn van vreugde in het voor
uitzicht, dat de droge moesson nu voor een
kletsnatte periode zal plaats maken. Wel
moge net hun bekomen!
De acrobaten-vertooning. welke het film
spel afwisselt, wordt ditmaal ten uitvoer ge
bracht door drie sterke mannen cn één ster
ke vrouw, wier ongelooflijke toeren gelukkig
niet griezelig zijn.
H. G. CANNEGIETER.
Tusschen de Alpen ei»
Rome.
De Zondagmorgenvoorstelling in het Rem-
brandt-theater van 27 November zal gewijd
zijn aan de schoonheden van Noord-Italië.
Door het Institut für Kulturforschung is een
reis gemaakt door de mooie plaatsen, waar
Italië zoo rijk aan is en een film daarvan op-
gpnomen.
Venetië, Verona, Genua. Recco, St. Marghe-
rite, Florence en tal van andere steden zijn
bezocht en vastgelegd en schieten in bonte
rij aan ons oog voorbij. Te vlug vaak. En soms
te oppervlakkig. Want aan de fraaie archi
tectuur bijv. had de vervaardiger wel meer
aandacht kunnen besteden. Films als deze
zijn vaker vertoond voor reisvereenigingen,
en zelfs smalfilms zijn op deze wijze gebruikt
voor dergelijke documentaires. Wij herinne
ren in dit verband aan de fraaie film van den
den heer H. C. Verkruysen die alleen aan
Venetië o.a. al een groot gedeelte heeft ge
wijd en daarmee een beteren indruk van de
stad gegeven heeft dan de enkele meters, die
deze Ufafilm er voor beschikbaar had, dit
doen.
Dit is ons grootste bezwaar: men zegt om
het zoo eens te zeggen, van te veel te weinig.
Voor wie echter een vluchtigen, globalen
indruk wil krijgen van Noord-Italië is deze
film zeer geschikt. Prachtige natuuropne-
mingen, zeden en gebruiken, feesten, fraaie
bouwwerken en standbeelden wisselen elkaar
af. waarbij de fotografie en de wijze van op
nemen dikwijls te roemen is.
Lichte, prettige en af en toe leerzame kost.
CINEMA PALACE.
„Ilct verleden ontwaakt".
„Het verleden ontwaakt" verwerkt oen van
de zoo onnoemelijk vele drama's, die in en
i)a den oorlog zoo herhaaldelijk voorgeko
men zijn. In deze film, het zich weer binden
aan een anderen man van een vrouwtje, dat
in den oorlog getrouwd is met een militair,
die korten tijd daarna als „vermoedelijk ge
sneuveld" is opgegeven, hoewel dat bericht
nooit officieel bevestigd is. Na eenige jaren
heeft de ontmoeting tusschen de drie belang
hebbenden plaats cn ziet daar de strijd tus
schen liefde en plicht aan drie zijden. Sylvia
Suffolk (Claudette Colbert) en Captain Ton'y
Clyde (Clide Brook) sluiten, kort voordat
Tony weer naar het front moet, een huwelijk,
Zij zijn dien korten tijd heel gelukkig, het
afscheid is vreeselijk. Bij een gasaanval wordt
Tony bedwelmd en, zooals de soldaten die
hem zoo gezien hebben, meenen. gedood. Syl
via, die in een hospitaal te Parijs werkt,
hoort het van een van de soldaten van To
ny's regiment, die gewond wordt binnenge
bracht. Ze heeft zich onder de zwaarste ope
raties, waarbij zij Dr. René Gaudin (Charles
Boyer» assisteerde, altijd kranig gehouden,
maar bij dat verschrikkelijk bericht heeft ze
zich niet langer in bedwang en ze bezwijmt.
Dr. Gaudin, die meer dan gewone belang
stelling voor haar heeft, hoort nu pas voor
het eerst haar persoonlijke aangelegenheden.
Hij verbiedt haar als dokter, om nog langer
dit zware verpieegstcrwerk te doen. Zij wordt
met alle zorgen omringd en als de wapen
stilstand is afgekondigd, is juist haar baby.
de vredesbaby, geboren.
Eenige jaren gaan voorbij. René tracht
Sylvia er toe over te halen met hem te hu
wen. Sylvia die hem lief heeft boven alles,
kan nog niet besluiten tot een huwelijk met
hem. omdat het sneuvelen van Tony nooit
officieel bevestigd is.
Tony is door een Duitsche Roode-kruis af-
deeling in de loopgraven gevonden in aller-
treurigsten toestand. Hij komt er evenwel
weer bovenop en slaagt er met een Ameri
kaan in, te ontsnappen. In een badplaats
probeert hij weer op krachten te komen. Voor
den dokter, die hem daar behandelt is hij
een wonder, volgens alle medische bereke
ningen moest hij al lang dood zijn.
Dan komt de onverwachte ontmoeting en
de zware strijd voor deze drie menschen.
Sylvia en René voelen, dat zij door hun groote
liefde bij elkaar hooren. maar het Ls Sylvia
een wrange gedachte, dat ze Tony, die haar
zoo noodig heeft, in zijn eenzaamheid zou
laten. De strijd Ls kort en hevig; Sylvia weet
haar plicht. René vertrekt en Sylvia gaat
naar Tony. Tony gaat met. Sylvia mee, maar
hij voelt, dat haar hart bij René is, hoe lief
zij ook voor hem Ls. Hij. de oorlogsinvalide,
wil haar geiuk niet in den weg staan en hij
offert zich op. Bij zijn dood zegt zijn vriend,
cie Amerikaan: „hij is een paar jaar geleden
al in den oorlog gesneuveld en wie dood is,
moet dood blijven".
Het is een film. die sober en ingehouden
prachtig gespeeld wordt, en die diepen in
druk zal maken
Dat we van Polygoon „De Zesdaagsche"
zouden krijgen, was te voorzien. We zien de
kerels over de baan rennen en we hooren
Piet en den Pijn voor ce microfoon spreken.
Een sreer.song van Max Fleischer brengt
de Mills Brothers in „I ain 't go nobodv".
Het danspaar Irmer cn Garden geeft een
drietal gracieusc dansen, waarvan vooral dc
laatste bijzonder in den smaak viel van dc
toeschouwers.
JOilA GILBERT.
Lt'XOR THEATER.
Het spook van Parijs.
Men heeft wel eens
gezegd, da*. John
Gilbert's tijd geko
men was en dat hij
zijn plaats maar
moest inruimen voor
anderen.
Vooral kort na de
Intrede van de spre-
de film hoorde men
dergelijke geluiden.
Doc.h wie de film
Chcri BibL het Spook
van Parijs gezien
heeft zal erken
nen dat dese mee
ning toch heusch wel
voorbarig was en dat
John Gilbert nog ge-
rangsohikt moet worden onder de sterren
van de eerste grootte.
In Cheri-Bibi vervult hij den titelrol: hij
is een der beroemdste Parijsche goochelaars
en Illusionisten.
Cecile Bourrelier is verloofd met den mar
kies du Touchair, doch houdt van Cheri-
Bibi. Haar vader ontdekt, dat de markies
een avonturier is en gedurende zijn gesprek
met den markies geeft- hij zijn voornemen
te kennen, zijn testament, waarin hij zijn
vermogen aan zijn schoonzoon naliet, den
volgenden dag te zullen veranderen.
Dezelfde avond vraag*. Cheri-Bibi aan
Bourrelier den hand van zijn dochter. doe.h
worden afgewezen. Onmiddellijk nadat Cheri-
Bibi de kamer verlaten heeft, doodt Du
Touchais den ouden heer: Bibi wordt ver
dacht. De eenige getuige. Vera, is een vrien
din van den markies cn deze zwijgt.
Cecile trouwt met den markies, denkende
hiermede gevolg te geven aan den laatsten
wil van haar vader.
Na zich vier jaar lang verborgen gehouden
te hebben, verneemt Cheri-Bib: dat de mar
kies op sterver, ligt. Hij dwingt dezen tol een
bekentenis, doch vóór hij hem de bekente
nis in tegenwoordigheid van getuigen kan
laten herhalen, sterft de markies.
Cheri-Bibi ondergaat dan een operatie;
deze wordt verricht door een bevriend dokter
Het gevolg van deze operatie is. dat hij een
volkomen gelijkenis krijgt met den markies.
Hij neemt diens plaats ook na eenige üjd in
en zegt dat Cheri-Bibi in de bergen veronge
lukte. Tenslotte komt all.s in orde, door
dat Bibi Vera tot een bekentenis dwingt
z Ziehier de sensationeeie geschiedenis naar
een roman van Gaston Leroux. cie tot een
spannende film vol goede momenten is ge
maakt. John Gilbert, Leila Hyams. Lewis
Stone, Jean HerehoH en C. Aubrey Smith
vervullen op voortreffelijke wijze de hoofd
rollen.
De tweede film „Zijne Hoogheid moot
trouwen", is een (Spaansch opgenomen) ge
schiedenis van een regeerend vorst, die niet
wil. doch moet trouwen.
Een vroolijke film. met goed spel van
Conchita Montenegro en prach.Ue zang van
Jose Mojica, bekend uit 'n Vrouwen tem
mer.
Een geestig teekenfilmpje van Flip den
Kikker gaat vooraf, het Orion Profilti-
nieuws met o.a. Lil Dagover. en het begin
en het eind van de Zesdaagsche completeert
dit goede programma.
Dc bekende Duitsche operette componist
Otto Stransky is bij een auto-ongeluk in
Berlijn gedood.
LIEFDADIGHEIDSVOORSTELLING
PHYLLIS DOOR HAARLEMS TOONEEL.
Men heeft mij gevraagd een woord ter aan
beveling te schrijven van de liefdadigheids
voorstelling voor de' kindcrbcwaarplaats in
Haarlem-Noord, welke Haarlem's Tooncel op
Woensdag 30 November in den Schouwburg
Janswcg zal geven. Voor het goede doel mag
dit eigenlijk overbodig hecten en op het ter
rein van kinderbewaarplaatscn voel ik mij
trouwens volkomen leek. Maar op het tooneel-
gebied beschouwt men den recensent nu een
maal als een ...specialiteit" en men heeft mij
het, dan ook in die hoedanigheid gevraagd.
Welnu, ik kan hier verklaren, dat de opvoe
ring van Phyllis' door Haarlem's Tooncel een
der beste voorstellingen ls geweest, welke ik
in de laatste jaren van liefhebbers te Haarlem
heb gezien. De rollen van Phyllis en van Ma
dame Van den Broeke worden zóó gespeeld
als men van dilettanten niet zal verwachten
en ook verder staat de opvoering op een hoog
niveau. Phyllis blijft nog altijd een der aar
digste blijspelen, in de laatste jaren in Hol
land geschreven en verdient een reprise door
dilettanten volkomen.
Een avond genoegelijk uit zijn met dc ge
dachte dat men enkel met vroolijk lachen
bijdraagt voor een goed dool. is daarvoor
eigenlijk nog een woord ter aanbeveling
noodig?
J. B. SCHUIL.
Snip, Snap, Snor. door
C. O. Petersen.
Bij van Holkema cn Warer.dorfs Uitgevers
Mij N.V. is verschenen het boek Snip. Snap,
Snor, dat de gedragingen van drie honden
behandelt van hun ontwaken tot aan het
uur waarop ze weer gaan slapen. C. O. Peter
sen deelt met alleraardigste gekleurde tce-
keningen en begeleidende berljir.de tekst hun
lotgevallen mee. Het Ls een boek, dat zeer
zeker in den smaak zal vallen van het jonge
volkje.
Bcnjaminnctjc's eerste school
jaar, door Else Ury.
Het lief en leed at Benjaminnetje in haar
eerste schooljaar doormaakt, is door Else Ury
in een boek aan de vergetelheid ontrukt. Op
prettige eenvoudige wijze vertelt de schrijf
ster van alles wat het jeugd Uo leerlingetje
ondervindt. Freddie Lar,geler l'.'ust-ccrde het
boek op de bekende, bijzonder aardige wijz
Stella Mare bewerkte de geschiedenis vrij
voor Nederland, voor kinderen van 7—10 jaar
Uitgeefster is de N.V*. Van Holkema en Wa
rendorf te Amsterdam.