LETTEREN EN KUNST
De wijnoogst in vollen gang.
Spoor's geraspte Zwltsersche Kaas
C. Q
SINT NICOLAAS
JAC. VAN WEERT
HAARLEM'S DAGBLAD
VIERDE
DINSDAC
BLAD.
29 NOVEMBER 1932
Haarlemsche Stadsgezichten
door H. J. Wesseling.
De teekeningen door H- J. Wesseling voor
Haarlem's Dagblad gemaakt, en waarvan de
tentoonstelling in de Oude Hoofdwacht op de
Groote Markt hier reeds werd aangekondigd
verdienen om velerlei redenen de aandacht
onzer lezers. Er is geiukkig bij zeer velen
nog een levende belangstelling voor het
uiterlijk aspect van de stad. waar zij gebo
ren werden of kwamen wonen. Dat hebben
de plaatjes in ons blad voldoende aange
toond. Maar nu is het toch nog iets geheel
anders nu men de origineele teekeningen,
waarnaar die plaatjes ontstonden, bijeen
kan zien en bemerken, hoe ondanks de groote
zorg aan de reproductie besteed immer
kleine fijnheden verloren moeten gaan. Zelfs
van de zuivere lijn teekening waaruit deze
werkjes hoofdzakelijk bestaan, gaat bij het
clicheeren iets van de subtiele verschillen in
zwaarte verloren, en waar op het origineel
door den teekenaar een beetje toon gezet
werd ter verlevendiging, wordt deze bij de
lijncliché niet mede gereproduceerd. Het is
dus inderdaad iets anders wat den beschou
wer thans geboden wordt.
Wat nu de wijze waarop de heer Wesseling
zijn taak volbrengt, aangaat, dient men in
het oog te houden dat niet een artistiek re
sultaat, maar een topographisch volkomen
juist beeld de bedoeling is geweest. Dat hij
er niettemin zoo vele malen in slaagde
aan de nuchtere zakelijkheid van zijn op
dracht een kunstzinnige oplossing toe te
te voegen, pleit evenzeer voor zijn vaardig
heid. als voor zijn goeden smaak. Het goed
recht dezer soort teekeningen heb ik wel
eens in twijfel hooren trekken, omdat naar
men dan zeide, de kunst der photographie
de plaats van den teekenaar volkomen kon
innemen. Maar dat is in vele gevallen geheel
onjuist. Zelfs wanneer wij buiten beschou
wing laten dat de photo zich niet leent voor
de lijncliché, die op het gewone krantpapier
kan worden afgedrukt, dan blijft nog de
mogelijkheid der persoonlijke inmenging van
den teekenaar een te waardeeren factor. Een
voorbeeld: Er is hier een kleine teekening
van den prachtigen gevel van de Vleeschhal.
Daarvan bestaan natuurlijk tal van photo-
graphische reproducties, doch nu is het aar
dig om te zien hoe de teekenaar juist inte
ressante bouwkundige détails met nadruk in
het oog doet springen en toch het kleine
oppervlak van zijn teekening niet forceert,
terwijl de foto die vrije wilsuitdrukking na
tuurlijk niet toelaat.
Wcsse.ling's goeden smaak in artistieken
zin kan men uitteraard het. meest waardee
ren in de onderwerpen die eenige vrijheid
lieten wat betreft indeeling en vulling van
zijn blad papier. De hofjes, een doorkijkje,
een simpele deuropening gaven telkens aan
leiding tot composities waaraan alle nuchter
heid ontbreekt en een goed artistiek geheugen
den goeden smaak te hulp komt. Men moet
en kan dit deel van Wesseling's werk waar
deeren. als men doel ervan niet uit het. oog
verlies en evenmin den tijd. onzen tijd. van
zijn ontstaan. Het zou onbillijk zijn het te
leggen naast de mooie bladen van Haarlem's
topographische atlas der 17e eeuw. Die bla
den ontstonden uit gansch ander motief en
hadden niet de vooropgezette bedoeling nauw
keurig vast te leggen, wat er aan mooie ar
chitectuur op dat moment nog bestond. Dit.
te doen was taak en bedoeling van onzen
tijd- en stadgenoot, en daarin slaagde hij
volkomen.
De voorzitter der Vereeniging Haevlem
door wier bemiddeling deze tentoonstelling
in haar gebouw kon worden ingericht wees
er in zijn kort openingswoord, j.l. Zaterdag
eveneens op en sprak de verwachting uit dat
ze bij mocht dragen tot den wensch het nog
bestaande moois in stand te houden, voor
zoover dat mogelijk is. De vereeniging Haer-
lem is daarvoor de aangewezen bemiddelaar
ster en verdedigster. Zoo tenminste de mid
delen die verdediging toelaten. Aan de
Haarlemmers haar die middelen te ver-
verschaffen.
Doch. aldus ongeveer de heer Tadema, al-
zijn die middelen steeds welkom iedere be
langstelling is dit evenzeer. En daarom wijs
ik er tenslotte op dat deze aardige tentoon
stelling niet alleen voor leden van Haerlem
toegankelijk is, doch ditmaal voor een ieder
vrij te bezichtigen blijft. ,,Zegt het voort"
zeggen wij daarom met de woorden der gast
vrije uitnoodiging van Haerlem's Bestuur.
J. H. DE BOIS.
HET TOONEEL
De Vereenigde Schouwspelers
JONGE DAMES IN UNIFORM.
Na zijn „Rozenkrans" heeft Pierre Mols
thans met zijn „Jonge Dames in Uniform"
zijn tweede groote succes binnen Was het
den eersten keer een roman, nu is de film
voor dit succes de gangmaker. Het is een be
wijs dat Mols de flair heeft van zakelijk,
manager.
Ik heb Madchen in Uniform niet gezien en
kan dus geen vergelijkingen maken lusschen
de opvoering van De Vereenigde Schouwspe
lers en de film, maar voor mijn kritiek over
het tooneelstuk is dat ook allerminst noodig
Als criticus heb ik enkel de tooneelopvoering
,.an und für sich" geheel los dus van de
film te beoordeelen en dan moet ik zeggen,
dat Mols hierin als regisseur zeer goede din
ger heeft gedaan. Ik heb gelezen dat hij bij
zijn regie gekeken heeft naar de film cn niet
geheel oorspronkelijk is geweest. Erg veel
kwaad kanik daar onmogelijk in zien. Men
zou dat een fout kunnen noemen, wanneer de
tooneelopvoering er door in het gedrang
ware gekomen, maar dit is allerminst 't geval.
Het is Mols gelukt de twaalf tafereelen in
zeer stemmingsvolle decors vlug achter elkan
der te doen afspelen en de sfeer op het too-
neel te brengen welke dit stuk verlangt. Dit
is voor mij hoofdzaak. Het tooneelstuk van
Christa Winsloe heeft mij geboeid en in ver
schillende tafereelen ook indruk op mij ge
maakt.. zelfs nu en dan ontroerd.
Jonge Dames in Uniform heeft veel minder
de fout- van verbrokkeldheid als zoovele an
dere uit romans getrokken toon eel werken: er
is een vaste lijn in en de tragiek van Ma-
nuela. het geëxalteerde jonge meisje, dat het
slachtoffer wordt van een koud en hard op
voedingssysteem. komt in dit tooneelstuk
zonder eenige geforceerdheid volkomen
tot haar recht.
Zij kwam dit ook in de opvoering, zoowel
door ae omgeving, waarin het meisje was ge
plaatst, als door het zeer zuivere, gevoelige
spel van Cissy van Bennekom. De creatie
van Manuela door deze jonge Haarlemsche
acrice is wel de grootste verrassing van de
zen avond geweest en al was het alleen hier
om. dan zouden wij Pierre Mols er reeds
dankbaar voor zijn dat. hij dit suk hier heeft
gegeven. Cissy van Bennekom ontroerde door
haar spel, omdat zij zoo geheel en al kino
was. Zij was dit met. haar groote, vragende
oogen, toen zij daar voor het- eerst kwam in
het koude, kille gebouw en zij daar stond als
een opgesloten vogeltje, zij bleef het ook in
haar geëxalteerde aanbidding van Fraulein
von Bernburg. die volkomen rein, onschuldig
en kinderlijk was. En dat was het tragische
in dit fijn gespeelde ook zeer gedistingeer
de figuurtje, dat zij zoo absoluut onwetend
was van alles, waarvan de groote menschen
haar betichtten.
Dat zuiver kinderlijke, waardoor het tra
gisch contact werd verkregen, heef: Cissy vair
Bennekom aldoor heel teer en mooi gegeven.
Geen oogenblik gaf zij en dat was het zeer
knappe van deze creatie te veel aldoor
bleef zij ook in haar uitbarstingen van ver
driet verontwaardiging of woede zoowel ais ir.
haar geëxalteerde aanhankelijkheidkind
Haar spel was heel den avond zeer zuiver er.
gevoelig zonder een oogenblik van sentimen
taliteit. Een enkele maal gaf zij voorna
melijk door gebrek aan techniek, nog wel eens
te weinig, maar toch als geheel was het voor
deze nog heel jonge actrice een buitengewoon
succes, dat ons alle vertrouwen geeft in haar
verdere toekomst.
Het is Pierre Mols zeer wel gelukt ons de
koude kille omgeving te suggereeren, waar
tegen het- zieltje van Manuela breken moest.
Voor ons Hollanders, moge een dergelijke
militaire dril op een meisjeskostschool nu en
dan carricatuur schijnen, zoo heel ver schijnt
Christce Winsloe's roman toch niet van de
waarheid te hebben afgestaan. En in de meis
jes was althans het kinderlijke van de jeugd,
al konden wij maar in heel weinigen het
hoog-adelijke van hun geboorte ontdekken.
Over de rol van Fraulein von Bernburg ben
ik in twijfel. Mevrouw Molsde Leeuw heeft
mij niet kunnen overtuigen dat deze jonge
vrouw zoo zeer de genegenheid van de meis
jes zou opwekken. Ik miste te veel de warmte
en het innige gevoel in haar stem ook in de
oogenblikken, waarin deze toch wel tot
uiting hadden mogen komen. Maar deze
Fraulein von Bernburg is ook in het stuk
zwak geteekend, om niet te zeggen mistee-
kend. Van haar paedagogisch doorzicht over
tuigde zij ons allerminst toen zij Manuela in
het elfde tafereel in zulk een overspannen
toestand alleen liet en zij zich op dat moment-
niet tot haar overboog. Zij dreef het kind met-
haar kilheid feitelijk den dood in!
Julia Cuypers was als de directrice van een
militaire allure die zelfs een escadron huza
ren zou hebben geïmponeerd, laat staar,
jonge meisjes. Deze Fraulein von Nordech zu
Nidder is voor ons Hollanders, wel het minst
gemakkelijk te accepteeren, maar voor dit
stuk is zij een integreerend deel en Julia
Cuypers speelde haar met autoriteit en
aplomb.
Van de zeer vele kleinere rollen wil ik hier
de sympathiek gespeelde Edelgard van Leus je
Bouwmeester en de vroolijke Ilse van Tilly
van Vliet noemen. Cato Merstensde Jaeger
maakte van de spionne. Fraulein von Kersten
een wel markante, maar wat erg burgerlijke
en carricaturaïe figuur.
De opvoerig van Jonge Dames in Uni
form beeft hier een beslist succes gehad. De
goed bezette zaal was enthousiast gestemd en
heeft aan het slot een zeer warme ovatie aan
de spelenden gebracht. Er waren veel bloe
men. ook voor Cissy van Bennekom. die
stormenderhand de sympathie van het Haar
lemsche publiek heeft gewonnen.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK
Arbeiders Mandolineclub „Apollo".
De concertavond in het gebouw van den
Protestantenbond mag gelden als een fris-
sche bloem in den krans van mooie uitvoe
ringen, die Apollo" ons sinds het oprichtings
jaar 1916 heeft gegeven. Keurig afgewerkte
instrumentaalmuziek bood naast goed ver
zorgden zang afwisseling genoeg, cn waar
tenslotte het" al saamwerkte in de uitvoering
van een groot werk, was er ook de groote
climax die den hoorder een bevredigenden
eindindruk meegeeft.
Dit mooie geheel was opgebouwd vanuit de
kiem: daar waren allereerst de jong-Apoilia-
nen, waaronder zoowaar de allerjongsten
eerst eenige maanden geleden aanvingen,
het instrument te leeren houden. De leider
Joh. B. Kok maakt het hun waarlijk niet ge
makkelijk, want al mag het waar
zijn dat de linkerhand-techniek niet
zoo heel lastig is. het plectrum moeten zij
vaardig en los weten te hanteeren om al
reeds tot een zoo goeden uitslag te komen.
Wat voor den nieuweling de meeste attentie
vraagt, is echter het spelen in de maat en
wat daaraan vast zit. En dan is een „lna
valse" al reeds vol moeilijkheden. De begin
ners moeten flink poot-aan gespeeld heb
ben. om nu al zoo beslagen ten ijs te komen.
Want ook in „Dulc.is recuerdos" (een stuk
met natuurlijk ee'n Spaansch karakter) wa
ren ze op hun best.
Als even later "net groote korps dus ..Apollo"
de suite speelde van Georges Goldberg, ia
toen hoorder, we pas goed, wat er met een
degelijk onderwezen korps valt te bereiken.
Wij kennen Joh. B. Kok behalve als auteur
van bijzonder goed geschreven muziek ook
als leider met veel smaak voor kleurschakee-
ring. Toch verwondert men zich telkens weer
over de verrassende klanktegenstellingen die
hij met de bezetting: mandoline, mandoia.
mandoloncello weet te bereiken. En zoo hij
zonder bezwaren ook de groep mandolone en
bas naar evenredigheid kon bezetten, zoo zou
hij eerst recht in zijn element, zijn.
Toch was ook bij matige basbezetting een
stuk als „Massalia" van Emile Laisne vol
frappante dingen. En daar ook technisch deze
twee partituren goed verzorgd werden uitge
voerd. was er een opgetogen publiek, dat
toonde, deze waarlijk goede muzikale kunst
naar waarde te kunnen schatten.
Het meest echter werden wij bevredigd
door de groote slotuitvoering. In dit werk
heeft de auteur Joh. B. Kok den tekst „Het
daagt" prachtig aangevoeld, cn in een or-
IN GEZOND EN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
DE FIRMA JAC VAN WEERT
maakt bekend, dat alleen zij, die
na 1 Nov 1932 alhier een wieg
gekocht hebben, in aanmerking
komen voor vergoeding. Voor
fijn Raffia en Pitrietwerk o.a.
RAFFIA THEEMUTSEN
GIERSTRAAT 81 -
kestrale inleiding van buitengemeene beko
ring de spanning gebracht die ons later met
aandacht het gezongen woord doet volgen.
Voor het uitbeelden van die aanvangsstem-
ming had hij noodig den klank der fluit en
der hobo. die hij het karakter der heeletoon-
schaal mooi deed weergeven. Dat de tenor
solist de heer L. Bruin, hoewel de klank zij
ner stem heel goed is, nog te zeer beschei
denheid betrachtte, was eigenlijk spijtig,
want- het tekstwoord bleef ons nu al te zeer
verholen. Mevrouw' Hippe-Tenaerloo gaf daar
naast een vertolking van den tekst die alles
zins voldeed. Haar klankrijke mezzo won nog
aan glans, waar het onderwerp dat zij bezong
haar inspireerde.
Hiernaast zorgde het dubbelkwartet (ge
mengd) dat in den vooravond alreeds twee
malen zich deed hooren. voor een alleszins
bevredigende weergave der koorpartijen. En
zelfs het halve kwartet (het mannenpart)
voldeed zeer, waar het afzonderlijk had te
zingen. Het werd een uitvoering die bij den
hoorder iets „uitrichtte", daar bij dirigent en
uitvoerenden alles zoo recht van-binnen-uit
kwam. Den auteur in het bijzonder zij een
woord van gelukwensch gebracht.
Een kort woord nog over het dubbelkwar
tet. Het studeert onder mevr. Hippe-Tender-
ïoo. die dezen avond een mooi programma
leidde. Veel goeds was er in de uitvoering
van Dresden's bewerking van ..'t Haesken"
waar de stemmen veel slagvaardigheid toon
den. Op klankkleur was gewerkt bij de (oud-
Fransche) liederen „Ronde" en „Le sommeil
de l'enfant Jesu". Ook Keja's „Als de ziele
luistert" was een goede keuze zoo goed als
Arcadelt's .Ave Maria". De strijdliederen
echter voldoen meer in kooruitvoering. Want
op 't terrein van samenzang en vollen klank
kan (en zal) nog danig gewerkt worden:
immers er is materiaal; er is toewijding; en
de leidster verstaat zelve de kunst van zin
gen.
Uit dit alles zal stellig iets goed geboren
worden en wij wachten met. belangstelling
af. .Apollo" had een flink bezette zaal.
G. J. KALT.
Koninklijke Liedertafel
„Zang en Vriendschap"
Als Koningen in 't openbaar spreken is
men van hen kortheid gewend. Zie onze
troonredes. Dit goede gebruik werd ook door
onze Koninklijke Liedertafel in acht. ge-
genomen. Het programma van haar concert
van Maandagavond toonde niet de overbe
lasting en den te grooten omvang van dat
harer niet-koninklijke zustervereeniging: het
was als een welgekozen menu waarin
zwaardere en lichtere spijzen elkaar afwis
selen; de uitvoering er van begon precies op
tijd en eindigde op een uur dat aan geen
verslaggever stof tot klagen kon geven.
De Koninklijke Liedertafel komt meer en
meer de gevolgen der scheurbuik, die haar
teisterde, te boven: numeriek nadert zij weer
het oude aantal werkende leden, artistiek is
er voortdurend vooruitgang te constateeren.
Zij beschikt over zeer mooi stemmen
materiaal, dat behoudens een af en toe over
wegen der barytons. evenwichtig verdeeld is.
De zuiverheid van den samenzang was Maan
dagavond over 't algemeen voldoende, echter
zonder ook maar een oogenblik de straling
eener volkomen harmonie te bereiken. Bij
een zoo moeilijke opgave als de Psalm van
Milhaud ontbrak wel eens de harmonische
klaarheid, maar het is twijfelachtig of dit
op rekening van de uitvoering of op die dei-
compositie gezet moet worden. In elk geval
was de rythmische samenwerking onder
Frits Schuurmans krachtige leiding zeer
goed. De andere koorwerken leverden minder
moeilijkheden op: twee daarvan n.l. „Les
Proscrits" van Gevaert en Vom Rhein" van
Max Bruch graasden op de sappige weiden
der vroegere gezongen romantiek. Twee
kleine koornummers openden het program
ma, na het Wilhelmus natuurlijk, dat dei-
Koninklijke Liedertafel past. maar waarin de
hulde aan den Spaanschen koning nu wel
eens door een voegzamer vervangen kon
worden, We leven nu niet meer onder
Spaansch juk en bij alle eerbied voor de
groote of belangrijke figuren der historie
mag een erkenning der levenden niet mis
plaatst heeten. (Ik weet een Nederlandsch
componist, die deze meening direct onder
schrijven zou).
To van der Sluys en Felix de Nobel waren
de solisten. Beiden hebben zich in zwaarder
en lichter werk doen hooren. Onze Neder-
landsche sopraan een der meest begaafde
onder de jongeren heeft meer nog dan in de
Arias van Gluck (niet „Glück", zooals ge
drukt stond!) in de liederen van Strauss en
Mahler reden tot bewondering gegeven: hier
was lyriek, lichtheid, schittering van klank,
afwisseling in haar voordracht en ook Emmy
van Eden had door haar uiterst verzorgde
piano-partijen haar deel in het welslagen.
Felix de Nobel had geen dankbaar pro
gramma gekozen. De Capriccii en Intermezzi
van Brahms leenen zich beter voor de inti
miteit eener kleine zaal dan voor de expansie
der groote; het Capriccio op. 116 no. 7 (niet
no. 2 zooals vermeld was!) is vrij stroef,
het Intermezzo op. 118. no. 2 is vriendelijker
doch werd wat afgemeten gespeeld. En de
Humoresken op. 6 van Grieg zijn wel frisch
maar geven ons den componist nog niet in de
volle ontplooiing van zijn persoonlijkheid.
Van Granado's dansen speelde De Nobel er
twee met fijne schakeering; toch kon zijn
voordracht het zeurderige der vele her
halingen niet geheel wegtoovcrcn..
De zaal mocht zeer goed bezet heeten.
K. DE JONG.
Feest in den „tuin van Frankrijk".
Onze Parijsche correspondent schrijft ons
uit Vouvray:
We zijn meer dan drie weken te laat met
den pluktijd. Dit jaar is er veel zon geweest,
maar weinig water. En juist toen de tijd was
aangebroken om te gaan plukken viel de
regen bij stroomen, drie weken lang, dag en
nacht, zonder ophouden. Ah, mes enfants.
vous parlezmodderen, modderen tot aan
de knieën.... en alle trossen die een beetje
laag hangen verrotten op den stam. Maar de
andere daarentegen: prachtig rijp en gezwol
len, vol sap. Neem ze maar eens in de hand
ze bersten bijna van zelf open, zoo vol zijn
ze
In de dorpen is het stil. Geen mensch in de
dorpsstraat. Waar men aanklopt nergens
antwoord. De mannen, de vrouwen, de kin
deren. ze zijn allen in de wijngaarden, heb
ben de handen vol werk: de pluktijd.
Dat is de ware rijkdom van Frankrijk. Het
land van Tours, „la Touraine", „le jardin de
la France" is In volle actie en ln heerlijke
extase. Sentimenteel zijn ze niet de echte
Tourains. maar eiken Zondagochtend gaan ze
nu toch even naar de mis om te danken voor
zoo'n oogst. En dan naar de andere mis....
Maar u moet weten wat dat zeggen wil. als
een Tourain u uitnoodigt om „naar de mis te
gaan": hij inviteert alleen ook maar oude
bekenden en echte kenners. Drie. vier maal
per jaar keeren we terug naar hetzelfde
dorpje aan de Loire. Zoo. zoo. bent- u weer
eens terug? Maar u bent nog niet naar de
mis geweest.En dan maar een keldertrap
af en bij het schijnsel van een kaarslichtje
wordt de beste flesch opengetrokken. Bij den
buurman idem. idem en zoo de heele dorps
straat langs, huis voor huis. kelder voor kel
der, ook al is het pas vijf uur in den ochtend.
En de cultlvateur moge Nor zijn op zijn huis.
op zijn vrouw, zijn dochter, maar veel trot-
scher nog Is hij op zijn wijn. Men moge nog
zoo arm zijn en slechts over enkele vierkante
meters terrein beschikken, maar op dat stuk
je wordt dan toch een wijngaard aangelegd.
De schoolmeester.... in de wijngaarden,
want geen enkele leerling is komen opdagen:
de pastoor, in boezeroen in de velden; de
burgemeester met- opgestroopte hemdsmou
wen.Het heele dorp is toevertrouwd aan een
paar waakhonden en miauwende katten.
Zelfs de traditioneele dorpsidioot, die anders,
nlets-doend. zingend in het zonnetje zit bag
gert tusschen de wijnranken. Het Is een
pracht-land. het land van Tours. A! die berg
ruggen. van Tours tot aan Blois. héél de
Loire langs zijn één wijngaard. Tot In de
gootjes zelfs, welke de diverse bezittingen
scheiden heeft, men geplant om toch maar
zooveel mogelijk profijt, te trekken van het
terrein, om toch maar geen centimeter te
verliezen. En héél den zomer brandt daar de
zon, worden de druiven in vol zonnelicht rijp
gestoofd. Hoe zwaarder werk. hoe rijker
oogst, ls een oud spreekwoord cn het devies
van den Tourain. Dit jaar is het héél moeilijk
geweest: tot zeven maal heeft men de ran
ken moeten Inspuiten tegen allerlei ziekten,
moest elk blaadje worden ingewreven om het
ongedierte te dooden. De zon brandde,
schroeide: al het water was uit de heuvel
ruggen weggetrokken naar de rivier. De
eerste bladeren verschrompelden, de aard
korst berstte overal open. De paarden werden
van stal gehaald en duizenden tonnen water
moesten naar boven worden gesjouwd voor
het besproeien. Eindelijk de eerste regen
droppels. gevolgd door een gletbui, toen een
zondvloed, die niet. meer ophield, die heele
aardlagen meesleurde naar beneden, zoodat
men stutdammen moest aanleggen. De rivier
was vol. de weilanden stonden reeds blank:
de aardbodem was zfit van drinken, van
zwolgen. En na den zondvloed joeg een koude
winterstorm over de bergglooiïngen. Zoo be
gon de pluktijd. Broekspijpen opgestroopt,
met bloote voeten en beenen baggerend door
de enorme waterplassen, druipend van mod
derwater. tros na tros afknippend, zoo is voor
den Tourain de November-maand ingetre
den. Maar er wordt niet geklaagd, niet ge
mopperd. er klinkt daar een vroolyk lied. er
schatert 'n lach. zooals men alleen maar
hoort van menschen die tevreden en geluk
kig zijn. Een groote puntmand aan riemen
bevestigd, op den rug. Tros na tros, rijp en
volgeladen verdwijnt in de mand en als die
vol is dan wordt de inhoud leeggestort in een
ton. op een kar. De karreman giet de trossen
in een soort mangeltje en het sap siepelt ln
een ton. trewijl de pitten schilletjes en steel
tjes zorgvuldig in een ander vat worden ver
zameld.
Eén druivenstokje van nog geen halven me
ter hoogte levert soms zeven a acht kilos
druiven op. En wanneer ge nu. links en rechts
tot aan de verste horizonnen, niets dan wijn
gaarden ziet. nauw aaneengesloten, dan kunt
ge nagaan welk een rijkdom dat. is. Met zijn
zevenen, achten, trekkend aan lange touwen,
omdat het oude karrepaard in het heuvel-
afdalen anders zou worden verpletterd door
zijn volgeladen kar. dansend, springend, zin
gend en gierend gaat het dorpswaarts. l>e
jonge meiden en kerels met halskettingen
van druiven om: de oogst wordt binnenge
haald en dat is de tijd waarop allen smach
ten en paartjes wachten om zich openlijk te
verloven: zoodra de wijn in de vaten is zal
héél het dorp deelen in de vreugde van de
hu wel ij ks f eesten
Maar al zijn met zorg en groote moeite de
druiven opgekweekt en geplukt, dan betee-
kent dat nog lang niet. dat het werk voorbij
is. Het uitpersen is een van de zwaarste wer
ken. En ge moet. zien. hoe dat geschiedt in
donkere schuren, bij 't schijnsel van een
kaarslichtje, tot in het holst van den nacht.
De lading van de karren wordt uitgestort in
een enorm vat en door bemiddeling van een
schroef wordt de deksel daarin geperst. Het
sap alleen ontsnapt en wordt in andere ton
nen opgeheveld. Eerst na weken, als al het
bezinksel op den bodem is en het gistings
proces. door bijvoeging van suiker moet be
ginnen. wordt het vat oven open gemaakt om
het sap te zuiveren van alle fijne bestand-
doelen welke door de filters meekwamen.
Maar niets gaat verloren: de schillen en
steeltjes leveren de „fine" (cognac). En als
dan eindelijk het sap wijn is geworden dan
moet alles nog in flesschcn worden gedaan.
Uren zorgen, zwoegen, zweet-en, voor....
één flesch wijn. Als je dat- van nabij kent
hebt gezien, en meegemaakt, dan wordt, het
duidelijk dat de grootste glorie van den Tou
rain is wanneer een proever even de oogen
sluit en dan. ten teeken van goedkeuring, zijn
tong tegen zijn gehemelte klakt.
IIENRY A. TH. LESTURGEON
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
UITGAAN.
DE 400STE VOORSTELLING VAN BOEFJE.
Zondag 4 December geeft het Ver. Rotter-
damsch-Hofstad-Tooneel. Directeur Cor van
der Lugt Melsert. in den Stadsschouwburg te
Haarlem de 400ste vertooning van Brusse's
Boefje, met Annie van der Lugt Melsertvan
Ees in de titelrol-
Het is een zeldzaam geval, dat aan een
Nederlandsch stuk zulk een duurzaam succes
is beschoren
TIJDSCHRIFTEN.
Het tooncel.
„I-Iet Tooneel" van deze maand wijdt een
artikel aan zijn overleden hoofdredacteur de
heer Frits Lapidoth, waarin de redacteur van
het blad A. M. Buis zijn verdiensten gedenkt
zoowel voor de journalistiek en het tooneel
als voor „Het Tooneel Er is een groote foto
van Frits Lapidoth opgenomen. De redacteur
verdiept zich ook in de vraag „Is Noach pro
faan?". waarbij hij tegenover een ingezon
den stuk van iemand, die het gansche stuk
blijkbaar niet heeft kunnen begrijpen, de
meening stelt van andere, ook godsdienstige
bladen.
Verder bevat het nummer de dramatische
kroniek en de gewone rubrieken.
„Onze Weeshuizen".
Er is al weer een nieuw tijdschrift ver
schenen. Ditmaal is het gewijd aan de be
langen van de Nederlandsche Weeshuizen en
de tehuizen voor ouden van dagen. Het voert
dan ook den naam van ,Onze Weeshuizen,
en Tehuizen voor Ouden van Dagen".
Hoofdredacteur is Ernst Groenevelt. Deze
stelt in de inleiding do belangen van het
kind op den voorgrond, dit is het. wat allo
weeshuizen gemeen hebben. Tevens pleit hij
voor de oudjes, die den laatsten tijd wat uit
den gezichtshoek der massa geraakt zijn.
Onder „De dokter aan het woord" schrijft
dr. F. W. C. de Grave over de beteekenis van
de hygiëne, een inleiding van een reeks ar
tikelen over de gezondheidsleer in het ge
slachtsleven.
Verder is er een bijdrage van Emmy J. Be-
linfante over ..De invloed van het gestichts
leven op het meisje" en schrijft Ernst Groe
nevelt velerlei over kinderen, hun moeilijk
heden. sportiviteit onder de gestichtsjeuga
enzoovoort.
Het tijdschrift is royaal uitgevoerd en met
foto's geïllustreerd.
VOORDRACHT
Ter benoeming van een onderwijzeres aan
de school voor gewoon L. O. met Montessori-
leermethode aan de Bakkerstraat alhier heb
ben B. en W. de volgende voordracht opge
maakt le Mej. H. J. du Buy. te Haarlem.
2e Mej. A. Wagner, te 's Gravenhage 3e
Mcj. E. G. J. Ciason te 's Gravenhage
JEUGD-FANFARE „VOOR ONS
GENOEGEN".
Deze dagen werden aan de jeugdige leden
der Jeugd-Fanfare „Voor Ons Genoegen", di
recteur de heer C. Speets op een gezellige bij
eenkomst in het gebouw van den heer
Kwekkeboom in de Kleine Houtstraat, de in
strumenten uitgereikt. De voorzitter, de heer
M. Groenevetld, hield een toespraak. Spr.
hoopte dat de vereeniging over eenige maan
den nu een goede uitvoering zal kunnen
geven en riep de medewerking der ouders in.
Vervolgens werd een aardig programma
uitgevoerd. Mej. G. Llngeman zong eenigg
liedjes; de dames L. en B. Slot en Joh. van
der Horst droegen voor. Verder werd er gc-
Kiend om fraaie prijzen,
Met een aardig specchje reikte daarna dc
directeur de instrumenten uit.
Na afloop volgde er bal, met muziek van
„The Happy Band".
ST. NICOLAAS BIJ HECK.
Dezer dagen zal St. Nlkolaas iederen werk
dag des middags aanwezig zijn in Heck's
Lunchroom.
Hij zal cadeautjes uitreiken aan de kinde
ren.
PERSONALIA.
Voor het examen Nederlandsche Taal cn
Letterkunde M O. slaagde te Amsterdam mej
Th. H. L. A. Schoenberger te Haarlem.
Onze stadgenoote mej. B. J. van Maas ls.
met ingang van 1 December, benoemd tot
onderwijzeres aan dc school voor bijzonder
onderwijs te Briclle.
VOOR WONINGBOUW
B. en W. stellen den Raad voor. hen te
machtigen tot het doen bouwrijp maken van
een gedeelte van het terrein, gelegen ten
Oosten van de Gouwwetering en ten Zui
den van de Zomervaart cn hun öaai-voor een
bedrag van f 65.0CO beschikbaar te stellen,
waarin begrepen Ls f 22.200 voor arbeidsloon.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
De eerstvolgende vergadering der Kamer
zal gehouden worden op Dinsdag 3 Januari
1933 des avonds te 7.30 uur.
PROF. DR. J. HAVERSCHMLDT
AANGEREDEN.
Prof. Dr. J. Haverschmidt. uit Utrecht is
Maandag te Amsterdam op het Rokin door
een motor aangereden en dientengevolge mot
een hoofdwonde cn een hersenschudding in
het Binnengasthuis opgenomen. Zijn toe
stand laat zich gunstig aanzien.