i mm
Toen liet volle maan was...
GEDURENDE DE WEKEN VOOR KERSTMIS wordt tc Boskoop ecu veiling: van besscnhulst gehouden op verschillende dagen.
Voor dc/e veilingen bestaat steeds veel belangstelling. De kenners met bun waar.
DE OVERSPANNINGEN voor de nieuwe brug over de Vecht bij Maarssen zijn Dinsdag naar de
plaats van bestemming vervoerd waar zij gemonteerd zullen worden.
NABIJ HET HOFPI EIN-
STATION TE ROTTER
DAM heeft Dinsdag
een treinontsporing plaats
gehad waardoor het ver
keer een uur stagnatie on
dervond.
DE OUDE WATERMOLEN aan den
Lagcdijk te Uitgeest, dateerend uit 1<557.
wordt afgebroken.
DECEMBER AAN DE KUST. Sombere wolken jagen voorbij. De ijskoude wind belet een verblijf aan
het strand. Slechts de enkeling waagt er zich om Tiet onvergelijkelijk mooie spel der golven gade
te slaan.
DE PINDA-MANNETJES hebben het in den Haag niet
gemakkelijk. Een Qhinces, die geen ventvergunning
bleek te bezitten, wordt door de politic meegenomen.
WAT DE GEMIDDELDE BE ZOEKER van het aquarium in
in den Amsterdamschen dierentuin niet ziet. Een dienstgang
boven de bassins.
OOK ROTTERDAM staat in het tceken van liet naderend
Kerstfeest. Van Hogendorj) temidden van zijn groene hulde.
FEUILLETON
Naar het Engelse h
JEFFERY FARNOL.
1)
HOOFDSTUK I.
liet eerste en het kortste van het verhaal.
Toen Sylvia Marchmonfc op reis ging naar
Europa (onder geleide van een oudere gezell
schapsdame en den aanhang van die), viel
het zoo, dat George Bellew zich juist een
nieuw yacht had aangeschaft, dat hij wilde
„invaren". Hij zeilde dus óók naar Europa,
en hun wederkeerige vrienden in New-York,
Newport en andere plaatsen, verwachtten
eiken dag tijding te zullen krijgen van hun
verloving. Men stelle zich derhalve hun ver
bazing voor. toen de tijding kwam van Syl
via's aanstaand huwelijk met den hertog van
Ryde.
Bellew was jong en rijk, en had dienten
gevolge veel vrienden. En die vrienden wa-
re.n allen zeel* met zijn lot begaan, maar het
er tevens roerend over eens, dat Sylvia, on
danks Bellew's millioen, geen domheid be
gaan had, in aanmerking genomen het feit,
dat een hertog een hertog is, vooral in
Amerika
Er waren ook verscheidene dames van
middelbaren leeftijd in New-York en New
port, meest huismoeders cn vermaard om
haar distinctie, den praal van haar recep
ties, haar prachtige huizen, haar juweelen en
haar dochters, die veel gedachten wisselden
over de vraag, hoe Bellew zich houden zou
onder deze teleurstelling.
Sommigen zeiden, dat hij zich direct een
kogel door het hoofd zou jagen, anderen
waren van meening, dat hij dadelijk een
nieuwe ontdekkingsreis zou aanvaarden, (hij
had er al een paar gemaakt in Amerika),
om zijn einde te vinden op de sneeuwtoppen
van den Himalaya of zich te laten verscheu
ren door leeuwen of tijgers; terwijl weer an
deren beweerden dat „je zien zoudt" dat hij
uit dépit met het eerste beste „schepsel" zou
trouwen, dat niemand kende en waarmee
niemand zou kunnen omgaan
In hoeverre deze dames het bij het rechte
eind hadden, moge blijken uit de rest van
dit verhaal, als ge de moeite wilt nemen het
uit te lezen.
HOOFDSTUK II.
George Bellew gaat te rade met zijn
kamerdienaar.
George ontving het bericht, dat al zijn ho
pen en verlangen den bodem insloeg, toen
hij op een morgen op zijn kamers in de St.
Jamesstreet tc Londen aan zijn ontbijt zat.
Het was een briefje van den volgenden in
houd:
Lieve George!
Ik schrijf je dezen brief om je te vertellen,
dat ik je zóó graag mag. dat ik nooit met je
trouwen kan. Het zou belachelijk zijn.
Iemand graag mogen, zie je, George, is heel
iets anders dan iemand liefhebben. Liefde is
iets heel aparts en zeldzaams, hoewel ze, vol
gens mi.jn bescheiden meehing, eigenlijk hee-
lemaal uit de mode is geraakt met de crino
lines van onze overgrootmoeders.
En daarom heb ik maar besloten, lieve
George, met den hertog van Ryde te trou
wen. De plechtigheid zal over drie weken
plaats hebben in de St. Georgekerk op het
Hannoverplein en ze komen natuurlijk alle
maal kijken. Als je zin hebt om te komen,
zul je heel erg welkom zijn. Ik zal niet zeg
gen dat ik hoop dat je me vergeten zult, want
dat doe ik niet; maar ik ben vast overtuigd,
dat je iemand anders zult vinden, die je zal
kunnen troosten, want je ben zoo'n goede,
lieve jongen en zoo belachelijk rijk.
Dag George, ik ben en blijf altijd
Je liefhebbende vriendin
SYLVIA.
Als Bellew onder deze omstandigheden
troost en vergetelheid had gezocht bij de
flesch of op ee"n der veie wegen, die recht
streeks en zonder hindernissen naar het ver
derf leiden, dan zouden al zijn kennissen
hur. hoofd meewarig geschud en hem be
klaagd hebben; want het schijnt dat teleur
stelling (vooral in de liefde) het recht geeft
tot veel domme en booze daden en minstens
evenveel zonden bedekt als de liefdadigheid.
Maar Bellew was niet bekend met die soort
van „temperament'. Hij was eigenlijk maar
een heel gewone jongen, en dus wendde hij
zich niet tot Wijntje of Trijntje, maar stak
zijn pijp op. las den brief nog eens door en
belde zijn lijfknecht. Baxter.
Baxter was een klein, mager mannetje,
glad geschoren, met vlugge oogjes en ge-
ruischlooze bewegingen, in het kort: het puik
van alle kamerdienaars, van de onberispe
lijke scheiding in zijn peper- en zouthaar af
tot de zolen van zijn blinkend gepoetste
schoenen. Baxter was, zooals gezegd, zijn
lijfknecht en hij was voordien zijns vaders
lijfknecht geweest. Hij was tusschen de veer
tig en vijftig jaar oud en had een trouw hart.
Hij bleef bij de tafel staan met één wenk
brauw opgetrokken en wachtte wat Bellew
te zeggen had.
„Baxter",
„Ja meneer".
„Ga zitten".
Baxter ging met kalme waardigheid zit
ten.
3axter, ik wou je raad inwinnen".
„Een raad tusschen heer en knecht, me
neer?"
„Van man tot man, Baxter".
„Best, meneer George".
„Ik zou graag weten, Baxter, wat volgens
Jou de aangewezen weg is voor iemand, die
teleurgesteld is inede liefde".
„Bedoelt u... een gebroken hart., meneer
George, of alleen maar een blauwtje?"
„Wat voor verschil is daartusschen?"
„Een groot verschil, meneer".
„Laten we dan zeggen allebei, Baxter".
„Zoo meneer", begon Baxter met een rim
pel in zijn voorhoofd, „voor zoover ik mij
herinneren kan, gedragen ongelukkige min
naars zich gewoonlijk op vier verschillen
de manieren".
„Welke manieren?"
„Vooreerst wat ik zou willen noemen
„wraakoefning" dat wil zeggen „trou
wen"
„Trouwen?"
„Ja, met een ander natuurlijkop grond
van het feit, dat er nog goede visch genoeg
in de zee blijft, al maken andere visschers
goede vangst. U begrijpt me, meneer?"
„Jawelga voort".
„Danhet leger, meneer; ik heb heel
wat militaire loopbanen zien beginnen met
een teleurgestelde liefde. Het leger is zeer
gewild, meneer".
„Zoo", zei Bellew. en drukte de tabak in
zijn pijp vast met een zoutlepeltje. „Ga door.
Baxter".
„En ten derde zijn er afgewezen minnaars,
meneer George, die genoegen nemen met een
voudigweg te verdwijnen".
„Hm!" zei Bellew.
„Ten laatste meneer, hoewel liet gewoon
lijk het eerste is. zijn er Wijntje en
„Juist!" knikte Bellew. „En zeg nu eens,
Baxter (je kent me en je kent me heel goed)
welke van de vier zou je mij aanraden?"
„U wilt toch niet zeggen, meneer George,
dat u vergeef me in de onaangename
situatie verkeert van een teleurgestelde
liefde?"
„Ja Baxter, een blauwtje en een gebroken
hart".
„Jongen!"
„Juffrouw Marchmont trouwt over een
paar weken met den hertog van Ryde, Baxter"
„Wel! wel!"
„En je weet dat juffrouw Marchmont en ik
zoo goed als verloofd waren?"
„Dat had ik meenen op te merken, me
neer".
„En waarom ben je dan niet ontsteld,
Baxter? voor den duivel!"
„Ik ben erg ontsteld, meneer!" zei Baxter,
terwijl hij zich voorover boog om het zout
lepeltje op te rapen, dat op den grond ge
vallen was.
„Dus je begrijpt dat ik.wanhopig ben.
Baxter".
„Ja meneer".
„Ik ben vernietigd, kapot, totaal ongeluk
kig, Baxter. Vooi'taan zal ik waar ik ga of
sla vervolgd worden door deSchim van een
Verloren Geluk".
„Natuurlijk! meneer".
„Ik had gedacht, Baxter, dat jij, die me
zoolang gediend hebt, om nog niet te spre
ken van mijn vader, wat meer medegevoel
zoudt hebben getoond".
„En als u me vraagt, meneer George, als
man tot man. waarom ik niet méér mede
gevoel toon, dan zeg ik met mijn hand op
mijn hart. dat het mij niets verwondert.
Juffrouw Marchmont is een gevierde schoon
heid en dientengevolge bedorven, ijdel en op
pervlakkig. En wat uw hart betreft, als u het
mij vraagt, dan zeg ik dat er niet het klein
ste barstje in zit! Dat is mijn opinie! En mag
ik u nu vragen, meneer, welk pak u vandaag
wilt dragen?"
fWor-dt venrolgdfc.