LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
KANTTEEKENINGEN.
BIOSCOOP.
Litteraire Fragmenten.
Bij Pijnen
door KAREL DE JONG.
De tijd van het jaar brengt mede dat ook
in de radioprogramma's de Kerstmuziek een
belangrijke rol speelt. Naast allerlei Kerst
liederen doet dat natuurlijk in de eerste
plaats altijd Bachs Weihnachtsoratorium, of
juister gezegd: een deel daarvan, want wat
het Weihnachtsoratorium genoemd wordt is,
zooals men weet, een opvolging van zes can
tates, nl. drie voor den eersten, tweeden en
derden Kerstdag, één voor Nieuwjaar, één
voor den Zondag na Nieuwjaar en één voor
de Epiphanios, de Verschijning van Christus.
Hoewel een deel van de muziek van het
Weihnachtsoratorium door Bach aan vroeger
door hem gecomponeerde werken ontleend is
(men noemde dat destijds „parodieeren") is
zij voor ons zóó hecht aan de beschrijving
der Kerstgebeurtenis verbonden, dat we haar
moeilijk buiten dit verband kunnen denken
en bovendien is zij zóó bekend dat we van
verdere beschrijving kunnen afzien. Een an
dere Kerstuitvoering trekt ditmaal de aan-
dacht: die van het Weihnachtsoratorium van
Henrich Schütz, den Duitschen meester die
ongeveer een eeuw vóór J S. Bach leefde.
Schütz, ook wel Sagittarius boogschutter)
genoemd wordt als Bach grootste voorganger
op het gebied der kerkelijke compositie be
schouwd. Nog in ander opzicht is Schütz een
belangrijke muziekhistorische figuur, nl. als
schepper van de eerste Duitsche opera,
„Daphne". Schütz leefde van 1585 tot 1672;
zijn geboortedatum viel dus precies 100 jaar
vóór dien van Bach.
Gewichtig in de kunstgeschiedenis zijn zijn
Passies, w.o. „Die 7 Worte Christi am Kreuz"
en „Die Historia des Leiders und Sterbens
unser Heylandes Jesu Christi" die 4 passies
naar de 4 Evangelisten bevat. Op dezelfde
wijze als in deze passies is de stof bewerkt
en „Die Historia des Leides und Sterbens
chen Auferstehung unsers einigen Erlösers
und Seligmachers Jesu Christi," een werk,
dat in 1623 gedrukt werd en dat de Kerstge
beurtenis behandelt. Het bevat tien afgeslo
ten muziekstukken, in de voorrede „Concer-
ti" genoemd, waarvan het eerste op den ,,In-
troitus", het laatste op de „Conclusio" dei-
passie gelijkt, terwijl de daar tusschenlig-
gende „Intermedia" genoemd worden. Tonen
uit het dagelijksche leven zooals een motief
van het „Kind je wiegen", klinken daarin door.
De drie koningen verschijnen met vroolijke
marschmuziek, de hoofdpersonen zingen niet
slechts hun eigen wijzen, maar hebben ook
hun bijzondere instrumentale begeleiding:
de Engelen een orkest van kleine strijkinstru
menten. de Herders een van houtblazers, de
Hooge priesters een van bazuinen. Dit Kerst
oratorium zal Maandagnam. door München
uitgezonden worden.
Iets geheel anders is het wat de „Grond
slagen der Muziek" van Daventry aanstaande
week zullen brengen, nl. pianomuziek van
Liszt. Liszt's verschijning is in de historie der
klaviermuziek even belangrijk als die van
Schütz in die der kerkelijke muziek.
Liszt en Chopin zijn de groote verrijkers der
klaviertechniek voor de 19e eeuw geweest en
hun invloed strekt zich nog tot in den tegen-
woordigen tijd uit. Want de moderne muziek
heeft wel allerlei nieuwe tonencombinaties
ingevoerd, maar klaviertechnisch is er niet
zoo heel veel bijgekomen. Debussy heeft in
zijn Etudes wel nieuwe problemen ter
oplossing gesteld. Doch denk eens een
„Reflets dans 1' Eau" of een Poissons
d'or" zonder een voorafgeganen Liszt, of de
muziek der jongere Russen zonder Chopin!
Waar Chopin het zuiver pianistische effect
cultiveerde en tot ongekenden bloei bracht,
verrijkte Liszt de klaviertechniek voorname
lijk in de richting van grandioze orkestrale
werkingen. Wij krijgen terstond bij de eerste
der Daventry-uitzendingen daarvan een voor
beeld. „Eroica" is een der „Etudes transcen-
dantes", virtuoze karakterstukken die Liszt
grootendeels ontwikkelde en opbouwde uit
zijn op 14-jarigen leeftijd geschreven 12
Etudes.
Zijn Hongaarsche Rhapsodieën hebben
geen echt Hongaarsche folklore tot leven
gewekt, maar wel menige zigeunermelodie
aan de vergetelheid ontrukt. De „Deux Le
gendes" behandelen Franciscuslegendende
eene de vogelpredicatie van den H. Francxs-
cus van Assisi, de andere den H. Franciscus
a Paulo op de golven voortschrijdend. Met
het fragment uit Wagners „Fliegende Hol
lander" zal wel de zeer brillante transscriptie
van het Spinlied bedoeld zijn. „Les Jeux
d'Eau a la Villa d'Este" komt voor in den
derden bundel der „Années de Pélérinage";
het is een compositie uit Liszts latere levens
jaren, dus uit den tijd, waarin hij zich uit
het wereldsche leven had teruggetrokken en
in een geestelijke orde was getreden. Zoo
komt het dat bij het aanschouwen van het
waterspel der fonteinen in de tuinen der
Villa d'Este (bij Rome) tot religieuze mijme
ring geïnspireerd werd, hetgeen blijkt uit het
bijschrift „Maar het water, dat ik hem zal
geven, zal voor hem een brond des eeuwigen
levens worden". De groote B.A.C.H.-fantasie
en -fuga doet den componist weer van een
heel andere zijde kennen. De „Bénédiction de
Dieu" is een zijner „Harmonies poétiques et
religieuses" en opmerkelijk door de groot-
grepigheid der begeleidingsfiguren. Salvator
Rosa (1615—1673) was een beroemd Itali-
aansch schilder en ontwikkeld musicus, bo
vendien schrijver van satiren. De „Canzo
netta" is een aardige marschachtig liedje.
De overige te'spelen werken zijn transscrip
ties, eensdeels van Schubert-liederen, anders
deels van opera-fragmenten. Liszt heelt vele
liederen tot brillante klavierstukken be
werkt; meerdere daarvan kunnen aan onze
opvattingen niet meer voldoen, enkele, zooals
„Erlkoriing" hebben blijvende waarde. Maar
ook de operas van zijn tijd trokken Liszts
belangstelling; vele operafantasieën getuigen
daarvan en menige operamelodie is door
Liszts bewerking blijven leven toen de opera
als zoodanig al vergeten was.
De beroemdste dier fantasieën is wel die
op themas uit Mozarts „Don Giovanni", welke
achtereenvolgens de scènes van de verschij
ning des Komthurs op het festijn, het duet
Reich mir die Hand" en het Champagne
lied behandelt.
Naar aanleiding van de uitzending van het
eerste bedrijf van Wagners „Das Rheingold"
(Straatsburg, Do.) is het niet onaardig het
resumé dat de beroemde Russische dichter
Leo Tolstoi van den inhoud gaf, hier te ver
melden. „In het eerste bedrijf wordt verteld
dat de nimfen, de dochters van den Rijn,
om de een of andere reden goud bewaken
in den Rijn, en zingen: Weia, Waga, Woge
du Welle, Walle zur Wiege. Wagalaweia,
Wallala, Waiala. Weia enz. Deze zingende
nimfen worden vervolgd door een kabouter
(Nibelung) die haar wil grijpen. Hij kan er
geen van haar vangen. „Dan vertellen de
nimfen, die het goud bewaken, aan den ka
bouter juist wat zij geheim moesten houden,
n.l. dat ieder die de liefde verloochend in
staat zal zijnhet goud te stelen. De dwerg
verloochent de liefde en steelt het goud.
Hiermee eindigt het eerste bedrijf".
Blijkbaar was Tolstoi geen vereerder van
Wagners kunst.
MARIA LéCINA.
„Hij stond het lied in den donker te
zingen
Op de brug op de ree voor Valencia
En de stuurman wou weten of dat een
nieuw lied was
Maria Pepita Léclna.
Het werd gedrukt voor twee zilveren
gulden:
Hij pakte het in een zwart zeildoek pak
Hij bond het dicht met fijn zeilgaren,
En hij lakte het met rood zegellak.
En zoo ongeveer heeft de uitgever Querido
het op onze tafel gedeponeerd: een der aller
mooiste gedichten van de jongere tïjdge-
nooten, een lied in honderd verzen door
Werumeus Buning, door hem op een zeereis
langs Spanje's kust geschreven.
Daar sluimert in deze verzen een elegante
diepzinnigheid, die op verrassende wijze over
de soms al te gemakkelijk behandelde vers
techniek doet heenzien: woordherhalingen
komen telkens voor, waar rijm gewenscht
scheen en verzwakken dan eer dan dat zij
het beeld versterken, terwijl de melodieus
heid van het lied ze niet noodzakelijk maakt.
Wanneer de verzen door een artiste als mevr.
Charlotte Kohier worden voorgedragen, is
het best mogelijk dat die zwakheden slechts
schijnbaar zijn, doch bij eenvoudige lezing
hinderen ze nu en aan als gezochte naïeve-
teit.
Maar overigens geniet men doorloopend
van deze prachtige regels. Een dichterlijke
zeeman beleeft een kort avontuur met de
schooen Maria Lecina die „was te koopen voor
twintig zilveren peseta, maar zij sloot een
zeeman haar kamer open, voor een lied op
Maria Lecina".
De dichterlijke zeeman heeft in onze jon
gere litteratuur langzamerhand zijn intree
gedaan. Onze schrijvers reizen graag, zwer
ven graag tegenwoordig. Slauerhoff, Den
Doolaard, Buning nu weer worden in verre
landen geïnspireerd tot frissche en vrije ge
dachten en geven daaraan een vaak schoonen
vorm. Dit geval met Maria Lecina geeft den
dichter gelegenheid waarlijk diepzinnige
dingen over liefde, leven en dood te zeggen
in schoonc beelden, die schepping, geen af
gietsel zijn. Als de zeeman zijn Maria later
wat schx-ijven wil is hij de naam van haar
huis, haar straat, ja zelfs haar stad vergeten.
En toch had hij haar lief gehad. En voor
haar?
„Een rijk heer kan met goud betalen
met zilver betalen kan iedereen
Maar Maria Lecina zoo betalen
met een doodsteek, dat kan er maar één".
De zeemaxx had twintig peseta in den brief
waarvoor hij geen adres wist, gestopt.
Het aaix het einde van ieder vers herhaalde
„waarom, waarom, Maria" voor eentonigheid
te behoeden zal niet de minst moeilijke op
gaaf wezen waar een zegger dezer regels
tegen opgewassen moet zijn. Men leze dit
jongste werk van Werumeus Buning en ga
het zoo mogelijk hoor en zeggen door mevrouw
Kohier, die, naar ik hoorde, aan het gedicht
alle recht laat wedervaren.
De bundel Heilige Kerstnacht van Mevr.
van Hille—Gaerthé, waarvan Nijgh en Van
Ditmar ons een tweeden dr.uk toezond, zal in
deze dagen wel ter hand genomen worden
waar de verahlen en legenden over Christus
geboorte naverteld worden in vriendelijke
huiskamers, waar de lichtjes aan den Kerst
boom ontstoken zijn. Het eerste verhaal
vooral van de herders die naar Bethlehem
trekken onder leiding van Thaddeus, den
jongen herder, wiens hart voor liefde open
staat en van Boes, den anderen herder, die
aanvankelijk opstandig en cynisch is, werd
door mevr. Van Hille met eenvoudige woorden
doch niettemin poëtisch geaccentueerd, ge
geven. Het is zoo geheel anders van allure
dan Buning's gedicht, zoo veel kinderlijker
vooral en alleen het toeval brengt beide
boeken op onze schrijftafel tezamen. De een
voudige mensch die het Kerstverhaal waar
deert, zal tegen Maria Lecina misschien be
zwaar hebben; de bewonderaar van Buning
allicht op mevr. Van Hille's werk neerzien.
En toch kunnen beide boeken ons ontroeren,
omdat zelfs in Maria Lecina iets van de
Heiligheid van den Kerstnacht aanwezig is,
iets van de liefde zonder baatzucht waarin
de mensch zijn eenigst bestaansexcuus vin
den moet
Op zoek naar geluk. We zijn het allen en
altijd. Maar zooals Chip zoekt, zoeken er
niet velen en de uitgever StTengholt heeft
Chip van dat zoeken „een vroolijke roman"
laten maken en dien onder den genoemdeix
aantrekkelijken titel uitgegeven. Hans Martin
schreef er een voorwoord bij, waarin hij „die
kinderlijke, gemaakt onschuldige wijze om
een zotten levenskijk langs den neus weg ten
beste te geven", een goed soort humor noemt.
Het is de soort humor waarin ook de heer
Hans Martin zelf goed thuis is en Chip kon
best een discipel van hem zijn. Nu is het met
humor en geest eenigszins als met choco
lade. Daar zijn menschen die een gevulde reep
van zes voor een kwartje prefereeren boven
een tablet Suchard of Tobler of eenig fijn
Hollandsch merk (die zijn er natuurlijk ook)
Op zijn tijd is zoo'n reepje niet te versma
den, maar op den duur verlang je wat beters.
Chip is werkelijk moppig, ammusant en waar
achtig nu en aan geestig, maar het moppige
overheerscht toch net als bij Martin en
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
W
oor Kerstgeschenken
BOEKHANDEL v. CITTERT
SPEKSTRAAT 14, TELEF. 10839
dan wordt hij eventjes vermoeiend van moppig
heid. De beschrijving van zijn tante, van het
kransje en van zoo veel andere dingen zijn
prachtig en och, het is toch misschien wel
mogelijk dat men het geheelc boek met een
voortdurende binnenpret doorleest. Ik mis
helaas nu eenmaal de ontvankelijkheid er
voor en moet telkens even op adem komen.
Je kunt, als auteur, geloof ik, niet zeggen
nu ga ik een geestig boek schrijven. Dat gaat
als in alle werkelijke kunst, zóó, zonder dat
je het helpen kunt. En daarom is Chip wel
een leukert, maar geen artist. Doch zijn
plaatsje onder den Kerstboom krijgt hij. Na
den ernst van het feest is eenige gepaste
vreugde welkom.
J. H. DE BOIS.
CINEMA PAL ACE MELODIE DER LIEBE.
Daar hoort wat hartigs bij en ook hier
voor wordt in de bioscoop gezorgd door de
sterke toeren van een paar acrobaten, luiste
rend naar den naam Jinetras en Elsie.
Overbodig tc vermelden, dat de zaal met
een paar Kerstboomen toepasselijk is ver
sierd.
H. G. CANNEGIETER.
REMBRANDT-THEATER.
Een Paramount-film
Lloyd.
van Harold
Het zal aan den vooi-avond van Kerstmis
zijn, wanneer deze regelen u, lezer, onder de
oogen komen. Kerstavond vergeven wij elkaar
het onrecht, dat we hebben gedaan. Laat ik
deze gelegenheid derhalve gebruiken om goed
te maken wat ik in een mijner vorige bijdra
gen Tauber misdeed, door te zeggen, dat men
hem moest kunnen hooren zonder te zien.
Ik belijd ongelijk, Tauber is niet zoo lee-
lijk; hij kan ook anders. In den aanvang van
Melodie der Liebe waren er twee mannexx op
het tooneel, pardon, ik bedoel natuurlijk
op het linnen! beiden waren in rok en
met witte das. Ik wist, dat één van beiden
Tauber moest zijn, maar twijfelde, wie van
de twee het was. Soms hield ik de ei*g dikke
ervoor en dan weer de minder dikke. Dit be
wijst, dat ik ongelijk heb gehad en dat Tau
ber xxiet leelijk is; hij was althans dus niet
leelijker dan de andere, met wien ik hem ver
warde.
Totdat Tauber ging zingen; toen werd hij
weer leelijk, maar zijn zingen was mooi en
dat is voor een zanger toch maar het voor
naamste. Nu wist ik meteen, dat de ex-g dikke
Szöke Szakall heet. De man zelf is nog grap
piger dan zijn naam. Dit is nog weer eens
zoo'n echte, ouderwetsch-gemoedelijke grap
penmaker, altijd achter adem vanwege zijn
zwaarlijvigheid cn altijd in de weer om zijn
naasten een pleiziertje te doen. En dit plei-
ziertje doet hij natuurlijk dan juist verkeerd,
maar dat komt omdat hij een grappenmaker
is. Een echte goeie lobbes van een oom voor
kleine kindei-en. Als je die aai'dige ouweheer
aan 't werk gezien hebt, kom je in de echte
prettige Kerststemming om arme menschen
met versnaperingen te verrassen, en na de
vette kalkoen op z'n Dickens' je nichtjes on
der de mistletoe een zoen te geven.
Maar het kleine meisje in de film vond Lien
Deyers nog veel aardiger dan die goeie oom
Szöke. Het kleine meisje heet Petra Unkel
en is nog jonger dan Jackie toen hij met zijn
glorie begon. Deze Gloria zal niet ouder dan
vijf zijn geweest en ze had nu al een hoofd
rol: het dochtertje van Richard den zanger.
Geen prettige rol, want ze moest een akelig
verwend kind spelen. Maar misschien is de
rol toch wel sympathiek bedoeld; je kunt
dat in de film niet altijd precies uiteen hou
den. Zoo dacht ik, dat Escha, de rol van Lien
Deyers. een kindermeisje was, maar nu zie
ik na afloop in het program, dat het een
jonge beeldhouwster is geweest.
Hoe dit zij. kindei-meisje of beeldhouwster,
een snoesje is ze in elk geval. In het boekje
staat haar portret; ze is op dat plaatje be
laden met Kerstgeschenken. En het onder
schrift vraagt: „Wie zou niet zijn pakjes door
zoo'n snuitig Kerstmaxxnetje thuis bezorgd
willen hebben?"
Maar nu zie ik, dat ik me alweer heb ver
gist. Want dit snuitige Kerstmannetje heet
Muriel Evans. Och, och, wat is het ook moei
lijk, want al die snuitige snoesjes lijken zoo
op elkaar. Er zijn in Melodie der Liebe be
halve Lien Deyers nog twee van die schatjes:
Alice Treff en Grete Natzler.
Laat ik me troosten met Tauber. Die kon
ze ook niet uiteen houden. Eerst vrijde hij
om Alice, maar toen die al met den jongen
dii-igent was verloofd, keek hij wel een oogen
blik sip, maar toen probeerde hij 't bij Escha,
of liever: Escha probeerde 't bij hem. En
samen gingen ze gelukkig op de stoomboot
en Dikkie ging even trouw met hen mee als
vroeger met Prikkie en Ursula.
Ook de jonge dirigent werd natuurlijk ge
lukkig met Alice en die was wat blij. Want
de jonge dirigent is veel knapper dan Tauber
en hoeft als dirigent ook niet zulke leelijke
gezichten te trekken. Hij kan zijn liefdesver
klaring zéggen en dat gaat beter dan zingen,
want Alice schrok zichtbaar toen die mond
zich zoo vlak voor haar oogen omkrulde, al
klonk het „Wie gern mocht 'ich verwöhnen,
du Schönste der Schonen" haar nóg zoo lief
lijk in 't oor.
Het is aardig, de bekende Schlagers van
de radio, .JEin Lied aus meiner Heimat" en
„Schade, dass Liebe ein Marchen ist!", ook
eens in het oorspronkelijk verband te hooren
zingen.
Men krijgt hiervoor in de vacantie volop
gelegeixheid; op Tweeden Kerstdag zijn er
zelfs vier voorstellingen. Maar laat men dan
thuis niet teveel Kerstkx-ansjes en bonbons
vooruit eten, want men kan zich aan zoetig
heid ovex-verzadigen zelfs in de week, waar
in ook de rollades een roosje in den staart
hebben zooals de paarden op een oudex-wet-
sche dorpskermis.
Movic Crazy".
Het zal wel niet dik-
i wijls voorkomen ixx een
filmtheater, dat er zoo
I bijna voortdurend erx zoo
..schaterend gelachen
wordt als bij Harold Lloyd's
nieuwste succesfilm
Movie Crazy". Harold
maakt het er dan ook
naar. Alle mogelijke rnoei-
1 lijkheden, waarin hij maar
kan komen, plaatsen zich
HAROLD LLOYD.
op zijn weg In deze film.
Het is voor Harold en voor
ons, toeschouwers, een plezierige gedachte,
dat hoe vreemd en hoe onmogelijk en hoe
hopeloos het er ook soms voor hem uitziet,
het slot toch altijd goed voor hem is. Harold's
mimiek, Harold's houding en Harold's heele
zijn, zullen het nog vele vele jaren bij het
publiek doen. Hij is een ras-artist met een
geheel apart, geheel eigen genre, dat nooit
geïmiteerd zal kunnen worden. Hoor en zie
hem bijvoorbeeld zeggen: „Oh!" of „Well!" of
„Are we yet- engaged?" of „I see".
Ik zou zoo nog een tijd door kunnen
gaan, maar het is eigenlijk overbodig, omdat
allen die gisteren in Rembrandt waren, en
dat waren er heel'veel. niet anders kunnen,
dan propaganda voor „Movie Crazy" maken
in hun eigen kring, welken zij stellig zullen
aanradeix de film te gaan zien, zoodat ieder
hier in Haarlem binnenkort er zelf over
kan oordeelcn. Naast heel veel nieuwe vond
sten zijn er ook eenige al oudere bij. die ons
evenwel, zóó gebracht als In „Movie Cx-azy"
nog net zoo sterk amuseeren, als ze het oixs
den eersten keer deden.
Lx groote trekken weergegeven is de in
houd van de film de volgende: Harold Hall
Harold Lloyd) een eenvoudige jongen uit
Texas, droomt cr van filmster te worden.
Groot is zijn vreugde als hij uit Hollywood
het verzoek krijgt een proef opname te laten
maken. Hij heeft namellljk een portret inge
zonden. naar hij dacht, van zichzelf, maar
in werkelijkheid dat van een bijzonder knap
pen jongeling.
Van die proefopneming komt natuurlijk
niets terecht. Wilt er maar voor onhandigs
en stunteligs gedaan kan worden, verstaat
Harold om voor elkaar tc boksen. Hij krijgt
daxx ook het verzoek, nadat hij een paar
maal de boel hopeloos in de war heeft ge
stuurd om weg te wezen, vóór de regisseur
hem in handen krijgt, want die loopt met
plannen rond om hem te wurgen. Zijn
gróóte kans heeft hij, wanneer hij met zijn
medeminnaar een grootsche vechtpartij
houdt, die voor beide vechtenden bloedige
ernst is, maar iix de studio opgenomen wordt
als toonee.l. De filmfabrikant heeft zoo ma
teloos plezier in die knokpartij, dat hij staat
te'gnuiven van de px-et. Hij biedt Harold tot
zijn onuitsprekelijke verbazing een schitte
rend contract aan. Harold begrijpt het niet
al te best, maar dat is tcxxslottc zijn zaak
niet, xxiaar die vaix den fabrikant. Hij tec-
kent het contract cn heeft zoo ineens de ver
wezenlijking van zijn stoutste droomen exx
ook het liefste meisje van Hollywood.
Werkelijk, wie heerlijk lachen wil, ga
deze week xxaar Rembrandt. Het Variété is
deze week ook heel goed. De beeldhouwer
Karl Hermes stelt u voor „Brioni Sisters",
„Meissener Poi'celeinbeelden". De Brioni
Sisters beelden uit exx dansen een Mexxuet,
een Grieksche dans, een Klompendans en
een Poppendans. De eex-ste, tweede en vier
de munten uit door gratie en sierlijkheid. De
Klonxpendans, die bovendien nog als „Hol
landsch" wordt aangekondigd is hoogstens
grappig, maar eer plomp dan siei'lijk- Waar
om verschijnt „Holland" toch altijd op het
tooneel als Boer, we hebben toch nog wel
andere kax-akteristieke kwaliteiten?
Van de journals is vooral interessant een
Volendamsch huwelijk van Polygoon.
LUXOR THEATER.
Dc zoon van den Radjah.
„East Is East and
and West is West.
And never the twaixx
shall meet"
Deze wijze woor
den van Kipling
zijn de grondslag
van de Metrofilm
Son of Endia. (De
Zoon van den Rad
jah). Hierin vatten
een Amerikaansch
meisje en een zoon
Van een Radjah lief
de voor elkaar op.
die volmaakt eindigt,
n.l voor de hartstocht
in het spel komt.
RAMON NOVARRO. zooals een heilig man
het zei. Een Wester-
sche en een OosteiTing kunnen zich niet ver
eenigen om de wereld en door deze opvatting,
uitgedrukt door den broer van het meisje,
scheiden zich de wegen van haar en den zoon
van den Radjah.
Er is in deze film veel goeds te bewonde
ren. Regisseur Jacques Feyder ls wel is
waar niet met nieuwe vondsten gekomen,
maar heeft toch eeix goede sfeer geschapen.
Hij heeft het mysterieuse ,de mystiek van
het Oosten getracht te grijpen en is daar
voor een gedeelte ook in geslaagd, hieriix
o.a. geholpen door het optreden van een
heilig man, die wars van aardsche goederen
wijze woorden meegeeft. Woorden die voor
ons misschien niet zoo gemakkelijk aan
vaard zouden worden als Karim, de Zoon
van den Radjah, dat op het eind van de
film doet.
Karim is een nobele figuur, eerlijk, recht
schapen en met een hooge opvatting van
plicht en het nakomen van beloften. No-
varro speelt deze rol en wij hebben hem
den laatsten tijd zelden zoo goed gezien
als in deze film. Van zijn uitstekende zang
stem is eenmaal gebruik gemaakt en wel
zóó. dat deze zang geheel past in de uit
werking van deze romantische geschiedenis.
Janice, de Amerikaansche, is Madge Evans,
een nieuwe ster aan den Hollywood-hemel,
waarover elders in dit nummer meer te
vijfden is. Zii is een lieve verschijning, die
INGEZONDEN 1UEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
„WEER VOL GOEDEN MOED
zijn .beteekent: verzwakte Zenuwen te ster
ken met NERVOSTRONG. HET Zenuwsterkend
Voedsel. Bij Apoth. en Drog. vaixaf f 1.10 per
100 gr. Onder voortdur. controle vaxi
Dr. W. C. Smit.
Uit „Aan den Overkant" door
Ina BoudicrBakker.
Toen zij den volgenden dag beneden kwam,
waar van Obben haar wachtte, had zij het
uitgevochten.
Een oogenbllk moest zij stilstaan voor de
deur. en in een luciditeit zag zij zichzelf,
zooals den vorigen dag zijn oogen haar ge
zien hadden in haar vol, overtuigd geluk. Zij
droeg nog de japon waarin ze dat geluk met
hem had beleefd, de schoentjes die ongedul
dig naast hem gedraafd hadden, een zalig
heid tegemoed
De knop ontglipte aan haar onvaste hand
't was over 't was weg alles. Alleen
haar hart, dat zwaar klopte in haar borst, cn
trok rxxet een physieke pijn dat hart hield
hem vast.
Een oogenblik bleef zij geleund aan den
dexirpost om kx-acht te winnen, haar klax-e
blik hem gansch omvattend zooals hij
daar stond, eexx blij verlangen, dat ver
stierf in angstige verwachting, in heel zijn
wezen
Want meteen zag hij verandering in
haar nog eer haar bevende mond het
woord had kunnen uitbrengen dat snééd in
zijn begxip:
„Voorbij."
Hij zag het. zijn scherpe, snelle geest door-
vox-schte wit het keerpunt had moeten zijn
bij haar:
De volle uitbloei van haar liefde voor hem.
die in schijnbaar onlogischen keer haar hart
had wakker gemaakt voor de kinderen van
den ander.
En tegelijk wist hij: hier was geen strij
den meer van nut; hij las den voleinden
kamp in haar afgemat gezichtje cn wat
het sterkst had moeten wegen bij haar.
Hij zag heel zijn korte en wankele Illusie:
een liefde, die eindelijk het won van zijn
werk die nu naar ?ÜJn werk hem terug
dreef. Hij had haar ontzaggelijk liefgehad en
nóg maar hij wilde geen poging doen om
te behouden, wat hem al ontviel.
Maar zij
Hij deed plotseling een stap naar haar
toe. nam haar in z'n armen.
„Dat zou hij nu weer kwijt zijn uit zijn
leven wat hem in de niet nicer verwach
tende handen was gevallen, als een koste
lijke late vrucht dit moest hij weer af
staan aan een ander, die zoo zonder strijd
en zoo licht haar terugwon die haar kalm
onwetend weer sluiten zou in de enge kool!
De sierlijke vogel, die jubelend naast hem
was uitgcvlogcix dien lxij vliegen geleerd
had
Maar opeens zag hij haar, zooals zij stil te
gen hem aanlag zoo overgegeven, zoo ver
zekerd van zijn steun, dat hij plotseling zich
zelf vex-won.
„Emilietjc, zeg het me maar lk kan 't
alles begrijpen
Toen zei ze het hem met haar zachte ge
broken stem, haar bevende kleine handen
vast om zijn hals gevouwen, haar groote
oogen met een smartelijk diepe eerlijkheid
in dc zijne: alles van dezen nacht cn
waarheen zij moést omdat het haar drong.
Tegen haar liefde voor hem in ja, tegen
haar liefde voor hem in!
Hij klemde haar vaster, waar zij blocker ge
worden xxog, zweeg uitgeput. En hij voel
de. verstond het alles in haar. Hier was het,
wat hem had doen vreczcix tóch eindelijk.
Toch tenslotte ook hij haar dat ongeweten
machtige dat nu het eindelijk had kun
nen doorbreken sterker bleek dan al het
andere.
Er was geen verwijt In hem, slechts een
namelooze weemoed. En hij zei het haar in
een laatste kus, terwijl hij haar hoofd tus-
sclien zijn handen hield:
„Ik dank Je ik heb je alleen maar te
danken voor heel dezen tijd."
Zij keek naar hem op. terwijl voortdurend
heldere tranen langs haar gezicht liepen.
„Hij begreep alles als altijd! Tusschen
hen was geen verwijt, noch verwijdering
voor nu en altijd die eenheid, welke over af
standen reikt en geen scheiding Inhoudt
echter niet op den voorgrond treedt. Zij
bederft echter ook niets. En dit is al een
gioote lof.
Feyder heeft voorts alle aandacht aan
details kunnen schenken. Hij heeft voor
treffelijke typen gekozen, terwijl de foto
grafie te roemen is, zoodat wc. ondanks dc
enkele bezwaren, met bijzonder genoegen
deze film hebben gezien. Het ls een film, die
inderdaad de Metro alle eer aandoet.
Voor de pauze zorgen Stan Laurel en
Oliver Hardy in eon groote film „Trouwe
Kameraden" voor lachsalvo's. Wat zij bele
ven o.a. in het Vreemdelingenlegioen ls zulk
een aaneenschakeling van heerlijke non-
seixs, dat er werkelijk geschaterd is! Men
verzuime in geen geval deze film, want het
is iets bijzoxxders.
Een journaal, waarin o.a. burgemeester
Rambonnet over den nood van IJmuiden
spreekt, en Nederlandschc componisten als
Nieland. Van der Llixden, Kolvers en v. d.
Bijl eigen werk dirigeeren, een interessante
film over de groote zeedieren cn oen
filmpje over Boreno complctccrexx dit zeer
goede programma. Rest ons te vermelden,
dat zaalloge, balcon en tea-room van nieuwe
stoelen zijn voorzien, die het kijken naar
het programma tot een dubbel genot maken!
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
eix vele ongesteldheden, zullen U de hier
genoemde genezende en pijnstillende
Mljnhardt's Poeders
spoedig helpen: Mijnhardt's Hoofdpijn
poeders. Kiespijnpoeders. Verkoud-
heidspoeders. Hoestpoeders. Rheu-
matiekpoeders. Maagpoeders. Pijn
stillende poeders. Op poeders en doos
staat de naam Mijnliardt. Let bij het
koopen hierop! Prijs per poeder 8 ct. en
per doos 45 ct. .Verkrijgb. bij uw drogist.