LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING KANTTEEKENINGEN. BIOSCOOP. Litteraire Fragmenten. Bij Pijnen door KAREL DE JONG. De tijd van het jaar brengt mede dat ook in de radioprogramma's de Kerstmuziek een belangrijke rol speelt. Naast allerlei Kerst liederen doet dat natuurlijk in de eerste plaats altijd Bachs Weihnachtsoratorium, of juister gezegd: een deel daarvan, want wat het Weihnachtsoratorium genoemd wordt is, zooals men weet, een opvolging van zes can tates, nl. drie voor den eersten, tweeden en derden Kerstdag, één voor Nieuwjaar, één voor den Zondag na Nieuwjaar en één voor de Epiphanios, de Verschijning van Christus. Hoewel een deel van de muziek van het Weihnachtsoratorium door Bach aan vroeger door hem gecomponeerde werken ontleend is (men noemde dat destijds „parodieeren") is zij voor ons zóó hecht aan de beschrijving der Kerstgebeurtenis verbonden, dat we haar moeilijk buiten dit verband kunnen denken en bovendien is zij zóó bekend dat we van verdere beschrijving kunnen afzien. Een an dere Kerstuitvoering trekt ditmaal de aan- dacht: die van het Weihnachtsoratorium van Henrich Schütz, den Duitschen meester die ongeveer een eeuw vóór J S. Bach leefde. Schütz, ook wel Sagittarius boogschutter) genoemd wordt als Bach grootste voorganger op het gebied der kerkelijke compositie be schouwd. Nog in ander opzicht is Schütz een belangrijke muziekhistorische figuur, nl. als schepper van de eerste Duitsche opera, „Daphne". Schütz leefde van 1585 tot 1672; zijn geboortedatum viel dus precies 100 jaar vóór dien van Bach. Gewichtig in de kunstgeschiedenis zijn zijn Passies, w.o. „Die 7 Worte Christi am Kreuz" en „Die Historia des Leiders und Sterbens unser Heylandes Jesu Christi" die 4 passies naar de 4 Evangelisten bevat. Op dezelfde wijze als in deze passies is de stof bewerkt en „Die Historia des Leides und Sterbens chen Auferstehung unsers einigen Erlösers und Seligmachers Jesu Christi," een werk, dat in 1623 gedrukt werd en dat de Kerstge beurtenis behandelt. Het bevat tien afgeslo ten muziekstukken, in de voorrede „Concer- ti" genoemd, waarvan het eerste op den ,,In- troitus", het laatste op de „Conclusio" dei- passie gelijkt, terwijl de daar tusschenlig- gende „Intermedia" genoemd worden. Tonen uit het dagelijksche leven zooals een motief van het „Kind je wiegen", klinken daarin door. De drie koningen verschijnen met vroolijke marschmuziek, de hoofdpersonen zingen niet slechts hun eigen wijzen, maar hebben ook hun bijzondere instrumentale begeleiding: de Engelen een orkest van kleine strijkinstru menten. de Herders een van houtblazers, de Hooge priesters een van bazuinen. Dit Kerst oratorium zal Maandagnam. door München uitgezonden worden. Iets geheel anders is het wat de „Grond slagen der Muziek" van Daventry aanstaande week zullen brengen, nl. pianomuziek van Liszt. Liszt's verschijning is in de historie der klaviermuziek even belangrijk als die van Schütz in die der kerkelijke muziek. Liszt en Chopin zijn de groote verrijkers der klaviertechniek voor de 19e eeuw geweest en hun invloed strekt zich nog tot in den tegen- woordigen tijd uit. Want de moderne muziek heeft wel allerlei nieuwe tonencombinaties ingevoerd, maar klaviertechnisch is er niet zoo heel veel bijgekomen. Debussy heeft in zijn Etudes wel nieuwe problemen ter oplossing gesteld. Doch denk eens een „Reflets dans 1' Eau" of een Poissons d'or" zonder een voorafgeganen Liszt, of de muziek der jongere Russen zonder Chopin! Waar Chopin het zuiver pianistische effect cultiveerde en tot ongekenden bloei bracht, verrijkte Liszt de klaviertechniek voorname lijk in de richting van grandioze orkestrale werkingen. Wij krijgen terstond bij de eerste der Daventry-uitzendingen daarvan een voor beeld. „Eroica" is een der „Etudes transcen- dantes", virtuoze karakterstukken die Liszt grootendeels ontwikkelde en opbouwde uit zijn op 14-jarigen leeftijd geschreven 12 Etudes. Zijn Hongaarsche Rhapsodieën hebben geen echt Hongaarsche folklore tot leven gewekt, maar wel menige zigeunermelodie aan de vergetelheid ontrukt. De „Deux Le gendes" behandelen Franciscuslegendende eene de vogelpredicatie van den H. Francxs- cus van Assisi, de andere den H. Franciscus a Paulo op de golven voortschrijdend. Met het fragment uit Wagners „Fliegende Hol lander" zal wel de zeer brillante transscriptie van het Spinlied bedoeld zijn. „Les Jeux d'Eau a la Villa d'Este" komt voor in den derden bundel der „Années de Pélérinage"; het is een compositie uit Liszts latere levens jaren, dus uit den tijd, waarin hij zich uit het wereldsche leven had teruggetrokken en in een geestelijke orde was getreden. Zoo komt het dat bij het aanschouwen van het waterspel der fonteinen in de tuinen der Villa d'Este (bij Rome) tot religieuze mijme ring geïnspireerd werd, hetgeen blijkt uit het bijschrift „Maar het water, dat ik hem zal geven, zal voor hem een brond des eeuwigen levens worden". De groote B.A.C.H.-fantasie en -fuga doet den componist weer van een heel andere zijde kennen. De „Bénédiction de Dieu" is een zijner „Harmonies poétiques et religieuses" en opmerkelijk door de groot- grepigheid der begeleidingsfiguren. Salvator Rosa (1615—1673) was een beroemd Itali- aansch schilder en ontwikkeld musicus, bo vendien schrijver van satiren. De „Canzo netta" is een aardige marschachtig liedje. De overige te'spelen werken zijn transscrip ties, eensdeels van Schubert-liederen, anders deels van opera-fragmenten. Liszt heelt vele liederen tot brillante klavierstukken be werkt; meerdere daarvan kunnen aan onze opvattingen niet meer voldoen, enkele, zooals „Erlkoriing" hebben blijvende waarde. Maar ook de operas van zijn tijd trokken Liszts belangstelling; vele operafantasieën getuigen daarvan en menige operamelodie is door Liszts bewerking blijven leven toen de opera als zoodanig al vergeten was. De beroemdste dier fantasieën is wel die op themas uit Mozarts „Don Giovanni", welke achtereenvolgens de scènes van de verschij ning des Komthurs op het festijn, het duet Reich mir die Hand" en het Champagne lied behandelt. Naar aanleiding van de uitzending van het eerste bedrijf van Wagners „Das Rheingold" (Straatsburg, Do.) is het niet onaardig het resumé dat de beroemde Russische dichter Leo Tolstoi van den inhoud gaf, hier te ver melden. „In het eerste bedrijf wordt verteld dat de nimfen, de dochters van den Rijn, om de een of andere reden goud bewaken in den Rijn, en zingen: Weia, Waga, Woge du Welle, Walle zur Wiege. Wagalaweia, Wallala, Waiala. Weia enz. Deze zingende nimfen worden vervolgd door een kabouter (Nibelung) die haar wil grijpen. Hij kan er geen van haar vangen. „Dan vertellen de nimfen, die het goud bewaken, aan den ka bouter juist wat zij geheim moesten houden, n.l. dat ieder die de liefde verloochend in staat zal zijnhet goud te stelen. De dwerg verloochent de liefde en steelt het goud. Hiermee eindigt het eerste bedrijf". Blijkbaar was Tolstoi geen vereerder van Wagners kunst. MARIA LéCINA. „Hij stond het lied in den donker te zingen Op de brug op de ree voor Valencia En de stuurman wou weten of dat een nieuw lied was Maria Pepita Léclna. Het werd gedrukt voor twee zilveren gulden: Hij pakte het in een zwart zeildoek pak Hij bond het dicht met fijn zeilgaren, En hij lakte het met rood zegellak. En zoo ongeveer heeft de uitgever Querido het op onze tafel gedeponeerd: een der aller mooiste gedichten van de jongere tïjdge- nooten, een lied in honderd verzen door Werumeus Buning, door hem op een zeereis langs Spanje's kust geschreven. Daar sluimert in deze verzen een elegante diepzinnigheid, die op verrassende wijze over de soms al te gemakkelijk behandelde vers techniek doet heenzien: woordherhalingen komen telkens voor, waar rijm gewenscht scheen en verzwakken dan eer dan dat zij het beeld versterken, terwijl de melodieus heid van het lied ze niet noodzakelijk maakt. Wanneer de verzen door een artiste als mevr. Charlotte Kohier worden voorgedragen, is het best mogelijk dat die zwakheden slechts schijnbaar zijn, doch bij eenvoudige lezing hinderen ze nu en aan als gezochte naïeve- teit. Maar overigens geniet men doorloopend van deze prachtige regels. Een dichterlijke zeeman beleeft een kort avontuur met de schooen Maria Lecina die „was te koopen voor twintig zilveren peseta, maar zij sloot een zeeman haar kamer open, voor een lied op Maria Lecina". De dichterlijke zeeman heeft in onze jon gere litteratuur langzamerhand zijn intree gedaan. Onze schrijvers reizen graag, zwer ven graag tegenwoordig. Slauerhoff, Den Doolaard, Buning nu weer worden in verre landen geïnspireerd tot frissche en vrije ge dachten en geven daaraan een vaak schoonen vorm. Dit geval met Maria Lecina geeft den dichter gelegenheid waarlijk diepzinnige dingen over liefde, leven en dood te zeggen in schoonc beelden, die schepping, geen af gietsel zijn. Als de zeeman zijn Maria later wat schx-ijven wil is hij de naam van haar huis, haar straat, ja zelfs haar stad vergeten. En toch had hij haar lief gehad. En voor haar? „Een rijk heer kan met goud betalen met zilver betalen kan iedereen Maar Maria Lecina zoo betalen met een doodsteek, dat kan er maar één". De zeemaxx had twintig peseta in den brief waarvoor hij geen adres wist, gestopt. Het aaix het einde van ieder vers herhaalde „waarom, waarom, Maria" voor eentonigheid te behoeden zal niet de minst moeilijke op gaaf wezen waar een zegger dezer regels tegen opgewassen moet zijn. Men leze dit jongste werk van Werumeus Buning en ga het zoo mogelijk hoor en zeggen door mevrouw Kohier, die, naar ik hoorde, aan het gedicht alle recht laat wedervaren. De bundel Heilige Kerstnacht van Mevr. van Hille—Gaerthé, waarvan Nijgh en Van Ditmar ons een tweeden dr.uk toezond, zal in deze dagen wel ter hand genomen worden waar de verahlen en legenden over Christus geboorte naverteld worden in vriendelijke huiskamers, waar de lichtjes aan den Kerst boom ontstoken zijn. Het eerste verhaal vooral van de herders die naar Bethlehem trekken onder leiding van Thaddeus, den jongen herder, wiens hart voor liefde open staat en van Boes, den anderen herder, die aanvankelijk opstandig en cynisch is, werd door mevr. Van Hille met eenvoudige woorden doch niettemin poëtisch geaccentueerd, ge geven. Het is zoo geheel anders van allure dan Buning's gedicht, zoo veel kinderlijker vooral en alleen het toeval brengt beide boeken op onze schrijftafel tezamen. De een voudige mensch die het Kerstverhaal waar deert, zal tegen Maria Lecina misschien be zwaar hebben; de bewonderaar van Buning allicht op mevr. Van Hille's werk neerzien. En toch kunnen beide boeken ons ontroeren, omdat zelfs in Maria Lecina iets van de Heiligheid van den Kerstnacht aanwezig is, iets van de liefde zonder baatzucht waarin de mensch zijn eenigst bestaansexcuus vin den moet Op zoek naar geluk. We zijn het allen en altijd. Maar zooals Chip zoekt, zoeken er niet velen en de uitgever StTengholt heeft Chip van dat zoeken „een vroolijke roman" laten maken en dien onder den genoemdeix aantrekkelijken titel uitgegeven. Hans Martin schreef er een voorwoord bij, waarin hij „die kinderlijke, gemaakt onschuldige wijze om een zotten levenskijk langs den neus weg ten beste te geven", een goed soort humor noemt. Het is de soort humor waarin ook de heer Hans Martin zelf goed thuis is en Chip kon best een discipel van hem zijn. Nu is het met humor en geest eenigszins als met choco lade. Daar zijn menschen die een gevulde reep van zes voor een kwartje prefereeren boven een tablet Suchard of Tobler of eenig fijn Hollandsch merk (die zijn er natuurlijk ook) Op zijn tijd is zoo'n reepje niet te versma den, maar op den duur verlang je wat beters. Chip is werkelijk moppig, ammusant en waar achtig nu en aan geestig, maar het moppige overheerscht toch net als bij Martin en INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. W oor Kerstgeschenken BOEKHANDEL v. CITTERT SPEKSTRAAT 14, TELEF. 10839 dan wordt hij eventjes vermoeiend van moppig heid. De beschrijving van zijn tante, van het kransje en van zoo veel andere dingen zijn prachtig en och, het is toch misschien wel mogelijk dat men het geheelc boek met een voortdurende binnenpret doorleest. Ik mis helaas nu eenmaal de ontvankelijkheid er voor en moet telkens even op adem komen. Je kunt, als auteur, geloof ik, niet zeggen nu ga ik een geestig boek schrijven. Dat gaat als in alle werkelijke kunst, zóó, zonder dat je het helpen kunt. En daarom is Chip wel een leukert, maar geen artist. Doch zijn plaatsje onder den Kerstboom krijgt hij. Na den ernst van het feest is eenige gepaste vreugde welkom. J. H. DE BOIS. CINEMA PAL ACE MELODIE DER LIEBE. Daar hoort wat hartigs bij en ook hier voor wordt in de bioscoop gezorgd door de sterke toeren van een paar acrobaten, luiste rend naar den naam Jinetras en Elsie. Overbodig tc vermelden, dat de zaal met een paar Kerstboomen toepasselijk is ver sierd. H. G. CANNEGIETER. REMBRANDT-THEATER. Een Paramount-film Lloyd. van Harold Het zal aan den vooi-avond van Kerstmis zijn, wanneer deze regelen u, lezer, onder de oogen komen. Kerstavond vergeven wij elkaar het onrecht, dat we hebben gedaan. Laat ik deze gelegenheid derhalve gebruiken om goed te maken wat ik in een mijner vorige bijdra gen Tauber misdeed, door te zeggen, dat men hem moest kunnen hooren zonder te zien. Ik belijd ongelijk, Tauber is niet zoo lee- lijk; hij kan ook anders. In den aanvang van Melodie der Liebe waren er twee mannexx op het tooneel, pardon, ik bedoel natuurlijk op het linnen! beiden waren in rok en met witte das. Ik wist, dat één van beiden Tauber moest zijn, maar twijfelde, wie van de twee het was. Soms hield ik de ei*g dikke ervoor en dan weer de minder dikke. Dit be wijst, dat ik ongelijk heb gehad en dat Tau ber xxiet leelijk is; hij was althans dus niet leelijker dan de andere, met wien ik hem ver warde. Totdat Tauber ging zingen; toen werd hij weer leelijk, maar zijn zingen was mooi en dat is voor een zanger toch maar het voor naamste. Nu wist ik meteen, dat de ex-g dikke Szöke Szakall heet. De man zelf is nog grap piger dan zijn naam. Dit is nog weer eens zoo'n echte, ouderwetsch-gemoedelijke grap penmaker, altijd achter adem vanwege zijn zwaarlijvigheid cn altijd in de weer om zijn naasten een pleiziertje te doen. En dit plei- ziertje doet hij natuurlijk dan juist verkeerd, maar dat komt omdat hij een grappenmaker is. Een echte goeie lobbes van een oom voor kleine kindei-en. Als je die aai'dige ouweheer aan 't werk gezien hebt, kom je in de echte prettige Kerststemming om arme menschen met versnaperingen te verrassen, en na de vette kalkoen op z'n Dickens' je nichtjes on der de mistletoe een zoen te geven. Maar het kleine meisje in de film vond Lien Deyers nog veel aardiger dan die goeie oom Szöke. Het kleine meisje heet Petra Unkel en is nog jonger dan Jackie toen hij met zijn glorie begon. Deze Gloria zal niet ouder dan vijf zijn geweest en ze had nu al een hoofd rol: het dochtertje van Richard den zanger. Geen prettige rol, want ze moest een akelig verwend kind spelen. Maar misschien is de rol toch wel sympathiek bedoeld; je kunt dat in de film niet altijd precies uiteen hou den. Zoo dacht ik, dat Escha, de rol van Lien Deyers. een kindermeisje was, maar nu zie ik na afloop in het program, dat het een jonge beeldhouwster is geweest. Hoe dit zij. kindei-meisje of beeldhouwster, een snoesje is ze in elk geval. In het boekje staat haar portret; ze is op dat plaatje be laden met Kerstgeschenken. En het onder schrift vraagt: „Wie zou niet zijn pakjes door zoo'n snuitig Kerstmaxxnetje thuis bezorgd willen hebben?" Maar nu zie ik, dat ik me alweer heb ver gist. Want dit snuitige Kerstmannetje heet Muriel Evans. Och, och, wat is het ook moei lijk, want al die snuitige snoesjes lijken zoo op elkaar. Er zijn in Melodie der Liebe be halve Lien Deyers nog twee van die schatjes: Alice Treff en Grete Natzler. Laat ik me troosten met Tauber. Die kon ze ook niet uiteen houden. Eerst vrijde hij om Alice, maar toen die al met den jongen dii-igent was verloofd, keek hij wel een oogen blik sip, maar toen probeerde hij 't bij Escha, of liever: Escha probeerde 't bij hem. En samen gingen ze gelukkig op de stoomboot en Dikkie ging even trouw met hen mee als vroeger met Prikkie en Ursula. Ook de jonge dirigent werd natuurlijk ge lukkig met Alice en die was wat blij. Want de jonge dirigent is veel knapper dan Tauber en hoeft als dirigent ook niet zulke leelijke gezichten te trekken. Hij kan zijn liefdesver klaring zéggen en dat gaat beter dan zingen, want Alice schrok zichtbaar toen die mond zich zoo vlak voor haar oogen omkrulde, al klonk het „Wie gern mocht 'ich verwöhnen, du Schönste der Schonen" haar nóg zoo lief lijk in 't oor. Het is aardig, de bekende Schlagers van de radio, .JEin Lied aus meiner Heimat" en „Schade, dass Liebe ein Marchen ist!", ook eens in het oorspronkelijk verband te hooren zingen. Men krijgt hiervoor in de vacantie volop gelegeixheid; op Tweeden Kerstdag zijn er zelfs vier voorstellingen. Maar laat men dan thuis niet teveel Kerstkx-ansjes en bonbons vooruit eten, want men kan zich aan zoetig heid ovex-verzadigen zelfs in de week, waar in ook de rollades een roosje in den staart hebben zooals de paarden op een oudex-wet- sche dorpskermis. Movic Crazy". Het zal wel niet dik- i wijls voorkomen ixx een filmtheater, dat er zoo I bijna voortdurend erx zoo ..schaterend gelachen wordt als bij Harold Lloyd's nieuwste succesfilm Movie Crazy". Harold maakt het er dan ook naar. Alle mogelijke rnoei- 1 lijkheden, waarin hij maar kan komen, plaatsen zich HAROLD LLOYD. op zijn weg In deze film. Het is voor Harold en voor ons, toeschouwers, een plezierige gedachte, dat hoe vreemd en hoe onmogelijk en hoe hopeloos het er ook soms voor hem uitziet, het slot toch altijd goed voor hem is. Harold's mimiek, Harold's houding en Harold's heele zijn, zullen het nog vele vele jaren bij het publiek doen. Hij is een ras-artist met een geheel apart, geheel eigen genre, dat nooit geïmiteerd zal kunnen worden. Hoor en zie hem bijvoorbeeld zeggen: „Oh!" of „Well!" of „Are we yet- engaged?" of „I see". Ik zou zoo nog een tijd door kunnen gaan, maar het is eigenlijk overbodig, omdat allen die gisteren in Rembrandt waren, en dat waren er heel'veel. niet anders kunnen, dan propaganda voor „Movie Crazy" maken in hun eigen kring, welken zij stellig zullen aanradeix de film te gaan zien, zoodat ieder hier in Haarlem binnenkort er zelf over kan oordeelcn. Naast heel veel nieuwe vond sten zijn er ook eenige al oudere bij. die ons evenwel, zóó gebracht als In „Movie Cx-azy" nog net zoo sterk amuseeren, als ze het oixs den eersten keer deden. Lx groote trekken weergegeven is de in houd van de film de volgende: Harold Hall Harold Lloyd) een eenvoudige jongen uit Texas, droomt cr van filmster te worden. Groot is zijn vreugde als hij uit Hollywood het verzoek krijgt een proef opname te laten maken. Hij heeft namellljk een portret inge zonden. naar hij dacht, van zichzelf, maar in werkelijkheid dat van een bijzonder knap pen jongeling. Van die proefopneming komt natuurlijk niets terecht. Wilt er maar voor onhandigs en stunteligs gedaan kan worden, verstaat Harold om voor elkaar tc boksen. Hij krijgt daxx ook het verzoek, nadat hij een paar maal de boel hopeloos in de war heeft ge stuurd om weg te wezen, vóór de regisseur hem in handen krijgt, want die loopt met plannen rond om hem te wurgen. Zijn gróóte kans heeft hij, wanneer hij met zijn medeminnaar een grootsche vechtpartij houdt, die voor beide vechtenden bloedige ernst is, maar iix de studio opgenomen wordt als toonee.l. De filmfabrikant heeft zoo ma teloos plezier in die knokpartij, dat hij staat te'gnuiven van de px-et. Hij biedt Harold tot zijn onuitsprekelijke verbazing een schitte rend contract aan. Harold begrijpt het niet al te best, maar dat is tcxxslottc zijn zaak niet, xxiaar die vaix den fabrikant. Hij tec- kent het contract cn heeft zoo ineens de ver wezenlijking van zijn stoutste droomen exx ook het liefste meisje van Hollywood. Werkelijk, wie heerlijk lachen wil, ga deze week xxaar Rembrandt. Het Variété is deze week ook heel goed. De beeldhouwer Karl Hermes stelt u voor „Brioni Sisters", „Meissener Poi'celeinbeelden". De Brioni Sisters beelden uit exx dansen een Mexxuet, een Grieksche dans, een Klompendans en een Poppendans. De eex-ste, tweede en vier de munten uit door gratie en sierlijkheid. De Klonxpendans, die bovendien nog als „Hol landsch" wordt aangekondigd is hoogstens grappig, maar eer plomp dan siei'lijk- Waar om verschijnt „Holland" toch altijd op het tooneel als Boer, we hebben toch nog wel andere kax-akteristieke kwaliteiten? Van de journals is vooral interessant een Volendamsch huwelijk van Polygoon. LUXOR THEATER. Dc zoon van den Radjah. „East Is East and and West is West. And never the twaixx shall meet" Deze wijze woor den van Kipling zijn de grondslag van de Metrofilm Son of Endia. (De Zoon van den Rad jah). Hierin vatten een Amerikaansch meisje en een zoon Van een Radjah lief de voor elkaar op. die volmaakt eindigt, n.l voor de hartstocht in het spel komt. RAMON NOVARRO. zooals een heilig man het zei. Een Wester- sche en een OosteiTing kunnen zich niet ver eenigen om de wereld en door deze opvatting, uitgedrukt door den broer van het meisje, scheiden zich de wegen van haar en den zoon van den Radjah. Er is in deze film veel goeds te bewonde ren. Regisseur Jacques Feyder ls wel is waar niet met nieuwe vondsten gekomen, maar heeft toch eeix goede sfeer geschapen. Hij heeft het mysterieuse ,de mystiek van het Oosten getracht te grijpen en is daar voor een gedeelte ook in geslaagd, hieriix o.a. geholpen door het optreden van een heilig man, die wars van aardsche goederen wijze woorden meegeeft. Woorden die voor ons misschien niet zoo gemakkelijk aan vaard zouden worden als Karim, de Zoon van den Radjah, dat op het eind van de film doet. Karim is een nobele figuur, eerlijk, recht schapen en met een hooge opvatting van plicht en het nakomen van beloften. No- varro speelt deze rol en wij hebben hem den laatsten tijd zelden zoo goed gezien als in deze film. Van zijn uitstekende zang stem is eenmaal gebruik gemaakt en wel zóó. dat deze zang geheel past in de uit werking van deze romantische geschiedenis. Janice, de Amerikaansche, is Madge Evans, een nieuwe ster aan den Hollywood-hemel, waarover elders in dit nummer meer te vijfden is. Zii is een lieve verschijning, die INGEZONDEN 1UEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. „WEER VOL GOEDEN MOED zijn .beteekent: verzwakte Zenuwen te ster ken met NERVOSTRONG. HET Zenuwsterkend Voedsel. Bij Apoth. en Drog. vaixaf f 1.10 per 100 gr. Onder voortdur. controle vaxi Dr. W. C. Smit. Uit „Aan den Overkant" door Ina BoudicrBakker. Toen zij den volgenden dag beneden kwam, waar van Obben haar wachtte, had zij het uitgevochten. Een oogenbllk moest zij stilstaan voor de deur. en in een luciditeit zag zij zichzelf, zooals den vorigen dag zijn oogen haar ge zien hadden in haar vol, overtuigd geluk. Zij droeg nog de japon waarin ze dat geluk met hem had beleefd, de schoentjes die ongedul dig naast hem gedraafd hadden, een zalig heid tegemoed De knop ontglipte aan haar onvaste hand 't was over 't was weg alles. Alleen haar hart, dat zwaar klopte in haar borst, cn trok rxxet een physieke pijn dat hart hield hem vast. Een oogenblik bleef zij geleund aan den dexirpost om kx-acht te winnen, haar klax-e blik hem gansch omvattend zooals hij daar stond, eexx blij verlangen, dat ver stierf in angstige verwachting, in heel zijn wezen Want meteen zag hij verandering in haar nog eer haar bevende mond het woord had kunnen uitbrengen dat snééd in zijn begxip: „Voorbij." Hij zag het. zijn scherpe, snelle geest door- vox-schte wit het keerpunt had moeten zijn bij haar: De volle uitbloei van haar liefde voor hem. die in schijnbaar onlogischen keer haar hart had wakker gemaakt voor de kinderen van den ander. En tegelijk wist hij: hier was geen strij den meer van nut; hij las den voleinden kamp in haar afgemat gezichtje cn wat het sterkst had moeten wegen bij haar. Hij zag heel zijn korte en wankele Illusie: een liefde, die eindelijk het won van zijn werk die nu naar ?ÜJn werk hem terug dreef. Hij had haar ontzaggelijk liefgehad en nóg maar hij wilde geen poging doen om te behouden, wat hem al ontviel. Maar zij Hij deed plotseling een stap naar haar toe. nam haar in z'n armen. „Dat zou hij nu weer kwijt zijn uit zijn leven wat hem in de niet nicer verwach tende handen was gevallen, als een koste lijke late vrucht dit moest hij weer af staan aan een ander, die zoo zonder strijd en zoo licht haar terugwon die haar kalm onwetend weer sluiten zou in de enge kool! De sierlijke vogel, die jubelend naast hem was uitgcvlogcix dien lxij vliegen geleerd had Maar opeens zag hij haar, zooals zij stil te gen hem aanlag zoo overgegeven, zoo ver zekerd van zijn steun, dat hij plotseling zich zelf vex-won. „Emilietjc, zeg het me maar lk kan 't alles begrijpen Toen zei ze het hem met haar zachte ge broken stem, haar bevende kleine handen vast om zijn hals gevouwen, haar groote oogen met een smartelijk diepe eerlijkheid in dc zijne: alles van dezen nacht cn waarheen zij moést omdat het haar drong. Tegen haar liefde voor hem in ja, tegen haar liefde voor hem in! Hij klemde haar vaster, waar zij blocker ge worden xxog, zweeg uitgeput. En hij voel de. verstond het alles in haar. Hier was het, wat hem had doen vreczcix tóch eindelijk. Toch tenslotte ook hij haar dat ongeweten machtige dat nu het eindelijk had kun nen doorbreken sterker bleek dan al het andere. Er was geen verwijt In hem, slechts een namelooze weemoed. En hij zei het haar in een laatste kus, terwijl hij haar hoofd tus- sclien zijn handen hield: „Ik dank Je ik heb je alleen maar te danken voor heel dezen tijd." Zij keek naar hem op. terwijl voortdurend heldere tranen langs haar gezicht liepen. „Hij begreep alles als altijd! Tusschen hen was geen verwijt, noch verwijdering voor nu en altijd die eenheid, welke over af standen reikt en geen scheiding Inhoudt echter niet op den voorgrond treedt. Zij bederft echter ook niets. En dit is al een gioote lof. Feyder heeft voorts alle aandacht aan details kunnen schenken. Hij heeft voor treffelijke typen gekozen, terwijl de foto grafie te roemen is, zoodat wc. ondanks dc enkele bezwaren, met bijzonder genoegen deze film hebben gezien. Het ls een film, die inderdaad de Metro alle eer aandoet. Voor de pauze zorgen Stan Laurel en Oliver Hardy in eon groote film „Trouwe Kameraden" voor lachsalvo's. Wat zij bele ven o.a. in het Vreemdelingenlegioen ls zulk een aaneenschakeling van heerlijke non- seixs, dat er werkelijk geschaterd is! Men verzuime in geen geval deze film, want het is iets bijzoxxders. Een journaal, waarin o.a. burgemeester Rambonnet over den nood van IJmuiden spreekt, en Nederlandschc componisten als Nieland. Van der Llixden, Kolvers en v. d. Bijl eigen werk dirigeeren, een interessante film over de groote zeedieren cn oen filmpje over Boreno complctccrexx dit zeer goede programma. Rest ons te vermelden, dat zaalloge, balcon en tea-room van nieuwe stoelen zijn voorzien, die het kijken naar het programma tot een dubbel genot maken! INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. eix vele ongesteldheden, zullen U de hier genoemde genezende en pijnstillende Mljnhardt's Poeders spoedig helpen: Mijnhardt's Hoofdpijn poeders. Kiespijnpoeders. Verkoud- heidspoeders. Hoestpoeders. Rheu- matiekpoeders. Maagpoeders. Pijn stillende poeders. Op poeders en doos staat de naam Mijnliardt. Let bij het koopen hierop! Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. .Verkrijgb. bij uw drogist.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 15