ta het volle maan was...
Wintersport in het hooggebergte
DE „ROYAL GEOGRAPHIC SOCIETY" te Londen treft voorbe
reidingen voor een nieuwe expeditie naar de Mount Everest. De
cosluums en apparaten voor de leden der expeditie worden aan
ecu nauwgezet onderzoek onderworpen.
OOK IN HET BEIERSCHE HOOGGEBERGTE is de wintersport
begonnen. De skiën worden ondergebonden, en ieder die slechts
even de gelegenheid heeft gaat een interessant ski-tochtje onder
nemen.
Mr. Dr. F. A. C. GRAAF VAN LYN-
DEN VAN SAN DENBURG- vice-eoor-
zitter van den Raad van State en Op-
jaer-kamerheer van H. M. de Koningin
is op 59-jarigen leeftijd te clen. Haag
overleden.
H. M. DE KONINGIN heeft Dinsdagmiddag een rouwbezoek gébracht aan de familie van
Mr. Dr. F. A. C. Graaf van Lynden van Sanden burg. H. M. verlaat het sterfhuis.
MET EEN SCHOENER VAN AMSTERDAM NAAR CAiRO
Het Nederlandsclie echtpaar Markus onderneemt met zijn
kinderen een reis per schoener langs de binnenwateren en
verder langs de kusten van Italic Griekenland en Turkije
een toclu naar Cairo. De re/igers vertoefden dezer dagen
te Parijs,
GROOTE SCHOONMAAK. De Aquitanïa fop den voorgrond), de Mauretania en dc Homeric in
de dokken van Southampton voor de grootc jaarlijkschc restauratic.
FEUILLETON
Naar het Engelsch
van
JEFFERY FARNOL.
12)
„Ik wou u nog 'eens komen zeggen", ver-
Volgde hij zeer vertrouwelijk en bijna fluiste
rend, „dat zulk een maatregel toch eigenlijk
heelemaal overbodig is
Anthea keerde haar gezicht naar een an
deren kant om het voor Bellew te verbergen
en deze hooivork-ridder, die alles best zag.
werd plotseling droomeriger dan ooit. Hij
bleef staan, legde z'n hand op Fors schou
der en wees met zijn gavel naar den an
deren hoek van 't hooiland, waar de hooiers
weer druk bezig waren.
„Kom. neef", zei hij. ..wij gaan weer aan 't
werk". Zij liepen hand in hand het veld over
er. toen zij een eindje gegaan waren, kon
Bellew niet nalaten even om te kijken, en hij
zag dat Anthea haar hoofd nog steeds afge
wend hield, maar dat desondanks de heer
Cassilis zeer dicht naast haar liep en dat hij
telkens naar haar overboog, zodat zijn
zwarte snor gevaarlijk dichtbij die eene krul
kwam die krul, die zoo aarts-ondeugend
over haar oor kon kijken.
„Waarom kijk je zoo boos, grootc Por?"
„Boos? Keek ik boos? Ik dacht".
„Ik denk óók, maar ik zet er geen kwaad
gezicht bij".
„En waarover denk je dan, Por?"
,Jk denk er over hoe 't komt dat je zoo
veel van bramen houdt en dat ik je er nog
nooit een heb zien eten".
HOOFDSTUK X.
Hoe Belew en Adam een plechtige overeen
komst sluiten.
„Kijk de maan eens mooi zijn vanavond,
groote Por!"
„Ja prachtig!"
„Zoo groot en heelemaal rond hè?"
„Ja heelemaal rond".
„En ook wel een beetje geel, niet?"
„Lijkt zij niet op een gouden pond?"
„Erg geel".
.Jawel, een beetje".
„Zou 't dan al niet de gouden maan kun
nen zijn, zeg!"
Ze leunden beiden uit het raam. Anthea en
tante Priscilla waren druk bezig met huis
houdelijke dingen en de jongen had Bellew
naar het raam getrokken, en nu lagen ze op
de vensterbank en keken naar de schitteren
de maan. Bellew met zijn arm om het kleine
lijfje heengeslagen.
Maar nu kwam Anthea achter hen staan
en daar ze pas uit het heldere lamplicht
kwam, zag ze Bellew's ann niet en zoo ge
beurde het dat haar hand die arm aan
raakte en er zelfs eenigen tijd op bleef rus
ten. En hiermee begon het.
De lucht van Arcadië is, zooals ik gezegd
heb, opwekkend, om niet te zeggen opwin
dend; maar zij is nog meer, ze heeft de won
derlijke eigenschap om elk alledaagsch voor
werp zijn prozaisch voorkomen te ontnemen,
de meest gewone dingen worden in haar be
lichting wonderen van schoonheid. Alle han
delingen en gebeurtenissen kunnen in Arca
dië de kiem in zich houden van heerlijke en
ongedroomde mogelijkheden En daarom is
het begrijpelijk van welk gewicht de aanra
king van Bellew's arm door de hand van het
meisje kon zijn.
„En", zei Anthea, dezelfde hand op de
meest natuurlijke wijze van de wereld op
George's krullebol leggend, „waarover staan
jelui hier zoo ernstig te praten?"
„Over de maan", zei kleine Por. „Ik vroeg
Por of ie al goud was".
„Neen baas", viel Bellew ln, „ik geloof niet
dat hij al zoover is".
„En wat is !n gouden maan?" vroeg An
thea.
„Dat is een maan", zei de jongen, „waarbij
je kunt gaan zoeken naar schatten. Maar je
moet precies kunnen zien of ie goed goud is.
anders kun je wel thuis blijven, want je
vindt toch niks".
„Och lieve jongen", zuchtte Anthea en
boog haar donker hoofd tot het op zijn
blonde krullen rustte, „weet je dan niet dat
schatten niet te krijgen zijn zonder veel ar
beid en zorg en moeite en zelfs daarmee vaak
nog niet?"
..Natuurlijk! Niet iedereen kan schatten
vinden, maar wij weL Groote Por weet er
alles van en je zult zien dat we best wat vin
den. Wacht maar.
„Ja je hebt gelijk Por", zei Bellew, „wccht
maar op de gouden maan".
Hierna zwegen ze eenigen tijd en dat zwij
gen had een eigen wondere bekoring en het
duurde zóó lang tot de blonde krullen lager
en lager zonken op Bellew's arm en Anthea
eindelijk, met een heel zachte stem, tot klei
nen Por zei, dat hij goenacht moest zeggen.
Hetgeen hij dadelijk deed. met een slaperig
stemmetje, om vervolgens met trage stapjes,
aan Anihea's hand de kamer uit te gaan.
Tante Priscilla was naar de keuken gegaan
en Bellew slenterde de kamer uit en liep den
rozentuin in om van den prachtïgen nacht te
genieten.
De warme lucht was vol vochtige geuren
m de maan, die al hoog boven de boomkrui
nen stond, goot haar zacht licht over den
•rooien ouden tuin met zijn slingerpaden en
esnoeide taxus-heggen, terwijl uit de bos-
chen in de verte de roep van een of anderen
nachtvogel klonk.
Bellew liep langs een pad dat zich door bloem
hagen kronkelde en waarop overal lichtplek
ken schitterden en staarde naar de maan en
den zwartblauwen hemel cn luisterde naar
den eenzamen vogel. Maar aan geen van de
ze dacht hij, toen hij, langzaam voortloo
pend koning Arthur bereikt had en in diens
schaduw bleef staan. Zijn gedachten verwijl
den enkel bij dien druk van een zachte war
me hand op zijn arm.
„Is u dat, meneer Belloe?"
Bellew schrok en kwam tot de conclusie
dat hij al een heelen tyd onder den boom
gezeten had met een pijp zonder vuur tus-
schen zijn tanden; en hij schudde zijn hoofd,
verwonderd over zich zelf.
„Is u dat, meneer?"
„Ja, Adam, ik ben het".
„En hoe voelt meneer zich zoo, na al die
lichaamsbeweging met de hooivork?"
..Best Adam, dank je. Kom hier ook wat
zitten en stop een pijp
„Nau graag meneer, dankje", zei Adam en
hij haalde uit zijn vastzak zijn kleine steenen
pijpje te voorschijn en begon dat te stoppen
uit Bellew's tabakszaak. Ik ben bij Prudence
op het Huis geweest, meneer weet wel. dc
keukenmeid. Een buitengewoon beste keuken
meid, meneer Belloe".
En een biutengewoon mooie meid bo
vendien, Adam".
..O, jè, ja leclijk is ze niet. Ik zal niet
ontkennen dat ze der best uitziet, flink uit
de kluiten gewassen, welgeschape, een ju
weel van een deern, meneer. Maar da's niks
vergeleke met der innerlijke eigenschappen!
O. ze het bepaald senie veur broodpudding
en vruchten-koek om nog niks te zeggen van
pannekoeke. En der wijn, meneer appel
wijn en bessewijn kan ze make! Als ik daar
an denk dan wordt de ouwe Adam zoodanig
wakker in me dat ie der bijna uitspringt en
as der een ander het hart het na der te kij
ken, op zulke oogenblikke, veural die Job
Tagway, dan hoeft er maar weinig te gc-
beure of de stukke vliege der of, dat kunde
■"■eleuve, meneer Belloe!
„En wanneer denk je te trouwen, Adam?"
„Nou, meneer, me hadde gedacht, as juf
fer Anthea dit jaar es een goed jaar mocht
make, dat we wel zoo in October of Novem
ber der over koste denke, maar 't hangt alle
maal of van
„Van wat?"
„Van dc hop meneer. Die doet 't best! Weel
derig meneer! As ter geen meeldauw op komt,
is der geen betere an dees zij van Maidstone.
Maar as dc schimmel der op valt, dan valt
ie meteen op mijn verwachtingen, meneer".
Adam knikte nadrukkelijk, lachte cn verviel
in een rook-rijke stilte.
„Meneer Cassilis was er vandaag, Adam",
zei Bellew na eenigen tijd, z'n eigen gedach-
tengang volgend.
„Ja meneer, ik heb 'm gezien. Hij zei dat
Job Jagway weer op de been was en dat
Job Jagway morge met de andere op dc ver
koop zal zijn".
„O ja, de verkoop", zei Bellew in gedach
ten.
.En de gedachte dat die Job Jagway hier
komt om de meubels van juffer Anthea te
koopen. 't Maakt den olden Adam in me li
chaam tot een wild beest.. Ik kan der niet
stil van zitte, meneer Belloe! As Job merge
te dicht in me buurt komt, weet lk niet wat
er van komt".
„Adam", zei Bellew, nog altijd in gedach
ten. ..Zou jij misschien wat voor me willen
doen?"
„Wat u maar wilt, meneer, zoo lang je me
niet vraagt
„Ik wou graag wat meubels koopen".
„Wat?" riep Adam en op zijn gelaat ver
scheen een breede glimlach. Harrcjé. die is
goed! Dat is net wat ik zelf ook wou. Zie je,
lk ben niet bepaald een miljenair, maar ik
heb wat spaarduitjes en gisteren heb ik tien
pond van de bank gehaald. Ik doch zoo bij
mezelf. Zoo kan ik misschien juffer Anthea's
ouwe buffetje redde of de spiegel waar zo
zoo gek op is of al was 't maar een stoel.
Alles zulle ze niet hebbe, zoolang ik nog een
paar pond te vergeve heb".
(Wordt vervolgd*,