NIEUWS UIT VELSEN, IJMUIDEN EN BEVERWIJK
EEN OUD-PLAATSCENOOT BIJ DEVISSCHERIJ
IN SOVJET-RUSLAND.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAC 30 DECEMBER 1932
UMUIDEN.
Van Oemar naar Astrakan over land en ijs.
In een nieuwen brief beschrijft onze vriend
de instructeur bij de visscherij van Sovjot-
Rusland een reis van Oemar naar Astrakan.
Reeds langen tijd had hij het voornemen
opgevat, naar Astrakan te gaan, maar door
het kwakkelweer was het ijs niet te ver
trouwen om met de slede te gaan en het was
te dik, dat de booten konden varen. Het was
wachten en nog eens wachten of het ging
vriezen. Onze vriend benutte den tijd door
het maken van een uitstapje naar Ougiteene,
waar de viseh wordt ingevroren, speciaal voor
export.
Weer terug in Oemar hoorde onze vriend,
dat er eenige mensclien van Astrakan waren
aangekomen. Ze waren drie dagen onderweg
geweest. Ik ging mezelf een beetje opwarmen
en op een gegeven oogenblik zeide ik tegen
mijn pisiwots (tolk): „Zorg dat er morgen
ochtend om 8 uur een paard en wagen is, we
gaan ook weg", aldus de reisbrief. Voor den
tolk was dat natuurlijk niet zoo prettig want
hij wist, dat dit voor hem ontslag beteekende,
want de tolk moest in Astrakan weer afge
leverd worden.
Paard en wagen, waren 's morgens present.
De „wagen" was een ruwe as, twee wielen,
daarover aan beide zijden een paal, voor en
achter verbonden als een langwerpig vier
kant. Daarop getimmerd een paar planken,
ziehier het voertuig, waarmede men een reis
gaat ondernemen van 36 uur in een tempe
ratuur van 4 gr. bij het vertrek. 16 gr.
tijdens de laatste 8 uren. De wagen kwam
voor. hooi en bagage opladen en daarbovenop
„wij", d.w.z. de koetsier, een vriend die
gaarne meewilde, de „pisiwots" en de schrij
ver.
Oeman was nog niet uit het gezicht of daar
begon de pret al. Alles om ons heen was riet,
ongeveer 3 M. hoog en 3 c.M. dik. Ik vraag
den koetsier of we over Okraine, een dom
aan de route van de stoombooten gaan. Neen
zegt hij, want daar kunnen we niet over het
Us.
Na een uur rijden, steeds tusschen het riet,
dat als brandstof wordt gebruikt, door ko
men we aan een dorp waar we een van de 20
monden van de Wolga moeten oversteken.
Eerst liepen we met ons vieren gearmd en
flink stampende, over het ijs. Dat ging. Toen
kreeg onze vriend het paard onder z'n hoede
en de anderen trokken den wagen over het
ijs. „Ik heb niet veel haren, maar aan elke
haar hing een droppel zweet, want het ijs
golfde als een zeetje aan het strand". Maar
we kwamen aan den overkant, ook de wagen
met de bagage. En nu ging het de steppen in.
„Die steppen" schrijft, hij, „zal ik dat ooit van
mijn leven vergeten?" Wagensporen in slijk-
grond over eenige duizenden meters hard be
vroren en daarover rechthoekig rijden met
een kar zonder vceren. Na een paar uur
moest onze briefschrijver even loopen.
De heele weg voerde langs niet anders dan
woeste grond met hier en daar wat riet. Dan
kwamen we weer bij een rivierovergang, waar
het gezelschap tenslotte ook veilig over
kwam.
De voerman vertelt, dat het land 's zomers
geheel onder water staat en dat er dan volop
gelegenheid is om er mooie karpers te van
gen. Zoodra de bergen het water loslaten,
loopt alles onder water, eenige duizenden
vierkante kilometers en de visschen vinden
rijk voedsel in hetgeen koeien en paarden op
het land hebben achtergelaten.
Het wemelde er van rietvinken, men kon ze
met de hand vangen.
Wat zou hier een goede bouwgrond te
maken zijn, gaat de brief dan voort. Men
legt bij ons de Zuiderzee droog om bouwgrond
te verkrijgen, die grond is vol zand, maar
hier, waar alles overstroomd wordt met zoet
water is een rijke teelgrond in een onuit-
puttelijken voorraad beschikbaar.
We gaan weer een rivier over. Het ijs wordt
beter, paard en wagen gaan over zonder ba
gage en 's middags 4 uur, bij den vierden
overgang gaan paard, wagen èn bagage over,
de vier mannen er naast. Aan den overkant
gekomen meende de voerman, dat we wel een
glfo thee zouden willen drinken. Maar een
restaurant of iets dergelijks is in geen velden
of wegen te vinden. We gaan er met drie
man op uit en „met m'n ongelukkig Russisch
krijg ik een huis te pakken, waar de huls
vrouw zegt: „pasaltse", hetgeen alstublieft
beteekent. Gauw zitten we binnen. De oven
wordt opgestookt, de theeketel klaargemaakt
evenals brood en na verloop van 20 minuten
is de zaak klaar. Ik vraag aan de huisvrouw,
aldus onze vriend, of er geen melk te krijgen
is. „Natuurlijk". En spoedig stond een kan
met 5 L. melk van eigen koeien voor ons. De
room dreef er dik op.
De vriendelijke hospita zette zich bij ons
aan tafel en zorgde er voor, dat onze kom
men of glazen niet leeg werden. Wij hebben
heerlijk gegeten en gedronken en onze
waardin legde een gastvrijheid aan den dag
waar éen Hollander een puntje aan kan
zuigen.
Toen ik vroeg wat het kostte werd gezegd:
„nitsjewo". Onze vriend gaf de dochter, va
der of moeder wilden het niet aannemen, 10
Roebel. Nadat de voerman weer had inge
spannen werd dc reis onder een hartelijk
„deswidania" (tot weerziens) voortgezet.
De Russen houden er een eigenaardige on
hebbelijkheid op na. Als je vraagt, hoever
het van hier is naar die en die plaats zeggen
ze bijv.: 5 K.M. gang! Dat „gang" beteekent
dan „en nog wat" en dit „en nog wat" is
meestal meer dan de genoemde afstand. Zoo
vroeg onze vriend aan de hospita, hoever het
nog was naar Astrakan. „30 K.M. gang". Hij
kende deze gewoonte toen nog niet, rekende
15 K.M. naar het dorp waar men zou over
nachten en nog 15 K.M. van daar naar As
trakan. Half negen op stap. half ell' in As
trakan werd uitgerekend. Die 15 K.M. naar
het naaste dorp kwam vrijwel uit.
Het begon na het afscheid van de gulle
Russische boeren spoedig donker te worden
en de voerman verdwaalde. We gingen het
ijs weer over en dan weer terug en eindelijk
is de voerman weer op het goede spoor. Hij is
in z'n hum. Hij zingt: „ik zit op mijn wagen,
mijn paard loopt goed. ik heb drie man bij
mij op den wagen zitten, ik was den weg
kwijt maar nu heb ik hem weergevonden.
Ginds zie ik het dorp waar we gaan slapen".
We kwamen in een groot dorp, waar naar
ik vernam visscherij en veeteelt wordt uitge
oefend. De pisiwots en de vriend gaan op
zoek naar een slaapgelegenheid. Ze hebben
geen succes. Onze vriend trad een kantoor
binnen, denkende dat het een vergaderlokaal
was van de partij. De tolk volgde. Aange
klopt. Morsna! (binnen). Het bleek dat we
verzeild waren in een visscherij trust. We
vroegen naar een gelegenheid om te over
nachten. Direct staat iemand van het gezel
schap op, brengt ons naar een familie, waar
we allen slapen kunnen.
Ook hier was men zeer vriendelijk tegen de
gasten. De huisvrouw kookte een pot soep,
waarvoor de gasten het vleesch dat zij bij
zich hadden, leverden. En om 9 uur 's avonds
zaten er 9 man, 8 Russen en 1 IJmuidenaar
rond een pot fijne soep. Men smulde kostelijk.
Na een verkwikkende rust worden de gas
ten den volgenden morgen 7 uur door de
huisvrouw gewekt met een herhaald „sta-
wag". De thee was al klaar. De kosten? Voor
het paard 2 roebel, voor de mannen elk 1
roebel. Dankbaar waren de menschen, dat ze
wat extra's kregen.
Voor het vertrek vroeg onze vriend hoever
het nog was naar Astrakan, waarop werd ge
antwoord: 30 K.M. gang! Als het zoo door
gaat zijn we het volgend jaar nog niet in
Astrakan, meende onze vriend.
Onder hevige koude werd het laatste ge
deelte van de reis afgelegd. Om één uur
kwam de toren van Astrakan in het gezicht
en de voerman zong. „ik zie den toren van
Astrakan en als ik daar ben heb ik geld ver
diend, dan ga ik inkoopen doen op de markt
en ga morgen weer naar huis".
De reizigers komen langs de werf „Stalin",
waar allerlei machinerieën gemaakt worden.
Alle gebouwen die daar zijn verrezen, zijn
groot en mooi. Een electrische tramlijn is
aangelegd naar een dorp. speciaal voor het
vervoer van arbeiders. Grootsch is het werk,
dat daar tot stand wordt gebracht. Een groot
verschil met het armoedige Oemar.
Te kwart voor vier kwam het gezelschap
in de buitenwijken van Astrakan aan. Onze
vriend liét, niet zoodra er een electrische
tram te zien was, den voerman stoppen on
een paar minuten later bracht de electrische
tram hem naar de plaats van bestemming,
het Moskba-Hotel.
De avontuurlijke tocht was volbracht.
De Nederlandsche Reederijen
in 1932.
Dc zeevaart is evenals de industrie, handel
enz. al eenige jaren in dc verdrukking, maar
1932 is wel een buitengewoon slecht jaar
geweest voor onze reederijen. Staatssteun is
in die mate noodig gebleken, dat een organi
satie daarvoor moest worden gevormd.
Onze krachtigste reederijen de Stoomvaart
Mij. Nederland en dë Rotterdamsche Lloyd
hebben de afvaarten met de mailbooten moe
ten inkrimpen tot een driewekelijkschen
dienst. Vele schepen zijn naar het buiten
land of voor sloop verkocht geworden, waar
bij schepen, die nog geen 20. jaar oud waren
en die nog in uilstekenden staat verkeerden.
Wanneer we de reederijen de revue laten
passeeren. zien wij, dat de Stoomvaart Mij.
Nederland drie harer schepen verkocht, n.l.
de Bali naar Griekenland, het passagiersschip
Koningin der Nederlanden (dat aanvankelijk
evenals verleden jaar de Prinses Juliana, aan
de Kon. Ned. Stoomboot Mij. was verkocht
en na ombouw door deze reederij voor haar
lijn op West-Indië zou gebruikt worden) en
de vrachtboot Borneo voor sloop. Verder ver
loor de Mij. Nederland de vorige maand
door brand haar prachtige passagiersschip
Pieter Corneliszoon Hooft.
De Rotterdamsche Lloyd verkocht verschil
lende vrachtschepen n.l. de Toba (een vroeger
in Japan gekocht schip) naar Griekenland,
de Merauke en Deli voor sloop in ons land
en de Samarinda voor sloop naar België.
De Holland-Amerika Lijn verkocht haar
passagiersschip Nieuw Amsterdam voor sloop
naar Japan en de vrachtschepen Noorderdijk
naar Italië en Stadsdijk naar Griekenland.
Van de Vereenigde Scheepvaart Maat
schappij te 's Gravenhage werd het stoom
schip Ridderkerk naar Griekenland verkocht,
de Bovenkerk en Wissekerk voor sloop naar
Italië en de Oostkerk voor sloop naar Japan.
De Hollandsche Stoomboot Mij. te Amster
dam verkocht het stoomschip Scheldestroom,
dat geregeld in den dienst op Wést-Afrika
voer. voor sloop naar Italië. De Java-China-
Japan Lijn verkocht de stoomschepen Tjipa-
nas en Tjimenteng evenals de Scheldestroom
vroegere vrachtschepen van de Mij. Neder
land. benevens de Tjiliwong, voor sloop naar
Japan.
De NederlandschZuid-Afrikaansche
Stoomvaart Mij. te Amsterdam, korter I-Iol-
land-Zuid-Afrika Lijn genaamd, hield op te
bestaan. Het stoomschip Jagersfontein van
deze reederij werd naar Griekenland ver
kocht, de vier andere schepen dezer reederij
gingen over aan de Vereenigde Nederlandsche
Scheepvaart Mij.
De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot
Maatschappij te Amsterdam verkocht de oude
passagiersschepen Nickerie en Commcwyne,
die jaren lang dienst deden in de lijn Am
sterdamParamaribo, naar Italië. terwijl
het vrachtschip Eos ook naar Italië verkocht
werd.
De Stoomvaart Mij. Hilligersberg te Amster
dam verkocht haar oudste stoomschip Boom
berg naar Estland, de Stoomvaart Mij. Noord
zee haar stoomschepen Ruurlo en Groenlo
naar Finland.
Van de Stoomvaart Mij. Triton (firma
Ruys) te Rotterdam werden de in 1919 ge
bouwde stoomschepen Walcheren en Marken
naar Griekenland verkocht. De firma Th. van
Ommeren te Rotterdam verkocht haar in
1925 gebouwd stoomschip Killdrecht naar
Duitschland.
De Nederl. Indische Tankboot Mij. te 's Gra
venhage verkocht het stoomschip Pearl Shell
voor sloop naar Japan, hetgeen de Koloniale
Petroleum Mij. te 's Gravenhage deed met
haar stoomschip Soengei Gerong.
De N.V. Wester Scheepvaart Mij. te Rotter
dam verkocht haar stoomschip Slotlaan naar
Griekenland. Deze reederij bezat voor eenige
jaren drie groote vrachtschepen, thans nog
maar één schip.
Een oude Nederlandsche reeder is de heer
W. H. van der Zee, die voor den grooten
oorlog te Smyrna in Klein-Azië was gevestigd
en haar bedrijf in hoofdzaak in de Levant
uitoefende. Later is de zetel naar Stamboel
verplaatst en thans is de reederij te Alexan-
dric gevestigd. Deze reeder verkocht in 't af-
geloopen jaar vier schepen en wel de Myriel,
Helca en Carol naar Engeland en cle Helena
naar Turkije. Het is ons niet bekend, of
cleze reeder nog meer schepen bezit. Vermoe
delijk zijn de drie eerste schepen wel eigen
dom gebleven, doch onder Engelsche vlag
gebracht, gelijk bijv. ook geschied is met drie
schepen van de Scheepvaart- en Steenkolen
Mij. te Rotterdam, zulks vanwege de depre
ciatie van het Engelsche pond. Zoo werden
ook de stoomschepen Rijn en Theems van
de N.V. Dordtsche Zeediensten, welke geregeld
van Dordrecht op Londen varen, onder En
gelsche vlag gebracht. Deze reederij werkt
echter voor een groot deel met Engelsch
kapitaal.
Tenslotte moeten wij nog noemen den ver
koop van het schoomschip Little Evy naar
Tsjecho-Slowakije, van het motorschip Valk
naar Frankrijk en van het stoomschip Rijs
wijk der firma Erhardt en Dekkers te Rot
terdam naar Reomenië.
In totaal werden dus in 1932 naar het
buitenland of voor sloop verkocht 37 stoom-
en motorschepen, terwijl de P. C. Hooft door
brand verloren ging. In 't geheel dus een ver
lies van 38 schepen, terwijl 6 Nederlandsche
schepen onder vreemde vlag werden ge
bracht.
In vorige jaren heeft onze koopvaardijvloot
ook wel veel schepen door verkoop en sloopen
verloren, doch dan stond daartegenover de
aanwinst van nieuwe schepen. Thans is deze
aanwinst nauwelijks van eenige beteekenis
De Rotterdamsche Lloyd kreeg het nieuw
gebouwde vrachtschip Bengalen in de vaart,
terwijl voor de Nederlandsche Stoomvaart
Mij. Oceaan te Amsterdam het stoomschip
Polyphemus in de vaart kwam. Een te Rot
terdam nieuw opgerichte reederij, de N.V.
Atlantische Vrachtvaart Mij., kocht een
Engelsch stoomschip aan, dat met den naam
Delia in de vaart kwam doch onder Pana-
meesche vlag.
De Nederlandsche Koloniale Petroleum Mij.
te 's Gravenhage kocht in. Venezuela een
stoomschip aan, dat in Djirak werd her
doopt.
Alzoo staat tegenover het verlies van 38
schepen dus een aanwinst van slechts 3
schepen. Wij zullen heel ver moeten terug
gaan, om een jaar te vinden, waarin zulk
een klein getal schepen onze vloot kwam
vermeerderen. Hierbij laten we de kleine,
meest in Groningen gebouwde schoener- of
.motorscheepjes buiten bespreking. En wan
neer de toestand niet spoedig ten gunste ver
andert, zal het met onze reederijen nog veel
slechter worden en zullen er, evenals de
Holland-Zuid-Afrika Lijn, meerdere moeten
verdwijnen. Intusschen mogen we nog dank
baar zijn, dat niet als in andere landen ver
schillende reederijen met groote subsidies van
den staat in 't leven moeten worden gehou
den.. Wel steunt de staat thans reederijen,
maar daarbij heeft hij ook zeggenschap in
;t beheer. En de bedragen zijn maar luttel
vergeleken bij wat de Vereenigde Staten per
jaar bijleggen, om de Amerikaansche koop
vaardijvloot in stand te houden.
MARKTPRIJZEN.
Tarbot per K.G. 1.20—1.
Griet per 50 K.G. 30—12.50.
Tongen per K.G. f 1.350.75.
Groote schol per 50 K.G. 18.5017.50.
Middelschol per 50 K.G. f 2319.
Zetschol per 50 K.G. 23—21.
Kleine schol per 50 K.G. 2210.
Schar per 50 K.G. 5.10—3.30.
Rog per 20 stuks 1911.
Vleet per stuk 3.25.
Kleine middelschelvisch per 50 K.G. f 17
16.
Kleine schelvisch per 50 K.G. 134.
Kabeljauw per 125 K.G. 24—22.
Gullen per 50 K.G. 7—1.50.
Leng per stuk 0.900.63.
Heilbot per K.G. 1.10.
Wijting per 50 K.G. 2.80—1 40.
Koolvisch per stuk 2013 cent.
Makreel per 50 K.G. f 14— 8.50.
Groote hake p. kist 125 K.G. 116.
Middel hake p. kist 125 K.G. f 108.
Kleine middel hake p. kist 50 K.G. f 34.
Kleine hake p. kist 50 K.G. f 2515.
BESOMMINGEN.
Trawlers:
Silvain IJm. 116 90 manden 580.
Gerberdina Johanna IJm. 38 400 m. 2100,
Condor IJin. 72 55 manden 1400.
Beuger: VI. 86 810.
Logger: Sch. 250 f 680.
COMMISSIE VAN OVERLEG OOGOVENS,
ENZ.
Bij de onlangs gehouden verkiezing van i
7 leden van cle Commissie van Overleg uit
de beambten der Kon. Ned. Hoogovens- en
Staalfabrieken. Mekog en Cemy zijn geko
zen de heeren W. Bakker, J. H. Meijer en N.
Verkerk, technische beambten, J. H. Kroons-
berg, J. W. F. Sligting, administratieve be
ambten, G. van Eyk, ovenbaas, cokesovens
en J. A. Gouwèleeuw, baas Fosfaalfabriek.
Een bestuur werd gekozen, bestaande uit de
heeren N. Verkerk, voorzitter, J. W. F. Slig
ting, secretaris en J. A. Gouweleeuw.
PERSONALIA.
De heeren M. Gróotveld en A. C. van Rijn
beiden te IJmuiden, zijn te 's Gravenhage
geslaagd resp. als schipper op stoomvisschers
vaartuigen en als stuurman.
RADIOVERBINDING MET SCHEPEN.
De volgende schepen zijn Vrijdag 30 De
cember 1932 in radiotelegrafische verbinding
met het kuststation Scheveningen Radio:
Baloeran. Barentsz, Crijnssen. Dempo,
Flandria, Joh. v. Oldenbarnevelt, Kota
Agoeng. Kota Baroe. Kota Pinang, Marn. v.
St. Aldegonde, Orania. Oranje Nassau, van
Rensselaer, Sibajak, Van Spilbergen, Staten
dam, Venezuela.
IJMUIDENSCHE VISCHAUTO
VERONELUKT.
IN LIMBURG IN DE RAILS GERAAKT.
Woensdagmorgen wilde de bestuurder van
een vrachtauto der fa. Santen te IJmui
den, op den Rijksweg te Arcen (L.) voor een
voor hem uitrijdende kar uitwijken, waarbij
hij met de wielen van zijn auto in de tram
rails langs den weg bleef vastzitten. De auto
slipte, kwam. dwars over den weg te staan
en botste tegen eenige boomen aan, waar
na hij omsloeg.
Gelukkig hadden er geen persoonlijke on
gelukken plaats. Ofschoon de de auto bijna
geheel vernield werd, kreeg de chauffeur
door de glasscherven slechts eenige onbe
duidende verwondingen. Schelvisch, kabel
jauw, tong, schol en andere vischsoorten la
gen in rijke hoeveelheid over den weg ver
spreid.
NOG MEER INVOERBEPERKING
De Vereenïging van Finkenwarder Kust-
visschers heeft in een vergadering de wensch
uitgesproken, dat nog meer beperking van
den vischinvoer zou worden voorgeschreven
omdat zij door den grooten invoer ten zeer
ste in hun bedrijf geschaad werden.
RUSSISCHE ANTHRACIET
Het Gricksche stoomschip Afroessa pas
seerde hier van Mariopel naar Amsterdam
met een volle lading Russische anthraciet uit
het Donbekken.
SCHOOLBOUW
Het bestuur der Chr. school te Heemskerk
had den bouw van een nieuwe school willen
opdragen aan den heer C. de Feber. alhier,
maar door een foutieve ongave van dezen
inschrijver was dit niet mogelijk. Thans is
de bouw opgedragen aan den heer C. Nelis te
Wijk aan Duin, zijnde op drie na laagste
inschrijver, voor f 12.600.
GRIMSBY.
Grimsbygrootste visschershaven ter
wereld. Waar dagelijks worden gelost de
vangsten van 30 tot 60 stoomtrawlers die de
visch halen uit de Noordzee, de Witte Zee.
van IJsland's rotsachtige kusten en van an
dere verafgelegen streken. Stad die groot
werd door een onverwoestbare energie, in de
17e en 18 eeuw door een drukke walvisch-
visscherrij, de laatste halve eeuw door een
met ongelooflijke snelheid opgekomen sloom-
tra wl-visscherij bed r ij fthans met een vloot
van ongeveer 500 stoomtrawlers, waarvan nog
ca. 400 de zeeën bevisschen.
Wat daar in dat visschemporium omgaat,
is iets waarvan we ons in IJmuiden geen
denkbeeld kunnen vormen. De totale opper
vlakte van de dokken is 104 acres of c.a. 45
H.A. waaraan het thans in aanbouw zijnde
vischdok ongeveer 16 H.A. zal toevoegen.
Vierhonderd stoomtrawlers van 10 tot 400 ton
met een bemanning die stormen, ja orkanen
trotseert, die zich door wind noch weer van
haar taak laat afhouden, kruisen dagelijks
de zeeën tot aan -IJsland's Noordkaap en de
Oostkust van Groenland gooien het net uit
in 200 vadem water met als merkpunt een
ijsberg grooter dan de grootste kerk.
Grimsby noemt zich gaarne Great Grimsby
Met haar omzet van 4 millioen, met een
gemiddelde van 360 trawlers per week lieeft
zij daar het recht op. Wil men cijfers? In 1931
werd in Grimsby 13/4 millioen pond tong-
aangevoerd..
IJs.
Jaarlijks wordt in Grimsby meer dan
300.000 ton ijs gefabriceerd door3 fabrie
ken. Voor de 60 a 70.000 ton die IJmuiden
noodig heeft staan er 7 of 8 fabrieken rond
om de Visschershavengedeeltelijk buiten
bedrijf
Vijfhonderd breisters breien met haar
rappe vingers de duizenden netten die jaar
lijks gebruikt worden, terwijl groote etablis
sementen w.o. de wereldvermaarde Grimsby
Coal. Salt and Tanning Co. Ltd. zich bezig
houden met het uitrusten der schepen en met
het voeden der 6000 opvarenden.
De schepen kunnen de dokken te Grimsby
niet zoo gemakkelijk binnenkomen als de Vis
schershaven van IJmuiden. In groepen van
10 worden ze binnengelaten, maar alles gaat
met de regelmaat van een uurwerk. De traw
lers nemen hun plaats in aan de markt en
om 4 uur 's morgens soms nog vroeger komen
de 800 tot 1200 „lumpers" (vischlossers) en
van dit vroege morgenuur af tot het tijd
stip waarop de afslag begint, ongeveer 8
uur, is het één en al bedrijvigheid „aan den
kant" te Grimsby. Zoodra de visch is gelost
wordt het vischruim zorgvuldig schoonge
maakt en gaan de booten weer ijs en kolen
laden en verdere benoodigdheden.
Grimsby heeft zich door de trawlvisscherij
verbazend snel ontwikkeld, schreven wij reeds
Vijftig jaar geleden bedroeg de jaarlijksche
aanvoer ca. 450 ton, in 1931 bereikte de aan
voer het fabelachtige kwantum van 200.000
ton (IJmuiden 56.000 ton).
Ongeveer 700 vischkoopers, bijgestaan door
4000 mannelijk en vrouwelijk personeel, zijn
dagelijks bezig de visch aan den man te bren
gen, in te pakken en te verzenden.. Con
signatiezendingen naar 3000 steden en dis
tributieplaatsen worden dagelijks per spoor
het land in gezonden, die door 40,000 winke
liers- vischbakkers en venters aan- den man
worden gebracht. Visch te Grimsby aange
voerd, wordt denzelfden dag verzonden naar
Londen op 170 mijl van de vischstad gelegen
en daar denzelfden dag verkocht. In menige
stad wordt de visch zelfs, dank zij een ge
raffineerde organisatie denzelfden dag ge
consumeerd waarop ze in Grimsby gelost is.
In 55 „curing houses" wordt de visch, die
niet bestemd is voor den verschen handel
gekopt, gespleten, schoongemaakt en gezouten
in groote tanks en daarna gerookt. En wat
niet gerookt wordt gaat naar de vischmeel-
fabrieken, die jaarlijks 50.000 ton vischmeel
exporteeren.
Lever wordt er verwerkt tot levertraan.
Jaarlijksch ongeveer 50.000 vaten lever, die
3500 ton levertraan opleveren, waarvan een
groote hoeveelheid wordt uitgevoerd.è
En ten slotte nog dit: de trawlervloot van
Grimsby gebruikt jaarlijks 100.000 ton steen
kolen, vijfmaal zooveel als de vloot van IJmui
den.
DE CONTRACTACTIE IN HET
VISSCHERIJBEDRIJF.
ZAL HET NIEUWE JAAR MET EEN
STAKING WORDEN INGEZET?
Donderdagavond vergaderde de algemeene
leiding der IJmuider Federatie aangesloten
bij den Centralen Bond. Besloten werd het
volgende telegram aan de Reedersvereeni-
ging te verzenden.
„Algemeene bestuursvergadering aanwezig
55 bestuurders vakgroepen zeelieden, haven
arbeiders en kolenwerkers, besloten leden
vergadering voor zeelieden, havenarbeiders
én kolenwerkers Maandag 2 Januari te ad-
viseeren te staken indien u uw standpunt
niet wijzigt."
Mocht aan dezen eisch niet worden vol
daan dan zal Maandagmorgen het volgend
advies aan de ledenvergadering worden ge
geven:
„De vergadering, gehoord de door de ree-
ders gestelde eischeir van loonsverlaging en
andere verslechteringen
besluit dat zeelieden, havenarbeiders en
kolenwerkers den arbeid zullen staken, ten
zij de bestaande contracten weer voor een
jaar worden verlengd.
In geen geval zal zonder contract, op welke
beloften of toezeggingen ook, de arbeid
mogen worden hervat, aangezien daardoor
de actie zou worden verplaatst naar een
voor de arbeiders ongunstig tijdstip."
Aangezien niet verwacht kan worden, dat
de Reedersvereeniging haar houding zal
wijzigen is het dus zoo goed als zeker, dat
den eersten werkdag van het nieuwe jaar een
algemeene staking zal worden geprocla
meerd.
BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN.
NEDERLAND.
Eemsmonden. Lichten van Rysum. Tijdelijk
gewijzigd.
Ligging: pl.in. 53 gr. 23' Nb. en 7 gr. 1'
El.
De beide witte groeponderbroken geleide-
lichten van Rysum zijn tijdelijk te zien als
witte vaste lichten.
ENGELAND Oostkust.
Mond Humber, Lichtboei gewijzigd.
Ligging: pl.m. 53 gr. 33 Nb en 0 gr. 11'
El. De periode van 'net witte groeoschitter-
lieht van de lichtboei No. 1 var. Chequer
shoal wordt omstreeks 30 December zonder
nadere aankondiging gewijzigd in 30 sec.
UITBREIDING DER STAKING
Wegensde staking der havenwerkers te
Havre werden verschillende schepen ter ont-
lossing van de lading naar Brest gezonden,
doch ook daar hebben cte werklieden uit so
lidariteit gestaakt. Thans gaan verschillen
de schepen naar Cherbourg om de voor Ha
vre bestemde lading in lichters of pakhuizen
op te slaan.
REEDERIJ BEDRIJF IN ROL'MENIc
Naar de Maasbode meldt is in Roemenië
oen nieuwe reederij gevormd, welke van de
Hamburg Amerika Lijn eenige schepen aan
kocht om daarmede verschillende lijnen te
openen.
IN MOEILIJKHEDEN
Volgens berichten in de Engelsche bladen
zou de White Star Lijn in financieele moei
lijkheden verkèeren. Er zal een commissie
worden gevormd tot onderzoek van den toe
stand en tot beraming van middelen om een
verbetering tot stand te brengen.
ÏJZERVERSCHEPING
Het Zweedsche stoomschip Venersborg is
van Rotterdam aangekomen om een lading
lizer bij de Hoogovens in te nemen en vertrok
daarmede inmiddels naar Westervik. Het van
Amsetrdam komend stoomschip Hebe heeft
bij dat bedrijf eveneens een hoeveelheid ijzer
ingeladen en zette daarmede de reis naar
Hamburg voort.
SCHADE HERSTELD
Het Italiaansch stoomschip Confidenza, dat
de vorige week in de Noordersluis tegen de
besehermingsvlotten de schroefbladen af
sloeg en ter reparatie naar Amsterdam te
ruggesleept werd, heeft daar een nieuwe
schroef gekregen. Het schip vertrok gister
avond naar Vlissingen.
VELSEN
VAN HET PLAATSELIJK CRISIS-COMITé.
Batig saldo der St.-NicoIaas-verloting.
Met groote erkentelijkheid maakt het Da-
gelijksch bestuur van het comité melding
van de ontvangst van f 429,05. afgedragen
door het Verlotingscomité en uitmakende
het batig saldo der St.-Nicolaas-recIame-
campagne.
Het bestuur kan niet nalaten aan allen,
die tot het verkrijgen van dit mooie resul-
staat hebben medegewerkt, zijn oprechten
dank te betuigen. Dank vooral aan de winke
liers, die aan de Verlotings-campagne heb
ben deelgenomen en zich dus niet hebben
laten afschrikken door de ongetwijfeld in
deze gemeente zoo allerwege gevoelde ma
laise.
KERSTCOLLECTE.
Opbrengst verkoop hulsttakjes.
Leidde de gelukkige gedachte van mevr.
Smeenk het vorig jaar tot een alleszins be
vredigend resultaat, ook dit jaar geeft de
uitkomst der inzameling door middel van
den verkoop van hulsttakjes het daeelijksch
Bestuur alle reden tot dankbaarheid.
De verkoop op j.l. Zaterdag heeft voor het
Comité de mooie bate opgeleverd van
f 503,84.
Neemt men in aanmerking den zeer korten
tijd van voorbereiding, alsook het feit. dat
in den laatsten tijd van zoovele zijden wordt
gevraagd, dan is evengenoemde opbrengst
prachtig te noemen. Een woord van oprech
ten dank is hier zeker op zijn plaats, in het
bijzonder aan de vele collectanten, die zich
voor de goede zaak hebben willen geven.