NIEUWS UIT VELSEN, IJMUIDEN EN BEVERWIJK EEN OUD-PLAATSCENOOT BIJ DEVISSCHERIJ IN SOVJET-RUSLAND. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAC 30 DECEMBER 1932 UMUIDEN. Van Oemar naar Astrakan over land en ijs. In een nieuwen brief beschrijft onze vriend de instructeur bij de visscherij van Sovjot- Rusland een reis van Oemar naar Astrakan. Reeds langen tijd had hij het voornemen opgevat, naar Astrakan te gaan, maar door het kwakkelweer was het ijs niet te ver trouwen om met de slede te gaan en het was te dik, dat de booten konden varen. Het was wachten en nog eens wachten of het ging vriezen. Onze vriend benutte den tijd door het maken van een uitstapje naar Ougiteene, waar de viseh wordt ingevroren, speciaal voor export. Weer terug in Oemar hoorde onze vriend, dat er eenige mensclien van Astrakan waren aangekomen. Ze waren drie dagen onderweg geweest. Ik ging mezelf een beetje opwarmen en op een gegeven oogenblik zeide ik tegen mijn pisiwots (tolk): „Zorg dat er morgen ochtend om 8 uur een paard en wagen is, we gaan ook weg", aldus de reisbrief. Voor den tolk was dat natuurlijk niet zoo prettig want hij wist, dat dit voor hem ontslag beteekende, want de tolk moest in Astrakan weer afge leverd worden. Paard en wagen, waren 's morgens present. De „wagen" was een ruwe as, twee wielen, daarover aan beide zijden een paal, voor en achter verbonden als een langwerpig vier kant. Daarop getimmerd een paar planken, ziehier het voertuig, waarmede men een reis gaat ondernemen van 36 uur in een tempe ratuur van 4 gr. bij het vertrek. 16 gr. tijdens de laatste 8 uren. De wagen kwam voor. hooi en bagage opladen en daarbovenop „wij", d.w.z. de koetsier, een vriend die gaarne meewilde, de „pisiwots" en de schrij ver. Oeman was nog niet uit het gezicht of daar begon de pret al. Alles om ons heen was riet, ongeveer 3 M. hoog en 3 c.M. dik. Ik vraag den koetsier of we over Okraine, een dom aan de route van de stoombooten gaan. Neen zegt hij, want daar kunnen we niet over het Us. Na een uur rijden, steeds tusschen het riet, dat als brandstof wordt gebruikt, door ko men we aan een dorp waar we een van de 20 monden van de Wolga moeten oversteken. Eerst liepen we met ons vieren gearmd en flink stampende, over het ijs. Dat ging. Toen kreeg onze vriend het paard onder z'n hoede en de anderen trokken den wagen over het ijs. „Ik heb niet veel haren, maar aan elke haar hing een droppel zweet, want het ijs golfde als een zeetje aan het strand". Maar we kwamen aan den overkant, ook de wagen met de bagage. En nu ging het de steppen in. „Die steppen" schrijft, hij, „zal ik dat ooit van mijn leven vergeten?" Wagensporen in slijk- grond over eenige duizenden meters hard be vroren en daarover rechthoekig rijden met een kar zonder vceren. Na een paar uur moest onze briefschrijver even loopen. De heele weg voerde langs niet anders dan woeste grond met hier en daar wat riet. Dan kwamen we weer bij een rivierovergang, waar het gezelschap tenslotte ook veilig over kwam. De voerman vertelt, dat het land 's zomers geheel onder water staat en dat er dan volop gelegenheid is om er mooie karpers te van gen. Zoodra de bergen het water loslaten, loopt alles onder water, eenige duizenden vierkante kilometers en de visschen vinden rijk voedsel in hetgeen koeien en paarden op het land hebben achtergelaten. Het wemelde er van rietvinken, men kon ze met de hand vangen. Wat zou hier een goede bouwgrond te maken zijn, gaat de brief dan voort. Men legt bij ons de Zuiderzee droog om bouwgrond te verkrijgen, die grond is vol zand, maar hier, waar alles overstroomd wordt met zoet water is een rijke teelgrond in een onuit- puttelijken voorraad beschikbaar. We gaan weer een rivier over. Het ijs wordt beter, paard en wagen gaan over zonder ba gage en 's middags 4 uur, bij den vierden overgang gaan paard, wagen èn bagage over, de vier mannen er naast. Aan den overkant gekomen meende de voerman, dat we wel een glfo thee zouden willen drinken. Maar een restaurant of iets dergelijks is in geen velden of wegen te vinden. We gaan er met drie man op uit en „met m'n ongelukkig Russisch krijg ik een huis te pakken, waar de huls vrouw zegt: „pasaltse", hetgeen alstublieft beteekent. Gauw zitten we binnen. De oven wordt opgestookt, de theeketel klaargemaakt evenals brood en na verloop van 20 minuten is de zaak klaar. Ik vraag aan de huisvrouw, aldus onze vriend, of er geen melk te krijgen is. „Natuurlijk". En spoedig stond een kan met 5 L. melk van eigen koeien voor ons. De room dreef er dik op. De vriendelijke hospita zette zich bij ons aan tafel en zorgde er voor, dat onze kom men of glazen niet leeg werden. Wij hebben heerlijk gegeten en gedronken en onze waardin legde een gastvrijheid aan den dag waar éen Hollander een puntje aan kan zuigen. Toen ik vroeg wat het kostte werd gezegd: „nitsjewo". Onze vriend gaf de dochter, va der of moeder wilden het niet aannemen, 10 Roebel. Nadat de voerman weer had inge spannen werd dc reis onder een hartelijk „deswidania" (tot weerziens) voortgezet. De Russen houden er een eigenaardige on hebbelijkheid op na. Als je vraagt, hoever het van hier is naar die en die plaats zeggen ze bijv.: 5 K.M. gang! Dat „gang" beteekent dan „en nog wat" en dit „en nog wat" is meestal meer dan de genoemde afstand. Zoo vroeg onze vriend aan de hospita, hoever het nog was naar Astrakan. „30 K.M. gang". Hij kende deze gewoonte toen nog niet, rekende 15 K.M. naar het dorp waar men zou over nachten en nog 15 K.M. van daar naar As trakan. Half negen op stap. half ell' in As trakan werd uitgerekend. Die 15 K.M. naar het naaste dorp kwam vrijwel uit. Het begon na het afscheid van de gulle Russische boeren spoedig donker te worden en de voerman verdwaalde. We gingen het ijs weer over en dan weer terug en eindelijk is de voerman weer op het goede spoor. Hij is in z'n hum. Hij zingt: „ik zit op mijn wagen, mijn paard loopt goed. ik heb drie man bij mij op den wagen zitten, ik was den weg kwijt maar nu heb ik hem weergevonden. Ginds zie ik het dorp waar we gaan slapen". We kwamen in een groot dorp, waar naar ik vernam visscherij en veeteelt wordt uitge oefend. De pisiwots en de vriend gaan op zoek naar een slaapgelegenheid. Ze hebben geen succes. Onze vriend trad een kantoor binnen, denkende dat het een vergaderlokaal was van de partij. De tolk volgde. Aange klopt. Morsna! (binnen). Het bleek dat we verzeild waren in een visscherij trust. We vroegen naar een gelegenheid om te over nachten. Direct staat iemand van het gezel schap op, brengt ons naar een familie, waar we allen slapen kunnen. Ook hier was men zeer vriendelijk tegen de gasten. De huisvrouw kookte een pot soep, waarvoor de gasten het vleesch dat zij bij zich hadden, leverden. En om 9 uur 's avonds zaten er 9 man, 8 Russen en 1 IJmuidenaar rond een pot fijne soep. Men smulde kostelijk. Na een verkwikkende rust worden de gas ten den volgenden morgen 7 uur door de huisvrouw gewekt met een herhaald „sta- wag". De thee was al klaar. De kosten? Voor het paard 2 roebel, voor de mannen elk 1 roebel. Dankbaar waren de menschen, dat ze wat extra's kregen. Voor het vertrek vroeg onze vriend hoever het nog was naar Astrakan, waarop werd ge antwoord: 30 K.M. gang! Als het zoo door gaat zijn we het volgend jaar nog niet in Astrakan, meende onze vriend. Onder hevige koude werd het laatste ge deelte van de reis afgelegd. Om één uur kwam de toren van Astrakan in het gezicht en de voerman zong. „ik zie den toren van Astrakan en als ik daar ben heb ik geld ver diend, dan ga ik inkoopen doen op de markt en ga morgen weer naar huis". De reizigers komen langs de werf „Stalin", waar allerlei machinerieën gemaakt worden. Alle gebouwen die daar zijn verrezen, zijn groot en mooi. Een electrische tramlijn is aangelegd naar een dorp. speciaal voor het vervoer van arbeiders. Grootsch is het werk, dat daar tot stand wordt gebracht. Een groot verschil met het armoedige Oemar. Te kwart voor vier kwam het gezelschap in de buitenwijken van Astrakan aan. Onze vriend liét, niet zoodra er een electrische tram te zien was, den voerman stoppen on een paar minuten later bracht de electrische tram hem naar de plaats van bestemming, het Moskba-Hotel. De avontuurlijke tocht was volbracht. De Nederlandsche Reederijen in 1932. Dc zeevaart is evenals de industrie, handel enz. al eenige jaren in dc verdrukking, maar 1932 is wel een buitengewoon slecht jaar geweest voor onze reederijen. Staatssteun is in die mate noodig gebleken, dat een organi satie daarvoor moest worden gevormd. Onze krachtigste reederijen de Stoomvaart Mij. Nederland en dë Rotterdamsche Lloyd hebben de afvaarten met de mailbooten moe ten inkrimpen tot een driewekelijkschen dienst. Vele schepen zijn naar het buiten land of voor sloop verkocht geworden, waar bij schepen, die nog geen 20. jaar oud waren en die nog in uilstekenden staat verkeerden. Wanneer we de reederijen de revue laten passeeren. zien wij, dat de Stoomvaart Mij. Nederland drie harer schepen verkocht, n.l. de Bali naar Griekenland, het passagiersschip Koningin der Nederlanden (dat aanvankelijk evenals verleden jaar de Prinses Juliana, aan de Kon. Ned. Stoomboot Mij. was verkocht en na ombouw door deze reederij voor haar lijn op West-Indië zou gebruikt worden) en de vrachtboot Borneo voor sloop. Verder ver loor de Mij. Nederland de vorige maand door brand haar prachtige passagiersschip Pieter Corneliszoon Hooft. De Rotterdamsche Lloyd verkocht verschil lende vrachtschepen n.l. de Toba (een vroeger in Japan gekocht schip) naar Griekenland, de Merauke en Deli voor sloop in ons land en de Samarinda voor sloop naar België. De Holland-Amerika Lijn verkocht haar passagiersschip Nieuw Amsterdam voor sloop naar Japan en de vrachtschepen Noorderdijk naar Italië en Stadsdijk naar Griekenland. Van de Vereenigde Scheepvaart Maat schappij te 's Gravenhage werd het stoom schip Ridderkerk naar Griekenland verkocht, de Bovenkerk en Wissekerk voor sloop naar Italië en de Oostkerk voor sloop naar Japan. De Hollandsche Stoomboot Mij. te Amster dam verkocht het stoomschip Scheldestroom, dat geregeld in den dienst op Wést-Afrika voer. voor sloop naar Italië. De Java-China- Japan Lijn verkocht de stoomschepen Tjipa- nas en Tjimenteng evenals de Scheldestroom vroegere vrachtschepen van de Mij. Neder land. benevens de Tjiliwong, voor sloop naar Japan. De NederlandschZuid-Afrikaansche Stoomvaart Mij. te Amsterdam, korter I-Iol- land-Zuid-Afrika Lijn genaamd, hield op te bestaan. Het stoomschip Jagersfontein van deze reederij werd naar Griekenland ver kocht, de vier andere schepen dezer reederij gingen over aan de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Mij. De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam verkocht de oude passagiersschepen Nickerie en Commcwyne, die jaren lang dienst deden in de lijn Am sterdamParamaribo, naar Italië. terwijl het vrachtschip Eos ook naar Italië verkocht werd. De Stoomvaart Mij. Hilligersberg te Amster dam verkocht haar oudste stoomschip Boom berg naar Estland, de Stoomvaart Mij. Noord zee haar stoomschepen Ruurlo en Groenlo naar Finland. Van de Stoomvaart Mij. Triton (firma Ruys) te Rotterdam werden de in 1919 ge bouwde stoomschepen Walcheren en Marken naar Griekenland verkocht. De firma Th. van Ommeren te Rotterdam verkocht haar in 1925 gebouwd stoomschip Killdrecht naar Duitschland. De Nederl. Indische Tankboot Mij. te 's Gra venhage verkocht het stoomschip Pearl Shell voor sloop naar Japan, hetgeen de Koloniale Petroleum Mij. te 's Gravenhage deed met haar stoomschip Soengei Gerong. De N.V. Wester Scheepvaart Mij. te Rotter dam verkocht haar stoomschip Slotlaan naar Griekenland. Deze reederij bezat voor eenige jaren drie groote vrachtschepen, thans nog maar één schip. Een oude Nederlandsche reeder is de heer W. H. van der Zee, die voor den grooten oorlog te Smyrna in Klein-Azië was gevestigd en haar bedrijf in hoofdzaak in de Levant uitoefende. Later is de zetel naar Stamboel verplaatst en thans is de reederij te Alexan- dric gevestigd. Deze reeder verkocht in 't af- geloopen jaar vier schepen en wel de Myriel, Helca en Carol naar Engeland en cle Helena naar Turkije. Het is ons niet bekend, of cleze reeder nog meer schepen bezit. Vermoe delijk zijn de drie eerste schepen wel eigen dom gebleven, doch onder Engelsche vlag gebracht, gelijk bijv. ook geschied is met drie schepen van de Scheepvaart- en Steenkolen Mij. te Rotterdam, zulks vanwege de depre ciatie van het Engelsche pond. Zoo werden ook de stoomschepen Rijn en Theems van de N.V. Dordtsche Zeediensten, welke geregeld van Dordrecht op Londen varen, onder En gelsche vlag gebracht. Deze reederij werkt echter voor een groot deel met Engelsch kapitaal. Tenslotte moeten wij nog noemen den ver koop van het schoomschip Little Evy naar Tsjecho-Slowakije, van het motorschip Valk naar Frankrijk en van het stoomschip Rijs wijk der firma Erhardt en Dekkers te Rot terdam naar Reomenië. In totaal werden dus in 1932 naar het buitenland of voor sloop verkocht 37 stoom- en motorschepen, terwijl de P. C. Hooft door brand verloren ging. In 't geheel dus een ver lies van 38 schepen, terwijl 6 Nederlandsche schepen onder vreemde vlag werden ge bracht. In vorige jaren heeft onze koopvaardijvloot ook wel veel schepen door verkoop en sloopen verloren, doch dan stond daartegenover de aanwinst van nieuwe schepen. Thans is deze aanwinst nauwelijks van eenige beteekenis De Rotterdamsche Lloyd kreeg het nieuw gebouwde vrachtschip Bengalen in de vaart, terwijl voor de Nederlandsche Stoomvaart Mij. Oceaan te Amsterdam het stoomschip Polyphemus in de vaart kwam. Een te Rot terdam nieuw opgerichte reederij, de N.V. Atlantische Vrachtvaart Mij., kocht een Engelsch stoomschip aan, dat met den naam Delia in de vaart kwam doch onder Pana- meesche vlag. De Nederlandsche Koloniale Petroleum Mij. te 's Gravenhage kocht in. Venezuela een stoomschip aan, dat in Djirak werd her doopt. Alzoo staat tegenover het verlies van 38 schepen dus een aanwinst van slechts 3 schepen. Wij zullen heel ver moeten terug gaan, om een jaar te vinden, waarin zulk een klein getal schepen onze vloot kwam vermeerderen. Hierbij laten we de kleine, meest in Groningen gebouwde schoener- of .motorscheepjes buiten bespreking. En wan neer de toestand niet spoedig ten gunste ver andert, zal het met onze reederijen nog veel slechter worden en zullen er, evenals de Holland-Zuid-Afrika Lijn, meerdere moeten verdwijnen. Intusschen mogen we nog dank baar zijn, dat niet als in andere landen ver schillende reederijen met groote subsidies van den staat in 't leven moeten worden gehou den.. Wel steunt de staat thans reederijen, maar daarbij heeft hij ook zeggenschap in ;t beheer. En de bedragen zijn maar luttel vergeleken bij wat de Vereenigde Staten per jaar bijleggen, om de Amerikaansche koop vaardijvloot in stand te houden. MARKTPRIJZEN. Tarbot per K.G. 1.20—1. Griet per 50 K.G. 30—12.50. Tongen per K.G. f 1.350.75. Groote schol per 50 K.G. 18.5017.50. Middelschol per 50 K.G. f 2319. Zetschol per 50 K.G. 23—21. Kleine schol per 50 K.G. 2210. Schar per 50 K.G. 5.10—3.30. Rog per 20 stuks 1911. Vleet per stuk 3.25. Kleine middelschelvisch per 50 K.G. f 17 16. Kleine schelvisch per 50 K.G. 134. Kabeljauw per 125 K.G. 24—22. Gullen per 50 K.G. 7—1.50. Leng per stuk 0.900.63. Heilbot per K.G. 1.10. Wijting per 50 K.G. 2.80—1 40. Koolvisch per stuk 2013 cent. Makreel per 50 K.G. f 14— 8.50. Groote hake p. kist 125 K.G. 116. Middel hake p. kist 125 K.G. f 108. Kleine middel hake p. kist 50 K.G. f 34. Kleine hake p. kist 50 K.G. f 2515. BESOMMINGEN. Trawlers: Silvain IJm. 116 90 manden 580. Gerberdina Johanna IJm. 38 400 m. 2100, Condor IJin. 72 55 manden 1400. Beuger: VI. 86 810. Logger: Sch. 250 f 680. COMMISSIE VAN OVERLEG OOGOVENS, ENZ. Bij de onlangs gehouden verkiezing van i 7 leden van cle Commissie van Overleg uit de beambten der Kon. Ned. Hoogovens- en Staalfabrieken. Mekog en Cemy zijn geko zen de heeren W. Bakker, J. H. Meijer en N. Verkerk, technische beambten, J. H. Kroons- berg, J. W. F. Sligting, administratieve be ambten, G. van Eyk, ovenbaas, cokesovens en J. A. Gouwèleeuw, baas Fosfaalfabriek. Een bestuur werd gekozen, bestaande uit de heeren N. Verkerk, voorzitter, J. W. F. Slig ting, secretaris en J. A. Gouweleeuw. PERSONALIA. De heeren M. Gróotveld en A. C. van Rijn beiden te IJmuiden, zijn te 's Gravenhage geslaagd resp. als schipper op stoomvisschers vaartuigen en als stuurman. RADIOVERBINDING MET SCHEPEN. De volgende schepen zijn Vrijdag 30 De cember 1932 in radiotelegrafische verbinding met het kuststation Scheveningen Radio: Baloeran. Barentsz, Crijnssen. Dempo, Flandria, Joh. v. Oldenbarnevelt, Kota Agoeng. Kota Baroe. Kota Pinang, Marn. v. St. Aldegonde, Orania. Oranje Nassau, van Rensselaer, Sibajak, Van Spilbergen, Staten dam, Venezuela. IJMUIDENSCHE VISCHAUTO VERONELUKT. IN LIMBURG IN DE RAILS GERAAKT. Woensdagmorgen wilde de bestuurder van een vrachtauto der fa. Santen te IJmui den, op den Rijksweg te Arcen (L.) voor een voor hem uitrijdende kar uitwijken, waarbij hij met de wielen van zijn auto in de tram rails langs den weg bleef vastzitten. De auto slipte, kwam. dwars over den weg te staan en botste tegen eenige boomen aan, waar na hij omsloeg. Gelukkig hadden er geen persoonlijke on gelukken plaats. Ofschoon de de auto bijna geheel vernield werd, kreeg de chauffeur door de glasscherven slechts eenige onbe duidende verwondingen. Schelvisch, kabel jauw, tong, schol en andere vischsoorten la gen in rijke hoeveelheid over den weg ver spreid. NOG MEER INVOERBEPERKING De Vereenïging van Finkenwarder Kust- visschers heeft in een vergadering de wensch uitgesproken, dat nog meer beperking van den vischinvoer zou worden voorgeschreven omdat zij door den grooten invoer ten zeer ste in hun bedrijf geschaad werden. RUSSISCHE ANTHRACIET Het Gricksche stoomschip Afroessa pas seerde hier van Mariopel naar Amsterdam met een volle lading Russische anthraciet uit het Donbekken. SCHOOLBOUW Het bestuur der Chr. school te Heemskerk had den bouw van een nieuwe school willen opdragen aan den heer C. de Feber. alhier, maar door een foutieve ongave van dezen inschrijver was dit niet mogelijk. Thans is de bouw opgedragen aan den heer C. Nelis te Wijk aan Duin, zijnde op drie na laagste inschrijver, voor f 12.600. GRIMSBY. Grimsbygrootste visschershaven ter wereld. Waar dagelijks worden gelost de vangsten van 30 tot 60 stoomtrawlers die de visch halen uit de Noordzee, de Witte Zee. van IJsland's rotsachtige kusten en van an dere verafgelegen streken. Stad die groot werd door een onverwoestbare energie, in de 17e en 18 eeuw door een drukke walvisch- visscherrij, de laatste halve eeuw door een met ongelooflijke snelheid opgekomen sloom- tra wl-visscherij bed r ij fthans met een vloot van ongeveer 500 stoomtrawlers, waarvan nog ca. 400 de zeeën bevisschen. Wat daar in dat visschemporium omgaat, is iets waarvan we ons in IJmuiden geen denkbeeld kunnen vormen. De totale opper vlakte van de dokken is 104 acres of c.a. 45 H.A. waaraan het thans in aanbouw zijnde vischdok ongeveer 16 H.A. zal toevoegen. Vierhonderd stoomtrawlers van 10 tot 400 ton met een bemanning die stormen, ja orkanen trotseert, die zich door wind noch weer van haar taak laat afhouden, kruisen dagelijks de zeeën tot aan -IJsland's Noordkaap en de Oostkust van Groenland gooien het net uit in 200 vadem water met als merkpunt een ijsberg grooter dan de grootste kerk. Grimsby noemt zich gaarne Great Grimsby Met haar omzet van 4 millioen, met een gemiddelde van 360 trawlers per week lieeft zij daar het recht op. Wil men cijfers? In 1931 werd in Grimsby 13/4 millioen pond tong- aangevoerd.. IJs. Jaarlijks wordt in Grimsby meer dan 300.000 ton ijs gefabriceerd door3 fabrie ken. Voor de 60 a 70.000 ton die IJmuiden noodig heeft staan er 7 of 8 fabrieken rond om de Visschershavengedeeltelijk buiten bedrijf Vijfhonderd breisters breien met haar rappe vingers de duizenden netten die jaar lijks gebruikt worden, terwijl groote etablis sementen w.o. de wereldvermaarde Grimsby Coal. Salt and Tanning Co. Ltd. zich bezig houden met het uitrusten der schepen en met het voeden der 6000 opvarenden. De schepen kunnen de dokken te Grimsby niet zoo gemakkelijk binnenkomen als de Vis schershaven van IJmuiden. In groepen van 10 worden ze binnengelaten, maar alles gaat met de regelmaat van een uurwerk. De traw lers nemen hun plaats in aan de markt en om 4 uur 's morgens soms nog vroeger komen de 800 tot 1200 „lumpers" (vischlossers) en van dit vroege morgenuur af tot het tijd stip waarop de afslag begint, ongeveer 8 uur, is het één en al bedrijvigheid „aan den kant" te Grimsby. Zoodra de visch is gelost wordt het vischruim zorgvuldig schoonge maakt en gaan de booten weer ijs en kolen laden en verdere benoodigdheden. Grimsby heeft zich door de trawlvisscherij verbazend snel ontwikkeld, schreven wij reeds Vijftig jaar geleden bedroeg de jaarlijksche aanvoer ca. 450 ton, in 1931 bereikte de aan voer het fabelachtige kwantum van 200.000 ton (IJmuiden 56.000 ton). Ongeveer 700 vischkoopers, bijgestaan door 4000 mannelijk en vrouwelijk personeel, zijn dagelijks bezig de visch aan den man te bren gen, in te pakken en te verzenden.. Con signatiezendingen naar 3000 steden en dis tributieplaatsen worden dagelijks per spoor het land in gezonden, die door 40,000 winke liers- vischbakkers en venters aan- den man worden gebracht. Visch te Grimsby aange voerd, wordt denzelfden dag verzonden naar Londen op 170 mijl van de vischstad gelegen en daar denzelfden dag verkocht. In menige stad wordt de visch zelfs, dank zij een ge raffineerde organisatie denzelfden dag ge consumeerd waarop ze in Grimsby gelost is. In 55 „curing houses" wordt de visch, die niet bestemd is voor den verschen handel gekopt, gespleten, schoongemaakt en gezouten in groote tanks en daarna gerookt. En wat niet gerookt wordt gaat naar de vischmeel- fabrieken, die jaarlijks 50.000 ton vischmeel exporteeren. Lever wordt er verwerkt tot levertraan. Jaarlijksch ongeveer 50.000 vaten lever, die 3500 ton levertraan opleveren, waarvan een groote hoeveelheid wordt uitgevoerd.è En ten slotte nog dit: de trawlervloot van Grimsby gebruikt jaarlijks 100.000 ton steen kolen, vijfmaal zooveel als de vloot van IJmui den. DE CONTRACTACTIE IN HET VISSCHERIJBEDRIJF. ZAL HET NIEUWE JAAR MET EEN STAKING WORDEN INGEZET? Donderdagavond vergaderde de algemeene leiding der IJmuider Federatie aangesloten bij den Centralen Bond. Besloten werd het volgende telegram aan de Reedersvereeni- ging te verzenden. „Algemeene bestuursvergadering aanwezig 55 bestuurders vakgroepen zeelieden, haven arbeiders en kolenwerkers, besloten leden vergadering voor zeelieden, havenarbeiders én kolenwerkers Maandag 2 Januari te ad- viseeren te staken indien u uw standpunt niet wijzigt." Mocht aan dezen eisch niet worden vol daan dan zal Maandagmorgen het volgend advies aan de ledenvergadering worden ge geven: „De vergadering, gehoord de door de ree- ders gestelde eischeir van loonsverlaging en andere verslechteringen besluit dat zeelieden, havenarbeiders en kolenwerkers den arbeid zullen staken, ten zij de bestaande contracten weer voor een jaar worden verlengd. In geen geval zal zonder contract, op welke beloften of toezeggingen ook, de arbeid mogen worden hervat, aangezien daardoor de actie zou worden verplaatst naar een voor de arbeiders ongunstig tijdstip." Aangezien niet verwacht kan worden, dat de Reedersvereeniging haar houding zal wijzigen is het dus zoo goed als zeker, dat den eersten werkdag van het nieuwe jaar een algemeene staking zal worden geprocla meerd. BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN. NEDERLAND. Eemsmonden. Lichten van Rysum. Tijdelijk gewijzigd. Ligging: pl.in. 53 gr. 23' Nb. en 7 gr. 1' El. De beide witte groeponderbroken geleide- lichten van Rysum zijn tijdelijk te zien als witte vaste lichten. ENGELAND Oostkust. Mond Humber, Lichtboei gewijzigd. Ligging: pl.m. 53 gr. 33 Nb en 0 gr. 11' El. De periode van 'net witte groeoschitter- lieht van de lichtboei No. 1 var. Chequer shoal wordt omstreeks 30 December zonder nadere aankondiging gewijzigd in 30 sec. UITBREIDING DER STAKING Wegensde staking der havenwerkers te Havre werden verschillende schepen ter ont- lossing van de lading naar Brest gezonden, doch ook daar hebben cte werklieden uit so lidariteit gestaakt. Thans gaan verschillen de schepen naar Cherbourg om de voor Ha vre bestemde lading in lichters of pakhuizen op te slaan. REEDERIJ BEDRIJF IN ROL'MENIc Naar de Maasbode meldt is in Roemenië oen nieuwe reederij gevormd, welke van de Hamburg Amerika Lijn eenige schepen aan kocht om daarmede verschillende lijnen te openen. IN MOEILIJKHEDEN Volgens berichten in de Engelsche bladen zou de White Star Lijn in financieele moei lijkheden verkèeren. Er zal een commissie worden gevormd tot onderzoek van den toe stand en tot beraming van middelen om een verbetering tot stand te brengen. ÏJZERVERSCHEPING Het Zweedsche stoomschip Venersborg is van Rotterdam aangekomen om een lading lizer bij de Hoogovens in te nemen en vertrok daarmede inmiddels naar Westervik. Het van Amsetrdam komend stoomschip Hebe heeft bij dat bedrijf eveneens een hoeveelheid ijzer ingeladen en zette daarmede de reis naar Hamburg voort. SCHADE HERSTELD Het Italiaansch stoomschip Confidenza, dat de vorige week in de Noordersluis tegen de besehermingsvlotten de schroefbladen af sloeg en ter reparatie naar Amsterdam te ruggesleept werd, heeft daar een nieuwe schroef gekregen. Het schip vertrok gister avond naar Vlissingen. VELSEN VAN HET PLAATSELIJK CRISIS-COMITé. Batig saldo der St.-NicoIaas-verloting. Met groote erkentelijkheid maakt het Da- gelijksch bestuur van het comité melding van de ontvangst van f 429,05. afgedragen door het Verlotingscomité en uitmakende het batig saldo der St.-Nicolaas-recIame- campagne. Het bestuur kan niet nalaten aan allen, die tot het verkrijgen van dit mooie resul- staat hebben medegewerkt, zijn oprechten dank te betuigen. Dank vooral aan de winke liers, die aan de Verlotings-campagne heb ben deelgenomen en zich dus niet hebben laten afschrikken door de ongetwijfeld in deze gemeente zoo allerwege gevoelde ma laise. KERSTCOLLECTE. Opbrengst verkoop hulsttakjes. Leidde de gelukkige gedachte van mevr. Smeenk het vorig jaar tot een alleszins be vredigend resultaat, ook dit jaar geeft de uitkomst der inzameling door middel van den verkoop van hulsttakjes het daeelijksch Bestuur alle reden tot dankbaarheid. De verkoop op j.l. Zaterdag heeft voor het Comité de mooie bate opgeleverd van f 503,84. Neemt men in aanmerking den zeer korten tijd van voorbereiding, alsook het feit. dat in den laatsten tijd van zoovele zijden wordt gevraagd, dan is evengenoemde opbrengst prachtig te noemen. Een woord van oprech ten dank is hier zeker op zijn plaats, in het bijzonder aan de vele collectanten, die zich voor de goede zaak hebben willen geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 10