Keuki OUDEJAAR. De Vrouw in de XXe eeuw. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 30 DECEMBER 1932 OOK DE NIET-SLANKE DAMES KUNNEN ELEGANT ZIJN! Als we mode-tijdschriften inzien, of we bezoeken mode-shows, krijgen we onwille keurig den indruk, dat al die elegante din gen en de vreugde om modern gekleed te gaan, alleen voor de slanke, of tenminste normale figuurtjes bestemd te zijn. Daarbij ligt het slechts aan de zelfcritiek en het smaakgevoel van de niet-slanke vrouw, om net zoo goed en modern gekleed te kunnen gaan. We hebben het er onlangs nog over gehad, dat zij natuurlijk nooit dwarsstrepen moet dragen en zich liever bij de lengtestrepen moet houden. Een blik in den spiegel zal haar ook vertellen, dat het heel kleine, randlooze hoedje het gezichtje nóg voller doet schijnen, dan het in werke lijkheid reeds is, terwijl het moderne hoedje met rand het gezicht iets smaller en langer maakt. De iets gezette dame moet ook zoo voorzichtig zijn, om nooit' kousen en schoen tjes van sterk verschillende kleur te dragen. Indien beide in harmonieerende kleuren zijn gehouden, zal daarmede een heel wat gun stiger effect worden bereikt. Ook ronde of vierkante halsopeningen moeten worden vermeden. De V-vormige halsopening ver dient verreweg de voorkeur. De dame met smalle schouders en breede heupen moet af stand doen van overdadige garneering en probeeren, door schouderverbreeding in de kleeding, de heupen smaller te doen schij nen. En de vrouw met krachtige schouders brengt geen garneering op blouse of toiletje aan, die als het ware als blikvangers dienst doen en er dus nog meer de aandacht op vestigen. Ook het dragen van keelbandjes of strak aangehaalde sjaaltjes en doekjes is voor de vrouw met een dikken of korten hals ver keerd. Inplaats van dit lichaamsdeel op deze. wijze te maskeeren, valt het nog meer op.' Beter is het in zoo'n geval een donker kleedje van soepele stof te dragen met een lage hals, zonder garneering. YVONNE. EEN AARDIG HANDWERKJE. We geven hier de verkleinde afbeelding van een rond servetje, dat ook is te gebrui ken als thee- of sierkleedje, daar men er natuurlijk nog meer dan drie bloemmotief- jes op kan brengen. De zoom is met den festonsteek bewerkt en het geheel bestaat uit grof, roomkleurig linnen. Van het motief zijn de steeltjes lichtgroen, de kelkjes blauw-groen en de bloemblaadjes korenblauw. Op het modelletje zijn dricbloemmotiefjes aangege ven, doch noodzakelijk is dit niet, ook met één enkel motief is een mooi geheel te ver krijgen. Het feston is eveneens korenblauw gehouden terwijl men inplaats van room kleurig linnen, lichtgroen, rose of wit kan kiezen. Het linnen, halflinnen of katoen, dat men aan het stuk kan koopen, is vrij wat voordeeliger dan het klaargekochtc. Daarbij getuigt zoo'n zelf bewerkt, keurig kleedje altijd van den persoonlijken smaak van de huisvrouw. En als men eenmaal weet, hoe vlug het maken van dergelijke handwerkjes gaat, en welke verrassende resultaten er niede zijn te bereiken, krgijt men er stellig schik in. Moeten de geborduurde werkjes dikwijls in de wasch, dan is het misschien beter, om inplaats van D.M.C.-garen en koordzljde, ge kleurde katoen te gebruiken. Deze is tegen woordig in alle tinten en soorten verkrijg baar. AANNEKE Vl\N BEEK. KINDEREN WILLEN SPELEN! In onzen nuchteren, zakelijken tijd, is het bij het vervaardigen van kinderkleertjes, van het grootste belang, dat we er niet alleen op letten, dat de kleertjes practisch en ge makkelijk zijn en de kinderen niet hinderen bij het spelen, maar ook, dat ze kinderlijk zijn en de fantasie van het kind wat te doen geven. Speeljurkjes en pakjes kunnen we met weinig moeite voorzien van toepas selijke, echt kinderlijke applicaties, o.a. in den vorm van dierfiguurtjes. De zoo moderne kleurige schortjes kan iedere moeder zelf maken. En de vlug aan te brengen applicaties voorkomt het tijdroovende bor duren. Ook geruite stof, als garneering aan gebracht op effen stof, doet het aardig. De rood-wit genopte stof, die aan paddenstoelen doet denken, is eveneens bijzonder geschikt voor de vervaardiging van kinderkleertjes. Maar kinderkleertjes zijn uit den aard dei- zaak gauw groezelig en moeten dus vaak worden gewasschen. Daarom is het juist in dit geval noodig, dat we er op letten stof te koopen, die kleur- en waschecht is. Deze stof fen zijn tegenwoordig niet duurder meer dan andere en men voorkomt er heel wat teleur stelling mede. WIEN PLAAG JE HET LIEFST? DIE MIJ HET LIEFST IS. Den vorigen keer constateerden wij, dat kinderen evenals volwassenen zich soms thuis anders gedragen dan daar buiten, dat de huisgenooten hun humeurtje krijgen dat ze zich tegenover vreemden beter voor willen doen dan ze zijn. Het kind uit zich thuis zooals het is, maai er kan ook nog wel een andere reden zijn waarom het juist tegen moeder, tegen een zusje of broertje zoo leelijk is. „Flipje schijnt er plezier in te hebben mij te plagen," klaagt moeder. „Hij weet, dat ik 's morgens voort moet maken en hij doet al les om me tegen te werken. Hij verstopt al lerlei wat ik noodig heb, hij wil zich niet vlug aankleeden, niet etenKortom, hij plaagt me." Nu is Flipje in hooge mate „ochtenclziek". Hij wordt humeurig wakker, heeft geen zin om op te staan, ziet den komenden dag niet al te vroolijk in. En moeder is wel vroolijk, ze maakt grapjes, zingt onder het doen van haar werk. En dat kan Flipje niet hebben. Flipje is ontstemd -- en nu moeten de an deren ook ontstemd zijn. Daarom gaat hij moeder plagen, hij be derft haar plezier. Anderen mogen geen pret hebben als hij alles naar vindt. Zoo kan Flipje het ver jaarpartijtje van zijn broertje in de war sturen door met een kwaad gezicht rond te loopen; Flipje heeft om de een of andere reden liet land in en nu mag er niemand plezier hebben. „Maar bij vreemden zal hij zooiets niet doen," zegt moeder, „hij is alleen zoo leelijk tegen ons". En ze is er na aan toe hieruit de conclusie te trekken, dat Flipje niet van hen houdt. Maar het tegendeel is waar. Flipje houdt juist erg veel van zijn moeder en van zijn broertje en hij vindt het naar als ze ver driet hebben. En in een bepaalde stemming, als hij alles zoo akelig mogelijk wil vinden gaat hij zichzelf nog ellendiger maken door hun verdriet te doen. Ilij plaagt an deren. maar hij plaagt het meest zich zelf. Ik geloof, dat het woord leedvermaak hier niet op zijn plaats is. Er is geen vermaak, wel leed, eigen leed vermeerderd met dat van anderen, speciaal van hen die ons het liefst zijn. Het is eigenlijk niets dan zelfkwelling en wie daar neiging toe heeft is niet geluk kig te prijzen. En zijn omgeving zeker ook niet. Een geluk voor het kind als zijn omgeving hem begrijpt, als moedor weet hoe ongeluk kig hij wel is op het moment dat hij zoo stout doet. Ze zal er dan ook de juiste hou ding tegenover weten te vinden, ze zal het beschouwen als een karakterfout van haar kind en niet als een persoonlijke bcleediging. Het kind merkt dat al gauw; moeder be grijpt dat hij toch van haar houdt, wat hij ook zegt. Moeder wordt niet ongelukkig omdat hij broer nlaagt, ze begrijpt alleen dat hij zich ongelukkig voet. Op zoo'n moment van „iedereen verdriet .willen doen" neemt hij haar dat kwalijk. Maar het volgend oogenblik is hij haar er o, zoo dankbaar voor. Hij heeft niet gemeend, wat hij dead en zei en moeder weet dat. Hij hoeft niets uit te leggen, niets goed te maken. En het is een wonder wat begrijpende lief de vermag op een karakter. Zekpr op zoo'n karakter, dat zooveel behoefte heeft aan be- grepen-worden. BEP OTTEN. 9 v v «r De Oudejaarsavond biedt gelegenheid tot het verorberen van allerlei heerlijkheden; eenige zeer gebruikelijke zijn wel de appel beignets en de sneeuwballen, en als hartige lekkernij, de huzarensla. Hiervan zal ik u de recepten geven. Appelbeignets: 125 gr. bloem, 10 gr. gist, een snuifje zout, 2 d.L. lauwe melk, 5 zure appelen, suiker, kaneel, een ijzeren potje met olie of vet. Meng de gist aan met 11/2 d.L. lauwe melk, vóeg het zout en de bloem toe en klop alles tot een glad beslag, verdun dit met de rest van de melk en laat het toegedekt in een teiltje met warm water op een lauwwarm hoekje van het fornuis een uur rijzen. Boor en schil de appelen, laat ze, bestrooid met suiker en kaneel een uurtje staan. Laat het vet dampend heet worden, dompel de appel schijven in het beslag en bak ze vlug goed- bruln. Laat ze even op een grauw papier uit lekken, schik ze op een verwarmde schotel, bestrooi ze met basterdsuiker of gezeefde poedersuiker en dien ze zoo warm mogelijk voor. Sneeuwballen: 125 gr. bloem, 2 d.L. water, 50 gr. boter een snuifje zout. 4 eieren, 50 gr. rozijnen, poedersuiker, een ijzeren potje met olie of vet. Breng het water met de boter en het zout aan dc kook, neem de pan van het vuur en roer vlug de bloem door de vloeistof, tot er geen klontjes meer zijn en de massa als een bal van den bodem loslaat. Roer hierdoor één voor één de eieren en het laatst de gewas schen rozijnen. Laat het vet niet te heet wor den. vorm met twee lepels balletjes van het deeg en bak ze 7 a 10 minuten, zoodat ze mooi goudbruin van kleur zijn en 2 maal hun oorspronkelijke grootte hebben bereikt. Laat ze even op een grauw papier uitlekken, rol ze rondom in de gezeefde poedersuiker en stapel ze op een platte schotel, die met een taartrandje is bedekt. Dit beslag levert onge veer 15 sneeuwballen, zij kunnen ongevuld en gevuld worden gepresenteerd. In het laatste geval worden de sneeuwballen gedeeltelijk opengesneden en gevuld met stijfgeslagen room (1 d.L.)die met wat poedersuiker is ver mengd. Huzarensla(5 personen); 250 gr. vleesch- resten. S koude aardappelen. 1 zure appel. 1 biet. 2 hardgekookte eieren, 3 lepels slaolie, 3 lepels azijn, uitjes, augurkjes, 1 kropje sla, desgewenscht wat mayonnaise. Hak het vleesch, de aardappelen, de appel, de uitjes en het grootste deel van de biet in fijne stukjes, maak hiervan met de olie en azijn een samenhangende massa. Schik de sla op een groote schotel of 5 kleine schotel tjes. bedek ze met mayonnaise garneer ze met streepjes biet, partjes ei (of fijngemaakt eiwit en eidooier) en waaiervormig" gesneden augurkjes, en leg een randje van malsche slablaadjes er omheen. Een toepasselijke neering voor een groote schotel is een klok, waarvan de wijzers en cijfers bestaan uit streepjes (zooals de kerkklok op de Groote Markt bii avond), die gemakkelijk van dunne plakjes biet kunnen worden gesneden. De klok wijst twee minuten vóór twaalf aan. C. F. Dit jaar laat geen prettige herinnering achter; we zijn blij dat het om is, hoewel we niet weten, wat 1933 ons zal brengen. Maar diep in ons hart meenen wij, dat het toch niet slechter meer kan worden dan het nu al is, en daarom gaan we hoopvol het nieuwe jaar in. En ook omdat wij wel weten dat een begin hoopvol moet zijn, wil het ook maar de geringste kans van slagen hebben: want wie aan iets begint met het idee: het lukt toch wee): niet, dien mislukt het ook vrij zeker. Stel u eens voor, er komt iemand bij u aan de deur om te probeeren iets te verkoo- pen, maar zijn gezicht drukt al duidelijk uit: het zal natuurlijk wql weer mis zijn; of u hoort het aan zijn moedelooze stem, of zijn slappe houding drukt het uit. Als u zijn koopwaar dan niet bepaald stx-ikt noodig heeft stuurt u hem zeker weg, want hij gelooft er immers zelf niet in! In tijden van welvaart en voorspoed mag dat al eens gelukken, omdat de vraag het aanbod overschrijdt. Dan wordt er niet zoo zeer gelet op een norsch of lusteloos uiter lijk, of een slappe manier van optreden, dan is men al blij dat het verlangde te krijgen is. Maar wanneer het aanbod de vraag over vleugelt, moeten alle zeilen worden bijgezet, om resultaten te krijgen, en dan is een moe dig geloof in het eigen werk een belangrijke stap in de goede richting. Wij huisvrouwen merken hiervan dagelijks den invloed: u komt een winkel binnen, waar een gedrukte stemming heerscht, de misère spreekt uit alles tot u; het zal u be nauwen, omdat u er toch niets aan kunt doen, en u zult een volgend maal naar een ander gaan, waar de zorgen misschien even groot zijn, maar waar een opgewekte, hoop volle toon heerscht. Nu is het natuurlijk voor den eenveel moeilijker om zijn opgewektheid te bewaren in tijden van tegenspoed dan voor den an der, maar er zijn ook menschen voor wie het klagen en mopperen een tweede natuur is ge worden en die altijd met een lang gezicht rondloopen. Maar let nu eens op, hoe deze menschen veranderen, wanneer zij een pretje hebben: plotseling straalt de vroolijkheid van hen af, ja zij kunnen zelfs de gangmakers zijn van het heele festijn. En diezelfde menschen uiten hun misnoe gen over anderen, die luchthartig door het leven dansen en zich nergens om bekomme ren, niet inziende dat zij naar den anderen kant precies even dom doen als de lucht- hartigen. Deze Oudejaarsavond eischt hoop voor de toekomst van ons: komt de verbetering dan werkelijk, dan zullen wij deze ook het eerst als een verbetering erkennen, en er ons voor deel mee kunnen doen. Maar wie somber in een hoekje zitten, en zich laten verlammen door de zorgen, zulien de eerste vleugjes van verbetering niet be merken, en zij zullen achteraan komen om dat anderen die op hun qui vive waren de eerste kansen van verbetering hebben benut. E. E. J.—P. BISSCHOPWIJN. Benoodigd: Een flesch gewone roode wijn (bijv. „Médoc"), een sinaasappel of citroen, wat kruidnagelen en pijpkaneel. Het is aan te raden, voor de bereiding geen gebruik te maken van een alluminium pan, liever ijzer of goed emaille te nemen. De wijn wordt in de pan gegoten, de kruidnagelen en pijpka neel stoppen we In den citroen en deze gaat dan in den wijn. Er wordt zooveel suiker aan toegevoegd, als overeenkomt met onzen smaak. De pan wordt nu op het vuur gezet en we laten den wijn nu minstens een uurtje lang zaam trekken (niet koken!). Dan is onze bis schopwijn gereed 'en we hebben daarmede, samen met de appelbeignets, op oudejaars avond een smakelijke en niet dure verrassing voor onze gasten. Wanneer de huisvrouw bijtijds met de voor bereiding voor de feestdagen begint, dan kan ze met heel wat minder kosten dan gewoon lijk het geval is, zelf lekkernijen bereiden. Wat vooral smakelijk is op Oudejaarsavond zijn de hartige schoteltjes, zooals sandwiches met ham, zalm en tomaten belegd. Ze kunnen reeds 's middags klaargemaakt worden en bewaard onder een vochtigen doek blijven ze versch. Op elk gebied bezuiniging en beperking. Is het wonder, dat de vrouw, die als huisvrouw haar uitgaven moet inkrimpen, in verband met het gemeenschappelijk inkomen, en die als arbeidster zelden als volkomen gelijk waardig wordt behandeld, in het afgeloopen jaar in ruime mate haar deel kreeg van de moeilijkheden, waaronder de geheele wereld zucht? Voor haar vallen over het algemeen weinig winstposten te boeken, veeleer verlies! Dit geldt voor eigen land en voor het buiten land. De gehuwde arbeidster heeft bij ons en ook elders, in de le plaats te lijden onder ontslag; maar de ongehuwde, ook als zij kostwinster is voor een oude moeder, een ge- bi-ekkige zuster of bloedverwant, wordt even eens getroffen in haar inkomen, haar pen sioen en wachtgeldregeling. Ook wat de opleiding betreft dreigt aan alle kanten achteruitgang. Het Nijverheids onderwijs, de Vrouwenarbeidscholen worden slachtoffer van den tijds eisch, wat niet enkel voor de betrokkenen een ernstig nadeel be- t.eekent, maar ook voor het gezin, dat partij trekt van de voorbereiding der meisjes voor de gezinstaak, evenals de maatschappij. Het is iets anders of de huisvrouw met behoor lijke kennis van waren, voedingsleer, koken, het maken en onderhoud van klee ding, het huishouden verzorgt, of dat zij uit onwetendheid levensmiddelen en grondstof fen verspilt en verwaarloost, ondoelmatig koopt, haar materiaal onhygiënisch behan delt. Het is iets anders, of zij met ecnig in zicht in zuigelingenzorg, opvoeding, zieken verpleging, eerste hulp bij ongelukken, haar kinderen grootbrengt, of dat zij telkens zon digt tegen de beginselen der gezondheidsleer en paedagogie, omdat haar moederinstinct niet dicht genoeg staat bij dat van het dier, om uit de natuur juist te handelen, en haar gezond verstand put uit de ervaringen van een vroeger geslacht, dat fouten beging, welke bij den tegenwoordigen stand van de weten schap niet behoeven te worden gemaakt. Aan den eenen kant neemt het aantal toe van hen, die de vrouw volstrekt willen terug drijven naar de sfeer van de huishouding, zonder ernaar te vragen, of haar individueele aanleg meer wetenschappelijk of artistiek is of gaat in dc richting van handel of nijver heid. Aan den anderen kant is het merkwaar dig, dat men in daden dc verheerlijkte taak der huisvrouw weinig eer bewijst, door de voorbereiding daartoe voor het kind uit de klassen, welke ze het meest behoeven, in te krimpen en daardoor op lager peil te brengen. We herinneren verder aan de auaestie van de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam, hoewel zij tenslotte haar bestaan zal kunnen voortzetten in den geest van een particuliere school met subsidie. Dit zijn een paar grepen, ten bewijze, dat men ook op de terreinen, waar de vrouw als zoodanig haar goede kansen moet hebben, weinig rekening houdt met haar belangen en die van onze cultuur. Het is niet mogelijk oen volledig overzicht te geven van dc wijzigingen in de positie der vrouw en van haar actie In 1932. Wc zullen ons dus bepalen tot enkele feiten, waarop onze algemeene indruk van achteruitgang berust: Wij denken aan de uitspraak van het Int. Hof van Justitie in zake den nacht arbeid van vrouwen in leidende posities in de Industrie. Het betrol de interpretatie van de Conventie van Washington van 1919. of n.l. deze ook van toepassing was oo vrouwen in leidende posities. 1-Iet vraagstuk was het Hof van Justitie voorgelegd door den Volken- 1932 voor de Vrouw. bondsraad op verzoek van het Int. Arbeids bureau. Met 6 tegen 5 stemmen besliste het Hof, dat de Conventie toepasselijk was op alle vrouwen in de industrie. Natuurlijk is er hier geen quaestie van feministische of anti- feministische neigingen bij het Hof. Het be trof zuiver een tekstuitlegging, maar de con sequentie is, dat de anti-feministen hier triomfeeren, terwijl wat de juridische quaes tie betreft twijfel mogelijk scheener was slechts één stem meerderheid bij het Hof. Gevolg zal zijn, dat de 25 landen, die de Con ventie hebben aanvaard, haar thans hebben uit te voeren, zoodat de vrouwen in leidende posities in de industrie dezer landen in het vervolg geen nachtarbeid meer zullen mogen doen en daardoor wellicht worden geschaad in haar positie. Nederland, België, Frankrijk, Engeland en Zwitserland behooren o.a. tot de landen die den maatregel zullen hebben toe te passen. Tekstwijziging van de Conven tie zou de eenige uitkomst zijn voor de vrou wen, maar al wordt de Conventie ook in an dere opzichten niet algemeen bewonderd, die wijziging zal door de protesten der vrouwen organisaties nog wel niet worden uitgelokt, in elk geval was het natuurlijk de bedoeling der Conventie haar te beschermen, die de bescherming noodig hebben, de arbeidsters in zeer afhankelijke positie, die tegen haar zin nachtarbeid moeten verrichten. Hier zijn de arbeidsorganisaties altijd opgekomen voor de zwakken. Maar de vrom.en in verantwoor delijke posities, die werk doen, dat haar lief is en daarom naast de lusten ook de lasten willen aanvaarden, vragen geen bescherming en het Is treurig, dat over haar beslist wordt als over kinderen, zonder dat zij erin worden gekend. Hier zijn de arbeidsorganisaties in haar advies te ver gegaan. Tegenover dergelijke feiten, schijnt veel wat dit jaar gebeurde op gebied van de vrouw van geringe beteekenis, zoodat we niet te veel waarde zullen toekennen aan de oprich ting van een „Plaatselijke Vrouwenraad" in Den 1-Iaag, welke slechts van beteekenis kan zijn voor de samenwerking van de vrouwen- vereenigingen in Den Haag en voor propa ganda voor Nationalen en Internationalen Vrouwenraad. Deze laatste stelde in het af geloopen jaar in verband met den ongunsti- gen economischcn toestand zijn Executive- meeting te Stockholm een jaar uit. De slechte financiën schijnen geen invloed te hebben gehad op een aantal buitenlandsche studie beurzen voor studeerende vrouwen. Voor en kele daarvan is de tijd om te sollïciteercn nog niet verstreken. Men wende zich om inlich tingen tot de Secretaresse van de Ned. Ver. van Vrouwen met, Academische opleiding, dr. M. E. de Jong, Hobbemakade 115 I, Amster dam. Aan dc Vredes- en Ontwapeningsactie hebben de vrouwen ook dit jaar een zeer werkzaam aandeel genomen, terwijl in de landen, waar dc vrouwen bet kiesrecht nog niet hebben, dc strijd wordt voortgezet. In Spanje bezitten zij het thans, in Portugal schijnt een wetsontwerp in voorbereiding, dat het kiesrecht verleent aan vrouwelijke gezinshoofden. Dc Fransche vrouw kwam nog niet veel verder, de vrouw in Uruguay zag in het parlement een wetsontwerp ten gunste van haar kiesrecht aangenomen, in Brazilië werd de vrouw als kiezer gelijkge rechtigd. Ook hier kunnen we slechts aan stippen. Naast het vele sombere enkel jubilea van individuen en vereenigingen, positieverbete ring voor een enkele, maar over het algemeen meer verlies dan winst in 1932. Moge 1933 in dit en in alle opzichten verbetering brengen. EMMY J. BELINFANTE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 14