j HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. De Vrouw in de XXe eeuw. BRIEVEN UIT BERLIJN. Hoe het eens was. Hoe het geworden is. Raampoort omstreeks 1750. De tegenstanders van de vrouwenbeweging beweren wel, dat het maar een kleine min derheid van vrouwen is, die rechten verlan gen, dat de gemiddelde vrouw liever door den man beschermd en gekoesterd wordt, dan zelf haar bestaan te veroveren, en dat de meerderheid der vrouwen onverschillig is voor vrouwenkiesrecht en veranderde huwe lijkswetgeving. Er ligt hierin een kern van waarheid, welke echter niets bewijst tegen het streven van de feministen, of hoe men hen wil noemen, om de vrouwen, die onbe schermd door het leven moeten gaan, zoo sterk mogelijk te doen staan in den moei lijken strijd om arbeid en brood. Het is nu eenmaal een der uitingen van het menschelijk egoïsme, dat de meesten de noodzakelijkheid van een ding niet inzien, voordat zij zelf hebben geleden onder het ge mis er van. Zoo gaat het ook met het recht van de vrouw om te werken op het terrein, dat het meest met haar aanleg overeenstemt, om dank zij een goede opleiding haar arbeid zoo goed mogelijk te verrichten en na dat zij niet meer in staat is te arbeiden, te kunnen rusten, dank zij het zelfverdiende pensioen. Zoo gaat het met het recht der gehuwde vrouw haar eigen goederen te mogen behee- ren. een overeenkomst te mogen teekenen, te mogen beslissen naar welke school haar kin deren zullen gaanom een greep te doen uit de rechten, die door de vrouw, wier hu welijk harmonisch en gelukkig is, niet wor den begeerd, omdat medezeggingschap haar stilzwijgend wordt toegestaan, maar welke de vrouw, die in eenig conflict komt, ten ge volge van het haar ontbrekende recht, be gint te verlangen of voor zich opeischt, al naarmate haar karakter meer passief of meer agressief is. We hoorden onlangs nog van een vrouw, die een huurcontract had getepkend, omdat liet huis haar beviel, en die daarna smadelijk moest bekennen aan den hulsbaas, dat haar man zich niet met haar keuze vereenigde, zoodat het contract dat ln goed vertrouwen was gesloten niet geldig was. De man beriep zich er op, dat de handteekening van zijn vrouw niets waard was, en de huisbaas, die hieraan niet had gedacht leed de schade, want hij had iemand anders al weggestuurd, omdat hij meende, dat zijn huls verhuurd was, en deze was in dien tusschentijd elders klaar gekomen. De verhuurder was opeens een vijand van de wetgeving, welke de ge huwde vrouw tot een lijdelijke rol veroordeelt, maar aan dergelijke opportunistische vrien den hebben de vrouwen niet heel veel. Wel heeft de vrouwenbeweging veel te danken aan groote mannen, die uit zichzelf, uit rechtsgevoel, of uit eerbied voor de vrouw, opkwamen voor de erkenning van haar ge lijkwaardigheid, voor de mogelijkheid haar invloed meer tot zijn recht te doen komen in maatschappij en staat Bij or was het een Multatuli, die onder dc eersten was, die begrepen, wat de invloed der vrouw kon be teeken en, en na hem hebben de vrouwen in ons land zeer vele ridderlijke mannen gevon den, die in de samenleving en in de wetge ving hervormingen verlangden, welke de vrouw een nieuwe plaats zouden doen inne men. In Noorwegen waren het mede twee ge niale schrijvers, die het ieder op eigen wijze uitten, dat de haar toegekende rol van pop voor de vrouw zelf en voor de maatschappij noodcloos verlies beteekende. Ibsen en Björn- stjerne Björnson kunnen beiden aanspraak maken op de dankbaarheid der vrouwen in hun land en over het algemeen, al mogen er onder de vrouwen van het jonge geslacht zijn. die zich liever zouden onttrekken aan de zware verantwoordelijkheid, welke in dezen moeilijken tijd op haar rust. Nu in December het eeuwfeest van den grootcn Noorschen dichter is gevierd, is het goed nog eens te herdenken, wat hij voor de vrouw heeft gedaan, hoe hij haar waarde als hoedster van "t gezin heeft begrepen en op den voorgrond heeft gesteld en juist daarom heeft gemeend, dat zij de mannen, de maat schappij kon redden. Hij had vertrouwen in de vrouw en daarom ook ln haar moed. Niet door haar klein te houden en terug te drin gen naar de warme huiskamer, waar zij vreemd bleef aan den strijd, dien haar zonen straks zouden moeten strijden, wilde hij haar eeren. maar door haar te plaatsen ln het volle leven en te gelooven ln haar overwin ning. wilde hij haar een eereplaats verzeke ren naast den man. Zijn beste vrienden telde hij zelf onder de vrouwen. Hij zag in de vrou wenbeweging een der groote middelen voor de evolutie der volken, en het was vooral ook ln de vredesbeweging, dat hij alles verwach te van de vrouw, wanneer zij haar plaats als mensch volkomen zou hebben verkregen. In het December-nummer van het Bulletin van den Int. Vrouwenraad wijdt een Noor- sche. Fru Anna Serhne. presidente van dc Vereeniging van Noorsche onderwijzeressen >die kort geleden de onderscheiding ontving van de orde van St. Olav (le klasse) als dank voor haar bewonderenswaardig werk voor het meer uitgebreid onderwijs in Noorwegen) een artikel aan Björnson waarin zij zijn be- teekenis bovenal als opvoeder in het licht stelt, en er op wijst d-t voor hem in het gezin de hernieuwde kracht van dc liefde is ver persoonlijkt ln de vrouw, wier reinheid en {tracht dc bronnen van het leven vormen, Björnson en de Vrouw. waaruit het ras voortdurend gezondheid en geluk put Zij is volgens Björnson de sterkste steunpilaar van de samenleving. Zij moet zich doen eerbiedigen als behoedster van het leven, zij moet zich opheffen tot het peil, van de taak welke haar toekomt, de gelijke van den man te worden op elk gebied. We weten, dat er zullen zijn, die hier in vel zet komen tegen de gedachte van volkomen gelijkheid, maar het spreekt vanzelf, dat Björnson, die vertrouwen heeft in de geeste lijke en moreele kracht der vrouw, hier heeft gedacht aan de gelijkstelling door de wet en de maatschappij, en aan de gelijkwaardig heid der vrouw, waardoor iedere vrouw op het gebied, dat het meest overeenstemt met haar gaven en neigingen het beste kan ge ven, dat in haar is. Dat hij zelf niet één vrou wentype ziet, maar naast het reine jonge meisje, tot elke opoffering bereid, sterke vrouwen heeft geteekend als Tora Parsberg, bewijst, dat hij niet verwacht, dat alle vrou wen éenzelfden weg zullen gaan, maar wel da allen, welke wegen zij ook zullen zoeken, het best haar echt vrouwelijke eigenschap pen zullen kunnen ontplooien, als zij zich vrij kunnen ontwikkelen, niet worden belemmerd door eenzijdige wetten of maatschappelijke vooroordeelen. Alle ware vrienden van de vrouw zullen juist zoo denken. Al mogen er onder de jonge meisjes zijn die de vroegere voorvechtsters teleurstellen door haar cynis me en perversiteit, we zijn het ergste weer te boven en de jongste generatie zoekt weer betere wegen, al is ook voor haar het leven steeds moeilijker. Reden te meer om naast en met den man te strijden en hem niet alleen te laten zoeken naar de oplossing van de meest ingewikkelde vraagstukken. EMMY J. B. •WAAROM ZIJN DE NEGERS ZWART? Het is bekend, dat stoffen van dezelfde samenstelling, maar van verschillende kleur, meer warmte absorbeeren, naarmate zij donkerder gekleurd zijn. Legt men in den zonneschijn twee lapjes laken, een wit en een zwart, naast elkaar op de sneeuw, dan zal na eenigen tijd het witte nog op de zelfde plaats te vinden zijn, maar het zwarte een eind in de sneeuw zijn gezonken, daar het warmte genoeg heeft geabsorbeerd om de onderliggende sneeuwlaag voor een deel te doen smelten. Als in den zomer een zwart geverfde of donkerbruin geteerde schutting door de zon wordt beschenen, wordt zij zoo warm, dat de aanraking met de hand eenigs- zins pijnlijk kan zijn; een wit of in lichte kleuren geverfde schutting van hetzelfde materiaal blijft betrekkelijk koel. Lichte kleuren voor zomercostuums hebben dus nog een andere reden van bestaan dan de voor schriften van de mode. Met het oog op deze bekende feiten zou men kunnen vragen, of Moeder Natuur onze zwarte broeders niet zeer stiefmoederlijk had bedeeld. In het wetenschappelijk overzicht van het Journal des Débats wordt deze vraag besproken. Ten eerste wordt opgemerkt, dat hetgeen men in tropische landen het meest te vree zen heeft, niet de zonnehitte is, maar de zonnesteek. De waarneming nu heeft geleerd dat de donkere huidkleur het gevaar voor een zonnesteek aanmerkelijk vermindert. Bergbestijgers weten, dat in de hoogere streken der Alpen de huid onder den invloed van de zonnestralen zeer pijnlijk wordt; naar DE WILSONSBRUC. Op de plaats waar nu de Wilsonsbrug ge vonden wordt, stond vroeger de Raampoort. Een plek, die vooral karakteristiek was door den fraaien slanken molen. De Raampoort zelf kon niet concurreeren in schoonheid met de andere poorten. Eenige oude teekeningen gevraagd Om onze serie te volmaken zouden wij gaarne teekeningen hebben (alleen om na te teekenen) van de Kruispoort en van den watermolen die aan de Leidschevaan stond op de plaats waar nu de Kathedraal gebouwd is. Kan een lezer ons daaraan helpen? mate echter de huid bruiner van kleur is geworden, wordt de werking der zonnestralen minder pijnlijk en hinderlijk. Het beste mid del, om zich tegen die werking, die zich bij gevoelige personen zelfs door loslaten van een deel der opperhuid openbaart, te be schermen, is zich het aangezicht zwart te maken. De zon werkt niet slechts door haar warmte-stralen, maar ook door haar „che mische" stralen, en deze zijn voor den mensch het gevaarlijkst en de eigenlijke oorzaak van de zonnesteken. Zij dx-ingen door de opper huid heen, bereiken de lederhuid, en wer ken op den bloedsomloop en het zenuwstel sel. Het is de lederhuid, die beschermd moet worden. Nu absorbeert inderdaad het zwarte pigment van de huid de zonnestralen, maar door dit te doen, belet het hen tot de leder huid door te dringen en daar onheil te stich ten. De zwarte laag is dus een beschut tend scherm, een natuurlijke hinderpaal voor de desorganiseerende uitstralingen. Maar al wordt op deze wijze de huid ver dedigd en beschermd, zal de zich daarin op- hoopende warmte niet zeer hinderlijk wor den? Hierin wordt voorzien door de groote hoeveelheden vet. die de huid der negers be vat. Dit vet bezit een groot uitstralings vermogen voor wartestralen; wat het zwarte pigment zou verzamelen en bewaren, wordt dus door het vet weer teruggezonden. Als de natuur dc negers zwart heeft gemaakt, dan is zij volkomen logisch geweest. EEN PALEIS VAN JUSTITIE PER SPOOR VERVOERD. Een der laatste nummers van den Scientific American b^vat een mededeeling over het vervoer van een compleet gebouw van 12 meter breedte, 15 meter diepte en 16 meter hoogte. Dit gebouw, waarin ook het gerechts hof zijn functiën uitoefende, moest worden getransporteerd over een afstand van 30 kilometer, van Hemigfort naar Alliance, beide in den staat Nebraska. Het.huis werd los gemaakt van de fundeeringen, met domme krachten opgevijzeld, op een stevige balk laag bevestigd, welke laatste weer plaats vond op vier zware trucks. Om het gevaarte dat natuurlijk aan beide kanten sterk uit stak, gedurende het traject in evenwicht te houden, plaatste men er voor en er achter twee goederenwagens, -.zwaai; met gietijzer beladen, en verbond dié wagens door middel van kettingen met de hoeken van het ge bouw. Het vervoerlangs den spoorweg eischte drie uren en liep zonder ongelukken af. Het trof, dat er op den weg geen enkele tunnel was! EEN UITVINDING VAN Dr. ROLF SIEVERT. Dank zij een ingenieuze vinding van Dr. Rolf Sievert, leider van het Radiumhuis te Stockholm, is het mogelijk, dat de kracht van een radium-uitstraling gedurende een behan deling in een ziekenhuis te Sjanghai nauw keurig kan worden gemeten in een Stock- holmsch laboratorium. Zeer belangrijke expe rimenten 'hebben reeds plaats gehad. Vroeger paste men tot het meten van de kracht eener radium-uitstraling veel gecompliceerder en minder betrouwbare methoden toe. Het eerste model van Dr. Sieverts apparaat bestond uit een kleinen hollen bal van metaal en een nog kleineren dergelijken bal die van den eerste is geïsoleerd door vier barnsteenen staafjes. De binnenste bal is geladen met elec- triciteit van een bepaalde spanning en wan neer de bal gedurende 30 secoxxden aan uit straling wordt blootgesteld, verliest de bin nenste bal een zekere hoeveelheid van zijn electrische ladiixg, die den waarnemer in staat stelt de sterkte vaix de radium-uitstraling nauwkeurig vast te stellen. In een nieuwer model is de bal vervangen door ceix holle naald, waardoor de sterkte ook in lichaamsholten, zooals neus en oor, kan worden gemeten. Heeft men het apparaat aan de straling blootgesteld, dan wordt het naar Stockholm overgezonden, waar de juiste sterkte wordt bepaald. Ook de radio-activiteit van metalen, ertsen, bronnen enz. kan op deze wijze worden geme ten. -r aw*.-'- H Wi/NA' Waar na de Wilsonsbrug is. Regen en wind inpiaats van sneeuw en ijs. Geen winter* sport in het Zuiden. Leege berghotels en volle theaters. Een historisch slot, dat goede zaken maakt. (Van onzen correspondent). Wilde paarden als Filmspelers. In dc Califomische bergen wordt een groote dierenfilm opgenomen. Bovenstaande foto toont een wild paard, dat men voor dc opnemingen de rotsen opjoeg. Voor liet. ver krijgen van indrukwekkende beelden worden hier middelen aangeioejid, die elke dieren vriend schokken. Berlijn, Januari. Men begint zich hier af te vragen, of in derdaad de geleerden gelijk hebben, die met alle geweld beweren, dat de Aarde langzaam maar zeker aair het afkoelen is. Menschen, die op het oogenblik tusschen de 50 en 60 jaren oud zijn, kunnen zich uit hun kinder jaren nog werkelijke Winters de „W" met een hoofdletter te schrijven herinneren. Winters, die sneeuw en ijs brachten, weken lang, en sport zooveel je maar hebben wil dezijn die eigenlijk voor altijd voorbij? Ja, ik weet wel, dat het zoo nu en dan nog wel eens bitter koud kan zijn. Zoo denk ik aan den winter 1929, toen we hier in Berlijn in de buitenwijken 32 tot 35 gr. C. beneden het vriespunt meemaakten. Woei daar een Noordenwind bij, dan was het zoo bar koud, dat men er tegen op zag de verwarmde wo ning te verlaten. Natuurlijk, dat was een echte winter Maar hoe zeldzaam zijn zulke winters ge worden! Berlijn was vroeger een bij uitstek koude stad in de echte wintermaanden. Dat kwam natuurlijk door de hoog-en-droge lig ging op een zandig plateau, dat open ligt voor de Noord-Oosten winden uit het niet al te verre Rusland en de nabije Oostzee, 's Zo mers hadden wij veel grooter hitte dan in West- en Zuid-Duitschland, 's winters veel lager temperaturen. Vandaar dan ook, dat het schaatsenrijden in deze wereldstad steeds hoog in eere stond en dat, als ook de enorm- uitgestrekte meren rondom Berlijn dichtge vroren waren (wat intusschen slechts zelden voorkwam) de ijsjachten hun zeilen konden hijschen en met meer dan 100 K.M. snelheid voorwaarts vlogen. Uitnemende schaatsenrijders heeft Berlijn in die echte winterjaren gekweekt. Kunstrij ders vrij wel uitsluitend, in tegenstelling met Nederland, waar het hard-rïjden altijd meer in eere gebleven is. Nu zijn we al jaren lang op de kunstijs banen aangewezen. Honderden tennisbanen midden tusschen de huizenblokken worden weliswaar begin December reeds onder wa ter gezet in de hoop, dat ze bevriezen en de jeugd lokken zullen maar na een of twee dagen ijsvreugde is dan het ijs weer tot wa ter geworden en siepelt langzaam weg, totdat het door een somber matregentje weer uit hemelsche reserves pleegt aangevuld te wor den. Weken lang plegen we wat veel erger is in onze thans zoo somber geworden Ber- lijnsche winters de zon niet meer te zien. De toch al zoo korte dagen krimpen tot weinige schemeruren ineen, de menschen worden eerst kriegel, dan snip-verkouden, tenslotte ernstig ziek. Griep exx influenza, longont steking' en angina doen de ronde. De griep vooral is in Berlijn de laatste jaren van eeix hoogst eigenaardig karakter. Niet meer zoo levensgevaarlijk en plotseling in hevigheid toenemend, acuut, als vroeger maar chro nisch, sleepend, en daax'door doodelijk ver moeiend en fnuikend voor alle energie. Men is niet „werkelijk ziek" exx toch ook allesbe halve gezond, werkt slechts op halve kracht en onder heftige inspanning. Wie meent, dat men zelf een uitzondering is, komt spoedig op andere gedachten als men links en rechts verneemt, dat vermoedelijk half-Berlijn door deze sleepende griep aangetast is, die zich zoo makkelijk uitbreidt dank zij de besmet ting in trams en overvolle ondergrondsche spoortreinen, in bioscopen en restaurants, kortom overal waar honderden menschen niezend, proestend en hoestend tezamen zijn. Men weet eigenlijk niet, wat men ten slotte wenschen moet. Dit ongezond-vochtige wixxterweer zonder vorst van beteekenis heeft natuurlijk het voordeel, dat de nog altijd tal- looze werkloozen exi armen minder gebrek lijden dan bij felle koude, waartegen zij zich nauwelijks beschermen kunnen, het geval ware. Maar aan den anderen kant zijn juist deze ax'me, oixdervoede menschen het eerst vatbaar voor de ongunstige invloeden van deze kwakkel winters, en het is daxi ook geen wonder, dat onze ziekenhuizen op het oogen blik overvol zijn en de sterftecijfers weer eens naar boven vliegen. De Duitscher is altijd een bijzonder lief hebber van de wintersport geweest. De spoor laat in de winter rondom Kerstmis honder den extra-treinen naar de zeer talrijke centra voor deze wintersport loopen. Vooral de ski-sport heeft hier tienduizen den hartstochtelijke aanhangers, zoodat. het zelfs in deze weken geoorloofd is, de ski's in de gewone wagens van de D-treinen mee te nemen. Maar ditmaal is de sneeuw vrijwel overal in Duitschland weggebleven. Slechts in de zeer hoog gelegen centra, in de eerste plaats natuurlijk rondom het „Schneeferner- haus", het fantastisch gelegen hotel aan de Duitsch-Oostenrijksche grens, bovenop den hoogsten Duitschen berg, de Zugspitze, is ook dit jaar volop sneeuw te genieten. Men bedenke, dat de hotels der winter sportcentra het van enkele, hoogstens 4 tot 5 weken per jaar hebben moeten. Dan pleegt het in der Taunus, in Thüringen, op den Fichtelberg, den Schaulnsland, bij dc Rcif- tragersbaude in Silezië, in Qberstdorf, Qai- misch-Parterskirchen, op den Feldberg in het Zwarte Woud, in Oberschreiberhau, rondom Reichtesgaden en in tientallen andere centra zoo boordevol te zijn, dat de ski'ers een wa ren wedloop om hotels en pensionkamers be ginnen. Ook dit jaar zijn vrijwel overal alle kamers bezet geweest. Maar nog geen vier dagen na aankomst, toen het Kerstfeest voorbij was, begon een massa-vlucht terug naar de groote steden. Slechts de optimisten bleven en be studeerden de wolkenformatie en de weer berichten. De pessimisten echter kregen gelijk want sneeuw en vorst bleven uit. De regen kwam er voor in de plaats. Regen en geen zon, wind en geen sneeuw. Die somberste winter, dien men zich voorstellen kan. En nu zitten we in onze huizen en staren naar buiten in een eindeloos-naargeestige triestigheid, in een symphonic in mineur, grootsch misschien voor wie daar gevoel voor heeft, neerdrukkend voor het overgroote deel der Duitsche menschheid, die nu door niets meer van de miserabele politiek en de som ber economische ontwikkeling wordt afgeleid. Is het een wonder, dat bioscopen, theaters, restaurants en tea-rooms van deze situatie profiteeren. Een van de grootste attracties van Bessi is sinds den zomer 1932 het „slot Marquardt', dat noord-westelijk van de stad Potsdam aan een liefelijk meer gelegen is. Een bezitting van historische beteekenis door den tegenwoordigen eigenaar, den industrieel Ravené. aan de bekende wijnfirma Kempinski gepacht. Voor de zomermaanden een idyllisch oord, restaurant en intiem hotel, met een heerlijk park. prachtige grasvelden, zwaar geboomte, een klein strand met zwemge- legenheid, kortom „the topic of the day". Maar voor de wintermaanden zou niemand den genialen exploitant succes voorspeld heb ben. Drie kwartier rijden per auto buiten de uiterst westelijke wijken der stad, moei lijke omnibusverbinding. En dan sombere regendagen, week-in, week-uit! Is dat ietst voor een bezoek in December of Januari? En toch is dit slot bijna dagelijksuitver kocht. De menschen zoeken afleiding, wur men anderhalf uur lang met hun auto door modderige landwegen en druipenden regen om een uurtje in deze historische zalen te zitten, thee of koffie te slurpen en naar operette-wijsjes te luisteren. De wonderlijkste onwinterachtigste winter, die de wereldstad Bessi waarschijnlijk ooit beleefd heeft! H. V. B. HERLEIDING VAN ENGELSCHE MIJLEN TOT KILOMETERS. De lengte van een Engelsche mijl, in kilo meters uitgedrukt, is 1.60952. In den regel verwaarloost men als het niet op groote xiauwkeurigheid aankomt de beide laatste decimalen en stelt de Engelsche mijl op 1610 meter. Dit cijfer geeft een eenvoudige be naderde herleiding aan de hand. Bij het getal, dat de Engelsche mijlen voorstelt, telt men eerst de helft, dan het tiende deel, dan het honderdste deel van dit getal op, hetgeen men gemakkelijk uit het hoofd kan doen. Feitelijk heeft men het dan met 1.61 ver menigvuldigd ELECTRICITEIT BIJ WALVISCHVANGST. De walvischvangst vroeger een romantisch stuk zeemansleven ontwikkelt zich meer en meer tot een industrie, die gebruik maakt van de modernste technische hulpmiddelen. Onlangs zijn zelfs electrische vangapparaten gebouwd, welke vele voordeelen bieden in vergelijking met. de vroegere methode. Zoo lang de walvisschen door middel van de har poen werden gevangen, bestond het gevaar, dat het min of meer verwoxide dier zich los rukte en weder in de golven verdween. Men schat, dat niet minder dan tien procent van de jachtbuit op die wijze verloren ging. Het betreft hier dus een winst van honderddui zenden. terwijl de jacht met de harpoen bo vendien aan honderden zeelieden het leven heeft gekost. Bij de nieuwe methode bedient men zich van een electrische harpoen, die door een ka bel verbonden is met het schip. Het maakt in het geheel geen verschil, op welk deel van het lichaam de 130 pond zware harpoen den walvisch treft. Want zoodra de harpoen het reuzenlichaam aanraakt, wordt het monster door den stroom gedood of althans verdoofd. In ieder geval treedt de dood na enkele oogen blikkexi in en wel volkomen pijnloos. De moeilijkheid bij de toepassing van deze methode bestaat daarin, dat den electrischen stroom zijn juiste kracht moet worden ge geven. Rekening moet worden gehouden met het zoutgehalte van het water en met de grootte van den walvisch, Dc stroomspanning zelf is in het algemeen zeer laag: men heeft reeds walvisschen gedood met een spanning van even zeven volt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 14