j
HET HAARLEMSCHE STADSBEELD.
De Vrouw in de XXe eeuw.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
Hoe het eens was.
Hoe het geworden is.
Raampoort omstreeks 1750.
De tegenstanders van de vrouwenbeweging
beweren wel, dat het maar een kleine min
derheid van vrouwen is, die rechten verlan
gen, dat de gemiddelde vrouw liever door
den man beschermd en gekoesterd wordt,
dan zelf haar bestaan te veroveren, en dat
de meerderheid der vrouwen onverschillig is
voor vrouwenkiesrecht en veranderde huwe
lijkswetgeving. Er ligt hierin een kern van
waarheid, welke echter niets bewijst tegen
het streven van de feministen, of hoe men
hen wil noemen, om de vrouwen, die onbe
schermd door het leven moeten gaan, zoo
sterk mogelijk te doen staan in den moei
lijken strijd om arbeid en brood.
Het is nu eenmaal een der uitingen van
het menschelijk egoïsme, dat de meesten de
noodzakelijkheid van een ding niet inzien,
voordat zij zelf hebben geleden onder het ge
mis er van. Zoo gaat het ook met het recht
van de vrouw om te werken op het terrein,
dat het meest met haar aanleg overeenstemt,
om dank zij een goede opleiding haar arbeid
zoo goed mogelijk te verrichten en na dat zij
niet meer in staat is te arbeiden, te kunnen
rusten, dank zij het zelfverdiende pensioen.
Zoo gaat het met het recht der gehuwde
vrouw haar eigen goederen te mogen behee-
ren. een overeenkomst te mogen teekenen, te
mogen beslissen naar welke school haar kin
deren zullen gaanom een greep te doen
uit de rechten, die door de vrouw, wier hu
welijk harmonisch en gelukkig is, niet wor
den begeerd, omdat medezeggingschap haar
stilzwijgend wordt toegestaan, maar welke
de vrouw, die in eenig conflict komt, ten ge
volge van het haar ontbrekende recht, be
gint te verlangen of voor zich opeischt, al
naarmate haar karakter meer passief of
meer agressief is.
We hoorden onlangs nog van een vrouw,
die een huurcontract had getepkend, omdat
liet huis haar beviel, en die daarna smadelijk
moest bekennen aan den hulsbaas, dat haar
man zich niet met haar keuze vereenigde,
zoodat het contract dat ln goed vertrouwen
was gesloten niet geldig was. De man beriep
zich er op, dat de handteekening van zijn
vrouw niets waard was, en de huisbaas, die
hieraan niet had gedacht leed de schade,
want hij had iemand anders al weggestuurd,
omdat hij meende, dat zijn huls verhuurd
was, en deze was in dien tusschentijd elders
klaar gekomen. De verhuurder was opeens
een vijand van de wetgeving, welke de ge
huwde vrouw tot een lijdelijke rol veroordeelt,
maar aan dergelijke opportunistische vrien
den hebben de vrouwen niet heel veel. Wel
heeft de vrouwenbeweging veel te danken
aan groote mannen, die uit zichzelf, uit
rechtsgevoel, of uit eerbied voor de vrouw,
opkwamen voor de erkenning van haar ge
lijkwaardigheid, voor de mogelijkheid haar
invloed meer tot zijn recht te doen komen
in maatschappij en staat Bij or was het
een Multatuli, die onder dc eersten was, die
begrepen, wat de invloed der vrouw kon be
teeken en, en na hem hebben de vrouwen in
ons land zeer vele ridderlijke mannen gevon
den, die in de samenleving en in de wetge
ving hervormingen verlangden, welke de
vrouw een nieuwe plaats zouden doen inne
men.
In Noorwegen waren het mede twee ge
niale schrijvers, die het ieder op eigen wijze
uitten, dat de haar toegekende rol van pop
voor de vrouw zelf en voor de maatschappij
noodcloos verlies beteekende. Ibsen en Björn-
stjerne Björnson kunnen beiden aanspraak
maken op de dankbaarheid der vrouwen in
hun land en over het algemeen, al mogen er
onder de vrouwen van het jonge geslacht
zijn. die zich liever zouden onttrekken aan de
zware verantwoordelijkheid, welke in dezen
moeilijken tijd op haar rust.
Nu in December het eeuwfeest van den
grootcn Noorschen dichter is gevierd, is het
goed nog eens te herdenken, wat hij voor de
vrouw heeft gedaan, hoe hij haar waarde als
hoedster van "t gezin heeft begrepen en op
den voorgrond heeft gesteld en juist daarom
heeft gemeend, dat zij de mannen, de maat
schappij kon redden. Hij had vertrouwen in
de vrouw en daarom ook ln haar moed. Niet
door haar klein te houden en terug te drin
gen naar de warme huiskamer, waar zij
vreemd bleef aan den strijd, dien haar zonen
straks zouden moeten strijden, wilde hij haar
eeren. maar door haar te plaatsen ln het
volle leven en te gelooven ln haar overwin
ning. wilde hij haar een eereplaats verzeke
ren naast den man. Zijn beste vrienden telde
hij zelf onder de vrouwen. Hij zag in de vrou
wenbeweging een der groote middelen voor
de evolutie der volken, en het was vooral ook
ln de vredesbeweging, dat hij alles verwach
te van de vrouw, wanneer zij haar plaats als
mensch volkomen zou hebben verkregen.
In het December-nummer van het Bulletin
van den Int. Vrouwenraad wijdt een Noor-
sche. Fru Anna Serhne. presidente van dc
Vereeniging van Noorsche onderwijzeressen
>die kort geleden de onderscheiding ontving
van de orde van St. Olav (le klasse) als dank
voor haar bewonderenswaardig werk voor
het meer uitgebreid onderwijs in Noorwegen)
een artikel aan Björnson waarin zij zijn be-
teekenis bovenal als opvoeder in het licht
stelt, en er op wijst d-t voor hem in het gezin
de hernieuwde kracht van dc liefde is ver
persoonlijkt ln de vrouw, wier reinheid en
{tracht dc bronnen van het leven vormen,
Björnson en de Vrouw.
waaruit het ras voortdurend gezondheid en
geluk put Zij is volgens Björnson de sterkste
steunpilaar van de samenleving. Zij moet
zich doen eerbiedigen als behoedster van het
leven, zij moet zich opheffen tot het peil,
van de taak welke haar toekomt, de gelijke
van den man te worden op elk gebied.
We weten, dat er zullen zijn, die hier in vel
zet komen tegen de gedachte van volkomen
gelijkheid, maar het spreekt vanzelf, dat
Björnson, die vertrouwen heeft in de geeste
lijke en moreele kracht der vrouw, hier heeft
gedacht aan de gelijkstelling door de wet en
de maatschappij, en aan de gelijkwaardig
heid der vrouw, waardoor iedere vrouw op
het gebied, dat het meest overeenstemt met
haar gaven en neigingen het beste kan ge
ven, dat in haar is. Dat hij zelf niet één vrou
wentype ziet, maar naast het reine jonge
meisje, tot elke opoffering bereid, sterke
vrouwen heeft geteekend als Tora Parsberg,
bewijst, dat hij niet verwacht, dat alle vrou
wen éenzelfden weg zullen gaan, maar wel
da allen, welke wegen zij ook zullen zoeken,
het best haar echt vrouwelijke eigenschap
pen zullen kunnen ontplooien, als zij zich vrij
kunnen ontwikkelen, niet worden belemmerd
door eenzijdige wetten of maatschappelijke
vooroordeelen. Alle ware vrienden van de
vrouw zullen juist zoo denken. Al mogen er
onder de jonge meisjes zijn die de vroegere
voorvechtsters teleurstellen door haar cynis
me en perversiteit, we zijn het ergste weer
te boven en de jongste generatie zoekt weer
betere wegen, al is ook voor haar het leven
steeds moeilijker. Reden te meer om naast en
met den man te strijden en hem niet alleen
te laten zoeken naar de oplossing van de
meest ingewikkelde vraagstukken.
EMMY J. B.
•WAAROM ZIJN DE NEGERS
ZWART?
Het is bekend, dat stoffen van dezelfde
samenstelling, maar van verschillende kleur,
meer warmte absorbeeren, naarmate zij
donkerder gekleurd zijn. Legt men in den
zonneschijn twee lapjes laken, een wit en
een zwart, naast elkaar op de sneeuw, dan
zal na eenigen tijd het witte nog op de
zelfde plaats te vinden zijn, maar het zwarte
een eind in de sneeuw zijn gezonken, daar
het warmte genoeg heeft geabsorbeerd om de
onderliggende sneeuwlaag voor een deel te
doen smelten. Als in den zomer een zwart
geverfde of donkerbruin geteerde schutting
door de zon wordt beschenen, wordt zij zoo
warm, dat de aanraking met de hand eenigs-
zins pijnlijk kan zijn; een wit of in lichte
kleuren geverfde schutting van hetzelfde
materiaal blijft betrekkelijk koel. Lichte
kleuren voor zomercostuums hebben dus nog
een andere reden van bestaan dan de voor
schriften van de mode.
Met het oog op deze bekende feiten zou
men kunnen vragen, of Moeder Natuur onze
zwarte broeders niet zeer stiefmoederlijk had
bedeeld. In het wetenschappelijk overzicht
van het Journal des Débats wordt deze vraag
besproken.
Ten eerste wordt opgemerkt, dat hetgeen
men in tropische landen het meest te vree
zen heeft, niet de zonnehitte is, maar de
zonnesteek. De waarneming nu heeft geleerd
dat de donkere huidkleur het gevaar voor
een zonnesteek aanmerkelijk vermindert.
Bergbestijgers weten, dat in de hoogere
streken der Alpen de huid onder den invloed
van de zonnestralen zeer pijnlijk wordt; naar
DE WILSONSBRUC.
Op de plaats waar nu de Wilsonsbrug ge
vonden wordt, stond vroeger de Raampoort.
Een plek, die vooral karakteristiek was door
den fraaien slanken molen. De Raampoort zelf
kon niet concurreeren in schoonheid met de
andere poorten.
Eenige oude teekeningen gevraagd
Om onze serie te volmaken zouden wij
gaarne teekeningen hebben (alleen om na te
teekenen) van de Kruispoort en van den
watermolen die aan de Leidschevaan stond
op de plaats waar nu de Kathedraal gebouwd
is.
Kan een lezer ons daaraan helpen?
mate echter de huid bruiner van kleur is
geworden, wordt de werking der zonnestralen
minder pijnlijk en hinderlijk. Het beste mid
del, om zich tegen die werking, die zich
bij gevoelige personen zelfs door loslaten van
een deel der opperhuid openbaart, te be
schermen, is zich het aangezicht zwart te
maken.
De zon werkt niet slechts door haar
warmte-stralen, maar ook door haar „che
mische" stralen, en deze zijn voor den mensch
het gevaarlijkst en de eigenlijke oorzaak van
de zonnesteken. Zij dx-ingen door de opper
huid heen, bereiken de lederhuid, en wer
ken op den bloedsomloop en het zenuwstel
sel. Het is de lederhuid, die beschermd moet
worden. Nu absorbeert inderdaad het zwarte
pigment van de huid de zonnestralen, maar
door dit te doen, belet het hen tot de leder
huid door te dringen en daar onheil te stich
ten. De zwarte laag is dus een beschut
tend scherm, een natuurlijke hinderpaal
voor de desorganiseerende uitstralingen.
Maar al wordt op deze wijze de huid ver
dedigd en beschermd, zal de zich daarin op-
hoopende warmte niet zeer hinderlijk wor
den? Hierin wordt voorzien door de groote
hoeveelheden vet. die de huid der negers be
vat. Dit vet bezit een groot uitstralings
vermogen voor wartestralen; wat het zwarte
pigment zou verzamelen en bewaren, wordt
dus door het vet weer teruggezonden. Als de
natuur dc negers zwart heeft gemaakt, dan is
zij volkomen logisch geweest.
EEN PALEIS VAN JUSTITIE
PER SPOOR VERVOERD.
Een der laatste nummers van den Scientific
American b^vat een mededeeling over het
vervoer van een compleet gebouw van 12
meter breedte, 15 meter diepte en 16 meter
hoogte. Dit gebouw, waarin ook het gerechts
hof zijn functiën uitoefende, moest worden
getransporteerd over een afstand van 30
kilometer, van Hemigfort naar Alliance, beide
in den staat Nebraska. Het.huis werd los
gemaakt van de fundeeringen, met domme
krachten opgevijzeld, op een stevige balk
laag bevestigd, welke laatste weer plaats
vond op vier zware trucks. Om het gevaarte
dat natuurlijk aan beide kanten sterk uit
stak, gedurende het traject in evenwicht te
houden, plaatste men er voor en er achter
twee goederenwagens, -.zwaai; met gietijzer
beladen, en verbond dié wagens door middel
van kettingen met de hoeken van het ge
bouw. Het vervoerlangs den spoorweg
eischte drie uren en liep zonder ongelukken
af. Het trof, dat er op den weg geen enkele
tunnel was!
EEN UITVINDING VAN Dr. ROLF
SIEVERT.
Dank zij een ingenieuze vinding van Dr.
Rolf Sievert, leider van het Radiumhuis te
Stockholm, is het mogelijk, dat de kracht van
een radium-uitstraling gedurende een behan
deling in een ziekenhuis te Sjanghai nauw
keurig kan worden gemeten in een Stock-
holmsch laboratorium. Zeer belangrijke expe
rimenten 'hebben reeds plaats gehad. Vroeger
paste men tot het meten van de kracht eener
radium-uitstraling veel gecompliceerder en
minder betrouwbare methoden toe.
Het eerste model van Dr. Sieverts apparaat
bestond uit een kleinen hollen bal van metaal
en een nog kleineren dergelijken bal die van
den eerste is geïsoleerd door vier barnsteenen
staafjes. De binnenste bal is geladen met elec-
triciteit van een bepaalde spanning en wan
neer de bal gedurende 30 secoxxden aan uit
straling wordt blootgesteld, verliest de bin
nenste bal een zekere hoeveelheid van zijn
electrische ladiixg, die den waarnemer in staat
stelt de sterkte vaix de radium-uitstraling
nauwkeurig vast te stellen.
In een nieuwer model is de bal vervangen
door ceix holle naald, waardoor de sterkte
ook in lichaamsholten, zooals neus en oor,
kan worden gemeten. Heeft men het apparaat
aan de straling blootgesteld, dan wordt het
naar Stockholm overgezonden, waar de juiste
sterkte wordt bepaald.
Ook de radio-activiteit van metalen, ertsen,
bronnen enz. kan op deze wijze worden geme
ten.
-r aw*.-'- H
Wi/NA'
Waar na de Wilsonsbrug is.
Regen en wind inpiaats van sneeuw en ijs. Geen winter*
sport in het Zuiden. Leege berghotels en volle theaters.
Een historisch slot, dat goede zaken maakt.
(Van onzen correspondent).
Wilde paarden als Filmspelers.
In dc Califomische bergen wordt een groote dierenfilm opgenomen. Bovenstaande foto
toont een wild paard, dat men voor dc opnemingen de rotsen opjoeg. Voor liet. ver
krijgen van indrukwekkende beelden worden hier middelen aangeioejid, die elke dieren
vriend schokken.
Berlijn, Januari.
Men begint zich hier af te vragen, of in
derdaad de geleerden gelijk hebben, die met
alle geweld beweren, dat de Aarde langzaam
maar zeker aair het afkoelen is. Menschen,
die op het oogenblik tusschen de 50 en 60
jaren oud zijn, kunnen zich uit hun kinder
jaren nog werkelijke Winters de „W" met
een hoofdletter te schrijven herinneren.
Winters, die sneeuw en ijs brachten, weken
lang, en sport zooveel je maar hebben wil
dezijn die eigenlijk voor altijd voorbij?
Ja, ik weet wel, dat het zoo nu en dan nog
wel eens bitter koud kan zijn. Zoo denk ik
aan den winter 1929, toen we hier in Berlijn
in de buitenwijken 32 tot 35 gr. C. beneden
het vriespunt meemaakten. Woei daar een
Noordenwind bij, dan was het zoo bar koud,
dat men er tegen op zag de verwarmde wo
ning te verlaten. Natuurlijk, dat was een
echte winter
Maar hoe zeldzaam zijn zulke winters ge
worden! Berlijn was vroeger een bij uitstek
koude stad in de echte wintermaanden. Dat
kwam natuurlijk door de hoog-en-droge lig
ging op een zandig plateau, dat open ligt
voor de Noord-Oosten winden uit het niet al
te verre Rusland en de nabije Oostzee, 's Zo
mers hadden wij veel grooter hitte dan in
West- en Zuid-Duitschland, 's winters veel
lager temperaturen. Vandaar dan ook, dat
het schaatsenrijden in deze wereldstad steeds
hoog in eere stond en dat, als ook de enorm-
uitgestrekte meren rondom Berlijn dichtge
vroren waren (wat intusschen slechts zelden
voorkwam) de ijsjachten hun zeilen konden
hijschen en met meer dan 100 K.M. snelheid
voorwaarts vlogen.
Uitnemende schaatsenrijders heeft Berlijn
in die echte winterjaren gekweekt. Kunstrij
ders vrij wel uitsluitend, in tegenstelling met
Nederland, waar het hard-rïjden altijd meer
in eere gebleven is.
Nu zijn we al jaren lang op de kunstijs
banen aangewezen. Honderden tennisbanen
midden tusschen de huizenblokken worden
weliswaar begin December reeds onder wa
ter gezet in de hoop, dat ze bevriezen en de
jeugd lokken zullen maar na een of twee
dagen ijsvreugde is dan het ijs weer tot wa
ter geworden en siepelt langzaam weg, totdat
het door een somber matregentje weer uit
hemelsche reserves pleegt aangevuld te wor
den.
Weken lang plegen we wat veel erger is
in onze thans zoo somber geworden Ber-
lijnsche winters de zon niet meer te zien. De
toch al zoo korte dagen krimpen tot weinige
schemeruren ineen, de menschen worden
eerst kriegel, dan snip-verkouden, tenslotte
ernstig ziek. Griep exx influenza, longont
steking' en angina doen de ronde. De griep
vooral is in Berlijn de laatste jaren van eeix
hoogst eigenaardig karakter. Niet meer zoo
levensgevaarlijk en plotseling in hevigheid
toenemend, acuut, als vroeger maar chro
nisch, sleepend, en daax'door doodelijk ver
moeiend en fnuikend voor alle energie. Men
is niet „werkelijk ziek" exx toch ook allesbe
halve gezond, werkt slechts op halve kracht
en onder heftige inspanning. Wie meent, dat
men zelf een uitzondering is, komt spoedig
op andere gedachten als men links en rechts
verneemt, dat vermoedelijk half-Berlijn door
deze sleepende griep aangetast is, die zich
zoo makkelijk uitbreidt dank zij de besmet
ting in trams en overvolle ondergrondsche
spoortreinen, in bioscopen en restaurants,
kortom overal waar honderden menschen
niezend, proestend en hoestend tezamen zijn.
Men weet eigenlijk niet, wat men ten
slotte wenschen moet. Dit ongezond-vochtige
wixxterweer zonder vorst van beteekenis heeft
natuurlijk het voordeel, dat de nog altijd tal-
looze werkloozen exi armen minder gebrek
lijden dan bij felle koude, waartegen zij zich
nauwelijks beschermen kunnen, het geval
ware. Maar aan den anderen kant zijn juist
deze ax'me, oixdervoede menschen het eerst
vatbaar voor de ongunstige invloeden van
deze kwakkel winters, en het is daxi ook geen
wonder, dat onze ziekenhuizen op het oogen
blik overvol zijn en de sterftecijfers weer
eens naar boven vliegen.
De Duitscher is altijd een bijzonder lief
hebber van de wintersport geweest. De spoor
laat in de winter rondom Kerstmis honder
den extra-treinen naar de zeer talrijke centra
voor deze wintersport loopen.
Vooral de ski-sport heeft hier tienduizen
den hartstochtelijke aanhangers, zoodat. het
zelfs in deze weken geoorloofd is, de ski's in
de gewone wagens van de D-treinen mee te
nemen. Maar ditmaal is de sneeuw vrijwel
overal in Duitschland weggebleven. Slechts
in de zeer hoog gelegen centra, in de eerste
plaats natuurlijk rondom het „Schneeferner-
haus", het fantastisch gelegen hotel aan de
Duitsch-Oostenrijksche grens, bovenop den
hoogsten Duitschen berg, de Zugspitze, is ook
dit jaar volop sneeuw te genieten.
Men bedenke, dat de hotels der winter
sportcentra het van enkele, hoogstens 4 tot
5 weken per jaar hebben moeten. Dan pleegt
het in der Taunus, in Thüringen, op den
Fichtelberg, den Schaulnsland, bij dc Rcif-
tragersbaude in Silezië, in Qberstdorf, Qai-
misch-Parterskirchen, op den Feldberg in het
Zwarte Woud, in Oberschreiberhau, rondom
Reichtesgaden en in tientallen andere centra
zoo boordevol te zijn, dat de ski'ers een wa
ren wedloop om hotels en pensionkamers be
ginnen.
Ook dit jaar zijn vrijwel overal alle kamers
bezet geweest. Maar nog geen vier dagen na
aankomst, toen het Kerstfeest voorbij was,
begon een massa-vlucht terug naar de groote
steden. Slechts de optimisten bleven en be
studeerden de wolkenformatie en de weer
berichten. De pessimisten echter kregen gelijk
want sneeuw en vorst bleven uit. De regen
kwam er voor in de plaats. Regen en geen
zon, wind en geen sneeuw. Die somberste
winter, dien men zich voorstellen kan.
En nu zitten we in onze huizen en staren
naar buiten in een eindeloos-naargeestige
triestigheid, in een symphonic in mineur,
grootsch misschien voor wie daar gevoel voor
heeft, neerdrukkend voor het overgroote deel
der Duitsche menschheid, die nu door niets
meer van de miserabele politiek en de som
ber economische ontwikkeling wordt afgeleid.
Is het een wonder, dat bioscopen, theaters,
restaurants en tea-rooms van deze situatie
profiteeren. Een van de grootste attracties
van Bessi is sinds den zomer 1932 het „slot
Marquardt', dat noord-westelijk van de stad
Potsdam aan een liefelijk meer gelegen is.
Een bezitting van historische beteekenis door
den tegenwoordigen eigenaar, den industrieel
Ravené. aan de bekende wijnfirma Kempinski
gepacht. Voor de zomermaanden een idyllisch
oord, restaurant en intiem hotel, met een
heerlijk park. prachtige grasvelden, zwaar
geboomte, een klein strand met zwemge-
legenheid, kortom „the topic of the day".
Maar voor de wintermaanden zou niemand
den genialen exploitant succes voorspeld heb
ben. Drie kwartier rijden per auto buiten de
uiterst westelijke wijken der stad, moei
lijke omnibusverbinding. En dan sombere
regendagen, week-in, week-uit! Is dat ietst
voor een bezoek in December of Januari? En
toch is dit slot bijna dagelijksuitver
kocht. De menschen zoeken afleiding, wur
men anderhalf uur lang met hun auto door
modderige landwegen en druipenden regen
om een uurtje in deze historische zalen te
zitten, thee of koffie te slurpen en naar
operette-wijsjes te luisteren.
De wonderlijkste onwinterachtigste winter,
die de wereldstad Bessi waarschijnlijk ooit
beleefd heeft!
H. V. B.
HERLEIDING VAN ENGELSCHE
MIJLEN TOT KILOMETERS.
De lengte van een Engelsche mijl, in kilo
meters uitgedrukt, is 1.60952. In den regel
verwaarloost men als het niet op groote
xiauwkeurigheid aankomt de beide laatste
decimalen en stelt de Engelsche mijl op 1610
meter. Dit cijfer geeft een eenvoudige be
naderde herleiding aan de hand. Bij het
getal, dat de Engelsche mijlen voorstelt, telt
men eerst de helft, dan het tiende deel, dan
het honderdste deel van dit getal op, hetgeen
men gemakkelijk uit het hoofd kan doen.
Feitelijk heeft men het dan met 1.61 ver
menigvuldigd
ELECTRICITEIT BIJ
WALVISCHVANGST.
De walvischvangst vroeger een romantisch
stuk zeemansleven ontwikkelt zich meer
en meer tot een industrie, die gebruik maakt
van de modernste technische hulpmiddelen.
Onlangs zijn zelfs electrische vangapparaten
gebouwd, welke vele voordeelen bieden in
vergelijking met. de vroegere methode. Zoo
lang de walvisschen door middel van de har
poen werden gevangen, bestond het gevaar,
dat het min of meer verwoxide dier zich los
rukte en weder in de golven verdween. Men
schat, dat niet minder dan tien procent van
de jachtbuit op die wijze verloren ging. Het
betreft hier dus een winst van honderddui
zenden. terwijl de jacht met de harpoen bo
vendien aan honderden zeelieden het leven
heeft gekost.
Bij de nieuwe methode bedient men zich
van een electrische harpoen, die door een ka
bel verbonden is met het schip. Het maakt in
het geheel geen verschil, op welk deel van
het lichaam de 130 pond zware harpoen den
walvisch treft. Want zoodra de harpoen het
reuzenlichaam aanraakt, wordt het monster
door den stroom gedood of althans verdoofd.
In ieder geval treedt de dood na enkele oogen
blikkexi in en wel volkomen pijnloos.
De moeilijkheid bij de toepassing van deze
methode bestaat daarin, dat den electrischen
stroom zijn juiste kracht moet worden ge
geven. Rekening moet worden gehouden met
het zoutgehalte van het water en met de
grootte van den walvisch, Dc stroomspanning
zelf is in het algemeen zeer laag: men heeft
reeds walvisschen gedood met een spanning
van even zeven volt.