INCASSO-BANK
LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
KANTTEEKENINCEN.
N.V.
HANDELS-
CREDIETEN
BIOSCOOP.
Litteraire Fragmenten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
dool KAREL DE JONG.
De violiste Cecilia Hansen komt Zondag in
't Concertgebouw met een merkwaardig stuk:
het vioolconcert in e kl. t. op. 64 van Men
delssohn! Een „eerste uitvoering' 'te Amster
dam wordt 't niet. een wereldpremière" nog
minder. Eigenlijk is 't jammer dat van het
aantal openbare uitvoeringen van Mendels-
sohns eenig vioolconcert geen statistiek is
bijgehouden, zooals men dat tegenwoordig
van operettes, tooneelstukken en zelfs van
optredens doet. Geven soms beroemde uit
voerende kunstenaars in verschillende plaat
sen achtereenvolgens hun zooveelste concert?
Werkt de vermelding „100ste uitvoering" niet
even magnetisch als de aankondiging
„wereldpremière"? Enfin: van Mendelssohns
concert zijn ons geen cijfers bekend en sinds
de vervalling der auteursrechten. 30 jaar na
den dood van den componist, zouden die ook
onmogelijk op te maken geweest zijn, maar
dat er minstens een getal van vijf cijfers
noodig zou zijn om het aantal openbare uit
voeringen sinds de publicatie uit te drukken,
daar van kunnen we ons wel verzekerd hou
den. Geen violist van groote of kleine repu
tatie, die er niet mee opgetreden is, hetzij
met orkest, of bij gebreke daarvan, met
pianobegeleiding. Wat mag wel de oorzaak
zijn van een succes dat in de concert-litte
ratuur wel ongeëvenaard mag heeten? Men
delssohn bracht in zijn vioolconcert formeele
nieuwigheden: hij liet niet. zooals gebruike
lijk was en ook nog veel later zelfs door
Brahms is gedaan het orkest in een lang
voorspel het voornaamste thema-materiaal
exposeeren. zoodat we al een kort begrip
van de zaak gekregen hadden, eer het solo-
instrument gelegenheid kreeg om het met de
noodige varianten en ornamenten nog eens
over te doen, maar hij maakte de soloviool
terstond tot de draagster der hoofdgedachte.
Hij schakelde de willekeurige cadens aan het
slot van het eerste hoofddeel uit. evenals
Beethoven in zijn 5de pianoconcert gedaan
had. en stelde daarvoor In de plaats een uit
geschreven onbegeleid candensachtig gedeelte
dat van de doorwerking weer naar de reprise
overleidt. Hij verbond Allegro en Andante door
een in de. fagot aangehouden toon en enkele
moduleerende accoorden; hij stelde een kort
tusschenspel als overgang van Andante naar
Finale; hij verving voor deze laatste den tra-
ditioneelen rondovorm fin enkele van
Mozarts pianoconcerten door een reeks varia
ties vervangen) door den hoofdvorm der
sonate. Deze formeele wijzigingen mogen uit
een historisch of theoretisch oogpunt inte
ressant zijn; tot de populariteit van een werk
bijdragen kunnen zij niet.
De hoorder althans de leek, vraagt er niet
naar. wordt ze zich gewoonlijk niet eens be
wust. Hij wil geboeid, getroffen, ibekoord
worden door de onmiddellijke werking der
muziek door haar melos. door haar tegen
stelling. door haar klankschoonheid. Muziek
d'.e. lèelijk klinkt heeft geen kans. al zit
ze nog zoo kunstig en zoo mutitonaal in el
kaar. Wat nu Mendelssohns vioolconcert
betreft kan men gerust zeggen dat de
componist in dit werk het ideaal bereikt
heeft dat men voor het genre „vioolconcert"
zou kunnen stellen. Het is op kernachtige,
gemakkelijk te herkennen en goed te ver
werken hoofdthema's gebouwd, er is een over
vloed van mooie melodieën, er is afwisseling
stuwing, spanning, gratie, schittering in. En
bovendien: het is uit een instrumentaal
oogpunt voortreffelijk geschreven; zoowel
voor de soloviool als voor het orkest. Voegen
we daarbij dan nog dat de muziek in allen
deele een volkomen oorspronkelijken per
soonlijken indruk maakt, dan meenen we
zoo 't een en ander te hebben aangegeven,
dat de uitzonderlijke positie van dit werk
in de sololitteratuur kan verklaren. En zoo
is het te begrijpen dat de vioolvirtuozen niet
moe worden het te spelen en dat het publiek
er telkens weer gaarne naar luistert. Of het
steeds zoo gaarne naar Milhoud-concerten,
zooal.s dat van'Londen reg. op a.s. Zaterdag
zou luisteren lijkt me vrij onwaarschijnlijk.
Enkele van de werken die daar gespeeld zul
len worden heb ik vroeger eens gehoord, maar
ik moet zeggen, dat bijv. in de Sonate voor
fluit, hobo, clarinet en piano elk spoor van
iets dat het gehoor zou kunnen bekoren, af
wezig is. Voor mij was de uitvbering een
heksenketel van wanklanken. Misschien oor
deelt deze of gene precies tegenovergesteld;
die mag dat natuurlijk met evenveel recht
doen en ik geef dus hun, die op de hoogte
der stroomingen in de tegenwoordige muziek
willen blijven, ernstig in overweging een uit
zending als deze te beluisteren en op deze
wijze zich zelf een oordeel te vormen.
De Bachuitzending van Maandagavond
door Berlijn geeft mij aanleiding tot enkele
opmerkingen. Ziehier nu een piano-recital,
op welks programma één, zegge één oorspron-
spronkelijk klavierwerk van Bach voorkomt.
De rest bestaat uit orgeltranscripties. Ik heb
niets tegen deze laatste in 't algemeen, niet
alleen omdat ik me zelf er ook meermalen
aan bezondigd heb, maar ook wijl transscrip
ties als bijv. die van Basoni werkelijk een
verrijking van de klavierlitteratuur in tech
nisch zoowel als in geestelijk opzicht ge
noemd mogen worden. Het afwijzend oor
deel van .sommige musicologen, die zich
op aestetische gronden basseeren, kan ik
des te minder doelen wijl Bach zelf een
aartstranscribent was en niet alleen meer
dere zijner eigen werken, maar ook vele van
andere componisten voor zijn pure plezier
gearrangeerd en bewerkt heeft en daarbij
zelfs niet geschroomd heeft den muzikalen
inhoud te veranderen. Zoo heeft Bach een
concert voor 4 violen van Vivaldi omge
werkt tot een voor 4 klavieren, maar er
heel wat van zich zelf bijgevoegd. Zoo mo
gen dus m.i. op een Bach-recital gerust
één of meer bewerkingen gespeeld worden,
maar dat wil nog niet zeggen dat deze den
hoofdschotel moeten vormen. Het aantal oor
spronkelijke klavierwerken van Bach is zóó
rijk van inhoud, dat men een overvloed van
keuze heeft en haast van ,3' embarras du
choix" zou kunnen spreken. Liever is mij
dus een programma als dat van Heilsberg
op Dinsdag, waar twee der Partitas op
voorkomen. „Partita" is een oudere naam
voor „Suite".
Van werken op andere programma's die
mijn aandacht trekken, wil ik noemen de
..Dante-Symphonie'' van Hubay 'Mühlacker,
Dinsdag) Liszt schreef' een werk van dien
naam: Jenö Hubay echter kennen we gemeen
lijk alleen als vioolvirtuoos van grooten
naam; hij heeft echter ook velschillende
werken voor viool met orkest of piano, liede
ren en eenige opera's geschreven. Eén daar
van, „De Vioolmaker van Cremona" moet wat
het gegeven betreft wel geheel op het ter
rein van een vioolvirtuoos liggen. Jenö Hubay
is in 1858 te Budapest geboren als zoon van
den vioolprofessor Karl Hubay (18281885'.
Tentoonstelling in Arti.
In Arti, op het Rokin, opende men het
nieuwe jaar met een groepententoonstelling.
Tot 5 Februari kan men er het werk van de
Akademiedocenten Jurres, Wolter en Wester
man, en van Arti's voorzitter Bobeldijk in vrij
uitgebreide collecties aanwezig vinden. Al
leert zulk een expositie ons weinig nieuws
tenzij dan wat Westerman betreft, die zelden
op zoo groote schaal uitpakte het blijft
toch de moeite waard van die „shows" ken
nis te nemen. Zeker deze eerste, waar een
kwartet van de kundigste Arti-leden op
treedt, verdient uw bezoek.
Jurres.
Jurres' reputatie als enorm sterk teeke
naar is gegrond en welverdiend. Dat hij een
prachtige partij kan schilderen, men behoeft
er het groote donkere schilderij (achteraan
rechts in de groote zaal) maar op aan te zien
en er de schildering van de liggende naakte
figuur op te bestudeeren, om daarvan over
tuigd te zijn als men het nog niet wist.
Zijn sterk compositietalent schijnt mij meer
gevoed door den teekenaar Gustave Doré, dan
door den schilder Delacroix bij welker beider
kunst de zijne zich aansluit. Vaak staat zijn
werk tusschen beiden in en heeft dan een
overlading van bijkomstigheden, die bij Doré
niet stoort en bij Delacroix niet voorkomt.
Dan heeft een werk van Jurres, met al zijn
qualiteiten, iets vermoeiends als een verhaal
zonder pointe, en wordt het een taak, er
verscheidene naast elkaar te zien. Maar al
tijd blijft hij geweldig knap en, als hij op
dreef is, met een bijna te groote zekerheid
van zijn zaak.
H J. Wolter.
H. J. Wolter's kunst is even opgewekt als
haar maker. Eerder zeer verzorgd dan zorge
loos. technisch zeer gecultiveerd met die pret
tige gemakkelijkheid door hem allicht ter
Antwerpsche Academie opgedaan, spreekt
Wolter's kunst gemakkelijk tot den beschou
wer. Een zeer solide vakkennis, een routine
die toch de schablone schuwt, daarbij een
wezensgeaardheid die bij het ouder worden
toch voor de jeugd open bleef staan, maken
Wolter tot den gezochten docent en correc
tor in de schilderklasse cler Academia. Hij
beheerscht, als een goed schilder, zijn vak
over de geheele linie: het figuur, zie zijn Ne
gerinnen; het landschap, zie wat er hier nog
van zijn Engelsche havengezichten werd op
gehangen. Een betrouwbaar artist, die zich
nooit geforceerd heeft en ook geen „gewel
dige" heeft willen zijn maar desalniettemin
heel wat in zijn mars voerde.
Westerman.
Westerman, Gerardus Westerman zooals
hij nog genoemd werd, toen hij in Leeuwar
den van meester Bubberman teekenles kreeg,
kwam iets later dan Jurres naar Amsterdam
en onder Allebé op de Academia. Ik heb hem
in die jaren beter gekend dan later, fcoen
mijn bezigheden buiten Amsterdam kwamen
te liggen. Hij kwam naar de hoofdstad met
groote verwachtingen van zijn toekomst be
laden. Het was een fijngevoelige jongen, die
zich niet gauw gaf. weinig bestand tegen
grofheid en dan spoedig een beetje schuw en
in zich zelf gekeerd. Idealiseerend wat er in
hem droomde, genoot hij ten volle van de
vroege werken van Matthijs Maris, waaraan
hij zich verwant voelde, terwijl de geest en
het onderwijs van Allebé. in den grond ge
lijkgezind romanticus, aan die genegenheid
nog meer voedsel gaf. Daarna heeft, naar ik
meen. Westerman's artistiek karretje niet im
mer op een zandweg gereden. Leven en lot
hebben hem voor puzzle's gesteld, artistieke
en andere, waarvan de oplossing den van
nature toch al niet gemakkelijk zich over iets
heen zettenden jongen man. hoofdbrekens
genoeg gekost zal hebben. Wat wij zoo nu en
dan. hier en daar zagen, bevatte steeds her
inneringen aan de subtiele aanvangsels van
onzen jongen Frieschen artist, doch tot een
imponeerenae prestatie scheen het moeilijk
te komen. Telkens hervond men de liefde zij
ner aanvangsjaren: de romantiek van den
riddertijd en daarnaast een op reëele studie
gebouwde cultus van het paard, als ridder-
iijkst dier. Zijn illustraties bij het Wilhelmus,
tournooien en ridderspelen en ten slotte het
paard alleen in zijn weldra overal overbodig
geworden functies. Den laatsten tijd komt
Westerman met meer élan voor den dag. Hij
schijnt vrijer, onbeëngder in zijn werk ge
worden en het is alsof men eerst nu de kans
krijgt te zien tot waar beloften rijpen kon
den Een vorig jaar memoreerde ik op een
Arti-tentoonstelling sommig gaaf en krachtig
werk van hem. Onder wat hij nu op deze
groeoenshow laat zien is veel. dat dezelfde
qualiteiten bezit. Aan het zonnig erf van ver
leden jaar herinnert thans de krachtige pein-
ture van den haan met kip (no. 60); en het
zwarte paard in 't groen gebladerte (no. 49>.
dat prachtig en krachtig van schildering is.
zou naast den paardenschilder Wilhelm
Trübner geen onelegant figuur maken. Ik
denk hier aan diens naardenstudies voor de
ruiterportretten der Badensche grootherto
gen. En dat Westerman de latere jaren ook
grootscheepscher dingen aanvatte, blijkt uit.
het „Heiwerk" hier, dat al eens vroeger ge
ëxposeerd werd. Het is tenslotte hoofdzake
lijk voor zijn werk dat wij Arti binnen lienen
en het Hikt niet onwaarschijnlijk dat Wes
terman's tijd nog komen gaat. Hij is een ar
tist van sterk innerlijk gehalte en dezulken
hebben zelden haast.
Bobeldijk.
Over Bobeldijk, tenslotte, hebben wij ai
eerder opgemerkt dat hij in Amsterdam The
rèse Schwartze's opvolger voor het officieele
portret schijnt geworden. Hij heeft alle daar
voor benoodigde qualiteiten: bovenal de
vaardigheid van zonder anti-artistiek te
worden, toch aan de eischen. die door een
leekenpubliek van opdrachtgevers gesteld
worden, te voldoen. Terwijl hij soms een in
tellectualistische fijnheid van observatie ten
toon spreidt die men hem, naar zijn vroegere
Volgestort Kapitaal
I 30 000.000.
Reserve
t 9.300.000.
kantoor: HAARLEM
KRUISWEG 59 TEL. 13843
stadsgezichten geoordeeld, niet zoo vlug zou
hebben toegeschreven. Vrij opgevat en zeker
niet het minst verdienstelijke van zijn groep
hier, is het portret van Sem Dresden en even
aantrekkelijk om de ongedwongen pittige
behandeling is het portretje van het meisje
in het wit tegen blauwen achtergrond (nr. 4).
Voor een korte kantteekening moge dit voor
ditmaal volstaan.
J. H. DE BOIS.
26 Januari '33.
LUXOR-THEATER.
Die Fascbingsfee. De ge
maskerde Ruiter.
Wie van een afwisselend, luchtig en ook
spannend programma houdt, ga bezoeke deze
week het Luxor-Theater. Daar is voor elck
wat wils.
Allereerst wordt een zeer interessante film
vertoond uit de Alpen. Men ziet fraaie na-
tuuropnemingen uit de bergstreken, uit de
Alpen met de besneeuwde toppen en de mooie
weiden, men hoort den typischen volkszang
en woont een dans bij, tenslotte vaart men
per vliegtuig boven die schoone streken rond.
Daarna volgt de eerste hoofdfilm. De ge
maskerde Ruiter, naar een boek van Zane
Grey. George O'Brien als de held in het verre,
wilde Westen triomfeert over de bende van
den. het met de eerlijkheid niet zoo nauw
nemenden sheriff, en wint daarme de liefde
van het belaagde meisje. Margaret Churchill
en Noah Beery vervullen de andere hoofd
rollen in deze film. die boeiend is en span
nend. Vooral de achtervolgingen te paard
doen genieten!
Het Orion Profilti Nieuws toont o.a. de in
ternationale schaatswedstrijden in het heer
lijke Davos en geeft alleraardigste beelden
van Holland op glad (en gladder) ijs
Na de pauze draait Carnavalsvlindertje
(Die Faschingsfee) van den bekenden com
ponist Emmerich Kalman. Dit is werkelijk
een vlotte en geestige verfilming van ge
noemde operette die speelt in de artisten
(schilders) kringen.
Victor heeft dén prijs var. 10.000 mark ge
wonnen door een graaf (Julius Falkenstein)
uitgeloofd. Als echter die graaf een meisie
onheusch behandelt, en Victor, voor haar in
de bres springend, den hem onbekenden
graaf op zijn plaats zet, trekt deze den prijs
terug en Victor zal niets krijgen. Het meisje
(Alexandra) wil den armen schilder zijn
10.000 mark toch laten ontvangen en geeft
hem door middel van haar neef Freddy
.(Ernst Verebes) het geld, Freddy doet het
voorkomen of de graaf de schenker is en
hieruit spruiten alerlei dwaze verwikkelingen
voort. bijv. als de graaf en Victor elkander
ontmoeten. Natuurlijk komt dank zij Freddy,
de zaak in orde en Victor en Alexandra krij
gen elkaar.
In deze film treft allereerst het spel van
den nog niet genoemden bediende van den
graaf, Szoke Szakall, die in deze rol weer
alle gelegenheid krijgt om zijn goedmoedig
heid op geestige wijze te toonen. Ook Ernst
Verebes, de genoegelijke „kwajongen" dient
genoemd te worden. Voorts spelen In deze
film mee Anny Ahlers, Walter Janssen en
Harry Halm.
De meesleepende muziek van Kalman is
goed verwerkt in deze luchtige operettefilm.
REMBRANDT THEATER.
Meisjes van lieden.
„Eine vor. uns" heet de film. welke deze
week in het Rembrandt-theater loopt, in den
oorspronkelijken titel. Brigitte Helm, die Gil-
gi, de hoofdpersoon speelt, vertegenwoordigt
een meisje, zooals er duizenden zijn, een
doodeenvoudig kantoormeisje van dertien in
het dozijn. Zoo althans moeten wij den repre
sentatieven titel verklaren.
Maar er zullen onder de duizenden dood
gewone kantoormeisjes maar weinigen we
zen, die evenals deze Gilgi zonder net
zelf te weten een stiefkind zijn. Haar moe
der, een lichtzinnige vrouw van goeden huize
heeft haar na de ongewenschte geboorte als
pleegkind afgestaan aan een echtpaar uit
den kleinen burgerstand, dat onder den
dom van Keulen een winkeltje in reis-
souvenirs drijft. En Gilgi weet. niet beter
dan dat zij de dochter van winkelier Kror.
en zijn vrouw is.
Tot dat zij op den dag van haar meerder
jarigheid een geldsom uitgekeerd krijgt,
welke haar echte moeder voor haar op de
bank heeft vastgezet. En dan ontdekt zij het
geheim.
Vermoedelijk om haar pleegouders te ont-
loopen, tegen wie ze, nu ze weet geen
eigen kind van hen te zijn een weerzin heeft
opgevat, keert zij na het verjaarsfeest niet
naar het winkeltje van Kron terug, maar
gaat met een fladderachtig vriendinnetje
naar een bal. waar ze met een zwerf1 usti-
gen schrijver kennis maakt. Onmiddellijk is
ze haar trouwen aanbidder, den student Pe
ter, met wien ze dezen zelfden dag nog zoo'n
heerlijken dag in de natuur heeft doorge
bracht. vergeten en volmaakt onder de be-
toovering van den nieuwen hofmaker, volgt
ze deze naar zijn kamer en beëindigt haar
verjaardag als zijn minnares in optima for
ma.
Ze blijft bij hem wonen, totdat ze moeder
moet worden. Om den bandeloozen kunste
naar niet te bezwaren, wil ze dan heimelijk
vertrekken, waarvoor Peter goedig zijn be
middeling verleent. Maar Martin, zoo
heet de zwerflustige. bliikt ditmaal trouw en
gaat met den trein, welke haar naar Berlijn
voert, in zijn Mercedes een wedren aan,
waarbij hij overwinnaar wordt. Als zijn bruid
stapt Gilgi uit den D-trein in het sneller
vervoermiddel. Martius auto. over. En ze le
ven voortaan gelukkig.
De film heeft oen titel ontleend aan den
roman waarnaar Paramount haar bewerkt
heeft. Misschien komt het representatieve in
het boek beter tot zijn recht. Maar het meis
je op de film is noch in haar aard en gedrag,
noch in haar levensgeschiedenis een meisje
van dertien in het dozijn. Het is een uitzon
deringsgeval. dat men in het bovenstaande
overzicht ziet omschreven.
Psychologisch lijkt dit verhaal tamelijk
onbevredigend. Brigitte Helm speelt Gilgi als
een ernstig, naar het zwaarmoedige neigend
meisje. Dat stapt niet zoo maar één-twee
drie zonder gewetensbezwaar van het ééne
milieu in htt andere en van de ééne liefde
op de andere over. Maar ook de plotselinge
trouw van den bohemien wordt door Gustav
Diessl niet aannemelijk gemaakt. En ten
slotte blijft ook de eerste vriend, Peter (Ernst
Busch) een vrij vage figuur.
De reactie van het meisje en haar pleeg
ouders op de onthulling van het. geheim
wordt nauwelijks aangeduid en die van de
echte moeder tot één enkel, zij het wel tref
fend scènetje beperkt. En het eigenaardige
leven der kantoormeisjes, van wie Gilgi
„ééne" is. zien wij nergens in een ken
merkende sfeer gezet of door representatieve
anecdoten geïllustreerd.
Met dit al heeft het aldus vrij onnoozel
aandoende verhaaltje den regisseur Johannes
Meyer hier en daar aanleiding gegeven tot
onderhoudende opnamen, waarvan de wed
strijd tusschen trein en auto aan het slot
het beste is geslaagd. Het is op zichzelf een
aardige sensatie, het expressieve kopje van
Brigitta Helm weer eens terug te zien. En
ook de maskers der beide mannelijke hoofd
rollen leenen zich tot interessante fotogra
fie.
Een vriendelijken indruk nemen wij mee van
de muziek van Franz Grothe; het liedie bij
het draaiorgel, wegstervend terwijl Gilgi in
droeve stemming den tuin doorschrijdt, vormt
een prettig stukje montage.
In het voorprogram krijgen wij Bettv Boop
in een met humoristisch talent ineengeknut-
selden auto-wedstrijd, onbedoelde hulde aan
de R.A.I.? Behalve dit teekenfilmpje vertoo-
nen de journaals natuurlijk ook verschillende
sportprestaties, waaronder een buitengewoon
mooie Polygoon-opname van een hardrijderij
op schaatsen.
Op het tooneel zingen onder leiding van
Roosje Kohier de vijf Harmony Ladies hun
liedjes.
H. G. CANNEGIETER.
CINEMA PALACE.
Anny Ondra in de titelrol „Kiki".
De grootste con
current van de bios
coop in deze barre
tijden is wel de
vorst. Een groot deel
van wat anders de
bevolking van het
filmtheater uit
maakt, is nu op het
ijs te vinden en hoe
sterk de liefde voor
het ijs wel is, bleek
mij gisterenavond
weer eens toen tegen
half twaalf na het
sluiten van de bios-
Hermann Thimig.
copen op de grach
ten en singels nog een betrekkelijk groot
aantal enthousiastelingen hun eenzaam of
gezamenlijk baantje reden bij het schijnsel
der lantaarns. Het zou jammer zijn als door
het ijs de film Kiki niet die belangstelling
had, die Kiki verdient. Direct al bij het be
gin pakt de film je al door het suggestieve
af- en aanrijden van de talrijke treinen in
het station te Parijs.
Er is, geloof Ik, niet één filniartlste. die de
rol van Kiki zoo tot haar recht zou kunnen
doen komen als Anny Ondra. Het tempera
mentvolle, het bewegelijke, het doelbewuste
en vreemde tegenstelling bij al die hoeda
nigheden ook het kinderlijke, dat voor Kiki
vereischt wordt, beheerscht Anny Ondra zoo
goed en ze weet alles op zijn tijd zoo juist
van pas te brengen, dat de rol voor haar ge
knipt is en dat je haar vergeeft, dat ze wel
eens een beetje mal doet. Kiki's grootste
wensch en stoutste droom is, dat ze nog eens
een beroemde revuester zal worden, met alle
heerlijkheden daaraan verbonden. Er worden
per advertentie dansgirls gevraagd voor de
nieuwe revue onder directie van Leroy -Her
mann Thimig). Dit is haar kans. denkt ze.
Ze gaat naar het theater en ze mag al heel
blij zijn, dat ze aangenomen wordt voor de
vestiaire. Na afloop van de voorstelling gaat
ze overal eens snuffelen, op het tooneel. in
de kleedkamers enz, Ze belandt bij de kamer
van den directeur en daar hoort ze achter de
gesloten deur een heftige ruzie tusschen den
directeur en Gervinette. op het moment de
ster van het gezelschap, en de vriendin van
den directeur, welken zij hevig ringeloort.
Gervinette Is zoo niidig. dat ze zijn laatste
geschenk, een prachtige bontmantel hem
naar het hoofd gooit, waarna zij wegwandelt.
Leroy gooit hem terug, maar niet naar Ger
vinette. maar naar Kiki, die Juist In de deur
opening verschijnt. Kiki trekt den mantel
verheugd aan en staat nog buiten te wach
ten als Leroy verschijnt. Leroy die de garde
robejuffrouw niet herkent vraagt haar met
hem te gaan soupeeren, Kiki. die hals over
kop verliefd is geworden op Leroy. voelt alles
voor dit schoone avontuur. In het restaurant
zijn ook Gervinette en baron Pérln. Door de
dames Gervinette en Kiki worden de vijande
lijkheden geonend. Van nu is het een strijd
tusschen heiden om Leroy. Meestal boekt
Gervinette eenige winst, maar Kiki weet dan
meesterlijk wraak te nemen. Het eind van
het liedie ls. dat Kiki in haar onuitputtelijk
heid om Leroy te winnen ten slotte de zege
praal behaalt. Makkelijk gaat het niet, maar
ze is onversaagd in haar wil om tot haar doel
te komen, dus ze overwint. Het Is een hoogst
onderhoudende amusante film. waarbij tel
kens de lach opschalt. en we kunnen ieder
aanraden er heen te gaan Anny Ondra is het
100";, waard.
Behalve door de journaals wordt het pro
gramma aangevuld door den humorist Dumas
die met een viertal liederen het publiek bij
zonder vermaakte; met een hartelijk applaus
betoonde het hem zijn waardeerlng.
l it „De Kleine Johannes" door
Frederik van F.eden
De regen hield op. Onder grauwe wolken
door straalde een heldere glimlach van de zon
over het woud. op de vochtig glanzende bla
deren en op de droppels, die aan elk twijgje
en halmpje fonkelden en de splnnewebben
sierden, die over het eikenloof gespannen wa
ren. Langzaam steeg een fijne nevel uit den
vochtigcn grond tusschen het kreupelhout om
hoog. duizend zoele droomerige geuren mee
voerend. De meerle vloog nu in den hoogsten
boomtop en zong in korte, innige melodieën
tot de dalende zon, als wilde zij toonen welke
zang hier paste, in de plechtige avondstilte, bij
de zachte begeleiding der vallende droppen.
„Is dat niet schooner dan menschengeiuld,
Johannes?
Ja! de meerle weet wel den juisten toon te
treffen. Hier is alles harmonie, zoo volkomen
zult ge ze bij menschen nooit vinden".
„Wat ls harmonie, Windekind?"
„Dat is hetzelfde als geluk. Het ls dat. waar
naar alles streeft. Ook de menschen. Doch zij
doen als jongens, die een vlinder willen
vangen. Zij jagen haar juist weg door hunne
domme pogingen".
„Zal ik haar bij U vinden?"
„Ja. Johannes! maar dan moet ge de men
schen vergeten. Het is een slecht begin, bij
menschen geboren te zijn. maar gij zljt nog
jong. gij moet alle herinnering aan uw men-
schenleven van u afzetten bij hen zoudt
ge dwalen en in verwarring, strijd en ellende
geraken het zou met u gaan als met den
jongen meikever, van wien ik u vertelde".
„Wat is daarmee verder gebeurd?"
„Hij heeft het heldere schijnsel gezien, waar
van de oude kever sprak; hij dacht niet beter
te kunnen doen dan er dadelijk heen te vlie
gen. Regelrecht vloog hij in een kamer en viel
in menschenhanden. Drie dagen lang ls hij
daar gemarteld hij heeft in kartonnen
doosjes gezeten men heeft hem draadjes
aan de pooten gebonden en hem zoo laten
vliegen toen heeft hij zich losgerukt, een
vleugel en een poot verloren, en is eindelijk
hulpeloos op een vloerkleed rondkruipend en
nog vruchteloos pogend den tuin te bereiken
door een zwaren voet verpletterd
„Alle dieren. Johannes, die in den nacht
ronddolen, zijn zoo goed kinderen van de zon
als wij. En al hebben wij nimmer hun schitte
renden vader gezien, toch drijft hen een on
bewuste herinnering immer weer tot al waar
aan licht ontstraalt. En duizenden arme schep
sels der duisternis vinden een jammerlijken
dood door die liefde tot de zon. van wien zij
sinds lang gescheiden en vervreemd zijn. Zoo
brengt een onbegrepen, onweerstaanbare nei
ging de menschen ten verderve in de schijn
beelden van dat Groote Licht, dat hen deed
ontstaan, en dat zij niet meer kennen".
Vragend keek Johannes op naar Winde-
klnd's oogen. Doch zij waren diep en geheim
vol. als de donkere hemel tusschen de ster
ren.
„Bedoelt gij God?" vroeg hij eindelijk
schuchtei.
„God?" de diepe oogen lachten zacht. „Ik
weet. Johannes, waaraan gij denkt, als ge
dien naam uitspreekt. Aan den stoel voor uw
bed. waartegen ge het lange gebedje lederen
avond opzegt aan de groen saaien gordij
nen voor het kerkraam, waarnaar gij Zondag
morgen zoo lang kijkt aan de kapitale let
ters van uw bijbeltje aan het kerkezakje
met den langen steel aan leelijk gezang
en een muffe menschenlucht. Wat gij met
dien naam bedoelt. Johannes, is een be
lachelijk schijnbeeld in plaats van dc zon
een groote petroleumlamp, waarop honderden
en duizenden mugjes hulpeloos' zitten vastge
plakt".
„Maar hoe heet dan dat Groote Licht. Win
dekind? en tot wien moet ik dan bidden?"
„Johannes, het ls, of een schimmelplantje
mij vroeg hoe de aarde heette, die met haar
rond draait. Was er een antwoord op uw
vraag, gij zoudt het verstaan als een aard
worm de muziek der sterren. Doch bidden zal
ik u leeren".
En met den kleinen Johannes, die In stille
verwondering over Windekind's woorden
peinsde, vloog hij uit het bosch omhoog, zoo
hoog. dat over den duinrand een lange, als
goud wonkelende streep zichtbaar werd. Zij
vlogen voort, de grillig beschaduwde dulnvlak
te gleed onder hun blikken weg en breeder
en breeder werd de lichtstreep. De groene
kleur der duinen week, vaal zag het helm, en
vreemde, bleekblauwe planten groeiden er
tusschen. Nog een hooge heuvelreeks, een
lang gestrekte, smalle zandstrook en dan dc
wijde .ontzaglijke zee.
Blauw was het. groote vlak, tot aan dc
kimme, maar onder de zon straalde een
smalle strook in verblindend roode schitte
ring.
Een lange, donzig witte schuimrand om
zoomde het zeevlak, zooals hermelijn het
blauw fluweel omzoomt.
En aan de kimme scheidde lucht en water
een fijne, wonderbare lijn.
Een wonder scheen zij' recht en toch gebo
gen, scherp en toch onbestemd, zichtbaar en
toch onnaspeurlijk. Zij was als de toon eener
harp. die lang en droomend naklinkt, die
schijnt weg te sterven en toch blijft.
Toen zette de kleine Johannes zich op den
duinrand en staarde staarde in lang, roer
loos zwijgen totdat het hem was. alsof hij
ging sterven, alsof de groote gouden deuren
van het heelal zich statig ontsloten en zijn
kleine ziel het eerste licht der oneindigheid
tegen zweefde.
En totdat de tranen, die in zijn wijd geopen
de oogen welden, de schoone zon omfloersten
en de pracht van hemel en aarde deden weg-
deinzen in een duistere, trillende .scheme
ring.
„Zoo moet gij bidden!" zeide toen Winde
kind.
PINKSTERZEGEN IN HAARLEM.
Zondag 12 en Maandag 13 Februari zullen
in het Concertgebouw een tweetal vertoo
ningen van het zingend-sprekend en musi-
ceerend filmwerk ..Pinksterzegen", vervaar
digd door Willy Mullens van het Pinkster
spel van De Graal worden gegeven.
De tientallen vertooningen welke reeds in
Amsterdam. Den Haag, Delft en Lelden zijn
gegeven werden een grootsch succes.
Ook het bijprogramma is met zorg samen
gesteld. het zal o.a. bevatten de Romc-Padau
en Assissië-reis vorig jaar ter gelegenheid
van het 7e Eeuwfeest van „St.-Antonlus" ge
houden. het geluidsfilmpje ..Pierement" van
den Hollandsche Cineast Teunlssen en een
komische geluidsteckcnfilm.
NIEUWE BCZKEN.
„Vedcrc c Impararc" door
Dr. G. Nolst Trenitc.
Bij H. D. Tjeenk Willink en Zoon's Uit
gevers Mij. N.V.. alhier, heeft het licht gezien
de Italiaansche uitgave van de bekende pla
ten-methode van Dr. G. Nolst Trcnité. die
reeds vroeger voor het Engelsch (Pictorial
Wordbook i; voor het Fransch (Je vois tout)
en Duitsch (Guck, so weiszt du's) ls ver
schenen.
De eenige jaren geleden onder den titel
„Io vedo tutto" door H. D. Tjeenk Willink
er. Zoon uitgegeven Italiaansche bewerking
van dit boek heeft genoemde firma aan den
handel onttrokken, daar haar bleek, dat zij
zich ln de keuze van den bewerker vergist
had. zoodat het boekje tal van fouten be
vatte.
Deze geheel nieuwe uitgave geeft nu een
methode die zich bij uitstek zou leenen voor
zclfondcrwijs. indien dc uitspraak aangege
ven was. Nu blijft leiding zeer gcwcnscht.