INCASSO-BANK LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING KANTTEEKENINCEN. N.V. HANDELS- CREDIETEN BIOSCOOP. Litteraire Fragmenten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. dool KAREL DE JONG. De violiste Cecilia Hansen komt Zondag in 't Concertgebouw met een merkwaardig stuk: het vioolconcert in e kl. t. op. 64 van Men delssohn! Een „eerste uitvoering' 'te Amster dam wordt 't niet. een wereldpremière" nog minder. Eigenlijk is 't jammer dat van het aantal openbare uitvoeringen van Mendels- sohns eenig vioolconcert geen statistiek is bijgehouden, zooals men dat tegenwoordig van operettes, tooneelstukken en zelfs van optredens doet. Geven soms beroemde uit voerende kunstenaars in verschillende plaat sen achtereenvolgens hun zooveelste concert? Werkt de vermelding „100ste uitvoering" niet even magnetisch als de aankondiging „wereldpremière"? Enfin: van Mendelssohns concert zijn ons geen cijfers bekend en sinds de vervalling der auteursrechten. 30 jaar na den dood van den componist, zouden die ook onmogelijk op te maken geweest zijn, maar dat er minstens een getal van vijf cijfers noodig zou zijn om het aantal openbare uit voeringen sinds de publicatie uit te drukken, daar van kunnen we ons wel verzekerd hou den. Geen violist van groote of kleine repu tatie, die er niet mee opgetreden is, hetzij met orkest, of bij gebreke daarvan, met pianobegeleiding. Wat mag wel de oorzaak zijn van een succes dat in de concert-litte ratuur wel ongeëvenaard mag heeten? Men delssohn bracht in zijn vioolconcert formeele nieuwigheden: hij liet niet. zooals gebruike lijk was en ook nog veel later zelfs door Brahms is gedaan het orkest in een lang voorspel het voornaamste thema-materiaal exposeeren. zoodat we al een kort begrip van de zaak gekregen hadden, eer het solo- instrument gelegenheid kreeg om het met de noodige varianten en ornamenten nog eens over te doen, maar hij maakte de soloviool terstond tot de draagster der hoofdgedachte. Hij schakelde de willekeurige cadens aan het slot van het eerste hoofddeel uit. evenals Beethoven in zijn 5de pianoconcert gedaan had. en stelde daarvoor In de plaats een uit geschreven onbegeleid candensachtig gedeelte dat van de doorwerking weer naar de reprise overleidt. Hij verbond Allegro en Andante door een in de. fagot aangehouden toon en enkele moduleerende accoorden; hij stelde een kort tusschenspel als overgang van Andante naar Finale; hij verving voor deze laatste den tra- ditioneelen rondovorm fin enkele van Mozarts pianoconcerten door een reeks varia ties vervangen) door den hoofdvorm der sonate. Deze formeele wijzigingen mogen uit een historisch of theoretisch oogpunt inte ressant zijn; tot de populariteit van een werk bijdragen kunnen zij niet. De hoorder althans de leek, vraagt er niet naar. wordt ze zich gewoonlijk niet eens be wust. Hij wil geboeid, getroffen, ibekoord worden door de onmiddellijke werking der muziek door haar melos. door haar tegen stelling. door haar klankschoonheid. Muziek d'.e. lèelijk klinkt heeft geen kans. al zit ze nog zoo kunstig en zoo mutitonaal in el kaar. Wat nu Mendelssohns vioolconcert betreft kan men gerust zeggen dat de componist in dit werk het ideaal bereikt heeft dat men voor het genre „vioolconcert" zou kunnen stellen. Het is op kernachtige, gemakkelijk te herkennen en goed te ver werken hoofdthema's gebouwd, er is een over vloed van mooie melodieën, er is afwisseling stuwing, spanning, gratie, schittering in. En bovendien: het is uit een instrumentaal oogpunt voortreffelijk geschreven; zoowel voor de soloviool als voor het orkest. Voegen we daarbij dan nog dat de muziek in allen deele een volkomen oorspronkelijken per soonlijken indruk maakt, dan meenen we zoo 't een en ander te hebben aangegeven, dat de uitzonderlijke positie van dit werk in de sololitteratuur kan verklaren. En zoo is het te begrijpen dat de vioolvirtuozen niet moe worden het te spelen en dat het publiek er telkens weer gaarne naar luistert. Of het steeds zoo gaarne naar Milhoud-concerten, zooal.s dat van'Londen reg. op a.s. Zaterdag zou luisteren lijkt me vrij onwaarschijnlijk. Enkele van de werken die daar gespeeld zul len worden heb ik vroeger eens gehoord, maar ik moet zeggen, dat bijv. in de Sonate voor fluit, hobo, clarinet en piano elk spoor van iets dat het gehoor zou kunnen bekoren, af wezig is. Voor mij was de uitvbering een heksenketel van wanklanken. Misschien oor deelt deze of gene precies tegenovergesteld; die mag dat natuurlijk met evenveel recht doen en ik geef dus hun, die op de hoogte der stroomingen in de tegenwoordige muziek willen blijven, ernstig in overweging een uit zending als deze te beluisteren en op deze wijze zich zelf een oordeel te vormen. De Bachuitzending van Maandagavond door Berlijn geeft mij aanleiding tot enkele opmerkingen. Ziehier nu een piano-recital, op welks programma één, zegge één oorspron- spronkelijk klavierwerk van Bach voorkomt. De rest bestaat uit orgeltranscripties. Ik heb niets tegen deze laatste in 't algemeen, niet alleen omdat ik me zelf er ook meermalen aan bezondigd heb, maar ook wijl transscrip ties als bijv. die van Basoni werkelijk een verrijking van de klavierlitteratuur in tech nisch zoowel als in geestelijk opzicht ge noemd mogen worden. Het afwijzend oor deel van .sommige musicologen, die zich op aestetische gronden basseeren, kan ik des te minder doelen wijl Bach zelf een aartstranscribent was en niet alleen meer dere zijner eigen werken, maar ook vele van andere componisten voor zijn pure plezier gearrangeerd en bewerkt heeft en daarbij zelfs niet geschroomd heeft den muzikalen inhoud te veranderen. Zoo heeft Bach een concert voor 4 violen van Vivaldi omge werkt tot een voor 4 klavieren, maar er heel wat van zich zelf bijgevoegd. Zoo mo gen dus m.i. op een Bach-recital gerust één of meer bewerkingen gespeeld worden, maar dat wil nog niet zeggen dat deze den hoofdschotel moeten vormen. Het aantal oor spronkelijke klavierwerken van Bach is zóó rijk van inhoud, dat men een overvloed van keuze heeft en haast van ,3' embarras du choix" zou kunnen spreken. Liever is mij dus een programma als dat van Heilsberg op Dinsdag, waar twee der Partitas op voorkomen. „Partita" is een oudere naam voor „Suite". Van werken op andere programma's die mijn aandacht trekken, wil ik noemen de ..Dante-Symphonie'' van Hubay 'Mühlacker, Dinsdag) Liszt schreef' een werk van dien naam: Jenö Hubay echter kennen we gemeen lijk alleen als vioolvirtuoos van grooten naam; hij heeft echter ook velschillende werken voor viool met orkest of piano, liede ren en eenige opera's geschreven. Eén daar van, „De Vioolmaker van Cremona" moet wat het gegeven betreft wel geheel op het ter rein van een vioolvirtuoos liggen. Jenö Hubay is in 1858 te Budapest geboren als zoon van den vioolprofessor Karl Hubay (18281885'. Tentoonstelling in Arti. In Arti, op het Rokin, opende men het nieuwe jaar met een groepententoonstelling. Tot 5 Februari kan men er het werk van de Akademiedocenten Jurres, Wolter en Wester man, en van Arti's voorzitter Bobeldijk in vrij uitgebreide collecties aanwezig vinden. Al leert zulk een expositie ons weinig nieuws tenzij dan wat Westerman betreft, die zelden op zoo groote schaal uitpakte het blijft toch de moeite waard van die „shows" ken nis te nemen. Zeker deze eerste, waar een kwartet van de kundigste Arti-leden op treedt, verdient uw bezoek. Jurres. Jurres' reputatie als enorm sterk teeke naar is gegrond en welverdiend. Dat hij een prachtige partij kan schilderen, men behoeft er het groote donkere schilderij (achteraan rechts in de groote zaal) maar op aan te zien en er de schildering van de liggende naakte figuur op te bestudeeren, om daarvan over tuigd te zijn als men het nog niet wist. Zijn sterk compositietalent schijnt mij meer gevoed door den teekenaar Gustave Doré, dan door den schilder Delacroix bij welker beider kunst de zijne zich aansluit. Vaak staat zijn werk tusschen beiden in en heeft dan een overlading van bijkomstigheden, die bij Doré niet stoort en bij Delacroix niet voorkomt. Dan heeft een werk van Jurres, met al zijn qualiteiten, iets vermoeiends als een verhaal zonder pointe, en wordt het een taak, er verscheidene naast elkaar te zien. Maar al tijd blijft hij geweldig knap en, als hij op dreef is, met een bijna te groote zekerheid van zijn zaak. H J. Wolter. H. J. Wolter's kunst is even opgewekt als haar maker. Eerder zeer verzorgd dan zorge loos. technisch zeer gecultiveerd met die pret tige gemakkelijkheid door hem allicht ter Antwerpsche Academie opgedaan, spreekt Wolter's kunst gemakkelijk tot den beschou wer. Een zeer solide vakkennis, een routine die toch de schablone schuwt, daarbij een wezensgeaardheid die bij het ouder worden toch voor de jeugd open bleef staan, maken Wolter tot den gezochten docent en correc tor in de schilderklasse cler Academia. Hij beheerscht, als een goed schilder, zijn vak over de geheele linie: het figuur, zie zijn Ne gerinnen; het landschap, zie wat er hier nog van zijn Engelsche havengezichten werd op gehangen. Een betrouwbaar artist, die zich nooit geforceerd heeft en ook geen „gewel dige" heeft willen zijn maar desalniettemin heel wat in zijn mars voerde. Westerman. Westerman, Gerardus Westerman zooals hij nog genoemd werd, toen hij in Leeuwar den van meester Bubberman teekenles kreeg, kwam iets later dan Jurres naar Amsterdam en onder Allebé op de Academia. Ik heb hem in die jaren beter gekend dan later, fcoen mijn bezigheden buiten Amsterdam kwamen te liggen. Hij kwam naar de hoofdstad met groote verwachtingen van zijn toekomst be laden. Het was een fijngevoelige jongen, die zich niet gauw gaf. weinig bestand tegen grofheid en dan spoedig een beetje schuw en in zich zelf gekeerd. Idealiseerend wat er in hem droomde, genoot hij ten volle van de vroege werken van Matthijs Maris, waaraan hij zich verwant voelde, terwijl de geest en het onderwijs van Allebé. in den grond ge lijkgezind romanticus, aan die genegenheid nog meer voedsel gaf. Daarna heeft, naar ik meen. Westerman's artistiek karretje niet im mer op een zandweg gereden. Leven en lot hebben hem voor puzzle's gesteld, artistieke en andere, waarvan de oplossing den van nature toch al niet gemakkelijk zich over iets heen zettenden jongen man. hoofdbrekens genoeg gekost zal hebben. Wat wij zoo nu en dan. hier en daar zagen, bevatte steeds her inneringen aan de subtiele aanvangsels van onzen jongen Frieschen artist, doch tot een imponeerenae prestatie scheen het moeilijk te komen. Telkens hervond men de liefde zij ner aanvangsjaren: de romantiek van den riddertijd en daarnaast een op reëele studie gebouwde cultus van het paard, als ridder- iijkst dier. Zijn illustraties bij het Wilhelmus, tournooien en ridderspelen en ten slotte het paard alleen in zijn weldra overal overbodig geworden functies. Den laatsten tijd komt Westerman met meer élan voor den dag. Hij schijnt vrijer, onbeëngder in zijn werk ge worden en het is alsof men eerst nu de kans krijgt te zien tot waar beloften rijpen kon den Een vorig jaar memoreerde ik op een Arti-tentoonstelling sommig gaaf en krachtig werk van hem. Onder wat hij nu op deze groeoenshow laat zien is veel. dat dezelfde qualiteiten bezit. Aan het zonnig erf van ver leden jaar herinnert thans de krachtige pein- ture van den haan met kip (no. 60); en het zwarte paard in 't groen gebladerte (no. 49>. dat prachtig en krachtig van schildering is. zou naast den paardenschilder Wilhelm Trübner geen onelegant figuur maken. Ik denk hier aan diens naardenstudies voor de ruiterportretten der Badensche grootherto gen. En dat Westerman de latere jaren ook grootscheepscher dingen aanvatte, blijkt uit. het „Heiwerk" hier, dat al eens vroeger ge ëxposeerd werd. Het is tenslotte hoofdzake lijk voor zijn werk dat wij Arti binnen lienen en het Hikt niet onwaarschijnlijk dat Wes terman's tijd nog komen gaat. Hij is een ar tist van sterk innerlijk gehalte en dezulken hebben zelden haast. Bobeldijk. Over Bobeldijk, tenslotte, hebben wij ai eerder opgemerkt dat hij in Amsterdam The rèse Schwartze's opvolger voor het officieele portret schijnt geworden. Hij heeft alle daar voor benoodigde qualiteiten: bovenal de vaardigheid van zonder anti-artistiek te worden, toch aan de eischen. die door een leekenpubliek van opdrachtgevers gesteld worden, te voldoen. Terwijl hij soms een in tellectualistische fijnheid van observatie ten toon spreidt die men hem, naar zijn vroegere Volgestort Kapitaal I 30 000.000. Reserve t 9.300.000. kantoor: HAARLEM KRUISWEG 59 TEL. 13843 stadsgezichten geoordeeld, niet zoo vlug zou hebben toegeschreven. Vrij opgevat en zeker niet het minst verdienstelijke van zijn groep hier, is het portret van Sem Dresden en even aantrekkelijk om de ongedwongen pittige behandeling is het portretje van het meisje in het wit tegen blauwen achtergrond (nr. 4). Voor een korte kantteekening moge dit voor ditmaal volstaan. J. H. DE BOIS. 26 Januari '33. LUXOR-THEATER. Die Fascbingsfee. De ge maskerde Ruiter. Wie van een afwisselend, luchtig en ook spannend programma houdt, ga bezoeke deze week het Luxor-Theater. Daar is voor elck wat wils. Allereerst wordt een zeer interessante film vertoond uit de Alpen. Men ziet fraaie na- tuuropnemingen uit de bergstreken, uit de Alpen met de besneeuwde toppen en de mooie weiden, men hoort den typischen volkszang en woont een dans bij, tenslotte vaart men per vliegtuig boven die schoone streken rond. Daarna volgt de eerste hoofdfilm. De ge maskerde Ruiter, naar een boek van Zane Grey. George O'Brien als de held in het verre, wilde Westen triomfeert over de bende van den. het met de eerlijkheid niet zoo nauw nemenden sheriff, en wint daarme de liefde van het belaagde meisje. Margaret Churchill en Noah Beery vervullen de andere hoofd rollen in deze film. die boeiend is en span nend. Vooral de achtervolgingen te paard doen genieten! Het Orion Profilti Nieuws toont o.a. de in ternationale schaatswedstrijden in het heer lijke Davos en geeft alleraardigste beelden van Holland op glad (en gladder) ijs Na de pauze draait Carnavalsvlindertje (Die Faschingsfee) van den bekenden com ponist Emmerich Kalman. Dit is werkelijk een vlotte en geestige verfilming van ge noemde operette die speelt in de artisten (schilders) kringen. Victor heeft dén prijs var. 10.000 mark ge wonnen door een graaf (Julius Falkenstein) uitgeloofd. Als echter die graaf een meisie onheusch behandelt, en Victor, voor haar in de bres springend, den hem onbekenden graaf op zijn plaats zet, trekt deze den prijs terug en Victor zal niets krijgen. Het meisje (Alexandra) wil den armen schilder zijn 10.000 mark toch laten ontvangen en geeft hem door middel van haar neef Freddy .(Ernst Verebes) het geld, Freddy doet het voorkomen of de graaf de schenker is en hieruit spruiten alerlei dwaze verwikkelingen voort. bijv. als de graaf en Victor elkander ontmoeten. Natuurlijk komt dank zij Freddy, de zaak in orde en Victor en Alexandra krij gen elkaar. In deze film treft allereerst het spel van den nog niet genoemden bediende van den graaf, Szoke Szakall, die in deze rol weer alle gelegenheid krijgt om zijn goedmoedig heid op geestige wijze te toonen. Ook Ernst Verebes, de genoegelijke „kwajongen" dient genoemd te worden. Voorts spelen In deze film mee Anny Ahlers, Walter Janssen en Harry Halm. De meesleepende muziek van Kalman is goed verwerkt in deze luchtige operettefilm. REMBRANDT THEATER. Meisjes van lieden. „Eine vor. uns" heet de film. welke deze week in het Rembrandt-theater loopt, in den oorspronkelijken titel. Brigitte Helm, die Gil- gi, de hoofdpersoon speelt, vertegenwoordigt een meisje, zooals er duizenden zijn, een doodeenvoudig kantoormeisje van dertien in het dozijn. Zoo althans moeten wij den repre sentatieven titel verklaren. Maar er zullen onder de duizenden dood gewone kantoormeisjes maar weinigen we zen, die evenals deze Gilgi zonder net zelf te weten een stiefkind zijn. Haar moe der, een lichtzinnige vrouw van goeden huize heeft haar na de ongewenschte geboorte als pleegkind afgestaan aan een echtpaar uit den kleinen burgerstand, dat onder den dom van Keulen een winkeltje in reis- souvenirs drijft. En Gilgi weet. niet beter dan dat zij de dochter van winkelier Kror. en zijn vrouw is. Tot dat zij op den dag van haar meerder jarigheid een geldsom uitgekeerd krijgt, welke haar echte moeder voor haar op de bank heeft vastgezet. En dan ontdekt zij het geheim. Vermoedelijk om haar pleegouders te ont- loopen, tegen wie ze, nu ze weet geen eigen kind van hen te zijn een weerzin heeft opgevat, keert zij na het verjaarsfeest niet naar het winkeltje van Kron terug, maar gaat met een fladderachtig vriendinnetje naar een bal. waar ze met een zwerf1 usti- gen schrijver kennis maakt. Onmiddellijk is ze haar trouwen aanbidder, den student Pe ter, met wien ze dezen zelfden dag nog zoo'n heerlijken dag in de natuur heeft doorge bracht. vergeten en volmaakt onder de be- toovering van den nieuwen hofmaker, volgt ze deze naar zijn kamer en beëindigt haar verjaardag als zijn minnares in optima for ma. Ze blijft bij hem wonen, totdat ze moeder moet worden. Om den bandeloozen kunste naar niet te bezwaren, wil ze dan heimelijk vertrekken, waarvoor Peter goedig zijn be middeling verleent. Maar Martin, zoo heet de zwerflustige. bliikt ditmaal trouw en gaat met den trein, welke haar naar Berlijn voert, in zijn Mercedes een wedren aan, waarbij hij overwinnaar wordt. Als zijn bruid stapt Gilgi uit den D-trein in het sneller vervoermiddel. Martius auto. over. En ze le ven voortaan gelukkig. De film heeft oen titel ontleend aan den roman waarnaar Paramount haar bewerkt heeft. Misschien komt het representatieve in het boek beter tot zijn recht. Maar het meis je op de film is noch in haar aard en gedrag, noch in haar levensgeschiedenis een meisje van dertien in het dozijn. Het is een uitzon deringsgeval. dat men in het bovenstaande overzicht ziet omschreven. Psychologisch lijkt dit verhaal tamelijk onbevredigend. Brigitte Helm speelt Gilgi als een ernstig, naar het zwaarmoedige neigend meisje. Dat stapt niet zoo maar één-twee drie zonder gewetensbezwaar van het ééne milieu in htt andere en van de ééne liefde op de andere over. Maar ook de plotselinge trouw van den bohemien wordt door Gustav Diessl niet aannemelijk gemaakt. En ten slotte blijft ook de eerste vriend, Peter (Ernst Busch) een vrij vage figuur. De reactie van het meisje en haar pleeg ouders op de onthulling van het. geheim wordt nauwelijks aangeduid en die van de echte moeder tot één enkel, zij het wel tref fend scènetje beperkt. En het eigenaardige leven der kantoormeisjes, van wie Gilgi „ééne" is. zien wij nergens in een ken merkende sfeer gezet of door representatieve anecdoten geïllustreerd. Met dit al heeft het aldus vrij onnoozel aandoende verhaaltje den regisseur Johannes Meyer hier en daar aanleiding gegeven tot onderhoudende opnamen, waarvan de wed strijd tusschen trein en auto aan het slot het beste is geslaagd. Het is op zichzelf een aardige sensatie, het expressieve kopje van Brigitta Helm weer eens terug te zien. En ook de maskers der beide mannelijke hoofd rollen leenen zich tot interessante fotogra fie. Een vriendelijken indruk nemen wij mee van de muziek van Franz Grothe; het liedie bij het draaiorgel, wegstervend terwijl Gilgi in droeve stemming den tuin doorschrijdt, vormt een prettig stukje montage. In het voorprogram krijgen wij Bettv Boop in een met humoristisch talent ineengeknut- selden auto-wedstrijd, onbedoelde hulde aan de R.A.I.? Behalve dit teekenfilmpje vertoo- nen de journaals natuurlijk ook verschillende sportprestaties, waaronder een buitengewoon mooie Polygoon-opname van een hardrijderij op schaatsen. Op het tooneel zingen onder leiding van Roosje Kohier de vijf Harmony Ladies hun liedjes. H. G. CANNEGIETER. CINEMA PALACE. Anny Ondra in de titelrol „Kiki". De grootste con current van de bios coop in deze barre tijden is wel de vorst. Een groot deel van wat anders de bevolking van het filmtheater uit maakt, is nu op het ijs te vinden en hoe sterk de liefde voor het ijs wel is, bleek mij gisterenavond weer eens toen tegen half twaalf na het sluiten van de bios- Hermann Thimig. copen op de grach ten en singels nog een betrekkelijk groot aantal enthousiastelingen hun eenzaam of gezamenlijk baantje reden bij het schijnsel der lantaarns. Het zou jammer zijn als door het ijs de film Kiki niet die belangstelling had, die Kiki verdient. Direct al bij het be gin pakt de film je al door het suggestieve af- en aanrijden van de talrijke treinen in het station te Parijs. Er is, geloof Ik, niet één filniartlste. die de rol van Kiki zoo tot haar recht zou kunnen doen komen als Anny Ondra. Het tempera mentvolle, het bewegelijke, het doelbewuste en vreemde tegenstelling bij al die hoeda nigheden ook het kinderlijke, dat voor Kiki vereischt wordt, beheerscht Anny Ondra zoo goed en ze weet alles op zijn tijd zoo juist van pas te brengen, dat de rol voor haar ge knipt is en dat je haar vergeeft, dat ze wel eens een beetje mal doet. Kiki's grootste wensch en stoutste droom is, dat ze nog eens een beroemde revuester zal worden, met alle heerlijkheden daaraan verbonden. Er worden per advertentie dansgirls gevraagd voor de nieuwe revue onder directie van Leroy -Her mann Thimig). Dit is haar kans. denkt ze. Ze gaat naar het theater en ze mag al heel blij zijn, dat ze aangenomen wordt voor de vestiaire. Na afloop van de voorstelling gaat ze overal eens snuffelen, op het tooneel. in de kleedkamers enz, Ze belandt bij de kamer van den directeur en daar hoort ze achter de gesloten deur een heftige ruzie tusschen den directeur en Gervinette. op het moment de ster van het gezelschap, en de vriendin van den directeur, welken zij hevig ringeloort. Gervinette Is zoo niidig. dat ze zijn laatste geschenk, een prachtige bontmantel hem naar het hoofd gooit, waarna zij wegwandelt. Leroy gooit hem terug, maar niet naar Ger vinette. maar naar Kiki, die Juist In de deur opening verschijnt. Kiki trekt den mantel verheugd aan en staat nog buiten te wach ten als Leroy verschijnt. Leroy die de garde robejuffrouw niet herkent vraagt haar met hem te gaan soupeeren, Kiki. die hals over kop verliefd is geworden op Leroy. voelt alles voor dit schoone avontuur. In het restaurant zijn ook Gervinette en baron Pérln. Door de dames Gervinette en Kiki worden de vijande lijkheden geonend. Van nu is het een strijd tusschen heiden om Leroy. Meestal boekt Gervinette eenige winst, maar Kiki weet dan meesterlijk wraak te nemen. Het eind van het liedie ls. dat Kiki in haar onuitputtelijk heid om Leroy te winnen ten slotte de zege praal behaalt. Makkelijk gaat het niet, maar ze is onversaagd in haar wil om tot haar doel te komen, dus ze overwint. Het Is een hoogst onderhoudende amusante film. waarbij tel kens de lach opschalt. en we kunnen ieder aanraden er heen te gaan Anny Ondra is het 100";, waard. Behalve door de journaals wordt het pro gramma aangevuld door den humorist Dumas die met een viertal liederen het publiek bij zonder vermaakte; met een hartelijk applaus betoonde het hem zijn waardeerlng. l it „De Kleine Johannes" door Frederik van F.eden De regen hield op. Onder grauwe wolken door straalde een heldere glimlach van de zon over het woud. op de vochtig glanzende bla deren en op de droppels, die aan elk twijgje en halmpje fonkelden en de splnnewebben sierden, die over het eikenloof gespannen wa ren. Langzaam steeg een fijne nevel uit den vochtigcn grond tusschen het kreupelhout om hoog. duizend zoele droomerige geuren mee voerend. De meerle vloog nu in den hoogsten boomtop en zong in korte, innige melodieën tot de dalende zon, als wilde zij toonen welke zang hier paste, in de plechtige avondstilte, bij de zachte begeleiding der vallende droppen. „Is dat niet schooner dan menschengeiuld, Johannes? Ja! de meerle weet wel den juisten toon te treffen. Hier is alles harmonie, zoo volkomen zult ge ze bij menschen nooit vinden". „Wat ls harmonie, Windekind?" „Dat is hetzelfde als geluk. Het ls dat. waar naar alles streeft. Ook de menschen. Doch zij doen als jongens, die een vlinder willen vangen. Zij jagen haar juist weg door hunne domme pogingen". „Zal ik haar bij U vinden?" „Ja. Johannes! maar dan moet ge de men schen vergeten. Het is een slecht begin, bij menschen geboren te zijn. maar gij zljt nog jong. gij moet alle herinnering aan uw men- schenleven van u afzetten bij hen zoudt ge dwalen en in verwarring, strijd en ellende geraken het zou met u gaan als met den jongen meikever, van wien ik u vertelde". „Wat is daarmee verder gebeurd?" „Hij heeft het heldere schijnsel gezien, waar van de oude kever sprak; hij dacht niet beter te kunnen doen dan er dadelijk heen te vlie gen. Regelrecht vloog hij in een kamer en viel in menschenhanden. Drie dagen lang ls hij daar gemarteld hij heeft in kartonnen doosjes gezeten men heeft hem draadjes aan de pooten gebonden en hem zoo laten vliegen toen heeft hij zich losgerukt, een vleugel en een poot verloren, en is eindelijk hulpeloos op een vloerkleed rondkruipend en nog vruchteloos pogend den tuin te bereiken door een zwaren voet verpletterd „Alle dieren. Johannes, die in den nacht ronddolen, zijn zoo goed kinderen van de zon als wij. En al hebben wij nimmer hun schitte renden vader gezien, toch drijft hen een on bewuste herinnering immer weer tot al waar aan licht ontstraalt. En duizenden arme schep sels der duisternis vinden een jammerlijken dood door die liefde tot de zon. van wien zij sinds lang gescheiden en vervreemd zijn. Zoo brengt een onbegrepen, onweerstaanbare nei ging de menschen ten verderve in de schijn beelden van dat Groote Licht, dat hen deed ontstaan, en dat zij niet meer kennen". Vragend keek Johannes op naar Winde- klnd's oogen. Doch zij waren diep en geheim vol. als de donkere hemel tusschen de ster ren. „Bedoelt gij God?" vroeg hij eindelijk schuchtei. „God?" de diepe oogen lachten zacht. „Ik weet. Johannes, waaraan gij denkt, als ge dien naam uitspreekt. Aan den stoel voor uw bed. waartegen ge het lange gebedje lederen avond opzegt aan de groen saaien gordij nen voor het kerkraam, waarnaar gij Zondag morgen zoo lang kijkt aan de kapitale let ters van uw bijbeltje aan het kerkezakje met den langen steel aan leelijk gezang en een muffe menschenlucht. Wat gij met dien naam bedoelt. Johannes, is een be lachelijk schijnbeeld in plaats van dc zon een groote petroleumlamp, waarop honderden en duizenden mugjes hulpeloos' zitten vastge plakt". „Maar hoe heet dan dat Groote Licht. Win dekind? en tot wien moet ik dan bidden?" „Johannes, het ls, of een schimmelplantje mij vroeg hoe de aarde heette, die met haar rond draait. Was er een antwoord op uw vraag, gij zoudt het verstaan als een aard worm de muziek der sterren. Doch bidden zal ik u leeren". En met den kleinen Johannes, die In stille verwondering over Windekind's woorden peinsde, vloog hij uit het bosch omhoog, zoo hoog. dat over den duinrand een lange, als goud wonkelende streep zichtbaar werd. Zij vlogen voort, de grillig beschaduwde dulnvlak te gleed onder hun blikken weg en breeder en breeder werd de lichtstreep. De groene kleur der duinen week, vaal zag het helm, en vreemde, bleekblauwe planten groeiden er tusschen. Nog een hooge heuvelreeks, een lang gestrekte, smalle zandstrook en dan dc wijde .ontzaglijke zee. Blauw was het. groote vlak, tot aan dc kimme, maar onder de zon straalde een smalle strook in verblindend roode schitte ring. Een lange, donzig witte schuimrand om zoomde het zeevlak, zooals hermelijn het blauw fluweel omzoomt. En aan de kimme scheidde lucht en water een fijne, wonderbare lijn. Een wonder scheen zij' recht en toch gebo gen, scherp en toch onbestemd, zichtbaar en toch onnaspeurlijk. Zij was als de toon eener harp. die lang en droomend naklinkt, die schijnt weg te sterven en toch blijft. Toen zette de kleine Johannes zich op den duinrand en staarde staarde in lang, roer loos zwijgen totdat het hem was. alsof hij ging sterven, alsof de groote gouden deuren van het heelal zich statig ontsloten en zijn kleine ziel het eerste licht der oneindigheid tegen zweefde. En totdat de tranen, die in zijn wijd geopen de oogen welden, de schoone zon omfloersten en de pracht van hemel en aarde deden weg- deinzen in een duistere, trillende .scheme ring. „Zoo moet gij bidden!" zeide toen Winde kind. PINKSTERZEGEN IN HAARLEM. Zondag 12 en Maandag 13 Februari zullen in het Concertgebouw een tweetal vertoo ningen van het zingend-sprekend en musi- ceerend filmwerk ..Pinksterzegen", vervaar digd door Willy Mullens van het Pinkster spel van De Graal worden gegeven. De tientallen vertooningen welke reeds in Amsterdam. Den Haag, Delft en Lelden zijn gegeven werden een grootsch succes. Ook het bijprogramma is met zorg samen gesteld. het zal o.a. bevatten de Romc-Padau en Assissië-reis vorig jaar ter gelegenheid van het 7e Eeuwfeest van „St.-Antonlus" ge houden. het geluidsfilmpje ..Pierement" van den Hollandsche Cineast Teunlssen en een komische geluidsteckcnfilm. NIEUWE BCZKEN. „Vedcrc c Impararc" door Dr. G. Nolst Trenitc. Bij H. D. Tjeenk Willink en Zoon's Uit gevers Mij. N.V.. alhier, heeft het licht gezien de Italiaansche uitgave van de bekende pla ten-methode van Dr. G. Nolst Trcnité. die reeds vroeger voor het Engelsch (Pictorial Wordbook i; voor het Fransch (Je vois tout) en Duitsch (Guck, so weiszt du's) ls ver schenen. De eenige jaren geleden onder den titel „Io vedo tutto" door H. D. Tjeenk Willink er. Zoon uitgegeven Italiaansche bewerking van dit boek heeft genoemde firma aan den handel onttrokken, daar haar bleek, dat zij zich ln de keuze van den bewerker vergist had. zoodat het boekje tal van fouten be vatte. Deze geheel nieuwe uitgave geeft nu een methode die zich bij uitstek zou leenen voor zclfondcrwijs. indien dc uitspraak aangege ven was. Nu blijft leiding zeer gcwcnscht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 15