BRIDGE LETTEREN EN KUNST OPRUIMING Firma r~ Bernard J. v. Liemt GROOTE MEUBELEN VERWULFT No. 9 EEN WEKELIJKSCHE RUBRIEK. ZIJDEN SCHOENEN verven in elke gewensch- te kleur. J. LOTTCERING HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 8 FEBRUARI 1933 DERDE BLAD. HET TOONEEL KUNST AAN HET VOLK. CHARLOTTE KöHLER. Charlotte Kohier is in de eerste plaats „actrice", de kunstenares met het uitgespro ken dramatisch talent. Zij toont zich dat zelfs in de voordracht van Nederlandsche lief desgedichten. Zie haar houding, wanneer zij Boutens' gedicht „Dit is ter goede wake het goede lied" zegt. Gestrekt is heel haar lichaam, strak en ernstig als het gedicht haar gelaat. Onmiddellijk daarop volgt het oolijke, aardige „rijmpje" van Jan Prins en het is alsof een geheel andere vrouw dit voordraagt. Charlotte Kohier heeft zich als gemetamorphoseerd. En als zij het Zwervers liedje van A. Roland Holst inzet, gaat er van heel haar persoon een zoo intieme innigheid uit, dat zij onmiddellijk de sfeer van het ge dicht ook op ons overbrengt. Het zou bij liefdes-gedichten, die toch voornamelijk lyrisch zijn, voldoende wezen ze te hóóren. Bij Charlotte Kohier wil men ze echter ook zien voordragen. Zij boeit bij haar voordracht ongemeen door gezicht expressie, houding, plastiek; het zijn ele menten van haar kunst, die het groote succes verklaren, zelfs bij de voordracht van toch waarlijk niet dramatische liefdesge dichten, zooals gisteravond vóór de pauze. Hoeveel te meer dan nog in een gedicht als Maria Lecina van Werumeus Buning, dat zich zoo volkomen leent ook voor „dra matische uitbeelding". Hier hoorden en zagen wij Charlotte Kohier in haar volle kracht. Dit sterkt ro mantisch getinte zeemanslied met zijn felle kleuren, zijn dramatiek, zijn plotselinge overgangen en contrasten is als geschreven voor deze voordrachtkunstenares, die het dan ook gaf met ongewoon expressieve kracht. Het was een voordracht die ook groote be wondering afdwong door haar virtuositeit. Die virtuositeit was zelfs zoo groot, dat zij teveel van onze aandacht vroeg. Het telkens weer tot honderd malen toe herhaalde „Porqué Maria?" dat meer nog dan een vraag de echo was van elke strophe, werd door Charlotte Kohier met voortdurende wisselend accent en als reflex op het voor gaande steeds verrassend zuiver gezegd. Het was, om het juist uit te drukken „razend knap", maar het leidde te veel af. Je dacht telkens: nu komt het weer, en je zat in afwachting in wat voor toon en met welke expressie zij dat „Porqué Maria" opnieuw zou lanceeren en bij elke nieuwe variatie had je neiging om te zeggen ja, bet klinkt misschien heel oneerbiedig na zoo'n avond „hoe lapt ze 't 'em?" Maar dat is nu een maal de schaduwzijde van het virtuose, dat wij meer gaan letten op het „hoe", dan op het „wat". Het uiterlijke verdringt het in nerlijke en daaraan ontkwamen wij gisteren bij Maria Lecina niet. Het virtuose beheersch- te voor ons de voordracht en onze bewonde ring ging dan ook voornamelijk naar dat virtuose uit. Men begrijpe mij goed. Ik wil hiermee niets afdoen aan de waarlijk supe rieure wijze, waarop Charlotte Kohier ons dit gedicht van Werumeus Buniing heeft uitgebeeld. Zij heeft het ons gegeven met prachtige, dikwijls meeslepende dramatische stijgingen, met brandend temperament, soms zelfs met ontroerende extatische verrukking, en ik zou zeker er oprecht van genoten hebben, wan neer er niet telkens weer het mij op het laatst hevig irriteerende „Porqué, Maria" was geweest, dat ik hoe langer hoe meer voelde als 'n kunststukje ,.pour épater le bourgeois". „Carrière"' zou ik van Charlotte Kohier ze ker wel 3 maal kunnen hooren. Maria Lecifia zou een herhaling niet kunnen verdragen. Dit is natuurlijk een zuiver persoonlijke im pressie en het is heel wel mogelijk, dat an deren juist in het honderd maal gevarieerde „Porqué, Maria?" de hoogste schoonheid heb ben gevonden. Maar ik voor mij vond de schoonheid vóór de pauze van zuiverder immers innerlijker gehalte dan van Maria Lecina. al was het succes van Werumeus' ge dicht dan ook het uitbundigst. Een stampvolle zaal, bloemen, geestdriftig applaus een avond dus, die ongetwijfeld tot de groote successen van Charlotte Kohier en de vereeniging Kunst aan het Volk mag worden gerekend. J. B. SCHUIL. THALIA. De familie Loberg. Haarlem's Gemengd Tooneel „Thalia" stelt zich ten doel goede en aangename tooneel- avonden in Roomsch verband te geven tot geestelijk heil en ontspanning voor Katho liek Haarlem. Het gezelschap, dat sinds kor ten tijd over een officieelen censor beschikt, nu de hoogeerwaarde heer H. C. J. Sondaal, deken van Haarlem, de geestelijke leiding persoonlijk op zich genomen heeft, heeft zich tevens de medewerking mogen verzekeren van een Roomsch Katholieken tooneelschrij- ver, die ook als acteur een naam heeft in Nederland, Cor Hermus, die reeds meer too- neelstukken heeft gemaakt, heeft zich thans beschikbaar gesteld voor het schrijven van een propaganda-stuk voor het Katholieke geloof. Uit artistiek oogpunt is zooiets altijd een hachelijke opdracht! Maar Cor Hermus, die het tooneel door en door kent en daarbij ook een aangebo ren goeden smaak bezit, is de bezwaren van de tendenz-kunst met dit stuk tamelijk wel te boven gekomen. Het is voor een andersdenkende begrijpe lijkerwijze moeilijk uit te maken, in hoever zulk een tooneelwerk aan zijn eigenlijk pro pagandistisch doel beantwoordt. Wat schrij ver dezes aangenaam trof, was de mensche- lijkheid. welke uit deze tendenz sprak. De strekking, dat het niet op het uitspreken of uiterlijk belijden van het geloof aankomt, maar op de praktische toepassing, deed wel dadig aan, vooral omdat deze praktische toe passing hier zulk een universeel karakter vertoont. W'are er niet doorloopend sprake van spe cifiek Roomsche gebruiken, men zou niet gemerkt hebben, dat het stuk uitsluitend door en voor Roomschen geschreven is. De moeder, in wie het tot leven belichaamd geloof verpersoonlijkt is, kan ook door niet- Roomschen als een voorbeeld van oprechte vroomheid en zuivere karakter-adel gewaar deerd worden. Haar tot een tweede natuur geworden offervaardigheid, haar door niets te schokken vertrouwen op het betere in den mensch en vooral ook haar moed om het te gen haar bruut van een echtgenoot op te ne men voor elk van zijn slachtoffers,, haar waardige rust en even waardige opstandig heid onder het lijden maken deze vrouw tot een indrukwekkende tooneelfiguur. En me juffrouw Assendelft heeft door haar even wichtig en sober- gevoelig spel deze figuur voor de toeschouwers zoo doen leven, dat zij haar niet spoedig zullen vergeten. Een zuiver gespeelde- en ook echt-men- schelijke figuur is het dochtertje Lien (Mary van Leeuwen), die met den ook geheel in den goeden toon geschreven en met sym pathieken eenvoud door Piet Loerakker te tooneele gebrachten Kapelaan de moe der-figuur aanvult. Met Jan (Ton Speelman) en Rene (Mart. Langeveld) blijft Cor Hermus nog op het artistiek verantwoordelijk peil; de eerste in zijn weifeling tusschen kinderlijkheid en mannelijkheid en de laatste, wiens bohemien- achtige brani tot een wanhopige huilbui in eenzakt, zoodra hij tegenover zijn moeder zit, zijn zuiver geteekend. Ietwat mislukt, acht ik de figuur van den vader, den kei-harden huistiran. Hier heeft de schrijver er het te dik opgelegd. De acteur Piet van de Nouwland heeft raak en sterk getypeerd en door zijn spel dezen man nog vrij aannemelijk gemaakt. Maar de tegen stelling wordt door de overdrijving van den schrijver hier te kras, het effect te grof en het succes te goedkoop. Toch blijft er ook zelfs met deze tekort koming nog stijl in het stuk. Maar het is jammer, dat Hermus het noodig vond het stuk te lardeeren met het geheel uit den toon vallende laag-komische trio Josef, Fe- mina en Wies. Hoezeer de acteurs van deze rollen (Mart. Bijnsdorp, Coba Dingerdis en Ati Heijli'gers) de lachers op hun hand hadden, „dankbaar" in den mooien zin van het woord waren hun rollen geenszins! Anny van Leeuwen, die de moeilijke rol van de wereldsche dochter had te vervul len, was hiertegen niet geheel opgewassen. Maar dit lag deels bij haar en deels bij den schrijver, die hierover het bezwaar van de tendentieuse tegenstelling gestruikeld is. Deze Fien is geen natuurlijke figuur. Bepaalde herinneringen aan den ouder- wetsohen draak brengt de figuur van Broer Herman (N.N.); de scène waarmee het twee de bedrijf sluit en welke het begin van den omkeer ten goede bij den harteloozen rijkaard te weeg brengt, is wel de zwakste stee in het stuk, dat, hoe paradoxaal dit klinkt, den meesten indruk maakt in de minst dramatische gedeelten. Thalia mag op deze vertooning met vol doening terugzien. H. G. OANNïXHETER MUZIEK. LEDENCONCERT DER H.O.V. Max Orobio de Castro. We mogen Max Orobio de Castro erkente lijk zijn, dat hij als solist bij ons orkest nu eens niet als zoovele anderen met het cello concert van Haydn of dat van Saint-Saëns aangekomen is, maar de kennismaking met het zeer belangrijke concert in C (niet G, zooals in 't programma stond) van Eugen d'Albert gegund heeft. Betrekkelijk zelden wordt dit concert gespeeld zeker is 't meer dan twintig jaar geleden sinds ik het een vorig maal hoorde waarom niet vaker? mag men vragen. De sololitteratuur voor cello is heusch niet zoo rijk aan boeiende werken. En het cello-concert van den eens zoo beroemden pianist, die in latere levens jaren zijn werkzaamheid meer en meer tot compositie, vooral van operas, beperkte, is boeiend en is ook muzikaal van beteekenis. Het eerste hoofdthema is een prachtige vondst en de wijze waarop het zich in het orkest boven de accoordfiguren der solo-cello voor het eerst doet hooren is oorspronkelijk en verrassend. Een romantische sfeer heerscht van den beginne af; rijk vloeit de melodische bron; veelzijdig en voortreffelijk zijn de mogelijkheden van wisseling van het instrumentale coloriet benut; het orkest heeft een niet minder belangrijke partij dan de solist, die behalve een meesterlijke tech niek een ontvlambaar muzikaal tempera men dient te bezitten. Koel en objectief mag dit concert niet gespeeld worden. Het behoeft geen betoog, dat Max Orobio de Castro zich een uitverkoren vertolker toonde. Koelheid en objectiviteit zijn dezen speler vreemd; hij leeft zich in een werk in en leeft er zich in uit; zijn technisch meesterschap stelt hem boven de stof. En zoo heeft hij Dinsdagavond ons een indrukwekkende, vaak meesleepende auditie verschaft van een werk, waarvan men alleen de vaagheid van den vorm als minder gelukkige eigenschap zou kunnen noemen, een werk vol kleur en hartstocht, dat niet in pessimisme eindigt, doch een levensvreugde scheppend slot bezit, waarvan het thema een nauw verwantschap met dat der finaie-coda van Beethoven's Trio óp. 97 doet kennen. Eén wensch werd niet geheel vervuld, n.l. dat de solopartij steeds duidelijk verstaanbaar zou zijn. Menigmaal domineerde het orkest, maar dit daargelaten kan men niet anders dan respect hebben voor de wijze waarop Schuurman en ons orkest zich bij den solist hebben weten aan te sluiten na één enkele repetitie. De solist bracht dan ook de warme huldiging van het auditorium aan het orkest en zijn leider over. Hulde verdient Schuurman ook omdat hij Schumann's Manfred-Ouverture op 't pro gramma gebracht heeft. Men hoort Schu mann's orkestwerken tegenwoordig hier zel den. Zij vormen ook niet het hoogtepunt van zijn scheppenden arbeid. Zijn vier sympho- nieën zijn ongelijk van waarde en hebben de reputatie, slechts geïnstrumenteerd te zijn. Van de Manfred-Ouverture kan men dit niet beweren: zij klinkt overal en er gaat een stroom van rustelooze bewogenheid t>oor deze muziek, die haar voorbeeld voor een INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. NOC SLECHTS EENICE DAGEN DUURT ONZE VAN TAPIJTEN, LOOPERS KARPETTEN, SALON-, ZIT- EN SLAAPKAMER GROOTE HOUTSTRAAT 62 EN 67 Tchaiwoksky doet schijnen, al was deze laat ste overeenkomstig zijn Russischen aard hef tiger. De edele wijze waarop Schumann in zijn Manfred-Ouverture het tragisch gegeven tot uitdrukking heeft gebracht, doet naar een herhaling van de vertolking verlangen. Schuurman's persoonlijke visie openbaarde zich in de weergave van Schubert's Unvollen- dete. Zonder dat ik al zijn temponuanceerin- gen in het Allegro ten volle kan onderschrij ven de terughoudingen kwamen me nu cn dan te groot voor kan ik zijn streven om wat anders te geven dan wat de sleur mee brengt niet anders dan toejuichen. Zijn wijze van dirigeeren wordt ook steeds vrijer en ex pressiever; jammer alleen dat ze niet altijd met de noodige precisie aangeeft, of dat som mige orkestleden er niet steeds onmiddellijk op reageeren; jammer ook dat de stemming der blaasinstrumenten nog al eens te wen- schen overliet. Met ,Les Préludes" werd dit concert, dat met recht „Romantisch Concert" zou mogen heeten, besloten. Het slotstuk miste zijn ge wone uitwerking ook ditmaal niet. K. DE JONG. Kerkconcert Haarlem-Noord. Het gebouw van den Ned. Protestantenbond Berkenstraat, heeft een nieuw orgel gekre gen. Op uitnoodiging der orgelcommissie ga ven daar, ter gelegenheid van het in gebruik nemen van dit instrument mej. Annie Her mes, mevr. Nely de Bock-Verdel en de heer Jan Hoeben, een concert. En daar de com missie o.m. de milde gevers uitnoodigde om deze uitvoering bij te wonen, was het ge bouw geheel gevuld. Een „nieuw" orgel in strikten zin is het niet. De firma Flentrop, Zaandam, restau reerde een gebruikt orgel, dat langen tijd dienst deed in een kerk te Maarsen. Zij voor zag het voorts van een geheel nieuw front en wijdde bijzondere aandacht aan de plaatsing, om ten opzichte des. accoustiek het orgel zoo gunstig mogelijk te doen spreken. Die zorg bracht haar moeilijkheden mee, want de groote eenvoud van het instrument (het mist voetpedaal en tweede klavier) maakte een uiterst rendement van den klank noodzake lijk. Intusschen werd de taak der organiste er niet gemakkelijk op, nu zij zich in de keuze van haar programma zoo zeer beperkt zag. Het mooist wel was het Offertoire van César Franck. Mevr. De Bock-Verdel behoefde hier niet „om te werken", hoewel een tweede kla vier wel heel andere klankmogelijkheden had gegeven. Goed gekozen registratie maakte deze muziek echter zeer het aanhooren waard en ik zou daarom de organiste aanbevelen, den heelen cyclus, waarvan dit Offertoire het sluitstuk is, bij een volgende gelegenheid uit te voeren. Men zou het immers kunnen noe men de apotheose van wat voorafging: het is een rijke samenvatting van de deelen 3, I, 6 en 4, fundeerend in deel drie in e mineur, dat telkens een andere stemmengang krijgt. Ja, in deze muziek kon men waarlijk den eenvoud van het orgel een voordeel noemen, en wij hopen dat de organiste nog meermalen dit werk van Franck mag openslaan, waar van het laatste stuk in As, niet ten einde ge voerd, het bijschrift draagt: hier werd helaas dit werk afgebroken door den dood van den meester. Opzettelijk verwijlde ik langer bij deze muziek, omdat men haar nooit hoort uitvoeren. De stukken van Reuchsel. Tinei of De la Tombelle maakten ook geen kwaden indruk, maar bij Franck vielen zij te zeer tegen. Eh de begeleidingen ibij het vioolspel van den heer Hoeben en den zang van mej. Her mes) deden den wensch uitspreken naar nog teer der klankkleuren en nog andere sterktegra den. Zoo was bij de Sarabande van Bach ten opzichte der viool, een te veel aan klank, waardoor de violist, mede door de niet gun stige accoustiek in de ruimte naast het orgel, meer aandacht aan zijn toonvorming had te wijden dan wenschelijk was. Voor 't overige vond hij in mevr. De Bock-Verdel een volg zaam begeleidster, ook in de stukken van Handel, van Torelli, van Padre Martini. Even min had het koortje der afdeeling onder den heer J. Zuidweg te klagen over de assistentie van het orgel. Met stukken van Frans Cce- nen, Weber e.a. droeg het naar vermogen bij om het programma te helpen aanvullen, het programma, dat met twee sololiederen van Bach, twee van Schubert en een van Peter Cornelius wel bijzonder rijk was gesierd. In Schubert's „lm Abendrot" hebben wij naar Annie Hermes geluisterd In devote aandacht. Overschoon had zij tevoren de sfeer van „Trost" weergegeven, en in „Der Kreuzzug" kwam ten volle uit, hoe zangkwaliteit en in telligentie aan Annie Hermes recht geven, Schubert te zingen. Pit zingen werd in waar heid „Kunst voc allen", ook voor de eenvou- digen van harte, die voor het orgel hun pen ningske offerden en daarvoor nu een zoo groote vreugde beleefden. G. J. KALT. NED. BOND VOOR ZIEKENVERPLEGING. De afdeeling Haarlem en omstreken van den Ned.. Bond voor iZekenverpleging houdt een ledenvergadering op Donderdag 9 Febr. 1933 des avonds 8 uur in het Groote Gast huis. De agenda vermeldt behalve de jaarversla gen, voorstellen voor de Algemeene Verga dering. ook een voordracht van Dr. A. P. Tim mer, met het onderwerp: „Een cn ander over Psycho-Analyse". SPORT EN SPEL door M. W. ETTY LEAL Het is nu net een jaar geleden dat wij deze rubriek in dit blad begonnen, wij schrijven thans de vijftigste bijdrage ervoor en ter eere van dit jubileum, ter eere ook van de malle wereld waarin wij thans leven, zullen wij eenige „malle gevallen" van Bridge be handelen. Het eerste is ontleend aan het tijdschrift van den Nederlandschen Bridgebond, het tweede aan het Engelsche humoristische blad „Punch". In het eerste geval was de kaartverdeeling als volgt: Ha. KI. Ru. Scli. Ha: 7, i KI: 6 Ru: B H H B 9 6 4 4 3 2, 1, 7, 6, 5, 2 Ha: A, V. 10, 3 KI: Ru: H, V, 10, 9, 7, 6, 4, 3 Sch: V N Ha. KI. Ru. Sch. A A A V H B B 10 4 7 3 5 O had gegeven cn opende het bieden met Ruiten (beide partijen kwetsbaar, (dus in de tweede manche); Z, die bekend stond als een onverbeterlijk gokker bood daarop klein slem Klaveren. W paste en N, die niet kon vermoe den dat zijn partner wel wat optimistisch was geweest, maakte er Groot Slem van. O en Z pasten daarop en W, die het jammer vond dat N-Z met gehaald slem een grooten winstpost in de wacht zouden sleepen. loste toen een fancy-schot. weliswaar op eenige downs rekenend, welke hij echter goedkooper achtte dan gehaald groot slem: hij bood Groot Slem Ruiten. Weinig vermoedde hij dat dit fancy-schot hem duizenden punten zou opbrengen, want na passen van O en W. be ging Z de groote dwaasheid om Groot Slem Schoppen te bieden! Dit werd door W gedub beld en men kan zich wel voorstellen wat een débacle aan dit bod verbonden was. W. opende het spel met Ruiten Boer, welke door Z met 't Aas werd genomen, die daarop Schoppen Aas naspeelde. Bij O viel daarop de Schoppen Vrouw en dat had voor Z een aanwijzing moeten zijn dat de rest der Schoppen bij W. zat. die er nog 6 had! Dc ongelukkige ging door met troefslaan cn het gevolg hiervan was dat Instede van zes down wat hem en N 2700 punten zou hebben ge kost, hij er 8 down ging. kosten 4400. Was hij zoo verstandig geweest om het bod van Groot Slem Ruiten te dubbelen dan hij 2000 binnengesleept. Zijn onverantwoordelijk gok- partijtje kostte hem en partner 6400 punten! Het voorbeeld uit Punch is meer een grapje maar een vermakelijke „trouvaille"; eerst de kaartverdeeling: Ha. KI. Ru. x A V x B Sch. B KI: x Ru: A—x Sch: A, 10, x, x, x, Ha: V, B, x, x, xt KI: H Ru: x, x, x, Sch: V. x, x. x. Ha: A, 10, x, x. x B 10 X Rn. Seh. H H Z heeft gegeven en opent met 5 Sans, waarop rondgepast wordt. W komt met oen kleine Schoppen uit. waarop N een kleintje. O de Vrouw en Z met de Heer sec aan slag komt. Hij speelt nu Ruiten Heer voor. W wil het nog even aanzien en laat loopen, zoo dat ook deze Heer sec succes heeft. Z speelt kleine Klaver en komt met Aas In N aan slag, vangt daarmee H sec van O. Hij speelt van Z een kleine Harten, die O. weer laat passeeren en maakt zijn derde Heer sec (Harten) en heeft nu alle Klaverslagen in handen en maakt Groot Slem. listig gevon den, nietwaar? LUCHTVAARTNIEUWS. De non-stop-vlucht naar Kaapstad LONDEN, 7 Febr. (V.D.) De Fairey Napier Longrange-eendekker, waarmede een poging wordt gedaan een nieuw wereld-non-stop- vlucht record te vestigen, is vanmiddag de kust van Nigeria gepasseerd. Er waren toen ongeveer 3600 van dc 6198 mijlen afgelegd, d.i. een gemiddelde uursnelheid van 110 mijlen. Mollison te Villa Cisncros LE BOURGET 7 Febr. (V.D.) Mollison is. naar alhier bekend wordt, om 15 uur 15 te Villa Cisneros aangekomen. Om middernacht vertrekt hij naar Thiais. GYMNASTIEK. VERGADERING H. B. C. TE HEEMSTEDE. Maandagavond had een vergadering plaats van HB.C. te Heemstede, ten doel hebbende de gymnastiekclub definitief op te richten. Hiertoe werd besloten. Als voorzitter werd gekozen de heer G. Does, en als bestuursleden de heeren War merdam en Hencsey. Als leider werd benoemd de heer Thijsse, die ook leider was der clubs van de Maria-congregaties, die nu in deze onderafdeeling van de voetbalclub H.B.C. zijn ondergebracht. HENGELEN DE „MORGENSTOND" TE HEEMSTEDE. Dezer dagen hield bovengenoemde visch- club een onderlingen wedstrijd op baars in de Kruisvaart te Haarlemmermeer. Na een zeer geanimeerden strijd werden de prijzen als volgt gewonnen: 1 Beerthuizen 2 A. Leuven, 3 J. v. Honschoten, 4 N„ 5 P. van d. Klashorst, 6 J. v. Straten. 7 P. Kramer, 8 Harrie Braak, 9 Braak Sr., 10 P. Spek, 11 J v. d. Eem. 12 H. Geuskes, 13 T. Spek. 14 N. Martin. 15 C. v. d. Heuvel. Des avonds had in het clublokaal van den heer v. d. Heuvel in een feestelijke bijeen komst de uitreiking plaats van de prijzen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a CO Cts. per regel. VERVERIJ EN CHEM. WASSCHERIJ Groote Houtstraat Sa Telei. 10771 WIELRUDEN. DE ZESDAAGSCHE TE FRANKFORT. Pijnenburg en Rauscli 2 ronden voor! Voor den voorlaatsten nacht van dezen zesdaagsche bestond zeer groote publieke be langstelling. Bij het nachtklassement van 2 uur waren het Schön-TIetz, die den aanval op Rausch-Pijnenburg openden. De andere koppeis voenten mee, doch Pijnenburg en Rausch waren in schitterende conditie en sloegen eiken aanval op de eerste plaats op besliste wyze af. Zooals beiden vannacht re den was zóó subliem, dat niemand hier er meer aan twijfelt, cf ait koppel zal Donder dagavond als overwinnaars de baan verlaten. Ze gaven de anderen geen kans om ir te ha len of uit te loopen cn slaagden er zelfs in in moordend tempo twee ronden op de kop pels uit te loopen. Het rijden van Dhiale- Wals was eveneens uitstekend te n,emen. Dc klassemcntsprinis van 2 uur werden gewonnen door Altenburger, Schkfcr. Scvcr- gnlnl, Ehmer, Raur.ch, Pijnenburg. Rausch, Bresciani. Rieger en Dinale. Om 6 ur Woensdagochtend luidde de star.d bij de neutralisatie als volgt: 1 Pijnenburg-Rausch 640 punten. Op 2 ronden: 2 Vopel-Korsmeyer 481 p. 3 Kllian-Pützfeld 436 p. 4 Schön-Tietz 333 p. 5 Rieger-Ehmcr 305 p. 6 Wals-Dinale 156 p. 7 Maczynski-Lehman 65 p. Op 3 ronden: 8 Bresciani-Severgnini 207 p. 9 Zlms-Oestreich 160 p. 10 Schafer-Altenburger 93 p. Op 8 ronden: 11 Siehl-Reilaender 121 p. Na 103 uren waren afgelegd 2300.680 K.M. HOCKEY WEST-DUITSCHLANDNED. B.- ELFTAL. OEFENWEDSTRIJD TE AMSTERDAM. Voor dc samenstelling van het. B-elftal, dat. op 26 Februari a.s. te Dusseldorf tegen West-Duitschland zal spelen, zyn de twee volgende elftallen, samengesteld, welke ploe gen op Zaterdag 18 Februari a.s. in het Stadion te Amsterdam een proef wedstrijd zullen spelen; Eerste elftal: Doel: Hoekstra (Haagsche Lyceumclub). Achter: Donk (Bloemendaal), Overing (Amsterdam). Midden: Groenendijk (Amsterdam). Brand (M.H.C.) en Timmermans (Bloemendaal). Voor: Slotboom (Haagsche Lyceumclub), Hoogerland (Nijmegen). Schnitger <P. W. Enschedé), Kist T.O.G.O.), Van Erven Dorens (Amsterdam). Tweede elftal: Doel: Meyer (Deventer). Achter: Rees (Hilversum) en Esser (T.O. G.O.). Midden: C. van der Hagen (Hilversum, Braat (Haagsche Lyceumclub), Van Polanen Petel (Deventer). Voor: Wagener (Amsterdam), J. Schook (Hilversum), J. v. d. Hagen (Hilversum), Jonckhcer (Hilversum) en Kwast (Amster dam),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9