BRIDGE
LETTEREN EN KUNST
OPRUIMING
Firma r~
Bernard J. v. Liemt
GROOTE
MEUBELEN
VERWULFT No. 9
EEN WEKELIJKSCHE RUBRIEK.
ZIJDEN SCHOENEN
verven in elke gewensch-
te kleur.
J. LOTTCERING
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 8 FEBRUARI 1933
DERDE BLAD.
HET TOONEEL
KUNST AAN HET VOLK.
CHARLOTTE KöHLER.
Charlotte Kohier is in de eerste plaats
„actrice", de kunstenares met het uitgespro
ken dramatisch talent. Zij toont zich dat
zelfs in de voordracht van Nederlandsche lief
desgedichten. Zie haar houding, wanneer zij
Boutens' gedicht „Dit is ter goede wake het
goede lied" zegt. Gestrekt is heel haar
lichaam, strak en ernstig als het gedicht
haar gelaat. Onmiddellijk daarop volgt
het oolijke, aardige „rijmpje" van Jan Prins
en het is alsof een geheel andere vrouw dit
voordraagt. Charlotte Kohier heeft zich als
gemetamorphoseerd. En als zij het Zwervers
liedje van A. Roland Holst inzet, gaat er van
heel haar persoon een zoo intieme innigheid
uit, dat zij onmiddellijk de sfeer van het ge
dicht ook op ons overbrengt.
Het zou bij liefdes-gedichten, die toch
voornamelijk lyrisch zijn, voldoende wezen
ze te hóóren. Bij Charlotte Kohier wil men
ze echter ook zien voordragen. Zij boeit bij
haar voordracht ongemeen door gezicht
expressie, houding, plastiek; het zijn ele
menten van haar kunst, die het groote
succes verklaren, zelfs bij de voordracht van
toch waarlijk niet dramatische liefdesge
dichten, zooals gisteravond vóór de pauze.
Hoeveel te meer dan nog in een gedicht
als Maria Lecina van Werumeus Buning,
dat zich zoo volkomen leent ook voor „dra
matische uitbeelding".
Hier hoorden en zagen wij Charlotte
Kohier in haar volle kracht. Dit sterkt ro
mantisch getinte zeemanslied met zijn felle
kleuren, zijn dramatiek, zijn plotselinge
overgangen en contrasten is als geschreven
voor deze voordrachtkunstenares, die het dan
ook gaf met ongewoon expressieve kracht.
Het was een voordracht die ook groote be
wondering afdwong door haar virtuositeit.
Die virtuositeit was zelfs zoo groot, dat zij
teveel van onze aandacht vroeg. Het telkens
weer tot honderd malen toe herhaalde
„Porqué Maria?" dat meer nog dan een
vraag de echo was van elke strophe, werd
door Charlotte Kohier met voortdurende
wisselend accent en als reflex op het voor
gaande steeds verrassend zuiver gezegd. Het
was, om het juist uit te drukken „razend
knap", maar het leidde te veel af. Je dacht
telkens: nu komt het weer, en je zat in
afwachting in wat voor toon en met welke
expressie zij dat „Porqué Maria" opnieuw zou
lanceeren en bij elke nieuwe variatie had
je neiging om te zeggen ja, bet klinkt
misschien heel oneerbiedig na zoo'n avond
„hoe lapt ze 't 'em?" Maar dat is nu een
maal de schaduwzijde van het virtuose, dat
wij meer gaan letten op het „hoe", dan op
het „wat". Het uiterlijke verdringt het in
nerlijke en daaraan ontkwamen wij gisteren
bij Maria Lecina niet. Het virtuose beheersch-
te voor ons de voordracht en onze bewonde
ring ging dan ook voornamelijk naar dat
virtuose uit. Men begrijpe mij goed. Ik wil
hiermee niets afdoen aan de waarlijk supe
rieure wijze, waarop Charlotte Kohier ons
dit gedicht van Werumeus Buniing heeft
uitgebeeld.
Zij heeft het ons gegeven met prachtige,
dikwijls meeslepende dramatische stijgingen,
met brandend temperament, soms zelfs met
ontroerende extatische verrukking, en ik zou
zeker er oprecht van genoten hebben, wan
neer er niet telkens weer het mij op het
laatst hevig irriteerende „Porqué, Maria" was
geweest, dat ik hoe langer hoe meer voelde als
'n kunststukje ,.pour épater le bourgeois".
„Carrière"' zou ik van Charlotte Kohier ze
ker wel 3 maal kunnen hooren. Maria Lecifia
zou een herhaling niet kunnen verdragen.
Dit is natuurlijk een zuiver persoonlijke im
pressie en het is heel wel mogelijk, dat an
deren juist in het honderd maal gevarieerde
„Porqué, Maria?" de hoogste schoonheid heb
ben gevonden. Maar ik voor mij vond de
schoonheid vóór de pauze van zuiverder
immers innerlijker gehalte dan van Maria
Lecina. al was het succes van Werumeus' ge
dicht dan ook het uitbundigst.
Een stampvolle zaal, bloemen, geestdriftig
applaus een avond dus, die ongetwijfeld
tot de groote successen van Charlotte Kohier
en de vereeniging Kunst aan het Volk mag
worden gerekend.
J. B. SCHUIL.
THALIA.
De familie Loberg.
Haarlem's Gemengd Tooneel „Thalia" stelt
zich ten doel goede en aangename tooneel-
avonden in Roomsch verband te geven tot
geestelijk heil en ontspanning voor Katho
liek Haarlem. Het gezelschap, dat sinds kor
ten tijd over een officieelen censor beschikt,
nu de hoogeerwaarde heer H. C. J. Sondaal,
deken van Haarlem, de geestelijke leiding
persoonlijk op zich genomen heeft, heeft zich
tevens de medewerking mogen verzekeren
van een Roomsch Katholieken tooneelschrij-
ver, die ook als acteur een naam heeft in
Nederland, Cor Hermus, die reeds meer too-
neelstukken heeft gemaakt, heeft zich thans
beschikbaar gesteld voor het schrijven van
een propaganda-stuk voor het Katholieke
geloof. Uit artistiek oogpunt is zooiets altijd
een hachelijke opdracht!
Maar Cor Hermus, die het tooneel door
en door kent en daarbij ook een aangebo
ren goeden smaak bezit, is de bezwaren van
de tendenz-kunst met dit stuk tamelijk wel
te boven gekomen.
Het is voor een andersdenkende begrijpe
lijkerwijze moeilijk uit te maken, in hoever
zulk een tooneelwerk aan zijn eigenlijk pro
pagandistisch doel beantwoordt. Wat schrij
ver dezes aangenaam trof, was de mensche-
lijkheid. welke uit deze tendenz sprak. De
strekking, dat het niet op het uitspreken of
uiterlijk belijden van het geloof aankomt,
maar op de praktische toepassing, deed wel
dadig aan, vooral omdat deze praktische toe
passing hier zulk een universeel karakter
vertoont.
W'are er niet doorloopend sprake van spe
cifiek Roomsche gebruiken, men zou niet
gemerkt hebben, dat het stuk uitsluitend
door en voor Roomschen geschreven is. De
moeder, in wie het tot leven belichaamd
geloof verpersoonlijkt is, kan ook door niet-
Roomschen als een voorbeeld van oprechte
vroomheid en zuivere karakter-adel gewaar
deerd worden. Haar tot een tweede natuur
geworden offervaardigheid, haar door niets
te schokken vertrouwen op het betere in den
mensch en vooral ook haar moed om het te
gen haar bruut van een echtgenoot op te ne
men voor elk van zijn slachtoffers,, haar
waardige rust en even waardige opstandig
heid onder het lijden maken deze vrouw tot
een indrukwekkende tooneelfiguur. En me
juffrouw Assendelft heeft door haar even
wichtig en sober- gevoelig spel deze figuur
voor de toeschouwers zoo doen leven, dat zij
haar niet spoedig zullen vergeten.
Een zuiver gespeelde- en ook echt-men-
schelijke figuur is het dochtertje Lien
(Mary van Leeuwen), die met den ook geheel
in den goeden toon geschreven en met sym
pathieken eenvoud door Piet Loerakker
te tooneele gebrachten Kapelaan de moe
der-figuur aanvult.
Met Jan (Ton Speelman) en Rene (Mart.
Langeveld) blijft Cor Hermus nog op het
artistiek verantwoordelijk peil; de eerste in
zijn weifeling tusschen kinderlijkheid en
mannelijkheid en de laatste, wiens bohemien-
achtige brani tot een wanhopige huilbui in
eenzakt, zoodra hij tegenover zijn moeder
zit, zijn zuiver geteekend.
Ietwat mislukt, acht ik de figuur van den
vader, den kei-harden huistiran. Hier heeft
de schrijver er het te dik opgelegd. De acteur
Piet van de Nouwland heeft raak en sterk
getypeerd en door zijn spel dezen man nog
vrij aannemelijk gemaakt. Maar de tegen
stelling wordt door de overdrijving van den
schrijver hier te kras, het effect te grof en
het succes te goedkoop.
Toch blijft er ook zelfs met deze tekort
koming nog stijl in het stuk. Maar het is
jammer, dat Hermus het noodig vond het
stuk te lardeeren met het geheel uit den
toon vallende laag-komische trio Josef, Fe-
mina en Wies. Hoezeer de acteurs van deze
rollen (Mart. Bijnsdorp, Coba Dingerdis en
Ati Heijli'gers) de lachers op hun hand
hadden, „dankbaar" in den mooien zin van
het woord waren hun rollen geenszins!
Anny van Leeuwen, die de moeilijke rol
van de wereldsche dochter had te vervul
len, was hiertegen niet geheel opgewassen.
Maar dit lag deels bij haar en deels bij den
schrijver, die hierover het bezwaar van de
tendentieuse tegenstelling gestruikeld is.
Deze Fien is geen natuurlijke figuur.
Bepaalde herinneringen aan den ouder-
wetsohen draak brengt de figuur van Broer
Herman (N.N.); de scène waarmee het twee
de bedrijf sluit en welke het begin van den
omkeer ten goede bij den harteloozen
rijkaard te weeg brengt, is wel de zwakste
stee in het stuk, dat, hoe paradoxaal dit
klinkt, den meesten indruk maakt in de
minst dramatische gedeelten.
Thalia mag op deze vertooning met vol
doening terugzien.
H. G. OANNïXHETER
MUZIEK.
LEDENCONCERT DER H.O.V.
Max Orobio de Castro.
We mogen Max Orobio de Castro erkente
lijk zijn, dat hij als solist bij ons orkest nu
eens niet als zoovele anderen met het cello
concert van Haydn of dat van Saint-Saëns
aangekomen is, maar de kennismaking met
het zeer belangrijke concert in C (niet G,
zooals in 't programma stond) van Eugen
d'Albert gegund heeft. Betrekkelijk zelden
wordt dit concert gespeeld zeker is 't meer
dan twintig jaar geleden sinds ik het een
vorig maal hoorde waarom niet vaker?
mag men vragen. De sololitteratuur voor
cello is heusch niet zoo rijk aan boeiende
werken. En het cello-concert van den eens
zoo beroemden pianist, die in latere levens
jaren zijn werkzaamheid meer en meer tot
compositie, vooral van operas, beperkte, is
boeiend en is ook muzikaal van beteekenis.
Het eerste hoofdthema is een prachtige
vondst en de wijze waarop het zich in het
orkest boven de accoordfiguren der solo-cello
voor het eerst doet hooren is oorspronkelijk
en verrassend. Een romantische sfeer
heerscht van den beginne af; rijk vloeit de
melodische bron; veelzijdig en voortreffelijk
zijn de mogelijkheden van wisseling van het
instrumentale coloriet benut; het orkest
heeft een niet minder belangrijke partij dan
de solist, die behalve een meesterlijke tech
niek een ontvlambaar muzikaal tempera
men dient te bezitten. Koel en objectief mag
dit concert niet gespeeld worden. Het behoeft
geen betoog, dat Max Orobio de Castro zich
een uitverkoren vertolker toonde. Koelheid
en objectiviteit zijn dezen speler vreemd; hij
leeft zich in een werk in en leeft er zich in
uit; zijn technisch meesterschap stelt hem
boven de stof. En zoo heeft hij Dinsdagavond
ons een indrukwekkende, vaak meesleepende
auditie verschaft van een werk, waarvan men
alleen de vaagheid van den vorm als minder
gelukkige eigenschap zou kunnen noemen,
een werk vol kleur en hartstocht, dat niet in
pessimisme eindigt, doch een levensvreugde
scheppend slot bezit, waarvan het thema een
nauw verwantschap met dat der finaie-coda
van Beethoven's Trio óp. 97 doet kennen.
Eén wensch werd niet geheel vervuld, n.l. dat
de solopartij steeds duidelijk verstaanbaar
zou zijn. Menigmaal domineerde het orkest,
maar dit daargelaten kan men niet anders
dan respect hebben voor de wijze waarop
Schuurman en ons orkest zich bij den solist
hebben weten aan te sluiten na één enkele
repetitie. De solist bracht dan ook de warme
huldiging van het auditorium aan het orkest
en zijn leider over.
Hulde verdient Schuurman ook omdat hij
Schumann's Manfred-Ouverture op 't pro
gramma gebracht heeft. Men hoort Schu
mann's orkestwerken tegenwoordig hier zel
den. Zij vormen ook niet het hoogtepunt van
zijn scheppenden arbeid. Zijn vier sympho-
nieën zijn ongelijk van waarde en hebben de
reputatie, slechts geïnstrumenteerd te zijn.
Van de Manfred-Ouverture kan men dit niet
beweren: zij klinkt overal en er gaat een
stroom van rustelooze bewogenheid t>oor deze
muziek, die haar voorbeeld voor een
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
NOC SLECHTS EENICE
DAGEN DUURT ONZE
VAN
TAPIJTEN, LOOPERS
KARPETTEN, SALON-,
ZIT- EN SLAAPKAMER
GROOTE HOUTSTRAAT 62 EN 67
Tchaiwoksky doet schijnen, al was deze laat
ste overeenkomstig zijn Russischen aard hef
tiger. De edele wijze waarop Schumann in
zijn Manfred-Ouverture het tragisch gegeven
tot uitdrukking heeft gebracht, doet naar een
herhaling van de vertolking verlangen.
Schuurman's persoonlijke visie openbaarde
zich in de weergave van Schubert's Unvollen-
dete. Zonder dat ik al zijn temponuanceerin-
gen in het Allegro ten volle kan onderschrij
ven de terughoudingen kwamen me nu cn
dan te groot voor kan ik zijn streven om
wat anders te geven dan wat de sleur mee
brengt niet anders dan toejuichen. Zijn wijze
van dirigeeren wordt ook steeds vrijer en ex
pressiever; jammer alleen dat ze niet altijd
met de noodige precisie aangeeft, of dat som
mige orkestleden er niet steeds onmiddellijk
op reageeren; jammer ook dat de stemming
der blaasinstrumenten nog al eens te wen-
schen overliet.
Met ,Les Préludes" werd dit concert, dat
met recht „Romantisch Concert" zou mogen
heeten, besloten. Het slotstuk miste zijn ge
wone uitwerking ook ditmaal niet.
K. DE JONG.
Kerkconcert Haarlem-Noord.
Het gebouw van den Ned. Protestantenbond
Berkenstraat, heeft een nieuw orgel gekre
gen. Op uitnoodiging der orgelcommissie ga
ven daar, ter gelegenheid van het in gebruik
nemen van dit instrument mej. Annie Her
mes, mevr. Nely de Bock-Verdel en de heer
Jan Hoeben, een concert. En daar de com
missie o.m. de milde gevers uitnoodigde om
deze uitvoering bij te wonen, was het ge
bouw geheel gevuld.
Een „nieuw" orgel in strikten zin is het
niet. De firma Flentrop, Zaandam, restau
reerde een gebruikt orgel, dat langen tijd
dienst deed in een kerk te Maarsen. Zij voor
zag het voorts van een geheel nieuw front en
wijdde bijzondere aandacht aan de plaatsing,
om ten opzichte des. accoustiek het orgel zoo
gunstig mogelijk te doen spreken. Die zorg
bracht haar moeilijkheden mee, want de
groote eenvoud van het instrument (het mist
voetpedaal en tweede klavier) maakte een
uiterst rendement van den klank noodzake
lijk. Intusschen werd de taak der organiste
er niet gemakkelijk op, nu zij zich in de keuze
van haar programma zoo zeer beperkt zag.
Het mooist wel was het Offertoire van César
Franck. Mevr. De Bock-Verdel behoefde hier
niet „om te werken", hoewel een tweede kla
vier wel heel andere klankmogelijkheden had
gegeven. Goed gekozen registratie maakte
deze muziek echter zeer het aanhooren waard
en ik zou daarom de organiste aanbevelen,
den heelen cyclus, waarvan dit Offertoire het
sluitstuk is, bij een volgende gelegenheid uit
te voeren. Men zou het immers kunnen noe
men de apotheose van wat voorafging: het is
een rijke samenvatting van de deelen 3, I, 6
en 4, fundeerend in deel drie in e mineur,
dat telkens een andere stemmengang krijgt.
Ja, in deze muziek kon men waarlijk den
eenvoud van het orgel een voordeel noemen,
en wij hopen dat de organiste nog meermalen
dit werk van Franck mag openslaan, waar
van het laatste stuk in As, niet ten einde ge
voerd, het bijschrift draagt: hier werd helaas
dit werk afgebroken door den dood van den
meester. Opzettelijk verwijlde ik langer bij
deze muziek, omdat men haar nooit hoort
uitvoeren.
De stukken van Reuchsel. Tinei of De la
Tombelle maakten ook geen kwaden indruk,
maar bij Franck vielen zij te zeer tegen. Eh
de begeleidingen ibij het vioolspel van den
heer Hoeben en den zang van mej. Her mes)
deden den wensch uitspreken naar nog teer
der klankkleuren en nog andere sterktegra
den. Zoo was bij de Sarabande van Bach ten
opzichte der viool, een te veel aan klank,
waardoor de violist, mede door de niet gun
stige accoustiek in de ruimte naast het orgel,
meer aandacht aan zijn toonvorming had te
wijden dan wenschelijk was. Voor 't overige
vond hij in mevr. De Bock-Verdel een volg
zaam begeleidster, ook in de stukken van
Handel, van Torelli, van Padre Martini. Even
min had het koortje der afdeeling onder den
heer J. Zuidweg te klagen over de assistentie
van het orgel. Met stukken van Frans Cce-
nen, Weber e.a. droeg het naar vermogen bij
om het programma te helpen aanvullen, het
programma, dat met twee sololiederen van
Bach, twee van Schubert en een van Peter
Cornelius wel bijzonder rijk was gesierd. In
Schubert's „lm Abendrot" hebben wij naar
Annie Hermes geluisterd In devote aandacht.
Overschoon had zij tevoren de sfeer van
„Trost" weergegeven, en in „Der Kreuzzug"
kwam ten volle uit, hoe zangkwaliteit en in
telligentie aan Annie Hermes recht geven,
Schubert te zingen. Pit zingen werd in waar
heid „Kunst voc allen", ook voor de eenvou-
digen van harte, die voor het orgel hun pen
ningske offerden en daarvoor nu een zoo
groote vreugde beleefden.
G. J. KALT.
NED. BOND VOOR ZIEKENVERPLEGING.
De afdeeling Haarlem en omstreken van
den Ned.. Bond voor iZekenverpleging houdt
een ledenvergadering op Donderdag 9 Febr.
1933 des avonds 8 uur in het Groote Gast
huis.
De agenda vermeldt behalve de jaarversla
gen, voorstellen voor de Algemeene Verga
dering. ook een voordracht van Dr. A. P. Tim
mer, met het onderwerp: „Een cn ander
over Psycho-Analyse".
SPORT EN SPEL
door M. W. ETTY LEAL
Het is nu net een jaar geleden dat wij deze
rubriek in dit blad begonnen, wij schrijven
thans de vijftigste bijdrage ervoor en ter
eere van dit jubileum, ter eere ook van de
malle wereld waarin wij thans leven, zullen
wij eenige „malle gevallen" van Bridge be
handelen.
Het eerste is ontleend aan het tijdschrift
van den Nederlandschen Bridgebond, het
tweede aan het Engelsche humoristische
blad „Punch". In het eerste geval was de
kaartverdeeling als volgt:
Ha. KI. Ru. Scli.
Ha: 7, i
KI: 6
Ru: B
H
H
B
9
6
4
4
3
2,
1, 7, 6,
5, 2
Ha: A, V. 10, 3
KI:
Ru: H, V, 10, 9, 7, 6, 4, 3
Sch: V
N
Ha. KI. Ru. Sch.
A
A
A
V
H
B
B
10
4
7
3
5
O had gegeven cn opende het bieden met
Ruiten (beide partijen kwetsbaar, (dus in de
tweede manche); Z, die bekend stond als een
onverbeterlijk gokker bood daarop klein slem
Klaveren. W paste en N, die niet kon vermoe
den dat zijn partner wel wat optimistisch
was geweest, maakte er Groot Slem van. O
en Z pasten daarop en W, die het jammer
vond dat N-Z met gehaald slem een grooten
winstpost in de wacht zouden sleepen. loste
toen een fancy-schot. weliswaar op eenige
downs rekenend, welke hij echter goedkooper
achtte dan gehaald groot slem: hij bood
Groot Slem Ruiten. Weinig vermoedde hij dat
dit fancy-schot hem duizenden punten zou
opbrengen, want na passen van O en W. be
ging Z de groote dwaasheid om Groot Slem
Schoppen te bieden! Dit werd door W gedub
beld en men kan zich wel voorstellen wat
een débacle aan dit bod verbonden was.
W. opende het spel met Ruiten Boer, welke
door Z met 't Aas werd genomen, die daarop
Schoppen Aas naspeelde. Bij O viel daarop
de Schoppen Vrouw en dat had voor Z een
aanwijzing moeten zijn dat de rest der
Schoppen bij W. zat. die er nog 6 had! Dc
ongelukkige ging door met troefslaan cn het
gevolg hiervan was dat Instede van zes down
wat hem en N 2700 punten zou hebben ge
kost, hij er 8 down ging. kosten 4400. Was
hij zoo verstandig geweest om het bod van
Groot Slem Ruiten te dubbelen dan hij 2000
binnengesleept. Zijn onverantwoordelijk gok-
partijtje kostte hem en partner 6400 punten!
Het voorbeeld uit Punch is meer een grapje
maar een vermakelijke „trouvaille"; eerst de
kaartverdeeling:
Ha. KI. Ru.
x A V
x B
Sch.
B
KI: x
Ru: A—x
Sch: A, 10, x, x, x,
Ha: V, B, x, x, xt
KI: H
Ru: x, x, x,
Sch: V. x, x. x.
Ha: A, 10, x, x. x
B
10
X
Rn. Seh.
H H
Z heeft gegeven en opent met 5 Sans,
waarop rondgepast wordt. W komt met oen
kleine Schoppen uit. waarop N een kleintje.
O de Vrouw en Z met de Heer sec aan slag
komt. Hij speelt nu Ruiten Heer voor. W wil
het nog even aanzien en laat loopen, zoo
dat ook deze Heer sec succes heeft. Z speelt
kleine Klaver en komt met Aas In N aan
slag, vangt daarmee H sec van O. Hij speelt
van Z een kleine Harten, die O. weer laat
passeeren en maakt zijn derde Heer sec
(Harten) en heeft nu alle Klaverslagen in
handen en maakt Groot Slem. listig gevon
den, nietwaar?
LUCHTVAARTNIEUWS.
De non-stop-vlucht naar Kaapstad
LONDEN, 7 Febr. (V.D.) De Fairey Napier
Longrange-eendekker, waarmede een poging
wordt gedaan een nieuw wereld-non-stop-
vlucht record te vestigen, is vanmiddag de
kust van Nigeria gepasseerd. Er waren toen
ongeveer 3600 van dc 6198 mijlen afgelegd,
d.i. een gemiddelde uursnelheid van 110
mijlen.
Mollison te Villa Cisncros
LE BOURGET 7 Febr. (V.D.) Mollison is.
naar alhier bekend wordt, om 15 uur 15 te
Villa Cisneros aangekomen. Om middernacht
vertrekt hij naar Thiais.
GYMNASTIEK.
VERGADERING H. B. C. TE HEEMSTEDE.
Maandagavond had een vergadering plaats
van HB.C. te Heemstede, ten doel hebbende
de gymnastiekclub definitief op te richten.
Hiertoe werd besloten.
Als voorzitter werd gekozen de heer G.
Does, en als bestuursleden de heeren War
merdam en Hencsey. Als leider werd benoemd
de heer Thijsse, die ook leider was der clubs
van de Maria-congregaties, die nu in deze
onderafdeeling van de voetbalclub H.B.C. zijn
ondergebracht.
HENGELEN
DE „MORGENSTOND" TE HEEMSTEDE.
Dezer dagen hield bovengenoemde visch-
club een onderlingen wedstrijd op baars in
de Kruisvaart te Haarlemmermeer.
Na een zeer geanimeerden strijd werden
de prijzen als volgt gewonnen: 1 Beerthuizen
2 A. Leuven, 3 J. v. Honschoten, 4 N„ 5 P. van
d. Klashorst, 6 J. v. Straten. 7 P. Kramer, 8
Harrie Braak, 9 Braak Sr., 10 P. Spek, 11 J
v. d. Eem. 12 H. Geuskes, 13 T. Spek. 14 N.
Martin. 15 C. v. d. Heuvel.
Des avonds had in het clublokaal van den
heer v. d. Heuvel in een feestelijke bijeen
komst de uitreiking plaats van de prijzen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a CO Cts. per regel.
VERVERIJ EN CHEM. WASSCHERIJ
Groote Houtstraat Sa Telei. 10771
WIELRUDEN.
DE ZESDAAGSCHE TE
FRANKFORT.
Pijnenburg en Rauscli 2
ronden voor!
Voor den voorlaatsten nacht van dezen
zesdaagsche bestond zeer groote publieke be
langstelling. Bij het nachtklassement van 2
uur waren het Schön-TIetz, die den aanval
op Rausch-Pijnenburg openden. De andere
koppeis voenten mee, doch Pijnenburg en
Rausch waren in schitterende conditie en
sloegen eiken aanval op de eerste plaats op
besliste wyze af. Zooals beiden vannacht re
den was zóó subliem, dat niemand hier er
meer aan twijfelt, cf ait koppel zal Donder
dagavond als overwinnaars de baan verlaten.
Ze gaven de anderen geen kans om ir te ha
len of uit te loopen cn slaagden er zelfs in
in moordend tempo twee ronden op de kop
pels uit te loopen. Het rijden van Dhiale-
Wals was eveneens uitstekend te n,emen.
Dc klassemcntsprinis van 2 uur werden
gewonnen door Altenburger, Schkfcr. Scvcr-
gnlnl, Ehmer, Raur.ch, Pijnenburg. Rausch,
Bresciani. Rieger en Dinale.
Om 6 ur Woensdagochtend luidde de star.d
bij de neutralisatie als volgt:
1 Pijnenburg-Rausch 640 punten.
Op 2 ronden:
2 Vopel-Korsmeyer 481 p.
3 Kllian-Pützfeld 436 p.
4 Schön-Tietz 333 p.
5 Rieger-Ehmcr 305 p.
6 Wals-Dinale 156 p.
7 Maczynski-Lehman 65 p.
Op 3 ronden:
8 Bresciani-Severgnini 207 p.
9 Zlms-Oestreich 160 p.
10 Schafer-Altenburger 93 p.
Op 8 ronden:
11 Siehl-Reilaender 121 p.
Na 103 uren waren afgelegd 2300.680 K.M.
HOCKEY
WEST-DUITSCHLANDNED. B.-
ELFTAL.
OEFENWEDSTRIJD TE AMSTERDAM.
Voor dc samenstelling van het. B-elftal,
dat. op 26 Februari a.s. te Dusseldorf tegen
West-Duitschland zal spelen, zyn de twee
volgende elftallen, samengesteld, welke ploe
gen op Zaterdag 18 Februari a.s. in het
Stadion te Amsterdam een proef wedstrijd
zullen spelen;
Eerste elftal:
Doel: Hoekstra (Haagsche Lyceumclub).
Achter: Donk (Bloemendaal), Overing
(Amsterdam).
Midden: Groenendijk (Amsterdam). Brand
(M.H.C.) en Timmermans (Bloemendaal).
Voor: Slotboom (Haagsche Lyceumclub),
Hoogerland (Nijmegen). Schnitger <P. W.
Enschedé), Kist T.O.G.O.), Van Erven Dorens
(Amsterdam).
Tweede elftal:
Doel: Meyer (Deventer).
Achter: Rees (Hilversum) en Esser (T.O.
G.O.).
Midden: C. van der Hagen (Hilversum,
Braat (Haagsche Lyceumclub), Van Polanen
Petel (Deventer).
Voor: Wagener (Amsterdam), J. Schook
(Hilversum), J. v. d. Hagen (Hilversum),
Jonckhcer (Hilversum) en Kwast (Amster
dam),