Aanvaring te Hoek van Holland. De overstrooming van de Theems.
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
DE SCHEEPSBOTSING TE HOEK VAN HOLLAND. - Dc „Red Sea" die
een gat aan den neus bekwam van ongeveer zes meter. Ondanks deze averij
kon het schip naar Rotterdam doorvaren.
DIE ER „WEL BIJ VAREN". Dc rociplocg van dc Oxford-universitcffc
benut dc kans om een grootcr trainingsgebied tc gebruiken cn oefent
zich op dc door dc Theems overstroomde landerijen.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
32)
„Het spijt me verschrikkelijk, Arthur, maar
het is beter dat je de waarheid weet. Ik heb
je nooit iets anders beloofd, dan dat ik je
vandaag mijn antwoord zou geven. En tot
een ander antwoord dan ik je gegeven heb,
ben ik niet in staat."
„Maar is er dan heelemaal geen hoop voor
mij?"
„Neen Arthur. Nogmaals, ik heb er zelf
verdriet van. maar het zou verkeerd van ine
zijn je illusies te maken. Ikik houd niet
van je op de manier die jij bedoelt en dat
zal ook nooit gebeuren."
.Dat beteekent dat ik afscheid van je
moet nemen", verklaarde hij bitter, „en aan
mijn vader en moeder mag gaan vertellen
dat je me als een ouden handschoen aan
den kant gesmeten hebt."
„Ket is niet waar en niet billijk wat je
zegt. Arthur! Je weet heel goed, dat ik je
nooit iets beloofd heb."
„Ik weet" hield de jongeman norsch vol,
„dat het Bob is! Het is altijd BobMaar
ik heb nog een appeltje met dat heerschap
te schillen. Ik weet meer van hem, dan dat
hij plezierig zal vinden."
„Maar wat weet je dan eigenlijk. Straks
maakte je alleen maar vage toespelingen."
Er was een spanning in haar stem, die hem
niet ontging.
„Zie je wel", klonk het haast triomfan
telijk. „je maakt je ongerust over hem! O,
ik wist wel dat hij het was. Nu het zal hem
berouwen, dat hij ooit mijn pad heeft ge
kruist."
Miriam kende Arthur en ze was geneigd
zijn dreigementen te beschouwen als de
woede-uitbarsting van een kind dat zijn zin
niet krijgt. Maar diep in haar hart was een
angstige beklemming, waarom wist ze zelf
niet.
„Blijf je hier?" vroeg ze vriendelijk. „Het
is immers mijn verjaardag en ik zou het el
lendig vinden als jij juist nu boos heen
ging".
„Dacht je dat ik kon blijven na wat je me
zooeven gezegd hebt?" was de grimmige we
dervraag. „Dat ik lust had je te zien glim
lachen tegen dien huichelaar? Dank je
feestelijk, hoor. Adieu Mirriam!"
Hij draaide zich abrupt om en liep met
groote. kwaadaardige stappen in de richting
van de oprijlaan. Mirriam bleef waar ze
was, niet in staat den weg te vinden in den
doolhof van haar gevoelens en gedachten.
Wat had ze gedaan en wat had haar tot haar
houding bewogen? vroeg ze zich af. Tot een
half uur geleden was ze zoo goed als beslo
ten geweest Arthur het jawoord te geven en
op het beslissende moment was ze zich be
wust geworden, dat ze het eenvoudig niet
kon. Het was niet omdat ze ook maar iets
om Bob Dulverton gaf. hield ze zichzelf voor.
Maar als ze zich in dit opzicht juist beoor
deelde, waarom joegen Arthur's toespelingen
haar dan die onbestemde vrees aan en was
ze bhi dat Bob bleef, nadat Arthur was weg
gegaan?
fsa een poosje naderden de landheer en
Endellion het plekje bij den gouden regen
en haar hart begon vreemd-heftig te kloppen
toen ze hen zag aankomen. Elke beweging,
de heele houding van den jongeman drukte
kracht uit, autoriteit, vastbesloten energie.
Onwillekeurig vergeleek ze zijn pogingen om
haar te winnen bij die van Arthur. Hij wee
klaagde niet en uitte geen vage bedreigin
gen. integendeel, in ieder woord dat hij sprak
had zelfbewuste overmoed geklonken. Ze was
toen heel boos op hem geweest, maar die-
boosheid was nu van haar afgegleden. Hij
was ten minste een man, een man die zijn
eigen kracht besefte en niet rusten zou voor
hij veroverd had wat hij verlangde te bezit
ten.
En op hetzelfde oogenblik drong het tot
haar door, dat een deel van zijn voorspellin
gen reeds uitgekomen was. Ze was niet in
staat geweest Arthur Dulverton als echtge
noot te accepteeren! Ze had zelfs plotseling
het gevoel dat de jonge advocaat een klein
onaanzienlijk manneke was. niet de ste'ke
persoonlijkheid, die zij als levensgezel be
hoefde.
Maar de jongeman, die daar met haar va
der kwam aanloopen, was heelemaal Bob
Dulverton niet! Het was betrekkelijk een
vreemde, iemand die zij pas kende, cr was
een scheidsmuur tusschen hen, die haar
onoverkomelijk leek.
En toch twijfelde ze geen seconde aan zijn
identiteit.
„Hallo Mirry", riep de jonker; „waar is
Arthur?"
„Weggegaan, vader."
„Zoo gauw al? Ik dacht dat hij zou blijven
eten".
Miriam bewaarde het stilzwijgen.
„Of komt hij misschien voor het diner
terug?"
„Neen", antwoorde het meisje nu.
De landheer wierp een scherp-onderzoe-
kenden blik op zijn dochter. Toen lichtte er
een glans van vreugde in zijn oogen; hij was
zeker de waarheid, die hem met blijde op
luchting vervulde, geraden te hebben.
„Maar jij blijft toch, niet waar Bob?" zei
hij. „Ik had graag een paar gasten aan tafel
gehad ter eere van Miriam's verjaardag,
maar ze wilde niet dat ik iemand inviteerde,
ze wilde alleen zijn, beweerde ze."
„Als dat het geval is. doe ik ook maar
beter heen te gaan", lachte Endellion.
„Jou bedoelde ze natuurlijk niet!" was het
vroolijke bescheid.
„Laat Mirriam zelf beslissen stelde En
dellion voor, het meisje recht in het gezicht
kijkend. „Als zij zegt, dat ik moet blijven, zal
ik het doen, maar wanneer ik zie dat ze aar
zelt weet ik dat ze liever heeft dat ik naar
huis ga."
Mirriam voelde haar hart bonzenzc
had een gewaarwording dat haar besluit
meer beteekende dan alleen een vriendelijke
uitnoodiging voor een diner.
„Vader", klonk het zonder een zweem van
weifeling, „is "t niet het beste dat iemand
van de bedienden Bob s avondkleeren gaat
halen?"
„Mooi zoo!" riep de jonker verheugd. „We
zullen een prettigen. rustigen avond met el
kaar hebben. Ik verwacht verder niemand,
behalve dominee Borlage".
Er waren nietf anders dan doodnuchtero
woorden gewisseld en toch leek Miriam dc
atmosfeer geladen met electriciteit; ieder
woord Scheen haar de drager van een on
herroepelijke beslissing. Ze was onuitspre
kelijk blij dat Bob de rest van den dag bij
hen zou blijven doorbrengen en tegelijk bang
om alleen met hem te zijn.
Endellion ging in een van de tuinstoelen
zitten en keek droomerig naar dc bewegingen
der twee dienstmeisjes die de thee klaar
zetten. Het leven had hem nog nooit zoo
heerlijk toegeschenen als nu, het was alsof
het bittere, donkere verleden voor goed ach
ter een sluier van vergetelheid schuil ging cn
de toekomst hem toelachte met een schoor.»
geluksbelofte. Mirriam, die even in huis was
geweest, kwam op hem toe en zijn hart zong
in hem toen hij haar zag naderen
Ze praatten opgewekt terwijl zij theedron
ken onder het wijaoverhangend gebladerte en
Endellion was de joligste van het kleine ge
zelschap. Hij verbande iedere kwellende ge
dachte naar den achtergrond van zijn be
wustzijn. leefde uitsluitend In het wonder
mooie heden. Geen pijnlijke prikken van
wroeging vergalden zijn stemming; de her
innering aan vernedering en eenzaamheid
scheen voor altijd begraven.
Na dc thee liet de jonker hen alleen. Hij
had nog voor enkele dingen te zorgen, zei
hij.
„Laten we wat gaan wandelen", opperde
Endellion, toen Mr. Donnithorne naar het
huis was teruggekeerd.
Onmiddellijk stond Mirriam op en zwij
gend liepen ze het lommerrijke park in.
„Mirriam?" verbrak Endellion na eenigen
tijd de stilte.
„Ja, Bob?"
„Ben jc nog altijd boos op me?"
Er kwam geen antwoord.
Dit is dc eerste gelegenheid, die ik krijg
om rustig met je tc praten, sinds ik gezegd
heb dat ik van je houdt" ging hij voort.
„Toen was je vreeselijk boos en ongetwij-
ield had je daar gegronde reden voorik
gedroeg me als een wildc-man, Maar toch
neem ik geen woord terug van wat ik ge
zegd heb. geen woord! Mijn gevoelens zijn
sedert dien niet veranderd; Integendeel, mijn
liefde is, zoo het kan, nog grootcr en inni
ger geworden. Maar dat ik dien avond zoo
van leer trok, dat kwam alleen doordat Ik
wist wat Arthur zich in liet hoofd had gezet
en de gedachte dat jc met hem zou trouwen
me eenvoudig razend maakte".
„Mijn woorden zijn uitgekomen, niet
waar?" vervolgde hij. „Je hebt zelf ingezien,
dat hij niet de man is die bij je past. Daarom
heb je hem laten weggaanzoo is het
toch?"
Ze wilde boos op hem zijn, doch het was
haar niet mogelijk.
,3egin ik er te gauw weer over?" vroeg hij,
toen haar antwoord nog steeds uitbleef.
„Wantrouw jc me nog. heb je nog een afkeer
van me? Dat zou verkeerd van Je zijn,
Mirriam; je moet van mij houden. jouw
liefde beteekent het leven voor me. Wanneer
je niet van mij kunt houden, zou deze stra
lende dag grauw en somber voor mij zijn.
Toe; zeg het me".
(Wordt vervolgd.)
HET LICHTEN van hel hij Hoek van Holland gedeeltelijk gezonken Dcenschc m.s. „Brelagne" is opgedragen DE WERKZAAMHEDEN voor de overbrugging van dc spoorbaan tc 's Heer Arcndskcrkc aan den nieuwen verkeersweg
aan O. d. Tak's Bergingsmaatschappij. De hokken zijn inmiddels bij het schip gearriveerd. RotterdamVlissingcn, zijn in vollen gang. Een kijkje ter plaatse
HST DEENSCHB MOTORSCHIP „BRETAGNB" is te Hoek van Holland in aanvaring gekomen met HALTi Tot hiertoe cn niet verder i Na den brand wordt dc afzetting
om het Rij'ksdaggcbouw door dc Schupo streng gehandhaafd»,
bet Engelscbe &s. -Red Sea**, tengevolge waarvan de Bretagnegedeeltelik zonk.
ANDRÉ LEFEBVRE de Ia Boulaye,
de nieuwbenoemde Fransche ambassa
deur van Frankrijk bij de Vereenigde
Staten.