FiNANCIEELE KRONIEK. ZIJDEN SCHOENEN J. LOTTCERING DE DUITSCHE KLEINHANDEL EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG MAART 1933 DE A.S. KAMERVERKIEZINGEN. De bankcrisis in de V. S. grijpt verder om zich heen. Steunmaat regelen der rcgecring. Disconto- verhooging te New-York. De positie van den Dollar. De trek naar het Engelsche Pond. De beurzen hou den zich niet slecht. Ilollandschc beleggingsfondsen iets beter. Bo- drijfsberichten op den achtergrond geraakt. Het vermaarde geslacht van den Ameri- kaanschen oom die bij zijn door voor denHoi- landschên neef een slordige paar honderd duizend dollars naliet, is aan het uitsterven. De almachtige dollar schijnt zijn roem te overleven. Wanneer er nog eens een gebeur tenis van dien aard plaats vindt, zijn de rollen verwisseld; de rijke oom is dan een Hollander en de neef een arme tobber in New-York of Chicago, 't Is dezer dagen voor gekomen, dat de Hollandschc neef in de Ver- eenigde Staten van den Hollandschen notaris bericht kreeg, dat zijn Hollandsche oom hem een erfenisje had nagelaten in volwaardige Hollandsche guldens, welke de notaris voor stelde naar Amerika over te maken. De neef had daartegen geen bezwaar, doch verzocht den notaris hem dat geld niet vna een bank, maar per postwissel te doen toekomen. Hiermede is de tegenwoordige situatie in het Ainerikaansche bankwezen wel tref fend geïllustreerd. Heel het machtige inter mediair tusschen schulden en vorderingen is vastgeloopen. Naarmate nieuwe berichten over de bankcrisis in dc V. S. binnenkomen, blijkt hoe zij zich in enkele dagen over heel het land heeft uitgebreid en het geldverkeer onmogelijk maakt. De verklaringen door leiders van groote banken afgelegd, de po gingen der regeering om met de aankondi ging van steunmaatregelen het vertrouwen in de banken te schragen, hebben tot dusver nauwelijks resultaat opgeleverd. Het publiek, dat meer dan ooit voor slechte berichten ontvankelijk is, bestormt de kantoren, zoo dat een moratorium voor nagenoeg heel hst Amerikaansche bankwezen thans nagenoeg een feit is. Kleine percentages worden uit betaald, maar overigens is alle tegoed bij de banken geblokkeerd. Dit is een toestand, die slechts zeer kor ten tijd kan worden bestendigd, zonder in het bedrijfsleven een nieuwe depressie teweeg te brengen. Reeds worden daarvan de symp tomen zichtbaar. De verminderde bedrijvig heid in de ijzer- en staalindustrie wordt er aan toegeschreven en het kan niet verwon deren. cïat handel en industrie op elk ge bied dc nadeelige gevolgen van dit nieuwe crisisverschijnsel ondervinden. Het helpt niet veel lange beschouwingen te wijden aan de oorzaken van de bankmoeilijkheden. Aan den eenen kant zijn ze een gevolg van de geweldige waardevermindering van de on derpanden, welke voor verleende credictcn zijn verleend en waarvan een waardestijging vooreerst niet is te verwachten. Aan den an deren kant is er ongetwijfeld lichtvaardig heid, roekeloosheid, allicht ook misdadig heid in het spel. Maar als gezegd, de oorzaken kan men voorloopig terzijde stellen van meer belang is- hoe groot de omvang is der geleden verlie zen en welke middelen zullen worden te baat genomen, om het Amerikaansche bankwezen te saneeren. Zooals in dezen tijd gebruikelijk is. wordt, allereerst op de regeering een be roep gedaan, hetgeen in dit geval ook moei lijk anders kan. De regeering is trouwens zelve groot belanghebbende, omdat haar crc- diet door de ineenstorting van het bankwe zen een nieuwe schok heeft gekregen. De nieuwe Amerikaansche president heeft zijn handen wel vol met de erfenis, welke Hoover hem heeft nagelaten. Naar verluidt zal de Amerikaansche regeering zich garant stel len voor alle tegoed bij de banken, een maat regel van verstrekkende beteekenis, maar die naar liet oordeel van bankiers thans noodzakelijk is om het vertrouwen van het publiek te doen terugkeeren. Het besluit om voorloopig alle terugbeta lingen van dat tegoed stop te zetten, of al thans daarvan slechts een zeer klein percen tage uit te betalen, heeft de vraag doen op komen of daardoor ook het buitenland.sch tegoed wordt geblokkeerd. Daardoor toch zou dc Amerikaansche dolk die toch al niet populair is. in het buit- d.md aan het vrije spel van vraag een aanbod worden overge leverd en ongetwijfeld een dalende richting inslaan. Dat het dien kant zal uitgaan, wordt door velen voorspeld, maar mag toch aller minst als vaststaand worden aangenomen. De positie der Amerikaansche schatkist moge slecht zijn, hopeloos is ze nog niet. De Ame rikaansche betalingsbalans is nog altijd ac tief. de Federale Reservebanken beschikten tot voor enkele dagen over ca. 1 milliard aan goud boven dc dekking, welke noodig noodig is voor de bankbiljetten en de depo sito's Toegegeven moet worden dat de basis thans naar twee zijden wordt verzwakt. Aan den eenen kant wordt de biljttencirculatie vergroot, aan den anderen kant moet goud worden uitgevoerd om den dollar op goud pariteit te handhaven. Maar hierbij dient te worden bedacht, dat de kapitaalsuitvoer van de Vereenigde Staten grooten deels bestaat uit buitenlandsch te- geoed, terwijl de uitbreiding der bankbiljet- tencirculatie door een inkrimping zal wor den gevolgd, zoodra de liquiditeitspositie dor banken is vastgesteld. De Amerikaansche re geering heeft nog eens weer verzekerd, dat zij aan den Gouden Standaard zal vasthou den en al kan er een toestand ontstaan, waarin dit voor haar onmogelijk wordt, aan dc technische positie van den dollar zal dit niet zijn te wijten. De disconto-verhooging van '2 1/2 tot 3 1/2 pet. wijst erou, dat aan de Fed. Reserve Bank zeer groote eischen wor den gesteld, hetgeen trouwens ook uit de stijgende rentekoersen op de vrije markt reeds gebleken is. Tevens echter kan de dis conto-verhooging worden gezien als een poging om langs den normalen weg de po sitie der Fed. Reserve Bank te versterken. Waarbij den moet worden afgewacht, of die poging zal slagen. Het is dan ook alleszins verklaarbaar, dat het publiek over de naaste toekomst van den Dollar in zorg zit en zich thans bij het En gelsche Pond veiliger acht. De Engelsche re- geering koopt groote bedragen goud, om te voorkomen dat de Pondcnkocrs al te zeer zal stijgen, hetgeen voor de Engelsche handel en industrie een nadeel zou zijn en de consoli deering van Engelands financieele positie zou bemoeilijken. De beurzen hebben uiteraard bij al de schokkende gebeurtenissen der laatste dagen geen enkel richtsnoer en dat de koersdalin gen niet meer van beteekenis zijn, is alleen te verklaren- door een zeker fatalisme, dat zich van het publiek meester maakt, waar aan allen kant de geringste zekerheid ten aanzien van het behoud van kapitaal schijnt te ontbreken. In de afgeloopen week zijn de koersver schillen ook op de Amsterdamsche Beurs be trekkelijk gering geweest. Hollandsche Be leggingsfondsen hebben iets van hun verlies kunnen ophalen, de Dollar-obligaties ech ter, inclusief die van Nederlandsch-Indië kunnen nog niet op een noemenswaardig her stel bogen. Het spreekt wel van zelf, dat ook de Duitsche obligaties niet in trek zijn, nu men over onze Oostelijke grenzen aan den vooravond staat van een verkiezing., die naar minister Goering onlangs verzekerde, over het ..to be or not to be" van Duitschland zal beslissen. De berichten uit het bedrijfsleven geraken bij de groote politieke en financieele calami teiten geheel op den achtergrond. Een nieuwe ontwikkeling van het bedrijfsleven is trou wens afhankelijk van. politieke rust en een gezond bankwezen, om nu van het interna tionaal ruilverkeer maar niet te spreken. De problemen, waarvoor de wereld staat, zijn misschien grooter dan ooit te voren. Ook in ons land. dat in vergelijking met den toe stand in vele ander landen, nog een oase in de woestijn is. zullen tegen' dc crisisgevolgen diepingrijpende maatregelen moeten worden getroffen, over de uitvoerbaarheid waarvan bij de komende Kamerverkiezingen zal wor den beslist. Dit alles in aanmerking genomen, mag het verloop van de fondsenbeurs gedurende de afgeloopen week niet onbevredigend wor den genoemd. Al is het soms moeilijk, men zal ook hier den moed er in moeten houden. Want moed verloren, is al verloren. BOEKENWEEK De Vereeniging ter bevordering van de be langen des Boekhandels zal dit jaar een boekenweek houden van 26 April tot 6 Mei. STEMMEN IN EEN ANDERE GEMEENTE. VERJAARDAG PRINSES JULIANA. Ons wordt medegedeeld, dat mot den ver jaardag van Prinses-Juliana op 30 April hier ter stede geen vermakelijkheden zullen plaats vinden, in verband met dc Willem van Oranje-feesten. De Burgemeester van Haarlem maakt be kend. dat bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal de kiezer, met inachtneming van het bepaalde in de ar tikelen 57b tot en met 57j der Kieswet, in plaats van in de gemeente op welker kiezers lijst hij voorkomt, in een andere gemeente aan de stemming kan deelnemen. De kiezer, die van deze bevoegdheid ge bruik wil maken, deelt, uiterlijk veertien da gen vóór den voor de stemming bepaalden dag. in persoon ter se cretarie van een ge meente aan den burgemeester of aan den daartoe door dezen aangewezen ambtenaar mede in welke gemeente hij aan de stem ming deelnemen wil. Hij geeft daarbij op zijn naam en voornamen, de dagteekening en plaats zijner geboorte, de gemeente in welke hij op de voor deze verkiezingen gel dende kiezerslijst voorkomt, en een adres in de gemeente in w'ke hij aan de stemming wil deelnemen, zo^ mogelijk met aanduiding van straat en nimmer. Van de mededeeling wordt een schriftelijke verklaring opgemaakt, waarvan een afschrift aan den kiezer wordt uitgereikt. De kiezer, die heeft medegedeeld in een andere gemeente dan die op welker kiezers lijst hij voorkomt aan de stemming te willen deelnemen, behoort tot het stemdistrict in hc-twelk hij het door hem opgegeven adres heeft. Bij onzekerheid hieromtrent behoort hij tot het eerste stemdistrict. Aan het opgegeven adres ontvangt de kie zer, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, van den burgemeester der gemeente van dit adres de oproepingskaart voor de stemming in die gemeente. De mededeeling van den kiezer, dat hij in een andere gemeente dan die, op welker kiezerslijst hij voorkomt, aan de stemming wil deelnemen.' geldt tevens voor zijn deel neming aan een nieuwe stemming ingevolge art. 135 der Kieswet. NED. CHRISTEL. GRAFISCHE BOND. De Afd. Haarlem van bovengenoemde organisatie hield haar 19de jaarvergadering De bijeenkomst was goed bezocht. Dcor den voorzitter werd gewaagd van de moeilijke tijdsomstaidigheden, maar hij kon aan zijn beschouwing vastknoopen, dat de N.C.G.B. glansrijk aan alles het hoofd biedt. Uit het verslag van den secretaris bleek, hoe veelomvattend het werk van een Vak organisatie is. Dat de werkloosheid hier ter stede in de Typografie groot is, kon men gewaar worden uit het verslag van den penningmeester. Sinds 1931 vertoonen de uitgaven van de Werkloozenkas een sterk stijgende lijn. In verschillende commissies voor Organi satie en Vakbelangen is de afd. vertegen woordigd. Het ledental is ondanks de on gunstige tijdsomstandigheden nog iets voor uitgaande. De secretaris de heer J. Verlind werd bij acclamatie herkozen. NIEUW LEVEN. Dc Geheelonthouders vereeniging „Nieuw Leven" afdeeling Haarlem van den A. N. G. O. B. hoopt 11 Maart a.s. den dag te her denken, dat zij 20 jaar bestaat. Niettegenstaande de slechte tijdsomstan digheden hebben het bestuur en dc leden er voor gezorgd, dat dit feit niet onopgemerkt voorbij zal gaan. Dien dag zal er in het gebouw Sint Bavo, Smedestraal een receptie worden gehouden van 4 tot 5.30 uur om af gevaardigden van zusterorganisaties en af- deelingen van bovengenoemden bond in de gelegenheid te stellen hun gelukwensch te komen aanbieden. In hetzelfde gebouw wordt een feestavond gegeven, waaraan me dewerken het muziek-ensemble „Orpheus", directeur de heer H, Th. Lindenbom en de Arbeiders Tooneelvereeniging Herman Heïjer- mans, regiseur J. de Kleyn, die op zullen voeren „Gebroeders Calkoen" van Nielen. De Bondsvoorzitter, de heer A. Martinus uit Den Haag, zal de propagandaredc uitspre ken. verven in elke gewenschte kleur VERVERIJ EN CHEM. WASSCHERIJ Groote Houtstraat 5 a Telef. 10771 <Adv. In ges. Med.) Tot de belangrijkste publicaties betreffende onderzoekingen, die op ongeregelde tijden verschijnen over de positie van den Duitschen kleinhandel, behooren die van het Duitsche Instituut voor Conjunctuur-onderzoek. Kort geleden is weder een uitvoerige studie ver schenen, die grootendeels handelt over de omzetten in den kleinhandel. Hoe belangrijk de verkregen resultaten ook mogen zijn, men dient voor een juiste beoordeeling m.i. twee factoren niet uit het oog te verliezen: 1. de invloed van tal van regeeringsmaatregelen met betrekking tot den detailhandel in Duitschland; 2. de zeer sterk gedaalde koop kracht van den Duitschen consument. Be denkt men daarnaast, dat het ingestelde on derzoek slechts loopt over 13.200 bedrijven met ruim 115.000 man personeel, dan is dat aantal m.i. buitengewoon laag, al beweert bovengenoemd Instituut, dat de resultaten „maszgebend" zijn. Toch zijn er hoogst inte ressante gegevens in deze nieuwe publicatie te vinden. Zoo blijkt bijv. dat de omzetten der winkels met eenheidsprijzen sterk zijn toege nomen. Dat het „nieuwe" hierbij een rol van beteekenis speelt, is wel als vaststaand aan te nemen. Maar even zeker is, dat na de nieuwe verordening op deze winkels, het om zetcijfer ongunstig beïnvloed zal worden. Toch moet men zich van de beteekenis dier eenheidsprijzenwinkels in Duitschland niet al te hooge verwachtingen stellen. De omzet dier winkels bedroeg in 1931 slechts 1.1 pro cent van den totaalomzet in de detailbedrïj- ven. De warenhuizen bleven, wat dat betreft, hun zelfde positie innemen, de coöperaties gingen vooruit. Een zeer beduidende uitbrei ding is vast te stellen voor den markt- en straathandel. De ongunstige economische omstandigheden zijn daaraan debet. Van het Duitsche volksvermogen gaat on geveer de helft via de winkellade. ïn 1928 be droeg dat inkomen circa 77.5 milliard R.M., terwijl de omzet van den detailhandel 36.3 milliard R.M. bedroeg. Deze omzet daalde in 1930 er. 1931 met resp. 3.5 en 4.6 milliard R.M. Voor 1932 is nog slechts een schatting moge lijk van den omzet, die geacht wordt 23 mil liard R.M. te zullen bedragen. Hoogst merk waardig is de zienswijze van het instituut, wanneer dit als zijn oordeel te kennen geeft, dat de daling van den omzet in den detail handel spoedig ten einde zal zijn. De waarde van de voorraden bij den kleinhandel bedroeg einde 1929 vermoedelijk 8 milliard R.M. Tus schen einde 1929 en einde 1931 zijn deze voor raden met 29 procent gedaald, tot ongeveer 5.7 milliard R.M. De stabiliteit bij den omzet in den klein handel zou volgens de onderzoekingen van dit Instituut grooter zijn dan bij het volks vermogen, als gevolg van de starheid van sommige gebruiks- en inkoopgewoonten. De in menig opzicht bestaande stabiliteit bij den omzet schept een zekere neiging om de be drijvigheid op ongeveer hetzelfde niveau te handhaven en daarnaast een zekere starheid te veroorzaken in de onkosten. De veranderingen in den omzet zijn voor de verschillende vakken niet gelijk. De groot ste stabiliteit in den omzet bestaat bij de le vensmiddelenbranche. Minder stabiel is de omzet bij de kledingbedrijven. De ontwikkeling van de voorraden is volgens het Instituut afhankelijk van de conjunctuurontwikkeling, aangezien de kleinhandelaar zich aan de kleinere vraag gaat aanpassen en deze bij dalende prijzen de voorraden aanvult, terwijl hij zich bij stij gende prijzen van te voren gaat dekken en meer koopt dan de vraag is. MOLLERUS. RECLASSEERINGSWERK. Hot hoofdbestuur van het Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen hoopt in samenwerking met het Bestuur van de afdeeling Haarlem te dezer stede een huiscollecte te organiseeren, waarvoor het Gemeentebestuur vergunning gaf en welke gehouden zal worden op Zater dag 25 Maart a.s. Deze oude Reclasseeringsinstelling is in verband met de verminderde subsidie en de sterk toenemende werkzaamheden op Re- classeeringsgebied. genoodzaakt om een be roep te doen op de burgerij. Ten einde de collecte bij de burgerij aan te bevelen is er een Comité gevormd, waarin zitting hebben genomen: Jhr. Mr. Dr. A. Röell, Commissaris der Ko ningin, C. Maarschalk, Burgemeester van Haarlem; Mr. P. E. Barbas Jr., Secretaris Ar menraad; Jhr. J. P. W. van Doorn, Burge meester van Heemstede, Ds. D. Drijver, Ev. Luth. Predikant; Ds. P. W. Foeken, Ned. Herv. Pred.: Mr. J. Gerritsz. Wethouder; Ds. C. D. Hylkema, Doopsgcz. Pred.; W. B. J. van Liemt, Wethouder; Mr. T. A. M. A. van Lö- ben Seis, Voorz. Voogdijraad; Mevr. A. van Marsélis HartsinckSchuyt van Castricum; A. W. Michels; Ds. Ch. J. van Paassen, Ned. Herv. Pred.; R. Peereboom, Hoofdredacteur Haarl. Dagblad; Mr. Th. F. Raedt, Politie rechter; Mr. L. H. Roeters van Lennep, Of ficier van Justitie; Mr. M. Slingenberg, Wet houder; Mr. G. Sluis, Pres. Arrond.-Recht- bank; Jhr. F. Teding van Berkhout; Jhr. Mr. C. J. den Tex, Burgemeester van Bloemen- daal; G. van Tienhoven, Sevr. Voogdijraad; Mevr. Wed. C. S. de VeerBlok Wybrandi; Mr. Dr. W. P. Vis, Pres. v. d. Armenraad; S. Ph de Vries Mzn., Rabbijn. Het Comité van Uitvoering bestaat uit: Mevrouw A. van Marselis Hartsinck Schuyt van Castricum. Presidente; G. van Santé. Secretaresse. Pijntorenstraat 9, Me vrouw J. M. C. van DijkLieshout; Mevrouw C. LeuwenbergHartog; Mevrouw Wed. Mr. D. LionieJungblut; P. J. Mulder; Mevrouw S. RhodiusBunge: Mevrouw M. W. Rinse Kutsch Lojinga; Mevrouw E. Schultz van Iiaegen—Ypey; Mevr. G. N. v. d. Vangst—de Gilde, A. de Vries; P. C. v. d. Zande. Aanmelding als collectant(e) wordt gaarne bij het Secretariaat van het Comité van Uit voering, Pijntorenstraat 9, ingewacht. TOONEEL-UITVINDING. Men deelt ons mede, dat onze Nederland- sche toor.eel- en filmspeler Jan van Domme len. uit het land van Edison een opdracht heeft ontvangen, in Holland een nieuwe op zienbare vinding op tooneelgebied te lan- ceeren. Het gemak dezer uitvinding schijnt hierin te bestaan dat de grootste tooneelwerken veel effectvoller, practischer cn kunstzinniger kunnen worden opgevoerd. Met het oog op 't vakgeheim en de verzorging van octrooi voor het Europeeschc continent, kon de heer van Dommelen voorloopig niets naders mede deelen. Hij was echter enthousiast en ver zekerde dat een gtoote ommekeer zal komen in dc thans bestaande tooneelconstructies. Een bekend Nederlandsch ai'chitect werkt reeds aan een maquette, welke men gereed wil hebben bij de Octrooi-aanvrage, Met eenige spanning zien wij de nadere berichten en resultaten van den heer Van Dommelen tegemoet. HUISVROUWENVEREENIGING. H. F. SNOEK OVER „HET NEDERLANDSCH FABRIKAAT". Dezer dagen hield de heer H. F. Snoek, secretaris van het hoofdbestuur der vereeni ging „Het Nederlandsch Fabrikaat" een le zing over dit onderwerp. Na opening door de voorzitster mevr. J. Cohen Tervaert-Koch verkreeg de heer Snoek het woord. Volgens spr. durft de Nederlan der bij aankoop van een artikel niet te vra gen of het Nederlandsch fabrikaat is. Voor al de mannen durven dat niet te onderzoeken. Bovendien is de belangstelling voor de Ne- derlandsche industrie zeer beperkt; veelal ligt de schuld daarvan bij het onderwijs. Langzamerhand komt daarin verbetering. Het bankkapitaal interesseerde zich ook te weinig voor de Nederlandsche industrie; men belegde liever zijn geld in het buitenland. Vele fabrieken wier afzet vermindert, moe ten hun arbeidskrachten ontslaan. Voor werk loozensteun wordt tegenwoordig 300 millioen per jaar uitgekeerd. Deze. toestand wordt steeds erger wanneer men onze industrie niet steunt. De kwestie van „koopt Nederalndsch Fabrikaat" heeft vele zijden: de ethische, economische en financieele zijde. De ethische kant der kwestie ligt opgeslo ten in de vraag: „Als ik dagelijks Neder landsch spreek, moet ik dan niet ook Ne derlandsch Fabrikaat koopen?" Geen enkel land is economisch zelfstandig, doch men moet er naar streven zoo onaf hankelijk mogelijk te zijn. zonder echter een Chïneeschen muur om het land op te trek ken. De financieele zijde laat zich o.a. zien in de ontstellend groote uitgaven voor werk- loozensteun. Langzamerhand beseft men dat Nederland het noodig heeft dat men zijn industrie steunt. Maar wat is Nederlandsch fabrikaat?, Er zijn maar weinig artikelen die van begin tot eind met grondstoffen uit eigen land, met eigen kapitaal en eigen arbeiders zijn ver vaardigd. Men doet het beste daarover niet te veel té theoretiseeren; men weet best wat men on der „Nederlandsch Fabrikaat" rekent. De Nederlander hecht ook vaak veel meer waarde aan goederen van buitenlandsche merken. Proefondervindelijk is bewezen dat zeer vaak het product van eigen bodem min stens even goed is, doch men wil nu eenmaal het buitenlandsche hebben, 't Gevolg is dat men soms toch Nederlandsch Fabrikaat krijgt met een buitenlandsch stempel er op. De geest tot het koopen van Nederlandsche artikelen wordt sterker, zóó zelfs, dat buiten landsche fabrieken onder het mom van Ne derlandsch fabrikaat hun goederen op de markt brengen. Het is van het allergrootste belang dat men met vertrouwen producten van eigen bodem durft te koopen, wanneer zoowel prijs als kwaliteit gelijk zijn aan het buitenlandsche product. Daarna was gelegenheid tot vragen stellen. FEUILLETON Uit liet Iingelsch van JOSEPH HOCKING. (Nadruk verboden.) 34) .,Ik ben zoo blij, zoo verschrikkelijk blij", verklaarde ze nog eens met een tevreden zucht, „want sk vertrouw je zoo absoluut. Tot gisteren had ik een idee dat er iets niet in orde was, enfin, dat weet je, maar dat gevoel ben ik heelemaal kwijt. Wat ze ook van je mochten vertellen, ik zou er nu geen woord meer van gelooven." Endellion kreeg een gewaarwording alsof een ijskoude hand zich op zijn hart legde. „Veronderstel", antwoordde hij. cn er was iets hards in zijn stem. „veronderstel, dat je van den een of ander zoudt hooren dat ik oen ernstige misdaad op mijn geweten had; Veronderstel dat er sterke aanwijzin gen bestonden dat ik een dier een bedrieger, een leugenachtige gelukzoeker was." „Wanneer jij me verklaarde, dat het niet zoo was. zou ik niets gelooven van wat an deren zeiden." „Dus Je gelooft in mij?" „Zonder voorbehoud. Bob. Kun je dat niet in mijn oogen lezen?" Ze lichtte het gezicht naar hem op en hij zag den vrede, het vertrouwen, het stille ge luk. dat die zacht-glanzende. ernstige, grijze oogen weerspiegelden. Hij realiseerde zich vaag. dat Mirriam's rotsvast vertrouwen in hem. het gansche as pect van de dingen scheen tc veranderen. Zoolang ze, hem gewantrouwd had, was hij bezeten geweest door de grimmige begeerte haar twijfel te bevechten en dien te over winnen. Maar nu had hij dien overwonnen, nu wist zij dat ze niet alleen van hem hield met al den zuiveren gloed van haar rein meisjeshart. maar hem ook vertrouwde met de volstrekte zekerheid van een gemoed, dat zelf niet in staat is tot ook maar het geringste bedrog. „Mirriam", hernam hij, „je weet hoe onzin- nig-veel ik van je houd. Maar ik ben lang niet goed genoeg voor je; ik ben je niet waard. Als ik je nu eens vertelde, dat ik een duister verleden heb, vol gemeenheid en schande, wat dan?" Ze begreep hem totaal verkeerd. Ze kende de verhalen over Bob Dulvcrton's jeugdzon den en meende dat hij daarop zinspeelde. „Zou je me dan vergeven?" drong hij aan na een stilte. „Ik zou je alles kunnen vergeven, Bob. zoo lang ik weet dat je me niet bedriegt. Dat is het eenige. wat ik nooit vergeven zou. Maar daar breek ik mij het hoofd niet over. omdat ik in je geloof. Sinds gisteren kan ik in je hart kijken en weet ik dat jc niet in staat bent tot bedrog." Het was Endellion alsof hij een klap op het hoofd kreeg, die hem deed duizelen; hij kon niet moer. helder denken.... het was een-en-al doffe verwarring in zijn brein. Enkele minuten later reed hij in razenricn galop naar Dulverton Manor.... zijn her sens brandden als in koorts, in zijn hart was een wild timult van allerlei tegenstrijdige ge voclens. Toen hij de oprijlaan inkwam, herinnerde hij zich. dat hij order gegeven had. dat alle bedienden naar bed konden gaan en niemand op hem behoefde te wacl ier Mechanisch als in een benauwde droom stalde hij zijn paard, ging het huis binnen, zette zich in dc bibliotheek cn trachtte tc denken. Eigenlijk was er niets gebeurden toch was alles veranderd. Hij hield met al de kracht van zijn sterke persoonlijklieid van een rein, argeloos meisje, dat hem met hart en ziel was toegedaan en hij had haar liefde en haar vertrouwen gewonnen. Haar laatste restje twijfel aan hem was van haar afgevallenhaar geloof in zijn eerlijkheid en oprechtheid was onbegrensd. Ilij wist, dat dc sleutel tot haar karakter gevormd werd door dc woorden, die ze vanavond tot hem gezegd had: „Ik zou je alles kunnen verge ven, Bob. zoolang ik weet dat je me niet be driegt. Dat is het eenige dat ik je nooit ver geven zou". En hij was de vleeschgeworden leugen Hij was zich daarvan bewu.sl geweest van het moment, dat hij in Engeland voet aan wal gezet had, maar nooit had dat besef zoo aan hem geknaagd als nu. Hij had zich eenvou dig op het standpunt gesteld, dat hij een strijd had te strijden cn te winnen en nu hij dien gewonnen had, zag hij zichzelf, zooa's hij in werkelijkheid was. De laatste maanden van brutaal-volgehouden bedrog stonden schril en sinister voor zijn geest.... het blinde, voorbehoudlooze vertrouwen cn het zuivere gemoed van een liefhebbende vrouw hadden hem de oogen geopend! Als Ralpii Endellion geen geweten bezeten had, als hij elk spoor van mannelijk zelf respect had verloren, dan zou hij zonder aar zelen op den ingeslagen weg zijn voortge gaan. Maar hij bezat wel een geweten, zijn zelfrespect was niet dood. Het beste in zijn persoonlijkheid was met krachtige hand wak ker geschud. Maar wat kon hij doen? Aangenomen dat hij de waarheid bekende, wat dan? Over Miriam's leven zou een don kere schaduw vallen, het zou haar hart bre kenzou ze den schok wel ooit geheel te boven komen? Maar als hij zweeg, zou ze dan niet. zelf op een kwaden dag de waar heid ontdekken? Kon een groote leugen als de zijne voor altijd verborgen blijvener waren soms zulke vreemde wegen waarlangs de waarheid aan het licht kwam? Als dat gebeurde wanneer hij al met Mirriam ge trouwd was? Zou zc dan niet duizendmaal erger lijden, dan wanneer hij haar nu alles vertelde? O, waarom was alles toch zoo gemakkelijk geweest? Waarom had de natuur hem het sprekend evenbeeld van Bob Dulverton ge maakt? Waarom had het toeval hem deze al te verleidelijke kans tot bedrog in handen gespeeld? En waarom tenslotte, had hij zich niet voldoende man getoond, om met op el kaar geklemde tanden te zeggen: „Ga achter mij, Satan!" Nogmaals, wat moest hij doen? I-lij was te ver gegaan om terug te kunnen. Als hij nu de waarheid bekende, zou e,en deel van de schande op Miriam vallen; ze zou eveneens het middelpunt worden van lasterend leed vermaak en smalend, sensationeel kranten geschrijf. misschien zou de justitie zich wel met het geval bemoeienhij de beklaag de. Miriam getuige in een schandaal-proces, waarin de zonden van zijn vader ongetwij feld in herinnering zouden worden gebracht. „De appel valt niet ver van den boom" zouden de menschen zeggen en haar naam zou in een adem genoemd worden met den zijnen! Maar aan den anderen kant, kon hij haar grooter onrecht doen met haar te trouwen, terwijl hij haar in den waan liet. dat hij haar jeugdvriend Bob Dulverton was? Zoo was hij weer bij zijn uitgangspunt aangeland. Hij draaide met zijn gedachten in een kringetje rond. Urenlang vocht hij zijn strijd uit. uren lang worstelde hij met den verzoeker, die hem stevig in zijn greep hield. Toen hij nog in Australië was. toen hij dit begonnen was. had hij niet of nauwelijks aan consequenties ge dacht: Nu zag hij de consequenties nog eer.s, de liefde en het vertrouwen van een goede vrouw hadden hem de schellen van de oogen doen vallen. Dc nacht ging voorbij cn de nieuwe dag begon te schemeren, maar hij dacht er niet •vin naai' bed te gaan, Het luidruchtig gezang van de vogels wekte hem op uit zijn moei zaam getob: hij ging naar buiten, het park in. Wat mooi was alles hier tochhij was van het landgoed gaan houden, had zich er aan gehecht. of het werkelijk zijn onbetwist familiegoed was. En meer clan dat: het was het tehuis dat hij Miriam beloofd had. Hij zag haar als meesteres hier, als gelukkige echtgcnootc en moeder. Kon hij dat alle maal offeren? Zonder ophouden hamerde de vraag in zijn hersens: wat moest hij doen? Hij hield zoo nameloos veel van dat meisje, dat nog maar zoo kort geleden toegestemd had zijn vrouw te worden. Maar hield hij werkelijk van haar? Was zijn liefde zoo sterk en smette loos als waarachtige liefde behoort te zijn? Zonder zelfzucht, alleen gericht op het ge luk van de andere, bereid tot het zwaarste offer? Wat zou Mirriam-zelf willen dat hij deed? Dat Tvas de verlossende vraag en het ant woord erop de sleutel, die de poort van de toekomst zou ontsluiten.... XXVI. ENDELLIONS VERHAAL. De weg dien hij gaan moest, lag nu duide lijk afgeteekend voor hem. Als hij werkelijk van Miriam hield, kon hij de waarheid niet langer voor haar verborgen houden. Hij moest haar alles vertellen vandaag nog. Het was zijn plicht. Een soort vrede daalde in zijn ziel. toen hij dit besluit genomen had. Misschien was die rust een gevolg van het feit, dat zijn krach ten totaal waren uitgeput, maar hoe dan ook hij voelde zich niet meer zoo opgejaaai en. gefolterd: hij ging naar bed cn °nkelc minu ten later was hij in diepen slaap. .(Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 14