FiNANCIEELE KRONIEK.
ZIJDEN SCHOENEN
J. LOTTCERING
DE DUITSCHE KLEINHANDEL
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG MAART 1933 DE A.S. KAMERVERKIEZINGEN.
De bankcrisis in de V. S. grijpt
verder om zich heen. Steunmaat
regelen der rcgecring. Disconto-
verhooging te New-York. De positie
van den Dollar. De trek naar het
Engelsche Pond. De beurzen hou
den zich niet slecht. Ilollandschc
beleggingsfondsen iets beter. Bo-
drijfsberichten op den achtergrond
geraakt.
Het vermaarde geslacht van den Ameri-
kaanschen oom die bij zijn door voor denHoi-
landschên neef een slordige paar honderd
duizend dollars naliet, is aan het uitsterven.
De almachtige dollar schijnt zijn roem te
overleven. Wanneer er nog eens een gebeur
tenis van dien aard plaats vindt, zijn de
rollen verwisseld; de rijke oom is dan een
Hollander en de neef een arme tobber in
New-York of Chicago, 't Is dezer dagen voor
gekomen, dat de Hollandschc neef in de Ver-
eenigde Staten van den Hollandschen notaris
bericht kreeg, dat zijn Hollandsche oom hem
een erfenisje had nagelaten in volwaardige
Hollandsche guldens, welke de notaris voor
stelde naar Amerika over te maken. De neef
had daartegen geen bezwaar, doch verzocht
den notaris hem dat geld niet vna een bank,
maar per postwissel te doen toekomen.
Hiermede is de tegenwoordige situatie
in het Ainerikaansche bankwezen wel tref
fend geïllustreerd. Heel het machtige inter
mediair tusschen schulden en vorderingen is
vastgeloopen. Naarmate nieuwe berichten
over de bankcrisis in dc V. S. binnenkomen,
blijkt hoe zij zich in enkele dagen over heel
het land heeft uitgebreid en het geldverkeer
onmogelijk maakt. De verklaringen door
leiders van groote banken afgelegd, de po
gingen der regeering om met de aankondi
ging van steunmaatregelen het vertrouwen in
de banken te schragen, hebben tot dusver
nauwelijks resultaat opgeleverd. Het publiek,
dat meer dan ooit voor slechte berichten
ontvankelijk is, bestormt de kantoren, zoo
dat een moratorium voor nagenoeg heel hst
Amerikaansche bankwezen thans nagenoeg
een feit is. Kleine percentages worden uit
betaald, maar overigens is alle tegoed bij de
banken geblokkeerd.
Dit is een toestand, die slechts zeer kor
ten tijd kan worden bestendigd, zonder in
het bedrijfsleven een nieuwe depressie teweeg
te brengen. Reeds worden daarvan de symp
tomen zichtbaar. De verminderde bedrijvig
heid in de ijzer- en staalindustrie wordt er
aan toegeschreven en het kan niet verwon
deren. cïat handel en industrie op elk ge
bied dc nadeelige gevolgen van dit nieuwe
crisisverschijnsel ondervinden. Het helpt
niet veel lange beschouwingen te wijden aan
de oorzaken van de bankmoeilijkheden. Aan
den eenen kant zijn ze een gevolg van de
geweldige waardevermindering van de on
derpanden, welke voor verleende credictcn
zijn verleend en waarvan een waardestijging
vooreerst niet is te verwachten. Aan den an
deren kant is er ongetwijfeld lichtvaardig
heid, roekeloosheid, allicht ook misdadig
heid in het spel.
Maar als gezegd, de oorzaken kan men
voorloopig terzijde stellen van meer belang is-
hoe groot de omvang is der geleden verlie
zen en welke middelen zullen worden te baat
genomen, om het Amerikaansche bankwezen
te saneeren. Zooals in dezen tijd gebruikelijk
is. wordt, allereerst op de regeering een be
roep gedaan, hetgeen in dit geval ook moei
lijk anders kan. De regeering is trouwens
zelve groot belanghebbende, omdat haar crc-
diet door de ineenstorting van het bankwe
zen een nieuwe schok heeft gekregen. De
nieuwe Amerikaansche president heeft zijn
handen wel vol met de erfenis, welke Hoover
hem heeft nagelaten. Naar verluidt zal de
Amerikaansche regeering zich garant stel
len voor alle tegoed bij de banken, een maat
regel van verstrekkende beteekenis, maar
die naar liet oordeel van bankiers thans
noodzakelijk is om het vertrouwen van het
publiek te doen terugkeeren.
Het besluit om voorloopig alle terugbeta
lingen van dat tegoed stop te zetten, of al
thans daarvan slechts een zeer klein percen
tage uit te betalen, heeft de vraag doen op
komen of daardoor ook het buitenland.sch
tegoed wordt geblokkeerd. Daardoor toch zou
dc Amerikaansche dolk die toch al niet
populair is. in het buit- d.md aan het vrije
spel van vraag een aanbod worden overge
leverd en ongetwijfeld een dalende richting
inslaan.
Dat het dien kant zal uitgaan, wordt
door velen voorspeld, maar mag toch aller
minst als vaststaand worden aangenomen.
De positie der Amerikaansche schatkist moge
slecht zijn, hopeloos is ze nog niet. De Ame
rikaansche betalingsbalans is nog altijd ac
tief. de Federale Reservebanken beschikten
tot voor enkele dagen over ca. 1 milliard
aan goud boven dc dekking, welke noodig
noodig is voor de bankbiljetten en de depo
sito's Toegegeven moet worden dat de basis
thans naar twee zijden wordt verzwakt. Aan
den eenen kant wordt de biljttencirculatie
vergroot, aan den anderen kant moet goud
worden uitgevoerd om den dollar op goud
pariteit te handhaven.
Maar hierbij dient te worden bedacht, dat
de kapitaalsuitvoer van de Vereenigde Staten
grooten deels bestaat uit buitenlandsch te-
geoed, terwijl de uitbreiding der bankbiljet-
tencirculatie door een inkrimping zal wor
den gevolgd, zoodra de liquiditeitspositie dor
banken is vastgesteld. De Amerikaansche re
geering heeft nog eens weer verzekerd, dat
zij aan den Gouden Standaard zal vasthou
den en al kan er een toestand ontstaan,
waarin dit voor haar onmogelijk wordt, aan
dc technische positie van den dollar zal dit
niet zijn te wijten. De disconto-verhooging
van '2 1/2 tot 3 1/2 pet. wijst erou, dat aan de
Fed. Reserve Bank zeer groote eischen wor
den gesteld, hetgeen trouwens ook uit de
stijgende rentekoersen op de vrije markt
reeds gebleken is. Tevens echter kan de dis
conto-verhooging worden gezien als een
poging om langs den normalen weg de po
sitie der Fed. Reserve Bank te versterken.
Waarbij den moet worden afgewacht, of die
poging zal slagen.
Het is dan ook alleszins verklaarbaar, dat
het publiek over de naaste toekomst van den
Dollar in zorg zit en zich thans bij het En
gelsche Pond veiliger acht. De Engelsche re-
geering koopt groote bedragen goud, om te
voorkomen dat de Pondcnkocrs al te zeer zal
stijgen, hetgeen voor de Engelsche handel en
industrie een nadeel zou zijn en de consoli
deering van Engelands financieele positie zou
bemoeilijken.
De beurzen hebben uiteraard bij al de
schokkende gebeurtenissen der laatste dagen
geen enkel richtsnoer en dat de koersdalin
gen niet meer van beteekenis zijn, is alleen
te verklaren- door een zeker fatalisme, dat
zich van het publiek meester maakt, waar
aan allen kant de geringste zekerheid ten
aanzien van het behoud van kapitaal
schijnt te ontbreken.
In de afgeloopen week zijn de koersver
schillen ook op de Amsterdamsche Beurs be
trekkelijk gering geweest. Hollandsche Be
leggingsfondsen hebben iets van hun verlies
kunnen ophalen, de Dollar-obligaties ech
ter, inclusief die van Nederlandsch-Indië
kunnen nog niet op een noemenswaardig her
stel bogen. Het spreekt wel van zelf, dat ook
de Duitsche obligaties niet in trek zijn, nu
men over onze Oostelijke grenzen aan den
vooravond staat van een verkiezing., die naar
minister Goering onlangs verzekerde, over
het ..to be or not to be" van Duitschland zal
beslissen.
De berichten uit het bedrijfsleven geraken
bij de groote politieke en financieele calami
teiten geheel op den achtergrond. Een nieuwe
ontwikkeling van het bedrijfsleven is trou
wens afhankelijk van. politieke rust en een
gezond bankwezen, om nu van het interna
tionaal ruilverkeer maar niet te spreken.
De problemen, waarvoor de wereld staat,
zijn misschien grooter dan ooit te voren. Ook
in ons land. dat in vergelijking met den toe
stand in vele ander landen, nog een oase in
de woestijn is. zullen tegen' dc crisisgevolgen
diepingrijpende maatregelen moeten worden
getroffen, over de uitvoerbaarheid waarvan
bij de komende Kamerverkiezingen zal wor
den beslist.
Dit alles in aanmerking genomen, mag
het verloop van de fondsenbeurs gedurende
de afgeloopen week niet onbevredigend wor
den genoemd. Al is het soms moeilijk, men
zal ook hier den moed er in moeten houden.
Want moed verloren, is al verloren.
BOEKENWEEK
De Vereeniging ter bevordering van de be
langen des Boekhandels zal dit jaar een
boekenweek houden van 26 April tot 6 Mei.
STEMMEN IN EEN ANDERE GEMEENTE.
VERJAARDAG PRINSES JULIANA.
Ons wordt medegedeeld, dat mot den ver
jaardag van Prinses-Juliana op 30 April hier
ter stede geen vermakelijkheden zullen
plaats vinden, in verband met dc Willem van
Oranje-feesten.
De Burgemeester van Haarlem maakt be
kend. dat bij de verkiezingen voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal de kiezer, met
inachtneming van het bepaalde in de ar
tikelen 57b tot en met 57j der Kieswet, in
plaats van in de gemeente op welker kiezers
lijst hij voorkomt, in een andere gemeente
aan de stemming kan deelnemen.
De kiezer, die van deze bevoegdheid ge
bruik wil maken, deelt, uiterlijk veertien da
gen vóór den voor de stemming bepaalden
dag. in persoon ter se cretarie van een ge
meente aan den burgemeester of aan den
daartoe door dezen aangewezen ambtenaar
mede in welke gemeente hij aan de stem
ming deelnemen wil. Hij geeft daarbij op
zijn naam en voornamen, de dagteekening
en plaats zijner geboorte, de gemeente in
welke hij op de voor deze verkiezingen gel
dende kiezerslijst voorkomt, en een adres in
de gemeente in w'ke hij aan de stemming
wil deelnemen, zo^ mogelijk met aanduiding
van straat en nimmer.
Van de mededeeling wordt een schriftelijke
verklaring opgemaakt, waarvan een afschrift
aan den kiezer wordt uitgereikt.
De kiezer, die heeft medegedeeld in een
andere gemeente dan die op welker kiezers
lijst hij voorkomt aan de stemming te willen
deelnemen, behoort tot het stemdistrict in
hc-twelk hij het door hem opgegeven adres
heeft. Bij onzekerheid hieromtrent behoort
hij tot het eerste stemdistrict.
Aan het opgegeven adres ontvangt de kie
zer, die bevoegd is aan de stemming deel te
nemen, van den burgemeester der gemeente
van dit adres de oproepingskaart voor de
stemming in die gemeente.
De mededeeling van den kiezer, dat hij
in een andere gemeente dan die, op welker
kiezerslijst hij voorkomt, aan de stemming
wil deelnemen.' geldt tevens voor zijn deel
neming aan een nieuwe stemming ingevolge
art. 135 der Kieswet.
NED. CHRISTEL. GRAFISCHE BOND.
De Afd. Haarlem van bovengenoemde
organisatie hield haar 19de jaarvergadering
De bijeenkomst was goed bezocht.
Dcor den voorzitter werd gewaagd van de
moeilijke tijdsomstaidigheden, maar hij kon
aan zijn beschouwing vastknoopen, dat de
N.C.G.B. glansrijk aan alles het hoofd biedt.
Uit het verslag van den secretaris bleek,
hoe veelomvattend het werk van een Vak
organisatie is.
Dat de werkloosheid hier ter stede in de
Typografie groot is, kon men gewaar worden
uit het verslag van den penningmeester.
Sinds 1931 vertoonen de uitgaven van de
Werkloozenkas een sterk stijgende lijn.
In verschillende commissies voor Organi
satie en Vakbelangen is de afd. vertegen
woordigd. Het ledental is ondanks de on
gunstige tijdsomstandigheden nog iets voor
uitgaande.
De secretaris de heer J. Verlind werd bij
acclamatie herkozen.
NIEUW LEVEN.
Dc Geheelonthouders vereeniging „Nieuw
Leven" afdeeling Haarlem van den A. N. G.
O. B. hoopt 11 Maart a.s. den dag te her
denken, dat zij 20 jaar bestaat.
Niettegenstaande de slechte tijdsomstan
digheden hebben het bestuur en dc leden er
voor gezorgd, dat dit feit niet onopgemerkt
voorbij zal gaan. Dien dag zal er in het
gebouw Sint Bavo, Smedestraal een receptie
worden gehouden van 4 tot 5.30 uur om af
gevaardigden van zusterorganisaties en af-
deelingen van bovengenoemden bond in de
gelegenheid te stellen hun gelukwensch te
komen aanbieden. In hetzelfde gebouw
wordt een feestavond gegeven, waaraan me
dewerken het muziek-ensemble „Orpheus",
directeur de heer H, Th. Lindenbom en de
Arbeiders Tooneelvereeniging Herman Heïjer-
mans, regiseur J. de Kleyn, die op zullen
voeren „Gebroeders Calkoen" van Nielen.
De Bondsvoorzitter, de heer A. Martinus uit
Den Haag, zal de propagandaredc uitspre
ken.
verven in elke
gewenschte kleur
VERVERIJ EN CHEM. WASSCHERIJ
Groote Houtstraat 5 a Telef. 10771
<Adv. In ges. Med.)
Tot de belangrijkste publicaties betreffende
onderzoekingen, die op ongeregelde tijden
verschijnen over de positie van den Duitschen
kleinhandel, behooren die van het Duitsche
Instituut voor Conjunctuur-onderzoek. Kort
geleden is weder een uitvoerige studie ver
schenen, die grootendeels handelt over de
omzetten in den kleinhandel. Hoe belangrijk
de verkregen resultaten ook mogen zijn, men
dient voor een juiste beoordeeling m.i. twee
factoren niet uit het oog te verliezen: 1. de
invloed van tal van regeeringsmaatregelen
met betrekking tot den detailhandel in
Duitschland; 2. de zeer sterk gedaalde koop
kracht van den Duitschen consument. Be
denkt men daarnaast, dat het ingestelde on
derzoek slechts loopt over 13.200 bedrijven
met ruim 115.000 man personeel, dan is dat
aantal m.i. buitengewoon laag, al beweert
bovengenoemd Instituut, dat de resultaten
„maszgebend" zijn. Toch zijn er hoogst inte
ressante gegevens in deze nieuwe publicatie
te vinden. Zoo blijkt bijv. dat de omzetten der
winkels met eenheidsprijzen sterk zijn toege
nomen. Dat het „nieuwe" hierbij een rol van
beteekenis speelt, is wel als vaststaand aan
te nemen. Maar even zeker is, dat na de
nieuwe verordening op deze winkels, het om
zetcijfer ongunstig beïnvloed zal worden.
Toch moet men zich van de beteekenis dier
eenheidsprijzenwinkels in Duitschland niet
al te hooge verwachtingen stellen. De omzet
dier winkels bedroeg in 1931 slechts 1.1 pro
cent van den totaalomzet in de detailbedrïj-
ven. De warenhuizen bleven, wat dat betreft,
hun zelfde positie innemen, de coöperaties
gingen vooruit. Een zeer beduidende uitbrei
ding is vast te stellen voor den markt- en
straathandel. De ongunstige economische
omstandigheden zijn daaraan debet.
Van het Duitsche volksvermogen gaat on
geveer de helft via de winkellade. ïn 1928 be
droeg dat inkomen circa 77.5 milliard R.M.,
terwijl de omzet van den detailhandel 36.3
milliard R.M. bedroeg. Deze omzet daalde in
1930 er. 1931 met resp. 3.5 en 4.6 milliard R.M.
Voor 1932 is nog slechts een schatting moge
lijk van den omzet, die geacht wordt 23 mil
liard R.M. te zullen bedragen. Hoogst merk
waardig is de zienswijze van het instituut,
wanneer dit als zijn oordeel te kennen geeft,
dat de daling van den omzet in den detail
handel spoedig ten einde zal zijn. De waarde
van de voorraden bij den kleinhandel bedroeg
einde 1929 vermoedelijk 8 milliard R.M. Tus
schen einde 1929 en einde 1931 zijn deze voor
raden met 29 procent gedaald, tot ongeveer
5.7 milliard R.M.
De stabiliteit bij den omzet in den klein
handel zou volgens de onderzoekingen van
dit Instituut grooter zijn dan bij het volks
vermogen, als gevolg van de starheid van
sommige gebruiks- en inkoopgewoonten. De
in menig opzicht bestaande stabiliteit bij den
omzet schept een zekere neiging om de be
drijvigheid op ongeveer hetzelfde niveau te
handhaven en daarnaast een zekere starheid
te veroorzaken in de onkosten.
De veranderingen in den omzet zijn voor
de verschillende vakken niet gelijk. De groot
ste stabiliteit in den omzet bestaat bij de le
vensmiddelenbranche. Minder stabiel is de
omzet bij de kledingbedrijven.
De ontwikkeling van de voorraden is
volgens het Instituut afhankelijk van de
conjunctuurontwikkeling, aangezien de
kleinhandelaar zich aan de kleinere vraag
gaat aanpassen en deze bij dalende prijzen
de voorraden aanvult, terwijl hij zich bij stij
gende prijzen van te voren gaat dekken en
meer koopt dan de vraag is.
MOLLERUS.
RECLASSEERINGSWERK.
Hot hoofdbestuur van het Nederlandsch
Genootschap tot Zedelijke Verbetering der
Gevangenen hoopt in samenwerking met
het Bestuur van de afdeeling Haarlem te
dezer stede een huiscollecte te organiseeren,
waarvoor het Gemeentebestuur vergunning
gaf en welke gehouden zal worden op Zater
dag 25 Maart a.s.
Deze oude Reclasseeringsinstelling is in
verband met de verminderde subsidie en de
sterk toenemende werkzaamheden op Re-
classeeringsgebied. genoodzaakt om een be
roep te doen op de burgerij.
Ten einde de collecte bij de burgerij aan
te bevelen is er een Comité gevormd, waarin
zitting hebben genomen:
Jhr. Mr. Dr. A. Röell, Commissaris der Ko
ningin, C. Maarschalk, Burgemeester van
Haarlem; Mr. P. E. Barbas Jr., Secretaris Ar
menraad; Jhr. J. P. W. van Doorn, Burge
meester van Heemstede, Ds. D. Drijver, Ev.
Luth. Predikant; Ds. P. W. Foeken, Ned.
Herv. Pred.: Mr. J. Gerritsz. Wethouder; Ds.
C. D. Hylkema, Doopsgcz. Pred.; W. B. J. van
Liemt, Wethouder; Mr. T. A. M. A. van Lö-
ben Seis, Voorz. Voogdijraad; Mevr. A. van
Marsélis HartsinckSchuyt van Castricum;
A. W. Michels; Ds. Ch. J. van Paassen, Ned.
Herv. Pred.; R. Peereboom, Hoofdredacteur
Haarl. Dagblad; Mr. Th. F. Raedt, Politie
rechter; Mr. L. H. Roeters van Lennep, Of
ficier van Justitie; Mr. M. Slingenberg, Wet
houder; Mr. G. Sluis, Pres. Arrond.-Recht-
bank; Jhr. F. Teding van Berkhout; Jhr. Mr.
C. J. den Tex, Burgemeester van Bloemen-
daal; G. van Tienhoven, Sevr. Voogdijraad;
Mevr. Wed. C. S. de VeerBlok Wybrandi;
Mr. Dr. W. P. Vis, Pres. v. d. Armenraad; S.
Ph de Vries Mzn., Rabbijn.
Het Comité van Uitvoering bestaat uit:
Mevrouw A. van Marselis Hartsinck
Schuyt van Castricum. Presidente; G. van
Santé. Secretaresse. Pijntorenstraat 9, Me
vrouw J. M. C. van DijkLieshout; Mevrouw
C. LeuwenbergHartog; Mevrouw Wed. Mr.
D. LionieJungblut; P. J. Mulder; Mevrouw
S. RhodiusBunge: Mevrouw M. W. Rinse
Kutsch Lojinga; Mevrouw E. Schultz van
Iiaegen—Ypey; Mevr. G. N. v. d. Vangst—de
Gilde, A. de Vries; P. C. v. d. Zande.
Aanmelding als collectant(e) wordt gaarne
bij het Secretariaat van het Comité van Uit
voering, Pijntorenstraat 9, ingewacht.
TOONEEL-UITVINDING.
Men deelt ons mede, dat onze Nederland-
sche toor.eel- en filmspeler Jan van Domme
len. uit het land van Edison een opdracht
heeft ontvangen, in Holland een nieuwe op
zienbare vinding op tooneelgebied te lan-
ceeren.
Het gemak dezer uitvinding schijnt hierin
te bestaan dat de grootste tooneelwerken
veel effectvoller, practischer cn kunstzinniger
kunnen worden opgevoerd. Met het oog op
't vakgeheim en de verzorging van octrooi
voor het Europeeschc continent, kon de heer
van Dommelen voorloopig niets naders mede
deelen. Hij was echter enthousiast en ver
zekerde dat een gtoote ommekeer zal komen
in dc thans bestaande tooneelconstructies.
Een bekend Nederlandsch ai'chitect werkt
reeds aan een maquette, welke men gereed
wil hebben bij de Octrooi-aanvrage,
Met eenige spanning zien wij de nadere
berichten en resultaten van den heer Van
Dommelen tegemoet.
HUISVROUWENVEREENIGING.
H. F. SNOEK OVER „HET NEDERLANDSCH
FABRIKAAT".
Dezer dagen hield de heer H. F. Snoek,
secretaris van het hoofdbestuur der vereeni
ging „Het Nederlandsch Fabrikaat" een le
zing over dit onderwerp.
Na opening door de voorzitster mevr. J.
Cohen Tervaert-Koch verkreeg de heer Snoek
het woord. Volgens spr. durft de Nederlan
der bij aankoop van een artikel niet te vra
gen of het Nederlandsch fabrikaat is. Voor
al de mannen durven dat niet te onderzoeken.
Bovendien is de belangstelling voor de Ne-
derlandsche industrie zeer beperkt; veelal
ligt de schuld daarvan bij het onderwijs.
Langzamerhand komt daarin verbetering.
Het bankkapitaal interesseerde zich ook te
weinig voor de Nederlandsche industrie; men
belegde liever zijn geld in het buitenland.
Vele fabrieken wier afzet vermindert, moe
ten hun arbeidskrachten ontslaan. Voor werk
loozensteun wordt tegenwoordig 300 millioen
per jaar uitgekeerd. Deze. toestand wordt
steeds erger wanneer men onze industrie niet
steunt. De kwestie van „koopt Nederalndsch
Fabrikaat" heeft vele zijden: de ethische,
economische en financieele zijde.
De ethische kant der kwestie ligt opgeslo
ten in de vraag: „Als ik dagelijks Neder
landsch spreek, moet ik dan niet ook Ne
derlandsch Fabrikaat koopen?"
Geen enkel land is economisch zelfstandig,
doch men moet er naar streven zoo onaf
hankelijk mogelijk te zijn. zonder echter een
Chïneeschen muur om het land op te trek
ken. De financieele zijde laat zich o.a. zien
in de ontstellend groote uitgaven voor werk-
loozensteun.
Langzamerhand beseft men dat Nederland
het noodig heeft dat men zijn industrie
steunt. Maar wat is Nederlandsch fabrikaat?,
Er zijn maar weinig artikelen die van begin
tot eind met grondstoffen uit eigen land, met
eigen kapitaal en eigen arbeiders zijn ver
vaardigd.
Men doet het beste daarover niet te veel té
theoretiseeren; men weet best wat men on
der „Nederlandsch Fabrikaat" rekent.
De Nederlander hecht ook vaak veel meer
waarde aan goederen van buitenlandsche
merken. Proefondervindelijk is bewezen dat
zeer vaak het product van eigen bodem min
stens even goed is, doch men wil nu eenmaal
het buitenlandsche hebben, 't Gevolg is dat
men soms toch Nederlandsch Fabrikaat krijgt
met een buitenlandsch stempel er op.
De geest tot het koopen van Nederlandsche
artikelen wordt sterker, zóó zelfs, dat buiten
landsche fabrieken onder het mom van Ne
derlandsch fabrikaat hun goederen op de
markt brengen.
Het is van het allergrootste belang dat men
met vertrouwen producten van eigen bodem
durft te koopen, wanneer zoowel prijs als
kwaliteit gelijk zijn aan het buitenlandsche
product.
Daarna was gelegenheid tot vragen stellen.
FEUILLETON
Uit liet Iingelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
34)
.,Ik ben zoo blij, zoo verschrikkelijk blij",
verklaarde ze nog eens met een tevreden
zucht, „want sk vertrouw je zoo absoluut. Tot
gisteren had ik een idee dat er iets niet in
orde was, enfin, dat weet je, maar dat gevoel
ben ik heelemaal kwijt. Wat ze ook van je
mochten vertellen, ik zou er nu geen woord
meer van gelooven."
Endellion kreeg een gewaarwording alsof
een ijskoude hand zich op zijn hart legde.
„Veronderstel", antwoordde hij. cn er
was iets hards in zijn stem. „veronderstel,
dat je van den een of ander zoudt hooren dat
ik oen ernstige misdaad op mijn geweten
had; Veronderstel dat er sterke aanwijzin
gen bestonden dat ik een dier een bedrieger,
een leugenachtige gelukzoeker was."
„Wanneer jij me verklaarde, dat het niet
zoo was. zou ik niets gelooven van wat an
deren zeiden."
„Dus Je gelooft in mij?"
„Zonder voorbehoud. Bob. Kun je dat niet
in mijn oogen lezen?"
Ze lichtte het gezicht naar hem op en hij
zag den vrede, het vertrouwen, het stille ge
luk. dat die zacht-glanzende. ernstige, grijze
oogen weerspiegelden.
Hij realiseerde zich vaag. dat Mirriam's
rotsvast vertrouwen in hem. het gansche as
pect van de dingen scheen tc veranderen.
Zoolang ze, hem gewantrouwd had, was hij
bezeten geweest door de grimmige begeerte
haar twijfel te bevechten en dien te over
winnen. Maar nu had hij dien overwonnen,
nu wist zij dat ze niet alleen van hem hield
met al den zuiveren gloed van haar rein
meisjeshart. maar hem ook vertrouwde met
de volstrekte zekerheid van een gemoed,
dat zelf niet in staat is tot ook maar het
geringste bedrog.
„Mirriam", hernam hij, „je weet hoe onzin-
nig-veel ik van je houd. Maar ik ben lang
niet goed genoeg voor je; ik ben je niet
waard. Als ik je nu eens vertelde, dat ik een
duister verleden heb, vol gemeenheid en
schande, wat dan?"
Ze begreep hem totaal verkeerd. Ze kende
de verhalen over Bob Dulvcrton's jeugdzon
den en meende dat hij daarop zinspeelde.
„Zou je me dan vergeven?" drong hij aan
na een stilte.
„Ik zou je alles kunnen vergeven, Bob. zoo
lang ik weet dat je me niet bedriegt. Dat is
het eenige. wat ik nooit vergeven zou. Maar
daar breek ik mij het hoofd niet over. omdat
ik in je geloof. Sinds gisteren kan ik in je
hart kijken en weet ik dat jc niet in staat
bent tot bedrog."
Het was Endellion alsof hij een klap op
het hoofd kreeg, die hem deed duizelen; hij
kon niet moer. helder denken.... het was
een-en-al doffe verwarring in zijn brein.
Enkele minuten later reed hij in razenricn
galop naar Dulverton Manor.... zijn her
sens brandden als in koorts, in zijn hart was
een wild timult van allerlei tegenstrijdige ge
voclens.
Toen hij de oprijlaan inkwam, herinnerde
hij zich. dat hij order gegeven had. dat alle
bedienden naar bed konden gaan en niemand
op hem behoefde te wacl ier Mechanisch
als in een benauwde droom stalde hij zijn
paard, ging het huis binnen, zette zich in dc
bibliotheek cn trachtte tc denken.
Eigenlijk was er niets gebeurden
toch was alles veranderd. Hij hield met al
de kracht van zijn sterke persoonlijklieid van
een rein, argeloos meisje, dat hem met hart
en ziel was toegedaan en hij had haar
liefde en haar vertrouwen gewonnen. Haar
laatste restje twijfel aan hem was van haar
afgevallenhaar geloof in zijn eerlijkheid
en oprechtheid was onbegrensd. Ilij wist, dat
dc sleutel tot haar karakter gevormd werd
door dc woorden, die ze vanavond tot hem
gezegd had: „Ik zou je alles kunnen verge
ven, Bob. zoolang ik weet dat je me niet be
driegt. Dat is het eenige dat ik je nooit ver
geven zou". En hij was de vleeschgeworden
leugen
Hij was zich daarvan bewu.sl geweest van
het moment, dat hij in Engeland voet aan wal
gezet had, maar nooit had dat besef zoo aan
hem geknaagd als nu. Hij had zich eenvou
dig op het standpunt gesteld, dat hij een
strijd had te strijden cn te winnen en nu hij
dien gewonnen had, zag hij zichzelf, zooa's
hij in werkelijkheid was. De laatste maanden
van brutaal-volgehouden bedrog stonden
schril en sinister voor zijn geest.... het
blinde, voorbehoudlooze vertrouwen cn het
zuivere gemoed van een liefhebbende vrouw
hadden hem de oogen geopend!
Als Ralpii Endellion geen geweten bezeten
had, als hij elk spoor van mannelijk zelf
respect had verloren, dan zou hij zonder aar
zelen op den ingeslagen weg zijn voortge
gaan. Maar hij bezat wel een geweten, zijn
zelfrespect was niet dood. Het beste in zijn
persoonlijkheid was met krachtige hand wak
ker geschud.
Maar wat kon hij doen?
Aangenomen dat hij de waarheid bekende,
wat dan? Over Miriam's leven zou een don
kere schaduw vallen, het zou haar hart bre
kenzou ze den schok wel ooit geheel te
boven komen? Maar als hij zweeg, zou ze
dan niet. zelf op een kwaden dag de waar
heid ontdekken? Kon een groote leugen als
de zijne voor altijd verborgen blijvener
waren soms zulke vreemde wegen waarlangs
de waarheid aan het licht kwam? Als dat
gebeurde wanneer hij al met Mirriam ge
trouwd was? Zou zc dan niet duizendmaal
erger lijden, dan wanneer hij haar nu alles
vertelde?
O, waarom was alles toch zoo gemakkelijk
geweest? Waarom had de natuur hem het
sprekend evenbeeld van Bob Dulverton ge
maakt? Waarom had het toeval hem deze
al te verleidelijke kans tot bedrog in handen
gespeeld? En waarom tenslotte, had hij zich
niet voldoende man getoond, om met op el
kaar geklemde tanden te zeggen: „Ga achter
mij, Satan!"
Nogmaals, wat moest hij doen? I-lij was te
ver gegaan om terug te kunnen. Als hij nu
de waarheid bekende, zou e,en deel van de
schande op Miriam vallen; ze zou eveneens
het middelpunt worden van lasterend leed
vermaak en smalend, sensationeel kranten
geschrijf. misschien zou de justitie zich wel
met het geval bemoeienhij de beklaag
de. Miriam getuige in een schandaal-proces,
waarin de zonden van zijn vader ongetwij
feld in herinnering zouden worden gebracht.
„De appel valt niet ver van den boom"
zouden de menschen zeggen en haar naam
zou in een adem genoemd worden met den
zijnen!
Maar aan den anderen kant, kon hij haar
grooter onrecht doen met haar te trouwen,
terwijl hij haar in den waan liet. dat hij
haar jeugdvriend Bob Dulverton was?
Zoo was hij weer bij zijn uitgangspunt
aangeland. Hij draaide met zijn gedachten in
een kringetje rond.
Urenlang vocht hij zijn strijd uit. uren
lang worstelde hij met den verzoeker, die hem
stevig in zijn greep hield. Toen hij nog in
Australië was. toen hij dit begonnen was. had
hij niet of nauwelijks aan consequenties ge
dacht: Nu zag hij de consequenties nog eer.s,
de liefde en het vertrouwen van een goede
vrouw hadden hem de schellen van de oogen
doen vallen.
Dc nacht ging voorbij cn de nieuwe dag
begon te schemeren, maar hij dacht er niet
•vin naai' bed te gaan, Het luidruchtig gezang
van de vogels wekte hem op uit zijn moei
zaam getob: hij ging naar buiten, het park
in. Wat mooi was alles hier tochhij was
van het landgoed gaan houden, had zich er
aan gehecht. of het werkelijk zijn onbetwist
familiegoed was. En meer clan dat: het was
het tehuis dat hij Miriam beloofd had. Hij
zag haar als meesteres hier, als gelukkige
echtgcnootc en moeder. Kon hij dat alle
maal offeren?
Zonder ophouden hamerde de vraag in zijn
hersens: wat moest hij doen? Hij hield zoo
nameloos veel van dat meisje, dat nog maar
zoo kort geleden toegestemd had zijn vrouw
te worden. Maar hield hij werkelijk van
haar? Was zijn liefde zoo sterk en smette
loos als waarachtige liefde behoort te zijn?
Zonder zelfzucht, alleen gericht op het ge
luk van de andere, bereid tot het zwaarste
offer?
Wat zou Mirriam-zelf willen dat hij
deed?
Dat Tvas de verlossende vraag en het ant
woord erop de sleutel, die de poort van de
toekomst zou ontsluiten....
XXVI.
ENDELLIONS VERHAAL.
De weg dien hij gaan moest, lag nu duide
lijk afgeteekend voor hem. Als hij werkelijk
van Miriam hield, kon hij de waarheid niet
langer voor haar verborgen houden. Hij
moest haar alles vertellen vandaag nog.
Het was zijn plicht.
Een soort vrede daalde in zijn ziel. toen hij
dit besluit genomen had. Misschien was die
rust een gevolg van het feit, dat zijn krach
ten totaal waren uitgeput, maar hoe dan ook
hij voelde zich niet meer zoo opgejaaai en.
gefolterd: hij ging naar bed cn °nkelc minu
ten later was hij in diepen slaap.
.(Wordt vervolgd.).