EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
PRESIDENT LEBRUN heeft een officieel bezoek gebracht aan Lyon. Staande op bet balcon van
bet stadhuis beantwoordt de president de begroeting der menigte.
AAN HET BEURSSTATION te Rotterdam wordt een nieuwe ingang gemaakt in verband met de
verbeteringen die aangebracht worden op bet perron. De werkzaamhedcru
MR. DR. VONK DE BOTH.
burgemeester van Tilburg,
wordt 21 Maart zestig jaar.
TE HOMENKOLLEN bij Oslo zijn de wereld
kampioenschappen ski-Ioopen gehouden. De
eenige vertegenwoordiger voor Nederland,
de heer Loopuyt, in actie.
VINCENT CLEERDIN,
griffier der Provinciale Sta
ten van Noord-Brabant
viert 16 Maart a.s. zijn
zilveren ambtsjubileum.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
4t)
XXIX.
HOE DE SCHULD BETAALD WERD.
De volgende dagen verkeerde de heele
streek in een toestand van de hevigste op
winding; er werd letterlijk over niets anders
gesproken als over de verdwijning van den
bewoner van Dulverton Manor. Het bedrog
was zoo onbeschaamd en stoutmoedig ge
weest; dat velen niet eens konden gelooven
dat er bedrog in het spel was. De oude Peters
bleef strak en stijf volhouden, dat het me
neer Bob was geweest en niemand anders,
die maandenlang zijn meester was geweest
en mevrouw Dixon was het roerend met hem
eens. Een verklaring voor zijn vreemd ge
drag konden zij weliswaar niet geven, maar
niettemin was hun overtuiging niet aan het
wankelen te brengen.
Deminee Borlase daarentegen, verklaarde
dat hij van het begin af wantrouwen had
gekoesterd en hij twijfelde geen oogenblik of
ze waren allen beetgenomen. Maar wie was
hij? Waar kwam hij vandaan en hoe kon
den twee menschen zoo onwaarschijnlijk-veel
op elkaar lijken?? De een zei dit. de ander
dat; maar niemand scheen de waarheid te
vc-vmoaöen.
Een cling was in ieder geval een feit; de
jongeman was verdwenen zonder een spoor
achter te laten; even plotseling als hij was
opgedoken, was hij weer vertrokken. Maar
niemand sprak onvriendelijk of hard over
hem. Integendeel, menigeen keurde het in
advocaat Dulverton en zijn zoon af. dat deze
den ander van bedrog beschuldigden, en zoo
gretig van alles bezit genomen hadden. En
het algemeen oordeel werd in dit opzicht nog
ongunstiger toen het bekend werd, dat er
geen penny ontbrak. Wat den vreemde ook
verweten kon worden, zeker niet verkwisting
of het aanwenden ten eigen bate van' de
geldmiddelen van het landgoed. Daar kwam
nog bij, dat Dolgeth en Binns beiden ver
klaarden dat door het toegewijde en zaak
kundige beheer van den verdwenen bewo
ner en de uitvoering van verschillende door
hem voorgestelde verbeteringen, de waarde
der bezittingen aanzienlijk was toegenomen.
Hij had zich een in elk opzicht uitnemend
landheer met helder commercieel inzicht ge
toond. Ook de boeken, die hij had bij gehou
den. waren volmaakt in orde. terwijl het
saldo op de bank duidelijk bewees, dat welk
motief hij ook mocht hebben gehad, het ver
langen om zich te bevoordeelen uitgesloten
was. Tot op een stuiver na klopte alles en
niets van de groote bedragen die door zijn
handen waren gegaan, had hij voor zichzelf
gebruikt.
Dit alles maakte het mysterie, dat Endel-
lion's persoonlijkheid omgaf, nog duisterder,
hij had zich gemakkelijk duizenden ponden
kunnen toeëigenen en nog geen penny had
hij genomen. Zelfs de kleeren die hij ge
kocht had waren uit zijn eigen zak betaald.
„Dat is het eenige dat ik van de zaak niet
begrijp en om de waarheid te zeggen, is
dat het eenige wat mij min of meer angstig
maakt", het was advovaat Dulverton, die dit
zei. toen hij direct na het diner met zijn
zoon in de biliotheek van Donnithorne Hall
zat.
„Waarom maakt je dat angstig? vroeg de
heer des huizes.
„Omdat ik mij afvraag of het tenslotte Bob
niet toch was. Het ligt heelemaal in zijn jijn
om mij een of andere poets te willen bakken.
Misschien is mijn vrees kinderachtig, maar
ik vraag je, Donnithorne, welke verklaring
kan er anders zijn voor zijn handelswijze?
Acht jij het bestaanbaar dat iemand schurk
genoeg is, om maandenlang onder een val-
schen naam te leven en zich als heer en
meester van een bezitting als Dulverton te
gedragen en dan met de Noorderzon te ver
trekken zonder een penny mee te nemen.
Daar moet toch wat achter steken!"
„Misschien", antwoordde de jonker lang
zaam. „was hij in den grond geen schurk.
Misschien wie zal het zeggen hield hij
er toch een geweten op na en belette dat
geweten hem in een schadelijke leugen te vol
harden."
„Dus jij gelooft niet dat het Bob was?"
De jonker schudde ontkennend het hoofd.
„In elk geval is hij weg", mengde Arthur
zich in het gesprek, „en ik ben vast overtuigd
dat uit de inlichtingen die ik uit Australië
verwacht, afdoende zal blijken dat het Bob
niet was. Ik geloof ook dat we nooit meer
iets van hem zullen hooren. Laten we dank
baar zijn dat de zaken zijn wel zooals
ze zijn. U weet aal ik hem niet mocht lijden;
maar ik moet toegeven dat hij een pientere
kerel was. Hij heeft iedereen bedrogen, en
al was hij nog zoo n groote leugenaar en op
lichter, hij slaagde erin alle menschen voor
zich te winnen; iedereen scheen van hem te
houden."
„Ik geloof niet, dat hij een oplichter was".
Er was een booze klank in Mr. Donnithor-
nè's stem, toen hij dit zei. „Hij heeft anders
toch maar maandenlang in ons huis ge
woond", luidde Arthur's repliek; „hij heeft
oize paarden bereden; van de diensten van
onze bedienden gebruik gemaakt, op onze
kosten gegeten en gedronken en op onzen
naam zaken gedaan. Als dat niet het werk
van een oplichter is, weet ik het niet! Aha,
daar komt Mirry. Wat zeg jij er van, Mirry?
Je vader is het niet met mij eens, dat die
vent. die ons zoo gemeen bedrogen heeft, een
oplichter is. Ik ben benieuwd jouw opinie te
hooren?" Miriam, die juist de kamer was
binnengekomen, keek zwijgend van den een
naar den ander. Het zenuwachtig bewegen
van haar handen verried dat het haar moeite
kostte zich te beheerschen.
„Ik geloof dat het doelloos is om te rede
twisten over menschen, wier motieven zoo
mijlenver van de onze afstaan", verklaarde
ze ten laatste. „Heb je nog pogingen gedaan
om hem te achterhalen?" vroeg de jonker
blijkbaar om een andere wending aan het ge
sprek te geven, en Mirriam keek in spanning
naar den advocaat.
„Neen. Ik vond, dat 't geen zin had".
„Wat! Heb je heelemaal geen nasporingen
meer gedaan? Ik dacht dat Arthur gedreigd
had hem te zullen ontmaskeren en een aan
klacht tegen hem in te dienen?"
„Ik heb dat plan weer opgegeven", deelde
Arthur mede. „Ziet u och. ik wilde niet dat
we nog meer over den tong zouden gaan dan
toch al het geval was, bovendien twijfelde
vader er aan of we succes zouden hebben met
een klacht, gesteld dat we hem hadden ge
vonden. Dc situatie was vrij zonderling, niet
waar? We kunnen in rechte eigenlijk niets
eischen behalve betaling voor het gebruikte
voedsel en zoo".
„Ja het is beter geen slapende honden
wakker te maken" viel de advocaat zijn
zoon bij „en toch ik voel me allesbehalve
op mijn gemak, het dienst nergens voor dat
te ontkennen".
De weken rijgen zich aaneen tot maanden
maar van den laats ten bewoner van Dulver
ton Manor werd niets meer vernomen. Ralph
Endellion had echter in de omgeving van het
landgoed een onuitwischbaren indruk achter
gelaten. Velen geloofden nog steeds dat het
Bob Dulverton geweest was. die de Manor
bewoond had en de genen, die dat niet
geloofden, bewaarden toch ook aangename
herinneringen aan hem. Hij was jegens
iedereen vriendelijk en voorkomend geweest
en had zich bij personeel en pachter bemind
weten te maken.
Ongeveer een paar jaar na zijn plotselinge
verdwijning vroeg Arthur Dulverton Mirriam
Donnithorne opnieuw zijn vrouw te worden;
maar wederom zonder succes.
„Je zoudt me tenminste kunnen vertellen
waarom niet, Mirry", zei Arthur na haar
weigering.
„Omdat ik niet voldoende van je houd",
was het korte bescheid.
„Mirry" hernam Arthur. „Ik kan er niets
aan doen. maar ik geloof vast en zeker, dat
je van diendien oplichter hield. Ik weet
dat ik dc eenige was die inzag hoe 'n
schurk hij was, maar ik ben overtuigd dat jij
van hem hield en dat, als hij niet tusschcn
ons stond, je met hij zoudt trouwen."
Al het bloed trok weg uit Miriam's gezicht.
„Hoe durf je!" riep ze met fonkelende
oogen; en voor Arthur tijd had van zijn ver
bazing to bekomen, had ze hem alleen gela
ten.
En hij toch moest zichzelf toegeven, dat
hij den spijker op den kop had geslagen. Zij,
die waarheid en oprechtheid boven alles
steld. had voorgoed haar hart gegeven
aan een man. wiens leven een groote, schan
delijke leugen was geweest. Sinds hij weg was
had ze tegen haar liefde gevochten. Wat hij
van zichzelf gezegd had toen hij haar zijn be
kentenis had gedaan, scheen in haar geheu
gen gebrand en ze wist maar al te goed. dat
het waarheid was. Hij was de belichaming
van oneerlijkheid en bedrog geweest en toch
zou ze hom niet uit haar hart bannen. Zon
der dat haar vader er iets van wist, had ze
nasporingen naar hem gedaan, maar had
niets kunnen ontdekken. Ze was naar Londen
gereisd en had een van de beste particuliere
detectives in den arm genomen, maar ook
daardoor was ze niets wijzer geworden. Zijn
sporen schenen volkomen uitgewischt. Of hij
zich in Engeland bevond of niet. of hij nog
leefde dan wel gestorven was het was
alles een groot, onoplosbaar raadsel.
(Wordt vervolgd.).
VEILIG VERKEER l Tc Amsterdam is Maandag een
aanvang gemaakt met dc invoering van een één-
richting verkeer op dc grachten. Het plaatsen van een
verkeersbord op dc brug Keizersgracht, hoek Lcidschc-
gracht.
UP HET PLEIN VOOR HET JAARBEURSGEBOUW TE UTRECHT is een volledig klokkcnspeT opgehangen, dat tijdens de Jaarbeurs, die heden geopend Is, bespeeld
wordt door den beiaardier Wagenaar. Het carillon is bestemd voor den gercstaurcerden Cuncratoren te Rhenen.