Werkzaamheden aan de landpeilers van de Hembrug.
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
BANKCRISIS in de Vcreenigde Staten. Gedu
rende meer dan een week sijn alle banken in
de 48 Amerikaansche Staten gesloten geweest.
Na de sluiting van de Bowery Bank te New
York, had sich een groote menigte voor het
hek verzameld.
IN VERBAND met de verbreeding van het Noorzeekanaal heeft men door middel van
luchtdruk langs dc landpeilers van de Hembrug twee betonnen caissons tot ccn diepte
van 22 Meter laten zakken. Dc stand der werkzaamheden.
DE ITALIAANSCHE VLIEGENIER Dr. Ro-
biano is met zijn vliegtuig van Engeland ver
trokken om een nieuw record Engeland—
Australië trachten te vestigen. De koene
vliegenier in de cockpit van zijn vliegtuig.
MET DE CAMERA rond de ontwapeningsconferentie te Geneve. Gibson,
afgevaardigde van de Ver. Staten, in gesprek met twee gedelegeerden van dc
Kleine Entente, de heer Antoniadc (Roemenië) en Fetitch (Yougoslavic.
NABIJ LIMMEL beeft men een aanvang gemocht met de uitgravingen voor de schutsluis IV in het Juliana-hanaal.
Arbeiders versjouwen een stuk smalspoor.
MET DE RESTAURATIE van dc Westertoren te Hiudcloopcn zal binnenkort ccn aan
vang worden gemaakt. Verleden jaar heeft men reeds ccn betonnen fundecring gelegd,
daar dc toren andcrhalvcn meter uit het lood staat.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
44)
Miriam bleef het antwoord schuldig. Ze
staarde voor zich uit, als in een vage verte
„Kun je hem niet vergeten, Mirry"
Ze schudde het hoofd.
„Denk jedat hij ooit terugkomt?"
„Ik ben bang van niet. Maar als hij het
doet
Ze maakte den zin niet af, maar haar va
der wist dat hij van haar, zooals van Arhur
Dulverton, geen ontrouw aan haar groote
jeugdliefde behoefte verwachten, dat er,
buiten Ralph Endellion, voor haar geen man
ter wereld bestond.
XXI.
DE BALLING.
Het Australische parlement hield zijn
laatste zitting voor het reces. Maar wat een
bijzonderheid was het bij een dergelijke
slotzitting, ieder lid bevond zich in zijn
bankje. Er heerschte een gespannen stem
ming, de atmosfeer in de groote vergader
zaal was als met electriciteit geladen, want
het lot van de regeering hing aan een zijden
draadje. De minister-president had een
maatregel voorgesteld, die niet alleen door
de oppositie sterk werd bestreden, maar ook
onder zijn eigen aanhangers veel tegenstand
ontmoette. De algemeene opinie was. dat het
hoofd der regeering van het Australische ge-
jneenebest niet alleen zijn partij onherstel
bare schade berokkende, maar tevens politie-
ken zelfmoord had gepleegd. Spreker na
spreker beklom de tribune om zijn afkeuring
over het wetsvoorstel te kennen te geven en
de man die enkele maanden geleden nog de
afgod van zijn partijgenooten was, werd
thans door vrijwel iedereen als een gevallen
grootheid beschouwd. Tot de geheele toe
stand opeens radicaal veranderde. Een lid
had zich naar het spreekgestoelte begeven,
iemand die zich onderscheidde door zijn ob
jectief oordeel, geen heftig partijman. Bij
deze gelegenheid steunde hij de regeering
en het was zijn redevoering, die den wonder
baarlijken ommekeer teweegbracht.
Hij was pas smds de laatste, verkiezingen
lid van het parlement, maar had zich door
zijn welsprekendheid en gedegen kennis
daarin een overwicht veroverd, dat menig
politicus met een langen staat van dienss
hem mocht benijden. Langer dan een uur
hield hij de aandacht van het Huis gevan
gen en meer dan eens werd zijn rede door
toejuichingen onderbroken. Hij was een nog
jonge man, achter in de dertig ofschoon
zijn gladgeschoren gezicht met diepe lijnen
doorgroefd en zijn haar grijs was eigenaar
van uitgestrekte gronden ver van de hoofd
stad. Een succesvol en welgesteld kolonist,
maar noch door zijn persoonlijkheid, noch
door zijn manier van spreken maakte hij
den indruk van een Australische „farmer"
en vaak werd de opmerking gehoord, dat
hij door zijn uiterlijk, zijn manieren en zijn
ontwikkeling het type was van den acade
misch gevormden Engelschen aristocraat.
Hij had in het jaar van zijn parlements
lidmaatschap de reputatie gevestigd van een
vlot redenaar en een bekwaam man, thans
ontpopte hij zich als een staatsman van
groot formaat. Want toen hij naar zijn
plaats terugging, had zich het zeldzame feit
in de parlementaire geschiedenis voorge
daan, dat een spreker alleen door de
kracht van zijn overtuigend woord, zonder
politieke handigheidjes van geven en nemen,
de overgroote meerderheid zijner mede
leden grondig had doen wijzigen. Bijna allen,
die dien ochtend naar de zitting waren ge
gaan met het vaste voornemen tegen den
premier te stemmen, stemden nu voor hem.
Het was een meesterlijke redevoering ge
weest, die de geschiedenis van een natie een
anderen loop hadden gegeven.
Dat hij zich voldaan voelde, was ontwijfel
baar. Maar toch toonde hij over zijn succes
niet de uitbundige blijdschap, die men ver
wacht zou hebben. Er was een gesluierde blik
van droefenis in zijn intelligente oogen,
alsof iets hem de vreugde der overwinning
vergalde en de gelukwenschen, die hem van
alle zijden ten deel vielen, schenen hem on
bewogen te laten. Maar hij had volbracht
wat hij zich voorgenomen hadeen wet
die hem zegenrijk leek voor het algemeen
belang, in het staatsblad te brengen.
„Ik feliciteer je van harte, Endellion", zei
de minister-president na het sluiten van de
vergadering. „Je redevoering was de beste,
die ik me herinner ooit gehoord te hebben.
Het heele land zal erover spreken." „Dat is
niet van zooveen belang", antwoordde de
ander. „Het voornaamste is, dat we bereikt
hebben, wat we in het belang van het volk
achtten; dat geeft me voldoening".
„Natuurlijk en je hebt bovendien de regee
ring gered, om van mijzelf niet te spreken.
Geen ander dan jou was dat gelukt. We ston
den aan den rand van den afgrond.... de
meeste van onze eigen menschen waren op
het punt overstag te gaan. Welik zal
vannacht eindelijk weer eens ongestoord
kunnen slapen."
,Dat doet me genoegen", verklaarde Endel
lion rustig-vriendelijk.
„Ga je met me mee naar huis?" vroeg de
Premier. „Ik wilde wel eens op mijn gemak
met je praten,"
„Ik was van plan met den express van
half negen te vertrekken. Mijn zaken roepen
me. Maar als ik u van dienst kan zijn...."
„Dat kun je, beste Endellion; je kunt me
buitengewoon van dienst zijn. Wil je vijf
minuten wachten? Dan ben ik tot je be
schikking."
Vele oogen waren op de twee mannen ge
richt, terwijl ze bij den ministertafel stonden
te praten.
„Het is een groote dag voor Endellion",
merkte een der leden op.
„Ja, en een groote dag voor het land",
voegde een ander erbij. „Het zal niet lang du
ren of Endellion is minister. Enfin, hij ver
dient het.... er is geen flinker, bekwamer
kerel in heel Australië."
„En 'n knappe, gedistingeerde vent om te
zien, hè? 'n Opvallend type".
„Ja, heelemaal geen „farmer". Je kent
zijn geschiedenis natuurlijk?"
„Neen ik weet alleen dat hij den naam
heeft heel rijk te zijn."
„Nu, zijn vader was een geniaal oplichter...
een boef die een milloenenfraude pleegde en
zelfs tegen moord niet opzag. Alleen zijn
plotselinge dood in de gevangenis heeft hem
van de galg gered. Och, je moet je die ge
schiedenis herinneren; het is 'n jaar of twin
tig geleden. De kranten van de heele wereld
stonden vol over het Endellion-proces".
„Je wilt toch niet zeggen dat hij de zoon Is
van dien schavuit!"
„Dat is hij inderdaad."
„Nu ik zou zeggen, dat het er weinig toe
doet. Als er een vlek aan zijn naam heeft
gekleefd, heeft hij die dubbel en dwars uit-
gewischt!
In dit vrije gezegende land kijken we niet
op iemand neer, omdat zijn vader een
schooier was.over dergelijke domme voor-
oordeelen zijn we goddank heen. Er ls niets
dat hem in den weg staat om minister-pre
sident te worden."
„Neen, absoluut niets. Alleen
„Alleen wat?"
„Hij is geen man voor een druk „society"-
leven en dat is natuurlijk een handicap. t
Een premier moet geregeld menschen ont-
vangen, recepties en diners geven en zoo
meer, nietwaar? En Endellion houdt niet van
maatschappelijk verkeer; hij maakt geen
vrienden, leeft bij voorkeur eenzaam en af
gezonderd hij is eigenlijk gezegd een tikje
ongenaakbaar".
„Maar denk aan zijn enorme bekwaamhe
den, kerel! Dan zinkt een dergelijk bezwaar
toch in het niet. En al houdt hij zich dan
eenigszins op een afstand, verwaand of
trotsch is hij heelemaal niet. Misschien heeft
de historie met zijn vader hem een beetje
ongevoelig en schuw gemaakt".
.In ieder geval, op mijn steun kan hij re
kenen. Tusschen haakjes, weet je ook of hij
getrouwd is?"
„Neen hij woont alleen ln een groot land
huis op zijn bezittingen ergens verweg ln
een halve rimboe".
Twee dagen later was Ralph Endellion op
weg naar zijn uitgebreide schapenfokkerij in
het Australische binnenland. Hij verliet den
trein aan een klein tusschcnstation waar
een paard voor hem gereed stond. Hij gaf
enkele orders aan den man die het dier ge
bracht had, iemand van het personeel van
zijn bedrijf, en reed weg. Bij de herberg
hield hij halt.
„Aaron Aaron Beel!" riep hij.
„Ja, ik kom al, O, bent u het meneer En
dellion. Wat is er van uw dienst?"
„Geef mijn paard wat voer en wrijf het
droog, wil je?"
„Ik zal er voor zorgen, meneer. Blijft u
vannacht?"
(Slot volgt.)