HET HAARLEMSCHE STADSBEELD.
BRIEVEN VAN EEN CONTROLEUR B.B.
Van alles en nog wat.
UIT DE WERELD VAN
DE FILM.
Hoe het eens was.
Hoe hei geworden is.
Ov.de Kruisbrug bij het Zieke.
Met verlof naar Java.
Dezen keer heb ik eigenlijk weinig te
schrijven want er hebben zich geen bijzon
dere gebeurtenissen voorgedaan. Gisteren
avond gingen we in de auto nog even een
luchtje scheppen om bij maneschijn de zee te
zien. Dat is een bezigheid waar je hier haast
niet genoeg van kan krijgen, misschien om
dat de zee onze heen- en terugweg is, mis
schien ook om te zien of er toevallig een
schip langs zou komen, een extra-boot met
post.
Maar wel kan ik U nog een paar aardige
dagen vertellen uit ons korte Javaverlof dat
pas achter ons ligt en dat we in hoofdzaak
in Batavia en omgeving doorbrachten. Zoo
waren we o.a. met nog een paar luidjes een
wandeling in het Buitenzorgsche gaan maken
naar een gekanaliseerd riviertje, dat veel doet
denken aan de Hollandsche Vecht en daarom
vooral door nieuwelingen veel bezocht wordt.
Je ondergaat er werkelijk eenigszins de sen
satie van een Hollandsch landschap omdat
er langs het water een rij hooge boomen
staat en omdat je in de rivier zelf geen
groote keien ziet liggen, wat bij de meeste
rivieren op Java wel het geval is. Op onze
wandeling begon het te regenen, een echte
Hollandsche buit, waarmee we in deze om
geving erg in onzen schik hadden moeten
zijn. Maar dat waren we pas toen we na
een looppas een kampong bereikten en we
onder een luifel van een Chineesche toko
een veilige schuilplaats hadden gevonden.
Het winkeltje was gesloten, maar daarvoor
zat op zijn hurken een vruchtenkoopman, die
zijn pikolan van zijn schouders had genomen
en de twee manden naast zich had neer
gezet, vol met prachtige mangga's, dat zijn
heerlijke vruchten, waar je den eersten keer
een beetje aan wennen moet, omdat ze je
doen denken aan paardepeen gedrenkt in
terpentijn. De vruchtenkoopman keek wel een
beetje verdacht naar de lange Europeanen,
maar bleef verder voor zich staren in een
rust die men den Inlander kan benijden.
Wij waren minder rustig en een dames
toonde al gauw haar energie door op ver
kenning uit te gaan. Ze liep dus onder den
luifel door en keek eens om het hoekje van
het huis, begon een beetje geheimzinnig te
lachen en wenkte ons om ook eens te komen
kijken. We gaven daaraan gehoor en wat we
zagen was werkelijk vermakelijk. Vlak om
den hoek stond een bijna naakte Samuel
Pickwick, een Inlander, vet en mollig, met
over zijn zwembroek overblousend buikje.
Armen, handjes en beenen, alles naar pro
portie.
Terwijl we met elkaar een beetje stonden
te giechelen, verscheen om den hoek in eens
de man over wlen we ons zoo hadden ver
maakt. Maar onze lach bestierf, want hij
had een geopend mes in zijn hand, waarmee
hij recht op een der dames afkwam, als maar
starende. We stonden eigenlijk allen aan den
grond genageld, maar vdkomen gereed om
ln een seconde toe te springen, op het mo
ment dat hij zou willen toesteken uit wraak
over de beleediging die we hem, door te
lachen, ongetwijfeld hadden aangedaan.
Maarhij liep statig voorbij naar den
handelaar in fruit om zijn honger te stillen!
Toen hij weer langs ons kwam konden we
weer een beetje lachen en nog stonden we
't geval te bespreken, toen hij weer om den
hoek kwam, maar nu in een groenig jacket
en met een stoel voor de njonja, die door
dat' lange staan wel eens moe zou kunnen
worden. We dankten hem zeer. Even later
kwam hij weer terug, nu met een broek aan
en nc>j een stoel ln de hand. Voor den toean,
voor het geval ook hem de inspanning te
zwaar zou vallen. En daarna kwam zoowaar
hot vriendelijke dikkertje voor den derden
keer en daarna met zijn laatsten stoel, waar
mede zijn stoeleninvontarls zeker was uit
geput en hij het noodig achtte om met den
derden heer die nu maar moest staan, een
praatje te maken of beter gezegd zijn ver
ontschuldigingen aan te bieden, want als
kepala kampong, als burgemeester van het
gehucht, zouden we op zijn Hollandsch zeg
gen, voelde hil tekort te zijn geschoten in
het waarnemen der honneurs Later zeiden
we nog tegen elkaar: gesteld dat we een van
allen ons niet volkomen hadden beheerscht
en den man aangegrepen, zou er dan geen
opstand in het dorp gekomen zijn, ontstaan
door een eenvoudig misverstand?
Voor ons interessanter waren de dagen die
we in Bandoeng hebben doorgebracht van
waaruit we een paar prachtige tochten heb
ben gemaakt. We gingen Vrijdagsmorgens om
7 uur met de auto weg, reden over de Pocn-
tjak naar Bandoeng en waren daar om half
twaalf. Daar wc den volgenden morgen naai
den krater van de Tankoeban Prauw wilden,
leek het ons het beste om te Lembang te
overnachten, maar onderweg kregen we ge
weldige stortbuien en toen we in Lembang
arriveerden, was het een ware wolkbreuk.
We informeerden nog even naar prijzen in
het hotel „Lembang", maar dat was ons veel
te duur, dus reden we terug naar Bandoeng
en kwamen terecht in Hotel Rustoord tus-
schen Tiimani en Bandoeng, een heel ge
schikt. landelijk hotel, met grooten tuin en
eigen zwembadje. Het regende verder den
hooien dag pijpestcelen. ook 's nachts zoodat
we al banc waren dat onze tocht in duigen
zou vallen. Maar gelukkig was het 's morgens
om half zes droog en vrij helder. We pakten
ons flink warm in, want we moesten in dit
vroege morgenuur tot 2000 M. stijgen. Het
was donker toen we weggingen maar halver
wege Lembang werd het lichter en kregen
we een schitterend panorama van alle bergen
rondom de hoogvlakte, waarop Bandoeng ligt
met wolken en zeeën er tusschen. Tegenwoor
dig kun je met de auto heelemaal op den
top van de Prauw komen, tot den rand van
den krater, wat vroeger niet het geval was.
Het was een schitterende weg door het bosch,
maar ijskoud, we zaten gewoon te bibberen!
Het uitzicht boven was overweldigend mooi.
al die toppen uit de nevels oprijzend en heel
in de verte de zee! De krater zelf was ook
heel indrukwekkend hoewel we den Bromo
indertijd mooier vonden, maar die werkt ook
nog eenigszins. Je zag hier een kratermeertje
heel in de diepte maar niet borrelend en
rookend zooals in den Bromo. We konden
een heel eind om den krater heenloopen, ge
deeltelijk over een smallen rand van lava-
gruis gedeeltelijk door bosch; we liepen
voorzichtig want links was de eenige honder
den meters diepe krater en rechts liep het
lavagruis glooiend af. Na drie kwartier loo-
pen kwamen we aan den overkant van de
plek waar onze auto stond die we als een
klein stipje zagen. Achter ons was weer een
andere krater met een grooter meertje, waar
in we de weerspiegeling van de bergen zagen
in zeldzaam mooie kleuren, want het sterk-
zwavelhoudende water is groen-blauw van
kleur. Er waren ook overal z.g. stikvalleien,
waarvoor een bordje: „levengevaarlijk" stond.
Indertijd zijn daar drie Bandoengsche
H.B.S.-jongens verongelukt. Naar één liep een
klein weggetje, zoodat je op een soort pla-
teautje in de vallei kon kijken. Het was een
akelig gezicht, alles grauw wit en allemaal
jdroge en d'oode stompen van boomen. De
zwavellucht was daar heel sterk. De zon
kwam flink door en het werd zelfs in dat
vroege morgenuur op flinke hoogte al warm.
Om half elf waren we weer in het hotel
terug, waar een uitstekend na-ontbijt heer
lijk smaakte.
Om half twaalf lagen we in het zwembadje
en genoten van het lekkere frissche water.
Den volgenden morgen weer vroeg opstaan,
om haif zeven ontbeten en weer op pad, want
we wilden nu den anderen kant uit om den
Malabar heen: een tocht van 110 K.M. door
de bergen. Eerst leek het erg bewolkt, maar
toen we hooger kwamen, werd het steeds
helderder. Het was een veel mooiere weg dan
naar de Prauw, met prachtige vergezichten
op de vlakte, geweldig veel bochten en brug
getjes over diepe ravijnen. Door theetuinen
kwamen we op Penalengan waar een soort
Bungalow bedrijf is, waar je kunt logeeren.
Daar ze er veel reclame voor maken en 't niet
duur is, wilden we dat meteen"eens bekijken.
Het waren allerleukste huisjes van bilik (ge
vlochten bamboe) keurig gemeubeld met
vaste waschtafel en overal prachtig uitzicht.
Je krijgt dan zoo'n huisje met bediening en
eten voor f 3—f 5 per dag, dat hangt van
de grootte van het huisje af. We maakten
nog een fijne wandeling door theetuinen en
kinabosch en gingen toen langs een anderen
weg terug; een magnifieke rit. gedeeltelijk
door bosch dat aan het gebergte in Oost-Java
deed denken. We vinden den Oosthoek nog
wel mooier en woester, de Preanger iss liefe
lijker en door de vele thee-, kina- en rubber
ondernemingen minder ongerept, maar het
was toch prachtig en we genoten intens, èn
van de natuur èn van de zalige temperatuur.
En als je dan „beneden" komt is het nog koel
want Bandoeng ligt ook al 800 M. hoog, We
waren om 12 uur thuis, wel een beetje raar in
ons hoofd van alle bochten, die we gemaakt
hadden, maar we kropen maar weer gauw
in het zwembadje en knapten daar geheel op.
Toen een lekkere rijsttafel en om 2 uur
gingen we uiterst voldaan huiswaarts over
Poerwakarta.
DE KENNEMERSTRAAT.
Waar nu de Kennemerstraat ls was vroeger,
toen de Schotersingel nog niet gegraven was,
een deel van den Kruisweg. Het heette daar
het Zieke, een stukje landelijke omgeving bij
het Stads-Armen- en Ziekenhuis, toen Pest-
of Dolhuis.
In onzen vorigen Zaterdagavond namen wij
een prent van de Kruispoort op,dieons ver
strekt was door een belangstellend lezer. Deze
schrijft ons nog ter t-oeli'chting:
Het plaatje dat ik u toezond getiteld ,.ge-
zigt van Haarlem en de Kruispoort vóór de
laatste uitlegging", is afkomstig uit het le
deel van het werk van C. de Koning: „Tafe
reel der stad Haarlem" in 1807 in 4 deelen
verschenen bij A. Loosjes Pz. te Haarlem.
Onder het plaatje staat: „.Berkheide
prinxit' en „de Witt en Visser Bender sc."
Het is dus een kopergravure naar een schil
derij van Berkheyde (16281698) welke schil
derij gemaakt moet zijn kort voor 1677, toen
de „nieuwe uitleg" van de stad was ontstaan
en de Kennemerpoort in de plaats kwam van
de Kruis- en de Janspoort, die resp. in 1686
en 1690 werden gesloopt (zie het boekje van
Gonnet „de poorten van Haarlem" in 1913
verschenen bij de Erven Bohn te Haarlem,
waarin ook nog een ander prentje van de
Kruispoort voorkomt).
Wanneer ze onsymmetrisch zijn is de linker
kant bevoordeeld boven den rechter. De
dieren hebben een neiging om linksch te
zijn. De papegaai neemt bijvoorbeeld zijn
spijzen aan met den linkerpoot, en de leeuw
verscheurt ook bij voorkeur zijn vijanden
met den linkerklauw.
Mijn moeilijkste oogenblikken
door KAYE DON.
In 't algemeen
gesproken gebeuren
Ie dingen bij mo
or-races zóó snel,
at men de sensa-
Le ervan pas later
ndergaat. Op het
.loment, dat ze
.erkelijk gebeuren
s de aandacht zoo
rak gespannen op
.vat te doen staat,
:lat er geen tijd is
voor iets anders.
Mijn grootste
•ace-sensatie on
derging ik in Ul
ster in Augustus '30
bij de R.A.C. Tou
rist Trophy Race,
toen mijn auto slipte op het vochtige dek
van den weg, die te nauw was dan dat ik
mijn wagen weer op tijd in mijn macht kon
krijgen.
De auto sloeg over den kop en raakte in
brand, terwijl k er onder bekneld lag! Toe
schouwers snelden gelukkig dadelijk te hulp
en bevrijdde me. Deze sensatie kostte me ver
scheidene gebroken ribben en een gebroken
schouderblad, die me dat jaar althans ver
hielden van de renbaan als deelnemer.
Motorbootraces hebben- me ook meer dan
eens een sensatie bezorgd, maar het be-
nauwdste oogenblik, dat ik ooit had, was in
Detroit verleden September tijdens de tweede
heat om de Harmsworth Trophy Race.
Mijn Amerikaansche rivaal, Gar Wood, lag
voor en bij het nemen van de eerste bocht
kreeg de Miss Engeland vuil water. Ik deed
nog pogingen om onheil te voorkomen, maai
de boot sprong plotseling omhoog en sloeg
over den kop.
Ik werd tegen het stuurrad gedrukt, maar
wist me los te werken onder water en op
die wijze op wonderbaarlijke wijze te ont
snappen.
Als ik het zoo beschouw, dan lijken die
sensaties me eigelijk wel te opwindend om
gezond te zijn!
i
INTERESSANTE OPMETINGEN.
„Venus van Milo
is misvormd".
Niemand is volmaakt.
Bij den mensch zijn de ledematen bijna
nooit van dezelfde lengte. In de meeste
gevallen zijn de beenderen van den rech
terarm langer dan de overeenkomstige been
deren van den linkerarm, met een merkbaar
verschil, dat varieert tusschen 8 en 22 milli
meter. Meer dan 2 centimeter.
Daarom schijnt uw eene mouw langer dan
de andere, en toch beweert de kleermaker,
dat hij belde mouwen precies gelijk geknipt
heeft. De kleermaker heeft hier gelijk
maar toch is het zijn schuld, want hij had
beide armen moeben meten. Het gelaat ook
is onsymmetrisch: de rechterzijde is veel om
vangrijker dan de linker.
De Venus van Milo zelfs is misvormd, hoe-
we! dit een type van schoonheid is. De
rechterzijde van den schedel en het rechter -
ooge zijn grooter. terwijl het tusch en schot
van den neus 7 millimeter naar links af
wijkt. De onderste ledematen verhouden zich
juist andersom: het linkerbeen is langer
en dikwijls sterker dan het rechterbeen.
De dieren staan, wat dat betreft, hooger
dan wij. Zij zijn veel regelmatiger gebouwd.
Regeeren valt niet mee,
In het Witte Huis te Washington wordt
jaarlijks cloor de afgevaardigden voor 100
dollar hoofdpijntabletten gebruikt. De laat
ste maanden is het verbruik stijgende.
Steeds zuiniger.
De locomotieven van het. meest moderne
type verbranden slechts 1 2/3 Eng. ons kolen
per mijl.
Natuurlijk in Amerika.
De grootste eikenboom der wereld bevindt
zich bij Chico in Californië. Hij is 105 voet
hoog en zijn stam is 29 voet 6 duim in om
trek. Er kunnen 10.000 menschen tegelijk
onder zijn lommer staan.
Alleen voor wiskundigen!
Vier vierden zijn een derde grooter dan
drie vierden.
Terwille van de smeer....
Ten behoeve van staatstabaksregie, heeft
de regeering van Joego-Slavië het rookver
bod in de bioscooptheaters opgeheven.
Treurig.
In het jaar 1932 zijn in Duitschland rond
1.2 millioen wissels wegens non-betaling ge
protesteerd.
Kcllnersplannen.
Door de Internationale Hoteliersvereeni-
ging is het plan in beraad om de kellners-
frak af te schaffen en de practische en zin
delijke Russische blouse daarvoor in de plaats
te stellen.
Dure mist.
Een heelen dag mist kost Londen meer
dan f 10.000.000.
Brand in Londen
Het vorige jaar werd de Londensche brand
weer 4253 keer opgeroepen. Daarvan was
1964 keer loos alarm en 663 keer kwaadwil
ligheid.
Een sportief bisschop.
De bisschop van Londen is ondanks zijn
75 jaren een enthousiast beoefenaar van ver
schillende sporten als: hockey, tennis en
vooral niet te vergeten: golf.
Waar nu de Kennemerstraat is.
RELIQUIEëN OP HET STU DIOTERREIN.
Zeer vele groote gebouwen hebben mee
geholpen aan het tot standkomen van de
films, maar slechts korten tijd had men
hen noodig.
De herinnering hieraan leeft nog voort op
honderden kilometers celluloid, die over de
geheele wereld door de projectieapparaten
suizen. Veel van deze reüquieën staan nog
overeind en bij een wandeling over de ter
reinen van de Metro studio's te Hollywood
doemen voor de bezoekers de visioenen van
roemrijke verledens op.
Een van de bekendste is waarschijnlijk
wel de straat van De Groote Parade. Dezelf
de oude huisjes, kleine winkeltjes en tuintjes
kan men nog zien. Dit was de straat waarin
Renée Adorée achter de vrachtauto aanliep
die John Gilbert naar het front bracht.
Hocg in de lucht verheffen zich de rotsen
rondom het dal der melaatschen uit den tijd
van Ben Hur. Zij doen ons denken aan die
film waarin Ramon Novarro de eerste groote
triomfen van zijn loopbaan vierde. Deze
rotsen, waartusschen de Romeinen ae be
smettelijke zieken opsloten, hebben later nog
dienst gedaan voor het olifantenkerkhof in
de groote Tarzan-film.
Aan de andere zijde van „Browning
River", de rivier, waarvan nu slechts een
bedding van zand over is, genoemd naar
Tod Browning, den regisseur, die medewerkte
aan de eerste groote film van Lon Ohaney,
vindt men Chinatown. De Chineesche stad
werd gebouwd voor „De weg naar Singapore"
een van Lon Chaneys bekende films. Het
geheel maakt den indruk of de Oostersche
stad ingesluimerd is.
Uitgesleten steenen-trappen, groen van
ouderdom, vormen den ingang van een
kasteel, waar de belangrijkste deelen dei-
handeling van de verfilming van Elinor
Glyn's bekends boek „Tree weeks", plaats
vond. Deze zelfde trappen vormden voor
Conrad Nagel en Aileen Pringle de eerste
treden op de ladder van het succes.
En iets verder vindt men de „Poppy Dance
Hall", een ruw houten gebouw. Hier verfilm
de men gedeelten voor „Goud", een van de
eerste films van den regisseur Clarence
Brown. Hier speelden Dolores Del Rio en
Harry Carey in deze film, die de aandacht
op hun spel vestigde.
Nog een eindje verder vindt men de oude
poort, die toegang gaf tot de woning van
Mimi, de heldin van La Bohème. Door deze
poort liepen John Gilbert en Lilian Gish.
Deze stukken bouwwerk zijn' rehqnieën
uit een tijd, lang geleden, maar als zij
konden spreken, welk een interessante ge
luidsfilms zou men dan van hen kunnen
vervaardigen!
EEN BEZOEK BIJ GITTA ALPAR.
Het spreekt wel van zelf dat een zangeres
van een reputatie als Gitta Alpar door de
journalisten niet met rust gelaten wordt cn
een Berlijnsch journalist geeft het volgende
verhaal van een poging enkele biographische
bijzonderheden van de beroemde zangeres te
weten te komen.
Als de begroeting is afgeloopen en wij,
zooals dat gebruikelijk is, onze wederzijdsche
meteorologische kennis hebben gelucht, be
gint zij te vertellen:
„Mijn vader was...."
Er wordt geklopt.
„Mevrouw, de chauffeur vraagt of hij de
koffer naar het theater brengen zal".
„Natuurlijk".
„Mijn vader was koordirigent van de sy
nagoge in Budapest. Ik zelf...."
Er wordt geklopt
„De kapper en de naaister zijn er. Denkt
u er om dat u de japon nog moet passen
voor de galavoorstelling van vanavond?"
„Straks. Laten ze maar wachten".
„Ik was.... ja. waar was ik ook weer ge
bleven? O ja, ik wilde u vertellen, dat ik uit
een muzikale familie kom. Mijn broers zijn
ook.
Er wordt geklopt.
„Regisseur Frölich laat vragen of de lezing
van de rollen op half zeven bepaald blijft
Het is dringend zegt ie
„Ja dat blijft zoo"en tegen mij: „het
is voor de eerste maal dat ik film en vandaag
hebben wij regievergadering.
Ja mijn broers zijn ook musici. De eene,
Tibor, is dirigent en de andere heeft een jazz
band en heet Johann Alpar Toen ik veertien
jaar was
Er wordt geklopt
„Mevrouw uw advocaat is aan de telefoon.
Hij moet u dringend spreken".
,U neemt me niet kwalijk?Over een
minuut ben ik weer bij u".
Als zij na een kwartier weer tegenover mij
zit hoor ik, dat Gitta op tienjarigen leeftijd
eigenlijk zoo'n beetje voor de grap, op een
kinderpartijtje gezongen heeft.
Toevallig was er ook een zangleerares aan
wezig, die ondanks het feit, dat de kleine
Gitta op een primitieve, kinderlijke en on
geschoolde manier zorg. over de prestaties
van het meisje ten zeerste verbaasd was. Nog
denzelfden avond sprak de leerares met den
vader van Gitta en reeds den volgenden dag
werd met de lessen begonnen. Op zeer jeug
digen leeftijd werd Gitta op het conservato
rium geplaatst.
Nu is het de gewoonte in Budapest, dat
zeer begaafde leerlingen reeds in hun studie
tijd twee avonden per jaar in de opera op
treden om aan het publiek te leeren wennen
en het publiek de gelegenheid te geven de
jonge talenten te leeren kennen.
Hierdoor was het mogelijk, dat Gitta Alpar
op 1 Juli 1924 voor de eerste maal als Gilda
in „Rigoletto' optrad en met succes. Van,
dien dag af was Gitta in Budapest bekend.
Zij kreeg dadelijk een contract aan de opera
en zooals het in de romans maar ook wel
eens in werkelijkheid gaat, werd de ver
tolkster van de hoofdrol ziek en Gitta, die de
rol toevallig kort te voren bestudeerd had,
moest voor haar collega invallen.
Nu ging het langzaam crescendo. Nadat
zij herhaalde malen in concertzalen was op
getreden, kwam zij aan de Berlijnsche Staats
opera, waar zij als gast in „Traviata" optrad.
Vervolgens ging zij naar de operette over.
Daarna trad zij met enormen bijval samen
met Richard Tauber in het Metropoltheater
op in „Veilchen von Montmartre". Ook speel
de ze de titelrol in Madame Dubarry.
Zoo mogelijk nog grooter was haar succes
in de operette „Schön ist die Welt", waarin
zij eveneens met Tauber optrad.
Door Christoph Mülleneisen zijn Gitta's
filmtalenten ontdekt en onder regie van Carl
Froelich speelde ze haar eerste film Gitta
entdeckt ihr Herz, waarin Gustav Fröhlich
haar tegenspeler was. Op den dag van de
première huwden Gitta en Gustav met elkan
der.
STUDIO-SNUFJES.
Tibor von Halmay, die in Gitta ontdect
ihr Herz optreedt, was Boedapester cava-
lerie-officier vóór de revolutie. Eenigen tijd
daarna dook in een operebtebheater een
slanke jongeman op, als danser en acteur.
Zijn eerste groote rol speelde hij met Lilian
Harvey in Zwei Herzen uhd ein Schlag,
zoowel voor de Duitsche als Fransche versie.
Ook in Liebescommando speelde hij o.a.
Een authentieke IJszee-orkaan is in Holly
wood aangekomen, Het loeien van een orkaan
snelheid van honderd mijl per uur, verge
zeld van het kraken van ijsbergen werd op
een filmrol van driehonderd meter toegezon
den door de Metro-expeditie, onder leiding
van W. S, Van Dijke, die in het hooge Noor
den opnemingen maakt voor de verfilming
van het boek Eskimo van Peter Freuchen.
Ann Harding is door Metro geleend van
RKO om de hoofdrol te vervullen in de
film When Ladies Meet, onder regie van
Harry Beaumont.
Tusschen twee opnemingen waren Stan
Laurel en Oliver Hardy verdiept in een
spelletje kaart. Zij hadden geen afspraak
gemaakt omtrent den inzet. Toen het spel
letje afgeloopen was, zei Laurel, die gewon
nen had: „Nu ben je me tweehonderd
dollar schuldig!"
„Wacht even", wierp Hardy tegen, „je hebt
niet gezegd, dat wij om geld speelden".
„Wel', antwoordde Laurel met een ernstig
gezicht, „ik wist niet, dat ik winnen zou".
Oliver Hardy, geboren in Atlanta (Ameri
ka) begon reeds op 7-jarigen leeftijd zijn
loopbaan als „jongens-sopraan" bij de
Corburn Minstrels. Later kwam hij aan het
variété, waar hij in allerlei nummers met
vele partners optrad. In 1913 speelde hij
voor 't eerst voor de film in 'n komisch!
twee-actertje. Vijf jaar lang vormde hij een
combinatie met Larry Semon, toen kwam
hij bij Hal Roach, waar hij nog steeds onder
werkt. Als Olivero Hardio zal hij spelen met
Staunio Laurelo in de film Fra Diavolo.
Stan Laurel en Oliver Hardy.
Stan Laurel stamt uit een Engelsche fa
milie. die nauwe relaties met variété enl
tooneel had: z'n vader was eigenaar van
ettelijke theaters en zijn moeder was de
actrice Madge Metcalf.
Op 11-jarigen leeftijd speelde hij In kin-
der tooneelstukjes, 3 jaar later begon hij
met een komisch variéténummer, de operette
volgde en daarna kwam hij bij Fred Kamo's
Theatrical Company, waaraan ook Charlie
Chaplin (toen nog Chapman geheet en) ver
bonden was. Samen gingen ze naar Amerika.
Pas in 1917 kwam Laurel bij de film bij
Vil a graph, waarvan Hal Roach, die de ko
mische films van de Metro verzorgt, hem
overnam. Sinds dien spelen Stan en „Olly"
altijd samen.