HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. BRIEVEN VAN EEN CONTROLEUR B.B. Van alles en nog wat. UIT DE WERELD VAN DE FILM. Hoe het eens was. Hoe hei geworden is. Ov.de Kruisbrug bij het Zieke. Met verlof naar Java. Dezen keer heb ik eigenlijk weinig te schrijven want er hebben zich geen bijzon dere gebeurtenissen voorgedaan. Gisteren avond gingen we in de auto nog even een luchtje scheppen om bij maneschijn de zee te zien. Dat is een bezigheid waar je hier haast niet genoeg van kan krijgen, misschien om dat de zee onze heen- en terugweg is, mis schien ook om te zien of er toevallig een schip langs zou komen, een extra-boot met post. Maar wel kan ik U nog een paar aardige dagen vertellen uit ons korte Javaverlof dat pas achter ons ligt en dat we in hoofdzaak in Batavia en omgeving doorbrachten. Zoo waren we o.a. met nog een paar luidjes een wandeling in het Buitenzorgsche gaan maken naar een gekanaliseerd riviertje, dat veel doet denken aan de Hollandsche Vecht en daarom vooral door nieuwelingen veel bezocht wordt. Je ondergaat er werkelijk eenigszins de sen satie van een Hollandsch landschap omdat er langs het water een rij hooge boomen staat en omdat je in de rivier zelf geen groote keien ziet liggen, wat bij de meeste rivieren op Java wel het geval is. Op onze wandeling begon het te regenen, een echte Hollandsche buit, waarmee we in deze om geving erg in onzen schik hadden moeten zijn. Maar dat waren we pas toen we na een looppas een kampong bereikten en we onder een luifel van een Chineesche toko een veilige schuilplaats hadden gevonden. Het winkeltje was gesloten, maar daarvoor zat op zijn hurken een vruchtenkoopman, die zijn pikolan van zijn schouders had genomen en de twee manden naast zich had neer gezet, vol met prachtige mangga's, dat zijn heerlijke vruchten, waar je den eersten keer een beetje aan wennen moet, omdat ze je doen denken aan paardepeen gedrenkt in terpentijn. De vruchtenkoopman keek wel een beetje verdacht naar de lange Europeanen, maar bleef verder voor zich staren in een rust die men den Inlander kan benijden. Wij waren minder rustig en een dames toonde al gauw haar energie door op ver kenning uit te gaan. Ze liep dus onder den luifel door en keek eens om het hoekje van het huis, begon een beetje geheimzinnig te lachen en wenkte ons om ook eens te komen kijken. We gaven daaraan gehoor en wat we zagen was werkelijk vermakelijk. Vlak om den hoek stond een bijna naakte Samuel Pickwick, een Inlander, vet en mollig, met over zijn zwembroek overblousend buikje. Armen, handjes en beenen, alles naar pro portie. Terwijl we met elkaar een beetje stonden te giechelen, verscheen om den hoek in eens de man over wlen we ons zoo hadden ver maakt. Maar onze lach bestierf, want hij had een geopend mes in zijn hand, waarmee hij recht op een der dames afkwam, als maar starende. We stonden eigenlijk allen aan den grond genageld, maar vdkomen gereed om ln een seconde toe te springen, op het mo ment dat hij zou willen toesteken uit wraak over de beleediging die we hem, door te lachen, ongetwijfeld hadden aangedaan. Maarhij liep statig voorbij naar den handelaar in fruit om zijn honger te stillen! Toen hij weer langs ons kwam konden we weer een beetje lachen en nog stonden we 't geval te bespreken, toen hij weer om den hoek kwam, maar nu in een groenig jacket en met een stoel voor de njonja, die door dat' lange staan wel eens moe zou kunnen worden. We dankten hem zeer. Even later kwam hij weer terug, nu met een broek aan en nc>j een stoel ln de hand. Voor den toean, voor het geval ook hem de inspanning te zwaar zou vallen. En daarna kwam zoowaar hot vriendelijke dikkertje voor den derden keer en daarna met zijn laatsten stoel, waar mede zijn stoeleninvontarls zeker was uit geput en hij het noodig achtte om met den derden heer die nu maar moest staan, een praatje te maken of beter gezegd zijn ver ontschuldigingen aan te bieden, want als kepala kampong, als burgemeester van het gehucht, zouden we op zijn Hollandsch zeg gen, voelde hil tekort te zijn geschoten in het waarnemen der honneurs Later zeiden we nog tegen elkaar: gesteld dat we een van allen ons niet volkomen hadden beheerscht en den man aangegrepen, zou er dan geen opstand in het dorp gekomen zijn, ontstaan door een eenvoudig misverstand? Voor ons interessanter waren de dagen die we in Bandoeng hebben doorgebracht van waaruit we een paar prachtige tochten heb ben gemaakt. We gingen Vrijdagsmorgens om 7 uur met de auto weg, reden over de Pocn- tjak naar Bandoeng en waren daar om half twaalf. Daar wc den volgenden morgen naai den krater van de Tankoeban Prauw wilden, leek het ons het beste om te Lembang te overnachten, maar onderweg kregen we ge weldige stortbuien en toen we in Lembang arriveerden, was het een ware wolkbreuk. We informeerden nog even naar prijzen in het hotel „Lembang", maar dat was ons veel te duur, dus reden we terug naar Bandoeng en kwamen terecht in Hotel Rustoord tus- schen Tiimani en Bandoeng, een heel ge schikt. landelijk hotel, met grooten tuin en eigen zwembadje. Het regende verder den hooien dag pijpestcelen. ook 's nachts zoodat we al banc waren dat onze tocht in duigen zou vallen. Maar gelukkig was het 's morgens om half zes droog en vrij helder. We pakten ons flink warm in, want we moesten in dit vroege morgenuur tot 2000 M. stijgen. Het was donker toen we weggingen maar halver wege Lembang werd het lichter en kregen we een schitterend panorama van alle bergen rondom de hoogvlakte, waarop Bandoeng ligt met wolken en zeeën er tusschen. Tegenwoor dig kun je met de auto heelemaal op den top van de Prauw komen, tot den rand van den krater, wat vroeger niet het geval was. Het was een schitterende weg door het bosch, maar ijskoud, we zaten gewoon te bibberen! Het uitzicht boven was overweldigend mooi. al die toppen uit de nevels oprijzend en heel in de verte de zee! De krater zelf was ook heel indrukwekkend hoewel we den Bromo indertijd mooier vonden, maar die werkt ook nog eenigszins. Je zag hier een kratermeertje heel in de diepte maar niet borrelend en rookend zooals in den Bromo. We konden een heel eind om den krater heenloopen, ge deeltelijk over een smallen rand van lava- gruis gedeeltelijk door bosch; we liepen voorzichtig want links was de eenige honder den meters diepe krater en rechts liep het lavagruis glooiend af. Na drie kwartier loo- pen kwamen we aan den overkant van de plek waar onze auto stond die we als een klein stipje zagen. Achter ons was weer een andere krater met een grooter meertje, waar in we de weerspiegeling van de bergen zagen in zeldzaam mooie kleuren, want het sterk- zwavelhoudende water is groen-blauw van kleur. Er waren ook overal z.g. stikvalleien, waarvoor een bordje: „levengevaarlijk" stond. Indertijd zijn daar drie Bandoengsche H.B.S.-jongens verongelukt. Naar één liep een klein weggetje, zoodat je op een soort pla- teautje in de vallei kon kijken. Het was een akelig gezicht, alles grauw wit en allemaal jdroge en d'oode stompen van boomen. De zwavellucht was daar heel sterk. De zon kwam flink door en het werd zelfs in dat vroege morgenuur op flinke hoogte al warm. Om half elf waren we weer in het hotel terug, waar een uitstekend na-ontbijt heer lijk smaakte. Om half twaalf lagen we in het zwembadje en genoten van het lekkere frissche water. Den volgenden morgen weer vroeg opstaan, om haif zeven ontbeten en weer op pad, want we wilden nu den anderen kant uit om den Malabar heen: een tocht van 110 K.M. door de bergen. Eerst leek het erg bewolkt, maar toen we hooger kwamen, werd het steeds helderder. Het was een veel mooiere weg dan naar de Prauw, met prachtige vergezichten op de vlakte, geweldig veel bochten en brug getjes over diepe ravijnen. Door theetuinen kwamen we op Penalengan waar een soort Bungalow bedrijf is, waar je kunt logeeren. Daar ze er veel reclame voor maken en 't niet duur is, wilden we dat meteen"eens bekijken. Het waren allerleukste huisjes van bilik (ge vlochten bamboe) keurig gemeubeld met vaste waschtafel en overal prachtig uitzicht. Je krijgt dan zoo'n huisje met bediening en eten voor f 3—f 5 per dag, dat hangt van de grootte van het huisje af. We maakten nog een fijne wandeling door theetuinen en kinabosch en gingen toen langs een anderen weg terug; een magnifieke rit. gedeeltelijk door bosch dat aan het gebergte in Oost-Java deed denken. We vinden den Oosthoek nog wel mooier en woester, de Preanger iss liefe lijker en door de vele thee-, kina- en rubber ondernemingen minder ongerept, maar het was toch prachtig en we genoten intens, èn van de natuur èn van de zalige temperatuur. En als je dan „beneden" komt is het nog koel want Bandoeng ligt ook al 800 M. hoog, We waren om 12 uur thuis, wel een beetje raar in ons hoofd van alle bochten, die we gemaakt hadden, maar we kropen maar weer gauw in het zwembadje en knapten daar geheel op. Toen een lekkere rijsttafel en om 2 uur gingen we uiterst voldaan huiswaarts over Poerwakarta. DE KENNEMERSTRAAT. Waar nu de Kennemerstraat ls was vroeger, toen de Schotersingel nog niet gegraven was, een deel van den Kruisweg. Het heette daar het Zieke, een stukje landelijke omgeving bij het Stads-Armen- en Ziekenhuis, toen Pest- of Dolhuis. In onzen vorigen Zaterdagavond namen wij een prent van de Kruispoort op,dieons ver strekt was door een belangstellend lezer. Deze schrijft ons nog ter t-oeli'chting: Het plaatje dat ik u toezond getiteld ,.ge- zigt van Haarlem en de Kruispoort vóór de laatste uitlegging", is afkomstig uit het le deel van het werk van C. de Koning: „Tafe reel der stad Haarlem" in 1807 in 4 deelen verschenen bij A. Loosjes Pz. te Haarlem. Onder het plaatje staat: „.Berkheide prinxit' en „de Witt en Visser Bender sc." Het is dus een kopergravure naar een schil derij van Berkheyde (16281698) welke schil derij gemaakt moet zijn kort voor 1677, toen de „nieuwe uitleg" van de stad was ontstaan en de Kennemerpoort in de plaats kwam van de Kruis- en de Janspoort, die resp. in 1686 en 1690 werden gesloopt (zie het boekje van Gonnet „de poorten van Haarlem" in 1913 verschenen bij de Erven Bohn te Haarlem, waarin ook nog een ander prentje van de Kruispoort voorkomt). Wanneer ze onsymmetrisch zijn is de linker kant bevoordeeld boven den rechter. De dieren hebben een neiging om linksch te zijn. De papegaai neemt bijvoorbeeld zijn spijzen aan met den linkerpoot, en de leeuw verscheurt ook bij voorkeur zijn vijanden met den linkerklauw. Mijn moeilijkste oogenblikken door KAYE DON. In 't algemeen gesproken gebeuren Ie dingen bij mo or-races zóó snel, at men de sensa- Le ervan pas later ndergaat. Op het .loment, dat ze .erkelijk gebeuren s de aandacht zoo rak gespannen op .vat te doen staat, :lat er geen tijd is voor iets anders. Mijn grootste •ace-sensatie on derging ik in Ul ster in Augustus '30 bij de R.A.C. Tou rist Trophy Race, toen mijn auto slipte op het vochtige dek van den weg, die te nauw was dan dat ik mijn wagen weer op tijd in mijn macht kon krijgen. De auto sloeg over den kop en raakte in brand, terwijl k er onder bekneld lag! Toe schouwers snelden gelukkig dadelijk te hulp en bevrijdde me. Deze sensatie kostte me ver scheidene gebroken ribben en een gebroken schouderblad, die me dat jaar althans ver hielden van de renbaan als deelnemer. Motorbootraces hebben- me ook meer dan eens een sensatie bezorgd, maar het be- nauwdste oogenblik, dat ik ooit had, was in Detroit verleden September tijdens de tweede heat om de Harmsworth Trophy Race. Mijn Amerikaansche rivaal, Gar Wood, lag voor en bij het nemen van de eerste bocht kreeg de Miss Engeland vuil water. Ik deed nog pogingen om onheil te voorkomen, maai de boot sprong plotseling omhoog en sloeg over den kop. Ik werd tegen het stuurrad gedrukt, maar wist me los te werken onder water en op die wijze op wonderbaarlijke wijze te ont snappen. Als ik het zoo beschouw, dan lijken die sensaties me eigelijk wel te opwindend om gezond te zijn! i INTERESSANTE OPMETINGEN. „Venus van Milo is misvormd". Niemand is volmaakt. Bij den mensch zijn de ledematen bijna nooit van dezelfde lengte. In de meeste gevallen zijn de beenderen van den rech terarm langer dan de overeenkomstige been deren van den linkerarm, met een merkbaar verschil, dat varieert tusschen 8 en 22 milli meter. Meer dan 2 centimeter. Daarom schijnt uw eene mouw langer dan de andere, en toch beweert de kleermaker, dat hij belde mouwen precies gelijk geknipt heeft. De kleermaker heeft hier gelijk maar toch is het zijn schuld, want hij had beide armen moeben meten. Het gelaat ook is onsymmetrisch: de rechterzijde is veel om vangrijker dan de linker. De Venus van Milo zelfs is misvormd, hoe- we! dit een type van schoonheid is. De rechterzijde van den schedel en het rechter - ooge zijn grooter. terwijl het tusch en schot van den neus 7 millimeter naar links af wijkt. De onderste ledematen verhouden zich juist andersom: het linkerbeen is langer en dikwijls sterker dan het rechterbeen. De dieren staan, wat dat betreft, hooger dan wij. Zij zijn veel regelmatiger gebouwd. Regeeren valt niet mee, In het Witte Huis te Washington wordt jaarlijks cloor de afgevaardigden voor 100 dollar hoofdpijntabletten gebruikt. De laat ste maanden is het verbruik stijgende. Steeds zuiniger. De locomotieven van het. meest moderne type verbranden slechts 1 2/3 Eng. ons kolen per mijl. Natuurlijk in Amerika. De grootste eikenboom der wereld bevindt zich bij Chico in Californië. Hij is 105 voet hoog en zijn stam is 29 voet 6 duim in om trek. Er kunnen 10.000 menschen tegelijk onder zijn lommer staan. Alleen voor wiskundigen! Vier vierden zijn een derde grooter dan drie vierden. Terwille van de smeer.... Ten behoeve van staatstabaksregie, heeft de regeering van Joego-Slavië het rookver bod in de bioscooptheaters opgeheven. Treurig. In het jaar 1932 zijn in Duitschland rond 1.2 millioen wissels wegens non-betaling ge protesteerd. Kcllnersplannen. Door de Internationale Hoteliersvereeni- ging is het plan in beraad om de kellners- frak af te schaffen en de practische en zin delijke Russische blouse daarvoor in de plaats te stellen. Dure mist. Een heelen dag mist kost Londen meer dan f 10.000.000. Brand in Londen Het vorige jaar werd de Londensche brand weer 4253 keer opgeroepen. Daarvan was 1964 keer loos alarm en 663 keer kwaadwil ligheid. Een sportief bisschop. De bisschop van Londen is ondanks zijn 75 jaren een enthousiast beoefenaar van ver schillende sporten als: hockey, tennis en vooral niet te vergeten: golf. Waar nu de Kennemerstraat is. RELIQUIEëN OP HET STU DIOTERREIN. Zeer vele groote gebouwen hebben mee geholpen aan het tot standkomen van de films, maar slechts korten tijd had men hen noodig. De herinnering hieraan leeft nog voort op honderden kilometers celluloid, die over de geheele wereld door de projectieapparaten suizen. Veel van deze reüquieën staan nog overeind en bij een wandeling over de ter reinen van de Metro studio's te Hollywood doemen voor de bezoekers de visioenen van roemrijke verledens op. Een van de bekendste is waarschijnlijk wel de straat van De Groote Parade. Dezelf de oude huisjes, kleine winkeltjes en tuintjes kan men nog zien. Dit was de straat waarin Renée Adorée achter de vrachtauto aanliep die John Gilbert naar het front bracht. Hocg in de lucht verheffen zich de rotsen rondom het dal der melaatschen uit den tijd van Ben Hur. Zij doen ons denken aan die film waarin Ramon Novarro de eerste groote triomfen van zijn loopbaan vierde. Deze rotsen, waartusschen de Romeinen ae be smettelijke zieken opsloten, hebben later nog dienst gedaan voor het olifantenkerkhof in de groote Tarzan-film. Aan de andere zijde van „Browning River", de rivier, waarvan nu slechts een bedding van zand over is, genoemd naar Tod Browning, den regisseur, die medewerkte aan de eerste groote film van Lon Ohaney, vindt men Chinatown. De Chineesche stad werd gebouwd voor „De weg naar Singapore" een van Lon Chaneys bekende films. Het geheel maakt den indruk of de Oostersche stad ingesluimerd is. Uitgesleten steenen-trappen, groen van ouderdom, vormen den ingang van een kasteel, waar de belangrijkste deelen dei- handeling van de verfilming van Elinor Glyn's bekends boek „Tree weeks", plaats vond. Deze zelfde trappen vormden voor Conrad Nagel en Aileen Pringle de eerste treden op de ladder van het succes. En iets verder vindt men de „Poppy Dance Hall", een ruw houten gebouw. Hier verfilm de men gedeelten voor „Goud", een van de eerste films van den regisseur Clarence Brown. Hier speelden Dolores Del Rio en Harry Carey in deze film, die de aandacht op hun spel vestigde. Nog een eindje verder vindt men de oude poort, die toegang gaf tot de woning van Mimi, de heldin van La Bohème. Door deze poort liepen John Gilbert en Lilian Gish. Deze stukken bouwwerk zijn' rehqnieën uit een tijd, lang geleden, maar als zij konden spreken, welk een interessante ge luidsfilms zou men dan van hen kunnen vervaardigen! EEN BEZOEK BIJ GITTA ALPAR. Het spreekt wel van zelf dat een zangeres van een reputatie als Gitta Alpar door de journalisten niet met rust gelaten wordt cn een Berlijnsch journalist geeft het volgende verhaal van een poging enkele biographische bijzonderheden van de beroemde zangeres te weten te komen. Als de begroeting is afgeloopen en wij, zooals dat gebruikelijk is, onze wederzijdsche meteorologische kennis hebben gelucht, be gint zij te vertellen: „Mijn vader was...." Er wordt geklopt. „Mevrouw, de chauffeur vraagt of hij de koffer naar het theater brengen zal". „Natuurlijk". „Mijn vader was koordirigent van de sy nagoge in Budapest. Ik zelf...." Er wordt geklopt „De kapper en de naaister zijn er. Denkt u er om dat u de japon nog moet passen voor de galavoorstelling van vanavond?" „Straks. Laten ze maar wachten". „Ik was.... ja. waar was ik ook weer ge bleven? O ja, ik wilde u vertellen, dat ik uit een muzikale familie kom. Mijn broers zijn ook. Er wordt geklopt. „Regisseur Frölich laat vragen of de lezing van de rollen op half zeven bepaald blijft Het is dringend zegt ie „Ja dat blijft zoo"en tegen mij: „het is voor de eerste maal dat ik film en vandaag hebben wij regievergadering. Ja mijn broers zijn ook musici. De eene, Tibor, is dirigent en de andere heeft een jazz band en heet Johann Alpar Toen ik veertien jaar was Er wordt geklopt „Mevrouw uw advocaat is aan de telefoon. Hij moet u dringend spreken". ,U neemt me niet kwalijk?Over een minuut ben ik weer bij u". Als zij na een kwartier weer tegenover mij zit hoor ik, dat Gitta op tienjarigen leeftijd eigenlijk zoo'n beetje voor de grap, op een kinderpartijtje gezongen heeft. Toevallig was er ook een zangleerares aan wezig, die ondanks het feit, dat de kleine Gitta op een primitieve, kinderlijke en on geschoolde manier zorg. over de prestaties van het meisje ten zeerste verbaasd was. Nog denzelfden avond sprak de leerares met den vader van Gitta en reeds den volgenden dag werd met de lessen begonnen. Op zeer jeug digen leeftijd werd Gitta op het conservato rium geplaatst. Nu is het de gewoonte in Budapest, dat zeer begaafde leerlingen reeds in hun studie tijd twee avonden per jaar in de opera op treden om aan het publiek te leeren wennen en het publiek de gelegenheid te geven de jonge talenten te leeren kennen. Hierdoor was het mogelijk, dat Gitta Alpar op 1 Juli 1924 voor de eerste maal als Gilda in „Rigoletto' optrad en met succes. Van, dien dag af was Gitta in Budapest bekend. Zij kreeg dadelijk een contract aan de opera en zooals het in de romans maar ook wel eens in werkelijkheid gaat, werd de ver tolkster van de hoofdrol ziek en Gitta, die de rol toevallig kort te voren bestudeerd had, moest voor haar collega invallen. Nu ging het langzaam crescendo. Nadat zij herhaalde malen in concertzalen was op getreden, kwam zij aan de Berlijnsche Staats opera, waar zij als gast in „Traviata" optrad. Vervolgens ging zij naar de operette over. Daarna trad zij met enormen bijval samen met Richard Tauber in het Metropoltheater op in „Veilchen von Montmartre". Ook speel de ze de titelrol in Madame Dubarry. Zoo mogelijk nog grooter was haar succes in de operette „Schön ist die Welt", waarin zij eveneens met Tauber optrad. Door Christoph Mülleneisen zijn Gitta's filmtalenten ontdekt en onder regie van Carl Froelich speelde ze haar eerste film Gitta entdeckt ihr Herz, waarin Gustav Fröhlich haar tegenspeler was. Op den dag van de première huwden Gitta en Gustav met elkan der. STUDIO-SNUFJES. Tibor von Halmay, die in Gitta ontdect ihr Herz optreedt, was Boedapester cava- lerie-officier vóór de revolutie. Eenigen tijd daarna dook in een operebtebheater een slanke jongeman op, als danser en acteur. Zijn eerste groote rol speelde hij met Lilian Harvey in Zwei Herzen uhd ein Schlag, zoowel voor de Duitsche als Fransche versie. Ook in Liebescommando speelde hij o.a. Een authentieke IJszee-orkaan is in Holly wood aangekomen, Het loeien van een orkaan snelheid van honderd mijl per uur, verge zeld van het kraken van ijsbergen werd op een filmrol van driehonderd meter toegezon den door de Metro-expeditie, onder leiding van W. S, Van Dijke, die in het hooge Noor den opnemingen maakt voor de verfilming van het boek Eskimo van Peter Freuchen. Ann Harding is door Metro geleend van RKO om de hoofdrol te vervullen in de film When Ladies Meet, onder regie van Harry Beaumont. Tusschen twee opnemingen waren Stan Laurel en Oliver Hardy verdiept in een spelletje kaart. Zij hadden geen afspraak gemaakt omtrent den inzet. Toen het spel letje afgeloopen was, zei Laurel, die gewon nen had: „Nu ben je me tweehonderd dollar schuldig!" „Wacht even", wierp Hardy tegen, „je hebt niet gezegd, dat wij om geld speelden". „Wel', antwoordde Laurel met een ernstig gezicht, „ik wist niet, dat ik winnen zou". Oliver Hardy, geboren in Atlanta (Ameri ka) begon reeds op 7-jarigen leeftijd zijn loopbaan als „jongens-sopraan" bij de Corburn Minstrels. Later kwam hij aan het variété, waar hij in allerlei nummers met vele partners optrad. In 1913 speelde hij voor 't eerst voor de film in 'n komisch! twee-actertje. Vijf jaar lang vormde hij een combinatie met Larry Semon, toen kwam hij bij Hal Roach, waar hij nog steeds onder werkt. Als Olivero Hardio zal hij spelen met Staunio Laurelo in de film Fra Diavolo. Stan Laurel en Oliver Hardy. Stan Laurel stamt uit een Engelsche fa milie. die nauwe relaties met variété enl tooneel had: z'n vader was eigenaar van ettelijke theaters en zijn moeder was de actrice Madge Metcalf. Op 11-jarigen leeftijd speelde hij In kin- der tooneelstukjes, 3 jaar later begon hij met een komisch variéténummer, de operette volgde en daarna kwam hij bij Fred Kamo's Theatrical Company, waaraan ook Charlie Chaplin (toen nog Chapman geheet en) ver bonden was. Samen gingen ze naar Amerika. Pas in 1917 kwam Laurel bij de film bij Vil a graph, waarvan Hal Roach, die de ko mische films van de Metro verzorgt, hem overnam. Sinds dien spelen Stan en „Olly" altijd samen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 14