EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. FEUILLETON Uit het Engclsch van JOSEPH HOCKING. (Nadruk verboden.) 45) „Neen, ik ga ineens door naar huis." Endellion steeg af, gaf het paard aan den herbergier en over en vervolgde zijn weg te voet. Na enkele minuten geloope.n te heb ben kwam hij bij een eenzaam graf en in ge dachten verzonken staarde hij naai- het op schrift op de zerk. Hier rust ROBERT GRANVILLE DULVERTON, Overleden 10 Februari 19 in den ouderdom van 28 jaar. Hij stierf met het aangezicht naar het Licht. Endellion zuchtte. Onweerstaanbaar wer den zijn gedachten getrokken naar den dag dat hij Bob Dulverton, zijn sprekend even beeld. hier ter ruste gelegd in vreemden grond. „God voert ons langs wonderbare wegpn peinsde hij. Toen rukte hij zich los uit zijn gedroom en ging naar de herberg terug. „Bent u naar het graf geweest, meneer?' vroeg Aaron op een vertrouwelijkcn toon, die toch ook eerbied inhield. Endellion knikte. - „Alles is sindsdien wel veranderd", praatte Aaron verder. „Er kwam vandaag een reizi ger langs, die van uw redevoering in het parlement vertelde. Hij zei. dat het wel niet lang meer zou duren of u was eerste minis ter, tenminste als de Koning u niet naar En geland haalde, omdat ze in het oude moe derland doodverlegen zijn om een man als u." „Neen hoor; ze hebben mij aan den over kant niet noodig. Aaron" „Des te beter dan. want we zouden u hier niet graag missen. Het is alleen jammer dat u een ding nog mankeert, meneer En dellion". „En dat ls?" „Een vrouw." Er kwam een geforceerd lachje op Endel- lion's gezicht, maar inwendig had hij het gevoel alsof hij een prik met een scherp ge- punten priem had gekregen. „Onzin, kerel", weerde hij af. ..Breng nu mijn paard maar; ik moet verder". Na vele uren rijden bereikte Endellion een hecht- en fraai-gebouwd, tegelijk statig en gezellig uitziend huis. Het deed In zijn stijl denken aan het heerenhuis op een Engelsch landgoed, ofschoon het de geheimzinnige sfeer, die slechts de eeuwen om een gebouw kunnen tooveren. miste. Het lag op een heu vel. omgeven door een hoog-opgaand ge boomte. terwijl door de vallei beneden zich een helder stroompje slingerde. Ook de prachtig-aangelegde tuinen zou met eerder in Engeland verwacht hebben dan in de bin nenlanden van Australië. Aan de overzijde van het riviertje, een eind stroomopwaarts en met den anderen oever verbonden cloor een {schilderachtig bruggetje, lag een wel varend dorp. Een bediende nam zijn paard aan en Endellion liep langzaam naar den hoofdingang. Een heerlijk panorama strekte zich voor hem uit: honderden bunders met wuivend, goudgeel koren en onmetelijke uit gestrektheden weidegrond. „Enkele jaren geleden was dit haast aUe- maal'nog wildernis", overdacht hij, ,„ën nu is het. zoo mooi en welverzorgd als een En gelsch graafschap!" De zon naderde de kim: over een half uur zou het donker zijn. Hij had kilometer na kilometer gereden sinds hij uit den trein was gestapt., maar toch ging hy niet direct in huis. „Tien jaar. en nooit een levensteeken geen woord" zette de loop van zijn gepeinzen zich voort in den weemoed van den sche merenden avond. ..Tien lange jaren weer in ballingschap: levend op de herinnering aan twee gelukkige dagen: een herinnering die iedere nieuwe voldoening bederft, iedere mo gelijkheid tot nieuw geluk beneemt...." „Meneer „Ik kon direct, juffrouw Bray, laat u mij nu alstublieft even met rust". Zijn stem klonk Hongeduldig, geprikkeld bijna en de vrouw, die haar meester had zien naderen en hem blijkbaar iets te zeggen had, begreep dat hij alleen wenschte te zijn. Ze was een dergelijken toon niet van hem ge woon en hasttte zich weg. Hij wandelde den tuin in en spon verder aan zijn gedachten en herinneringen. „Alles hier, zoover het oog reikt en verder, is mijn eigendom. Ik ben een vermogend mansinds mijn terugkomst is alles wat ik aanraakte in goud veranderd. En nu biedt de premier me, als kroon op mijn werk een ministersportefeuille aan. Ik wordt letterlijk overstelpt met succes en eer. Maar welke waarde heeft het voor me? Ja. als.Maar het is nuttelooze zelfkwelling me daarin te verdiepen Toen ik haar mijn bekentenis deede keek ze met onuitsprekelijke afschuw naar mij. Het was werkelijk ook niet te ver wonderenikik Hij schokte met de schouders als om de martelende herinnering van zich af te wer pen. „Toch was het de eenige weg", hervatte hij na eenige oogenblikker. zijn zelfontleding, natuurlijke reactie op zijn parlementaire glorie van eenige dagen geleden, „de eenige weg voor iemand, die zijn laatste restje ge weten nog niet verloren had. Trouwens, alles wat ik ben, wat ik bezit, ben ik aan haar ver schuldigd. De herinnering aan haar heeft mij van het kwaad teruggehouden en mij geïnspireerd bij alles wat ik deed. Waar zou ze nu zijn? Getrouwd natuurlijkWat heb ik anders te verwachten, maar het is hard. hard Een snik wrong zich uit zijn keel los. „Waarom moet ik altijd aan haar den tenwaarom kan ik haar niet uit mijn geest bannen, waarom Plotseling was het alsof zijn gedachten af knapten, hij schrok heftig. De gestalte van een vrouw kwam in het schemerdonker op hem tce. Nader en nader kwam zij en hij had een gevoel alsof zijn hart stilstond, terwijl hij met geboeide oogen naar haar keek. Vlak bij hem bleef ze stilstaan. „Is het visioen, is het luchtspiegeling, een wreede spot", hijgde hij, of Hun oogen ontmoetten elkaar; in de hare een wonderwereld van liefde en hoop en stil len eerbiedde zijne, wijd-open van spra- kelooze verbazing en een hunkerend verlan gen. „Miriam!" stamelde hij ten laatste. Zij gaf geen antwoord en hij zag dat ze trilde van emotie. „Miriam!" herhaalde hij. Nog sprak zij niet. Ze scheen te worstelen om woorden te vinden, woorden die niet wil den komen. Maar haar oogen waren gehecht aan zijn gezicht en ze keek hem aan. alsof een vuur haar hart verschroeide. De armen open, deed hij een stap op haar toe en de volgende seconde rustte haar hoofd tegen zijn borst. Het duurde lang eer de stilte verbroken werd. „Dus je hebt me vergeven Mirry?" klonk het eindelijk zacht. „Er is niets wat ik te vergeven hebik hebik heb alleen maar liefde." Opnieuw volgde zwijgen. Wat in hun zielen woelde, ging de macht van woorden te boven. „Hoe heb je ontdekt waar ik was?" vroeg hij toen hij zijn stem terugvond. Het was heelemaal niet wat hij had willen zeggen, maar zooals dikwijls zocht de spanning eener heftige gemoedsbeweging afleiding in een nuchter-zakelijke vraag. „Van het oogenblik af dat je heenging, heb ik alles geprobeerd om je terug te vinden. Uit alle deelen van de wereld hebben we ons couranten laten sturen om na te gaan of je naam daar ook in voorkwam en ongeveer twee maanden geleden zagen we in een Australisch blad dat Mr. Ralph Endellion een vooraanstaand Parlementslid is. En nu zijn we hier", eindigde ze eenvoudig, „net te laat om getuige te zijn geweest van je groot suc ces, waarvan alle couranten hier volstaan. Eenmaal in Australië was het natuurlijk niet moeilijk de adres te weten te komen." „Je zegt: wij?" „Ja. vader is bij me." Het was nu heeiemaa! donker geworden ..We moesten maar naar binnen gaan •lelde hij voor en verloren in een eer.zaam- hej£ van den mjlden avond, te gelukkig om veel meer te zeggen dan af en toe een enkel woord, liepen ze op het huis toe, Mr. Donni- thorne kwam hen tegemoet, maar ook deze spraakzame, joviale man was het eerste mo ment niet in staat zijn gevoelens uit te spre ken. Zwijgend en ontroerd hielden Endel lion en hij eikaars hand in stevigen greep. „Kerel", bracht de jonker na een poosje met voorgewende bruuskheid uit, „je ziet er stukken beter uit dan ik had durven ho pen. Als je eens wist hoe deksels blij ik ben je weer te zien." Geen zweem van boosheid, geen woord van verwijt. En alles wat Endellion stamelen kon: „Ik heb mijn best gedaan om het onrecht te herstellen, om boete te doen,..." Ze bleven praten tot diep in den nacht, maar wat zij zeiden was niet voor de ooren van de wereld. Maar stralend licht scheen in de duisterste schuilhoeken van hun hart, de steenachtige paden waren effen gemaakt, onvoldaanheid en droefenis hadden plaats gemaakt voor blijdschap en hoop. „Dus dit is Miriam's toekomstig tehuis", zei de jonker ten slotte. „Dat is de eenige schaduw op mijn vreug dedat Mirriam's geluk scheiding betee- kend. Ik kan Engeland, kan Donnithome Hall niet opgeveneen ouden boom kun je niet verplanten. Maar" voegde hij er op gewekter aan toe, „je zult zeker wel af en toe naar Devonshire komen. Ralph?" „Ik durf niet. ik mag niet. Om uwentwil en terwille van Miriam mag ik niet. Het was Miriam die het verlossende woord sprak. „Ik heb geen tien jaar gewacht om met een man te trouwen met wien ik mij niet durf vertoonen! Hoe zou ik zoo iemand ooit kunnen respecteeren? Je hebt je schuld be taaldin geld en in arbeid voor je mede- menschenwat je verkeerd gedaan hebt, heb je geboet in hard werk en eenzaam heid. Met den Australischen minister Ralph Endellion naast me, daag ik de wereld uit. de heele domme, bekrompen wereld." En er lichtte een lach in Mirriam Donni- thorne's oogendoor haar tranen heen. EINDE. H. K. H. PRINSES JULIANA heeft Vrijdag een officieus bezoek gebracht aan de Jaarbeurs tc Utrecht, waar dc vorstelijke bezoekster voor de diverse exposities veel belangstelling toonde. HET PALEIS van Prins Leopold aan dc Wilhelmplatz te Berlijn is ingericht als zetel van het Duitsche propaganda- ministerie. NOODGELD IN AMERIKA. In verband met de financicele crisis in dc Vcrccnigdc Staten werd overgegaan tot uit gifte van noodgeld. In dc warenhuizen werd dit als betaalmiddel geaccepteerd. MINISTER MR. 7* TERPSTRA tijdens een rede welke hij Vrijdag hield, bij gelegenheid van de officiecle opening van het nieuwe laboratoriumgebouw der Vrije Universiteit aan de Lairesscstraat te Amsterdam, door Dr. H. Colijn, DE SCHILDERIJ van den Haagscben kunstschilder Willy Fleur, dat op dc tentoonstelling in den kunsthandel KIcykamp te den Haag door H. M. dc Koningin Moeder is aangekocht. DALADIER werd bij zijn aankomst te Geneve door Ramsy Macdonald begroet. leus, daar de hooge invoerrechten alle verkoop naar Duitschland on- -©og^Iijfc; maakt,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 16