LETTEREN EN KUNST
Kunt Ge niet slapen?
AKKER.CACHETS
HANDELSBLAD
JAARBEURS 1933.
CHRISTIAANS'
GOEDERENHANDEL N.V.
HAARLEM'S DACBLAD
VRIJDAG 24 MAART 1933
I
HET TOONEEL.
>,DE HOLLANDERS".
JAN VAN RIEMSDIJK.
Na den tragischen dood van Pisuisse leek
het wel met het cabaret in Holland gedaan te
zijn. Men probeerde het telkens weer met
nieuwe troepjes, maar de ware belangstelling
bij het publiek dat het groote onderscheid
te duidelijk zag ontbrak. In den laatsten
tijd echter is er weer een kleine opbloei van
het cabaret. Louis Davids en zijn kameraden
trekken volle zalen en ook het kwintet van
Jan van Riemsdijk vindt zijn publiek.
Pisuisse was internationaal, Jan van
Riemsdijk daarentegen zoo nationaal als het
maar zijn kan. Hij staat met Zijn voeten in
het Centrum van ons land. midden in de
Veluwc.*Dat echt-Hollandsche is een element
van zijn succes. Maar er is nog een reden,
waarom het publiek hem en zijn troepje zoo
gaarne ziet: het is de opgewektheid, het dui-
delijk-zichtbare pleizier, dat hij zelf in hun
werk hebben. Zoodra Jan van Riemsdijk op
komt met zijn glunder-lachenden snuit on
der dc Veluwsche boerenpet, dan is er de
stemming in de zaal. Hoe kan 'n mensch nog
aan zorgen en akeligheid denken, wanneer
hij zoo'n opgewekten, vroolijken kerel op het
tooneel ziet. Als Van Riemsdijk zijn Veluw
sche grappen vertelt, dan glundert hij zelf
van de pret, wat aanstekelijk werkt op het
publiek. I-Iij zingt zijn liedje met een totale
overgave, hij is er geheel en al „in" en als hij
in zijn uitgelaten boersche vroolijkheid rond
danst op het tooneel, dan komt er ongedwon
gen vroolijkheid ook in de zaal.
Het Is alles zoo opgewekt, jolig, naïef en
ouderwets gezond. Dit is de Iiollandsche
humor van 50 jaar en 25 jaar geleden, maar
ook van het heden, omdat het de nog on
bedorven humor is van het land.
Maar niet alleen Jan van Riemsdijk heeft
die meeslepende opgewektheid en vroolijkheid
li eel zijn troepje maakt den indruk alsof
het louter voor zijn plezier daar op de plan
ken staat. Zij glunderen allen. Hetty Verbeek,
met haar aardig gezicht, Robert Lang
die 100 procent Van Riemsdijk-bloed in bijn
aderen heeft en Hans Snel. Alleen „Moe
der" Van Riemsdijk zit er zoo'n beetje bij,
alsof het haar niet aangaat. Maar de andere
vier?enkel jolijt en vroolijkheid! Geen
zorgen meer in de wereld, man, wij zingen
en dansen hier louter voor ons genoegen.
Maar het meest glunder en zorgeloos kijkt
toch wel Jan onder zijn boerenpet. Hij is
de ziel van het geheel en hij is het vooral
die den lach op de gezichten der menschen
in de zaal toovert.
En in zijn boerencreaties is hij ook wer
kelijk artist. In zijn liedjes, in zijn praatjes
en in zijn spel. Zie hem zoo'n Veluwsch
boertje spelen in dat één bedrijfsstukje „Bij
den Advocaat", dat is voortreffelijk van
typeering en actie. Hij geeft niét een boer,
maar de Veluwsche boer! En wanneer hij
met zijn denkbeeldigen buur over den brand
staat te praten krijgen wij 'n stukje humor,
dat we! door en door Hollandsch is
Artist is hij ook in zijn liedjes Hij weet de
sfeer van dc Veluwsche voor ons op te
tooveren, wanneer hij als de olde Schaper
met zijn hond achter de schapen loopt. En
zijn voordracht van de brandweer is van
zulk een drastische vroolijkheid, dat heel
dc zaal gaat meeleven.
Jan van Riemsdijk is zoo verstandig enkel
nog maar als ,hoer" op te treden. Dan is hij
in zijn element en brengt hij iets heel
eigens en persoonlijks met zich mee op het
tooneel. Robert Lang. Hans Snel en Hetty
Verbeek zorgen voor het aanvullend pro
gramma, dat zooals ook de biljetten ver
meldden niet stopt, dan enkel voor het
kopje koffie van de pauze.
Een onschuldige, gezellige, ouderwetsch-
vroolijke avond, een avond, waarbij je voor
enkele uren eens vergeet, dat de wereld met
oen vervaarlijke en gevaarlijke snelheid
aan het draaien is. Zoo wna", dat is een
verdienste van Jan van Riemv.hjk en zijn
t,0CPie' J. B. SCHUIL.
Voordracht-Matinée.
MARIA WICHELMAN.
Men plaatst ons, critici, dikwijls voor moei
lijke dilemma's. Zoo nu gisteren bij de voor-
drachtmatinée van Maria Wichelman. die
"egeven werd onder auspiciën van de atdee-
ling Haarlem der Nederlandsche Vereemgmg
van Huisvrouwen ten bate van „Maatschap
pelijke Zorg voor Zieken". Voor een liefdadig
doel dus en wel een mij hoogst sympathie»,
doel. Als mensch zou ik niets liever willen dan
enkel goed schrijven over dezen middag,
maar mijn gemoed van criticus komt daar
tegen in opstand. De mantel der liefde dan?
Maar daarvoor zou ik een mantel moeten ge
bruikenzoo breed en ruim, dat hij heel de
Groote Markt bedekte.
En is het wel de bedoeling van Maria
Wichelman, dat wij haar niet beoordeelen en
ons enkel er maar met 'n paar gemeenplaatsen
van afmaken? Lazen wij niet enkele dagen
geleden een uittreksel van een kritiek uit „Het
Vaderland", waaruit wij moesten opmaken,
dat zij als ernstige kunstenares beoordeeld
wil worden? Is de uitnoodiging van de kritiek
daarvan ook niet een bewijs? Zou zij het dus
zelf niet verlangen geheel au sérieux te wor
den genomen? Ik wil dus mijn oordeel eerlijk
neerschrijven, zonder verder aan het liefda
dig doel te denken.
Uit mijn jeugd herinner ik mij van de
Zondagsschool een juffrouw, die ons nu en
dan sprookjes vertelde. Zij deed dat op een
toon, alsof wij nog heel kleine kindertjes
waren en zij zwaaide daarbij wanneer zy
ln vuur geraakte met haar armen als mo
lenwieken in de rondte.
Aan die juffrouw van onze Zondagsschool
moest ik telkens onwillekeurig denken, toen
ik Maria Wichelman het sprookje van den
gelukkigen Prins van Oscar Wilde zag en
li oord e vertellen. Het waren precies dezelfde
wonderlijke en leelijke armbewegingen, het.
was precies dezelfde toon! Ik kreeg heel sterk
het gevoel, alsof ik weer in mijn schoolbankje
zat. en 45 jaar terug leefde.
Ik hield veel van die brave, lieve juffrouw
van onze Zondagsschool, maar ik zou haar
zeker nooit hebben aangeraden om voor groo
te menschen sprookjes te gaan vertellen.
Want ik wist toen al, dat zij het niet mooi
deed. En het irriteerde mij zelfs hevig, dat zij
ons voor zulke heele kleine peuters hield.
Wie Maria Wichelman op dezen gevaarlij
ken weg gevoerd heeft, weet ik niet, maar
het lijkt mij een zeer groote vergissing van
haar in het openbaar op te treden. Zij mist
er alle capaciteiten voor: stem, techniek, plas
tiek, beeldend vermogen, suggestiviteit, in het
kort alles, wat voor declamatie noodig is. Het
is voor een criticus heel pijnlijk dat van een
dame te moeten schrijven, maar het is nog
pijnlijker om het tee re. poëtische sprookje
van Oscar Wilde en het prachtige prozastuk
van Rilke zoo te moeten hooren verknoeien.
Zelfs het mooiste, liefdadige doel is daarvoor
geen excuus.
Ik ben er van overtuigd, dat vele artistieke
krachten te Haarlem bereid zijn even belange
loos een middag of een avond ten bate van
Maatschappelijke Zorg voor Zieken te geven
en dat zij in staat zijn het zoo te doen, dat
het voor ons geen pijnlijke sessie wordt er
naar te luisteren. Ook onze liefdadigheidszin
heeft tenslotte zijn grenzen.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Hindustani-liederen door
Musharaff Khan.
Er bleek voor dezen avond veel meer be
langstelling te bestaan dan men bij het or-
ganiseeren daarvan had verwacht. Steeds
maar werden er stoelen aangedragen, totdat
het zaaltje, dat voor den eeredienst der Soe
fibeweging (Lange Veerstraat 16) den Zon
dagochtend in gebruik is, binnen korten tijd
vol was. In het gedempte licht, waar eenige
Oostersche siervoorwerpen meewerkten om
een rustige stemming te wekken, trad ietwat
over den aangekondigden tijd Musharaff
Khan door dc zaal.naar voren, waar hij in
de Engelsche taal werd welkom geheeten door
een der aanwezige dames, van wie wij verna
men dat Musharaff Khan de broeder is van
den stichter der Soefibeweging.
In de Engelsche taal hield daarop de zan
ger van het Oosten een lezing, waarin hij
wees op overeenkomst en op onderscheid tus-
schen Oostersche en Westersche muziek die
beide afkomstig zijn van het Arische ras. De
theorie der Oostersche muziek moge bekend
zijn aan de musicologen van het Westen,
maar de wijze van uitvoering (het voornaam
ste toch) wordt maar al te zeer over 't hoofd
gezien. Ln de uitvoering is het voornaamste'
onderscheid daarin gelegen, dat in de Ooster
sche muziek het solospel hoofdzaak is, in
tegenstelling met onze massa-uitvoeringen.
I-Iet doel der Oostersche muziek is ook niet
dat der amusementskunst, zij heet bij de
Soefi „Giza-i-ruli", dit is „voedsel voor de
ziel".
Na-nog over de vijf aspecten der Ooster
sche muziek te hebben gesproken, zette Mus
haraff Khan zich neer stemde zijn instru
ment, de Sitar, waarop evenal's op de luit
„Banden" aanwezig waren, die de tonen van
de gamma fixeerden, en ving een preludium
aan op zijn instrument, 't welk blijkbaar ten
doel had om een bepaalde rustige stemming
te wekken en ons vertrouwd te maken met
het toonkarakter der Oostersche muziek.
Naast enkele solovoordrachten voor instru
ment, waren bijna alle stukken van het pro
gramma vocaal, en hier inzonderheid had
den wij gelegenheid, om de eigenaardigheid
dezer muziek, die in hoofdzaak diatonisch is,
maar toch ook opvallende verschillen met
onze muziek heeft, op ons te doen inwerken.
Wij Westerlingen begonnen, zooals begrij
pelijk is, de als bij toeval ontstane harmo
nieën door de bassnaren op zijn Westersch
te hooren, maar kwamen, aldra bedrogen uit,
want waar wij door de melodievorming een
dominantharmonie dachten, kwam een on
derdominant, en zóó herhaaldelijk, dat we
't „harmonisch luisteren" al heel spoedig op
gaven. Toen waren we op den goeden weg.
Wat ons voorts sterk interesseerde, waren
de afwijkingen in afstand der intervallen
tusschen Oostersche en Westersche muziek.
Als wij die intervallen noemen met de na
men do, re, mi, fa, sol, la, si, (de Oostersche
luiden anders, maar dat doet hier niet ter
zake), dan zijn er in de Oostersche muziek
intervallen, die grooter zijn (hooger klinken)
dan bij ons, vooral do, re en sol, la. Ook de
kwint is iets hooger, doch dit is niet opval
lend. De oorzaak van dit onderscheid zit in
de verdeeling van 't octaaf. Wij zijn gewoon
geworden (door piano en orgel) aan een ver-
deeling in twaalf afstanden; de Oostersche
muziek heeft er twee en twintig. Van deze
„shruti's" nu heeft do, re er vier, re, mi (ook
een „heele toon") drie, de halve toon mi, fa
twee. Onze „halve tonen" bestaan daar niet,
ze zijn veeleer derde-tonen, en wel 2.
Nu was een der grootste bekoringen, dat
de fijngestemde zanger Musharaff Khan die
subtiele verschillen zoo schoon wist weer te
geven. In de meiismen (die sterk doen den
ken aan die van het Gregoriaansch) waren
stijgende figuren die dadelijk daarop bij da
ling een fijn onderscheid in toonhoogte aan
wezen. Daar ook de sfeer van het gezongen
lied, zelfs waar dit niet zuiver geestelijk van
inhoud was (zooals „Zang van den worden
den dageraad", of „Zang van de Lente"), al
tijd een droomend karakter heeft, was die
geheel andere stemming van de toonschaal
een reden te meer, om het gezongen en ge
speelde lied voor ons Westersch aanvoelen,
heel bijzonder te doen zijn.
Van Tagore bestaat een werk „Hindu mu
sic from varions authors", in Westersche no-
teering. Ook Chrysander schreef in de „Alge-
meine Musikzeitung". Een gesloten boek be
hoeft ons de Oostersche muziek dus niet ge
heel en al te zijn, en wanneer gelegenheden
als deze. om Musharaff Khan te hooren, voor
ons openstaan, moeten wij daarvan gebruik
maken.
In de oefeningen der Soefi's neemt de mu
ziek de tweede plaats in. Zij zijn van oordeel
dat zij harmonie schept in de innerlijke en
uiterlijke wereld, en eeuwigen vrede brengt.
Zeker is het, dat Musharaff Khan ons
bracht, al kon het slechts kort duren, ver
van deze verdwaasde wereld, naar oorden
van geestelijke bevrijding. Dat hij dit be
werkte met zulke uiterst sobere middelen,
moge als krachtig pleidooi gelden voor de
werking der Oostersche muziek.
G. J. KALT.
Neem dan voor 'l naar bed gaan,
eens zoo'n "AKKERTJE" en slaap
heerlijk rusiig en fijn door die
Volgent receot -on Apotheker Dumont
"AKKERTJES"
(Adv. Ingez. Med.)
Het Romantische lied.
Donderdagavond was ik in de gelegenheid
een der avonden van den Duitschen cursus,
dien de heer G. K. W. Bakker, leeraar aan de
H. B. S. A alhier, voor de Haarlemsche Volks
universiteit geeft, bij te wonen. In dezen
cursus wordt dit jaar het Duitsche lied be
handeld; de Romantiek was Donderdagavond
aan de beurt en twee harer voornaamste fi
guren n.l. de dichter Heinrich Heine en de
componist Robert Schumann waren in 't
bijzonder als haar vertegenwoordigers geko
zen.
De docent begon met een uiteenzetting van
wat men onder „Romantiek" verstaat. De
rom. school moet wat Duitschland betreft,
beschouwd worden als reactie tegen het ra
tionalisme (het overwegen van het verstan
delijke), maar ook tegen het te koele classi-
sisme van Goethe en Schiller. Maar in alge-
meen-Europeeschen zin was de rom. een in
Frankrijk met Rousseau begonnen strooming.
die bevrijding van de uitingsvormen van
het gevoel uit de banden der traditie ten
doel had.
Eigenlijk was de „Sturm und Drang"-periode
van Goethe en Schiller reeds een verschijnsel
der rom.. maar beiden zwenkten later. Eigen
lijk is in de meest uiteenloopende tijden
kunst geproduceerd die de kenmerken der
rom. droeg en ook heden ten dage komt dat
nog voor. Als definitie in ruimeren zin
kan men rom. tegenover realisme stellen. De
werkelijkheid stoot de romantici af: zij
vluchten naar een wereld die hun verbeel
ding schept, en wier uitbeelding voor den
romantischen dichter hoofdzaak wordt. Zijn
eigen persoon wordt dus middelpunt (sub
jectivisme). De romanticus ontwijkt de rea
liteit, de alledaagsche beroepsplichten; hij
is onmaatschappelijk, loopt gaarne ledig,
zwerft rond om nieuwe indrukken, die stem
mingen kweeken, te verzamelen. Hij voelt zich
aangetrokken tot vreemde landen, vreemde
kunst. Hij wordt een Bohémien. Maar zijn
zelfverwennerij kweekt geen zelftucht: in
zijn leven en werk ontbreekt de ordenende
rol van het verstand. Dus zijn de rom. dich
ters echte lyrici.
Voor de Duitschers waren de tijden der
rom. niet bemoedigend. Napoleon over-
heerschte. De filosofie van Kant, die de
naieve realiteit kritiseerde werkte mede be
vorderlijk voor de rom. die de werkelijkheid
wil ontvluchten. Maar met al hun irrealiteit
waren de rom. toch niet gelukkig, 't Ongestil
de verlangen, de „Sehnsucht" kenmerkt hen.
Zij troostten zich door van de eene stemming
in de andere te vervallen. De „romantische
ironie" is bij Heine bijzonder sterk. Een ty
pische trek is hun voorkeur voor de Middel
eeuwen met haar eenheid van geestelijk le
ven, in 't middelpunt waarvan als beheer-
schende factor de godsdienst stond; typisch
zijn hun Weltschmerz, en daartegenover
hun cultiveering van liet volkslied (b.v. Ar-
nim en Brentano: „Des Khaben Wuncler-
horn").
Heinrich Heine was hyper-subjectief. Zijn
korte 4-regelige strofen ontleende hij aan
het volkslied, maar om zijn gecompliceerd
gevoel daarin onder te brengen moest de
eenvoud van het volkslied bij H. tot raffine
ment worden. Zijn speelsch vernuft heeft
een groote beteekenis in zijn poëzie. Hij is
in vele opzichten nog modern. Zijn „Buch
der Lieaer" wordt geacht aan de Duitsche
poezië ruggegraat te hebben gegeven. Het
beschrijft zijn liefde voor zijn nicht Amalia
Heine.
Heine's „Dichterliebe" is door Robert Schu
mann gecomponeerd. Ook Schumann was
volbloed-romanticus, daarbij behalve musi
cus ontwikkeld litterator, bijzonder geschikt
om gedichten aan te voelen, kieskeuriger dan
Schubert, wat de teksten betreft, maar min
der krachtig, sentimenteeler. Zijn liederen
zijn steeds „doorgecomponeerd", dus niet in
strofen gescheiden. De klavierbegeleiding is
bij hem nog zelfstandiger dan bij Schubert.
Na een korte pauze volgde de vertolking
van den cyclus „Dichterliebe" door den
heer Bakker met mej. Wijn aan de piano. De
heer Bakker, die in het bezit is van een wel
luidende en goedgecultiveerde barytonstem
wist aldus een muzikale illustratie te geven,
die de beteekenis van het gesprokene aan
merkelijk verduidelijkte.
Cursussen als deze verdienen in hooge
mate de belangstelling van hen die voor mu
ziek en poëzie gevoelig zijn. En de gevoe
ligheid en de belangstelling voor deze kun
sten groeit eigenlijk voortdurend met 't vol
gen van voordrachten, die het kenmerkende
zoo helder toelichten. Zij vormen ook een
heilzaam tegenwicht tegen de artistieke ver
wording die uit de jazz en een deel der film
romantiek resulteert.
K. DE JONG.
UITGAAN.
Zondag 26 Maart wordt voor 't eerst in
Haarlem in de Gem. Concertzaal opge
voerd de revue „Dalles is Troef", met mede
werking van de bekende drie revuekomieken
Michel Swaap, Maupie de Vries en Bolletje.
Als commère mevr. Jeannette de Vries. Ver
der werken de Dallare girls mede.
Deze revue wordt nog heden in Amsterdam
voor uitverkochte zalen opgevoerd.
zijn kleine ADVERTENTIES
a 11.in het
Bijkantoor Haarlem en Omstreken
TEMPELIERSSTRAAT 32
Een kleine advertentie in het Handelsblad,
waardoor die verbinding op de beste wijze
tot stand wordt gebracht. Want de lezers
van het Handelsblad vormen een grooten en
koopkrachtige» kring van belangstellenden.
VOETBAL.
ZATERDAGMIDDAGCOMPETITIE.
De voor j.l. Zaterdag vastgestelde ontmoe
tingen konden wegens den zwaren regen
val geen doorgang vinden.
Voor Zaterdag is het volgende program
ma samengesteld:
Afdeeling A:
Kennemerland L—Tweede Jeugd
Ulysses—V. V. IJ.
Z. S. V.—Tramvogels.
Afdeeling B:
V. V. IJ. 2—Ijskegels.
Kennemerland 2Ulysses 3.
Afdeeling C:
V.V.IJ. 3—V. V. R. A.
Wanneer Kennemerland volledig ver
schijnt, geven wij dit elftal een goede kans
tegen Tweede Jeugd.
Ulysses, dat op eigen terrein nog geen
wedstrijd heeft gewonnen, ontvangt het
sterke V.V.LJ.; ongetwijfeld gaan de be
zoekers met beide punten strijken.
Z. S. V. achten wij sterker dan Tram
vogels.
STORMVOGELS—V. U. C.
Waarschijnlijk komt Stormvogels volledig
uit, dus met:
De Waard,
Haak, Koster,
Fijen, Prins, v. d. Velde,
Van der Steen, Groeneveld, Schoorl,
Van Rooden, De Waard.
ZEEBURGIA 2— STORMVOGELS 2.
Stormvogels ikomt als volgt in het veld:
Wagenaar.
Jongsma, v. d. Steen.
Spruyt. Zwaan, Verzijlbergh,
Klau, v. Pel, Spruyt, Effern, de Jonge.
HERMES-D. V. S.—V. S. V.
V. S. V. vertrekt als volgt:
Van der Wint.
Van Zutfen, Van der Griendt,
Den Boer. Heijermans Sr., Heijermans Jr.,
De Wolf Jr., Van Osch, De Wolff Sr.,
De Koning, Hillekamp.
H. B. S.—R. C. H.
R.C.H. verschijnt als volgt:
Kos
Krom, Prevost Sr., K
Geutskens, Ruis, Prevost Jr.,
Hanse, Haukes, Martin, Verkerk, Paape.
WEST-FRISIA II—R.C.H. II
R.CK. n heeft het volgende elftal:
Schuurman,
v. Thiel, Kors,
Hessels, Berg, Walewijn,
v. d. Werve, Kok, Ruijgrok, de Geus, Meijer.
BLOEMEND AALBAARN.
De opstelling van het elftal van Bloemen-
daal is als volgt:
Hoiismans,
Jonkergauw C. Bakker,
Immer, Beijk, Parson,
F. Bakker, De Bock, Röbken, Van Gelder,
Strik.
ALCM. VICTRIX—E. D. O.
Het E.D.O.-elftal heeft de volgende opstel
ling:
Van Roon,
G. Zandstra, C. v. d. Kuyl,
Jansen, Dinkla, Oomen,
Perukel Sr., Koene Jr., Goemaat,
Perukel Jr., Koene Sr.
E.D.O. n—AJAX II.
E.D.O. II komt als volgt uit;
De. Waard,
J. Steffen's, Van Weeren,
N. N., Vreenegoor, Van Esch,
C. Bruin, Van Geemen, N. N.,
Calland, Schumacher.
DAMMEN.
OM NEERLAND'S DAMSUPREMATTE.
Zondag a.s. is het voor de Haarlemsche
damsport een zeer belangrijke dag. Dan
worden te Amsterdam de twee laatste ronden
gespeeld van den wedstrijd om het persoon
lijk damkampioenschap van Nederland; op
dezen laatsten wedstrijddag zal hoogstwaar
schijnlijk de beslissing vallen of de hoogste
eeretitel, die voor een Nederlandschen dam
speler te behalen valt, voor het eerst in de
geschiedenis der Nederlandsche dambeweging
naar Haarlem zal gaan. De Haarlemmer P. J.
van Dartelen heeft al van het begin van dit
sterk bezette toumooi af de leiding, doch
heeft nog twee zware concurrenten in den
titelhouder J. H. Vos en den kampioen van
Amsterdam F. Raman.
Van Dartelen heeft momenteel 10 punten
uit 7 partijen; Raman 9 punten uit 6 par
tijen en Vos 6 punten uit 5 partijen. Van
Dartelen moet Zondag a.s. nog spelen tegen
De Graag en Polman, terwijl Raman nog
spelen moet tegen Kalden en De Graag.
Het zal dan ook Zondag a.s. in Amsterdam
geducht spannen.
(Adv. Ingez. Med.).
DAMES-HOCKEY.
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG.
A.s. Zondag speelt het Nederlandsche B-
elftal. te Keulen tegen het West-Duitsche B-
elftal. Voor de samenstelling van het B-elftal
had eerst in Amsterdam Woensdag j.l. nog
een oefenwedstrijd plaats tegen een Am-
sterdamsch heeren-Junioren elftal, dat de
dames versloeg met 10. Het doelpunt werd
gemaakt na een corner, toen de bal via een
der speelsters van richting veranderde, en
achter de doellijn verdween.
Het resultaat was, dat het volgende elftal
Zondag den strijd zal gaan aanbinden.
Doel: Andreas (B.D.H.C.)
Achter: Houtappel (Amsterdam), Pouli
(Amsterdam).
Midden: Breukelman (H.O.C.), Fabïus (Hil
versum). Me evers (Gooi).
Voor: Lambrechtsen(Rood Wit), Th. Broese
van Groenou (Kieviten). Leeuwenberg (Rood
Wit), Van Bueren (B.D.H.C.), Cramerus (Hil
versum).
De heer Onderwater uit Haarlem is als
Nederlandsch scheidsrechter gekozen.
Overigens vermeldt het programma nog
enkele kampioenswedstrijden, waarvan in
Bilthoven plaats heeft de wedstrijd om het
kampioenschap van Nederland tusschen
Arnhem en H.O.C. (Den Haag). Over het
algemeen zijn dè Westelijke eerste-klasse
clubs sterker dan de Oostelijke, maar elk
jaar wordt dit verschil minder; wij zijn
dan ook benieuwd wat Arnhem tegen H.O.C.
zal presteeren.
Voor het tweede-klasse kampioenschap
heeft in Waaldorp de beslissingswedstrijd Te
Werve—Rood Wit 3 plaats. De vorige ont
moeting eindigde in een gelijk spel, 0—0.
Waarschijnlijk zullen ook nu geen hooge
scores gemaakt worden.
HOCKEY
DE COMPETTTIEï
Opnieuw een klein programma voor een der
laatste hockey-Zondagen. Velen maken zich
dan ook al gereed voor de komende zomer
sporten.
M.H.C. speelt voor de derde ronde van den
Bloemendaal-beker thuis tegen 't Gooi. Na
de degradatie-wedstrijden van het vorig sei
zoen ontmoette M.H.C. de hockey'ers uit Bus-
sum niet meer. Nu de Haarlemmers thans
weer voor de deur der eerste klasse staan en
't Gooi zich daarin goed gehandhaafd heeft,
is deze ontmoeting wel zeer interessant.
Voor de competitie pntvangt M.H.C. 2 be
zoek van Laren wellicht weten de Musschen
ook thans weer een gunstig resultaat te be
halen.
•Ook M.H.C. 3 speelt thuis en wel tegen
Krommenie. Dat dient een Musschen-zege te
worden; zoodat de kans lang niet denkbeel
dig is dat er opnieuw een Zondag komt met
drie M.H.C.-overwinningen.
Daarbij heeft het eerste het wel het lastig
ste; het derde het gemakkelijkste en het
tweede daar juist tusschenin. En nu afwach
ten wat de Musschen er zelf van denken en
er van maken.
BILJARTEN.
OM DE ZILVEREN FRUITMAND.
Donderdagavond zijn de wedstrijden voor
bovengenoemden wisselprijs met. twee par
tijen voortgezet.
pnt. brt. h.s. gem.
P. Kobus 350 15 70 23.33
S. Rudelsheim 150 15 44 10—
L. Gehrels
W. Damamn
350
199
15
15
96 23.33
43 13.26
Zondag worden de wedstrijden vervolgd
met de volgende vier partijen: Keyser-Dam-
man Geestman-Kappel, Damman-Rudels-
heim en Kappel-Kobus. i
ARBEIDERS-SPORTBOND.
We herinneren er nog eens aan, dat de
afdeeling Haarlem van den Ned. Arbeiders
Sportbond op Zaterdag 25 Maart in het Ge
meentelijk Concertgebouw een feestavond:
organiseert, waarvoor een aantrekkelijk pro
gramma is samengesteld.
Zoo juist ontvangen de nieuwste collectië
Meubelen. Tapijten, Zeil, Vitrages en gordijn
stoffen.
Dressoirs met geheel noten paneelen vanaf
24.75.
Uitgebreide sorteering Crapaud- en Fau
teuilstellen. Prima Bouclé, Axminster- en
Tapis Beige Karpetten.
Vraagt onze rekeningcourant voorwaarden.
v./h. Westergracht, Julianapark, thans alleen
ZOMERKADE 53, Telefoon 13250.
ZAANENSTRAAT 1, Telefoon 16620.
Altijd Beter. Altijd Goedkooper.
(Adv. Ingez. Med.)
PROPAGANDA-AVOND VAN DE
LICHTHOEVE.
Donderdagavond is in het Gem. Concert
gebouw alhier een p:opaganda-avond ge
houden ten bate van het LicMho?ve-werk,
waaraan behalve door de kindc—-"-an de
Lichthoeve zelf, o.m. medewerking werd
verleend door de leerlingen ven den muziek
leraar W. van Tilburg.
Zuster Kuyck, bij wie de leiding van dezen
avond berustte, sprak een kort openings
woord en daarna was de beurt aan de Licht
hoevekinderen, die onder leiding van mej.
Lies Hertier hun zangprestaties ten beste
gaven. Zij brachten het er lang niet slecht
af. De kleppermarsch klonk alleraardigst en
met „Bij de bloemen" en ,,'t Viooltje" waren
de toeschouwers geheel en al voor den fris-
schen kinderzang gewonnen. Een grappig
effect maakte daarbij de twee in bloemen,
omgetooverde keuters. Het spreekt vanzelf
dat de executantjes een warm applaus in
ontvangst hadden te nemen. Mej. Hertier
bracht zelf nog een gevoelig gezongen solo
ten gehoore. Ook den leerlingen van den
heer Van Tilburg, komt een woord van lof
toe voor het aangename intermezzo, dat zij
het publiek met hun spel bezorgden.
Voorts trad de jonge Tony van Diehl als
zangsolist op.
Na de pauze heeft zuster Kuyck een korte
von'-d'-"!-'-' over het doel van het
Lichthoevewerk. Spreekster vertelde dat
negen tiende van de jeugdige „Lichthoeve-
naars" feitelijk arme zwervertjes zijn, die
meestal als gevolg van echtscheiding der
ouders van het eene familielid naar het
andere zijn gezonden. Wat zij in Lichthoeve
vinden is een „thuis", waar ze zich kun
nen geven, zooals en een liefde
rijke verzorging genieten. Treffende staal
tjes gaf zuster Kuyck van het lief en leed
der Inrichting. Zij vestigde vooral ook de
aandacht op het saamhoorigheidsgevcel. dat
in deze kleine maatschappij in Santpoort
heerscht.
De avond werd besloten met de vertooning
van de Lichthoevefilm, die ongetwijfeld een
schoone propaganda voor het mooie werk
vormt. Zeer zeker heeft deze geslaagde avond
er toe bijgedragen aan den nuttige Licht
hoeve arbeid meer bekendheid en wa.ardec*
ring te bezorgen.