LETTEREN EN KUNST Kunt Ge niet slapen? AKKER.CACHETS HANDELSBLAD JAARBEURS 1933. CHRISTIAANS' GOEDERENHANDEL N.V. HAARLEM'S DACBLAD VRIJDAG 24 MAART 1933 I HET TOONEEL. >,DE HOLLANDERS". JAN VAN RIEMSDIJK. Na den tragischen dood van Pisuisse leek het wel met het cabaret in Holland gedaan te zijn. Men probeerde het telkens weer met nieuwe troepjes, maar de ware belangstelling bij het publiek dat het groote onderscheid te duidelijk zag ontbrak. In den laatsten tijd echter is er weer een kleine opbloei van het cabaret. Louis Davids en zijn kameraden trekken volle zalen en ook het kwintet van Jan van Riemsdijk vindt zijn publiek. Pisuisse was internationaal, Jan van Riemsdijk daarentegen zoo nationaal als het maar zijn kan. Hij staat met Zijn voeten in het Centrum van ons land. midden in de Veluwc.*Dat echt-Hollandsche is een element van zijn succes. Maar er is nog een reden, waarom het publiek hem en zijn troepje zoo gaarne ziet: het is de opgewektheid, het dui- delijk-zichtbare pleizier, dat hij zelf in hun werk hebben. Zoodra Jan van Riemsdijk op komt met zijn glunder-lachenden snuit on der dc Veluwsche boerenpet, dan is er de stemming in de zaal. Hoe kan 'n mensch nog aan zorgen en akeligheid denken, wanneer hij zoo'n opgewekten, vroolijken kerel op het tooneel ziet. Als Van Riemsdijk zijn Veluw sche grappen vertelt, dan glundert hij zelf van de pret, wat aanstekelijk werkt op het publiek. I-Iij zingt zijn liedje met een totale overgave, hij is er geheel en al „in" en als hij in zijn uitgelaten boersche vroolijkheid rond danst op het tooneel, dan komt er ongedwon gen vroolijkheid ook in de zaal. Het Is alles zoo opgewekt, jolig, naïef en ouderwets gezond. Dit is de Iiollandsche humor van 50 jaar en 25 jaar geleden, maar ook van het heden, omdat het de nog on bedorven humor is van het land. Maar niet alleen Jan van Riemsdijk heeft die meeslepende opgewektheid en vroolijkheid li eel zijn troepje maakt den indruk alsof het louter voor zijn plezier daar op de plan ken staat. Zij glunderen allen. Hetty Verbeek, met haar aardig gezicht, Robert Lang die 100 procent Van Riemsdijk-bloed in bijn aderen heeft en Hans Snel. Alleen „Moe der" Van Riemsdijk zit er zoo'n beetje bij, alsof het haar niet aangaat. Maar de andere vier?enkel jolijt en vroolijkheid! Geen zorgen meer in de wereld, man, wij zingen en dansen hier louter voor ons genoegen. Maar het meest glunder en zorgeloos kijkt toch wel Jan onder zijn boerenpet. Hij is de ziel van het geheel en hij is het vooral die den lach op de gezichten der menschen in de zaal toovert. En in zijn boerencreaties is hij ook wer kelijk artist. In zijn liedjes, in zijn praatjes en in zijn spel. Zie hem zoo'n Veluwsch boertje spelen in dat één bedrijfsstukje „Bij den Advocaat", dat is voortreffelijk van typeering en actie. Hij geeft niét een boer, maar de Veluwsche boer! En wanneer hij met zijn denkbeeldigen buur over den brand staat te praten krijgen wij 'n stukje humor, dat we! door en door Hollandsch is Artist is hij ook in zijn liedjes Hij weet de sfeer van dc Veluwsche voor ons op te tooveren, wanneer hij als de olde Schaper met zijn hond achter de schapen loopt. En zijn voordracht van de brandweer is van zulk een drastische vroolijkheid, dat heel dc zaal gaat meeleven. Jan van Riemsdijk is zoo verstandig enkel nog maar als ,hoer" op te treden. Dan is hij in zijn element en brengt hij iets heel eigens en persoonlijks met zich mee op het tooneel. Robert Lang. Hans Snel en Hetty Verbeek zorgen voor het aanvullend pro gramma, dat zooals ook de biljetten ver meldden niet stopt, dan enkel voor het kopje koffie van de pauze. Een onschuldige, gezellige, ouderwetsch- vroolijke avond, een avond, waarbij je voor enkele uren eens vergeet, dat de wereld met oen vervaarlijke en gevaarlijke snelheid aan het draaien is. Zoo wna", dat is een verdienste van Jan van Riemv.hjk en zijn t,0CPie' J. B. SCHUIL. Voordracht-Matinée. MARIA WICHELMAN. Men plaatst ons, critici, dikwijls voor moei lijke dilemma's. Zoo nu gisteren bij de voor- drachtmatinée van Maria Wichelman. die "egeven werd onder auspiciën van de atdee- ling Haarlem der Nederlandsche Vereemgmg van Huisvrouwen ten bate van „Maatschap pelijke Zorg voor Zieken". Voor een liefdadig doel dus en wel een mij hoogst sympathie», doel. Als mensch zou ik niets liever willen dan enkel goed schrijven over dezen middag, maar mijn gemoed van criticus komt daar tegen in opstand. De mantel der liefde dan? Maar daarvoor zou ik een mantel moeten ge bruikenzoo breed en ruim, dat hij heel de Groote Markt bedekte. En is het wel de bedoeling van Maria Wichelman, dat wij haar niet beoordeelen en ons enkel er maar met 'n paar gemeenplaatsen van afmaken? Lazen wij niet enkele dagen geleden een uittreksel van een kritiek uit „Het Vaderland", waaruit wij moesten opmaken, dat zij als ernstige kunstenares beoordeeld wil worden? Is de uitnoodiging van de kritiek daarvan ook niet een bewijs? Zou zij het dus zelf niet verlangen geheel au sérieux te wor den genomen? Ik wil dus mijn oordeel eerlijk neerschrijven, zonder verder aan het liefda dig doel te denken. Uit mijn jeugd herinner ik mij van de Zondagsschool een juffrouw, die ons nu en dan sprookjes vertelde. Zij deed dat op een toon, alsof wij nog heel kleine kindertjes waren en zij zwaaide daarbij wanneer zy ln vuur geraakte met haar armen als mo lenwieken in de rondte. Aan die juffrouw van onze Zondagsschool moest ik telkens onwillekeurig denken, toen ik Maria Wichelman het sprookje van den gelukkigen Prins van Oscar Wilde zag en li oord e vertellen. Het waren precies dezelfde wonderlijke en leelijke armbewegingen, het. was precies dezelfde toon! Ik kreeg heel sterk het gevoel, alsof ik weer in mijn schoolbankje zat. en 45 jaar terug leefde. Ik hield veel van die brave, lieve juffrouw van onze Zondagsschool, maar ik zou haar zeker nooit hebben aangeraden om voor groo te menschen sprookjes te gaan vertellen. Want ik wist toen al, dat zij het niet mooi deed. En het irriteerde mij zelfs hevig, dat zij ons voor zulke heele kleine peuters hield. Wie Maria Wichelman op dezen gevaarlij ken weg gevoerd heeft, weet ik niet, maar het lijkt mij een zeer groote vergissing van haar in het openbaar op te treden. Zij mist er alle capaciteiten voor: stem, techniek, plas tiek, beeldend vermogen, suggestiviteit, in het kort alles, wat voor declamatie noodig is. Het is voor een criticus heel pijnlijk dat van een dame te moeten schrijven, maar het is nog pijnlijker om het tee re. poëtische sprookje van Oscar Wilde en het prachtige prozastuk van Rilke zoo te moeten hooren verknoeien. Zelfs het mooiste, liefdadige doel is daarvoor geen excuus. Ik ben er van overtuigd, dat vele artistieke krachten te Haarlem bereid zijn even belange loos een middag of een avond ten bate van Maatschappelijke Zorg voor Zieken te geven en dat zij in staat zijn het zoo te doen, dat het voor ons geen pijnlijke sessie wordt er naar te luisteren. Ook onze liefdadigheidszin heeft tenslotte zijn grenzen. J. B. SCHUIL. MUZIEK. Hindustani-liederen door Musharaff Khan. Er bleek voor dezen avond veel meer be langstelling te bestaan dan men bij het or- ganiseeren daarvan had verwacht. Steeds maar werden er stoelen aangedragen, totdat het zaaltje, dat voor den eeredienst der Soe fibeweging (Lange Veerstraat 16) den Zon dagochtend in gebruik is, binnen korten tijd vol was. In het gedempte licht, waar eenige Oostersche siervoorwerpen meewerkten om een rustige stemming te wekken, trad ietwat over den aangekondigden tijd Musharaff Khan door dc zaal.naar voren, waar hij in de Engelsche taal werd welkom geheeten door een der aanwezige dames, van wie wij verna men dat Musharaff Khan de broeder is van den stichter der Soefibeweging. In de Engelsche taal hield daarop de zan ger van het Oosten een lezing, waarin hij wees op overeenkomst en op onderscheid tus- schen Oostersche en Westersche muziek die beide afkomstig zijn van het Arische ras. De theorie der Oostersche muziek moge bekend zijn aan de musicologen van het Westen, maar de wijze van uitvoering (het voornaam ste toch) wordt maar al te zeer over 't hoofd gezien. Ln de uitvoering is het voornaamste' onderscheid daarin gelegen, dat in de Ooster sche muziek het solospel hoofdzaak is, in tegenstelling met onze massa-uitvoeringen. I-Iet doel der Oostersche muziek is ook niet dat der amusementskunst, zij heet bij de Soefi „Giza-i-ruli", dit is „voedsel voor de ziel". Na-nog over de vijf aspecten der Ooster sche muziek te hebben gesproken, zette Mus haraff Khan zich neer stemde zijn instru ment, de Sitar, waarop evenal's op de luit „Banden" aanwezig waren, die de tonen van de gamma fixeerden, en ving een preludium aan op zijn instrument, 't welk blijkbaar ten doel had om een bepaalde rustige stemming te wekken en ons vertrouwd te maken met het toonkarakter der Oostersche muziek. Naast enkele solovoordrachten voor instru ment, waren bijna alle stukken van het pro gramma vocaal, en hier inzonderheid had den wij gelegenheid, om de eigenaardigheid dezer muziek, die in hoofdzaak diatonisch is, maar toch ook opvallende verschillen met onze muziek heeft, op ons te doen inwerken. Wij Westerlingen begonnen, zooals begrij pelijk is, de als bij toeval ontstane harmo nieën door de bassnaren op zijn Westersch te hooren, maar kwamen, aldra bedrogen uit, want waar wij door de melodievorming een dominantharmonie dachten, kwam een on derdominant, en zóó herhaaldelijk, dat we 't „harmonisch luisteren" al heel spoedig op gaven. Toen waren we op den goeden weg. Wat ons voorts sterk interesseerde, waren de afwijkingen in afstand der intervallen tusschen Oostersche en Westersche muziek. Als wij die intervallen noemen met de na men do, re, mi, fa, sol, la, si, (de Oostersche luiden anders, maar dat doet hier niet ter zake), dan zijn er in de Oostersche muziek intervallen, die grooter zijn (hooger klinken) dan bij ons, vooral do, re en sol, la. Ook de kwint is iets hooger, doch dit is niet opval lend. De oorzaak van dit onderscheid zit in de verdeeling van 't octaaf. Wij zijn gewoon geworden (door piano en orgel) aan een ver- deeling in twaalf afstanden; de Oostersche muziek heeft er twee en twintig. Van deze „shruti's" nu heeft do, re er vier, re, mi (ook een „heele toon") drie, de halve toon mi, fa twee. Onze „halve tonen" bestaan daar niet, ze zijn veeleer derde-tonen, en wel 2. Nu was een der grootste bekoringen, dat de fijngestemde zanger Musharaff Khan die subtiele verschillen zoo schoon wist weer te geven. In de meiismen (die sterk doen den ken aan die van het Gregoriaansch) waren stijgende figuren die dadelijk daarop bij da ling een fijn onderscheid in toonhoogte aan wezen. Daar ook de sfeer van het gezongen lied, zelfs waar dit niet zuiver geestelijk van inhoud was (zooals „Zang van den worden den dageraad", of „Zang van de Lente"), al tijd een droomend karakter heeft, was die geheel andere stemming van de toonschaal een reden te meer, om het gezongen en ge speelde lied voor ons Westersch aanvoelen, heel bijzonder te doen zijn. Van Tagore bestaat een werk „Hindu mu sic from varions authors", in Westersche no- teering. Ook Chrysander schreef in de „Alge- meine Musikzeitung". Een gesloten boek be hoeft ons de Oostersche muziek dus niet ge heel en al te zijn, en wanneer gelegenheden als deze. om Musharaff Khan te hooren, voor ons openstaan, moeten wij daarvan gebruik maken. In de oefeningen der Soefi's neemt de mu ziek de tweede plaats in. Zij zijn van oordeel dat zij harmonie schept in de innerlijke en uiterlijke wereld, en eeuwigen vrede brengt. Zeker is het, dat Musharaff Khan ons bracht, al kon het slechts kort duren, ver van deze verdwaasde wereld, naar oorden van geestelijke bevrijding. Dat hij dit be werkte met zulke uiterst sobere middelen, moge als krachtig pleidooi gelden voor de werking der Oostersche muziek. G. J. KALT. Neem dan voor 'l naar bed gaan, eens zoo'n "AKKERTJE" en slaap heerlijk rusiig en fijn door die Volgent receot -on Apotheker Dumont "AKKERTJES" (Adv. Ingez. Med.) Het Romantische lied. Donderdagavond was ik in de gelegenheid een der avonden van den Duitschen cursus, dien de heer G. K. W. Bakker, leeraar aan de H. B. S. A alhier, voor de Haarlemsche Volks universiteit geeft, bij te wonen. In dezen cursus wordt dit jaar het Duitsche lied be handeld; de Romantiek was Donderdagavond aan de beurt en twee harer voornaamste fi guren n.l. de dichter Heinrich Heine en de componist Robert Schumann waren in 't bijzonder als haar vertegenwoordigers geko zen. De docent begon met een uiteenzetting van wat men onder „Romantiek" verstaat. De rom. school moet wat Duitschland betreft, beschouwd worden als reactie tegen het ra tionalisme (het overwegen van het verstan delijke), maar ook tegen het te koele classi- sisme van Goethe en Schiller. Maar in alge- meen-Europeeschen zin was de rom. een in Frankrijk met Rousseau begonnen strooming. die bevrijding van de uitingsvormen van het gevoel uit de banden der traditie ten doel had. Eigenlijk was de „Sturm und Drang"-periode van Goethe en Schiller reeds een verschijnsel der rom.. maar beiden zwenkten later. Eigen lijk is in de meest uiteenloopende tijden kunst geproduceerd die de kenmerken der rom. droeg en ook heden ten dage komt dat nog voor. Als definitie in ruimeren zin kan men rom. tegenover realisme stellen. De werkelijkheid stoot de romantici af: zij vluchten naar een wereld die hun verbeel ding schept, en wier uitbeelding voor den romantischen dichter hoofdzaak wordt. Zijn eigen persoon wordt dus middelpunt (sub jectivisme). De romanticus ontwijkt de rea liteit, de alledaagsche beroepsplichten; hij is onmaatschappelijk, loopt gaarne ledig, zwerft rond om nieuwe indrukken, die stem mingen kweeken, te verzamelen. Hij voelt zich aangetrokken tot vreemde landen, vreemde kunst. Hij wordt een Bohémien. Maar zijn zelfverwennerij kweekt geen zelftucht: in zijn leven en werk ontbreekt de ordenende rol van het verstand. Dus zijn de rom. dich ters echte lyrici. Voor de Duitschers waren de tijden der rom. niet bemoedigend. Napoleon over- heerschte. De filosofie van Kant, die de naieve realiteit kritiseerde werkte mede be vorderlijk voor de rom. die de werkelijkheid wil ontvluchten. Maar met al hun irrealiteit waren de rom. toch niet gelukkig, 't Ongestil de verlangen, de „Sehnsucht" kenmerkt hen. Zij troostten zich door van de eene stemming in de andere te vervallen. De „romantische ironie" is bij Heine bijzonder sterk. Een ty pische trek is hun voorkeur voor de Middel eeuwen met haar eenheid van geestelijk le ven, in 't middelpunt waarvan als beheer- schende factor de godsdienst stond; typisch zijn hun Weltschmerz, en daartegenover hun cultiveering van liet volkslied (b.v. Ar- nim en Brentano: „Des Khaben Wuncler- horn"). Heinrich Heine was hyper-subjectief. Zijn korte 4-regelige strofen ontleende hij aan het volkslied, maar om zijn gecompliceerd gevoel daarin onder te brengen moest de eenvoud van het volkslied bij H. tot raffine ment worden. Zijn speelsch vernuft heeft een groote beteekenis in zijn poëzie. Hij is in vele opzichten nog modern. Zijn „Buch der Lieaer" wordt geacht aan de Duitsche poezië ruggegraat te hebben gegeven. Het beschrijft zijn liefde voor zijn nicht Amalia Heine. Heine's „Dichterliebe" is door Robert Schu mann gecomponeerd. Ook Schumann was volbloed-romanticus, daarbij behalve musi cus ontwikkeld litterator, bijzonder geschikt om gedichten aan te voelen, kieskeuriger dan Schubert, wat de teksten betreft, maar min der krachtig, sentimenteeler. Zijn liederen zijn steeds „doorgecomponeerd", dus niet in strofen gescheiden. De klavierbegeleiding is bij hem nog zelfstandiger dan bij Schubert. Na een korte pauze volgde de vertolking van den cyclus „Dichterliebe" door den heer Bakker met mej. Wijn aan de piano. De heer Bakker, die in het bezit is van een wel luidende en goedgecultiveerde barytonstem wist aldus een muzikale illustratie te geven, die de beteekenis van het gesprokene aan merkelijk verduidelijkte. Cursussen als deze verdienen in hooge mate de belangstelling van hen die voor mu ziek en poëzie gevoelig zijn. En de gevoe ligheid en de belangstelling voor deze kun sten groeit eigenlijk voortdurend met 't vol gen van voordrachten, die het kenmerkende zoo helder toelichten. Zij vormen ook een heilzaam tegenwicht tegen de artistieke ver wording die uit de jazz en een deel der film romantiek resulteert. K. DE JONG. UITGAAN. Zondag 26 Maart wordt voor 't eerst in Haarlem in de Gem. Concertzaal opge voerd de revue „Dalles is Troef", met mede werking van de bekende drie revuekomieken Michel Swaap, Maupie de Vries en Bolletje. Als commère mevr. Jeannette de Vries. Ver der werken de Dallare girls mede. Deze revue wordt nog heden in Amsterdam voor uitverkochte zalen opgevoerd. zijn kleine ADVERTENTIES a 11.in het Bijkantoor Haarlem en Omstreken TEMPELIERSSTRAAT 32 Een kleine advertentie in het Handelsblad, waardoor die verbinding op de beste wijze tot stand wordt gebracht. Want de lezers van het Handelsblad vormen een grooten en koopkrachtige» kring van belangstellenden. VOETBAL. ZATERDAGMIDDAGCOMPETITIE. De voor j.l. Zaterdag vastgestelde ontmoe tingen konden wegens den zwaren regen val geen doorgang vinden. Voor Zaterdag is het volgende program ma samengesteld: Afdeeling A: Kennemerland L—Tweede Jeugd Ulysses—V. V. IJ. Z. S. V.—Tramvogels. Afdeeling B: V. V. IJ. 2—Ijskegels. Kennemerland 2Ulysses 3. Afdeeling C: V.V.IJ. 3—V. V. R. A. Wanneer Kennemerland volledig ver schijnt, geven wij dit elftal een goede kans tegen Tweede Jeugd. Ulysses, dat op eigen terrein nog geen wedstrijd heeft gewonnen, ontvangt het sterke V.V.LJ.; ongetwijfeld gaan de be zoekers met beide punten strijken. Z. S. V. achten wij sterker dan Tram vogels. STORMVOGELS—V. U. C. Waarschijnlijk komt Stormvogels volledig uit, dus met: De Waard, Haak, Koster, Fijen, Prins, v. d. Velde, Van der Steen, Groeneveld, Schoorl, Van Rooden, De Waard. ZEEBURGIA 2— STORMVOGELS 2. Stormvogels ikomt als volgt in het veld: Wagenaar. Jongsma, v. d. Steen. Spruyt. Zwaan, Verzijlbergh, Klau, v. Pel, Spruyt, Effern, de Jonge. HERMES-D. V. S.—V. S. V. V. S. V. vertrekt als volgt: Van der Wint. Van Zutfen, Van der Griendt, Den Boer. Heijermans Sr., Heijermans Jr., De Wolf Jr., Van Osch, De Wolff Sr., De Koning, Hillekamp. H. B. S.—R. C. H. R.C.H. verschijnt als volgt: Kos Krom, Prevost Sr., K Geutskens, Ruis, Prevost Jr., Hanse, Haukes, Martin, Verkerk, Paape. WEST-FRISIA II—R.C.H. II R.CK. n heeft het volgende elftal: Schuurman, v. Thiel, Kors, Hessels, Berg, Walewijn, v. d. Werve, Kok, Ruijgrok, de Geus, Meijer. BLOEMEND AALBAARN. De opstelling van het elftal van Bloemen- daal is als volgt: Hoiismans, Jonkergauw C. Bakker, Immer, Beijk, Parson, F. Bakker, De Bock, Röbken, Van Gelder, Strik. ALCM. VICTRIX—E. D. O. Het E.D.O.-elftal heeft de volgende opstel ling: Van Roon, G. Zandstra, C. v. d. Kuyl, Jansen, Dinkla, Oomen, Perukel Sr., Koene Jr., Goemaat, Perukel Jr., Koene Sr. E.D.O. n—AJAX II. E.D.O. II komt als volgt uit; De. Waard, J. Steffen's, Van Weeren, N. N., Vreenegoor, Van Esch, C. Bruin, Van Geemen, N. N., Calland, Schumacher. DAMMEN. OM NEERLAND'S DAMSUPREMATTE. Zondag a.s. is het voor de Haarlemsche damsport een zeer belangrijke dag. Dan worden te Amsterdam de twee laatste ronden gespeeld van den wedstrijd om het persoon lijk damkampioenschap van Nederland; op dezen laatsten wedstrijddag zal hoogstwaar schijnlijk de beslissing vallen of de hoogste eeretitel, die voor een Nederlandschen dam speler te behalen valt, voor het eerst in de geschiedenis der Nederlandsche dambeweging naar Haarlem zal gaan. De Haarlemmer P. J. van Dartelen heeft al van het begin van dit sterk bezette toumooi af de leiding, doch heeft nog twee zware concurrenten in den titelhouder J. H. Vos en den kampioen van Amsterdam F. Raman. Van Dartelen heeft momenteel 10 punten uit 7 partijen; Raman 9 punten uit 6 par tijen en Vos 6 punten uit 5 partijen. Van Dartelen moet Zondag a.s. nog spelen tegen De Graag en Polman, terwijl Raman nog spelen moet tegen Kalden en De Graag. Het zal dan ook Zondag a.s. in Amsterdam geducht spannen. (Adv. Ingez. Med.). DAMES-HOCKEY. HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG. A.s. Zondag speelt het Nederlandsche B- elftal. te Keulen tegen het West-Duitsche B- elftal. Voor de samenstelling van het B-elftal had eerst in Amsterdam Woensdag j.l. nog een oefenwedstrijd plaats tegen een Am- sterdamsch heeren-Junioren elftal, dat de dames versloeg met 10. Het doelpunt werd gemaakt na een corner, toen de bal via een der speelsters van richting veranderde, en achter de doellijn verdween. Het resultaat was, dat het volgende elftal Zondag den strijd zal gaan aanbinden. Doel: Andreas (B.D.H.C.) Achter: Houtappel (Amsterdam), Pouli (Amsterdam). Midden: Breukelman (H.O.C.), Fabïus (Hil versum). Me evers (Gooi). Voor: Lambrechtsen(Rood Wit), Th. Broese van Groenou (Kieviten). Leeuwenberg (Rood Wit), Van Bueren (B.D.H.C.), Cramerus (Hil versum). De heer Onderwater uit Haarlem is als Nederlandsch scheidsrechter gekozen. Overigens vermeldt het programma nog enkele kampioenswedstrijden, waarvan in Bilthoven plaats heeft de wedstrijd om het kampioenschap van Nederland tusschen Arnhem en H.O.C. (Den Haag). Over het algemeen zijn dè Westelijke eerste-klasse clubs sterker dan de Oostelijke, maar elk jaar wordt dit verschil minder; wij zijn dan ook benieuwd wat Arnhem tegen H.O.C. zal presteeren. Voor het tweede-klasse kampioenschap heeft in Waaldorp de beslissingswedstrijd Te Werve—Rood Wit 3 plaats. De vorige ont moeting eindigde in een gelijk spel, 0—0. Waarschijnlijk zullen ook nu geen hooge scores gemaakt worden. HOCKEY DE COMPETTTIEï Opnieuw een klein programma voor een der laatste hockey-Zondagen. Velen maken zich dan ook al gereed voor de komende zomer sporten. M.H.C. speelt voor de derde ronde van den Bloemendaal-beker thuis tegen 't Gooi. Na de degradatie-wedstrijden van het vorig sei zoen ontmoette M.H.C. de hockey'ers uit Bus- sum niet meer. Nu de Haarlemmers thans weer voor de deur der eerste klasse staan en 't Gooi zich daarin goed gehandhaafd heeft, is deze ontmoeting wel zeer interessant. Voor de competitie pntvangt M.H.C. 2 be zoek van Laren wellicht weten de Musschen ook thans weer een gunstig resultaat te be halen. •Ook M.H.C. 3 speelt thuis en wel tegen Krommenie. Dat dient een Musschen-zege te worden; zoodat de kans lang niet denkbeel dig is dat er opnieuw een Zondag komt met drie M.H.C.-overwinningen. Daarbij heeft het eerste het wel het lastig ste; het derde het gemakkelijkste en het tweede daar juist tusschenin. En nu afwach ten wat de Musschen er zelf van denken en er van maken. BILJARTEN. OM DE ZILVEREN FRUITMAND. Donderdagavond zijn de wedstrijden voor bovengenoemden wisselprijs met. twee par tijen voortgezet. pnt. brt. h.s. gem. P. Kobus 350 15 70 23.33 S. Rudelsheim 150 15 44 10— L. Gehrels W. Damamn 350 199 15 15 96 23.33 43 13.26 Zondag worden de wedstrijden vervolgd met de volgende vier partijen: Keyser-Dam- man Geestman-Kappel, Damman-Rudels- heim en Kappel-Kobus. i ARBEIDERS-SPORTBOND. We herinneren er nog eens aan, dat de afdeeling Haarlem van den Ned. Arbeiders Sportbond op Zaterdag 25 Maart in het Ge meentelijk Concertgebouw een feestavond: organiseert, waarvoor een aantrekkelijk pro gramma is samengesteld. Zoo juist ontvangen de nieuwste collectië Meubelen. Tapijten, Zeil, Vitrages en gordijn stoffen. Dressoirs met geheel noten paneelen vanaf 24.75. Uitgebreide sorteering Crapaud- en Fau teuilstellen. Prima Bouclé, Axminster- en Tapis Beige Karpetten. Vraagt onze rekeningcourant voorwaarden. v./h. Westergracht, Julianapark, thans alleen ZOMERKADE 53, Telefoon 13250. ZAANENSTRAAT 1, Telefoon 16620. Altijd Beter. Altijd Goedkooper. (Adv. Ingez. Med.) PROPAGANDA-AVOND VAN DE LICHTHOEVE. Donderdagavond is in het Gem. Concert gebouw alhier een p:opaganda-avond ge houden ten bate van het LicMho?ve-werk, waaraan behalve door de kindc—-"-an de Lichthoeve zelf, o.m. medewerking werd verleend door de leerlingen ven den muziek leraar W. van Tilburg. Zuster Kuyck, bij wie de leiding van dezen avond berustte, sprak een kort openings woord en daarna was de beurt aan de Licht hoevekinderen, die onder leiding van mej. Lies Hertier hun zangprestaties ten beste gaven. Zij brachten het er lang niet slecht af. De kleppermarsch klonk alleraardigst en met „Bij de bloemen" en ,,'t Viooltje" waren de toeschouwers geheel en al voor den fris- schen kinderzang gewonnen. Een grappig effect maakte daarbij de twee in bloemen, omgetooverde keuters. Het spreekt vanzelf dat de executantjes een warm applaus in ontvangst hadden te nemen. Mej. Hertier bracht zelf nog een gevoelig gezongen solo ten gehoore. Ook den leerlingen van den heer Van Tilburg, komt een woord van lof toe voor het aangename intermezzo, dat zij het publiek met hun spel bezorgden. Voorts trad de jonge Tony van Diehl als zangsolist op. Na de pauze heeft zuster Kuyck een korte von'-d'-"!-'-' over het doel van het Lichthoevewerk. Spreekster vertelde dat negen tiende van de jeugdige „Lichthoeve- naars" feitelijk arme zwervertjes zijn, die meestal als gevolg van echtscheiding der ouders van het eene familielid naar het andere zijn gezonden. Wat zij in Lichthoeve vinden is een „thuis", waar ze zich kun nen geven, zooals en een liefde rijke verzorging genieten. Treffende staal tjes gaf zuster Kuyck van het lief en leed der Inrichting. Zij vestigde vooral ook de aandacht op het saamhoorigheidsgevcel. dat in deze kleine maatschappij in Santpoort heerscht. De avond werd besloten met de vertooning van de Lichthoevefilm, die ongetwijfeld een schoone propaganda voor het mooie werk vormt. Zeer zeker heeft deze geslaagde avond er toe bijgedragen aan den nuttige Licht hoeve arbeid meer bekendheid en wa.ardec* ring te bezorgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 14