In M holst van den nacht...
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
14)
„Wel, de omstandigheden, waaronder die
ontmoeting plaats had, maken dat verklaar
baar. Kellner, een flesch Chablis! De plaats,
waar wij tegenover elkaar stonden, was
slecht verlicht en ons gesprek werd hoofd
zakelijk gevoerd door een kier van de deur."
Erich Roggenbach verbaasde zich, dat hij
den man niet direct herkende. Reeds het
eigenaardige accent, waarmede hij hev
Duitsch uitsprak, had hem moeten zeggen,
dat het de nachtelijke bezoeker was. dien hij
in de woning van Franz Beiersdorf te woord
had gestaan. Erich's eerste gewaarwording
was een van vreugde, want wanneer iemand
in staat was hem nadere inlichtingen te ver
schaffen omtrent den gehehnzinnigen over
ledene en diens zaken: inlichtingen, waar
naar hij, na zijn ontdekking op den muziek
avond bij den secretaris-generaal vurig ver
langde, dan moest het deze vreemdeling zijn.
Het minder-aangename uiterlijk van den
man was opeens vergeten en in zijn blijd
schap stelde de jongeman zich niet eens de
vraag, wat Heynitz aanleiding kon hebben
gegeven, juist bij hem te komen zitten, ter
wijl er ook aan verschillende andere tafels
nog stoelen onbezet waren.
„Ja, nu herinner ik het mij", verklaarde hij.
„U is de kennis van Beiersdorf, die hem wilde
spreken in den nacht dat hij stierf. Het is wel
een treurige samenloop van omstandigheden,
dat u hem niet meer levend hebt kunnen
aantreffen",
„Dat is inderdaad heel droevig voor hem
en voor mij. Het was, achteraf beschouwd,
toch maar beter geweest, als u mij dien nacht
bij hem toegelaten had".
„Ik deed, zooals mij was opgedragen. En
dat de arme kerel bijna dadelijk na uw ver
trek gestorven is, bewijst wel, dat ik niet
overdreven heb".
„Bijna dadelijk na mijn vertrek, zegt u?
Dus toen ik buiten op de gang met u praatte,
was hij nog in leven?"
Het zonderlinge van deze vraag drong niet
dadelijk tot Erich door.
„Zeker", bevestigde hij. „Ik heb daarna nog
met hem gesproken".
„En hij was natuurlijk blij. dat ik me zoo
gemakkelijk had laten wegsturen, nietwaar?"
„Dat zou ik niet durven zeggen. Hij maak
te den indruk bang te zijn dat uw bezoek hem
teveel zou opwinden en dat hij dit wenschte
te vermijden".
..Heeft hij er ook op gezinspeeld, waarom
hij daar bang voor was?"
„Neen: ik zei u toen al. dat de man een
volslagen vreemde voor mij was, dus er be
stond geen enkele aanleiding voor hem om
met mij over zijn particuliere aangelegen
heden te spreken".
„Gegeven de eigenaardige omstandigheden.
waaronder u met hem samen was, zou dat
niet zoo wonderlijk zijn geweest, vind ik. Te
meer niet, waar zijn geest toch blijkbaar al
niet volkomen helder meer was. Het was na
melijk op zijn uitdrukkelijk verlangen, dat ik
hem op zulk een ongewoon uur kwam bezoe
ken en hij had niet de minste reden om bang
voor mij te zijn. Nu u dit weet, zult u begrij
pen, waarom uw afwijzing, die op zijn eigen
verzoek heette te geschieden, mij zoo buiten
gewoon verbaasde".
Erich Roggenbach leunde terug in zijn stoel
en zijn gezicht stond ernstig.
„Moet ik hieruit opmaken, meneer Heynitz,
dat u aan mijn woorden twijfelt?"
„Neemt u mij niet kwalijk", klonk het on
middellijk, op verontschuldigenden toon, ,jk
heb me misschien een beetje onhandig uit
gedrukt, maar het was volstrekt mijn be
doeling niet u te beleedigen. Maar u moet u
mijn verwondering kunnen voorstellen, wan
neer ik u vertel, dat Beiersdorf en ik intieme
vrienden waren en gewichtige gemeenschap
pelijke belangen hadden. Als zijn geest nog
geheel normaal was geweest, had hij juist in
dat critieke uur moeten verlangen mij bij
zich te hebben".
Roggenbach keek den ander scherp aan;
een onbedriegelijke intuïtie zei hem, dat
Heynitz hem voorloog.
„De boodschap, die u mij voor meneer
Beiersdorf gaf, ademde een heel anderen
geest", merkte hij koel op.
„Ik zou u met een lang en weinig-boeiend
verhaal moeten lastig vallen", luidde het be
scheid, „om u de motieven van deze bood
schap te verklaren. In ieder geval wist
Beiersdorf drommels goed, dat ze niet
kwaad bedoeld was en dat ik er niets anders
mee beoogde dan een eenigszins nalatig man
aan een aangename verplichting te herinne
ren. Ook tusschen de beste vrienden kan een
beetje krachtige aandrang niet altijd verme
den worden."
Erich bedacht, dat hij hoopte van dezen
man belangrijke inlichtingen te kunnen krij
gen, en de loop die het gesprek nam. bracht
hem in dit opzicht niet veel verder. Zijn aan
vankelijke afkeer van zijn tafelgenoot was
weer met volle kracht teruggekomen en het
kostte hem eenige moeite, ae vraag te doen,
die hem misschien den sleutel tot het myste
rie van de schemerige vrouwengestalte zou
verschaffen. Maar hij drong dat gevoel terug
en zei na enkele oogenbükken van stilte:
„Ten slotte zijn dat dingen, die mij niet
aangaan. Maar wanneer u een intiem vriend
van meneer Beiersdorf was, weet u waar
schijnlijk welke bekenden hij nog meer in
Berlijn had en wie zonder plichtsplegingen
bij hem in- en uitgingen".
Erich Roggenbach's hart klopte sneller
toen hij dit vroeg: hij had het gevoel dat zijn
vraag een beleediging voor Traute Falken-
hayn was. En hij huiverde bij de gedachte
haar naam uit den mond van dezen man te
zullen hooren.
Heynitz stak langzaam een sigaret op, keek
naar de eerste rookwolkjes, die hij uitblies en
zei bedachtzaam:
„Ik geloof niet dat Beiersdorf geheimen
voor mij had en juist daarom moet ik be
zwaar maken uw vraag te beantwoorden
zoolang ik niet weet wat u daarmede precies
bedoelt".
De privaat-docent probeerde het langs een
anderen weg.
„Uw vriend leefde, voor zoover ik kan be-
oordeelen op uiterst-bescheiden voet. Ge
looft u, dat hij niettegenstaande dat, met
menschen uit beter- gesitueerde kringen om
ging?"
„Het hangt er van af. wat u daaronder ver
staat. Ik weet dat hij begonnen was voor
verschillende uitgevers te werken. Hij schreef
ook in tijdschriften en op die manier kwam
hij ongetwijfeld met allerlei menschen in
aanraking".
Een oogenblik verkeerde Erich in twijfel
of hij den naam van den bankdirecteur noe
men zou. maar een blik op het onsympathie
ke gezicht tegenover hem. gevoegd bij de
voorzichtig-ontwijkende manier, waarop ae
ander zijn antwoorden inkleedde, deed hem
besluiten van dit voornemen af te zien. En
hij bepaalde zich ertoe te zeggen:
„Ik dacht speciaal aan vrouwen uit gegoe
de kringen. Is u er iets van bekend, dat hij
daarmee verkeerde?"
De kleine, stekende oogjes keken den spre
ker doordringend aan
„Waarom wilt u dat weten?" klonk het
scherp.
„Omdat ik reden heb aan te nemen, dat
Beiersdorf nog den laatsten nacht van zijn
leven bezoek van een dame had".
„U zegt dat u reden had dat aan te ne
men, dus u weet het niet absoluut zeker. U
vertelde mij toen, dat u hem op straat uw
hulp had aangeboden omdat hij onwel werd
en hem naar huis hebt begeleid. Bent u dan
daarna niet bij hem in de kamer gebleven?"
„Neen, kort nadat u was heengegaan, v. erd
meneer Beiersdorf kalmer en ik ging in de
kleine kamer naast de zijne op een divan
wat rusten. En ik heb den zeer sterken in
druk, dat er toen iemand bij hem was".
„Iemand, die u voor een dame hield?"
„Ja".
„Dat is me niet duidelijk. U moet toch iets
bepaalds gezien of gehoord hebben?"
„In een toestand tusschen slapen en wa
ken zag ik vaag een vrouwengestalte, die
zich over het bed van meneer Beiersdorf
boog. Toen lk een oogenblik later in zijn ka
mer kwam, was de gedaante verdwenen".
..Buitengewoon merkwaardig. Waaruit leidt
u af. dat het een dame uit den gegoeder,
stand moet zijn geweest?"
„Uit hetgeen ik van haar kleeren en sie
raden zag."
„En haar gezicht? Was zo jong of oud?
Mooi of leelijk? Ik zou graag willen, meneer
Roggenbach, dat u mij deze dame nauwkeu
riger kon beschrijven".
..Dat is mij onmogelijk. Ik heb haar gericht
niet gezien".
„Zoo. u hebt haar gezicht niet gezien?"
herhaalde Heynitz op pelnzenden toon. „En
toen u in Beiersöorfs kamer kwam, was ze
spoorloos verdwenen. Hoe?"
„Door de deur, die van het portaal naar de
trap voert, veronderstel ik. Een andere we"
was er niet."
„Dat wil dus zeggen, dat ze ook door die
deur moet zijn binnengekomen", concludeer
de de ander. „Maar ik heb toch duidelijk ge
hoord. dat u de deur achter mij sloot?"
„Dat heb lk inderdaad", bevestigde Erich.
„En er is geen andere verklaring mogelijk!
dan dat de dame in het bezit van een sleutel
was".
(Wordt vervolgd).
EEN GKOOi'E TREKHONDENKEURING heeft Maandag te Rotterdam plaats gehad. De honden
worden gemeten of zij niet te smal van borst zijn.
HEI CEN'LRAAL ólhMBUREAU, hield Maandag zitting in dc oude raadszaal van het stadhuis
te den Haag. De verkiezingslijsten iverden, in de volgorde door het lot aangewezen, genummerd.
AFNEEMBARE NAGELS
zijn de nieuwste modesnuf-
jes in Amerika, waar ze
door miss Helen Green het
eerst gedemonstreerd zijn.
EEN DER DEELNEEMSTERS aan den
grooten autotocht Parijs-Nice had de route
van den te volgen weg op origincele wijze
op haar wagen aangegeven.
LEVENDE BAGAGE of de
oplossing van het verkeers-
vraagstuk voor kleine vier
voeters.
TE TIEL werd Maandag een Paaschvectentoonstclling gehouden, georganiseerd door dc afdccling Ticl der
Celdersch—Overijsselsche Maatschappij van Landbouw. - Veie fraaie exemplaren werden aangevoerd.
DE „TOUR DES FLANDRES" is onder zeer groote deelname in België gehouden. De renners vertrekken
van de Manakerke-brug te Gent.
tcN SNELTELEGRA AFDIENST tus.chon do Am.
sterdamsche cn Uottcrdamschc beurs is Maandag
ingest -.'. Telegrambestellers, aan wie telegrammen
kunnen worden afgegeven, b .vegen zich tusschen
het publick.