Jan Limbach verkoopt Ford MAX REINHARDT EXIT. Ledenconcerf der H. O. V. VERVEN OMDAT WIJ Italiaansch WAT WAS, WAT IS. Hoeing'S Stoomerij en Ververij N.V. HAARLEM'S DACBLAD WOENSDAG 5 APRIL 1933 HET TOONEEL. Het was te verwachten, dat na Bruno Wal- ther Max Reinhardt zou volgen, ja, eigenlijk moet men zich ar over verwonderen, dat het besluit om Reinhardt te ontslaan als artistiek leider van Das Deutsche Theater al niet eer der genomen is. Groote kunstenaars als Bruno Walther en Max Reinhardt passen niet meer in het tegenwoordige Duitschland. Het was vele Duitschers reeds sinds lang een doorn in het oog, dat deze Joodsche kunstenaars een zoo internationale vermaardheid hadden. Toen ik in 1921 voor het eerst van Berchtes- gaden naar Salzburg ging om er de opvoering van Jedermann onder Reinhardt's regie te zien, zei men mij al schamper in mijn pen sion; „Der Reinhardt is kein Deutscher! Er ist ein Jude!" En toen ik in 1930 in de stad van Mozart terugkeerde, hoorde ik eenige Duitschers wederom beleedigende opmerkin gen maken over Reinhardt, „den Jude", voor wien zij het Domplein, dat voor de op voering van Jedermann in gereedheid zou worden gebracht, moesten verlaten. Er is wel veel veranderd in Duitschland in de laatste vijftien jaar. Toen de Duitschers tijdens den oorlog het neutrale buitenland een bewijs wilden geven van de hooge cultuur van hun land, stuurden zij Reinhardt met zijn troep naar ons toe en werden hier model voorstellingen van Macbeth. Zomernachts- droom en Strindberg s Doodendans gegeven, waarvan het financieele risico door de Duit- sche regeering werd gedragen. Nu wordt de zelfde kunstenaar, die in de oorlogsjaren Duitschland's roem in het buitenland moest verbreiden, uitgestooten, enkel omdat hij vol gens de tegenwoordige machthebbers te Ber lijn geen Duitscher maar een Jood is. Het was in 1917 niet de eerste keer, dat Reinhardt in ons land kwam. Reeds in 1912 heeft hij hier opvoeringen van Oedipus met Faul Wegener en Anna Feldhammer in de hoofdrollen gegeven, aan welke opvoeringen o.a. leerlingen van het Haagsche gymnasium onder zijn regie: in het „Koor" medewerkten. Ik herinner mij nog. dat de voorstelling te Den Haag, welke ik bijwoonde, voor mij toen een groote deceptie was, doordat het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen zich in het geheel niet leende yoor Reinhardt's regie, die geheel op een circus berekend was. Eerst la ter. te Berlijn en vooral te Salzburg bij de op voeringen van Jedermann en nog meer van het door Hugo von Hoffmansthal naar Calde- ron bewerkte „Das grosze Welttheater" in de kerk heb ik mogen zien, wat Reinhardt als regisseur beteekende. Meer dan een kwart eeuw heeft deze geniale regisseur het tooneel in Duitschland be- heerscht. Zoo groot was zijn invloed, dat men zich het Duitsche tooneel in de twintigste eeuw zonder dezen kunstenaar eigenlijk niet denken kan. Er is een tijd geweest, dat hij d^ leiding van drie theaters te Berlijn had, om nog niet eens te spreken van zijn be roemde tooneelschool in deze wereldstad. Maar ook buiten Duitschland was zijn invloed groot. Tc Weenen had hij de leiding van het „Thea ter in dér Jösefstadt" en hij "bracht er o.a.v in het seizoen 1924/25 niet minder dan 34 stuk ken ten tooneele. Te Londen en New-York regisseerde hij de pompeuze voorstellingen van „The Miracle" en ook in ons land heeft het tooneel in sterke mate zijn invloed on dergaan, doordat Willem Royaards, die onder zijn leiding te Berlijn had gespeeld, als re gisseur geheel en al de hoogst bekwame na volger was van dezen Duitschen kunstenaar. De geest van Royaards was dezelfde als die van Reinhardt en het lijkt mij wel zeker, dat wij in ons land nooit de groote Shakespeare- en Strindberg-opvoeringen van Royaards zon den hebben gehad, wanneer er geen Rein hardt ware geweest. Max Reinhardt is een bewonderaar van de renaissance. Hij houdt en dat vindt waar schijnlijk zijn oorsprong in het OosterschE ras van praal, pracht en kleur bij zijn op voeringen, Reinhardt- brak volkomen met het naturalisme van Ot-to Brahm, dat nog ir het Lessing Theater hoogtij vierde, toen Rein hardt in het Deutsche Theater de artistieke leiding nam. Hij toonde een sterke voorliefde voor het pompeuse en het massale in zijn regie. Hij. kwam met een ongekend weelderige „Ausstattung" en zijn massa-regie vooral bij de opvoeringen in het circus Busch, die gedeeltelijk midden tusschen het publiek plaats hadden was overweldigend. Maar dit was feitelijk de uiterlijke kant van zijn regie. Zijn grootste kracht lag en ligt nog altijd in zijn genialen kijk op de stukken en op de spelers. Hij weet zijn acteurs en ac trices te inspireeren en tot prestaties op te voeren, die ver boven hun gewone kunnen uitgaan. Men ziet de spelers bij Reinhardt als herboren en vernieuwd. De grootsten onder de Duitsche spelers hebben onder hem ge werkt en onder zijn leiding het hoogste ge presteerd. Een Duitsch acteur was niet ge reüsseerd, voordat hij onder Reinhardt had gespeeld. Ik noem hier slechts Paul Wege ner, Schildkraut, 'Sandrock, Else Lehmann, E'.ly Rothe, Alexander Moissi, Albert en Elsa Basserman, Werner Kraus. Hermine Körner, Fritz Kortner, Emil Jannings. Hugo, Helene, Hermann en Hans Thimig, Hedwig Bleibtrer, Elisabeth Bergner en Tilla Durieux. Het is waar, dat velen vooral in de laatste jaren, nu ook in Duitschland het tooneel aan versnip pering te lijden heeft, hem hebben verlaten en in ster-gezelschappen zijn gaan spelen, maar Reinhardt's naam heeft nog altijd zoo n magische aantrekkingskracht, dat de opvoe ringen van Das grosse Weitheater onder zijn regie in het Deutsche Theater te Berlijn zelfs in de revolutiedagen en ondanks de Juden- hetze avond aan avond de zaal vol deden lcopen. Reinhardt heeft nooit als een Piscator of een Jessner van hyper-moderne experi menten zooals het expresionisme en de constructieve tooneelbouw - gedaan.Hij is zich zelf gelijk gebleven. Maar hij is zoo volkomen theaterman, dat hij zich bij het vormen van zijn repertoire enkel en alleen de vraag stelt, of er in de stukken tooneel" zit. Vandaar dat het repetoire bij Reinhardt een verschei denheid toont als bij geen ander. Alles speelt hij, het meest gewone naar de klucht gaande blijspel ever. goed als Faust II, Shakespeare, Schiller, Kleist. en Hugo von Hoffmansthal. In het repertoire van het Theater in der Jö sefstadt te Weenen vind ik naast Der Diener zweier Herren, het blijspel van Goldoni en Kabale und Liebe, het treurspel van Schiller de twee stukken, waarmee hij deze maand naar Nederland zou komen een kluchtig Engelsch stukje als Mr. Pim wil niet storen van A. A. Milne, Outward Bound van Sutten Vane. Aimer van Géraldy. Koning Lear en Zomernachtsdroom van Shakespeare, Juarez und Maximilian van Franz Werfel. Loyalties van John Galsworthy, Boubourouche van Courteline en De Weg naar Dover, een blij spelletje alweer van Milne. Men ziet. het is een tutti frutti van stukken, maar alle heb ben ze dit gemeen: ze zijn „tooneel". Reinhardt heeft opvoeringen gegeven zooals van Danton's Dood. Jedermann, He: levende Lijk en vooral van Faust II en Shakespeare werken o.a. van De Storm die een wereldreputatie hebben verworven. Hij heeft aan het Duitsche tooneel een roem en een glans gegeven als geen regisseur voor hem. En deze groote kunstenaar wordt thans uitgestooten, enkel en alleen, omdat hij een Jood Is. Wanneer de geniaalsten onder de Joden zoo behandeld worden .'hoe zal het dan met de kleineren gaan? En toch verkondigen de Duitschers. dat de boycot is opgeheven. -,Wie den geest des rassenhaat propageert, die vernietigt de beschaving der menschheid!" laat Emil Ludwig president Wilson in zijn Vrede van Versailles zeggen. Het is waar, ook Ludwig is een Jood en naar hem zal men in Duitschland dus zeker tegenwoordig niet luisteren. Maar wij, die niets begrijpen van deze krankzinnige rassenhaat, staan versla gen bij zooveel onverstand. De verbanning van kunstenaars als Bruno Walther op Duitsch Reinhardt zal zwaarder drukken op Duitsch land dan op deze groote mannen. De wereld zal hen met open armen ontvangen nu Duitschland hen uitstoot. Of zal men in Duitschland misschien ook een Reinhardt een visum weigeren omdat hij een Jood is' J. B. SCHUIL. MUZIEK. Soliste: HANS CRUYS. Het laatste ledenconcert der H.O.V. deed in belangrijkheid niet voor een der vooraf gegane onder. Tw<e „eerste uitvoeringen" stonden op 't programma: die der 2de Orkest suite van J. W. van Otterloo en die der door Frits Schuurman bewerkte en georkestreerde Spaansche Volksmelodieën. Vergeleken met zijn eerste Orkestsuite, die hier in een vorig seizoen werd uitgevoerd be vat Van Otterloo's tweede aanmerkelijk meer van wat ook voor den gewonen, niet in mo dernen zin georiënteerden hoorder geniet baar of althans waardeerbaar is. Wel schijnt de rhythmische praegnantie der themas en de combinatie daarvan vooralsnog het meest interessante van zijn werk; wel worden we meermalen, vooral in den aanvang van enkele der onderdeelen opgeschrikt door instrumen tale effecten, die een komende „Greuelhetze" doen vreezen. maar daartegenover staat dat vooreerst de tonaliteit van sommige gedeel ten veel duidelijker uitgesproken en "volge houden is, ten tweede het lyrisch element In het vierde deel ook tot den gemiddelden hoorder spreekt en niet alleen in naam aan wezig schijnt. Zoo deze muziek nog veel bevat wat mij persoonlijk onaangenaam aandoet, moet ik daar toch de andere zijden: de rhythmische, harmonische en melodischs kwaliteiten tegenover stellen. Deze doen met belangstelling 's componisten verdere ont wikkeling tegemoet zien. Zooals men weet „werd. zijn 3de Orkestsuite verleden jaar bij een prijsvraag de eerste bekroning waardig gekeurd, en waar bij uitstek deskundigen het talent van den jongen componist buiten twijfel hebben gesteld is het te ver wachten dat hij na zijn „Sturm-und-Drang- periöde ons nog werken schenken zal die de algemeene waardeering kunnen vinden. Met zijn 2de Orkestsuite, die hij ze.If dirigeerde, was dit nog niet het geval, hoewel de bijval wel wat spontaner en langduriger scheen dan destijds na de auditie van zijn 1ste Suite. Hans Gruys. wier zang onlangs op een or gelconcert eenige teleurstelling veroorzaakte, nam Dinsdagavond daarvoor schitterend re vanche, zoodat ik geneigd ben het minder- voldoen van haar zang op het orgelconcert behalve aan de keuze der werken vooral aan minder gelukkige dispositie toe te schrijven. Reeds in de bekende aria uit „Oipheus" van Gluck maakte zij grooten indruk door de kracht der uitbeelding; de goedgeschoolde altstem klonk nu helder en voldoende krach tig boven de orkestbegeleiding uit- En in de door Frits Schuurman zeer interessant en mooi bewerkte Spaansche Volksliederen was zij zoo recht in haar element. De verscheiden heid der stemmingen vond in haar zang en voordracht de scherpst denkbare weergave, die in het laatste lied culmineerde, zoodat het auditorium in een opgetogenheid ge raakte, die een herhaling vroeg en verkreeg. Een aanmerkelijk deel van de bewondering en den bijval was natuurlijk ook aan het adres van Schuurman gericht en de zangeres zorgde op sympathieke wijze er voor, dat d' componist zijn deel in ontvangst zou nemen. Het stylistisch vrij bonte eerste program- madeel werd geopend met de 3üe Leonore- Ouverture. In het tweede deel ging het zon der uitzondering Spaansch toe: het prachtis geïnstrumenteerde „Cappriccio espagnol" van den Rus Rimsky-Korsakow. „de Spaansche Volksliederen" van den Nederlander Schuur man en de Drie Spaansche Dansen uit het ballet „El Sombrero de tres Picos" van den echten Spanjaard De Falla. Dit laatste gees tige stuk verwierf een langdurig succes. Aan den dirigent werd door den voorzitter van het H.O.V.-bestuur een lauwerkrans aan geboden. Dit laatste ledenconcert, dat ook voor hou ders van guldenskaarten toegankelijk was, kon op een zeer druk bezoek bogen. Moge dat, bij de nu nog volgende „steunconcerten" niet minder zijn! K. DE JONG. EINDEXAMEN. Vrijdag komt De Amsterdamsche Tooneel vereeniging hieir met Eindexamen van Max Dreyer. Ik wil hier teT aanbeveling r.og eens aanhalen, wat ik in mijn kritiek over de op voering te Amsterdam o.a. schreef. „Wanneer in ons land nog een voorstellinj mogelijk is. zoo gaaf en sterk, zoo volmaakt van spel als die van Eindexamen door het ge zelschap van Van Dalsum en Defresne, dan is ons tooneel in wezen nog gezond en mogen wij van verval niet spreken. De voorstelling van Eindexamen Is er een. die de vergelij king met het beste uit het buitenland kan doorstaan, het is een artistieke prestatie van den eersten rang, en ik durf wel zeggen, dat ik in tijden op de planken van den Amster damschen Stadsschouwburg niet zulk aan grijpend, ontroerend, mooi spel heb gezien als van Van Dalsum, Cruys Voorbergh en Car pentier Alting in de slotscène van Eind examen. J. B. SCHUIL, NOTARIS THANS VOOR HET HOF. PRESIDENT MAANT HERHAALDELIJK TOT KALMTE. Dinsdag heeft voor het Gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep terecht gestaan de notaris, die in de bekende zaak van de Aufwertung" van nieuw-bezit en oud-bezit obligaties van Duitsche steden veroordeeld is tot 6 maanden gevangenisstraf, nv° af trek van preventieve hechtenis "ongeveer 21.2 maand). De rechtbank achtte geen termen aanwezig om de gestorte waarborg som van f 30.000 verbeurd te verklaren, noch vond zij termen om verdachte uit zijn ambt te ontzetten, zooals geëischt was. Het O.M. had acht maanden gevorderd, met aftrek van voorarrest, doch door te bren gen in een bijzondere gevangenis. Zoowel verd. als het O.M. kwamen in beroep. Ook ditmaal was de belangstelling voor de zaak zeer groot. Verdachte wordt in deze instantie verde digd door mr. A. G. Lubbers en mr. G. Ruys, beiden notaris en advocaat te Amsterdam. Door de verdediging zijn dertig getuigen a décharge gedagvaard, het O.M. dagvaard de 13 getuigen. De notaris neemt zeer kalm in de verdachlen- bank plaats, hij maakt een rustigen indruk. De president mr. Joh. M. Jolles zegt, nadat de procureur-generaal mr. van Ha- rinxma thoe Slooten in het kort de dag vaarding heeft voorgedragen, dat hij verd. op twee zaken wil wijzen: .,ln ce eerste plaats raad ik u aan, u uiterst kalm te houden, uit de stukken blijkt me, dat dat niet- altijd het geval is geweest bij de rechtbank. Uw bron van ergernis, de voor- loopige hechtenis is door de Eerste Kamer van het Hof opgeheven. Voorts raad ik u aan, de zaak zeer een voudig te houden, u hebt mij immers ge schreven „de zaak is een mug en het dossier is een olifant". .Wat is uw reden voor hooger beroep ver dachte?" „Ik hoop me eindelijk eens te kunnen ver dedigen tegen de infame beschuldigingen van den Officier van Dullemen". Pres.: „U moet niet zulke groote woorden gebruiken". Verd.: „Het was infaam". Pres.: „Maar ik kan zulke grote woorden niet toelaten". De handfceekeningenkwestie komt dan ter tafel. Dr. Schrijver verklaart, dat de hand teekeningen onder de verklaringen zijn ge zet door verd. Pres.: „Verdachte, erkent u de hand tekeningen te hebben gezet?" Dat wil zeggen er kunnen ook wel na gemaakte bij zijn. Pres.: „Maar de bankier en zijn procuratie houder konden zooveel handteekeningen van u krijgen als zij wilden". Verd. zegt dan, dat hij niet beweert, dat de bankier of zijn procuratiehouder valsche handteekeningen heeft gezet, in Duitsch land zoo voegt hij er aan toe, werden veel valsche handteekeningen gezet.... De president vraagt dan, waar-'-i verd. verklaard heeft, dat de procuratiehouder een jaar in Indië is geweest. „Hoe kunt u zoo iets schrijven, de man was in dien tijd bij u op kantoor geweest". Verd.: „Het was een vergissing, ik wist niet meerj dat hij bij me was geweest Pres.: „Hij is wel veert ig.<piaal bij u ge weest". Verd.: „Dat is niet tot me doorgedron gen". Pres.: „Een notaris moet toch ook z'n her sens gebruiken". Verd,: „Niet voor zulke dingen!" Pres.:: „Ik vind het verdacht". Dr. Schrijver verklaart dan, dat de ver klaringen z.i. door verd. zijn geteekend. Getuige Stadtdirektor Kramer uit Keulen een der benadeelde steden wordt dan voor het hekje geroepen. Hij wordt aan een uitvoerig verhoor onderworpen. Het Stadsbe stuur had argwaan gekregen, doordat veel meer obligaties als „oud-bezit" werden aan gediend, dan waren uitgegeven. Pres.: „Zijn er in Duitschland straffen ge vallen voor Aufwertungszaken?" Get.: „In Keulen niet, van andere steden weet ik niets In Duitschland zelf werden geen notarieele verklaringen gevraagd, een bankverklaring was voldoende. Pres.: „Kwamen valsche Duitsche verkla ringen niet voor?" Get.: „We hebben ze tenminste niet ont dekt en strafvervolgingen zijn mij zooals ik zeide niet bekend." De verdediger mr. Lubbers stel getuige dan, eenige vragen over zijn instructie in Aufwertungszaken. Het blijkt, dat na een bepaalden termijn Aufwertung niet meer mogelijk was, slechts in zeer bijzondere gevallen week men hier van af, zoo b.v. bij ernstige ziekte of ver blijf in het buitenland. Pres. (tot verd.): „Hebt u nog iets te vra gen." Verd.: „Ik heb aan een anti-semiet niets te vragen." Pres.: „Ik kan dergelijke scheldwoorden niet toelaten," Verd.: „Dat is geen scheldwoord, maar een zéér gebruikelijk woord in Duitschland." Pres.: „Als u zoo doorgaat zal het Hof de zaak behandelen zonder u". Verd.: „Ik heb get. dus niéts te vragen.!" Pres.: „Des te beter". Uit het verhoor van een volgende ge tuige, een vertegenwoordiger van Düsseldorf, blijkt, dat in de instructie niet stond, dat een notarieele verklaring vereischt was om „oud bezit" erkend te krijgen. Was deze ver klaring er bij, dan werd het echter als oud bezit aangenomen. Ook op andere manieren kon het „oud bezit" worden bewezen. Verdachte vraagt getuige of het slechts het doel van de stad Düsseldof is om geld van hem los te krijgen. Getuige: „We waren boos omdafc we ons bedrogen wanen". Verd.: „Komen alle reis- en verblijfkos ten voor rekening van de stad Düsseldorf of voor den Staat der Nederlanden?" Pres.: „Die vraag kan ik niet toelaten, die is hier niet ter zake dienende." Verd.: „Maar voor het civiele proces van het grootste belang!" Notaris Koopman, voorzitter van den Ring Amsterdam van de Broederschap van Notarissen, wordt dan gehoord. Naar diens meening is legaliseeren geen wettelijke func tie. De notaris legaliseert handteekeningen op verzoek van zijn cliënt. Pres.: „Dus hij legaliseert de handteeke ningen van een hem onbekenden persoon!" Getuige: „De notaris moet zooveel moge lijk zeker zijn, de waarheid te verklaren. Veel wordt aan zijn inzicht en feitelijke omstandigheden overgelaten". Pres.: „Maar als hij nu legaliseert, en daarmee dus verklaart, dat hij de boeken heeft onderzocht, en het blijkt later dat hij geen boek heeft gezien?" Getuige: ..We zouden hem dan groote on voorzichtigheid kunnen verwijter., maar de beste onderzoekingen zijn niet zeker". Pres.: „Maar er zijn ook geen steekproeven genomen en wat denkt u van de verklaring van verd., dat de procuratiehouder het ge- heele jaar 1926 in Indië was. terwijl hij dat jaar herhaaldelijk bij hem op kantoor was". Getuige: „Dat is grenzeloos slordig, meer niet!" Verdediger Mr. Ruvs (tot get.): .Hoe was het oordeel van den Ring over verd.?" Get.: „Men heeft aan zijn goede trouw niet getwijfeld". Verd. (tot getuige): „Het bankierskantoor stond te goeder naam en faam bekend, is het dan zoo'n wonder dat ik de verklaringen aan den procuratiehouder van die firma af gaf?" Pres.: „U teekenae maar raak en het Hof zal onderzoeken of dat strafbaar is". Vervolgens wordt gehoord de gewezen boekhouder van den voortvluchtige!) bankier, die zegt, dat hij van knoeierijen bij den ban- kier nooit iets gemerkt heeft. De president komt echter tot de conclusie, dat verdachte handlangersdiensten heeft verricht. Ver dachte; Wij hebben te goeder trouw gehan deld. Pres.: Handlangersdiensten te goeder trouw dan. maar ik vind het verschrikkelijk. Als de verdediger mr. Ruys aan getuige vraagt of hij het aannemelijk acht, dat zijn patroon knoeide, zegt deze „Onmogelijk". Pres.: Dat is een belangrijke getuigenver klaring. Getuige mr. E. H. von Baumhauer verklaart voorts, als deskundige, dat de Aufwertung onzedelijk is. Een debiteur kan niet bepalen: den een geef ik meer dan den ander. Des kundige blijft er bij dat de Aufwertungswet niet kan worden toegepast in Nederland. De heer Kramer bestrijdt deze meening. de Auf wertung was de eenige methode om den bui- tenlandschen crediteuren nog een deel van hun geld te geven. In Duitschland heeft zij nooit reden tot ageeren gegeven. Op een vraag van mr. Lubbers verklaart mr. Von Boumhauer nog. dat in Parijs en Weenen bij de vervolgingen ook notarissen waren betrokken en daar ook valsche boeken aan deze notarissen waren voorgelegd. Het blijkt, dat de notaris een verklaring geteekend had, dat de heer A. Cohen voor twee ton oud-bezit had, terwijl de heer Cohen nooit een cent in deze papieren bezeten heeft. De procuratiehouder van het gefailleerde bankierskantoor wordt nu gehoord over het meebrengen van boeken naar den notaris. Hij zegt, dat nooit een boek getoond is. De can- didaat-notaris zegt echter, dat hij er een ge zien heeft. Als verdachte over het bezit aan obligaties groot 800.000 R.M., staande op naam van den jeugdigen procuratiehouder "werdt gehoord windt hij zich zeer op, hetgeen voor den pre sident aanleiding is om te zeggen: „Blijft U kalm, anders gaat U er uit". Alles werd gelegaliseerd, merkt de presi dent op. Als verdachte zegt, dat hij niet meer weet, welke boeken hem getoond zijn, en de verdediger mr. Ruys opmerkt, dat als hem boeken van een bekende firma getoond wor den hij toch niet gaat onderzoeken of die boeken werkelijk van de firma zijn, windt verdachte zich opnieuw erg op. Dc president verzoekt hem wat minder te schreeuwen, daar het presideeren hem op deze wijze on mogelijk wordt gemaakt. Een bankbediende vroeger ir. dienst bij het bankierskantoor, vervolgens gehoord, wil niet toegeven, dat er op groote schaal geknoeid werd. - De president verwijt verdachte, dat "hij zich er voor heeft laten Ieenen de tij den bankier gemaakte valsche stukken een beetje makke lijk te verifieeren. Verd. (opgewonden): „Laten leen en? Ik heb precies gedaan, wat iedere notaris doet. die een beetje diligent en nonchalant is!" Pres.: „U maakt zoo'n drukte, ik vind dat onaangenaam" Verd.: „Dat is m'n gewoonte zoo!" Verdachte zegt dan nog eens, dat hij geen enkele waarde aan de legalisatie hechtte, voor hem was de mark volkomen waardeloos. „Als de bewuste sommen hooger zijn, ben ik nauw keuriger". Na een debat tusschen president en ver dachte over affidavits en hun beteekenis wordt de zitting geschorst tot Donderdag. ..Dan zien we elkaar in alle kalmte terug", aldus sloot de president de zitting. ENGLISH ASSOCIATION. VOORDRACHT DOOR DR. J. VAN AMERONGEN. Voor de leden van de English Association ie Haarlem heeft dr. J. van Amerongen gis teravond in een der zalen van restaurant Brinkmann gedeelten voorgedragen uit Shakespeare's .Merchant of Venice". Dc heer Van Amerongen is reeds meermalen in onze stad opgetreden en heeft zich als voor drachtskunstenaar een goeden naam verwor ven. een naam dien hij dezen avond volko men bevestigde. Het talrijke gehoor, waarin de jeugd zeer sterk vertegenwoordigd bleek, heeft genoten van de sublieme zeggingskracht waarover deze kunstenaar beschikt. In zijn beknopte inleiding aeide spreker het drama niet tot de beste, maar wel tot de meest karakteristieke werken van Shake speare te kunnen rekenen. Vele van Shakespeare's tijdgenooten. zoo als Christopher Marlowe, hebben eveneens den Jood tot thema gekozen. Er verschenen ten tijde van den „Merchant" een twintigtal soortgelijke stukkon. die echter alleit het wezen van den Jood op banale en oppervlak kige wijze weergaven. Shakespeare daaren tegen gaf zijn Shylock een totaal andere gestalte. Hij was dc eerste, die den Jood toekende met menschelijke kwaliteiten. Typisch is het zeker, dat men feitelijk pas ia later eeuwen het tragische in Shylock's ka rakter ontdekt heeft Voordien gaven de acteurs hem de gestalte van oen minder waardig en verachtelijk individu. Spreker ging or daarna toe over. enkele belangrijke fragmenten vaz) het drama uit te beelden en hij deed dit^net voortreffelijke dictie. Vooral de indrukwekkende „trial- scène" met Portia's beroemd pleidooi („the quality of mercy") en aftocht van den gebro ken Shylock wist hij op suggestieve wijze te zeggen. Goed getroffen was ook de dialoog tus schen Shylock en Tubal over Jessica's vlucht en Antonio's échec op de Rlalto.. Ook de komische figuren uit het stuk liet dr. Van Amerongen alle recht wedervaren. Het. onweerstaanbare tafereel van Lancelot Gobbo, in wien het geweten en de kwade geest beurtelings de overhand hebben, en de daarop volgende scène met den blinden Gobbo senior, hebben wij met intense vreugde meegeleefd. Het spreekt vanzelf, dat da*. Van Ame rongen aan het einde van dezen boeiende:) avond oen warm en welverdiend applaus ten deel viel. Bij afwezigheid van dr. Proper, heeft de vice-voorzitter, de heer R. Peere- boom den voordrager met een hartelijk woord dank gezegd. DE HERLEVING VAN DEN VOLKSDANS De schrijver van het artikel over volksdan sen in ons Voorjaar-nummer, verzocht ons een kleine toelichting te geven. Niet van 1928. maar van 1927. dateert de kennismaking van de Jeugdvereonigingen met de Engelschc dansen en deze kennismaking kwam niet door een Haagschen maar door een Arnhemschen cursus, georganiseerd door mevr. Dr. Elise van der Ven—ten Bensel. Eerst in 1930 werd het -Ned. Institnut voor Volksdansen cn Volks muziek opegrlcht te 'sGravenhage. KUNSTAVOND INSTITUUT VOOR ARBEIDERSONTWIKKELING. De kunstavond van bovengenoemd Insti tuut, waaraan het bewegingskoor en de dan seres Else Keezer hun medewerking verlee- nen, zal Vrijdag 7 April in Dreefzicht niet, zooals ln de advertentie van Maandagavond abusievelijk vermeld stond, om 8 uur, doch. om kwart over 8 aanvangen. TOONEELAVOND NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING. Door do Ncderlandsche Refsvereeniging af- deeling Haarlem zal op Zaterdag 8 April een tooneelavond worden gehouden in den Schouwburg Jansweg. Opgevoerd zal worden door leden van de Kon. Letterlievende Ver eeniging J. J. Crcmer het tooneelspel in drie bedrijven door Henk Bakker; Dokter Bavino. _De wagen met de beste organisatie in binn Geboren: JOHAX WERNER Zoon van K. HARTOG en H. H. HARTOG— v. d. BROEK Wormerveer, 2 April 1933 2 e Kruisstraat 12 Heden werden wij verblijd me: de geboorte eener Dochter 1 VOX XE DIAXA AXV K. FRED. MEIJER' A. M. W. MEIJER RECKMAN Groote Houtstraat 155 4 April 19 33 Geboren: HENK Zoon van JOS. M. K. GÖBEL cn A. H. J. M. GöBEL HOEFSLOOT O verveen. 4 April 1933 Heden overleed zacht cn :alm mijn geliefde Vrouw Aaltje Djjkstra- van der Steeg, ln dei iiderdom J. DIJKSTRA Haarlem. 4 April 1933 Lcidschcstraat 3S Dc teraardebestelling zal plaats hebben op Zaterdas S April a.s. te 11,45 uur op de algemeene begraaf plaats, Ingang Kleverlaan. Vertrek sterfhuis 11 uur. Muzlckondcrwljz.crcs heeft no? eenige uren disponibel voor he: goven van Piano-, Orgel- en Theorieleiaen Br. no. 644 7 bur. van dit blad. Eenige kennisgeving Heden overleed tot onz groote droefheid door ce noodlottig ongeval onz hartelijk geliefde Z wit ge cn Oom, de 1-Iecr Nicolaas Klaassen in den ouderdom van jaar. Uit aller naam W. v. d. BERC Iordensstraat 39 Voor do talrijke bewijzen v .n deelneming, bij het overlijden van onze lieve Zuster, Schoon zuster en Tant© CORN ELLA DE VOOGD betuigen wij onzen hartelljkcn dank. Uit aller naam: A. X. DE VOOGD Amsterdam, 5 April 1933 van Tapijten, Karpetten, lampers, verschoten Gordijnen. Meubel stoffen enz., In dezelfde «»r don kerder kleuren en. Deze rijwiel A. KOE I. KM El J KR. Riet-straat 3 MARIE E. VAN DOORN Leer. Ital. M.O. Beëed. transl. Spr.uur Maand, en Donderd. 1-2 lordcnsstniat «7 Telef. 13717 DE OEROUDE STOOMERIJ en VERVERIJ Ao 1868 bekend onder den naam HOEING d.w.z. de FABRIEK IS sedert 1903 gevestigd SPAARN DAMMERWEG 3a. TEL. 10873 W. C. V. d. WAL DIRECTEUR STOOMEN MOTVRIJ MAKEN VERVEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 3