Jan Limbach verkoopt Ford
MAX REINHARDT EXIT.
Ledenconcerf der H. O. V.
VERVEN
OMDAT WIJ
Italiaansch
WAT WAS, WAT IS.
Hoeing'S Stoomerij en Ververij N.V.
HAARLEM'S DACBLAD
WOENSDAG 5 APRIL 1933
HET TOONEEL.
Het was te verwachten, dat na Bruno Wal-
ther Max Reinhardt zou volgen, ja, eigenlijk
moet men zich ar over verwonderen, dat het
besluit om Reinhardt te ontslaan als artistiek
leider van Das Deutsche Theater al niet eer
der genomen is. Groote kunstenaars als Bruno
Walther en Max Reinhardt passen niet meer
in het tegenwoordige Duitschland. Het was
vele Duitschers reeds sinds lang een doorn
in het oog, dat deze Joodsche kunstenaars
een zoo internationale vermaardheid hadden.
Toen ik in 1921 voor het eerst van Berchtes-
gaden naar Salzburg ging om er de opvoering
van Jedermann onder Reinhardt's regie te
zien, zei men mij al schamper in mijn pen
sion; „Der Reinhardt is kein Deutscher! Er
ist ein Jude!" En toen ik in 1930 in de stad
van Mozart terugkeerde, hoorde ik eenige
Duitschers wederom beleedigende opmerkin
gen maken over Reinhardt, „den Jude",
voor wien zij het Domplein, dat voor de op
voering van Jedermann in gereedheid zou
worden gebracht, moesten verlaten.
Er is wel veel veranderd in Duitschland in
de laatste vijftien jaar. Toen de Duitschers
tijdens den oorlog het neutrale buitenland een
bewijs wilden geven van de hooge cultuur van
hun land, stuurden zij Reinhardt met zijn
troep naar ons toe en werden hier model
voorstellingen van Macbeth. Zomernachts-
droom en Strindberg s Doodendans gegeven,
waarvan het financieele risico door de Duit-
sche regeering werd gedragen. Nu wordt de
zelfde kunstenaar, die in de oorlogsjaren
Duitschland's roem in het buitenland moest
verbreiden, uitgestooten, enkel omdat hij vol
gens de tegenwoordige machthebbers te Ber
lijn geen Duitscher maar een Jood is.
Het was in 1917 niet de eerste keer, dat
Reinhardt in ons land kwam. Reeds in 1912
heeft hij hier opvoeringen van Oedipus met
Faul Wegener en Anna Feldhammer in de
hoofdrollen gegeven, aan welke opvoeringen
o.a. leerlingen van het Haagsche gymnasium
onder zijn regie: in het „Koor" medewerkten.
Ik herinner mij nog. dat de voorstelling te
Den Haag, welke ik bijwoonde, voor mij toen
een groote deceptie was, doordat het Gebouw
van Kunsten en Wetenschappen zich in het
geheel niet leende yoor Reinhardt's regie, die
geheel op een circus berekend was. Eerst la
ter. te Berlijn en vooral te Salzburg bij de op
voeringen van Jedermann en nog meer van
het door Hugo von Hoffmansthal naar Calde-
ron bewerkte „Das grosze Welttheater" in de
kerk heb ik mogen zien, wat Reinhardt als
regisseur beteekende.
Meer dan een kwart eeuw heeft deze geniale
regisseur het tooneel in Duitschland be-
heerscht. Zoo groot was zijn invloed, dat men
zich het Duitsche tooneel in de twintigste
eeuw zonder dezen kunstenaar eigenlijk niet
denken kan. Er is een tijd geweest, dat hij
d^ leiding van drie theaters te Berlijn had,
om nog niet eens te spreken van zijn be
roemde tooneelschool in deze wereldstad. Maar
ook buiten Duitschland was zijn invloed groot.
Tc Weenen had hij de leiding van het „Thea
ter in dér Jösefstadt" en hij "bracht er o.a.v in
het seizoen 1924/25 niet minder dan 34 stuk
ken ten tooneele. Te Londen en New-York
regisseerde hij de pompeuze voorstellingen
van „The Miracle" en ook in ons land heeft
het tooneel in sterke mate zijn invloed on
dergaan, doordat Willem Royaards, die onder
zijn leiding te Berlijn had gespeeld, als re
gisseur geheel en al de hoogst bekwame na
volger was van dezen Duitschen kunstenaar.
De geest van Royaards was dezelfde als die
van Reinhardt en het lijkt mij wel zeker, dat
wij in ons land nooit de groote Shakespeare-
en Strindberg-opvoeringen van Royaards zon
den hebben gehad, wanneer er geen Rein
hardt ware geweest.
Max Reinhardt is een bewonderaar van de
renaissance. Hij houdt en dat vindt waar
schijnlijk zijn oorsprong in het OosterschE
ras van praal, pracht en kleur bij zijn op
voeringen, Reinhardt- brak volkomen met
het naturalisme van Ot-to Brahm, dat nog ir
het Lessing Theater hoogtij vierde, toen Rein
hardt in het Deutsche Theater de artistieke
leiding nam. Hij toonde een sterke voorliefde
voor het pompeuse en het massale in zijn
regie. Hij. kwam met een ongekend weelderige
„Ausstattung" en zijn massa-regie vooral
bij de opvoeringen in het circus Busch, die
gedeeltelijk midden tusschen het publiek
plaats hadden was overweldigend. Maar
dit was feitelijk de uiterlijke kant van zijn
regie. Zijn grootste kracht lag en ligt nog
altijd in zijn genialen kijk op de stukken
en op de spelers. Hij weet zijn acteurs en ac
trices te inspireeren en tot prestaties op te
voeren, die ver boven hun gewone kunnen
uitgaan. Men ziet de spelers bij Reinhardt als
herboren en vernieuwd. De grootsten onder
de Duitsche spelers hebben onder hem ge
werkt en onder zijn leiding het hoogste ge
presteerd. Een Duitsch acteur was niet ge
reüsseerd, voordat hij onder Reinhardt had
gespeeld. Ik noem hier slechts Paul Wege
ner, Schildkraut, 'Sandrock, Else Lehmann,
E'.ly Rothe, Alexander Moissi, Albert en Elsa
Basserman, Werner Kraus. Hermine Körner,
Fritz Kortner, Emil Jannings. Hugo, Helene,
Hermann en Hans Thimig, Hedwig Bleibtrer,
Elisabeth Bergner en Tilla Durieux. Het is
waar, dat velen vooral in de laatste jaren, nu
ook in Duitschland het tooneel aan versnip
pering te lijden heeft, hem hebben verlaten
en in ster-gezelschappen zijn gaan spelen,
maar Reinhardt's naam heeft nog altijd zoo n
magische aantrekkingskracht, dat de opvoe
ringen van Das grosse Weitheater onder zijn
regie in het Deutsche Theater te Berlijn zelfs
in de revolutiedagen en ondanks de Juden-
hetze avond aan avond de zaal vol deden
lcopen.
Reinhardt heeft nooit als een Piscator
of een Jessner van hyper-moderne experi
menten zooals het expresionisme en de
constructieve tooneelbouw - gedaan.Hij is zich
zelf gelijk gebleven. Maar hij is zoo volkomen
theaterman, dat hij zich bij het vormen van
zijn repertoire enkel en alleen de vraag stelt,
of er in de stukken tooneel" zit. Vandaar
dat het repetoire bij Reinhardt een verschei
denheid toont als bij geen ander. Alles speelt
hij, het meest gewone naar de klucht gaande
blijspel ever. goed als Faust II, Shakespeare,
Schiller, Kleist. en Hugo von Hoffmansthal.
In het repertoire van het Theater in der Jö
sefstadt te Weenen vind ik naast Der Diener
zweier Herren, het blijspel van Goldoni en
Kabale und Liebe, het treurspel van Schiller
de twee stukken, waarmee hij deze maand
naar Nederland zou komen een kluchtig
Engelsch stukje als Mr. Pim wil niet storen
van A. A. Milne, Outward Bound van Sutten
Vane. Aimer van Géraldy. Koning Lear en
Zomernachtsdroom van Shakespeare, Juarez
und Maximilian van Franz Werfel. Loyalties
van John Galsworthy, Boubourouche van
Courteline en De Weg naar Dover, een blij
spelletje alweer van Milne. Men ziet. het is
een tutti frutti van stukken, maar alle heb
ben ze dit gemeen: ze zijn „tooneel".
Reinhardt heeft opvoeringen gegeven
zooals van Danton's Dood. Jedermann, He:
levende Lijk en vooral van Faust II en
Shakespeare werken o.a. van De Storm
die een wereldreputatie hebben verworven.
Hij heeft aan het Duitsche tooneel een roem
en een glans gegeven als geen regisseur voor
hem. En deze groote kunstenaar wordt thans
uitgestooten, enkel en alleen, omdat hij een
Jood Is. Wanneer de geniaalsten onder de
Joden zoo behandeld worden .'hoe zal het dan
met de kleineren gaan? En toch verkondigen
de Duitschers. dat de boycot is opgeheven.
-,Wie den geest des rassenhaat propageert,
die vernietigt de beschaving der menschheid!"
laat Emil Ludwig president Wilson in zijn
Vrede van Versailles zeggen. Het is waar, ook
Ludwig is een Jood en naar hem zal men in
Duitschland dus zeker tegenwoordig niet
luisteren. Maar wij, die niets begrijpen van
deze krankzinnige rassenhaat, staan versla
gen bij zooveel onverstand. De verbanning
van kunstenaars als Bruno Walther op Duitsch
Reinhardt zal zwaarder drukken op Duitsch
land dan op deze groote mannen. De wereld
zal hen met open armen ontvangen nu
Duitschland hen uitstoot. Of zal men in
Duitschland misschien ook een Reinhardt een
visum weigeren omdat hij een Jood is'
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Soliste: HANS CRUYS.
Het laatste ledenconcert der H.O.V. deed
in belangrijkheid niet voor een der vooraf
gegane onder. Tw<e „eerste uitvoeringen"
stonden op 't programma: die der 2de Orkest
suite van J. W. van Otterloo en die der door
Frits Schuurman bewerkte en georkestreerde
Spaansche Volksmelodieën.
Vergeleken met zijn eerste Orkestsuite, die
hier in een vorig seizoen werd uitgevoerd be
vat Van Otterloo's tweede aanmerkelijk meer
van wat ook voor den gewonen, niet in mo
dernen zin georiënteerden hoorder geniet
baar of althans waardeerbaar is. Wel schijnt
de rhythmische praegnantie der themas en
de combinatie daarvan vooralsnog het meest
interessante van zijn werk; wel worden we
meermalen, vooral in den aanvang van enkele
der onderdeelen opgeschrikt door instrumen
tale effecten, die een komende „Greuelhetze"
doen vreezen. maar daartegenover staat dat
vooreerst de tonaliteit van sommige gedeel
ten veel duidelijker uitgesproken en "volge
houden is, ten tweede het lyrisch element In
het vierde deel ook tot den gemiddelden
hoorder spreekt en niet alleen in naam aan
wezig schijnt. Zoo deze muziek nog veel bevat
wat mij persoonlijk onaangenaam aandoet,
moet ik daar toch de andere zijden: de
rhythmische, harmonische en melodischs
kwaliteiten tegenover stellen. Deze doen met
belangstelling 's componisten verdere ont
wikkeling tegemoet zien. Zooals men weet
„werd. zijn 3de Orkestsuite verleden jaar bij
een prijsvraag de eerste bekroning waardig
gekeurd, en waar bij uitstek deskundigen
het talent van den jongen componist
buiten twijfel hebben gesteld is het te ver
wachten dat hij na zijn „Sturm-und-Drang-
periöde ons nog werken schenken zal die de
algemeene waardeering kunnen vinden. Met
zijn 2de Orkestsuite, die hij ze.If dirigeerde,
was dit nog niet het geval, hoewel de bijval
wel wat spontaner en langduriger scheen dan
destijds na de auditie van zijn 1ste Suite.
Hans Gruys. wier zang onlangs op een or
gelconcert eenige teleurstelling veroorzaakte,
nam Dinsdagavond daarvoor schitterend re
vanche, zoodat ik geneigd ben het minder-
voldoen van haar zang op het orgelconcert
behalve aan de keuze der werken vooral aan
minder gelukkige dispositie toe te schrijven.
Reeds in de bekende aria uit „Oipheus" van
Gluck maakte zij grooten indruk door de
kracht der uitbeelding; de goedgeschoolde
altstem klonk nu helder en voldoende krach
tig boven de orkestbegeleiding uit- En in de
door Frits Schuurman zeer interessant en
mooi bewerkte Spaansche Volksliederen was
zij zoo recht in haar element. De verscheiden
heid der stemmingen vond in haar zang en
voordracht de scherpst denkbare weergave,
die in het laatste lied culmineerde, zoodat
het auditorium in een opgetogenheid ge
raakte, die een herhaling vroeg en verkreeg.
Een aanmerkelijk deel van de bewondering
en den bijval was natuurlijk ook aan het
adres van Schuurman gericht en de zangeres
zorgde op sympathieke wijze er voor, dat d'
componist zijn deel in ontvangst zou nemen.
Het stylistisch vrij bonte eerste program-
madeel werd geopend met de 3üe Leonore-
Ouverture. In het tweede deel ging het zon
der uitzondering Spaansch toe: het prachtis
geïnstrumenteerde „Cappriccio espagnol" van
den Rus Rimsky-Korsakow. „de Spaansche
Volksliederen" van den Nederlander Schuur
man en de Drie Spaansche Dansen uit het
ballet „El Sombrero de tres Picos" van den
echten Spanjaard De Falla. Dit laatste gees
tige stuk verwierf een langdurig succes.
Aan den dirigent werd door den voorzitter
van het H.O.V.-bestuur een lauwerkrans aan
geboden.
Dit laatste ledenconcert, dat ook voor hou
ders van guldenskaarten toegankelijk was,
kon op een zeer druk bezoek bogen. Moge dat,
bij de nu nog volgende „steunconcerten" niet
minder zijn!
K. DE JONG.
EINDEXAMEN.
Vrijdag komt De Amsterdamsche Tooneel
vereeniging hieir met Eindexamen van Max
Dreyer. Ik wil hier teT aanbeveling r.og eens
aanhalen, wat ik in mijn kritiek over de op
voering te Amsterdam o.a. schreef.
„Wanneer in ons land nog een voorstellinj
mogelijk is. zoo gaaf en sterk, zoo volmaakt
van spel als die van Eindexamen door het ge
zelschap van Van Dalsum en Defresne, dan
is ons tooneel in wezen nog gezond en mogen
wij van verval niet spreken. De voorstelling
van Eindexamen Is er een. die de vergelij
king met het beste uit het buitenland kan
doorstaan, het is een artistieke prestatie van
den eersten rang, en ik durf wel zeggen, dat
ik in tijden op de planken van den Amster
damschen Stadsschouwburg niet zulk aan
grijpend, ontroerend, mooi spel heb gezien als
van Van Dalsum, Cruys Voorbergh en Car
pentier Alting in de slotscène van Eind
examen.
J. B. SCHUIL,
NOTARIS THANS VOOR
HET HOF.
PRESIDENT MAANT HERHAALDELIJK
TOT KALMTE.
Dinsdag heeft voor het Gerechtshof te
Amsterdam in hooger beroep terecht gestaan
de notaris, die in de bekende zaak van de
Aufwertung" van nieuw-bezit en oud-bezit
obligaties van Duitsche steden veroordeeld
is tot 6 maanden gevangenisstraf, nv° af
trek van preventieve hechtenis "ongeveer
21.2 maand). De rechtbank achtte geen
termen aanwezig om de gestorte waarborg
som van f 30.000 verbeurd te verklaren,
noch vond zij termen om verdachte uit zijn
ambt te ontzetten, zooals geëischt was.
Het O.M. had acht maanden gevorderd,
met aftrek van voorarrest, doch door te bren
gen in een bijzondere gevangenis. Zoowel
verd. als het O.M. kwamen in beroep.
Ook ditmaal was de belangstelling voor
de zaak zeer groot.
Verdachte wordt in deze instantie verde
digd door mr. A. G. Lubbers en mr. G. Ruys,
beiden notaris en advocaat te Amsterdam.
Door de verdediging zijn dertig getuigen
a décharge gedagvaard, het O.M. dagvaard
de 13 getuigen.
De notaris neemt zeer kalm in de verdachlen-
bank plaats, hij maakt een rustigen indruk.
De president mr. Joh. M. Jolles zegt,
nadat de procureur-generaal mr. van Ha-
rinxma thoe Slooten in het kort de dag
vaarding heeft voorgedragen, dat hij verd.
op twee zaken wil wijzen:
.,ln ce eerste plaats raad ik u aan, u uiterst
kalm te houden, uit de stukken blijkt me,
dat dat niet- altijd het geval is geweest bij
de rechtbank. Uw bron van ergernis, de voor-
loopige hechtenis is door de Eerste Kamer
van het Hof opgeheven.
Voorts raad ik u aan, de zaak zeer een
voudig te houden, u hebt mij immers ge
schreven „de zaak is een mug en het dossier
is een olifant".
.Wat is uw reden voor hooger beroep ver
dachte?"
„Ik hoop me eindelijk eens te kunnen ver
dedigen tegen de infame beschuldigingen
van den Officier van Dullemen".
Pres.: „U moet niet zulke groote woorden
gebruiken".
Verd.: „Het was infaam".
Pres.: „Maar ik kan zulke grote woorden
niet toelaten".
De handfceekeningenkwestie komt dan ter
tafel. Dr. Schrijver verklaart, dat de hand
teekeningen onder de verklaringen zijn ge
zet door verd.
Pres.: „Verdachte, erkent u de hand
tekeningen te hebben gezet?"
Dat wil zeggen er kunnen ook wel na
gemaakte bij zijn.
Pres.: „Maar de bankier en zijn procuratie
houder konden zooveel handteekeningen
van u krijgen als zij wilden".
Verd. zegt dan, dat hij niet beweert, dat
de bankier of zijn procuratiehouder valsche
handteekeningen heeft gezet, in Duitsch
land zoo voegt hij er aan toe, werden veel
valsche handteekeningen gezet....
De president vraagt dan, waar-'-i verd.
verklaard heeft, dat de procuratiehouder een
jaar in Indië is geweest. „Hoe kunt u zoo
iets schrijven, de man was in dien tijd bij
u op kantoor geweest".
Verd.: „Het was een vergissing, ik wist niet
meerj dat hij bij me was geweest
Pres.: „Hij is wel veert ig.<piaal bij u ge
weest".
Verd.: „Dat is niet tot me doorgedron
gen".
Pres.: „Een notaris moet toch ook z'n her
sens gebruiken".
Verd,: „Niet voor zulke dingen!"
Pres.:: „Ik vind het verdacht".
Dr. Schrijver verklaart dan, dat de ver
klaringen z.i. door verd. zijn geteekend.
Getuige Stadtdirektor Kramer uit Keulen
een der benadeelde steden wordt dan
voor het hekje geroepen. Hij wordt aan een
uitvoerig verhoor onderworpen. Het Stadsbe
stuur had argwaan gekregen, doordat veel
meer obligaties als „oud-bezit" werden aan
gediend, dan waren uitgegeven.
Pres.: „Zijn er in Duitschland straffen ge
vallen voor Aufwertungszaken?"
Get.: „In Keulen niet, van andere steden
weet ik niets In Duitschland zelf werden
geen notarieele verklaringen gevraagd, een
bankverklaring was voldoende.
Pres.: „Kwamen valsche Duitsche verkla
ringen niet voor?"
Get.: „We hebben ze tenminste niet ont
dekt en strafvervolgingen zijn mij zooals
ik zeide niet bekend."
De verdediger mr. Lubbers stel getuige
dan, eenige vragen over zijn instructie in
Aufwertungszaken.
Het blijkt, dat na een bepaalden termijn
Aufwertung niet meer mogelijk was, slechts
in zeer bijzondere gevallen week men hier
van af, zoo b.v. bij ernstige ziekte of ver
blijf in het buitenland.
Pres. (tot verd.): „Hebt u nog iets te vra
gen."
Verd.: „Ik heb aan een anti-semiet niets
te vragen."
Pres.: „Ik kan dergelijke scheldwoorden
niet toelaten,"
Verd.: „Dat is geen scheldwoord, maar een
zéér gebruikelijk woord in Duitschland."
Pres.: „Als u zoo doorgaat zal het Hof de
zaak behandelen zonder u".
Verd.: „Ik heb get. dus niéts te vragen.!"
Pres.: „Des te beter".
Uit het verhoor van een volgende ge
tuige, een vertegenwoordiger van Düsseldorf,
blijkt, dat in de instructie niet stond, dat
een notarieele verklaring vereischt was om
„oud bezit" erkend te krijgen. Was deze ver
klaring er bij, dan werd het echter als oud
bezit aangenomen. Ook op andere manieren
kon het „oud bezit" worden bewezen.
Verdachte vraagt getuige of het slechts
het doel van de stad Düsseldof is om geld
van hem los te krijgen.
Getuige: „We waren boos omdafc we ons
bedrogen wanen".
Verd.: „Komen alle reis- en verblijfkos
ten voor rekening van de stad Düsseldorf of
voor den Staat der Nederlanden?"
Pres.: „Die vraag kan ik niet toelaten, die
is hier niet ter zake dienende."
Verd.: „Maar voor het civiele proces van
het grootste belang!"
Notaris Koopman, voorzitter van den
Ring Amsterdam van de Broederschap van
Notarissen, wordt dan gehoord. Naar diens
meening is legaliseeren geen wettelijke func
tie.
De notaris legaliseert handteekeningen op
verzoek van zijn cliënt.
Pres.: „Dus hij legaliseert de handteeke
ningen van een hem onbekenden persoon!"
Getuige: „De notaris moet zooveel moge
lijk zeker zijn, de waarheid te verklaren.
Veel wordt aan zijn inzicht en feitelijke
omstandigheden overgelaten".
Pres.: „Maar als hij nu legaliseert, en
daarmee dus verklaart, dat hij de boeken
heeft onderzocht, en het blijkt later
dat hij geen boek heeft gezien?"
Getuige: ..We zouden hem dan groote on
voorzichtigheid kunnen verwijter., maar de
beste onderzoekingen zijn niet zeker".
Pres.: „Maar er zijn ook geen steekproeven
genomen en wat denkt u van de verklaring
van verd., dat de procuratiehouder het ge-
heele jaar 1926 in Indië was. terwijl hij dat
jaar herhaaldelijk bij hem op kantoor was".
Getuige: „Dat is grenzeloos slordig, meer
niet!"
Verdediger Mr. Ruvs (tot get.): .Hoe was
het oordeel van den Ring over verd.?"
Get.: „Men heeft aan zijn goede trouw
niet getwijfeld".
Verd. (tot getuige): „Het bankierskantoor
stond te goeder naam en faam bekend, is het
dan zoo'n wonder dat ik de verklaringen aan
den procuratiehouder van die firma af gaf?"
Pres.: „U teekenae maar raak en het Hof
zal onderzoeken of dat strafbaar is".
Vervolgens wordt gehoord de gewezen
boekhouder van den voortvluchtige!) bankier,
die zegt, dat hij van knoeierijen bij den ban-
kier nooit iets gemerkt heeft. De president
komt echter tot de conclusie, dat verdachte
handlangersdiensten heeft verricht. Ver
dachte; Wij hebben te goeder trouw gehan
deld.
Pres.: Handlangersdiensten te goeder trouw
dan. maar ik vind het verschrikkelijk.
Als de verdediger mr. Ruys aan getuige
vraagt of hij het aannemelijk acht, dat zijn
patroon knoeide, zegt deze „Onmogelijk".
Pres.: Dat is een belangrijke getuigenver
klaring.
Getuige mr. E. H. von Baumhauer verklaart
voorts, als deskundige, dat de Aufwertung
onzedelijk is. Een debiteur kan niet bepalen:
den een geef ik meer dan den ander. Des
kundige blijft er bij dat de Aufwertungswet
niet kan worden toegepast in Nederland. De
heer Kramer bestrijdt deze meening. de Auf
wertung was de eenige methode om den bui-
tenlandschen crediteuren nog een deel van
hun geld te geven. In Duitschland heeft zij
nooit reden tot ageeren gegeven.
Op een vraag van mr. Lubbers verklaart
mr. Von Boumhauer nog. dat in Parijs en
Weenen bij de vervolgingen ook notarissen
waren betrokken en daar ook valsche boeken
aan deze notarissen waren voorgelegd.
Het blijkt, dat de notaris een verklaring
geteekend had, dat de heer A. Cohen voor
twee ton oud-bezit had, terwijl de heer Cohen
nooit een cent in deze papieren bezeten heeft.
De procuratiehouder van het gefailleerde
bankierskantoor wordt nu gehoord over het
meebrengen van boeken naar den notaris. Hij
zegt, dat nooit een boek getoond is. De can-
didaat-notaris zegt echter, dat hij er een ge
zien heeft.
Als verdachte over het bezit aan obligaties
groot 800.000 R.M., staande op naam van den
jeugdigen procuratiehouder "werdt gehoord
windt hij zich zeer op, hetgeen voor den pre
sident aanleiding is om te zeggen: „Blijft U
kalm, anders gaat U er uit".
Alles werd gelegaliseerd, merkt de presi
dent op.
Als verdachte zegt, dat hij niet meer
weet, welke boeken hem getoond zijn, en de
verdediger mr. Ruys opmerkt, dat als hem
boeken van een bekende firma getoond wor
den hij toch niet gaat onderzoeken of die
boeken werkelijk van de firma zijn, windt
verdachte zich opnieuw erg op. Dc president
verzoekt hem wat minder te schreeuwen,
daar het presideeren hem op deze wijze on
mogelijk wordt gemaakt.
Een bankbediende vroeger ir. dienst bij het
bankierskantoor, vervolgens gehoord, wil niet
toegeven, dat er op groote schaal geknoeid
werd. -
De president verwijt verdachte, dat "hij zich
er voor heeft laten Ieenen de tij den bankier
gemaakte valsche stukken een beetje makke
lijk te verifieeren.
Verd. (opgewonden): „Laten leen en? Ik
heb precies gedaan, wat iedere notaris doet.
die een beetje diligent en nonchalant is!"
Pres.: „U maakt zoo'n drukte, ik vind dat
onaangenaam"
Verd.: „Dat is m'n gewoonte zoo!"
Verdachte zegt dan nog eens, dat hij geen
enkele waarde aan de legalisatie hechtte, voor
hem was de mark volkomen waardeloos. „Als
de bewuste sommen hooger zijn, ben ik nauw
keuriger".
Na een debat tusschen president en ver
dachte over affidavits en hun beteekenis
wordt de zitting geschorst tot Donderdag.
..Dan zien we elkaar in alle kalmte terug",
aldus sloot de president de zitting.
ENGLISH ASSOCIATION.
VOORDRACHT DOOR DR. J. VAN
AMERONGEN.
Voor de leden van de English Association
ie Haarlem heeft dr. J. van Amerongen gis
teravond in een der zalen van restaurant
Brinkmann gedeelten voorgedragen uit
Shakespeare's .Merchant of Venice". Dc heer
Van Amerongen is reeds meermalen in onze
stad opgetreden en heeft zich als voor
drachtskunstenaar een goeden naam verwor
ven. een naam dien hij dezen avond volko
men bevestigde. Het talrijke gehoor, waarin
de jeugd zeer sterk vertegenwoordigd bleek,
heeft genoten van de sublieme zeggingskracht
waarover deze kunstenaar beschikt.
In zijn beknopte inleiding aeide spreker
het drama niet tot de beste, maar wel tot
de meest karakteristieke werken van Shake
speare te kunnen rekenen.
Vele van Shakespeare's tijdgenooten. zoo
als Christopher Marlowe, hebben eveneens
den Jood tot thema gekozen. Er verschenen
ten tijde van den „Merchant" een twintigtal
soortgelijke stukkon. die echter alleit het
wezen van den Jood op banale en oppervlak
kige wijze weergaven. Shakespeare daaren
tegen gaf zijn Shylock een totaal andere
gestalte. Hij was dc eerste, die den Jood
toekende met menschelijke kwaliteiten.
Typisch is het zeker, dat men feitelijk pas ia
later eeuwen het tragische in Shylock's ka
rakter ontdekt heeft Voordien gaven de
acteurs hem de gestalte van oen minder
waardig en verachtelijk individu.
Spreker ging or daarna toe over. enkele
belangrijke fragmenten vaz) het drama uit
te beelden en hij deed dit^net voortreffelijke
dictie. Vooral de indrukwekkende „trial-
scène" met Portia's beroemd pleidooi („the
quality of mercy") en aftocht van den gebro
ken Shylock wist hij op suggestieve wijze te
zeggen.
Goed getroffen was ook de dialoog tus
schen Shylock en Tubal over Jessica's vlucht
en Antonio's échec op de Rlalto..
Ook de komische figuren uit het stuk liet
dr. Van Amerongen alle recht wedervaren.
Het. onweerstaanbare tafereel van Lancelot
Gobbo, in wien het geweten en de kwade
geest beurtelings de overhand hebben, en
de daarop volgende scène met den blinden
Gobbo senior, hebben wij met intense vreugde
meegeleefd.
Het spreekt vanzelf, dat da*. Van Ame
rongen aan het einde van dezen boeiende:)
avond oen warm en welverdiend applaus ten
deel viel. Bij afwezigheid van dr. Proper,
heeft de vice-voorzitter, de heer R. Peere-
boom den voordrager met een hartelijk
woord dank gezegd.
DE HERLEVING VAN DEN VOLKSDANS
De schrijver van het artikel over volksdan
sen in ons Voorjaar-nummer, verzocht ons
een kleine toelichting te geven. Niet van 1928.
maar van 1927. dateert de kennismaking van
de Jeugdvereonigingen met de Engelschc
dansen en deze kennismaking kwam niet door
een Haagschen maar door een Arnhemschen
cursus, georganiseerd door mevr. Dr. Elise van
der Ven—ten Bensel. Eerst in 1930 werd het
-Ned. Institnut voor Volksdansen cn Volks
muziek opegrlcht te 'sGravenhage.
KUNSTAVOND INSTITUUT VOOR
ARBEIDERSONTWIKKELING.
De kunstavond van bovengenoemd Insti
tuut, waaraan het bewegingskoor en de dan
seres Else Keezer hun medewerking verlee-
nen, zal Vrijdag 7 April in Dreefzicht niet,
zooals ln de advertentie van Maandagavond
abusievelijk vermeld stond, om 8 uur, doch.
om kwart over 8 aanvangen.
TOONEELAVOND NEDERLANDSCHE
REISVEREENIGING.
Door do Ncderlandsche Refsvereeniging af-
deeling Haarlem zal op Zaterdag 8 April een
tooneelavond worden gehouden in den
Schouwburg Jansweg. Opgevoerd zal worden
door leden van de Kon. Letterlievende Ver
eeniging J. J. Crcmer het tooneelspel in drie
bedrijven door Henk Bakker; Dokter Bavino.
_De wagen met de beste organisatie in binn
Geboren:
JOHAX WERNER
Zoon van
K. HARTOG en
H. H. HARTOG—
v. d. BROEK
Wormerveer, 2 April 1933
2 e Kruisstraat 12
Heden werden wij verblijd me:
de geboorte eener Dochter
1 VOX XE DIAXA AXV
K. FRED. MEIJER'
A. M. W. MEIJER
RECKMAN
Groote Houtstraat 155
4 April 19 33
Geboren:
HENK
Zoon van
JOS. M. K. GÖBEL cn
A. H. J. M. GöBEL
HOEFSLOOT
O verveen. 4 April 1933
Heden overleed zacht cn
:alm mijn geliefde Vrouw
Aaltje Djjkstra-
van der Steeg,
ln dei
iiderdom
J. DIJKSTRA
Haarlem. 4 April 1933
Lcidschcstraat 3S
Dc teraardebestelling zal
plaats hebben op Zaterdas
S April a.s. te 11,45 uur op
de algemeene begraaf
plaats, Ingang Kleverlaan.
Vertrek sterfhuis 11 uur.
Muzlckondcrwljz.crcs heeft no?
eenige uren disponibel voor he:
goven van
Piano-, Orgel- en Theorieleiaen
Br. no. 644 7 bur. van dit blad.
Eenige kennisgeving
Heden overleed tot onz
groote droefheid door ce
noodlottig ongeval onz
hartelijk geliefde Z wit ge
cn Oom, de 1-Iecr
Nicolaas Klaassen
in den ouderdom van
jaar.
Uit aller naam
W. v. d. BERC
Iordensstraat 39
Voor do talrijke bewijzen v .n
deelneming, bij het overlijden
van onze lieve Zuster, Schoon
zuster en Tant©
CORN ELLA DE VOOGD
betuigen wij onzen hartelljkcn
dank.
Uit aller naam:
A. X. DE VOOGD
Amsterdam, 5 April 1933
van Tapijten, Karpetten, lampers,
verschoten Gordijnen. Meubel
stoffen enz., In dezelfde «»r don
kerder kleuren
en. Deze rijwiel
A. KOE I. KM El J KR. Riet-straat 3
MARIE E. VAN DOORN
Leer. Ital. M.O. Beëed. transl.
Spr.uur Maand, en Donderd. 1-2
lordcnsstniat «7 Telef. 13717
DE OEROUDE STOOMERIJ en VERVERIJ
Ao 1868 bekend onder den naam HOEING
d.w.z. de FABRIEK
IS sedert 1903 gevestigd
SPAARN DAMMERWEG 3a. TEL. 10873
W. C. V. d. WAL DIRECTEUR
STOOMEN MOTVRIJ MAKEN VERVEN