In het holst van den nacht.
VERTEGENWOORDIGERS van dc Noorsche hoofdstad Oslo brachten Woensdag een bezoek
aan Schiphol ter bestudeering van de Amscerdamschc luchthaven. Tijdens de lunch.
EEN GROOTE VOORJAARS-
BIJENMARKT is Wocn< 'ig te
Tilburg gehouden. Een aardige
opname tijdens de markt.
HL*
DE RAMP VAN DE „AKRON". Het wrafc van het luchtschip zinkt naar
den bodem van den Oceaan. (Deze foto werd van New York per radio naar
Londen geseind en vandaar langs telegraaflijn vö Berlijn naar Amsterdam
overgebracht),
DR. M. VALKHOFF, die ïn aanmer
king komt voor de bezetting van het
lectoraat van Fransch aan de Gemeen»
telijke Universiteit te Amsterdam»
WILLIAM MOFFET, die tot de slachtoffers
Tan het Amerikaansche luchtschip „Akron" behoort.
DE START
van den
zesdaagschen
wielerwedstrijd
Lf? £ar
EOX-EARTH, gereden door W. Rickaby, won de race te Newmarket. Dit is het
tweede paard van den Engelschen koning, dat dit seizoen won.
OP HET PROEFVELD achter hotel „Dc Witte Brug" tc VGravcnhagc had
Woensdag een verplicht springconcours voor onderofficieren plaats. Een der
deelnemers neemt een hindernis.
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
16)
(Nadruk verboden).
De beide jonge meisjes waren in een dergelijk
gezelschap begrijpelijkerwijs niet het middel
punt van de conversatie en aan dat feit had
Erich waarschijnlijk de bijzonder vriendelijke
begroeting van de zijde van Lizzy Delvendal
te danken. Op haar gewone vroolijke manier
zocht zij hem dadelijk in een gebabbel over
alle mogelijke onbeteekenende onderwerpen
te betrekken wilde weten, hoe hem „den
verschrikkelijk vervelende muziekavond bij
de Von Puch\"orf's", zooals zij het uitdrukte,
bevallen was en trachtte hem een oordeel
over verschillende van de aanwezige jonge
dames en hun toilet te ontlokken. Hoe aardig
hij de humoristische wijze,, waarop zij haar
opmerkingen ten beste gaf. bij hun vorige
ontmoeting ook gevonden had, thans was het
hem niet mogelijk op haar schertsenden toon
in te gaan. Want de onmiskenbare terug
houding, waarmee Traute Falkenhayn hem
behandelde, deed hem zoo pijnlijk aan, dat
hij er nog meer dan te voren naar verlangde
datgene ait den weg te ruimen, wat dreigde,
een onoverkomelijke muur tusschen hen te
worden.
Hoewel hij het zichzelf niet wilde beken
nen, deed het hem bijzonder veel genoegen
dat Dr. Römhild zich niet onder de gasten
bevond. Nog meer vreugde gaf het hem. dat
de enkele jeugdige bezoekers zich blijkbaar
veel meer tot Lizzy's vroolijk gepraat, dan
tot de rustige, ernstige waardigheid van
Traute aangetrokken voelden en hij hoopte
daardoor te eerder kans te krijgen een paar
woorden onder vier oogen met Traute te
kunnen wisselen. Wat hij haar zeggen zou.
hoe hij zijn zonderlinge houding begrijpelijk
zou trachten te maken, wist hij nog niet pre
cies, maar één ding stond vast voor hem
hij moest haar spreken onverschillig, hoe
zij zijn verklaring mocht opnemen. Zelfs op
gevaar af, dat ze hem als een lastige bemoei
al van zich zou afstooten.
Zoo gauw hem dat, zonder onbeleefd te
zijn, mogelijk was, maakte hij zich van het
vroolijke groepje, dat zich om Lizzy Delven
dal gevormd had, los. Daar Traute juist met
twee andere jonge meisjes, die hem als in
tieme vriendinnen van haar waren voorge
steld, stond te praten, liep hij een kleinen
salon binnen, die grensde aan de grooie ka
mer. waarin het gezelschap bijeen was en
waarin zich op het oogenblik niemand be
vond. Op een ebbenhouten tafeltje lag een
foto-album en Erich Roggenbach had de
overtuiging geen indiscretie te begaan, door
erin te bladeren. Het bevatte voornamelijk
familiepotretten, beginnende met vergeelde,
ouderwetsche fotografieën, die klaarblijkelijk
Traute's grootouders voorstelden, en hun be
kroning vindend in een serie beeltenissen
van het meisje zelf op verschillende leeftij
den. Natuurlijk vond hij ook veel gezichten
van vrienden of verwanten, die hem volko
men onbekend waren en dus onverschillig
lieten, maar nadat hij eenige bladen had om
geslagen, bleef zijn verraste blik rusten op
een foto, die hem hoogelijk interesseerde. Hij
twijfelde geen moment: dit was de vlasblon
de jongeman, die dien nacht bij het verne
men van Beiersdorf's doodsbericht zoo hevig
geschrokken was. En hetgeen onder het por
tret geschreven stond, vormde wel ëen zon
derlinge tegenspraak met wat Roggenbach
bij zijn vorig bezoek onwillekeurig uit den
mond van den heer des huizes opgevangen
had.
„Aan zijn hooggeschatten weldoener en
vaderlijken vriend in trouwe liefde en dank
baarheid". Gerard Meuven."
De nadering van luchtige voetstappen deed
hem zich omkeeren en er trok een diepe blos
over zijn gezicht, toen hij Traute Falkenhayn
onverwachts voor zich zag.
Ook zij kon een zekerebevangenheid
niet verbergen maar ze beheerschte zich toch
heel wat beter dan Erich Roggenbach. Maar
zij had op den drempel al kunnen zien,dat
zij met hem alléén zou zijn. En dat zij toch
was binnengekomen dat ze dit alleen zijn
met hem niet trachtte te ontgaan, dat wees
erop, dat zij eveneens prijs stelde op een ver
klaring en cp toenadering.
Maar ze liet het aan hem over, een gesprek
te beginnen. Zij was naast hem komen staan
en keek zwijgend naar de beeltenis, die zoo
zeer zijn belangstelling had gewekt, En in zijn
verwarring, die het hem onmogelijk maakte,
de juiste woorden te vinden, voor wat hem op
de tong brandde, greep hij naar het eerste
onderwerp, dat hem te binnen schoot en
naar het portret wijzend, zei hij, onzeker en
aarzelend sprekend:
„Ik geloof, dat ik dezen heer ken. Is het
een familielid van u?"
Traute keek hem aan, in haar oogen een
onuitgesproken vraag, die hij niet begreep.
En er verliepen eenige seconden, voor zij, op
rustigen toon, antwoordde:
„Ja. heel in de verte. Maar wij kennen el
kaar van jongs af, mijn vader heeft voor zijn
opvoeding gezorgd; zijn ouders zijn gestor
ven, toen hij nog een kind was. Het is een
uitstekende opname, vindt u niet? De goede
moderne fotografen zijn in hun soort toch
werkelijk kunstenaars. Alleen een eerste
rangsportretschilder zou in staat zijn, om
behalve een absolute gelijkenis, zoo'n karak
teristiek beeld vol uitdrukking te geven".
Het was duidelijk dat zij het gesprek op
een ander onderwerp wilde brengen. Maar
Erich was geen bijster geschikt, partner voor
een opgewekte conversatie. Bij ieder woord
nam zijn verlegenheid en verwarring toe; hij
werd zich meer en meer bewust van de on
mogelijkheid om met haar te spreken over
wat hem bezwaarde, terwijl hij van aange
zicht tot aangezicht met haar stond en haar
warme, diepe, klankvolle stem hoorde. In elk
woord dat hij zeggen zou, moest een schan
delijke verdachtmaking liggen. En toch
moest hij zijn houding verklaren, zich ver
ontschuldigen, zonder haar opnieuw te kren
ken. Wanhopig pijnigde hij zijn hersens om
het verlossende woord te vinden en zijn
aandacht was nauwelijks bij het gesprek.
Hij gaf korte, afwezige antwoorden, en
wanneer hij een oogenblik zijn best had ge
daan zichzelf tot meer belangstelling te dwin
gen. verviel hij al gauw weer tot zijn vorige
verstrooidheid.
Het zou begrijpelijk geweest zijn, als ze een
abrupt einde aan het onderhoud had ge
maakt en hem den rug toegekeerd had, maar
ze gaf zich integendeel de grootste moeite
om het telkens slokkend gesprek weer te
doen vlotten. Er was iets pathetisch in haar
hardnekkige pogingen om de conversatie met
Erich Roggenbach gaande te houden.
Drie-, viermaal veranderde ze van onder
werp, en zich inspannend iets te kiezen,
waarvan ze kon aannemen, dat het hem in
teresseeren zou, omdat het in verband stond
met zijn studievak. En hoe afwezig en ver
bijsterd hij ook was. het ontging hem niet,
dat ze daarbij een voor een jong meisje wer
kelijk bewonderenswaardige kennis en alge-
meene ontwikkeling en ruimen blik toonde,
zooals hij tot dusver nog bij geen van zijn
vrouwelijke kennissen had ontmoet. Maar
het hielp hem niet, om zijn innerlijke zeker
heid terug te krijgen. Nooit eerder had hij
tegenover een vrouw gestaan, die een derge-
üjken volkomen-harmonischen, nobelen in
druk op hem gemaakt had. Er was een klaar
heid in haar wezen, en bij alle bescheidenheid
onmiskenbaar zelfbewustzijn en zelfgevoel,
die gevoegd bij haar schoonheid en haar na
tuurlijke charme, een man van zijn smaak en
beschaving in verrukking moesten brengen.
En toch had hij dit zelfde meisje in omstan
digheden gezien, die een zoo zonderlinge en
onverklaarbare tegenstelling vormden met
het beeld, dat hij thans van haar kreeg, dat
hij niet bij machte was haar naar dc oplos
sing van dit raadsel te vragen. Het was hem
alsof een ijskoude hand zich op zijn hart
legde.
Hij stond voor haar. als een verlegen
schooljongen, die niet weet. hoe hij praten
en zich gedragen moet in tegenwoordigheid
van ouderen. Hij dorst haar zelfs niet aan te
zien, en plotseling bleef zijn onrustig door de
kamer dwalende blik op een plaats rusten.
Op een marmeren opstand van een lagen
spiegel stond tusschen andere snuisterijen
en kunstvoorwerpen een reukflacon, waarvan
de inhoud gebruikt wordt om de atmosfeer
in een eetkamer te verfrisschen. De lichte
dennenaaldenlucht. die Roggenbach al eer
der in den kleinen salon opgemerkt had,
kwam waarschijnlijk uit dit Ueschje. Maar de
zilveren huls. waarin de flacon stak, was het.
die zijn aandacht geboeid hield een fraai
staal van edelsmeedkunst, dat een beangsti
gende gelijkenis vertoonde met het foudraal
van het medicijnfleschje. dat op onverklaar
bare wijze uit Beiersdorf's sterfkamer ver
dwenen was.
Deze onverwachte ontdekking overweldig
de Erlch zoo. dat al het andere erdoor op
den achtergrond werd gedrongen, en erbij in
het niet verzonk; het deed hem vergeten,
waar hij zich bevond en wie tot hem sprak.
Het was hem physiek onmogelijk den blik van
het fatale voorwerp af te houden en hij hoorde
de vraag niet, die Traute tot hem richtte. Zij
aarzelde even. voor ze die herhaalde, toen ze
echter voor de tweede maal geen antwoord
kréég, trok een schaduw van intens verdriet
en bittere desillusie over haar mooi. ernstig
gezicht: zonder verder een woord te spreken,
wendde ze zich af en verliet langzaam, met
tragenden. slependen voet de kamer. Haar
zwijgend heenga** bracht Erich even tot
zichzelf.
(Wordt vorvolgty,