Dietsch Studentencongres te Nijmegen,
In het holst van den nacht...
HET 18c DIETSCH STUDENTENCONGRES
is Vrijdag te Nijmegen begonnen. - De aan
komst der deelnemers.
PALMPACHEN. Het Fabriceeren van den palmbeaem of „pal-
mebessem" behoort tot een der folkloristische gebruiken, die
in Limburg nog steeds in eere worden gehouden.
TABAK. ïn Frascatfe te Amsterdam !s Vrijdag de qrootc
jaarlijkschc Sumatrab.baksveiHng gehouden, w.... v.'.or als
altgd grootc belangstelling bestond. Het liep weet storm,
om iets van de partij machtig te worden.
DE KERSEBOOMEN IN ZUID-LIMBURG staan reeds in vollen bloei. - In het
Limburgsche heuvelland prijken de boomgaarden in pracbtigen bloesennooi.
PRINS HUBERTUS VAN PRUISSEN, kleinzoon van den Duit-
sehen ex-keizer en Prins Fricdrich Franz van Mecklenburg bij
aankomst te Southampton voor een kort verblijf in Engeland.
FEUILLETON
Naar het Duitscli bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
18)
„Neen. u bent er misschien niet bang voor.
maar met mijn goede naam zou het eens en
voor altijd gedaan zijn. En Traute! Wat zou
die wel zeggen, als ze het hoorde?"
„Wat zij zeggen zou. zullen we ongetwijfeld
den een of anderen dag wel gewaar worden.
Het ligt alleen aan jou. dat zij het niet allang
weten".
Lizzv schudde het hoofd.
„Ik 'had nooit moeten toelaten, dat het zoo
ver kwam. Ik had dadelijk moeten weggaan,
den eersten dag. dat U erover begon"
HU trok haar tot zlcli en greep haar hand,
en ook dit liet zij zonder verzet toe.
..Ga je me alweer plagen met je bezwaren
en bedenkingen; lieveling? Je bent toch niet
boos op me?"
„U weet heel goed. hoe mijn gevoelens ten
opzichte van U zijn. maar
Ludwig Fa Ikon ha yn nam haar goudblond
hoofdje tusschen zijn handen en kuste haar.
„Zoo zal ik voortaan ieder „maar", waar
mee je mijn geluk bedreigen wilt. tot zwij
gen brengen, kleine boosdoenster! Ik houd
van je. en iii zult mijn lief. aangebeden
vromvtie worden. Waarom dus altijd weer
da* dwaze tegenstribbelen?"
..Dat is heelemaal niet dwaas", weerde ze
af. nog steeds even ernstig. ..Ik maak mijzelr
voortdurend verwijten over het onrecht, dat
wij met deze geheimzinnigheid begaan".
„Onrecht, liefste? Andere menschen die
van elkaar houden, mochten willen dat ze
zoo'n rein geweten hadden wij. Ben ik ook
maar in een enkel opzicht met betrekking tot
jou in mijn plicht te kort geschoten? Waar
van kun je jezelf of mij beschuldigen?"
„Ik verwijt mijzelf, dat ik op iets ben in
gegaan. waarvan nooit iets goeds kan komen.
Het zou voor alle betrokken partijen stellig
het beste zijn, als ik nu nog besloot, te gaan
en ergens ver weg mijn brood te verdienen".
„Moet ik dat nu werkelijk ernstig nemen,
Lizzy?"
Ze knikte cn haar lippen trilden verrader
lijk. „Er blijft mij toch welbeschouwd niets
anders over, als ik mijn zelfrespect niet ge
heel en al verliezen wil".
„Wat moet ik in vredesnaam doen om je
al dien onzin uit het hoofd te praten?" riep
de bankier wanhopig uit.
„Twijfel je aan de oprechtheid of duur
zaamheid van mijn liefde?"
„Soms ja! Er zijn oogenblïkken, dat ik het
een of ander zou willen doen, om de duur
zaamheid ervan op de proef te stellen".
..Als je denkt, dat je je.daardoor gerust
voelt, doe het dan alsjeblieft! Ik ben niet
bang voor de proef".
Nu kwamen de tranen, die zich blijkbaar
niet meer lieten terugdwingen en in haar op
winding vergat ze den beleefdheidsvorm te
gebruiken.
„Och", snikte ze. „dat zijn mooie woorden,
die ie gemakkelijk afgaan, omdat je over
tuigd bent, dat ik zooiets toch nooit zou trot-
seerenük wilde haast, dat iemand zou trach
ten mij tegenover jou in een slecht daglicht
te stellen, ie bijvoorbeeld een gelogen verhaal
uit mijn verleden te vertellen, waartegen ik
mij niet zou kunnen of willen verdedigen,
omdat ik de onwaarheid niet bewijzen kon.
Dan wist ik gauw genoeg, hoe het met je lief
de en je vertrouwen staat".
„Maar lieveling; ik kan de lasteraars toch
niet uit den grond stampen!"
„Ja, lach me maar uit, maar ik verzeker je,
dat het mij bittere ernst is".
„Goed; laten we dan eens ernstig samen
praten, kleine meid! Eden en beloften moet
je van een man op mijn leeftijd niet ver
wachten, daarmee zou ik me in mijn eigen
oogen belachelijk maken. Maar je mag niet
uit het oog verliezen, dat ik je eenige malen
het bewijs van de oprechtheid van mijn liefde
en de eerlijkheid van mijn bedoelingen ge
leverd heb, door je voor te stellen, onze ver
loving publiek te maken. Ik heb dat dadelijk
na afloop van het rouwjaar gedaan en mijn
voorstel een maand of drie geleden, nog
dringender dan eerst herhaald. We zouden
nu al het gelukkigste echtpaar ter wereld
geweest zijn, als jij je niet met zoo'n onbegrij
pelijke beslistheid verzet had".
Lizzy droogde haar tranen en staarde zwij
gend voor zich uit.
„Ja, misschien was het een dwaasheid",
gaf ze eindelijk toe. „Maar ik was bang voor
wat de menschen zeggen zouden en voor al
de onverwachte dingen, die tusschen verlo
ving en huwelijk zouden kunnen gebeuren.
Als jij zooveel van me hield, als ik van jou,
dan zou je allang op de gedachte gekomen
zijn. mij die angst te besparen".
„Ik begrijp absoluut niet wat je bedoelt,
kindlief! Wat had Je dan van mij ver
wacht?"
„Wij zouden toch net hebben kunnen doen
als Dr. Harrius en baron Seyfried. Die zijn
eenvoudig met hun liefste naar Engeland ge
gaan en zijn daar getrouwd, zonder dat
iemand van hun familieleden en kennissen
er iets van wist. Toen ze toen terugkwamen,
was hun huwelijk een fait accompli en hun
vrouwen hoefden zich niet ongerust te ma
ken over venijnige blikken en onhebbelijke
toespelingen".
„Neem me niet kwalijk, maar dit is nu toch
wel een erg kinderachtig idee van je. Lizzy!
Wat lichtzinnige Jongelui, die tegen den zin
van hun familie met theaterdames van twij
felachtige reputatie trouwen, zich kunnen
permitteeren, zou een man van mijn leeftijd
en positie eenvoudig onmogelijk maken. Wij
hebben niet de minste reden om onze toe
vlucht tot dergelijke achterbaksheid te ne
men en bovendien zou ik uit consideratie
voor Traute zooiets niet kunnen onder
nemen".
Het kostte Lizzy zichtbaar moeite, haar te
leurstelling niet al te duidelijk te doen blij
ken. Een paar seconden klemde ze haar lip
pen stijf op elkaar, als in innerlijken strijd;
toen zei ze zacht, de handen op Ludwig Fal-
kenhayn's schouders leggende en hem aan
ziend met een verlangenden blik.
„Goed. ik zal me bij je wensch neerleggen.
Je kunt onze verloving bekend maken, als Je
wilt".
Wanneer ze verwacht had. dat de bankier
haar toestemming met een uitroep van blijde
verrassing en een vurige omhelzing zou be
antwoorden, werd ze opnieuw bitter teleur
gesteld. Wel nam hij weer haar mooie,
gloeiende gezicht, tusschen zijn handen en
drukte hij een kus op haar voorhoofd, maar
er klonk onmiskenbare verlegenheid in zijn
stem, toen hij antwoordde:
„Ik stel het zeer op prijs, Lizzy, dat je dit
zegt. maar het zou beter geweest zijn. als Je
een half jaar of drie maanden geleden je
toestemming gegeven had. want dit is wel
een heel ongeschikt moment. Nu mogen wij
er niet. aan denken, ons engagement publiek
te maken".
Ze maakte zich van hem los en ging een
paar starmen achteruit, zonder een woord te
zeggen. Ze kende Ludwig Falkenhayn vol
doende om te weten, dat ze'.fs haar onbe
grensde macht over hem faalde, wanneer zijn
liefde voor zijn eenig kind in het gedrang
kwam. Haar intuïtie waarschuwde haar dat
Traute's gemoedstoestand de oorzaak van
zijn aarzeling was en dat, wanneer zij het op
strijd liet aankomen deze zoo goed als zeker
met een nederlaag voor haar zou eindigen.
Dus moest ze haar ontgoocheling in haar
hart bewaren.
Toen Falkenhayn na een korte, maar pijn
lijke stilte weer op haar toekwam, haar hand
nam en op vleienden toon vroeg:
„Vergiste ik me liefste, of ben je heusch
boos op me, om wat ik gezegd heb?" kwam
dan ook onmiddellijk de oude stralende glim
lach op haar gezicht en ditmaal was zij het,
die vooroverboog en met haar zachte lippen
zijn wang aanraakte.
„Maak me maar een flink standje, Lud
wig"; viel ze hartstochtelijk uit. „Zeg maar
gerust dat ik een mal en onuitstaanbaar
schepsel ben! Ik weet best dat het zoo ls.
Maar als ik mijn teleurstelling niet heb kun
nen verbergen komt dat toch alleen, doordat
ik zoo onzinning veel van je houd".
Hij wilde haar stormachtig naar zich toe
trekken. maar ze wist hem met een behen
digheid te ontsnappen en wees met een hu
moristisch dreigenden vinger naar de pendule
op den schoorsteen.
„Ik ben bang mijnheer de directeur, dat U
de leiding van de Bank ontnomen zal wor
den. wanneer U doorgaat, op deze wijze Uw
plicht te verzaken. In ieder geval kan ik het
voor mijn geweten niet verantwoorden, daar
de schuld van te zijn: daarom heb ik de eer,
afscheid van U te nemen!"
Lachend liep zij naar de deur: van den
drempel wierp zii hem een uitdagende kus
hand toe en glipte toen de gang in.
(Wordt vervolgd.)