FINANCIEELE KRONIEK. Vaseline i^Chesebrough BROCHES UNIQUE In het holst van den nacht. HAARLEM'S DACBLAD DINSDAG 18 APRIL 1933 Betere Amerikaansche koersen. Bedrijfsontwikkeling en in flatie. Ook Londen en Berlijn doorgaans beter. Bemoedigen de bedrijfsmededeelingen van de I. G. Farben en de Verein. Stahhverkc. Op de Amster- damsche beurs verslag Unilever meegevallen, zoo ook het divi dend. Rubberaandeelen iets vaster. Tabakken flauw. Uitgestelde inschrijvingen. Een Haagsch échecje. Slecht is de korte beursweék niet geweest ïioogere koersen van New York zijn neg al tijd van groot-en invloed op den Europee sehen fondsenhandel geweest. Niet omdat men hier nog zoo „dik" in zijn Amerikaan- tjes zou zitten. De ervaringen, daarmede de laatste jaren opgedaan, hebben ons publiek er van afgeschrikt. Bovendien, ook aan de effectenbeurs is de actie voor „Nederlandsen fabrikaat" niet onopgemerkt voorbijgegaan, klaar ook zonder rechtstreeksche belangen van het publiek bij de Yankees, blijven ze op de beurzen van Europa een groote rol spelen. Zooals we reeds eerder opmerkten Amerika en Duitschland, twee groote in dustriestaten, toeheerschen tot op zekere hoogte den economischen ontwikkelingsgang in de beschaafde wereld. Leeft de toestand in Amerika en Duitschland op, wordt daar •weer nieuwe koopkracht, gezonde koopkracht verkregen, worden daar weer de grensbarri- cades voor den buitenlandschen handel ver laagd of weggenomen, dan profiteert daar van de geheele wereld. Vandaar dat de toe stand in Amerika en Duitschland met zon bijzondere aandacht wordt gevolgd. Deze week scheen die toestand ietwat sneer bevredigend te zijn. In politiek opzicht doordien Roosevelt en Mac Donald „gepraat" hebben en als goede vrienden een oplossing hebben gezocht voor het schuldenprobleem •en al wat daaraan vastzit. Gepraat hebben misschien ook over de handelsbelemmeringen, den Gouden Stan daard, de goudwaar de van den Dollar etc. In elk geval, de beurzen hebben er niet ongun stig op gereageerd. Het vertrouwen in Roose velt is nog niet geschokt. Hij blijft maatrege len treffen tot opheiffing van het Amerikaan sche bedrijfsleven, maar overweegt, naar verluidt,tegelijkertijd een verlaging der in voerrechten met 10 pet. Dat schijnt met el- ikaar in strijd te zijn. Althans volgens de ^autarkische economie". Maar volgens de 'bude en naar onze meening nog niet ver ouderde begrippen beteefcent een verlaging jder tarieven in de V.S.. een land, welks voor beeld te dezen opzichte tot navolging kan '•dringen, een stap op den goeden weg naar terugkeer der volkswelvaart. Geen wonder, tflat men in Europa over dit voornemen van Roosevelt goed te spreken was. Het is echter ipok den Amerikaan schen president «iet ge geven met tooverstaf en machtspreuken den toestand te verbeteren. Hoover heeft, geheel ten overvloede overigens, bewezen, dat het iop die manier niet kan. De publieke opinie is dat Roosevelt „het nu zal doen". Hij ..doet" in elk geval wat. Maar zijn maatregelen of voorgenomen maatregelen zijn, kunnen al licht ook niet anders zijn, dan tegenstrijdig. iAan den éénen kant krachtige bezuiniging, streven naar verlaging van -rente voor den Staat en voor hen, die onder zware geld schulden zuchten; aan den anderen kant groote uitgaven voor nieuwe werken, -om de •werkloosheid te bestrijden. De vraag: waar gaat het met den Rollar heen, blijft daarom in en buiten de Unie aan de orde. is zelfs, naar wij meenen te mogen zeggen, deze week wel de voornaamste stimulans geweest voor 'de hoogere prijzen van zilver, graan, koper, katoen etc. en ook voor de koersstijging op de New Yorksche aandeelenmarkt. We heb ben het reeds eerder opgemerkt: de moge lijkheid schijnt niet uitgesloten te zijn. dat 'de Amerikaansche regeering den goudprijs zal verhoogen, waardoor dus automatisch de waarde van het papiergeld wordt gedrukt. Een Dollar zal dan straks minder goud be vatten dan voprheen, in welk geval dus de „potters" van goud aan het langste eind trekken. Deze onzekerheid houdt de beurs -te New York in spanning, geeft vandaag een stut naar boven, drukt morgen de koersen weer neer. Een feit schijnt te zijn, dat de economische toestand de laatste weken niet slechter wordt; wel was het aantal onuitge voerde orders der Steeltrust kleiner dan een maand geleden, maar in de vorige week is de bedrijvigheidsgraad in de ijzer- en staal industrie gestegen van 16 1 2 tot 19 1 2 pet. Nog wel een „armzalig" percentage, maar dan toch een verbetering. Enkele andere symptomen wijzen dan ook op een lichte verbetering, die, we zeiden het reeds met het streven naar een „gecontroleerde in flatie" verband kunnen houden. Wat Koper betreft, waren er berichten, volgens welke de producenten overwegen de productie gedurende zes maanden stop te zetten. En in de Olie-industrie -is ook eerst weer een „modus" tot stand gekomen, die een verergering van den toestand voor komt, maar toch niet de gewenschte oplos sing brengt. Intusschen, men moet in dezen tijd met een weinig goed nieuws tevreden zijn en de beurzen hebben dat dan ook getoond. Lon den. Berlijn en Amsterdam hebben, in na volging van haar New Yorksche zuster, voor de aandeelenmarkt doorgaans een betere stemming kunnen handhaven, al is de af faire, met een enkele uitzondering, neg ver beneden peil. Mag men afgaan op mededeelingen en cijfers over twee groote concerns als de I. G. Farben en de Vereinigte Stahlwerke, dan is er ook in Duitschland van eenige op leving sprake. De I. G. Farben heeft in 1932 Mk. 2.14 millioen meer afgeschreven dan het vorig jaar. doch niettemin een netto-winst be haald, die Mk. 2 12 millioen groot-er is. Van belang is vooral dat de voorraden met de helft zijn verminderd en tegen het einde des jaars de omzet bij talrijke producten die van 1931 bereikte. De Vereinigte Stahlwerke had per 31 Maart j.l. een veel grootere hoeveel heid onuitgevoerde orders dan drie maan den geleden en in het algemeen ziet men hier en daar eenige verbetering. De jongste redevoering van Dr. Schacht over de finan cieel© politiek der Duitsche regeering heeft in Londen en Amsterdam een bevredigen den indruk gemaakt, vooral omdat de goud- waarde van de Mark gehandhaafd zal blij ven. Alleen maar Duitschland moet nu langzamerhand ophouden met zijn aflos- bare •schulden te blokkeeren! dat wekt geen vertrouwen, hetgeen juist voor de verrui ming van de Geldmarkt zoo noodig is. Eeni ge verruiming is trouwens deze en vorige week ingetreden. Onze Amsterdamsche beurs volgde de bui- tenlandsche op den voet, wel een bewijs, dat men in eigen kring weinig bewegingsfacto ren kon ontdekken. Die werden ook niet ge vonden in het nieuwe rubberplan. dat is ge publiceerd en waaraan, naar gemeld wordt, straks nog een ander, nl. van de H. V. A. zal worden toegevoegd. De hoogere koersen voor Rub ber w a a r de n zijn meer het gevolg geweest van de iets hoogere prijzen te New-York. Het slotdividend van 3 pet. op aandee- 1 e n Unilever, waardoor de totaal-uit- keering op 6 pet. komt, viel mee, evenals het verslag, hoewel dit voor de Hollandsche Unilever een achteruitgang aanwijst van f 31 millioen winst in 1931 tot f 19 millioen in 1932. Bij de andere betrokken onderne mingen is de achteruitgang veel minder groot. De bestuurders van het concern voe ren een conservatieve politiek, gelijk ook thans uit de winstverdeeling weer blijkt. Evenals de meeste concerns, die innerlijk gezond zijn, heeft de Unilever een groot bedrag aan hard cash, uit. 1932 niet min der dan f 42 millioen. Dat is schadelijk, maar kan aandeelhouders de overtuiging schenken, dat het Unilever-concern in de zen stormtijd nog niet achter zijn adem is. Flauw waren opnieuw Tabaksaan- deelen, naar aanleiding van de slechte uitkomsten der eerste voorjaarsveiling en de opschorting van de eerstvolgende inschrij vingen door de importeurs. Vooral dit laat ste werd in tabaks- en beurskringen slecht opgenomen. De tijd is voorbij dat men den kooper dwingen kan hoogere prijzen te be talen. De Sumatra-tabaksmaatschappij en zullen zich bij de veranderde marktgesteld- heid moeten aanpassen, vooral nu ze met een slecht product aan de markt komen, Hoe gauwer men daar doorheen is, hoe be ter en dan in het vervolg wat meer zorg en minder kunstmest aan den oogst besteed, die thans meer en meer concurrentie onder vindt van het Java-product, dat tegen veel lageren prijs kan worden verkocht. Men meent thans dat de importeurs op hun be- --omdat LLcWt hst de- lyiyomem. ntsi ziakdaoMm •txKtfcL LL dn nieuwte BROCHES ru>^ rvLti'. „ds. smook. VO/nH- pubWi (Adv. Ingez. Med.) sluit zullen terug komen en binnenkort de inschrijvingen weer zullen hervatten. De Beleggingsmarkt geeft weinig- aanleiding tot bespreking. Hollandsche soor ten bleven in één doen; de 4 pet Neder landers kunnen den parikoers nog niet halen, evenmin als de 4 pet. Den Haag, waarvan de emittenten der jongste emissie, die a 100 pet werd aangeboden en luidens het bericht „geheel volteekend" en „geheel geplaatst" is vermoedelijk een aardig plukje mee naar huis hebben gekregen. De nieuwe leening komt met een „ouden koers" van 100 pet. in de Voorloopige Noteering voor. maar wordt niet verhandeld; die „oude koers" is er natuurlijk nimmer geweest, dan alleen bij de inschrijving, waarmee Den Haag over het doel heen heeft gemikt. Men kan ook teveel respect, voor zichzelf hebben zelfs in Den Haag, dat thans zooais bekend, zijn opcenten der Gemeentefonds belasting van 26 tot 46 moet verhoogen. Geld op prolongatie 1 pet. DE SPAARNESTICHTING. Wij ontvingen het jaarverslag over 1932 van de Spaarne-Stichting. waaraan het vol gende is ontleend. Het werk werd gedurende het jaar 1932 voortgezet op de gewone wijze. Ingeschre ven werden 58 nieuwe gevallen: 25 man nen en 33 vrouwen. Dit beteekent geen noe menswaardige stijging tegenover het vorig jaar. Voor de afdeeling was het mogelijk zes vrouwelijke patiënten-in Tehuizen onder te brengen. Evenals in het Prov. Ziekenhuis zijn de patiënten bezig In de kleine huishouding of doen ze handwerk. Aan het einde van het verslagjaar is 'net bestuur in onderhandeling getreden met een gezin in een dorp aan de Vecht, om mannenpatiënten op dergelijke wijze te ver zorgen. Omtrent de onderafdeeling: Bureau voor moeilijke kinderen deelt de medische leid ster van dit bureau o.m. het volgende mede: De toeneming van het aantal kinderen in 1932 bedroeg 29. dus 8 minder dan in 1931. Acht kinderen, 5 jongens en 3 meisjes, brachten een week van de Paaschvac&ntie in een beschikbaar gesteld gemeubileerd huisje in Wijk aan Zee door onder goede leiding. Het huisje is weer beschikbaar, maar de kosten vallen niet mee. Finar.- cieele hulp is zeer gewenscht. HERV. GER. STAATSPARTIJ. In ons verslag van de rede van Ds. Ekerlng voor de Herv. Ger. Staatspartij zijn eenige vergissingen geslopen. Sprekende over de neutrale overheid, „die aan alle partijen moet geven wat zij krachtens haar stemmencijfers meenen te mogen eischen". had spreker op gemerkt. dat ..de overheid van dienaresse Gods geworden is tot een kassier". In de pro vincie Groningen waren tot voor kort geen drie Prot.. maar Ohrist.-Hist. burgemeesters De felle kritiek, die hij oefende ten aanzien van de subsidies aan de Roomsche kloosters, gold uit den aard der zaak niet de regeering. maar een Protestant:ch volk. dat dit goed vindt. Niet de geld- en machtshonger van de ze regeering. maar van Rome is onverzadig baar. Tenslotte sprak ds. Ekering niet over de Willem van Oranje-huldiging te Delft, maar te Amsterdam. HET CREMERNIEUWS. Het Cremernieuws, maandblad van de Kon. Letterl. Vereen. „J. J. Cremer", alhier, opent met een welgelijkend portret van mevr. M. S. Lucas-De Lugt, die dezer dagen haar 25-ja- rigen dilettanten-loopbaan met „Cremer" viert. Bij het portret geeft de redactie een zeer waardeerend bijschrift. De huldiging van de jubilaresse zal plaats hebben op Dinsdag 25 April. Opgevoerd zal dan worden als slotvoorstelling van het sei zoen: „De Ridder van den Kouseband", klucht in drie bedrijven, door Henk Bakker. Na afloop is er bal in het gebouw van den Kegelbond. Op 19. 22 en 29 April geeft „Cremer" drie opvoeringen van „De Ridder van den Kouse band" te Leiden voor donateurs en leden van „Litteris Sacrum" aldaar. Voorts heeft de vereeniging een uitnoodi- ging ontvangen van de Utrechtsche R.-K. Amusementsclub tot het geven van een feest- voorstelling op 7 Mei a.s. in den Stadsschouw burg. aldaar. De keus hiervoor is gevallen op „Dokter Bavino" van Henk Bakker. Op 3 Mei geeft „Cremer" in den Stads schouwburg een propagaada-tooneelvoor- stelling, waar gratis toegang zal worden ver leend aan genoodigden, voornamelijk in Heemstede en Aerdenhout. om te trachten daar het ledenaantal te versterken. Overwogen wordt, dezen zomer weer een zomerbijeenkomst te houden, in Haarlem of in de omgeving. GEEN UITZENDING VAN HAAGSCHE WERKLOOZEN. WERKVERSCHAFFING IN DE STAD ZELF. De afgetreden directeur-generaal van den Arbeid, de heer C. J. Ph. Zaalberg, heeft kort geleden critiek geoefend op de Haagsche werkverschaffing. Hij critiseerdc het. dat de te werk gestelden 50 cent per uur verdien den. hetgeen hij tweemaal zooveel noemde als een andere arbeider en richtte zich voorts tegen het verblijf van duizenden Duitsche dienstboden en een paar honderd lekka-lek- ka-Chineezen in ons land. Ten antwoord op eerstgenoemde opmer kingen heeft het Haagsche gemeentebestuur een persconferentie belegd, waarin een en ander weerlegd is en meegedeeld, dat de ge meente heeft afgezien van het zenden van werkloozen naar Drente en Overijssel. Er is voor hen werk in de residentie gevonden. ..Blanke huid 'löSsSt Zachte handen" -"i'-'fffiBiitiïrBIlMMi dat anders niet zou worden uitgevoerd en waarbij 400 a 500 man zullen worden in dienst genomen. Van de 7000 werkloozen. die steun trekken, komen er nog vele aan de beurt door een roulatiesysteem, waarbij om de 6 weken een andere ploeg genomen wordt. De werkloozen krijgen volgens de ministerieel goedgekeurde steunregeling f 15 per week met een maximum van f 24. Het uurloon is f 050 met een maximum aan werkuren van 48. Werk wordt verschaft in de duinen en op aan de gemeente behoorende landgoederen. Er zijn thans meer werkloozen te werk ge steld dan vroeger in Drente en Overijsel bij de werkverschaffing door Den Haag gezon den zijn. Het gemeentebestuur is over het stelsel, dat thans drie maanden werkt, zeer tevreden. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt dc Redactie ziek niet veranticoordelijk. Fan ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. (Adv. Inaez. Med.) NEDERLANDSCHE MUSISI. «Groningen heeft besloten in restaurants alleen nog Neder landsche musici in strijkjes toe te laten). Bravo! Gruno's burgervader, Bravo voor dit wijs besluit. Houdt de vreemde muzikanten Gruno's restauranten uit. Eerst de Nederlandsche jongens! Dit besluit klinkt als een klok. En het is niet meer dan billijk, 't Hemd is nader dan de rok 'k At van vreugde, na het lezen. Twee pond molleboonen op En ik dronk tien Vladdcrakkies, 't Duizelt nu nog in m'n kop 'k Hoop dat andere gemeenten Worden g' inspireerd er door, Eveneens zullen besluiten: Hollands muzikanten vóór! Menig Hollandsch musicus is Dan weer uit den nood gered En voor Gruno's burgervader Wordt een standbeeld neergezet. En misschien dat binnenkort wij. Denk er om, ik zeg „misschien" Op de bioscoop-tooneelen Hollandsche artisten zien.... „BEN ICK VAN DUYTSCHEN BLOEDT". In het mooie artikel over „Prins Willem van Oranje" van Pk. in uw nummer van li April viel mijn aandacht op den volgen den zin: „Ben ick van Duytschen Bloedt" kan even goed beteekenen. dat de Prins van Oranje Dietsch bloed in dc aderen had, ais dat het een klemtoon kan zijn op zijn po sitie van Duitsch onafhankelijk vorst tegen over den Keizer". De meening in de eerste helft van dezen zin uitgesproken kan ieder zeker aanvaar den, zonder dit in het tweede gedeelte or bij aan te nemen. Ik meen, dat de Prins, hoewel van Duitsche afkomst, toch Neder lander was. Immers, na de scheiding van het geslacht Nassau in een Walramsche en een Ottonische linie (1255) is de tweede naar Bourgondië uitgeweken om zich in krijgs- en regëeringsdienst van de hertogen te stel len. Daar zijn ze inheemsch geworden en hoewel ze hun geringe Nassausche bezittin gen behielden, 200 jaar na Otto met Filips den Goeden naar Brabant en Vlaanderen ge gaan; ze huwden met Nederlandsche vrou wen en verwierven rijke bezittingen. Ea- gelbcrt verkreeg Polanen. Breda (prachtige graftombe!), Geertruidenberg en Zeven bergen. Zijn zoon Hendrik voegde daar Diest Sichem en Steenbergen bij, René was krijgsoverste en stadhouder van Gelderland en liet aan Willem al zijn Nederlandsche erfgoederen na. En diens vader, de broeder van Hendrik, die de bezittingen in Nassau had geërfd, was in Brabant geboren en op gevoed. Ook kon Marnix van St. Aldegonde moei lijk laten getuigen „Den Vaderland ghetrou- we. blijf ick tot in den doet", als deze zich van zijn Nederlanderschap niet bewust was geweest. Dat „Duytseh", Dietsch a,i. Nederlandsch beteekent, mogen we bovendien aannemen, uit de gewone beteekenis die toen en nog veel later aan dit woord werd gehecht. „Spreekt gij Duitsch?" vraagt Ferdinand Huyck (18e eeuw) aan den flibustier uit de Antillen, als deze hem in 't Nederlandsch onderhoudt. En heeft de Nederlandsch Herv. Kerk nog niet tot in de 19de eeuw de Ne- derduitsche geheeten? K. ZWART. FEUILLETON Naar het Duitsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 24) (Nadruk verboden). Het was duidelijk, dat het meisje zich ver kneuterde voor het eerst een geheim van haar jonge meesteres op het spoor te zijn ge komen: deze had tot nu toe nimmer gebruik gemaakt van haar diensten, die in vorige be trekkingen voor dit soort discrete aangelegen heden. maar al te gaarne beschikbaar waren gesteld. Maar nu was bet dan zoover en Hilda genoot diep van de welkome sensatie! Een lichte blos trok over Traute's gezicht toen zij het meisje zei den brief op een kleine tafel neer te leggen, maar ze sprak volko men kalm en beheerscht. „Je had mij dien brief best in de eetkamer kunnen brengen, Hilda!" vervolgde ze. „Wat is dat overigens voor een geheimzinnige bode, die je deze wonderlijke boodschap gaf?" De aardige kamenier, die gerekend had cp dankbare appreciatie voor de betoonde tact. trok haar vollen rooden mond in een pruilen den plooi. „Een huisknecht, juffrouw en ik heb niets anders gedaan dan wat hij mij verzocht. Hebt U mij verder nog noodig?" „Neen Hilda. Maar denk erom, als weer iemand je een dergelijke opdracht geeft, dan verwijs je hem oogenblikkelijk naar mij". Diep teleurgesteld verliet Hilda de kamer. Op het moment echter, dat zij de deur achter zich gesloten had, verloor Traute de rustige zekerheid, die zij tegenover het meisje had weten te bewaren en met zenuwachtige vin gers nam. zij den brief, omtrent welks her komst zij gegronde vermoedens scheen te koesteren op. en liep ermee naar haar ele gant schrijfbureautje, dat naast een der twee groote vensters den hoek van haar kamer vulde. Daar draaide zij de enveloppe een paar maal om en er kwam een uitdrukking van groote verbazins op haar gezicht. Er was geen afzender op het couvert vermeld; de kloeke mannenhand waarmee het adres ge schreven was, was haar volkomen onbekend. Het duurde een poosje voor zij eindelijk een vouwbeen opnam om den brief te openen. „Dr. Erich Roggenbach", luidde de onder- teekening en met wijd-open oogen en klim mende opwinding, die haar het bloed naar de wangen dreef, las zij: Zeer geachte Juffrouw Falkcnhayn, Dringende redenen, zoo dringend, dat zij mij iedere bedenking op zij doen zetten, nood zaken mij een verzoek tot U te richten, dat U ongetwijfeld vreemd zal voorkomen, maar waaraan ik U toch met den meesten aan drang vraag gehoor te willen geven. Ik heb U enkele mededeelingen te doen, waarvan voorloopig niemand anders kennis mag dra gen, zoodat het mij onmogelijk is den voor de hand liggende weg te volgen en U thuis te komen opzoeken. Vandaar mijn vraag, mij een onderhoud onder vier oogen toe te staan, op een plaats, die reeds bij voorbaat ongc- wenschte luisteraars uitsluit. Ik geef U de uitdrukkelijke verzekering, dat alleen Uw eigen belang mij ertoe brengt U dit ongewone verzoek te doen. Het- betreft een aangelegen heid. die met mijn persoon niets uitstaande heeft; ik word slechts geleid door den wensch U onaangenaamheden en moeilijkheden te besparen, waarin U mogelijkerwijs zoudt kunnen geraken. Daar het van groot belang is, geen tijd verloren te laten gaan, ben ik zoo vrij, U heden, tusschen twee en drie uur op de „Leeuwenbrug" in de Tiergarten te wachten. Mochten tijd of plaats U niet schikken dan verzoek ik U vriendelijk mij dat even aan mijn hieronder vermeld adres te doen weten. Zooals vanzelf spreekt, ben ik voor U ook op eiken anderen tijd tot uw beschikking en zie ik eventueel gaarne uw desbetreffende be richten tegemoet. Met beleefde groeten en hoogachting, Uw dw. Dr. Erich Roggenbach Twee-, driemaal, las Traute het eigenaardig epistel over, voor zij het terugdeed in dj enveloppe en het in een lade van haar schrijftafel wegsloot. Ze was nog bleeker dan straks en met de blauwige schaduwen onder haar oogen en haar pijnlijk vertrokken mond, maakte ze een indruk alsof ze ziek was. Een blik op de klok deed haar zien, dat zij zich haasten moest, wilde zij op tijd op de door Dr. Roggenbach genoemde plaats aan wezig zijn. Zij ging naar haar slaapkamer om zich te verkleeden en koos een eenvoudige en weinig-opvallenden wintermantel, om zooveel mogelijk de kans te vermijden her kend te worden. De „Leeuwenbrug" lag 's zomers zoo ver scholen in het dichte groen, dat iemand, die den weg niet kende, moeite had haar te vin den. Maar nu de ontlooverde boschjes den doorkijk echter niet belemmerden, herkende Traute reeds van verre den man, die ruste loos op de afgesproken plaats op en neer liep. Haar hart begon hevig te kloppen en zij verlangzaamde haar pas. Maar om nog terug te keeren was het in ieder geval te laat, want Erich Roggenbach had haar al zien naderen en kwam haar tegemoet. Zijn gezicht was bleek en had een ernstige uitdrukking, de manier waarop hij haar be groette, verried duidelijk, dat hij zich aller minst op 2ijn gemak voelde. Traute hield de eerste oogenblikken haar oogen hardnekkig op den grond gericht; eindelijk sloeg ze ze op en keek haar begeleider vragend aan. „U hebt mij op zoo'n bijzondere manier tot dit onderhoud uitgenoodïgd, mijnheer Rog genbach. dat ik U wel om een verklaring mag verzoeken". Hij zag haar in het mooie, bleeke gelaat met een medelijdende uitdrukking, die zij niet begreep. „Als mijn verzoek, of de vorm waarin het gegoten was. U onaangenaam is geweest, dan bied ik U mijn excuses aan. Maar ik had geen andere keus. Ik moest U alleen spreken en ik zag geen andere mogelijkheid dan deze". Hij aarzelde en zijn blik dwaalde van haar ge zicht naar den grijzen winterhemel. „Ik kan me intusschen voorstellen dat U mijn ge drag al eerder zonderling zult hebben ge vonden. U moet mij wel voor een buitenge woon onbeleefd mensch houden!" Ook zij vermeed het nu hem aan te zien. „Het is moeilijk u daarop een antwoord te geven, mijnheer Roggenbach", klonk het weifelend. „Tk. „Neen, neen." viel hij haar haastig in de rede; U moet mij ook niet antwoorden en ook niet trachten het te ontkennen. Ik weet im mers veel te goed. dat het zoo isdat het niet anders kan zijn. En ondanks mijn eigen aardige houding moet ik U dringend verzoe ken mij Uw vertrouwen te geven en enkele vragen te willen beantwoorden, ook wanneer die U even ongepast mochten voorkomen als mijn heele gedrag tot nu toe". De situatie werd haar steeds onduidelijker en langzaam schudde zij het hoofd. „Ik begrijp er niets van! Wat voor inlich tingen kunt U van mij wenschen. die ik U ook niet in tegenwoordigheid van anderen zou hebben kunnen geven en die deze ge heimzinnige samenkomst noodig maken?" Hij zocht naar een overgang naar een bemiddelend woord, die haar het begrijpen zou vergemakkelijken en den afstand tus schen hen zou overbruggen. Maar hij vond er geen een en zag in, dat hij een eind moest maken aan deze halve aanduidingen en dit onwaardig verstoppertje spelen. Hij verman de zich, als iemand, die, een gevaarlijken sprong waagt en plompverloren viel hij met dc deur in huis. „Hebt U een zekeren Beiersdorf gekend, juffrouw Falkenhayn?" De uitwerking van zijn vraag op het Jonge meisje was in een woord verbijsterend. Als versteend bleef zij staan, als was er plotse ling een dreigend spooksel voor haar uit den grond opgerezen en Erich Roggenbach zag een paar oogen, waaruit namelooze ontstel tenis sprak, op zich gevestigd. „Wat wat beteekent dat?" stamelde zij met bleeke. trillende lippen. „Hoe komt U er toe mij dit te vragen?" De wijze, waarop ze op zijn vraag reageer de, schokte hem tot in het diepst van zijn ziel. Ofschoon haar ontroering zijn somberste vermoedens scheen tc bevestigen, had hij nog nooit met zulk een onwrikbare zekerheid ge voeld, dat zy niet in staat was iets te doen, waarvoor zij zich had te schamen. En nog nimmer te voren had hij haar zoo zonder aarzelen en met zoo'n Innlgen klank in zijn stem toegesproken. „u moet U niet zoo opwinden, juffrouw Falkenhayn" drong hij aan. „Ik geef U de plechtige verzekering, dat ik de rol, die ik tegenover U moet spelen, zelf afschuwelijk vind! Maar ik word uitsluitend geleid door het vurige verlangen U onaangenaamheden te besparen en U te beschermen tegen men- schen, waarmee U onder geen voorwaarde in aaraking mag komen. Ik zal U uitleggen waarom ik mij als een slecht opgevoede schooljongen tegenover U heb gedragen, maar ik smeek U, antwoord U my eerst op mijn vraag!" De hartelijkheid en de warmte van zijn toon, lieten niet na indruk op haar te maken. Het duurde nog even, eer ze haar aarzeling geheel overwonnen had; toen stiet ze heesch uit: „Ja ik heb hem gekend". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 13