FINANCIEELE KRONIEK.
Vaseline i^Chesebrough
BROCHES
UNIQUE
In het holst van den nacht.
HAARLEM'S DACBLAD
DINSDAG 18 APRIL 1933
Betere Amerikaansche koersen.
Bedrijfsontwikkeling en in
flatie. Ook Londen en Berlijn
doorgaans beter. Bemoedigen
de bedrijfsmededeelingen van
de I. G. Farben en de Verein.
Stahhverkc. Op de Amster-
damsche beurs verslag Unilever
meegevallen, zoo ook het divi
dend. Rubberaandeelen iets
vaster. Tabakken flauw.
Uitgestelde inschrijvingen.
Een Haagsch échecje.
Slecht is de korte beursweék niet geweest
ïioogere koersen van New York zijn neg al
tijd van groot-en invloed op den Europee
sehen fondsenhandel geweest. Niet omdat
men hier nog zoo „dik" in zijn Amerikaan-
tjes zou zitten. De ervaringen, daarmede de
laatste jaren opgedaan, hebben ons publiek
er van afgeschrikt. Bovendien, ook aan de
effectenbeurs is de actie voor „Nederlandsen
fabrikaat" niet onopgemerkt voorbijgegaan,
klaar ook zonder rechtstreeksche belangen
van het publiek bij de Yankees, blijven ze
op de beurzen van Europa een groote rol
spelen. Zooals we reeds eerder opmerkten
Amerika en Duitschland, twee groote in
dustriestaten, toeheerschen tot op zekere
hoogte den economischen ontwikkelingsgang
in de beschaafde wereld. Leeft de toestand
in Amerika en Duitschland op, wordt daar
•weer nieuwe koopkracht, gezonde koopkracht
verkregen, worden daar weer de grensbarri-
cades voor den buitenlandschen handel ver
laagd of weggenomen, dan profiteert daar
van de geheele wereld. Vandaar dat de toe
stand in Amerika en Duitschland met zon
bijzondere aandacht wordt gevolgd.
Deze week scheen die toestand ietwat
sneer bevredigend te zijn. In politiek opzicht
doordien Roosevelt en Mac Donald „gepraat"
hebben en als goede vrienden een oplossing
hebben gezocht voor het schuldenprobleem
•en al wat daaraan vastzit.
Gepraat hebben misschien ook over de
handelsbelemmeringen, den Gouden Stan
daard, de goudwaar de van den Dollar etc. In
elk geval, de beurzen hebben er niet ongun
stig op gereageerd. Het vertrouwen in Roose
velt is nog niet geschokt. Hij blijft maatrege
len treffen tot opheiffing van het Amerikaan
sche bedrijfsleven, maar overweegt, naar
verluidt,tegelijkertijd een verlaging der in
voerrechten met 10 pet. Dat schijnt met el-
ikaar in strijd te zijn. Althans volgens de
^autarkische economie". Maar volgens de
'bude en naar onze meening nog niet ver
ouderde begrippen beteefcent een verlaging
jder tarieven in de V.S.. een land, welks voor
beeld te dezen opzichte tot navolging kan
'•dringen, een stap op den goeden weg naar
terugkeer der volkswelvaart. Geen wonder,
tflat men in Europa over dit voornemen van
Roosevelt goed te spreken was. Het is echter
ipok den Amerikaan schen president «iet ge
geven met tooverstaf en machtspreuken den
toestand te verbeteren. Hoover heeft, geheel
ten overvloede overigens, bewezen, dat het
iop die manier niet kan. De publieke opinie
is dat Roosevelt „het nu zal doen". Hij ..doet"
in elk geval wat. Maar zijn maatregelen of
voorgenomen maatregelen zijn, kunnen al
licht ook niet anders zijn, dan tegenstrijdig.
iAan den éénen kant krachtige bezuiniging,
streven naar verlaging van -rente voor den
Staat en voor hen, die onder zware geld
schulden zuchten; aan den anderen kant
groote uitgaven voor nieuwe werken, -om de
•werkloosheid te bestrijden. De vraag: waar
gaat het met den Rollar heen, blijft daarom
in en buiten de Unie aan de orde. is zelfs,
naar wij meenen te mogen zeggen, deze week
wel de voornaamste stimulans geweest voor
'de hoogere prijzen van zilver, graan, koper,
katoen etc. en ook voor de koersstijging op
de New Yorksche aandeelenmarkt. We heb
ben het reeds eerder opgemerkt: de moge
lijkheid schijnt niet uitgesloten te zijn. dat
'de Amerikaansche regeering den goudprijs
zal verhoogen, waardoor dus automatisch de
waarde van het papiergeld wordt gedrukt.
Een Dollar zal dan straks minder goud be
vatten dan voprheen, in welk geval dus de
„potters" van goud aan het langste eind
trekken. Deze onzekerheid houdt de beurs
-te New York in spanning, geeft vandaag een
stut naar boven, drukt morgen de koersen
weer neer. Een feit schijnt te zijn, dat de
economische toestand de laatste weken niet
slechter wordt; wel was het aantal onuitge
voerde orders der Steeltrust kleiner dan een
maand geleden, maar in de vorige week is
de bedrijvigheidsgraad in de ijzer- en staal
industrie gestegen van 16 1 2 tot 19 1 2 pet.
Nog wel een „armzalig" percentage, maar
dan toch een verbetering. Enkele andere
symptomen wijzen dan ook op een lichte
verbetering, die, we zeiden het reeds met
het streven naar een „gecontroleerde in
flatie" verband kunnen houden.
Wat Koper betreft, waren er berichten,
volgens welke de producenten overwegen de
productie gedurende zes maanden stop te
zetten. En in de Olie-industrie -is ook
eerst weer een „modus" tot stand gekomen,
die een verergering van den toestand voor
komt, maar toch niet de gewenschte oplos
sing brengt.
Intusschen, men moet in dezen tijd met
een weinig goed nieuws tevreden zijn en de
beurzen hebben dat dan ook getoond. Lon
den. Berlijn en Amsterdam hebben, in na
volging van haar New Yorksche zuster, voor
de aandeelenmarkt doorgaans een betere
stemming kunnen handhaven, al is de af
faire, met een enkele uitzondering, neg ver
beneden peil.
Mag men afgaan op mededeelingen en
cijfers over twee groote concerns als de
I. G. Farben en de Vereinigte Stahlwerke,
dan is er ook in Duitschland van eenige op
leving sprake.
De I. G. Farben heeft in 1932 Mk. 2.14
millioen meer afgeschreven dan het vorig
jaar. doch niettemin een netto-winst be
haald, die Mk. 2 12 millioen groot-er is. Van
belang is vooral dat de voorraden met de
helft zijn verminderd en tegen het einde
des jaars de omzet bij talrijke producten die
van 1931 bereikte.
De Vereinigte Stahlwerke had
per 31 Maart j.l. een veel grootere hoeveel
heid onuitgevoerde orders dan drie maan
den geleden en in het algemeen ziet men
hier en daar eenige verbetering. De jongste
redevoering van Dr. Schacht over de finan
cieel© politiek der Duitsche regeering heeft
in Londen en Amsterdam een bevredigen
den indruk gemaakt, vooral omdat de goud-
waarde van de Mark gehandhaafd zal blij
ven. Alleen maar Duitschland moet nu
langzamerhand ophouden met zijn aflos-
bare •schulden te blokkeeren! dat wekt geen
vertrouwen, hetgeen juist voor de verrui
ming van de Geldmarkt zoo noodig is. Eeni
ge verruiming is trouwens deze en vorige
week ingetreden.
Onze Amsterdamsche beurs volgde de bui-
tenlandsche op den voet, wel een bewijs, dat
men in eigen kring weinig bewegingsfacto
ren kon ontdekken. Die werden ook niet ge
vonden in het nieuwe rubberplan. dat is ge
publiceerd en waaraan, naar gemeld
wordt, straks nog een ander, nl. van de
H. V. A. zal worden toegevoegd.
De hoogere koersen voor Rub
ber w a a r de n zijn meer het gevolg
geweest van de iets hoogere prijzen te
New-York.
Het slotdividend van 3 pet. op aandee-
1 e n Unilever, waardoor de totaal-uit-
keering op 6 pet. komt, viel mee, evenals het
verslag, hoewel dit voor de Hollandsche
Unilever een achteruitgang aanwijst van
f 31 millioen winst in 1931 tot f 19 millioen
in 1932. Bij de andere betrokken onderne
mingen is de achteruitgang veel minder
groot. De bestuurders van het concern voe
ren een conservatieve politiek, gelijk ook
thans uit de winstverdeeling weer blijkt.
Evenals de meeste concerns, die innerlijk
gezond zijn, heeft de Unilever een groot
bedrag aan hard cash, uit. 1932 niet min
der dan f 42 millioen. Dat is schadelijk,
maar kan aandeelhouders de overtuiging
schenken, dat het Unilever-concern in de
zen stormtijd nog niet achter zijn adem is.
Flauw waren opnieuw Tabaksaan-
deelen, naar aanleiding van de slechte
uitkomsten der eerste voorjaarsveiling en de
opschorting van de eerstvolgende inschrij
vingen door de importeurs. Vooral dit laat
ste werd in tabaks- en beurskringen slecht
opgenomen. De tijd is voorbij dat men den
kooper dwingen kan hoogere prijzen te be
talen. De Sumatra-tabaksmaatschappij en
zullen zich bij de veranderde marktgesteld-
heid moeten aanpassen, vooral nu ze met
een slecht product aan de markt komen,
Hoe gauwer men daar doorheen is, hoe be
ter en dan in het vervolg wat meer zorg en
minder kunstmest aan den oogst besteed,
die thans meer en meer concurrentie onder
vindt van het Java-product, dat tegen veel
lageren prijs kan worden verkocht. Men
meent thans dat de importeurs op hun be-
--omdat LLcWt hst
de- lyiyomem.
ntsi ziakdaoMm
•txKtfcL LL dn nieuwte
BROCHES
ru>^ rvLti'.
„ds. smook.
VO/nH- pubWi
(Adv. Ingez. Med.)
sluit zullen terug komen en binnenkort de
inschrijvingen weer zullen hervatten.
De Beleggingsmarkt geeft weinig-
aanleiding tot bespreking. Hollandsche soor
ten bleven in één doen; de 4 pet Neder
landers kunnen den parikoers nog niet
halen, evenmin als de 4 pet. Den Haag,
waarvan de emittenten der jongste emissie,
die a 100 pet werd aangeboden en luidens
het bericht „geheel volteekend" en „geheel
geplaatst" is vermoedelijk een aardig plukje
mee naar huis hebben gekregen. De nieuwe
leening komt met een „ouden koers" van
100 pet. in de Voorloopige Noteering voor.
maar wordt niet verhandeld; die „oude
koers" is er natuurlijk nimmer geweest,
dan alleen bij de inschrijving, waarmee Den
Haag over het doel heen heeft gemikt. Men
kan ook teveel respect, voor zichzelf hebben
zelfs in Den Haag, dat thans zooais
bekend, zijn opcenten der Gemeentefonds
belasting van 26 tot 46 moet verhoogen.
Geld op prolongatie 1 pet.
DE SPAARNESTICHTING.
Wij ontvingen het jaarverslag over 1932
van de Spaarne-Stichting. waaraan het vol
gende is ontleend.
Het werk werd gedurende het jaar 1932
voortgezet op de gewone wijze. Ingeschre
ven werden 58 nieuwe gevallen: 25 man
nen en 33 vrouwen. Dit beteekent geen noe
menswaardige stijging tegenover het vorig
jaar.
Voor de afdeeling was het mogelijk zes
vrouwelijke patiënten-in Tehuizen onder te
brengen.
Evenals in het Prov. Ziekenhuis zijn de
patiënten bezig In de kleine huishouding of
doen ze handwerk.
Aan het einde van het verslagjaar is 'net
bestuur in onderhandeling getreden met
een gezin in een dorp aan de Vecht, om
mannenpatiënten op dergelijke wijze te ver
zorgen.
Omtrent de onderafdeeling: Bureau voor
moeilijke kinderen deelt de medische leid
ster van dit bureau o.m. het volgende mede:
De toeneming van het aantal kinderen in
1932 bedroeg 29. dus 8 minder dan in 1931.
Acht kinderen, 5 jongens en 3 meisjes,
brachten een week van de Paaschvac&ntie
in een beschikbaar gesteld gemeubileerd
huisje in Wijk aan Zee door onder goede
leiding. Het huisje is weer beschikbaar,
maar de kosten vallen niet mee. Finar.-
cieele hulp is zeer gewenscht.
HERV. GER. STAATSPARTIJ.
In ons verslag van de rede van Ds. Ekerlng
voor de Herv. Ger. Staatspartij zijn eenige
vergissingen geslopen. Sprekende over de
neutrale overheid, „die aan alle partijen moet
geven wat zij krachtens haar stemmencijfers
meenen te mogen eischen". had spreker op
gemerkt. dat ..de overheid van dienaresse
Gods geworden is tot een kassier". In de pro
vincie Groningen waren tot voor kort geen
drie Prot.. maar Ohrist.-Hist. burgemeesters
De felle kritiek, die hij oefende ten aanzien
van de subsidies aan de Roomsche kloosters,
gold uit den aard der zaak niet de regeering.
maar een Protestant:ch volk. dat dit goed
vindt. Niet de geld- en machtshonger van de
ze regeering. maar van Rome is onverzadig
baar. Tenslotte sprak ds. Ekering niet over de
Willem van Oranje-huldiging te Delft, maar
te Amsterdam.
HET CREMERNIEUWS.
Het Cremernieuws, maandblad van de Kon.
Letterl. Vereen. „J. J. Cremer", alhier, opent
met een welgelijkend portret van mevr. M. S.
Lucas-De Lugt, die dezer dagen haar 25-ja-
rigen dilettanten-loopbaan met „Cremer"
viert. Bij het portret geeft de redactie een
zeer waardeerend bijschrift.
De huldiging van de jubilaresse zal plaats
hebben op Dinsdag 25 April. Opgevoerd zal
dan worden als slotvoorstelling van het sei
zoen: „De Ridder van den Kouseband",
klucht in drie bedrijven, door Henk Bakker.
Na afloop is er bal in het gebouw van den
Kegelbond.
Op 19. 22 en 29 April geeft „Cremer" drie
opvoeringen van „De Ridder van den Kouse
band" te Leiden voor donateurs en leden van
„Litteris Sacrum" aldaar.
Voorts heeft de vereeniging een uitnoodi-
ging ontvangen van de Utrechtsche R.-K.
Amusementsclub tot het geven van een feest-
voorstelling op 7 Mei a.s. in den Stadsschouw
burg. aldaar. De keus hiervoor is gevallen op
„Dokter Bavino" van Henk Bakker.
Op 3 Mei geeft „Cremer" in den Stads
schouwburg een propagaada-tooneelvoor-
stelling, waar gratis toegang zal worden ver
leend aan genoodigden, voornamelijk in
Heemstede en Aerdenhout. om te trachten
daar het ledenaantal te versterken.
Overwogen wordt, dezen zomer weer een
zomerbijeenkomst te houden, in Haarlem of
in de omgeving.
GEEN UITZENDING VAN
HAAGSCHE WERKLOOZEN.
WERKVERSCHAFFING IN DE STAD ZELF.
De afgetreden directeur-generaal van den
Arbeid, de heer C. J. Ph. Zaalberg, heeft kort
geleden critiek geoefend op de Haagsche
werkverschaffing. Hij critiseerdc het. dat de
te werk gestelden 50 cent per uur verdien
den. hetgeen hij tweemaal zooveel noemde
als een andere arbeider en richtte zich voorts
tegen het verblijf van duizenden Duitsche
dienstboden en een paar honderd lekka-lek-
ka-Chineezen in ons land.
Ten antwoord op eerstgenoemde opmer
kingen heeft het Haagsche gemeentebestuur
een persconferentie belegd, waarin een en
ander weerlegd is en meegedeeld, dat de ge
meente heeft afgezien van het zenden van
werkloozen naar Drente en Overijssel. Er is
voor hen werk in de residentie gevonden.
..Blanke huid
'löSsSt
Zachte handen"
-"i'-'fffiBiitiïrBIlMMi
dat anders niet zou worden uitgevoerd en
waarbij 400 a 500 man zullen worden in
dienst genomen. Van de 7000 werkloozen. die
steun trekken, komen er nog vele aan de
beurt door een roulatiesysteem, waarbij om
de 6 weken een andere ploeg genomen wordt.
De werkloozen krijgen volgens de ministerieel
goedgekeurde steunregeling f 15 per week
met een maximum van f 24. Het uurloon is
f 050 met een maximum aan werkuren
van 48.
Werk wordt verschaft in de duinen en op
aan de gemeente behoorende landgoederen.
Er zijn thans meer werkloozen te werk ge
steld dan vroeger in Drente en Overijsel bij
de werkverschaffing door Den Haag gezon
den zijn. Het gemeentebestuur is over het
stelsel, dat thans drie maanden werkt, zeer
tevreden.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt dc
Redactie ziek niet veranticoordelijk.
Fan ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
(Adv. Inaez. Med.)
NEDERLANDSCHE MUSISI.
«Groningen heeft besloten in
restaurants alleen nog Neder
landsche musici in strijkjes toe
te laten).
Bravo! Gruno's burgervader,
Bravo voor dit wijs besluit.
Houdt de vreemde muzikanten
Gruno's restauranten uit.
Eerst de Nederlandsche jongens!
Dit besluit klinkt als een klok.
En het is niet meer dan billijk,
't Hemd is nader dan de rok
'k At van vreugde, na het lezen.
Twee pond molleboonen op
En ik dronk tien Vladdcrakkies,
't Duizelt nu nog in m'n kop
'k Hoop dat andere gemeenten
Worden g' inspireerd er door,
Eveneens zullen besluiten:
Hollands muzikanten vóór!
Menig Hollandsch musicus is
Dan weer uit den nood gered
En voor Gruno's burgervader
Wordt een standbeeld neergezet.
En misschien dat binnenkort wij.
Denk er om, ik zeg „misschien"
Op de bioscoop-tooneelen
Hollandsche artisten zien....
„BEN ICK VAN DUYTSCHEN
BLOEDT".
In het mooie artikel over „Prins Willem
van Oranje" van Pk. in uw nummer van li
April viel mijn aandacht op den volgen
den zin: „Ben ick van Duytschen Bloedt"
kan even goed beteekenen. dat de Prins van
Oranje Dietsch bloed in dc aderen had, ais
dat het een klemtoon kan zijn op zijn po
sitie van Duitsch onafhankelijk vorst tegen
over den Keizer".
De meening in de eerste helft van dezen
zin uitgesproken kan ieder zeker aanvaar
den, zonder dit in het tweede gedeelte or
bij aan te nemen. Ik meen, dat de Prins,
hoewel van Duitsche afkomst, toch Neder
lander was. Immers, na de scheiding van het
geslacht Nassau in een Walramsche en een
Ottonische linie (1255) is de tweede naar
Bourgondië uitgeweken om zich in krijgs-
en regëeringsdienst van de hertogen te stel
len. Daar zijn ze inheemsch geworden en
hoewel ze hun geringe Nassausche bezittin
gen behielden, 200 jaar na Otto met Filips
den Goeden naar Brabant en Vlaanderen ge
gaan; ze huwden met Nederlandsche vrou
wen en verwierven rijke bezittingen. Ea-
gelbcrt verkreeg Polanen. Breda (prachtige
graftombe!), Geertruidenberg en Zeven
bergen. Zijn zoon Hendrik voegde daar Diest
Sichem en Steenbergen bij, René was
krijgsoverste en stadhouder van Gelderland
en liet aan Willem al zijn Nederlandsche
erfgoederen na. En diens vader, de broeder
van Hendrik, die de bezittingen in Nassau
had geërfd, was in Brabant geboren en op
gevoed.
Ook kon Marnix van St. Aldegonde moei
lijk laten getuigen „Den Vaderland ghetrou-
we. blijf ick tot in den doet", als deze zich
van zijn Nederlanderschap niet bewust was
geweest.
Dat „Duytseh", Dietsch a,i. Nederlandsch
beteekent, mogen we bovendien aannemen,
uit de gewone beteekenis die toen en nog
veel later aan dit woord werd gehecht.
„Spreekt gij Duitsch?" vraagt Ferdinand
Huyck (18e eeuw) aan den flibustier uit de
Antillen, als deze hem in 't Nederlandsch
onderhoudt. En heeft de Nederlandsch Herv.
Kerk nog niet tot in de 19de eeuw de Ne-
derduitsche geheeten?
K. ZWART.
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
24)
(Nadruk verboden).
Het was duidelijk, dat het meisje zich ver
kneuterde voor het eerst een geheim van
haar jonge meesteres op het spoor te zijn ge
komen: deze had tot nu toe nimmer gebruik
gemaakt van haar diensten, die in vorige be
trekkingen voor dit soort discrete aangelegen
heden. maar al te gaarne beschikbaar waren
gesteld. Maar nu was bet dan zoover en Hilda
genoot diep van de welkome sensatie!
Een lichte blos trok over Traute's gezicht
toen zij het meisje zei den brief op een kleine
tafel neer te leggen, maar ze sprak volko
men kalm en beheerscht.
„Je had mij dien brief best in de eetkamer
kunnen brengen, Hilda!" vervolgde ze. „Wat
is dat overigens voor een geheimzinnige
bode, die je deze wonderlijke boodschap
gaf?"
De aardige kamenier, die gerekend had cp
dankbare appreciatie voor de betoonde tact.
trok haar vollen rooden mond in een pruilen
den plooi.
„Een huisknecht, juffrouw en ik heb niets
anders gedaan dan wat hij mij verzocht. Hebt
U mij verder nog noodig?"
„Neen Hilda. Maar denk erom, als weer
iemand je een dergelijke opdracht geeft, dan
verwijs je hem oogenblikkelijk naar mij".
Diep teleurgesteld verliet Hilda de kamer.
Op het moment echter, dat zij de deur achter
zich gesloten had, verloor Traute de rustige
zekerheid, die zij tegenover het meisje had
weten te bewaren en met zenuwachtige vin
gers nam. zij den brief, omtrent welks her
komst zij gegronde vermoedens scheen te
koesteren op. en liep ermee naar haar ele
gant schrijfbureautje, dat naast een der twee
groote vensters den hoek van haar kamer
vulde. Daar draaide zij de enveloppe een paar
maal om en er kwam een uitdrukking van
groote verbazins op haar gezicht. Er was
geen afzender op het couvert vermeld; de
kloeke mannenhand waarmee het adres ge
schreven was, was haar volkomen onbekend.
Het duurde een poosje voor zij eindelijk een
vouwbeen opnam om den brief te openen.
„Dr. Erich Roggenbach", luidde de onder-
teekening en met wijd-open oogen en klim
mende opwinding, die haar het bloed naar de
wangen dreef, las zij:
Zeer geachte Juffrouw Falkcnhayn,
Dringende redenen, zoo dringend, dat zij
mij iedere bedenking op zij doen zetten, nood
zaken mij een verzoek tot U te richten, dat
U ongetwijfeld vreemd zal voorkomen, maar
waaraan ik U toch met den meesten aan
drang vraag gehoor te willen geven. Ik heb
U enkele mededeelingen te doen, waarvan
voorloopig niemand anders kennis mag dra
gen, zoodat het mij onmogelijk is den voor
de hand liggende weg te volgen en U thuis te
komen opzoeken. Vandaar mijn vraag, mij
een onderhoud onder vier oogen toe te staan,
op een plaats, die reeds bij voorbaat ongc-
wenschte luisteraars uitsluit. Ik geef U de
uitdrukkelijke verzekering, dat alleen Uw
eigen belang mij ertoe brengt U dit ongewone
verzoek te doen. Het- betreft een aangelegen
heid. die met mijn persoon niets uitstaande
heeft; ik word slechts geleid door den wensch
U onaangenaamheden en moeilijkheden te
besparen, waarin U mogelijkerwijs zoudt
kunnen geraken.
Daar het van groot belang is, geen tijd
verloren te laten gaan, ben ik zoo vrij, U
heden, tusschen twee en drie uur op de
„Leeuwenbrug" in de Tiergarten te wachten.
Mochten tijd of plaats U niet schikken dan
verzoek ik U vriendelijk mij dat even aan
mijn hieronder vermeld adres te doen weten.
Zooals vanzelf spreekt, ben ik voor U ook op
eiken anderen tijd tot uw beschikking en zie
ik eventueel gaarne uw desbetreffende be
richten tegemoet.
Met beleefde groeten en hoogachting,
Uw dw.
Dr. Erich Roggenbach
Twee-, driemaal, las Traute het eigenaardig
epistel over, voor zij het terugdeed in dj
enveloppe en het in een lade van haar
schrijftafel wegsloot. Ze was nog bleeker dan
straks en met de blauwige schaduwen onder
haar oogen en haar pijnlijk vertrokken
mond, maakte ze een indruk alsof ze ziek
was.
Een blik op de klok deed haar zien, dat zij
zich haasten moest, wilde zij op tijd op de
door Dr. Roggenbach genoemde plaats aan
wezig zijn. Zij ging naar haar slaapkamer
om zich te verkleeden en koos een eenvoudige
en weinig-opvallenden wintermantel, om
zooveel mogelijk de kans te vermijden her
kend te worden.
De „Leeuwenbrug" lag 's zomers zoo ver
scholen in het dichte groen, dat iemand, die
den weg niet kende, moeite had haar te vin
den. Maar nu de ontlooverde boschjes den
doorkijk echter niet belemmerden, herkende
Traute reeds van verre den man, die ruste
loos op de afgesproken plaats op en neer liep.
Haar hart begon hevig te kloppen en zij
verlangzaamde haar pas. Maar om nog terug
te keeren was het in ieder geval te laat, want
Erich Roggenbach had haar al zien naderen
en kwam haar tegemoet.
Zijn gezicht was bleek en had een ernstige
uitdrukking, de manier waarop hij haar be
groette, verried duidelijk, dat hij zich aller
minst op 2ijn gemak voelde. Traute hield de
eerste oogenblikken haar oogen hardnekkig
op den grond gericht; eindelijk sloeg ze ze op
en keek haar begeleider vragend aan.
„U hebt mij op zoo'n bijzondere manier tot
dit onderhoud uitgenoodïgd, mijnheer Rog
genbach. dat ik U wel om een verklaring mag
verzoeken".
Hij zag haar in het mooie, bleeke gelaat
met een medelijdende uitdrukking, die zij niet
begreep.
„Als mijn verzoek, of de vorm waarin het
gegoten was. U onaangenaam is geweest, dan
bied ik U mijn excuses aan. Maar ik had geen
andere keus. Ik moest U alleen spreken en ik
zag geen andere mogelijkheid dan deze". Hij
aarzelde en zijn blik dwaalde van haar ge
zicht naar den grijzen winterhemel. „Ik kan
me intusschen voorstellen dat U mijn ge
drag al eerder zonderling zult hebben ge
vonden. U moet mij wel voor een buitenge
woon onbeleefd mensch houden!"
Ook zij vermeed het nu hem aan te zien.
„Het is moeilijk u daarop een antwoord te
geven, mijnheer Roggenbach", klonk het
weifelend. „Tk.
„Neen, neen." viel hij haar haastig in de
rede; U moet mij ook niet antwoorden en ook
niet trachten het te ontkennen. Ik weet im
mers veel te goed. dat het zoo isdat het
niet anders kan zijn. En ondanks mijn eigen
aardige houding moet ik U dringend verzoe
ken mij Uw vertrouwen te geven en enkele
vragen te willen beantwoorden, ook wanneer
die U even ongepast mochten voorkomen als
mijn heele gedrag tot nu toe".
De situatie werd haar steeds onduidelijker
en langzaam schudde zij het hoofd.
„Ik begrijp er niets van! Wat voor inlich
tingen kunt U van mij wenschen. die ik U
ook niet in tegenwoordigheid van anderen
zou hebben kunnen geven en die deze ge
heimzinnige samenkomst noodig maken?"
Hij zocht naar een overgang naar een
bemiddelend woord, die haar het begrijpen
zou vergemakkelijken en den afstand tus
schen hen zou overbruggen. Maar hij vond er
geen een en zag in, dat hij een eind moest
maken aan deze halve aanduidingen en dit
onwaardig verstoppertje spelen. Hij verman
de zich, als iemand, die, een gevaarlijken
sprong waagt en plompverloren viel hij met
dc deur in huis.
„Hebt U een zekeren Beiersdorf gekend,
juffrouw Falkenhayn?"
De uitwerking van zijn vraag op het Jonge
meisje was in een woord verbijsterend. Als
versteend bleef zij staan, als was er plotse
ling een dreigend spooksel voor haar uit den
grond opgerezen en Erich Roggenbach zag
een paar oogen, waaruit namelooze ontstel
tenis sprak, op zich gevestigd.
„Wat wat beteekent dat?" stamelde zij
met bleeke. trillende lippen. „Hoe komt U er
toe mij dit te vragen?"
De wijze, waarop ze op zijn vraag reageer
de, schokte hem tot in het diepst van zijn
ziel. Ofschoon haar ontroering zijn somberste
vermoedens scheen tc bevestigen, had hij nog
nooit met zulk een onwrikbare zekerheid ge
voeld, dat zy niet in staat was iets te doen,
waarvoor zij zich had te schamen. En nog
nimmer te voren had hij haar zoo zonder
aarzelen en met zoo'n Innlgen klank in zijn
stem toegesproken.
„u moet U niet zoo opwinden, juffrouw
Falkenhayn" drong hij aan. „Ik geef U de
plechtige verzekering, dat ik de rol, die ik
tegenover U moet spelen, zelf afschuwelijk
vind! Maar ik word uitsluitend geleid door
het vurige verlangen U onaangenaamheden
te besparen en U te beschermen tegen men-
schen, waarmee U onder geen voorwaarde in
aaraking mag komen. Ik zal U uitleggen
waarom ik mij als een slecht opgevoede
schooljongen tegenover U heb gedragen,
maar ik smeek U, antwoord U my eerst op
mijn vraag!"
De hartelijkheid en de warmte van zijn
toon, lieten niet na indruk op haar te maken.
Het duurde nog even, eer ze haar aarzeling
geheel overwonnen had; toen stiet ze heesch
uit: „Ja ik heb hem gekend".
(Wordt vervolgd).