In het hoist van den nacht...
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
27)
„Ja, ik wil eerlijk bekennen, dat ik u van
kwaadspreken beschuldig, dokter. En dat
spreekt vanzelf, dat ik u excuus zal vragen
als het blijkt dat ik u daarmee onrecht heb
aangedaan. Maar u moet niet met lichtvaar
dige. ongegronde verdachtmakingen Dij mij
aankomen. Als u iets ten nadeele van mijn
heer Roggenbach hebt te beweren, dan ver
zoek ik u. dat met deugdelijke bewijzen te
willen staven".
,.Nu, op dit oogenblik, juffrouw Falken-
havn? Op dit oogenblik, waarop u boven-
tnen
„U ziet toch, dat ik weer absoluut kalm
ben", viel ze hem scherp in de rede. „En als
ik niet vandaag nog te weten kom, wat u
denkt te gelooven, heeft het absoluut geen
waarde meer voor me."
„En als ik het nu zeg. welk gebruik zult
u dan van mijn mededeelingen maken? Zult
u zich haasten om het aan mijnheer Rog
genbach te vertellen?"
„Misschien. Ik verplicht me in dit op
zicht tot niets, dus u moét er zich wel van
bewust zijn voor elk van uw woorden in te
staan. Kunt u dat niet, dan is het beter dat
u zwijgt".
„U bent een wonderbaarlijk meisje, juf
frouw Falkenhayn! Iemand, dip het beter
met. u meent, dan wie ook ter v.^J.i uw
vader natuurlijk niet meegerekend be
handelt u als een. vijand; maar voor een
ander, voor dezen dubieuse persoonlijk
heid
„Beleedigenae kwalificaties zijn geen be
wijzen, dokter", klonk het snijdend. „Waar
om noemt u mijnheer Roggenbach een du
bieuze persoonlijkheid? Wat heeft hij ge
daan om uw en mijn minachting te verdie
nen?"
„Mag ik u misschien eerst een tegenvraag
stellen, juffrouw Falkenhayn? Hebt u wer
kelijk niet het minste idee van zijn wen-
schen en bedoelingen?"
„Het gaat hier niet om zijn wenschen en
bedoelingen, maar om zijn handelingen. Uit
uw uitvluchten zou ik geneigd zijn te con-
cludeeren dat u niets weet."
„Daarin vergist u zich toch. juffrouw Fal
kenhayn: ik weet wel iets. En ik sta u uit
drukkelijk toe, van mijn mededeelingen
zooveel gebruik te maken als u maar
wenscht. Dr. Roggenbach speculeert op uw
hand en hij gaat daarbij volgens een ver
nuftig in elkaar gezet, romantisch plan te
werk, om u voor zijn wenschen toeganke
lijk te maken."
Het was alsof deze woorden haar als een
zweepslag troffen. Weer bedekte zij het
gezicht met de handen en er verliepen ver
scheidene séconden voordat zij haar bran
denden blik weer op den arts richtte.
„En wat is dat voor plan dokter?" vroeg
ze.
„U weet misschien niet. dat in dit huis.
aan de anderezijde van de binnenplaats
ergens op de vierde verdieping, kort gele
den een man gestorven is. tot wïen Dr. Rog
genbach, op een hoogst-eigenaardige en tot
nog toe onopgehelderde manier in betrek
king stond."
„U bedoelt Beiersdorf? Ja. ik weet dat die
gestorven is."
„En u weet ook. dat in den nacht van zijn
dood niemand anders bij hem was dan die
mijnheer Roggenbach?"
„Ook daarvan ben ik op de hoogte."
„Hoe?"
„Dat doet niets ter zake. Spreekt u alstu
blieft verder."
„Ik was Beiersdorf's huisdokter en Dr.
Roggenbach liet mij in den nacht van zijn
overlijden roepen, nadat hij eerst het intre
den van den dood had afgewacht. Ik vond
de situatie 'n beetje vreemd en was ge
neigd om den privaat-docent niet voor ge
heel normaal te houden, toen hij mij een
verward verhaal deed van een elegant ge-
kleede jongedame (die hij vanuit de kamer
ernaast, waar hij was gaan rusten, aan
Beiersdorf's sterfbed had gezien en die bij
zijn binnenkomen zoo plotseling verdwenen
was. alsof de aarde haar verzwolgen had".
„Dat vertelde hij u onmiddellijk; in dien
zelfden nacht nog?"
„Ja, maar ik meen nu te weten, dat hij
niet, zooals ik toen dacht, onder invloed
stond van ziekelijke waarvoorstelling, maar
uit sluwe berekening handelde."
„Waar maakt u dat uit op? Waarschijnlijk
is het u niet bekend, dat Roggenbach ons
twee dagen na Beiersdorf's dood voor het
eerst een bezoek bracht, en ik hem bij die
gelegenheid voor het eerst in mijn leven
zag."
„Pardon; dat wist ik. En toen hij mij dat
sprookje opdischte. dacht hij ongetwijfeld
geen moment aan uw persoon. Maar intus-
schen blijkt dat in dien nacht uit Beiers
dorf's woning een groote som gelds verdwe
nen is meer dan honderdduizend Mark."
Traute maakte een heftig-verontwaardig-
de beweging.
„Durft u Dr Roggenbach van diefstal te
beschuldigen?"
„Ik beschuldig niet. Ik herhaal slechts
feiten, die mij ter oore zijn gekomen. Als ik
goed ben ingelicht, zal de Officier van Jus
titie zich wel spoedig met dien mysterieu-
zen diefstal gaan bezig houden. En dan
zullen slechts twee personen als verdachten
in aanmerking komen: Dr. Roggenbach of
die geheimzinnige dame, die dat staat vast,
uitsluitend door hem gezien is."
Een lange pauze, waarin Traute bewe
gingloos voor zich uitstaarde, trad in na deze
woorden.
„Gaat u door", verzocht ze eindelijk. „Ik
zie in dit alles nog niets van een complot,
dat dr. Roggenbach met betrekking tot mij
gesmeed zou hebben,"
„Dat kan ik mij levendig voorstellen, juf
frouw Falkenhayn. Want dit plan is in zijn
misdadige dolheid zoo ongelooflijk sluw en
afschuwelijk, dat slechts de tastbare bewij
zen, die ik ter beschikking kreeg, mij aan
het bestaan ervan hebben kunnen doen
gelooven. Het. verhaal van die geheimzinni
ge dame was zonder twijfel een plotselinge
inval, om zich voor het oogenblik uit de im
passe te redden en zou nog niet eens zoo
ongelooflijk zijn geweest als Beiersdorf een
vroolïjk jongezellenleven had geleid. Maar
wanneer men in aanmerking neemt dat de
overledene gedurende den korten tijd. dat
hij in Berlijn heeft gewoond, met den dood
in zfjn schoenen liep. terwijl hij bijna geen
kennissen had en wel in de laatste plaats
aan avonturen zal hebben gedacht, dan is de
geschiedenis die Dr. Roggenbach ten beste
geeft te dwaas om los te loopen. Maar bij
moet wel begrepen hebben, dat hij. om aan
zijn verhaal een schaduw van geloofwaar
digheid te geven en de verdenking in ver
band met den diefstal in de richting van
een bepaalde werkelijk bestaande persoon
te leiden, een eenlgszins-nauwkeurige be
schrijving van die zoogenaamde nachtelijke
bezoekster moest geven en daarbij heeft hij
zijn keuze op u laten vallen."
„Dat is niet waar. Dat is een uit de lucht
gegrepen verdachtmaking. Hij zou krank
zinnig geweest moeten zijn om op een der
gelijke gedachte te komen."
„Niet zoo krankzinnig als het op het eer
ste gezicht lijkt. Ik heb den indruk gekregen
dat hij er op de een of andere manier ach
ter moet zijn gekomen, dat er tusschen u
en Beiersdorf misschien zekere betrekkin
gen hebben bestaan en dat hij daarop,
evenals op het feit, dat Beiersdorf in het
zelfde huis als u woonde, al zijn hoop voor
het gelukken van zijn plan gevestigd heeft.
Natuurlijk is het mogelijk, dat ik mij hierin
vergis; u zult zelf het beste kunnen beoor-
deelen of er zulke betrekkingen tusschen u
en Beiersdorf bestonden."
„Laten we dit punt bulten beschouwing
laten. Hoe weet u dat Roggenbach de ver
denking wilde wekken, dat ik die geheim
zinnige dame geweest zou zijn?"
„Van hemzelf. Toen we den avond van die
muzikale soiree, samen het huis van den
secretaris-generaal van Puschaorf verlieten,
kwam hij. zonder dat er eenige aanleiding
toe bestond, plotseling op ae gebeurtenissen
van den bewusten nacht terug en tot mijn
grenzelooze verbazing zei hij, dat hij die
raadselachtige verschijning uit Beiersdorf's
sterfkamer met absolute zekerheid onder de
gasten herkend had."
En noemde hij daarbij mijn naam?"
„Neen. zoo dom was hij natuurlijk niet.
Hij sprak alleen maar over een japon en een
sieraad die hem op het. juiste spoor had
den gebracht. Maar de toespelingen waren
doorzichtig genoeg."
„Ah, vandaar zijn cn uw belangstelling
voor mijn avondjapon en armband. Maar
waarom heeft u mij niet dadelijk, den vol
genden dag. alles gezegd? Beweerde u toen
niet evengoed als vandaag mijn besten
vriend te zijn?"
„Dien dag wist ik nog niets van den dief
stal. die bij Beiersdorf gepleegd was en ik
hield den privaat-docen met zijn idee-fixe
voor een ongevaariijken gek. Het leek mij
misdadig toe u zonder noodzaak te veront
rusten en daarom bepaalde ik mij tot een
algemeene waarschuwing, waarvan u de ge
grondheid wel niet langer in twijfel trekken
zult".
(Wordt vervolgd).
MINISTER BEELAERTS VAN BLOKLAND
is Donderdag door H. M. dc Koningin ten
palcize Koordeinde te den Haag beëedigd als
vice-president van den Raad van State.
DE BURGERIJ VAN RIISSUM heeft burge
meester de Bordes, ter gelegenheid van zijn
12' „-jarig ambtsjubileum. Donderdag een bank
aangeboden. Dc burgemeester met zijn ccht-
genootc bij dc bank.
OP DE PLAATS, waar dc
ramp van dc Akron" ge
schiedde. is van boord van
een der Amcrikaansche
kustvaartuigen een krans
in zee geworpen.
DE VERJAARDAG van den Duitschcn Rijkskanselier Adolf Hitler is Donderdag te Berlijn met groote plechtigheid
gevierd. Een gedeelte van een der optochten in Berlijn.
HET TRAGISCH AUTO-OHGELUK te Nieuvcnhoom heeft aan vijf per
sonen het leven gekost. Hierboven dc plaats, wuur het ongeluk gebeurde.
DE 21-TAR1GE CHAUF
FEUR H. SALIJ. die zich
bij het tragisch auto-ongc-
Iuk te Nicuwenhoorn nog
wist te redden.
BLOEMENHULDE voor dc Koningin van Engeland
bij gelegenheid van het bezoek, dat dc koning en de
koningin van Engeland brachten aan Aldcrshot ter
inspectie van dc troepen.
H. NL KONINGIN-MOEDER koopt een
bloempje van de Emmabloemcolleete, weike
Donderdag te den Haag gehouden werd.